Financieels Mededeelingen.
Sport en Wedstrijden.
Politiek Overzicht.
GEMENGD NIEUWS.
dienstbaar wilde maken aan ver
betering van lager- en herhalings-
onderwijs, aan een arbeids-, aan een
pensioenregeling. Arbeidspensioen-
fondsen, vooral voor geval van ziekte
en invaliditeit vroeg ook de heer
Regout (die den wensch uitdrukte
tevens, dat een jaarlij ksche opgave
zoa geschieden van kredieten zonder
wettelijke sanctie geopend.
De heer de Jong vroeg voorzienin
gen van Staatswege tot bescherming
der Noordzeekusten, voornamelijk om
de Noordhollandsche kust voor door
braak te vrijwaren en wees daarbij
bepaaldelijk op den onvoldoenden
toestand der zeewering te Callantsoog.
Dit denkbeeld werd evenwel bestreden
door den heer van Nispen tot Pan-
nerden, die meende dat als men
Rijksmiddelen voor de zeeweringen
toestond, waterschappen en meerpol
ders voor hun waterkeeringen dezelfde
aanspraken zouden doen gelden. Wat
deze spreker wèl begeerde was een
enquête naar den toestand van han
del en nijverheid. Aan den toestand
yan den landbouw, den zeer achter-
uitgeganen toestand, was ook de rede
des heeren Bultman gewijd, die over
brenging van de landbouwzaken naar
Waterstaat noodig achtte, omdat er
bij Binnenlandsche zaken altijd ge
vaar is voor politieken invloed daar
op, wat hij minder gewenscht
achtte.
Had de heer Alberda van Eken-
stein, met een klacht over de voort
durend te late behandeling der begroo
ting in deze Kamer, het .Kabinet een
vriendschappelijke hulde gebracht,ook
de Heer Melvill van Lijnden toonde
zich, in een beschouwing van alge
meen politieken aard, een vriend
dezer regeering, in wie hij moed,
beslistheid en kracht waardeerde en
wie hij dan ook zijn steun toezeide.
Onderwerpen van meer specialen
aard behandelden de heeren van Bo
nevalj_Faure en Vening Meinesz. De
eerste drong aan op een regeling van
het eedsvraagstuk, in den zin van
vrijheid tot aflegging van eed of
belofte. Hij achtte de tegenwoordige
op dit stuk bestaande bepalingen in
strijd met de Grondwet.
De heer Meinesz verdedigde in oen
uitvoerige rede de Arnsterdamsche
politie, wie het verwijt is gemaakt, dat
zij aldaar niet voldoende het gezag zou
hebben gehandhaafd. Hij ontkende
dit beslist en wees op het bedenkelijke
verschijnsel, dat men het gezag ver
zwakt door het voortdurend te be
schuldigen.
Hij deed uitkomen, dat intusschen
het gezag aan versterking zeer beslist
behoefte heeft. Door omzetting van
openbare vergaderingen in huishou
delijke werd. z. i. de wet op vereeni-
ging en vergadering ontdoken. Daar
tegen waren wettelijke maatregelen
noodig, evenzoo spoedige berechting
van misdrijven tegen het gezag (tot
meerdere verhoogiag daarvan), her
ziening der gebrekkige maatregelen
tegen opruiing (verscherping der straf
bepalingen) en last not least
gewijzigde wederinvoering der coalitie-
wet van 1872, teneinde samenscho
lingen en werkstakingen als dwang
middel te kunnen tegengaan.
De heer Meinesz had de klacht
over het optreden zijner politie blijk
baar opgediept uit het verslag der
Kamer. De heer van Zinnicq Berg
man haastte zich dan ook te verze
keren, dat men niets grievends voor
Amsterdam's burgemeester op het oog
had gehad, maar drong ook nader
aan op versterking van de middelen
tot handhaving van het gezag. Te
dezer aanzien gaf ook hij verschillende
wenken.
Morgen is de Regeering aan het
woord.
30 Jan. G. Jr.
Het N. v. d. D. ontving Woensdag
het volgende telegram uit Batavia:
De heer W. A. Hoeck, agent van de
Paketvaart te Bonthain (Z.-Celebes)
is vermoord.
Audiëntie der Eerste Kamer.
H. M. de Koningin-Regentes heef t,
gelijk reeds kortelijk is gemeld, Dins
dag de Eerste Kamer der Staten-
Generaal in gehoor ontvangen.
Deze audiëntie, ongeveer kwart vóór
zes uur aangevangen en waarbij de
Kamer vergezeld was van haren grif
fier en commies-griffier, allen in ambts-
kleeding, eindigde te kwart vóór zeven
uur.
Gedurende dien tijd heeft de Verstin
zich persoonlijk met den voorzitter
en alle leden, die in volgorde van
den dag hunner benoeming in de
audiëntiezaal geschaard stonden, op
zeer minzame wijze onderhouden, ge
lijk mede met de heeren van het
bureau der Kamer.
De Wereldtentoonstelling te
Amsterdam.
Woensdag werd te Londen eene
commissie benoemd, ter behartigin;
van de belangen van de Engelsche
exposanten, die deel nemen aan de
internationale tentoonstelling, welke
in dit jaar te Amsterdam zal worden
gehouden.
Aan het dejeuner, dat bij deze ge
legenheid werd gegeven, waren tegen
woordig de Nederlandsche en Belgi
sche consul8-generaals,de heer Gooday,
de directeur der „Continental Great
Eastern-maatschappij" en vele andere
toongevende vertegenwoordigers van
handel en nijverheid. De heermr. N.
A. Calisch leidde de bijeenkomst.
De feestelijke bijeenkomst werd ge
opend met het instellen van een dronk
op de gezondheid van koningin Vic-,
toria, de Nederlandsche koningin en
koningin-regentes. Deze toasten wer
den met algemeene instemming be
groet.
De heer Mesdag deed daarna een
beroep op de medewerking der En-
elsche industriëelen bij dezen wed
strijd, opdat Engeland daarbij eene
plaat3 zou innemen, zijner waardig.
Sir Albert Rollit voerde daarna het
woord en herinnerde aan de aloude
vriendschap, welke steeds tusschen
Engeland en Nederland heeft bestaan.
De heer Gooday deelde mede, dat
hij bijzondere maatregelen zou treffen,
teneinde het vervoer van reizigers uit
Engeland, die de tentoonstelling wil
len bezoeken, te bevorderen.
De heer Stanley wijdde vervolgens
een dronk aan de bestuurders, die
zich met het organiseeren van deze
tentoonstelling hebben belast.
Tot de aanwezigen behoorde ook de
Nederlandsche gezant aan het hof van
St. James, |baron|Van Goltstein. De
gezant betuigde zijn dank voor de
ontvangst, welke den genoodigden
ten deel was gevallen en eindigde
zijn toespraak met de verklaring, dat
het steeds zijn streven zal blijven de
goede betrekkingen tusechen Engeland
en Nederland te handhaven.
Indien de grensregeling tusichen
Amsterdam en Nieuwer-Amstel door
gaat, zullen ruim 25,000 inwoners,
1900 kiezers en 1150 hectaren bij Am-
sterdam worden ingelijfd. Nieuwer-
Amstel zal dan niet meer dan 5000
inwoners tellen met ongeveer 300
kiezers, die vermoedelijk voor ver
kiezingen voor de Tweede Kamer bij
Haarlemmermeer gevoegd zullen wor
den en voor de Statenverkiezing met
Ouder-Amstel Aalsmeer en Sloten
voortaan slechts één lid zullen te
kiezen hebben.
Overreden.
Nabij het station Wichen werd
Woensdagochtend door een beambte
der Staatsspoorwegen het lijk gevon
den van een manspersoon die den
kelijk door een der treinen was over
reden. De politie werd hiermede
onmiddellijk in kennis gesteld.
Na onderzoek bleek de overredene
in de gemeente Wichen thuis te be-
hooren.
Te Gieten is het huis van den
alleenwonenden G. Grevenkamp afge
brand. Het treurig feit doet zich
hierbij voor, dat de man er zelf in
verbrand is, alsmede ook zijn paard.
den o» ook de derde, een zestienja
rig seeisje, Van B. genaamd en wo
nende aan den Morschweg, te red
den.
Niettegenstaande den geheelen na
middag naar de vermiBte werd ge
dregd, mecht het niet gelukken het lijk
boven water te brengen.
doorkruisen patrouilles de straten. De
cadetten der militaire school zijn aan
het muiten.
Uit het onderzoek der politie blijkt,
dat M. Koevoets, die te Rozendaal
voor dood in een weide is gevonden,
niet vermoord is, zooals aanvankelijk
algemeen werd gedacht, doch dat K.
zich zelf erg verwond had bij het
inslaan eener ruit.
In zijn angst heeft de ongelukkige in
de weide rondgedoold, alwaar hij ten
gevolge van het groote bloedverlies en
de strenge koude een verschrikkelijken
dood heeft gevonden.
Toen men hem 's morgens vond, wa
ren zijne voeten bevroren en de levens
geesten zoo goed als geweken.
IJsbericliten.
Het drijfijs in de rivier voor Grave
is dermate toegenomen, dat de over
tocht bijna onmogelijk is geworden.
Ten gevolge van de strenge vorst
en het aikomen van veel ijs, werd
yerwacht dat de scheepvaart in de
Merwede heden zou worden gestaakt.
De dienst had Woensdag ongeregeld
plaats. De binnenwateren zijn,geheel
dicht.
Aan het Katerveer is de rivier over
1/3 gedeelte met drijfijs bedekt. De
overtocht per pont is gestremd.
De IJsel voor Deventer was Woens
dag over 2/3 zijner breedte met drijf
ijs bedekt. De stoombooten „Deven
ter Packet" en „Daventria" kwamen
aldaar over Utrecht en Arnhem aan.
Onderweg hadden zij met zeer veel
drijfijs te worstelen.
Voor Kuilenburg is de Lek over
dekt met zwaar drijfijs, hetwelk door
den sterken oostenwind snel naar
beneden drijft. Overtocht zeer moeilijk
per roeiboot. Water vallende.
Het vele drijfijs in den IJsel bij
Kampen heeft zich waarschijnlijk
om de felle strooming nog niet
vastgezet.
Ia het ij8 beklemd.
De sleepstoomboot Heemskerk te
Amsterdam, door den burgemeester
van Edam aangenomen om te trach
ten de Volendammer schippers Jan
en Klaas Mol te redden, is helaas
onverrichter zake teruggekeerd. Het
ijs was te dik.
De toestand wordt hachelijk voor
de arme menschen vermoedelijk zit
ten zij op de zoogenaamde „Zuider
draad", bezijden Harderwijk.
Redding van uit Amsterdam zal
onmogelijk worden. De burgemeester
zet zijne pogingen voort.
Door het ijs gez&kt.
Op het Galgewater bij Leiden ver
maakte zich Woensdagmiddag een
gezelschap, bestaande nit een heer en
twee jonge dames, met schaatsenrij
den, toen plotseling een onopgemerkt
wak hen alle drie door het verrader
lijk ijs deed zakken. Spoedig
aangebrachte hu p mocht er in slagen
twee der drenkelingen op vasten bodem
te brengen, doch alle pogingen faal-
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week tot den
datum van 29 Januari 1895, door
hun tuesehenkomst verhandeld.
Aand. Amst. Liquidatie
ka»104 pCt.
Nederlandsche Bouw-
Maatschappij f232.
Ned.-Indische Gas-
Maats. te Rotterdam
Tabak Maatschappij
„Wehrburg"
1# Gron. Tramway
Maatschappij
Oosterstoomtr. Mij.
Brood- en Meelfabr.
te 's Gravenhage.
Oblig. Maats, tot exploit,
van Koolzuurfabr. in
Engeland
Aand. Twentsche Stoombl.
te Goor
Maatsch. van Assur.
Disconto en Bei. der
•tad Rotterdam^.
130
30X
122
100
90
97
170
180
Wedstrijden te Zwolle.
Bij de Woensdag te Zwolle gehonden
harddraverij voor beroepsrijder3 (180
M.), waren van de 14 deelnemers
overwinnaars: le prijs, f100, Entje-,
van Groningen; 2e prijs, f75,E.Pau-
lusma, van Hardegarijp3e prijs, f50,
E. J. ter Molen, van Zwolle4e prijs,
f25, Pieter Wester, van Eernewonde
5e prij', f10, Merk Kingma, van
Grouwde kortste tijd was 16' t sec.
Woensdag is in de belgisehe Kamer
tot voorzitter gekozen de heer Beer-
naert met 91 stemmen van de rech
terzijde tegen (46 van de linkerzijde,
uitgebracht op den vroegeren presi
dent de Lantsheere, die zooals bekend
is zijne functie heeft neergelegd. Na
de stemming verklaarde de heer
Beernaert, dat hij de benoeming zou
aanvaarden.
Hij betuigde zijn leedwezen over
het aftreden van den vorigen voor
zitter en verklaarde tevens, dat hij
het betreurde, dat de Kamer, na de
invoering van het algemeen stem
recht, nog zoo weinig tot stand had
gebracht. De voorzitter spoorde de
Kamer-leden aan om alle persoonlijke
twisten ter zijde te stellen en er aan
te denken, dat het in de eerste plaats
hun taak is de welvaart des lands te
bevorderen. Anders is het niet moge
lijk het sociale hervormingswerk, dat
in 1886 is begonnen, tot een goed
einde te brengen.
De leden der rechterzijde begroetten
de rede van den heer Beernaert met
luide toejuichingen.
De toestand in Bulgarije is verre
van rooskleurig. Volgens een be
richt in de Times nemen de mooie-
lijkheden der regeering en de ontevre
denheid in het leger toe door de weg
zending van vele officieren, onder wie
25 stafofficieren, die de oppositie
steunen.
Volgens een telegram, dat de New
York Herald dd. 29 dezer uit Rio de
Janeiro heeft ontvangen, zijn daar
roepen op de pleinen gekampeerd en
Eene verschrikkelijke
zeeramp.
Het stoomschip Elbe van de Word-
deutsche Lloyd uit Bremen naar New-
York vertrokken, is Woensdag ge
zonken na aanvaring met een ander
stoomschip. Twintig der opvarenden,
onder wie een tweede officier en een
loods, zijn met een vischtchuit te Lo
westoft aangebracht.
Volgens een bij den Nordd. Lloyd
uit Lowestoft ontvangen telegram is
de snelstoomer Elbe, die Dinsdag uit
Bremerhaven is vertrokken, Woens
dagochtend omstreeks 6 uur in aan
varing gekomen en gezonken. Een
reddingboot met 22 opvarenden is
aan land gekomen. Berichten om
trent de andere opvarenden ontbre
ken nog. Volgens een ül«wi*r-telegram
uit Londen zouden rneor dan 200
personen verdronktn zijn.
Te Lowestoft zijn geland vijf pas-
sagiers, waaronder eene vrouw, de
eerste machinist, de derde officier,
vier kassiers, zeven matrozen en twee
loodsen. Deze verklaren, dat zich aan
boord van de Elbe 240 passagiers en
eene bemanning van 160 koppen be
vonden, van wier lot zij niets weten.
De Elbe zonk onmiddellijk na de aan
varing.
Een Lloyds-telegrain nit Maassluis
meldt, dat aldaar is aangekomen de
Britsche stoomboot Crathie,een kolen-
schip van 470 ton, dat slechts op weg
was van Rotterdam naar Aberdeen.
De gezagvoerder van dit schip be
richt, dat zijn schip te 5 u. 30 min.
hedenochtend op 30 mijlen afstand
van den Hoek van Heiland in aan
varing is gekomen met een groot
stoomschip. De Crathic is aan den
voorsteven zwaar beschadigd, doch is
niet lek. Zij begeeft zich morgen naar
Rotterdam om hersteld te worden.
De aanvaring had plaats 47 mijlen
ten Z. W. van het lichtschip op de
Haaks. Het was nog zeer duister,
maar toch was 't helder weder. Alle
passagiers waren te bed.
De schek was verschrikkelijk. De
voorsteven der Crathiê drong diep
midden in de machinekamer. Dade
lijk overstroomde het water het ach
terschip der Elbe.
Geen enkele eerste-klasse-passagier
is gered en slechts 5 tweede-klasse
reizigers zijn behouden. Op den schok
volgde een verschrikkelijke verwar
ring. Men snelde naar de booten. De^
passagier A. Hoffmann verhaalt, datj
twee booten neergelaten werden. Een,
daarvan zonk onmiddellijk en van
de opvarenden dezer boot werd slechtst1
eene vrouw, Anna Boecker geheeten
gered, de andere boot zonk na ver
loop van twintig minuten.
Terwijl de vrouwen e* kinderen
zich in de booten inscheepten, zonk
het schip plotseling.
Een reddingboot met 20 geredden
dreef zes uren lang rond en werd toen
aan land gebracht door de visschers-
schuit Wild/lower.
Aan boord van de Elbe bevonden
zich 146 man bemanning en 175
passagiers. Daarvan zijn tot dusver!
slechts 22 personen gered. Nadere be
richten ontbreken.
-
Heden 31 Jan. wordt alsnog be
richt uit Bremen
Het stoomschip Elbe van de Nordd\
Lloyd had aan boord 47 kajuitspas
sagiers, waarvan 29 mannen, 14 da-|
mes en 4 kinderen, en 139 tusschen-
dekspassagiers. De bemanning be
stond uit 165 koppen. Onder de kajuit.
opzoeken. Wanneer ik die geheimzinnige vrouw nog niet
bijtijds kan laten arresteerer, dan is mijn naam niet hm!"
Na Joe in de cel te hebben opgesloten begaf Cadman zich
naar het postkantoor en zond een telegram aan inspecteur
Holt op Scotland Yard, waarin hij hem de arrestatie van
den inbreker berichtte. De inspecteur, die zooeven van Sout
hampton was teruggekeerd, begaf zich onverwijld naar het
station en vertrok met den laatsten trein naar Rookfield.
Een bord voor de deur met de woorden „Politiebureau"
daarop geschilderd met zwarte letters op een witten grond,
en een lantaarn, was alles wat de woonplaats van Cadman
onderscheidde van de andere kleine huisjes in het dorp. In
een soort bijgebouwtje bevonden zich de twee cellen, waar
van er een nu bewoond werd door Joseph Bodger. Hij was
niet veel grooter dan een kast, met een bank om op to leg
gen, en gaten in de deur om licht en lucht door te laten.
Het was bijna elf uur dien Maandagavond toen Cadman
de deur ontsloot en Joe, vol verwachting opkijkende, inspec
teur Holt zag.
„Wel Joe," riep hij uit, „ben jij het Wacht maar niet,"
zeide hij tot Cadman, „maar geef mij de lamp maar hier.
Dank je," voegde hij er bij, waarna Cadman heenging. „Dus
je hebt getracht eene nieuwe levenswijze te beginnen Joe?"
„Daarvoor geven ze je de gelegenheid niet," jammerde
Joe. „Wanneer je den eerlijken weg wilt bewandelen, dan
aten ze je in dit land niet toe. Ik trachtte een geheel ander
mensch te worden en alleen omdat ik mijne werktuigen niet
san een anderen armen stumperd ten geschenke heb gege
het eens voor den inbraak bij kolonel As-
zeide Joe, „geen
ven, brengt men mij achter slot. Ik weet niet waarom ik
hier ben."
„Wanneer
kew was?"
„Men heeit niet het minste bewijs,1
enkel."
„Ik heb al gernimen tjjd naar je gezoeht," gaf Holt ten
antwoord, „laten wij dus die geschiedenis bij Askew maar
laten rusten. De eene dienst i« echter de andere waard, en
wanneer je mij ronduit alles vertelt wat je dien nacht gezien
hebt den 4en Maart bedoel ik dan zal ik het je zoo
gemakkelijk maken als ik eenigszins kan."
„Maar als ik er nu niet geweeBt ben en niets heb ge
zien
„Dan zou je nooit bij mijnheer Fairford zijn gekomen. O,
ik weet er alles van, wees nu openhartig en vertel allee."
Daar hij er naar verlangde (om zich op Owen te wreken)
alles wat hij wist aan Holt te vertellen, aarzelde Jee niet
langer, maar beschreef met een paar woorden wat hij in den
nacht van den 4en Maart had gezien, «n later in Ow»ns
huis, terwijl hij niet veigat melding te maken van het lang
durige bezoek, dat dokter Viret er den vorigen nacht had
gebracht.
Tien minuten nadat hij Joe'» eel had verlaten, trad in
specteur Holt het hek van „Boiehzicht" binnen. Ofschoon
alle vensters in duisterni» waren gehuld, brandde er een
licht in de gang en nadat hjj voor de tweede maal ge
beld werd de deur door juffrouw Cawdrey geopend. Onge.
merkt zette hij zijn voet zoo, dat ze niet meer gesloten koi|
worden.
„Mijnheer Fairford vroeg hij.
„Niet thuis," antwoordde zij kortaf.
„Hoe laat verwacht u hem terug Ik ben inspecteur Holi
van Scotland Yard en heb eene gewichtige boodschap. Ik
moet mijnheer Fairford vanavond nog spreken."
„Dan toch hier niet mijnheer," antwoordde juffrouw Caw
drey wat vriendelijker. „Hij komt niet terug."
„Wilt u daarmee zeggen, dat hij Rookfield voor goed heeft
verlaten
„Ja voor goed."
„Dan moet ik uwe meesteres spreken."
„Neem mij niet kwalijk," zeide juffrouw Cawdrey, „ik bei
hier alleen in huis."
„Zijn hier geen andere ondergeschikten; de werkmeid dan?'
„Zij is vanavond uit haar dienst gegaan."
Holt stond op de mat en keek in gepeins verzonken voo:
zich neer op zijne glimmende laarzen. „Hoe laat is mijnheel
Fairford weggegaan?" vroeg hij eindelijk."
„Ongeveer negen uur mijnheer."
„Met den trein."
„Hij is hier voor het huis in een rijtuig gestapt."
Wordt vervolgd