andere werken meermalen met lof van ïich deden spreken. Het orkest werkte bij deze opvoering niet ongelukkig; het strijkkwartet is zwak maar zeer geoefend en het koper waarvan heel wat gevergd wordt in dit werk had zeer goede oogenblikken. De hoogst verdienstelijke leider van het geheel, de heer v. d. Linden, zag zijn inspanning in zooverre bekroond, dat alles flink marcheerde en geen stoornissen van te veel belang voor kwamen. Hem en zijnen artisten dank en hulde voor deze welgeslaagde opvoering PHILIP LOOTS. P.S. Van dank en hulde gesproken mag ik beide, plus een collegialen handdruk aanbieden aan den vrien delijken inzender van het stukje, ge- teekend K. Z. V., in het vurig num mer van dit blad, voor zijn gewaar deerde assistentie bij de vervulling mijner taak alB verslaggever? PH. L. Voor den bouw van een dubbele villa op een terrein, gelegen aan den weg naar Heemstedenaast den huize „Interlaken", architect de heer J. Wolbers, kwamen Donderdag de navolgende biljetten in J. A. Jonker Haarlem. 14418. W. J. v. Wageningen,, „13590. T. J. Verzij lberg 13300. J. W. v. Santé 13032. Th. Smit Heemstede, 12995. M. Vester 12958. B. Zuithof Zonen Haarlem, 12874. L- Vovije, Katwijk a. Zee, 12847. H. v. 't Wout Haarlem, 12400. J. v. d. Boogaard 12395. J. Giebels en Jb. v. Servellen 12140. M. G. Möhringen en H. Smink 11925. J. A. Wennekes „11438. J. J. v. Scheijndel 11300. W. A. v. Amstel Heemstede 11200. De uitgever H. D. Tjeenk Willink alhier heeft een voor ingezetenen van Haarlem belangwekkend boekje in 't licht gegeven getiteld „de Groote Markt van Haarlem in den loop der tijden," populair historische schets door C. te Lintum, vroeger alhier, thans te Enschedé. Schrijver laat in schetsvorm voor- bij ons oog trekken wat er op en om 't Zand, zooals de Groote Markt vroe ger heette, door de eeuwen heen is voorgevallen. In eene voorrede brengt hij den heer Gonnet, archivaris van Noordholland en adjunct-archivaris van Haarlem, dank voor de hem verleende hulp. De heeren C. G. J. Maas en R. Kiestra, onderwijzers alhier, komen voor op de voordracht voor hoofd der school te Limmen (N. H.) Jaeobus de Wilde (diefstal) vrijge sproken. IJBberiohten. Op de trekvaarten tusschen Am sterdam en Haarlem was gisteren veel minder drukte dan Woensdag; het ijs is ook minder mooi en de felle Noordoostenwind deed den stoutsten rijder terugdeinzen om van West naar Oost te rijden. De visschere maken in de omstre ken bij dit wintertje nog goede zaken de fuiken onder het ijs geplaatst, bevatten in den regel eene flinke hoe veelheid n.L 5 tot 10 K.G. aal en paling. De Haarlemsche stoombooten, zoo mede die van Beverwijk enIJmuiden en Zaandam op Amsterdam, hebben alle den dienst gestaakt. In het Noordzeekanaal doen de beide ij6brekers geregeld dienstdat het passeeren met stoomschepen soms moeilijkheden oplevert, bleek Donder dagmiddag, toen de Westercale de ijsbreker I, gevolgd door de Lynden en de sleepboot Betsywaarachter een zoldersehuit, moest passeeren, dat eenig oponthoud veroorzaakte. Terzijde van de vaargeul worden op het kanaal zwaar beladen sleden bewogen. IJmuiden. De ijscommissie alhier hadWoens dag bij aanplakbiljetten bekend ge maakt, dat er Vrijdag hardrijderij op schaatsen gehouden zou worden om levensmiddelen met extra prijzen van 110, f8 en f6 voer mannen en 17,50 en f 5 voor jongens, aangifte in hotel Nommer Een. Meer dan 100 perso nen, afwisselend van 12 tot 69 jaar, hadden zich aangemeld en kwamen om te loten, dat Donderdagavond heeft plaats gehad. Tot haar leed wezen moest de commissie evenwel bekend maken, dat de wedstrijd en kele dagen uitgesteld moest worden, omdat het ijs nog niet sterk genoeg is. Marktbericht. Graan- en Zaadmarkt gehouden te Hoofddorp Haarlemmermeer, 31 Jan. 1895. Witte tarwe f4.25 a f5,Rogge f 3.40 a f 3,75, Haver f4.50, a 15.25, Duivenboonen f5.25 a f 5.60, Paar den boonen 4.25 a f4.75, Wintergerst 10.a 0.Groene erwten 14.75 a f6.25. Ons wordt bericht, dat in de paar laatste dagen verscheidene personen door de gladheid der straten zijn ge vallen. Daardoor had o. a. eene juf frouw het ongeluk haar hiel te ont wrichten en een heer zijn dijbeen te breken. Waarom niet overal zand ge strooid en doen strooien Arrondissements-Rechtbank Zitting van Donderdag 31 Jan. In de zitting van Donderdag jl. werden overeenkomstig den eisch van het O. M. Hendrikus Dirks, we gens het stelen van 50 spieën en een koevoet, tot 6 weken, en Joseph Bos, arbeider te Landsmeer, voor nacht lijken diefstal van zeven eenden tot 3 maanden gevangenisstraf ver oordeeld. In die zelfde zitting werden Ferdi- nant Felder (verlating) en Hendrik B INNENLAND, Parlementaire praatjes. De Regeering heeft zich Donderdag in de Eerste Kamer niet onbetuigd gelaten. De verschillende ministers hebben zooveel gesproken, dat er voer een eenigszins uitvoerig résumé hun ner redevoeringen een groot deel van dit olad noo lig zou zijn. De Minister van Buitenlandsche Zaken, als premier het woord voeren de, scheen in de rede waarin de heer van Swinderen Woensdag op regeling der gemeentefinanciën aandrong, een aanleiding te vinden tot het afleggen van een geloolsbelijdenis, namens het Kabinet. Allereerst om te ver klaren, dat zijn collega's homogeen waren omtrent het aan de orde stel len van het kiesrecht,waarmede naar „pacificatie" zou worden gestreefd. Vervolgens om aan te toonen, dat de Reg. zuinigheid wil betrachten ook in legerzaken, maar daarom toch wil bedacht zijn op zoodanig legerstelsei, dat de handhaving onzer neutraliteit Waarborgt. Dan om te verklaren, dat de regeering een enquête naar den toestand van landbouw en nijverheid onnoodig acht, doch voornemens is, ook met handhaving der landbouw- aangelegenheden bij Buitenlandsche Zaken, den landbouw te bevorderen. En eindelijk, om te doen uitkomen dat al moge de toestand van de eeds- quaestie, die hier vrijheid laat en déar dwang oplegt, niet de gewensch- te zijn, de Reg. toch het tijdstip tot regeling dezer aangelegenheid niet aangebroken acht. De Minister van Justitie verdedig de vervolgens het optreden van het bij volksbewegingen. Besloten dat gezag te handhaven zou de Reg. zich niet storen aan „moties" of wat ook, afkomstig van een partij, die brutaal optreedt. Dit had zij reeds getoond waar 't „onwillige" (niet on machtige) belastingbetalers betrof. Was onze wet nu voldoende, inzake werkstakingen, enz.? De Min. meen de van wèl, meende dat ons strafrecht het beletten van arbeid met geweid en verboden samenscholingen straf baar stelde. Zoo zich feiten hebben voorgedaan die niet onder het bereik van den strafrechter vallen ,de Reg. onderzoekt dat dan zal de Reg. maatregelen nemen. Maar de Min. verklaarde geen wetswijzigingen te willen voorstellen dan na rijpe overweging en gebleken noodzakelijk heid. Een ontwerp tot sneller berech- ting van kleine zaken was bij hem in voorbereidingoverigens wilde hij veelal aan den reohter de beoorJee- ling overlaten van de vraag naar de strafbaarheid van een aantal geme moreerde feiten. Dit laatste zeide de Min. bij repliek, Want de heer Yening Meinesz was en in den burgemeester van Am sterdam was dit begrijpelijk niet volkomen Devredigd door 'e Min's eerste antwoord en ook de heer van Zinnicq Bergmann bleef op meerdere versterking van het gezag aandrin gen. In tusschen zonder veel succes bij Min. van der Kaay te vinden. Nadat de Min. van Binnenlandsche Zaken de handhaving der landbouw zaken bij zijn departement had ver dedigd, kwam zijn ambtgenoot van Financiën aan het woord om te verklaren, dat ook hij omzichtig wildo beheeren en naar bezuinig ng streven, waar die slechts mogelijk was. Ver volgens bestreed generaal Schneider dat onze soldaten meer zouden kosten dan elders en rekende de heeren net jes voor, dat een soldaat ons f 300 en elders belangrijk meer kost. En eindelijk kwam de Min. van Water staat verklaren, dat de Staat inzake de zeeweringen kan doen wat de taak is van polder- en waterschappen. Voor Noordholland had het Rijk reeds veel gedaan, maar wat Scheveningen betreft, miste het 't recht om op te treden. Dit scheen den heer Fransen van de Putte te prikkelen om er op te wijzen, hoe den Haag geheel gere geerd wordt door het polderbestuur van Delfland en gedwongen wordt allerlei nuttige dingen na te laten. Hij wenschte een ingrijpen van de wet om daaraan een einde temaken. Meer speciaal wat de kust voor Scheveningen betrof, vroeg hij dat de Reg. Delfland zou verplichten goed voor het strand te zorgen en de pro vincie de kustverdediging op te dra gen. Bij den Min. van Buitenl. Zaken, op wien hij zich (de Min. is oud-griffier der Staten van Zuidhol land) beroepen had, kreeg hij evenwel nul op het request en hij was zeker minder te vreden dan de heer De Jong, die, wat Kallantsoog aangaat, geeu bezwaar scheen te zien in een soort van kostenverdeeling als de Min. van Wat. in uitzicht stelde voor de daar noodige Werken. Min. Roëll antwoordde, dat hetgeen de heer van de Putte voorstelde in strijd was met ons waterschapsrecht en dat voor Bpeciale wetten geen reden bestond. Ingrijpen zou de Reg. slechts „te zijner tijd" als het noodig bleek. In elk geval moeBt een algemeene waterschapswet tot stand komen. Nadat de „algemeene beschouwin gen" besloten waren kwam Buiten- andsche zaken aan de orde, waarbij de heer van Tienheven zijn vreugde uitsprak over de inzake de „Costa Rica Packet" verkregen arbitrage en de heer van Lynden klaagden over de werking van het zalmtractaat, dat hij wilde wijzigen, wat de heer Rahusen zonder opzegging onmoge lijk achtte en die opzegging onraad zaam. Ook de minister meende zich daaromtrent volle vrijheid te moeten voorbehoudenveranderingen zouden met opzegging gelijkstaan. De Reg. zou met behoedzaamheid op de be trokken belangen blijven letten. Het door den heer van Tienhoven aanbe volen stelsel van meer practischeop leiding van jonge diplomaten viel bij den Min. in de goede aarde der over weging. Hoofdstuk III werd goedgekeurd. Bij hoofdstuk IV voerde heden slechts de heer Van Lier het woord, die een paar wetswijzigingen inzake de voogdij en de opening van testa menten door den kantonrechter be pleitte. Ten slotte zij gemeld, dat de heer van Weideren Rengers een nader te behandelen motie heeft ingediend, om door de Reg. een administratief onderzoek naar den toestand der Friesche gemeenten te doen instellen. Morgen (Vrijdag) vergadert de Ka mer te half elf. G. Jr. de eb zet veel {ijs zich op ondiepe plaatsen en langs kribben en kaden af, dat later, met het vloedgetij vlot komend, het vaarwater vult. Het Mallegat en de Kil, waardoor veel j ijs wordt afgevoerd, raakten met den vloed weer zoodanig vol, dat de dienBt aan het veer te 's-Gravendeel na half zeven niet meer kon plaats heb ben. De Oude Maas zit tot aan de pro vinciale brug opgestopt met ijs, dat op onderscheidene plaatsen reeds van oever tet oever vastzit. Zoo o. a. even boven de brug en ook tusschen Heer- jansdam en Puttershoek, waar de van Oud-Beierland ^komende stoom boot „Thor" in het ijs bekneld zit. Beneden die brug is de rivier nog gedeeltelijk blank water. Uit Millingen Voortdurend toename van drijfijs. Ook in het Pannerdensch Kanaal drijven nu blanke schollen. De sche pen, die boven Millingen in 't ijs zit ten, zijn geladen met ruim 200,000 K.G. dynamiet, dat te Liefkenshoek zou worden gelost. Strenge vorst met noordoostelijken wind. Het brievenvervoer tusschen het eiland Wieringen en de Van Ewijk- sluis had Dinsdag voor het eerst in dezen winter weder per ijsvlet, een keer per dag, plaats. Woensdag moest de postschipper na vruchtelooze pogingen naar het j eiland terugkeeren. Te Ruhrort is sedert 3 dagen strenge vorst, waardoor de havens toegevroren zijn en de verladingen geheel gestaakt. Rijn en Ruhr drij- ven veel en sterk ijs. Inbraak te Amsterdam. Dinsdagnacht is te Amsterdam in braak gepleegd in het kantoor vin de firma Veltman Co., dekenfa brikanten, Korte Prinsengracht. Fa briek en kantoor zijn des nachts on bewoond. De heer Veltman had Dinsdagavond te half negen het kantoor verlaten en alles behoorlijk gesloten. Woensdagmorgen ontwaarde men dat de straatdeur openstondhet slot daarvan was met een looper geopend. Het slot echter van de kantoordeur was met geweld opengemaakt. Voor de ramen waren dekens gehangen, kennelij k om te verhinderen dat van de straat af het licht z©u opgemerkt worden, dat de dieven ontstoken hebben. Van de dubbele brandkast was het slot in den dikken buitenwand op ruwe wijze uitgehakt, een werk waar van de-slagen zeker het huis hebben doen dreunen. De binnendeur was eveneens krachtdadig geopend. Het bleek dat gestolen waren eenchèque van f1700 en f1500 aan bankpapier. Eenige wissels ter waarde van onge veer f4000 hebben de dieven wel uit de kast ^gehaald, doch niet medege nomen. Zij lagen over den grond ver spreid. Een paar schrijftafels, waarin niets van waarde geborgen was, ble ken geheel onaangeroerd te zijn. De inbrekers zijn in weerwil van het ijverig zoeken der politie - nog niet gevonden. Hbld Uit Slikkerveer en Bolnes (2 uur 's middags)De Maas zit voor de helft vast, de anderen helft is vol drijfijs. Bijna geen enkele stoomboot waagt er zich door. De overtocht te Bolnes is afgesloten en te Slikkerveer is het onmogelijk naar Krimpen over te varen. Op de Wes ter-Schelde voor Hans- i weerd is geen ijshet kanaal van Zuid-Beveland is geheel open, en het schutten gaat zonder bezwaar. IJsberichten. Uit Dordrecht De rivieren om de stad zijn Donder dag vol geraakt met boven afkomend ijs. Voor de stad was de rivier er op sommige oogenblikken van den dag geheel mede overdekt. De overtocht aan de veren ging dientengevolge met groote moeielijkheden gepaard. Bij den lagen waterstand tijdens Koloniën, Lombok. De schatten. Ia zijn Vrijdagpraatje, opgenomen in het Bat. Nwbl., schrijft Mokumer o. m. het volgende ,Als ik de verhalen geloofde, die 1 ik sedert verleden week hier te Ba- tavia heb gehoord, zou ik tot de slot- som moeten komen, dat op het eiland r. Lombok de schatten voor het grijpen j hebben gelegen. Volgens sommigen i bestaat er hier thans een levendige i hondel tusschen terugkeerende mili tairen en Chineezenin goud en i edelgesteenten. Men sprak ik zou haast zeggenmet permissie van heele staven goud. En dan do kolossale sommen gelde, volgens de loopende geruchten door militairen uit Lombok naar hier ge remitteerd en hun enorme deposito's bij de banken1 Het is waarachtig om te lachen Nog een beetje verder en men ziet eiken militair die mee naai Lombok is geweest, zich later een villa bouwen aan den Velperweg, of kamers betrekken op de bei étage van het Kurhaus. Alles overdrijving. Natuurlijk zijn er militairen, die en kele voorwerpen hadden meegebracht, en misschien zijn daar ook wel steen tjes bij die eenige waarde vertegenwoor digen. Doch dat is alles. „Juist. Wanneer juffrouw Cawdrey het huis verlaat, volg haar dan waarheen zij gaat. Wanneer zij ergens haar intrek neemt, sein mij het dan. Natuurlijk in politiek." Van het politiebureau begaf Holt zich naar „The Laurels", maar daar het nu al over twaalven was, was, zooals hij wel verwachtte het huis in volslagen duisternis gehuld. Genood zaakt om zijn onderhoud met dokter Viret tot den volgenden morgen uit te stellen, want hij had geen voldoende redenen om hem op zulk een uur in zijn slaap te storen, begaf de inspecteur zich naar „de Leeuw", waar hij de voorzorg had genomen een kamer te bestellen toen hij van het station kwam. HOOFDSTUK XXIV. De verklaring van dokter Viret. „Is u nog bij de hand, inspecteur?" riep dokter Viret uit, toen hij de kamer binnentrad, waar Holt even over negenen op hun zat te wachten. Tegen zijn wil had Florence er op aangedrongen hem te vergezellen, en zij stond nu bij de deur, vol pijnlijke span ning over het nieuw, dat Holt kwam brengen en dat, naar zij gevoelde, haar neef moest betreffen. „Ik tracht den worm te vangen dokter,"-was het antwoord van den detective, „en daarvoor kom ik uw hulp inroepen. Ik heb gehoord, dat u Zondagavond op „Boschzieht" is ntboden, en ik moet u lastig vallen met de vraag mij mede te deelen wat daar is gebeurdwien gij gezien hebt en alle bizonderheden van uw bezoek." Florence's gedachten gingen onmiddellijk over van Arnold op Owen, wiens naam inspecteur Holt in verband met deze zaak nog geen enkele maal had genoemd. Zij verbleekte, ging zitten en zag beide mannen in angstige spanning aan. „Het was een zuivere beroepequaestie," zeide dokter Viret. „U zult begrijpen, dat mij daarover het zwijgen is op- „Dan moet ik u verzoeken in dit geval eene uitzondering te maken mijnheer," gaf Holt op beslisten toon ten antwoord. „Neemt u het mij niet kwalijk, maar het geldt eene drin gende zaak. U moet weten, dat ik alleen hier ben gebleven terwijl mijne aanwezigheid elders zeer noodig was, om van u te vernemen, wat u daaromtrent kunt mededeelen." „Hetgeen ik u zou kunnen zeggen, zou u van weinig dienst zijn," zeide dokter Viret. „Dat kan ik u beter zeggen wanneer ik u heb aangehoord dokter. Wanneer het met de zaak niets te maken heeft, dan zal ik uw vertrouwen niet besohamen. U is een man van de wereld, en u weet, dat ik er niet op zou aandringen wan neer de zaak niet belangrijk wac. U moet weten, dat wij den man, die den inbraak bij kolonel Askew heeft gepleegd, heb ben gearresteerd. Hij heeft erkend mijnheer Derwent te heb ben gezien...." „Heeft hij mijn vader geaiea riep Florence uit en stond #p, heftig bewogen. „Na een uur op den morgen van den 5«n Maart. Daar door is mijnheer Derwents loopbaan al twee uur verder ge bracht. Hij liep in de richting van het kerkhof, op kiemen afstand gevolgd door eene lange vrouw in hot zwart gekleed. Nu bezit ik het bewijs," vervolgde Holt, „dat deze vrojuw op „Boschzieht" woonde, en daar u de eenige schijnt te zijn, die daar ooit binnenshuis is geweest, en dat wel twee dagen geleden, begrijpt u wel, dat uwe inlichtingen van groote waarde voor mij kunnen zijn." Dus Arnold had toch gelijk gehad 1 Owen woonde niet alleen en al den tijd, dat hij haar had gekend, had hij het bestaan van die vrouw geheim gehouden. Bn nu het geheim bekend was had Florence, in plaats van te vragen, wat zij met den moord op haar vader had te maken, gaarne willen weten in welke betrekking zij tot O wen had gestaanof zij zijne vrouw was of niet. „Daaruit volgt nog niet, dat die vrouw mijnheer Derwent heeft gezien," zeide dokter Viret, wien het blijkbaar onaan genaam was dit te zeggen. „Het kan zijn, of het kan niet zijn," antwoordde Helt standvastig. „De persoon, die mij heelt ingelicht, beweert beslist van wel. Zijn naam is Bodger; hij is een oude be kende van de politie. Hij heeft de aankondiging van uwe belooning gelezen, heeft ontdekt, dat de vrouw daar thuis behoorde, en heeft het zoo ver gekregen, dat hg als bediende bij mijnheer Fairford werd geplaatst." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2