Politiek Overzicht.
ÖEMENGD NIEUWS.
Dinsdagavond lij ri de mannen, die de
Zuiderzee waren ingegaan, om de tjalk,
die ten zuid-westen van Enkhuizen
in het ijs bekneld is, te bereiken, en
zoo mogelijk hulp te bieden, terug
gekeerd, zonder het doel te hebben
bereikt. Woensdagmorgen om half
vijl zijn wederom twaalf man met
twee ijsvletten van Enkhuizen ver
trokken.
Te Gorredijkis Zondagavond, gedu
rende de godsdienstoefening, het
plafond der Hervormde kerk ingeBtort.
Het ongeval liep zeer gelukkig af.
Slechts één persoon werd gewond.
Het gaf natuurlijk een vreeselijke
ontsteltenis.
Omtrent het gebeurde te Venloo,
deelt men nader mede:
Door minnenijd gedreven, schoot
een huzaar op het dienstmeisje van den
koffiehuishouder V.O. Laatstgenoem
de plaatste zich tussehenbeiden om
het meisje te beschermen wat echter
tengevolge had dat hem vier kogels
troffen waarvan een in de borst, die
zjjn overbrenging naar het gasthuis
noodzakelijk maakte. De dader is in
arrest.
Een logementhouder heeft zich be
reid verklaard, het plan, ontworpen
door den Frieschen schrijver T. G. v.
d. Meulen te Bergum, tot het op
richten eener Friesche herberg (type
17e eeuw) op de wereldtentoonstelling
te Amsterdam, uit te voeren en in
exploitatie te nemen.
Ia het ijs bekneld.
Aan den Drommedaristoren te
Enkhuizen is in de Zuiderzee, richting
zuid-zuid-west, een tjalkschip tus-
schen het ijs bekneld gezien. Door
de vereeniging tot redding van
schipbreukelingen zijn tien mannen
en twee ijsvletten, rijkelijk van pro
viand voorzien, per as naar Oosterleek
gebracht, om van daaruit te trachten
het tjalkschip te bereiken.
Een schoenmaker is Dinsdag mid
dag op het N. WillemBkanaal nabij
Assen in een open wak gereden en
verdronken.
het eerste land zijn spoortreinen ont
spoord, gelukkig zonder persoonlijke
ongelukken, en zijn bergplaatsjes ge
heel van het verkeer afgesneden. In
het Zuiden der monarchie moest Don
derdag wegens den sneeuwval het ver
keer op den Zuiderspoorweg tusBchen
St. Peter en Triest worden gestaakt.
Volgens een later berioht was de
weg weder vrijgemaakt.
IJBberiohten.
üit Vreeswijk:
De rivier de Lek is nog even kalm
als Dinsdag vol drijfijs dat zeer lang
zaam stroomafwaarts gaat.
Uit Schoonhoven seint men d.d.
6 Febr.
Heden, half zes, is de Lek hier vast
gaan zitten.
Bij Deventer is de IJsel vol drijfijs,
Men verwacht dat het jjs zich spoe
dig zal vastzetten.
Uit Lobith:
Het drijfijs is sterk toegenomen,
zoodat de rivier nagenoeg geheel be
dekt is.
Uit Tiel dd. 6 Febr.:
Sedert hedenmorgen is er geen
verandering in het ijs gekomen. De
schollen zijn zeer groot. Het verkeer
met de overzijde is gestremd. Giste
ren is men eenmaal met de Bchiet-
schouw over geweestde overtocht
duurde 3 uren.
Te Rotterdam is de toestand van
de rivier onveranderd. Boven de Wil
lemsbrug heeft de Maas zich voor
goed vastgezetbeneden de brug licht
drijfijs.
Op de Niuwe Merwede heeft het ijs
zich bij Deneplat gezet.
Ook bij Andel heeft zich het ijs in
de M-*as vastgezet. Van de uitmon
ding der Maas tot zoover het oog
reikt zit het ijs vast.
Wegens ijsgang in het kanaal door
Zuid-Beveland is de stoambootdienst
VlakeWalsoorden gestaakt.
behalve Nieuw Mataram, dat bezet
is door een gemengde compagnie van
het 11e bataljon, onder kapitein An-
genent. Ook Tjakra Negara is verla
ten; alleen de controleur Einthofen
woont daar bij het oude bivak (dewa-
tempel) dicht bij het kruispunt. Hij
is belast met de loopende zaken af
te doen en een „verder" onderzoek
Koude.
In ons land zijn de laatste twee
nachten de koudste van dezen win
ter geweest. Te Groningen heeft men
den lagen thermometerstand van
2 er. Fahrenheit, of 34 graden vorst,
waargenomen, terwijl in het zoo nabij
gelegen Delfzijl de temperatuur 16
graden hooger op 14 graden
stond. Het record van Fahrenheit is
dus bij ons ook geslagen, maar de
Groningers zullen er zich niet warm
over gemaakt hebben bij zoo'n
koude
Doch wanneer wij onze buitenland-
Bche rondreis gaan maken, dan be
merken wij al dadelijk, dat ook el
ders een pelsjas noodig is. IndePalz
heeft men 27 graden Celsius, dat is,
dus minus 16l/g graad Fahrenheit
thermometerstand gehad, en in Dsn
Haardt 20 graden onder het nulpunt
van Celsius. De wijnstokken hebben
bij deze buitengewoon lage tempe
ratuur zeer te lijden.
Men vreest ook in Spanje voor de
sinaasappelen die, bij 9 tot 16 graden
Celsius vorst vragen of zij niet in
de verkeerde streek groeien. Het
schijnt wel, dat men het kouder heelt
naarmate men meer naar het Zuiden
komt, want terwijl in het Noorden
vau Engeland en Schotland bij voor
beeld het kwik om en bij het vries
punt blijft, hebben de meer zuidelijke
landen te lijden van vorst en sneeuw.
Zoo hoort men weder van sneeuw
stormen in Spanje en Oostenrijk, In
Uit Rotterdam meldt men nog van
Dinsdag
Daar zich in den afgeloopen nacht
een zware ijsdam had gezet voor de
haven van Pernis was heden de haven
afgesloten, en de stoomboot dus ver
hinderd den dienst uit te voeren.
Behalve de stoomboot Nieuwe Water
weg zijn nog aangekomen Vlaardin
gen II ea Maassluis.
Op de rivier beneden de brug is
thans een stoombaggermolen van de
firma Van Rietschoten Houwens,
bezig met zand te baggeren.
Uit het water steeg Woensdag veel
damp op, wat door de sch ppsr be
schouwd wordt als een bode van zeer
koude dagen.
in te stellen naar de oorzaak, de aan
leiding en de aanvoerders bij den
overval op 25/26 Augustus. Uit
den aard der zaak vordert dit onder
zoek langzaam. Uit de kerels, groot
of klein, is zoo moeilijk wat te halen
en het is gansch geen lichte taak uit
het warnet van intrigues tot een juist
resultaat te komen.
Bij dit onderzoek maakt zich, naar
gezegd wordt, zeer verdienstelijk een
zekere Goesti Dewa Djilantiek, bevel
hebber van de krijgsmacht van den
Radja. Het is een man van 28 30
jaar en van een energiek voorkomen,
Hij bakent volmondig een zeer groot
deel te hebben gehad bij den ver-
schrikkelijken overval en geeft, als
zeer mitigeerende omstandigheden op
dat hij dienaar was van den Radja,
m. a. w. zijn plicht volbracht. Vol-
genB den resident Dannenborgh, die
tusschen. twee haakjes, even buiten
het bivak te^Ampenan in een steenen
huis woont, be;ooft deze Goesti een
even trouw dienaar van het goever-
nement te zullen worden. (De Red.
waarschuwt in eene noot tegen dezen
nieuwen „vriend".) Dat de kerel een
kranige vent is, heeft hij bewezen,
want hij was het, die het laatste ge
deelte van de poerie, d. i. de schat
kamer, en zijn vorst zoo flink ver
dedigd heeft, dat, niettegenstaande
twee bataljons, het 9e en 11e,
moeite voor deden, men het niet kon
vermeesteren, niet kon binnenkomen
zonder gemassacreerd te worden. Ook
van dezen Goesti werd vernomen,
dat tegen 11 uur 's avonds van den
dag, waarop wij 15 vakken van Tja
kra hadden en het 16e voor den vol
genden dag bewaarden, de aftocht
door de Baliërs geblazen en meteen
een groot gedeelte der schatten werd
medegebracht naar Sasari. Ook de
Radja ging toen en terwijl in de bi-
vaks alle maatregelen voor een mo
gelijken overval waren genomen, gin
gen troepen Baliërs op en neer naar
Sasari. Wat dus den volgenden mor
gen half 7 door luitenant Muller van
het 9de bataljon en een sectie, die
op verkenning was uitgestuurd, ge
vonden werd, was een treurig res
tant e.
Het civiel bestuur benevens de re
sident, de zaken te Tjakra regelende,
onder bescherming van het 5e batal
jon, heeft zeer veel succes had. Toen
b.v. gezegd werd, dat er te Tjakra
gelegenheid zou bestaan om ingeënt
te worden, kwamen tal van vrouwen
met kinderen aanloopen. Bovendien
kwamen tal van Baliërs en S saks
om het bivak en nemen voor een
handvol rjjst het werk der ketting
ganger» uit de handen, zooals b. v.
water pikelen, enz. Op restanten rijst,
enz., vallen ze als raven aan. In éen
woord, 't is treurig, en innig hoop
ik voor die jaren en jaren uitgezogen
menschen, dat zij de zegeningen van
ons bestuur deelachtig mogen wor
den. Ik betwijfel het geenszins, dat,
als goede leiding, met kracht en ernst
epaard, aanwezig is, deze Sasaks
later een nijvere bevolking zullen
uitmaken, doch hiermede zullen nog
tientallen van jaren gemoeid zijn, want
er is nog heel wat te doen.
Dat de Sasaks nog een soort revan
che nemen ik noem het rooven
hoorde ik juist dezer dagen van
iemand uit Tjakranegara. Eenige
Sasaks kwamen in een balineesche
>ong beoosten Tjakra, om wat
eten te vragen. Nadat zij zich te goed
hadden gedaan, reciproceerden zij de
genoten gastvrijheid, door de bewo
ners van het huis, zes in getal, on
verwachts aan te vallen, te verwonden
en alles wat van hun gading
mee te nemen. Net ketjoes 1 Die 6
verwonden hebben dat gerapporteerd
en zijn te Tjakra verbonden.
Dat de Sasaks elkaar in het rooven
naar de kroon steken, zou ik met nog
verscheiden voorbeelden kunnen sta
ven, vooral van de Sasaks uit Pr ja,
de z.g. Prajaneezen.... die maken zich
bepaald berucht. Met het oog op deze
zaken, klinkt het haast ongeloofelijk.
dat ie controleur Engelenburg geheel
alleen van de Oostkust naar Ampe-
na* i» gewandeld. En toch is dit zoo.
Van de 120 officieren die een half
jaar geleden naar Lombok trokken,
waren er bij het lautste vertrek vari
de „Maetsuijcker" nog slechts vier
op het terrein van den strijd in dienst.
De Soer.-Ct. van 3 Jan. schrijft
Met onze gewonde officieren gaat
het over het algemeen goed vooruit.
De kapitein Van Griethuijzen vertrok
heden naar Mageiang. Zijne wonden
zijn gesloten, maar hij loopt wal
mank, zoodat er misschien toch af
keuring zal moeten volgen. Ook kapi
tein Tuinenburg en luitenant Carn-
pioni verlaten oinnen kort het hos
pitaal en luitenant Wittich, een der
zwaar gewonden, vertrekt a. s. Zon
dag met 2 jaren verlof naar Europa.
Van de manschappen bezwijken er
nog telkens, aan de gevolgen van
ziekten nog meer dan aan die van
verwonding, (in Dec. alleen 31 Euro
peanen) maar zooveel mogelijk tracht
men dit te voorkomen door evacuatie
ar koelere klimaten. Zoo vertrok
ken er hedenmorgen weder plm. 100
man naar Mageiang, ter verdere ge
nezing.
Uit Oud-Beierland schrgft mendd. 031 ^schillen te doen uitmaken om-
6 Febr.
Het heeft de laatste twee dagen
zoo sterk gevroren, dat de rivier voor
deze gemeente, die Maanda< nog
zonder hinder per roeiboot bevaar
baar was, thans zoo sterk is dicht
gevroren, dat men er per schiet-
schouw overgaat zonder er maar één
keer door te zakken.
Op den Biesboseh reed men schaat
sen. Enkele waaghalzen hebben den
tocht over het ijs van Dordrecht naai
Papendrecht volbracnt.
Koloniën,
Lombok.
Aan het Bat. Nbl. wordt dd. 31
December uit Ampenan geschreven
Alle posten zijn thans opgedoekt.
trent eigendom van grond, want de
Radja, despoot als de meeste iüland-
sche vorsten, gaf verscheidene stuk
ken grond van de Sasaks aan Baliërs
en nu reclameeren die verdrukten
hun eigendom.
De beslechting dezer geschillen is
lang niet gemakkelijk.
Er zijn reeds heel wat geweren in
geleverd en naar Batavia verzonden,
maar ze zijn in lange na niet alle
ingeleverd; wei komen er van tijd
tot tijd door intermediair van boven
bedoelden Goesti wat geweren en
munitie, doch hij erkent zelf, dat er
nog veel meer is en dat de Baliërs ze
verbergen om ze aan te wenden te
gen de Sasaks, die nu aan het ma-
raudeeren zijn. De arme drommels
hebben letterlijk niets.
Zoowel te Ampenan als te Tjakra
loopen verscheiden, schamel gekieede
Sasaks, als uitgehongerde honden
derdanen in*Transvaai van de Boers
lijden, en dat de rechten van Enge-
land's bondgenootea, de Swazi's, op
onafhankelijkheid en veiligheid zijn
losgelaten. Ro«s steunde het amende
ment.
De ondergecretarii van koloniën
Buxton stemt toe, dat de positie van
de Europeeache bevolking in Trans
vaal tot op zekere hoogte verkeerd is
en de aandacht vraagt, maar er is ook
eene zekere scheefheid in de positie
van hen, die in Transvaal het stem
recht verlangen, terwijl zij Engelsche
onderdanen blijven. De ondersecreta
ris houdt het voor de beste oplossing
dat Engelsche onderdanen, die in
Transvaal wonen, de keuze erlangen
tusschen het verkrijgen van stemrecht
en Transvaalsehe burgers worden of
Engelsche onderdanen blijven, maar
dan geen stemrecht. In elk geval is
het voor Engeland moeilijk tusschen
beide te komen, waar het het inwendig
bestuur van Transvaal betreft. Wat
de betrekkingen van Transvaal met
den vreemde betreft, art. 4 van het
Londensche verdrag vat Transvaal in
de Engelsehe sfeer; Transvaal kan
uit dien hoofde in geene verbintenis
sen met vreemde mogendheden tre
den zonder voorafgaande goedkeuring
van Engeland. En nu Swazilandde
regeering kon het aanbod der Swazi's
om Engelsche onderdanen te worden
niet aannemenzg gelooft echter voor
hen de beste schikking getroffen te
hebben als mogelijk was. Engeland
hesft de onafhankelijkheid van Swa
ziland niet gewaarborgd, en zelfs al
hadhet dat gedaan,dan zou het die niet
kunnen handhaven, aangezien de ko
ningen al wat waarde heeft in Swazi
land van de hand doet.
Deze rede had tot gevolg, datAsh»
mead-Bartlett zij n amende ment introk.
Hierna stelde de afgevaardigde
Jeffreys een amendement voor, waarbij
het Lagerhui» leedwezen betuigt over
den ongunstigen toestand, waarin de
landbouw verkeert.
Hierna werd de dincussie verdaagd.
Uit Konstantinopel wordt gemeld,
dat er ernstige lijdingen uit Syrië
zijn ontvangen. Door de Drusen
zouden allerlei gruwelen zij n gepleegd,
overeenkomende met die door de
Turken op de Armeniërs. Men vreest
eene herhaling van de Christenmoor-
den in 1860.
De Times verneemt uit Pretoria, dat
de Regeering artillerie zond naar
Komati, tot bewaking der Portugee-
sche grens.
Het debat over het adre3 van ant
woord op de engelsche Troonrede is
Woensdag in het engelsche Lagerhuis
voortgezet.
De onder-secretaris van koloniën
Buxton las het antwoord voor aan
de gezanten uit Swaziland, waarin
verklaard wordt, dat koningin Vic
toria, ten gevolge van verbintenissen
onder tractaten, het haar aangeboden
vazalschap niet kan aanvaarden.
Buxton ontraadde een debat over
deze quaes tie.
Ashmead-Bartlett viel echter de re
geering aan over hare weigering om
het protectoraat over Swaziland te
aanvaarden. Tevens stelde hij een
amendement voor op het adres van
antwoord, in welk amendement het
Huis verklaart te betreuren, dat in
de troonrede verzuimt is te gewagen
van het onrecht, dat Engelsche °on-
Een br ief van mevrouw
Joniaux.
In den brief, dien mevrouw Joni
aux aan de Étoile Beige heeft ge
schreven komt o.a. het volgende voor
„Ik zou hun, di® mij veroordeeld
hebben wel willen toeroepen, dat een
maal het uur zmI komen waarop hun
geweten het hun zal verwijten, dat
zij dit hebben gedaan zonder bewij
zen ik zou hun allen willen toeroe
pen dat, al gevoel ik thans niets dan
haat, ik God zal bidden mij kracht
te schenken, opdat ik hen niet ver-
vloekeDie kracht bezit ik thans
niet, dat moet ik erkennen Wanneer
ik denk aan de onherstelbare onhei
len, waarvan zij de oorzaak zijn; als
ik de wanhoop der mijnen zie, dan
verzet mijn gansehe ik zich tegen het
denkbeeld om hen te vergeven, die
dezen ondergang hebben veroorzaakt;
dat zij denken aan de tranen, die zij
mij hebben doen vergieten, wanneer
ook voor hen het uur van verdriet
en droefheid zal komen. Wanneer zij
getroffen worden in het teederste dat
zij bezitten, dan mogen zij zich her
iemand, dien zij had liefgehad en verloren.
Den volgenden Vrijdag bereikte haar opgewondenheid haar
toppunt toen inspecteur Holt opnieuw een bezoek aflegde
op „The Laurels". De nederlaag stond op zijn gelaat te lezen,
en na een paar vragen van dokter Viret beantwoord te heb
ben, terwijl Florence er bij stond en haar hart hoorde klop
pen, vertelde hij het volgende:
„Ik moet bekennen, dat zij mij verslagen hebben," zeide
hij, „tenminste voor het oogenblik. Zij moeten besloten heb
ben om te vluchten dadelijk nadat u hen dien Zondagnacht
verliet dokter. Mijnheer Fairford is vroeg in den morgen
naar Londen gereisd en heeft zijne zaakwaarnemers in Chan
cery Lane opgezocht op het tijdstip, dat hun kantoor ge
opend werd. Hij droeg hun op alles in orde te brengen wat
zijn huis betreft, en beval dat een deel der meubelen moest
worden vernietigd. Door bemiddeling ook van zijne zaakwaar
nemers onderhandelde hij telegrafisch met Lancaster, den
bekenden jachten-bouwer te Corves. Alvorens Fairford Maan
dagnamiddag op „Boschzieht" terugkeerde, was hij eigenaar
van de stoomboot Enid. Voor Woensdagmorgen moest zij
bemand en geproviandeerd zijn."
„Bizonder kranig gehandeld I" riep dokter Viret met groote
geestdrift uit, waardoor Florences genegenheid voor hem nog
toenam.
„Wanneer het g«ld geen beletsel is, kan men vlug hande
len," vervolgde inspecteur Holt. „Mijnheer Fairford heeft
Lancaster ik ben te Cowes geweest en heb hem gespro
ken eene aanzienlijke som betaald om het jacht tekoopen,
dat reeds voor een ander was oeBproken. Na de onderhan
deling over het jacht in orde te hebben gebracht, begaf hij
zich naar een stalhouderij in de city en verklaarde, dat een
van zijne familieleden leed aan eene besmette
lijke ziekte, waarvan hij den naam niet noemde. Hij kocht
nu een oud rijtuig. Hij keurde hun prijs dadelijk goed, en
liet het rijtuig met een paar paarden hetzelfde uur naar
Rookfield per spoor vervoeren. Daarna zorgden zij er voor
om op sommige plaatsen wisselpaarden te laten wachten, en
om negen uur des Maandagavonds verlieten mijnheer Fair
ford en mevrouw Fairford „Boschzieht" en aanvaardden de
reis naar Southampton. Zij Btegen uit Dinsdagavond bij de
pier naast de plek, waar de Corvesstoombooten Vast liggen,
en een bootje lag gereed om hen naar de Enid te brengen.
Den volgenden morgen zeven uur, terwiji Cadman nog vast
sliep, vervoerde hetzelfde bootje juffrouw Cawdrey; men
meent dat de Enid hierna onmiddellijk het anker heeft ge
licht en is weggestoomd, de Hemel weet waarheen."
„Dus," riep Florence uit, „er is geen geen mogelijkheid
dat dat
„Natuurlijk," zeide Holt, toen zij haperen bleef door hare
opgewondenheid, „zullen wij den een of anderen dag wel
iets van de Enid hooren. Wat ik echter ook had kunnen
doen wanneer ik mevrouw Fairford in mijns: macht had
kunnen krijgen, het is nutteloos om te beweren, dat er be
wijzen genoeg zijn om haar naar Engeland te doen terug-
keeren."
„En wat mijn neef betreft?" vroeg Florence, toen inspec
teur Holt zijn hoed van de tafel opnam.
„Ja," zeide hij, en staarde er in, „wat mijnheer Arnold
Derwent betreft. Er valt niet aan te twijfelen of hij is aan
boord van de Radnor teruggekeerd."
„Goddankriep Florence en barstte in tranen uit.
„Maar," vervolgde inspecteur Holt, „het is nog niet be
wezen, dat hij niet met de Stirling Cattle den 28en Februari
is aangekomen, en weer met een andere boot naar Teneriffe
is vertrokken dat kan ik u onmogelijk vertellen alvorens
de Stirling Cattle weer is binnengevallen."
Met verontwaardigd gelaat Keek zij den detective nu aan.
„Dat ia niet mooi," riep zij uit. „U hebt bewezen, dat hij
waarheid heeft gesproken, dat is ongetwijfeld genoeg."
Dokter Viret scheen te willen spreken, maar plotseling
veranderde hij van gedachte. Inspecteur Holt haalde even
de schouders op en trad op de deur toe. „Ik vrees, dat ik
op het oogenblik in Rookfield niet veel zal kunnen uitrich
ten," zeide hij. „Hiervan kunt u verzekerd zijn miss Derwent
ik zal de zaak niet vergeten."
Na het vertrek van inspecteur Holt scheen een tijd van
rust en stilte aan te breken, en ofschoon Florence meende,
dat hij eenige dagen later wel weer zou verschijnen kwam
hij niet.
Wordtvervolgd