Moor-MwerM.
BET SPOOK ïil RÖOKFIELD.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang
Dinsdag 12 Februari 1895.
No. 3562
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
J. c.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON-
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37£.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 14:, Haarlem. Telefoonnummer 1 HZ.
van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiera.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dt CoJOHN F. JONESSucc., Parj/t 31 bie Faubourg Montmarire.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed-
billjjk en vlug gedrukt.
De" Directeur Uitgever
Haarlem11 Febr. 1895.
Woensdag 13 Febr. zal te Leeuwarden
worden verreden het kampioenschap
voor Friesland op de lange baan (500
en 1500 meter). Prijzen gouden, zil-
veren en bronzen medaille».
Mejuffrouw Marie Lüning, concert
en oratorium- (alt) zangeresse uit
Botterdam, trad twee avonden achter
een in concerten te Karlsruhe op. Na
het tweede concert, door dat de groot
hertogin van Baden met gevolg werd
bijgewoond,genoot noej. Lüning de
eer aan H. K. Hoogheid te worden
voorgesteld, die haar voor het kunst
genot bedankte en haar een tot
spoedig wederzien toeriep.
Minimum loon en maximum
arbeidsduur.
Naar aanleiding van het adres door
den particulieren arbeidsraad alhier
bij den Gemeenteraad ingediend, ver
zoekende dat in de bestekken van
gemeentewerken een minimum loon
en een maximum arbeidsduur zullen
worden opgenomen, had de afd. Haar
lem van bet Nederl. Werkliedenver
bond den heer C. V. Gerritsen, lid
van de Tweede Kamer en van den
Amsterdamschen gemeenteraad, uit-
genoodigd dit onderwerp in hare ver
gadering te komen bespreken. Deze
bijeenkomst had Vrijdag 8 Februari
in „Weten en Werken" plaats.
Na een korte inleiding van den
voorz. der afd., den beer J. van der
Wijde, nam de heer Gerritsen het
woord en begon er aan te herinne
ren dat hij vroeger van dezelfde
plaats betoogd had, hoe door het
systeem der liberalen van vrije con
currentie en vrij arbeidscontract, de
loonen van een arbeider steeds zijn
gedaald en de arbeidsduur tot den
uitersten grens is opgedreven. Zoo
lang de Staat niet zorgt dat de ar
beider een grooter aandeel in de
productie krijgt, moet men een be
roep doen op de zedelijke plichten
van den werkgever, welke o.a. zijn
het uitbetalen van een behoorlijk
loon en het niet bovenmatig rekken
van den arbeidstijd.
Tot de grootste werkgevers behoo-
ren de gemeenten. Direct of indirect
(door aanbestedingen) hebben zij
steeds een groot aantal arbeiders in
dienst. Zij allereerst behooren de ze
delijke pfiehten die op den werkge
ver rusten, na te komen, omdat zij
het veorbeeld (moeten geven en eek
omdat het in haar belang is, binnen
den kring der gemeente een krachtige,
flinke arbeidersbevolking te hebben.
Buitendien staat de gemeente niet
zooals de particuliere werkgever ep
het standpunt der concurrentie.
Wat is er nu voor te zeggen en
wat wordt er tegen aangevoerd!
Die voordeelen zijn
Vastheid van loon gedurende win
ter en zomer, waardoor de arbeider
beter dan nu rekening houden met
zijn vaste loon en voor den kwaden
dag iets afzonderen kan- De armoede
wordt bierdoor bestreden. De kunst
matige toevloed van werklieden van
't platteland naar de steden, gelokt
door een aannemer met een schijn
baar hoog loon, dat evenwel lager
is dan het normale loon in de stad,
zal ophouden. Daarbij sluit men bij
de concurrentie onder de aannemers
de concurrentie ten aanzien van het
loon der arbeiders uit en eindelijk
zullen de gemeentebesturen steeds
de beste arbeiders in haren dienst
hebben.
Bij het beschouwen van de nadeelen
die men pleegt aan te voeren tegen
het opnemen in de gemeentelijke
bestekken yan minimum loon en
maximum arbeidsduur, noemt spreker
allereerst een bezwaar van de werklie
den (in Amsterdam) zelve, dat na
melijk de beste gelijkgesteld wordt
met den minder bekwamen werkman.
Dit is waar voor zoover het minimum
komen zou boven het loon, dat de
beste werkman nu ontvangt, doch
deze gelijkstelling zal maar van tijde
lijken aard zijn. Later entvangt de
beste arbeider toch weer hoogerloon
dan de minder bekwame en al was
dat zoo niet, dan moest de arbeider
zich solidair genoeg voelen om zich te
verheugen, dat zijn kameraden zoo
vooruit waren gegaan.
Bovendien wordt op dit oogenblik
nog enkel maar de vaststelling van
een minimum en geen verhooging
van loon gevraagd. Dat laatste kan
komen wanneer de werkman zijn
stembiljet heeft.
Een ander der aangevoerde bezwarèfl
is, dat de gemeente de belastingen
ep het zuinigst moet beheeren. Dat
willen ook de werklieden, maar zij
stellen daarnaast de zedelijke ver
plichtingen der gemeente als werk
gever.
Het bezwaar dat, wat de gemeente
laat werken, er duurder door zal
worden is onjuist. Bij die bewering
gaat men uit van het denkbeeld
dat het loon wordt verhoogd en dit
wordt nog niet gevraagd. Maar al was
dit zoo dan zou het bezwaar nog niet
opgaan. In Engeland wordt in de
werkplaatsen van het Dep. van Oor
log slecht» 48 uur per week gewerkt
en het resultaat i» veel beter dan bij
den langen arbeidsduur.
Het minimam vast te «tellen is
niet zoo moeilijk, de gemeente kan
daarover voor ieder vak de vakver-
eeniging raadplegen. De contróle over
de nakoming der bepalingen is inder
daad niet zoo gemakkelijk, maar toch
niet onmogelijk als men opzichters
bij 'twerk aanstelt, die met de zaak
ingenomen zijn en daarbij rekent op
de contróle van de arbeiders onder
ling zelve.
Dat er geen onder-aanbestedingen
zonden kunnen plaats hebben, is in
Amsterdam ondervangen door de be
paling dat de aannemer ook voor zijn
onder-aannemers aansprakelijk blijft
tegenover de gemeente. De vaststel
ling van het maximum aantal uren
is geen bezwaar. B. en en W. kunnen
dat zoo geed voor de arbeiders als
voor de ambtenaren ten etadhuize
vaststellen.
Na te hebben besproken wat er in
't buitenland te dezen aanzien is ge
daan, brengt spreker in herinnering
dat te Alkmaar in 1892 bij den bouw
der gevangenis, bepalingen voor m.
1. en m. a. zeker bij vergissing, in
't bestek zijn opgenomen, dat de ge-
moente-Sneek in hetzelfde jaar een
minimum loon heeft vastgesteld.Bij de
uitbreiding der fabrieken van Van
Marken te Delft zijn deze maatrege
len ook toegepast en de architect
Cuijpers laat die opnemen in al zijn
bestekken.
De gemeente Amsterdam heeft nu
ook in de van haar uitgaande bestek
ken bepalingen voor m. 1. en m. a.
opgenomen, na eene proefneming van
Februari tot Augustus 1894. De aan
nemers kregen in dien tijd twee bil
jetten in te vullen, een waarop reke
ning werd gehouden met de bepalin
gen voor m. 1. en m. a. en een waarop
dit niet geschiedde.
Het verschil was slechts 2.7 pCt.
en volgens B. en W. had de toepas
sing tot geen bezwaren aanleiding
gegeven, maar het loon der timmer
lieden kwam erdoor van 20 op
en dat van de schilders van 18 op 23
cents.
Na een opwekking tot aaneenslui
ting richtte de spreker het woord
tot de leden van den Raad (de heer
de Lanoy was de eenige die aanwezig
was) en betoogde, dat door m. 1. en
m. a. de belangen der gemeente wor
den bevorderd daar men er een beter
gevoede en gehuisveste arbeidersbevol
king door verkrijgt, de bedeeling
vermindert en den eerbied voor het
gezag bij den arbeider versterkt.
Bij de gedachtenwisseling vroeg de
heer Terstraaten een inlichting die
hem gegeven werd en hield de heer
Schout een (eenigszins duister) betoog
over de wijze om tot betere toestan
den voor de arbeiders te geraken, die
met het onderwerp niet veel verband
hield. Ook hij werd door den spreker
beantwoord.
Schaatsen wedstij d.
"Werd Zaterdag op de ijsbaan alhier
een wedstrijd gehouden voor jongens
vanl4-17 jaar, zoons van leden, Zondag
bekampten knapen van 1014 jaar el
kaar op de 140 meter lange, fraaie
baan. Degenen, die overwinnend uit
het strijdperk traden, mochten hierop
fier zijn, want door de groote deelna
me was de strijd heftig. Niet minder
dan 48 jongens waren ingeschreven.
Een noodwendig gevolg hiervan was,
dat de wedstrijd vrij lang duurde,
maar toch werd hij voortdurend door
een groot aantal toeschouwers gade
geslagen, die ongetwijfeld genot von
den in het aanschouwen van die
jeugdige knapen, waarvan zoo velen
door hun flink rijden hun echt hol-
landschen jongensaard toonden. De
mededingers reden twee tegelijk,
de verliezer viel onmiddellijk af. Toen
van de 48 er nog 12 waren overge
bleven en de 6 overwinnaars uit dit
twaalftal om do eerste zes prijzen had
den gereden werd besloten met het oog
op den vergevorderden tijd de 4 ove
rige prijzen (er waren er tien) onder
het tweede zestal te verloten. De
üitslag was nu als volgt:
1. Braakenburg, 2. F. Dubois, 3. L. J.
J. Caron, 4. M. van de Poll, 5. J. J.
Swens, 6. J. D. C. Kammeijer, 7. J.
C. Gehrels, 8. R. Wilson, 9. A. Struve,
10 J. de Wilde. Het lot was ongunstig
aan G. H. Theunissen en A. H. Gar-
rer, die ook voor de loting in aanmer
king kwamen maar geen prijs ver
wierven. De prijzen bestonden uit
diverse kunstvoorwerpen.
De wedstrijd liep uitstekend en
vlug van stapel en dat bij die groote
deeisaïuG, een bewijs, dat de
regeling aan goede handen was toe
vertrouwd.
Bandy.
Heden is de door onB aangekon
digde bandy-wedstrijd tusschen de
de Delftsche Studenten-Bandy club
en die van Haarlem en omstreken,
niet doorgegaan, daar Delft niet op
gekomen is.
Waarschijnlijk zal deze nu Woens
dagmiddag plaats hebben.
De pogingen om een elftal bij elkaar
te krijgen dat deze week bandy-mat
ches in Engeland zou spelen, zijn
jammer genoeg mislukt.
Gisteren heeft eene weduwe hier
ter stede woonachtig, tijdens haar
zoontje eenige uren uit schaat-enrijden
was, in haar kamer briquetten tot
eene zoodanige hoeveelheid ontstoken,
dat zij dientengevolge door den damp
is
Soirée-Schouwburg.
Zaterdagavond werd in den Schouw
burg een soirée gegeven, waarvan de
opbrengst zal strekken ten bate van
de Wilhelmina-Naaischool, die het
vorige jaar in de maand Augustus
hier ter stede is opgericht.
Dergelijke soirées zijn hier in den
laatsten tijd meer georganiseerd. Wij
herinneren slechts aan de soirée ten
bate van de kookschool, welke den
stoot gaf tot de oprichting der
Kunstclub", aan de soirée van deze
club ten voordeele van „Weldadig
heid naar Vermogen," en aan de
Lombok-soirée. Twee omstandighe
den werken er zeer toe mede om der
gelijke feestavonden met een liefda-,
dig doel steeds te doen slagen, en
wel, dat zij die ze organiseeren steeds
de medewerking ondervinden van
hen, die hunne talenten beschikbaar
stellen om een schoon programmate
kunnen samenstellen, ten tweede de
groote belangstelling van het publiek,
die een financieel welslagen verzekert.
Zaterdag was de schouwburg ook
weer zeer vol. Het eerste nummer
van het programma was een zeer
fraai gemonteerd tableau „De vier
jaargetijden" voorstellende. Voor mu
zikale genietigingen was geen klein
gedeelte van het programma inge
ruimd. Genietingen waren het wer
kelijk, die èn de violiste èn de pia
niste èn de zangeres, mej. Z. Bakker
Naar het engelsch
van THOMAS COBB.
49)
HOOFDSTUK XXVII.
Alles wordt verklaard.
„Dien nacht hebben wij geen van beiden gerust,zeide hij
weidra. „Voor de konast van Viret was zij feitelijk reeds her
steld. Onmiddellijk na zijn vertrek sprak zij met klem den
wensch uit, dien zij reeds maanden lang had gekoesterd. Tot
duBverre had ik er mij met hand en tand tegen verzet, maar
na het gebeurde van dien avond stemde ik toe. In plaats
Van hier te blijven, waar ik een uitgeworpene en iedereen
tot last ben," zeide zij, „verzoek ik je mij te laten gaan,
daarheen waar ik mij in het volle daglicht kan vertoonen,
waar ik degenen, die door dezelfde ziekte zijn aangetast, kan
helpen. Toen ik aan hare smeekbede toegaf, drong zij erop
aan onmiddellijk te vertrekken. Een erisis Beheen ophanden
te zijn, en haar vrees om ontdekt te worden was ontzettend.
Je zult beseffen lieveling wat zij gevoelde. Te Molokai liet
ik haar achter. Nooit zal ik haar weerzien, en toch gevoel
ik, dat het de beste oplossing is. Hier in Engeland werd zij
ieder uur van den dag aan haar vreeselijk lot herinnerd.
Daar kan zij nu en dan haar beklagenswaardigen toestand
vergeten door de ellende van anderen te helpen verlichten."
Onder stilzwijgen schreden zij een oogenblik naast elkaar
voort. Toen kon Florence hare nieuwsgierigheid niet langer
bedwingen.
„Owen," vroeg zij," heeft uwe moeder werkelijk mijn vader
dien nacht gezien?"
„Ja iieveling."
„En en wist zij...."
„Ja Florence, zij wist het, maar ik wist het niet. Vóór uw
neet mij op zekeren morgen op „Bosehzicht" bezocht, had
ik er niet het minste idee van, dat zij dien nacht het huis
had verlaten. Ik vroeg mijne moeder toen of zij uw vader
had gezien, en zij ontkende. Vergeef haar dat lieveling!"
„Mag ik het nu weten Owen zeide zij haastig. „Vertel
mij als 'tje blieft alles. Vóór dat ik alles gehoord heb zal ik
geen rust vinden."
„Het zal eene vreeselijke ontgoocheling zijn," gaf hij ten
antwoord; „maar Viret wenschte het, dat ikhetjezoumede-
deelen."
„Dokter Viret; dus die heeft het reeds lang geweten 1"
Zij was ten hoogste verbaasd dit te hooren.
„Ja, Viret wist het reeds geruimen tijd."
Owens stem klonk zoo vreemd, dat Florence's vingers on
willekeurig zijn arm vaster omklemden.
„Wist dokter Viret, dat je hier terngkeeren zoudt?" sta
melde zij.
„Dat wist hij ook liefste. Hij moet Dinsdagochtend mijn
brief hebben ontvangen. Onmiddellijk na mijne aankomst
te Londen heb ik hem Maandag geschreven. Ik verzocht
hem mij te melden wanneer hij mij kon ontvangen en hij
schreef mij van vandaag. Toen ik vernam dat je niet thuis
waart, vermoedde ik waar je zoudt zijn en volgde je hier
heen."
Haar hart klopte onBtuimig. Eindelijk zou zij de waarheid
vernemen wie haar vader vermoord had, misschien ook wie
het lijk harer moeder had doen verdwijnen. Wat haar echter
verbaasde, ja verbijsterde, was dat dokter Viret vertrokken
was, terwijl hij van Owens terugkeer was onderricht.
„Denk eens terug," zeide hij, „aan dien Zondagnacht, toen
ik dokter Viret verzocht met mij mede te gaan naar „Bosch-
zicht". Stel hem u voor, toen hij luisterde naar de geschie
denis, die ik gedwongen was hem te vertellen, toen hij met
mij de gang binnentrad, mij naar boven volgde en bleet
staan op den drempel van de kamer mijner moeder. Juffrouw
Cawdrey ging heen; mijne moeder zat in haar stoel. Haar
gedrag was zeer zonderling. Nauwelijks was haar blik op
Viret gevallen of zij strekte haar rechterarm uit en riep
„Dat is de man I"
Terwijl hij plotseling zweeg, hing Florence zwaar aan Owens
arm en zag hem ontzet in het gelaat.
„Dokter Viret!" hijgde zij. „Dokter Viret!"
„Alle kracht scheen hem te verlaten," vervolgde Owen,