„Weldadigheid naar Verwagen".
BINNENLAND.
Letteren en Kuist
Financieele Mededeelingen.
m
Reektszaken.
Sport en Wedstrijden.
Vrijgesproken zijn Jan AssemB en
Nicolaas Klok, die Zaterdag terecht
hebben gestaan onder aanklacht van
aanranding gepleegd op den land
bouwer Beets te Nek. De eiech was
voor ieder een jaar.
Afdeeling: „Werkverschaffing"-
Van 1 Nov. tot 7 Maart hebben
rich de volgende personen aangemeld
45 voor werkvrouw, 6 voorwasch-
vrouw, 9 voor naaister, 6 voor grond
werker, 21 voor loopwerk, B voor brei
werk, 16 voor loopknecht, 6 voor op
passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2
voor schoenmaker, 4 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet
sier, 3 voor kantoorbediende, 6 voor
schilder, 12 voor los werkman, 3 voor
kleedermaker, 2 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 2 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor
mangelwerk, 1 voor bloemistknecht
2 voor baker, 1 voor broodbakkers
knecht, 2 voor waakster, 1 voor
smid, 1 voor strijkster, 1 voor nood
hulp, 1 voor zadelmaker, 1 voor zie-
ken-óppasser, 1 vöö? waker.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken, wordt
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten.
den zes jaren, 22 jongens boven de
zes jaren, 83 meisjes beneden 6 jaren
en 15 meisjes boven 6 jaren totaal
214 leerlingen.
Behalve de verkiezing voor de pe
riodiek altredende leden van het col
lege van Hoogingelanden van den
Haarlemmer meerpolder zal op 20
Maart mede een verkiezing gehouden
worden ter vervulling van twee vaea-
turen is dat college, ontstaan door
de benoeming van den heermr. E. de
Vries tot dijkgraaf van Rijnland en het
bedanken van den heer P. Koppes,
te Haarlemmermeer.
Als gevolg der lage suikerprijzen,
worden er te Haarlemmermeer veel
minder bietencontracten gesloten dan
vorige jaren.
De prijs is f8.50 per 1000 K.G. en
't voorschot bedraagt 100 gulden.
De keuring van hengsten ter toe
kenning van provinciale en aanhou-
dingspremiën zal gehouden worden
te Hoofddorp op Donderdag 14 Maart;
rij gaat uit van de afdeeling Noord-
Holland van het Nederlandsche paar
denstamboek.
Van uit Haarlemmerliede is een
met tal van handteekeningen, waar
onder die van het gemeentebestuur,
voorzien adres gezonden aan den raad
van administratie der Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij,waar
in wordt verzocht met den zomerdienst
aan de wachtpost „de Liede" een
zestal treinen te doen stoppen.
De vrij hevige nachtvorsten zijn
oorzaak dat de scheepvaart in hoofd
zaak nog gestremd isslechts het
Noordzeekanaal is vrij van ijs.
Vooral door den buitenman wordt
verlangend naar ander weer uitgezien,
wijl verschillende werkzaamheden in
tuinen en op akkers daarop wachten.
De aflevering der lotelingen voor
de lichting 1895 zal voor Zandvoort
plaats hebben op Donderdag 14 Maart
a.s. Het aandeel in de lichting be
draagt 5 man. Een loteling heefteen
plaatsvervanger en een loteling een
nummerverwisselaar gesteld.
Volgens het tabellarisch overzicht
van de Bewaar- en kleinkinderscho-
len bestond op 1 Jan. j.l. te Zand
voort 1 bijzondere bewaarschool,
waaraan verbonden waren 1 onder
wijzeres en 4 helpsters. Het getal
leerlingen bedroeg 94 jongens bene-
Parlementaire praatjes.
Het debat over de Nuord-Oosterlo-
caalspoorweg-quaestie, heden (Woens
dag) voortgezet, met eenige replieken
en een paar nieuwe sprekers zonder
nieuwe argumenten, heeft een einde
gehad, dat door niemand werd voor
zien.
De conclusie der heeren Roessingb
c.s. werd toch aangenomen met 57
tegen 27 stemmen. En als men nu
de stemlijst nagaat, dan hebben
weliswaar de meeste, zoo niet alle,
plattelands-afgevaardigden gesl
ten gunste van een locaalspoorweg
voor de bedoelde landstreken, maar
dan blijft het geheel onverklaard,
welke redenen sommige anderen had
den om te stemmen voor iets, dat de
regeering ontraadde. Maar aan den an
deren kant is hieruitanderen stem weer
wèl te verklaren. Doen ais onpartijdig
beschouwer zou ik dan willen vragen
moet men nu elke gelegenheid aan
grijpen om te toonen, dat men anti
ministerieel is?
Nadat deze zaak was afgedaan kwam
in behandel.ng de motie door den
heer Gerritsen voorgesteld en lui
dende
„De Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal,
„van oordeel dat het weaschelijk
is bij de uitvoering der bouwwerken
van Rijkswege in gemeenten, waar
het gebruikelijk is bijzondere bepa
lingen omtrent loon en arbeidsduur
in bestekken op te nemen, met dat
gebruik rekening te houden,
„gaat over tot de orde van dea dag,"
Met een herinnering aan de aanlei
ding tot indiening dezer motie
den bouw van het Amsterdamsche
postkantoor leidde de heer Ger
ritsen de bespreking in. Hij merkte
op, dat nu in vele gemeenten bepa
lingen omtrent loon en arbeidsduur
aanhangig zijn (Haarlem bijv.), de
zaak een meer algemeen karakter
krijgt en de reg. daarmede rekening
dient te houden. De motie had geen
politieke beteekenis, was slechts tot
den Staat als werkgever gericht en
legde ook niet de verplichting op de
bepalingen van lagere besturen, na
te volgen, evenmin om onder alle
omstandigheden dergelijke bepalingen
te maken, 't Was alzoo een beschei
den stap die spr. voorstelde. Maar
hij wees op de belangrijke oecono-
mische voordeelen die bereidt werden
uitDetaling van een goed Kon aan
den werkman, voordeel voor den
werkman doch ook voor de productie,
dit met een beroep op het buiten
land. Bepalingen alleen omtrent ar
beidsduur achtte hij onvoldoende.
Een der zwakke zijden van de mo
tie, nl. dat zij alleen op de bouwvak
ken sloeg, werd zeer handig door den
heer Michiels van Verduijnen gerele
veerd. Van bepalingen als de voorge
steld j duchtte deze spr. minder uit
voering van werk, dus meer werke
loosheid, terwijl hij ook in het alge
meen tegen uitbreiding van staatsin
menging ten sterkste was gekant. In
elk geval moest aan zoodanige in
menging een nauwkeurig onderzoek
voorafgaan. De particuliere regeling,
het scheppen van verschillende toestan
den in vakken en steden keurde hij
al en de consequentie, dat de staat,
alierwege zou kunnen komen tot de
toepassing van het beginsel was voor
hem een reden om tegen de motie
te stemmen. Men weet niet waarheen
zij voerde en dat noemde spreker roe
keloosheid.
De heer Bouman gaf toe dat de
staat rekening moest houden met den
in sommige gemeente door de ge
meenteraden gemaakten iabreuk op
het arbeidscontract iets waar hij
zeer tegen was. Was hij dus geneigd
zijn stem aan de motie te geven
al achtte hij het optreden der ge
meenten oeconomisch nadeelig hij
wilde toch nog een en ander nader
toegelicht zien en vroeg ook den Min.
of 't door dezen toegezegde onderzoek
is afgeloopen zag de motie allten
op enkele vakken en enkele gemeen
ten dan was hij er tegen.
Ook de heer Bastert was er tegen.
Hij wilde den staat niet binden aan
bepalingen van gemeente-besturen.
Ook noemde hij de reeds met het
stelsel opgedane ondervinding nadee
lig. Loon moest zich regelen naar
vraag en aanbod men moest daarin
niet ingrijpen.
Morgen (Donderdag) 11 uur voort
zetting.
G. Jr.
gevaren met Bay deelden, en die mij,
door hunne plichtsbetrachting, hunne
dapperheid en hunnen opgewekten
geest, in staat hebben gesteld, den
Lombok-krijg tot een ik mag het
gerust zeggen schitterend einde te
brengen.
Aanvaardt, Mijne Heeren, met uwe
mede-onderteekenaren, de verzekering
mijner diep gevoelde erkentelijkheid
en weest overtuigd, dat de door U
aan Leger en Vloot in mij gebrachte
hulde mij steeds in aangename her
innering zal blijven."
Uit de Haarlemmer trekvaart tus-
schen de Amsterdamsche gasfabriek
en Sloterdijk zijn Woensdag niet
minder den vijf lijken opgehaald,die
er blijkbaar reeds geruimen tijd in
het water hadden gelegen.
Namens H. M. de Koningin-Re
gentes is aan den heer Haage Jr. te
Rotterdam door Hdr. particulier se
cretarie een vleiend schrijven gezon
den, wegens het ontwerpen van het
sneeuwen borstbeeld van H. M. de
Koningin, waarvan wij dezer dagen
melding maakten.
(D.)
Bij een eventueel bezoek van de
Koninginnen aan 's Hertogenboseh,
heeft de burgemeester dier stad aan
HH. MM. zijn buitenverblijf „Ree
burg" te Vucht als verblijfplaats aan
geboden.
Lombok.
De toekenning van onderscheidin
gen ter zake van een expeditie op
Lombok, kan vóór de eerste helft
van April verwacht worden.
den, die 's naehts met het vloedtij in
den Amer, het Bergschtveld of h«t
Zuid-Maartensgat zijn drii rende ge
raakt, en waardoor, werden zij niet
verbroken, de opengemaakte geulen
wederom verstopt zenden geraken.
Door de te Deeneplaat gestationeer
de genietroepen werd tot heden reeds
2500 KG. buskruit en 235 KG. dy
namiet voer mijnen gebruikt.
(St.-Ct.)
Een brief van generaal
Vetter.
Generaal Vetter, afgetreden Op
perbevelhebber van Land- en Zeemacht
der expeditie naar Lombok, heeft aan
de Hoofdredacteuren van het Nieuws
v. d. Dag en het Algem. Handelsblad
het volgeode, den 30e i Jan. 1895 geda
teerd, schrijven gericht:
Toen mij, onmiddellijk nadat de
lijding van de verovering vanTjakra
Negara in het vaderland was bekend
geworden, het telegram bereikte, waar
in mij en mijnen dapperen hulde
werd gebracht door u en vele anderen,
die zich bij u hadden aangesloten,
ontving ik omstreeks denzeltden tijd
uit alle oorden des vaderlands, zoowel
als uit deze kolonie en uit vele steden
in het buitenland, waar Nederlanders
zijn gevestigd, zulk een groot aantal
gelukwenschen met de behaalde
overwinningen, dat het
was op al die uitingen van
sympathie en geestdrift te antwoor
den.
In die dagen toch namen nog
zooveie ernstige plichten mij zoo
geheel in beslag, dat ik mijne erken
telijkheid niet anders wist kenbaar te
maken dan door het plaatsen eener
openl'i ke dankbetuiging in eenige
der voornaamste organen der dag
bladpers.
Thans echter, nu mij, in aansluiting
mei evenbedoeld telegram, de keurig
gecalligrapheerde lijst bereikt, waarin
ik de namen aantref van hen, die
zich met u hebben vereenigd om hun
gevoel van vaderlandsliefde te toonen
door de warme belangstelling in het
door het Nederlandsch-Indische leger,
onder mijne bevelen, op Lombok be
haalde suceè3, acht ik het mij tot een
aangenamen plicht, u allen daarvoor
mijnen warmen dank te betuigen,
mede namens hen? officieren en min
deren, die vermoeienissen, ellende en
Brand te Amsterdam.
In den afgeloopen nacht ontstond
een ernstige brand in de Valkenbur
gerstraat, in het p erceel no. 146, waar
de firma J. G. Veermaa een pakhuis
vau lompen en beenderen had ge
vestigd. De brand begon te half een.
Het pakhuis. geheel van hout en met
lompen gevuld, begioeg eene groote
uitgestrektheid op een erf, gelegen
achter vier perceeien.
De brandweer was spoedig ter
plaatse met vijf stoomspuiten. Te
iwee uur was men den brand mees
ter. Aanvankelijk bestond er groot
gevaar voor de aangrenzende percee
ien, die door vele en talrijke gezin
nen waren bewoond.
Natuurlijk veroorzaakte de brand
in de dicht bevolkte buurt groote
ontsteltenis. Het krachtig optreden
der brandweer, die hot vuur uit 18
slangen bestookte, maakte echter het
ontruimen der aangrenzende perceeien
overbodig. Persoonlijke ongelukken
kwamen niet voor. Ondanks het late
uur was natuurlijk eene talrijke me
nigte in de buurt op de been. De
commandant der brandweer, de heer
Meijer, leidde zelf het blussc-hingswerk.
Het pakhuis met den inhoud is
geheel vernield.
Het gezelschap waarmede Mme.
Eleonore Duse hier optreedt, uit 21
personen bestaande, is Dinsdag te
Amsterdam aangekomen. Woensdag,
morgen arriveerde Mme. Duse zeil.
Heden wordt in den Stadsschouw
burg gerepeteerd.
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week tot den
datum van 5 Maart 1895, door hun
tusschenkomBt verhandeld.
Aand. Amstel-Hutel Maat
schappij
Burger Bouw Maat
schappij
Bouw-Maats. Scheve-
ningen (Oranje Hot.)
Oblig. idem idem
Java Spoorweg-Mij.
te 's Hage
Aand. Koffieplantage Mij.
Hansa
Oblig. Singkep Tin Maat
schappij
Aand. Friesche Noord-Hol
landsche Stoomboot
Maatschappij 140 pCt. exd.
Aand. Holl. Stoomb. Mij. 75
98 pCt,
75
684
75
99
Onrechtmatige behandeling.
Dezer dagen heeft zich een sergeant
van het 5e bataljon jagers beklaagd over
hoogst onrechtmatige bejegeningen,
ondervonden van den compagnies
commandant, kapt. J. P. v. d. Hofi,
zoowel tegen over zijn persoon als tege-
over de compagnie, handelingen die
geheel in strijd zouden zijn metde voor
schriften van het reglement op den
inwendigen dienst, welke eischei, dat
de militair „zacht en vaderlijk" door
de meerderen in rang worde behan
deld.
Een commissie, bestaande uit een
mij onmo- hoofdofficier en twee kapiteins, is be
last met een onderzoek. Het kader,
zoowel als een paar manschappen,
wien bedoelde officier lichamelijke
terechtwijzing zou hebben toegediend,
zijn reeds door de commissie gehoord.
Het onderzoek wordt voortgezet en
daarvan zal het afhangen, of de zaak
al dan niet voor een krijgsraad zal
gebracht worden of dat zal berust
worden ia hetgeen de kapitein tot
zijne verontschuldiging heeft inge
bracht.
IJsopruiming.
Met hot opbreken van de no^ dik
wijls enkels meters zware ijsbezetting
op de Nieuwe Merwede door 5 ijs-
brekers geholpen door een detache
ment genietroepen, wordt geregeld
voortgegaan.
Bij dit werk worden groote moei
lijkheden ondervonden, ook door
dat eiken dag een gedeelte van den
werktijd moet worden doorgebracht
met het verbreken van groote ijsvel-
De moord te Oirsbach.
In de zitting van de arrondisse-
ments-rechtbank te Maastricht van
Dinsdag werd het getuigenverhoor in
zake den moord te Oirsbach voortge
zet en ten einde gebracht, waarna
het O. M., waargenomen door mr.
Gerardts, het weord bekwam. In rijn
sierlijk en uitgebreid requisitoir wees
Z.E.A. er op, d*t het vaststaat, dat
een misdrijf heeft plaats gehad en
dat alleen de beide beklaagden,er belang
bij konden hebben, dat de varslagene,
de echtgenoot van beklaagde, wed,
Pelzer, moest verdwijnen. Z.E.A,
achtte hunne schuld wettig en over
tuigend bewezen en eischte tegen
beide beklaagden, wed. Pelzer en L,.
Cruts, op grond van de artt. 47,289,
junc. art. 5 van het wetboek van
strafrecht en, daar de moord op
Pruisisch grondgebied is geschied, op
grond van 211 van het strafwetboek
in Pruisen, schuldigverklaring aan
moord en veroordeeling tot levens
lange gevangenisstraf.
De verdedigers van beklaagden
mrs. Gadiot en Bonhomme trachtten
aan te toonen, dat het wettige bewijs
voor de schuld van beklaagden niet
was geleverd en concludeerden tot
vrijspraak.
Uitspraak 18 Maart.
Over de ontvangst van Jaap Eden
te Arnhem leren wij het volgende
Jaap Eden wordt Zondag uit Hamar
in het vaderland terugverwacht. Het
is thans zeker, dat hij eerst Arnhem
zal aandoen, waar hij tegenwoordig
gevestigd is. De ijsclub „Arnhem1'
besloot het initiatief te nemen tot
vroeg zij in een hoorbaar fluisteren, en wees op de be
zoeksters.
„De dames Carrington—Smith," antwoordde mevrouw
Dudley.
„Wat zegt zij vroeg miss Hawkins aan Squelsh, die bezig
was haar kussens goed te schikken.
„CarringtonSmith, zoo heeten deze dames," verklaarde
Squelsh, luid fluisterend.
„Zoo I zoo I Een mooie naam 1" verklaarde miss Hawkins.
De bezoeksters vertrokken weldra, tot groote geruststelling
van mevrouw Dudley, die zieh nooit op haar gemak ge
voelde wanneer miss Hawkins zich in de kamer bevond tij
dens er bezoek was.
De meisjes gingen zich nu kleeden voor het middagmaal
terwijl Samuel beneden bleet om de verbaasde mevrouw
Dudley het nieuws van de verloving mede te deelen.
„Jane en Nellie," riep Amy, „komt eens bij mij op mijne
kamer, ik heb jullie wat te vertellen."
„Nu, wat dan vroeg Jane.
„Wie denkt jnllie dat verloofd is vroeg Amy lachende.
„Wie?" riepen Jane en Nellie haastig uit. „Miss Senior?
Neen, die kan het toch niet zijn
„Neen, miss Senior niet," antwoordde Amy.
„Iemand, die hier in de buurt woont?" vroeg Jane.
„Ja," zeide Amy lachende.
„Nu, wie dan Kennen wij haar vroeg Nellie.
„Ja zeker, zeer goed."
„Goede hemel 1 Toch zeker niet een van die oude dames
Carrington—Smith riep Jane uit.
„Neen," zeide Amy, het is iemand, die jullie zeer intiem
kent. Vanmiddag hebt jullie haar nog gesproken."
„Wie ter wereld kan het zijn? Den geheelen middag ben
ik er niet op uit geweest, en alleen de CarringtonSmiths
zijn hier geweest," riep Jane uit.
„O," zeide Nellie, „zeker een van de dienstboden. Is het
zoo niet?"
„Neen."
„Nu, dan geef ik het op. Vertel ons maar, wie het is?"
drong Jane aan.
„Ik ben het zelizeide Amy op zegevierenden toon.
„Met wien vroeg Jane.
„Met Samuel," was Amy's antwoord.
Wanneer Samuel had kunnen zien welke groote verbazing
zich op Nellie's gelaat aiteekende bij deze mededeeiing, dan
zou hij zeker voldaan zijn geweest.
„Dat zou ik nooit doen!" riep Jane uit en ging zitten. „Je
meent het toch niet in ernst zeker?"
„Weet je zeker, dat je je niet vergist?" riep Nellie uit.
„Natuurlijk," antwoordde Amy Bcherp. „Jij denkt zeker,
dat niemand anders verloofd kan zijn dan jij alleen?"
„Maar ik dacht, dat jij altjjd een afkeer hadt van Samuel,"
wierp Nellie hiertegen in.
„Wat zon dat? Wanneer wij eenmaal getrouwd zijn, zal ik
hem wel klein krijgen."
„En je bent dus werkelijk verloofd met Samuel vervolgde
Jane. „Vertel eens, wanneer heeft hij zioh verklaard?"
„Even vóór dat wij gingen thee drinken," verklaarde Amy.
„Vanmiddagriep Nellie verbaasd uit.
„Ja. Is dat zoo zonderling?" zeide Amy. „Kon het toen
niet evengoed gebeuren als op welken tijd ook?"
„Ja natuurlijk," stemde Nellie toe, „maar toch...."
„Nu, wat is er?" vroeg Amy.
„O niets; maar ik ben er verbaasd over; er is iets, dat mij zoo
zonderling voorkomt. Ik hoop, dat je zeer gelukkig met hem
zult zijn," voegde Nellie er vriendelijk bij.
„Wel natuurlijk zal ik gelukkig zijn," riep Amy uit en
sloeg hare oogen wijd open. „Zooals ik reeds gezegd heb, zal
het een groot vermaak zijn om Samuel te plagen en hem
alles te laten doen wat ik wil. Je zult zien, dat ik het doe 1"
Nellie verliet de kamer. Amy had zich spoedig verkleed
zij was zeer opgewonden en verlangde er naar om door haai
nieuws nog meer menschen in verbazing te brengen.
„Ik brand van verlangen om tante Hawkins gelaat te zien
wanneer zij het hoort!" riep zij uit.
„Dan zal je vanavond dat genoegen niet hebben," ant
woordde Jane, „want ik heb Squelsh aan de meid hooren
zeggen, dat tante Hawkins niet aan tafel zou verschijnen.
Zij gevoelt zich, denk ik, onwel, en dat is niet te verwon,
deren, wanneer zij steeds blijft doorgaan te doen wat de
dokter haar heelt verboden."
Wordt vtrvolftL)