Rechtszaken. Politiek Overzicht. GemengdNieuws. wat te optimistisch als men aanneemt dat „binnen eenigen tijd" een geweer zal worden uitgevonden, dat niet meer te verbeteren is En ookmoet men xoolang wachten? Dit, zonder dat ik me overigens partij stel wat de aanhangige wet G. Jr. Het bezoek der Koninginnen aan Maastricht. Voor het aanstaande bezoek der Koninginnen te Maastricht heeft zich eene eere wacht van 24 ruiters gevormd met den heer Arnold Bonhomme als commandant, de heeren P. Regout jr. en HustinxRobertie als pelo tons-kommandanten en jhr. Ruys van Beerenbroek, zoon van den com missaris der Koningin, als vaandel drager. De uniform zal bestaan in een witte attilla met roode nestels, roode rijbroek met witte versiering, huzaren-kolbak met staande pluim en kaplaarzen. Het galadiner, dat vanwege de stad Maastricht aan H.H. M.M. de Ko ninginnen wordt cangeboden, naar gemeld wordt, in de voormalige bibliotheekzaal van het stadhuis plaats hebben. Aanvankelijk bestond het voornemen, om door het aan brengen van een lift den toegang tot die zaal voor de hooge bezoekers gemakkelijker te maken. Bij nader inzien en na den heer Cuypers te hebben gehoord, is men van dit denk beeld teruggekomen en zullen de Ko ninginnen langs de trappen, die tot dat doel smaakvol zullen belegd wor den, daarheen geleid worden. Ook is men begonnen met de „salie des pas perdus" op 't stadhuis in orde te brengen. De prachtige schilder stukken zullen worden gerestaureerd. De muziektempel op het Vrijthof zal een verjongingskuur ondergaan. Kap en voetstuk zullen worden vernieuwd, doch het middenstuk, dat inderdaad niet onbevallig is, wordt behouden. Vooral het voetstuk zal op een ar tistieke wijze met rots werk worden omgeven. Vier menschen verbrand. Gisterenavond brak de aan De Witten- kade even buiten de Haarlemmer poort te Amsterdam, een felle brand uit.Ongeveer kwartier voor eenen werd de brandweer gewaarschuwd. Aan de brandweerpost Haarlemmerpoort werd aangezegd, dat er brand was. Dadelijk rukte de brandspuit uit en bijna onmiddellijk na haar een stoom spuit. Ook de commandant der brand weer versche n spoedig. Hij was juist aanwezig op het Centraal Bureau aan den Achter Burgwal en werd natuurlijk dadelijk gewaarschuwd van de Haarlemmerpoort. In perceel 34 van de De Wittenkade was de brand ontstaan. In het bene denhuis had de heer Slees wijk een lokaal, waarin gelegenheid was tot het houden van bruiloftspartijen, vergaderingen enz. Gisterenavond was er een repetitie van een gezelschap. Ook de heer Sleeswijk was aanwezig. Eensklaps hoerde men van boven: „Brand brandroepen. In alle haast verlieten de aanwezigen het lokaal; de heer Sleeswijk behield de tegen woordigheid van geest om dadelijk de gaskraan dieht te draaien. Het le bovenhuis was in tweeën bewoondaan de voorzijde woonde een Duitsch gezin, de familie Busch aan de achterzijde zekere De Jong, een huisgezin van man, vrouw en vijf! kinderen. Op het 2e bovenhuis woonde achter het gezin van Kloppers, man, vrouw en vier kinderen. Het 3e bovenhuis was onbewoond. De brand was ontstaan bij het gezin usch, waar de vader en de moeder niet thuis waren en de vier jongste kinderen hadden overgelaten aan de hoede van de oudste dochter Johanna. Alle kinderen lagen op het oogen- blik, dat de brand ontstond, in de alcoof achter de voorkamer te bed. De oudste dochter Johanna ver haalt omtrent het ontstaan van den brand het volgende: „lk had op een stoel bij de alkoof een brandend petroleum nachtlampje Door welke oorzaak weet ik niet, maar op eens zag ik een vlam en bespeurde dat de lamp van den stoel op den grond was gevallen. Dadelijk vloog ik het bed uit, greep twee der kinderen en holde er onder den kreet: „Brand 1 brand!" mede de trap af. De buren hebben dit be paald gehoord, want De Jong is met vrouw en kinderen de trappen ook aanverder weet ik niets meer." Drie der bezoekers van het lokaal van den heer Sleeswijk, hebben zich danig onderscheiden. Het waren: Vrees, Wagenaar en Valk. Vrees, die echter geen vrees kende ging driemaal het brandende perceel binnen. De eerste maal redde hij een der kinderen van De Jong; de tweede maal vond hij geen menschen meer, alleen eene kat, die hij in veiligheid brachtde derde maal vond hij niets meer en zeide men hem, dat er geen menschen meer in het huis waren. Wagenaar redde twee kinderen: één van Busch en één van De Jong. Ook Valk bracht een der kinderen Van Busch behouden beneden. Toen dacht men, dat alle menschen uit het huis gered waren; zij die gered waren, werden liefderijk in de tapperij van den heer Sleeswijk opge nomen. De brandweer, die inmiddels op het terrein was aangekomen, vond het eerste bovenhuis reeds in lichte laaie, de gloed was een oogenblik tot ver over de stad zichtbaar. Aan de De Wittenkade waren geene brandputten, zoodat de burgers met de brandweermannen moesten helpen aan de handspuit, ook één stoomspuit en twee vechtkranen werkten. Spoediv was men daarop het vuur meester. Toch was de geheele eerste verdieping uitgebrand, de trappen naar boven verkoold en was ook de 2e étage uitgebrand. Toen men den brand meester was. deden de brandweermannen met den commandant, den heer Meier, een onderzoek door het huis, en eerst thans bleek het vreeselijke van dit onheil. Kloppers, die zooals gezegd is, op het 2e bovenhuis woonde, was nacht waker en waakte, zooals Johanna Buseh mededeelde, in de Vondel straat. Hij was ongeveer een uur, voordat de rand uitbrak naar zijn post gegaan, zijne vrouw en drie kin deren achterlatende. Die kinderen wareneen jongen van tien, en een van acht jaar, en een zuigeling, een meisje. Het vierde kind lag ziek in het Binnen Gasthuis. Algemeen dacht men, dat de vrouw van Kloppers met hare kinderen in tijds het brandende perceel verlaten en elders een toevlucht gezocht had Dit bleek echter niet zoo te zijn. Op zolder gekomen zijnde, vond de brand weer bij de deur van het portaal de lijken van vrouw Kloppers en hare drie kinderen. Waarschijnlijk was zij, toen zij het brandgeroep gehoord had, met hare kinderen naar den zolder gevlucht, doch in ontsteltenis naar het raam aan den achterkant gegaan, dat men blijkbaar niet kon openen. Ziende dat zij door dit raam niet konden vluchten, hebben zij langs de trap willen ontkomen. Doch verder dan het portaal konden zij niet gaan. Daar raakten zij door den dikken rook bedwelmd, zakten ineen en zijn gestikt. Met het gelaat op den grond, vond de brandweer ze daar. „Dat was," zooals de commandant der brandweer zeide, „een vreeslijk gezicht; het deed ons een oogenblik als vastgenageld staan." Waren de ongelukkigen naar het voorraam gegaan, dan hadden zij wellicht nog gered kunnen worden. Door de politie werden de arme slachtoffers van dezen brand uit het perceel gehaald. De hoofdinspecteur van politie, de heer C. Polderman, liet de lijkmand van den post Haarlemmerpoort halen. Daarin legde men onder de diepste stilte de lijken der ongelukkigen. Nadat de mand gesloten was, werd zij op een wagen geplaatst en onder politiegeleide naar het binnen gasthuis gebracht. Inmiddels waren Busch en zijne vrouw tehuis gekomen. Met schrik vernamen zij, gelijk men begrijpen zal, de ramp. Hoewel men dadelijk iemand naar de Vondelstraat gezonden had, om Kloppers te zoeken, was deze te on geveer éen uur nog niet aanwezig De gezinnen van De Jong en Busch waren tegen brandschade ver zekerd. Het Hbld. deelt nog mede, dat al had de brandweer geweten, dat bij hare komst nog menscheo in liet brandende perceel waren, zij dezen toch niet meer had kunnen redden, dewijl zij zoo laat gewaarschuwd was, dat zij niet dadelijk het perceel had kennen binnendringen. Moord te Bussum. Amsterdam13 Maart. Voor de rechtbank, crimineele z ken ving heden de behandeling aan van de geruchtmakende zaak tegen TT„I Ji Af Uv/tn V-I n rvi innü Henriëtte Momber en haren beminde Hendrik Coelman, milicien in garni zoen te Naarden, beschuldigd van moord op Jansje Meinders, oud onge veer 13 jaar, gepleegd 19 Augustus 11. te Buesum. In de dagvaarding wordt aan be klaagden ten laste gelegd lo. Poging tot diefstal in een af gesloten muurkast ten huize van den heer Meinders te Bussuin. 2o Dat bekl. Momber opzettelijk aan Coelman gelegenheid heeft gege ven den diefstal te doen door mede neming uit de woning van het doch tertje van gemelden heer. 3o. Dat zij beiden een mislukte poging tot diefstal hebben gepleegd. 4o. Dat beiden na het plegen der feiten na beraamd overleg, en om de uitvoering van den diefstal gemakke lijk te maken of te beletten, het meisje opzettelijk hebben gedood, door worging waarvan de dood het gevolg is geweest. Aan bekl. Momber is voorts ten laste gelegd dat zij wegens diefstal gevangenisstraf heeft ondergaan. Niet minder dan 61 getuigen zij a gedagvaard, onder wie verscheidene medici. Als verdediger voor de beklaagde dienstbode zal optreden mr. Worst. om de opbrengst van den bodem te verhoog©» en de gevaren, waaraan de landbouwbevolking blootstaat, af t© wenden. Dat doel te bereiken moest het streven van den Raad van State zijn. Het zou den keizer voldoening schenken, als de voorstellen van den Raad van State een vorm verkregen, waardoor hunne uitvoerbaarheid er kend zou worden en als de beraad slagingen leidden naar uitkomsten, die, zonder andere rechtmatige belan gen te schaden en met inachtneming van de door verdragen ingetreden omstandigheden, geschikt waren zoo veel mogelqk den druk, die op den landbouw lag op te heffen. In den Rijksdag, bij de behandeling van de begrooting der posterijen, logen strafte de staatssecretaris Stephan het bericht in de per*, dat er in de eerstvolgende vergadering van de Wereldpostrereeniging een voorstel tot verhooging van het maximaal gewicht van gewone brieven zou n worden en dat dit voorstel door Duitschland zon worden bestre den. Op een dergelijk voorstel bestaat geen plan en het zou ook weinig kans hebben van te worden aangenomen, De Berliner Correspondenz meldt dat de regeeringspresident te Han nover, graaf Bismarck-Schönhausen, tot opper-president in Oost-Pruisen is benoemd. De minister RoLertson lichtte Dinsdag in het Lagerhuis de begroo- ting voor marine toe. De uitgaven voor de werken tot bescherming der engeische havens zullen ruim honderd millioen gulden kosten, verklaarde hij. Door het uitgeven van schatkist biljetten, delgbaar in 30 jaar wil hij dit bedrag dekken. Volgens den Corriere di Na-poli heeft keizer Wilhelm aan koning Hum- berto geschreven om hem te ver zoeken de opening van het kanaal te Kiel te komen bijwonen. Crispi zou met Hohenlohe eene ontmoeting hebben bij de aanstaande reis van den keizer naar Monza. Dit bericht is na der bevestigd. Volgens de Polit. Correep. weet men in politieke kringen te Weenen niets van een plan van keizer Franz-Joseph om de feesten te Kiel te gaan bij wonen. verzekerde hij hem, dat hij hem als een hond zou dooden, terwijl hg aan deze verzekering kracht bijzette door eenige vuistslagen, die de journalist niet onbeantwoord liet De beide hee ren zullen duelleeren. De trein met het stoffelijk over schot van grootvorst Alexis werd aan het station te Petersburg opgewacht door den keizer, de keizerin, de groot vorsten en de geestelijkheid; de va der en de broeders van den overledene waren den trein tot Gatschina tege moet gereisd. Na een kort gebed werd de kist door grootvorst Michael en zijne zoons naar de lijkkoets gedra gen en daarin naar de Peter- en Pau- luskathedraal overgebracht. In de kerk droegen de keizer en al de groot vorsten de kist naar de graftombe. Behalve de influenza, heerscht te Berlijn nog een andere epidemie, die zich in 't bijzonder kenmerkt door zweren in den mond. Prof. Virchow beschouwt dc epidemie als een vorm van mond- en klauwzeer, vermoede lijk veroorzaakt door het drinken van de melk van zieke koeien; daarom behoort de verkoop van zulke melk streng verboden te worden. De ziekte breekt gewoonlijk plotseling uit, ver scheiden dagen na de infectie. Dinsdag is door den duitschen keizer de Raad van State geopend met een rede, die den conservatieven alle hoop ontnam op de verwezenlijking hunner plannen wat betreft het voorstel-Kanitz tot het invoerenvan een graan-monopo- lie. De keizer noemde het den onafwijs- bar en plicht der regeering, bij den voortdurend ongunstigen toestand van den landbouw naar middelen te zoeken Eene begrafenis. Met alle pracht en praal is te Os- sendrecht ter aarde best«ld het stof- ielij Ir overschot van de kleine „prinses" Pauline Masters, die wegens de klein heid harer gestalte als natuurwonder in en buiten Europa jaren lang ter bezichtigingwerd gesteld en nu onlangs in Amerika is overleden. Het lijkje, vooraf gebalsemd, was vervat in drie kisten, eene bronzen zonder deksel, daaromheen eene licht blauwe fluweelen met zilveren hand vatsels en eene eikenhouten kist. Het wonderkind, dat door het g zen deksel zichtbaar was, was gekleed in hemelsblauwe zijde, met gouden kroon, versierd met diamanten en granaten, en was drie dagen voor be langstellenden te zien. De toeloop was overgroot. Vele aanzienlijke personen, onder welke zelis uit Antwerpen en Brussel, leg. den kostbare kransen neer. Bij de begrafenis voerde de muziek- vereeniging „De Hoop" treurmuziek uit. In de boekerij van het Parijsche raadhuis heeft een vuistgevecht plaats gehad tusschen een gemeenteraadelid en een redacteur van de „Intran sigeant". Het gemeenteraadslid, dat zoozeer zijne waardigheid vergat, was door den journalist in genoemd blad aangevallen. Zoodra hij den schrijver bemerkte snelde hij op hem toe en Absinth. De nationale drank van Frankrijk ParticCorresp Wanneer men de groote boulevards welke met recht den. trots der Parij- zenaars uitmaken en de eigenlijke polsader van het parijsche leven zijn, op en neer wandelt, zoo valt het ons al spoedig op, dat haast alle gasten voor de talrijke „brasseries" (bierhui zen) die de plaats hebben Ingenomen van de vroegere café's, een glas voor zich hebben staan, met een geelgroen vocht, absinth genaamd. Absinth is om zoo te zeggen een parijsche drank en een groot gedeelte van de parij sche ellende, van parijsche misdaden, komt op rekening van dezen drank. Het is de parijsche Genever, maar verschrikkelijker nog dan bij den hel- landschen nationalen drank zijn de jevolgen_ van het regelmatig gebruik van Absinth. Absinth, tenminste wat al onder dien naam wordt verkocht en gedronken, heet - vertaald en om schreven vergif. Na eene liehamelijke inspanning, wanneer men zich zoo recht moede gevoelt, mag een glaasje Absinth van eerste kwaliteit en niet overmatig ai- gekoeld ,door ijs, verkwikkend worken. Gebruikt men eehter meer, zoo gaat deze goede werking verloren en de schadelijke gevolgen van elk gebruik van alkohol zuilen zieh openbaren, maar de gevolgen van het gebruik van Absinth zijn schadelijker entre den veel spoediger op den voorgrond, dan bij het gebruik van andere geest rijke dranken. Het overmatig gebruik van Absinth heeit de meest verschrikke lijke gevolgen, men drinkt sb chts om de gevolgen van het laatste gebruik van het vergif te doen verdwij nen, al thans te verminderen. De beste absinth is het merk „Per nod" maar zelfs het gebruik van deze blijft niet zonder kwade gevolgen. Hoevele andere mindere en slechte soorten worden verkocht, is niet na te gaan. Dat van de laatste niet meer het weord absinth in zijne eigenlijke beteekenis van toepassing is, spreekt van zelf, want het zijn slechts brouw sels van de meest kwade en schadelijke stoffen: Hoe zich het gebruik van absinth heeft uitgebreid, blijkt ten duidelijkste uit volgende eijters. 1885 1889 1892 57732 90538 129670 HL. alkohol. Te negen uur verliet de droeve stoet van leege rijtuigen het geheel gesloten huis. Een paar uur later keerden majoor Dudley en Hubert terug, de gordijnen werden opgehaald en Amy slaakte een lange zucht van verlichting. „Mij dunkt," merkte de majoor op en strekte zijne bee- nen voor het vuur uit, terwijl hij zijn glas warmen wijn aan zijne lippen zette „mij dunkt, dat het eene zonderlinge bepaling is, om het testament niet voor den eersten Ja nuari te mogen laten voorlezen. Ik zou wel eens willen weten wat tante Hawkins daarmee bedoelde?" „Het is zeker zeer zonderling 1" stemde mevrouw Dudley toe. „Ik heb nooit van een dergelijk geval meer gehoord, jij „Nooit. Ik kan mij niet voorsteilen wat de bedoeling ervan ie," zeide de majoor. Amy glimlachte en zeide „Ik ben nieuwsgierig om te weten aan wie tante Hawkins dien ring met den mooien diamant heeft nagelaten. Ik ver lang er zoo naar dat te weten." „Die iB toch zeker wel veilig weggeborgen?" riep majoor Dudley uit. „Dat zou een lastig geval voor ons zijn, wan neer die op Nieuwjaarsdag niet te voorschijn was gekomen." „Squelsh heeft alles uitgezocht en ingepakt. Ik zal haar even bellen en vragen waar zij hem heeft neergelegd," zeide mevrouw Dudley. Squelsh werd nu geroepen. „Squelsh," begon mevrouw Dudley, „ik wilde graag weten, waar ie den diamanten ring van juflrouw Hawkins hebt neergelegd „Wel mevrouw," antwoordde Squelsh, „ik dacht dat u hem zelf hadt weggeborgen. Ik heb hem sedert den dood van miss Hawkins niet gezien." „Maar Squelsh, dat is verschrikkelijk I" riep mevrouw Dudley uit. „Denk eens goed na. Je zult hem bij de andere dingen van waarde hebben gepakt." „Neen mevrouw, ik weet, dat hij niet in het doosje is, want ik heb alles wat zij bezat bij elkaar gedaan en de ring was er niet bij. Daar wil ik een eed op doen I" „Onzin I" viel Amy haar in de rede, „hij moet er bij zijn. „Wij zuilen zeiven de koffers eenB doorzoeken, vindt u niet moeder „Ja zeker," zeide mevrouw Dudley. „Wij zullen er naar zoeken totdat hij gevonden is." „Laten wij allen naar boven gaan om te zoeken," riep Jane uit. Het gevolg was dat de geheele familie eu Squelsh naar boven gingen. Amy keek gejaagd rond toen zij de deur opende alsof zij half verwachtte de scherpe stem van miss Hawkins te hoo ren, vragende wat zij daar kwam doen, maar het was koel en drukkend stil in de kamer dat was alles. Sqnelsh had de bezittingen van wijlen hare meesteres in twee groote koffers gepakt, die op elkaar stonden in het midden van de kamer. Zij overhandigde mevrouw Dudley de sleutels en keek kalm toe, terwijl majoor Dudley zijne nagels brak op de riemen, die hij moest losmaken. Het bijouterieën kistje werd het eerst te vours, hiju gebaald en zorgvuldig doorzocht. De inhoud was van niet zeer groote waarde hoofdzakelijk eigenaardige, kleine miniatuurtjes, ringen, die haar bevatten van personen, wier naam reeds vergeten was, groote broches van ouderwetsch model en ver scheidene zonderlinge zegels. Na zieh te hebben overtuigd dat de riDg met de diamanten niet in het kistje zich bevond, sloot majoor Dudley dit en legde het ter zij. „Er blijft ons niets anders over dan alles goed te door zoeken," zeide hij. „De ring zal toch wel ergens wezen en moet gevonden worden. Wij zullen de koffers maar geheel De koffer, die de kleeren bevatte werd nu geopend, zakken, alles doorzocht, maar de vermiBte ring bleef weg. „Het is zeer zonderling," riep de majoor uit, en veegde zijn gloeiend voorhoofd af. „Wij hebben nu alles doorzocht behalve dezen koffer hier, en het is niet waarsehijnlijk, dat hij daarin te vinden zal zijn." „Neen, stellig niet mijnheer. Daarin ziju sleohts drank, fleschjes, oude brieven en haar werkdoos," merkte Squelsh gemelijk op. „Wij zuilen hem toch maar doorzoeken," zeide de majoor. (Wordt vervolgd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2