MKPLAKBILJETTEH. EENE ERFTANTE. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. monte-carlo, MO BIS, I2e Jaargang Donderdag 21 Maart 1895. No. 3594 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIÈN: LI-ÏÏÜN-CHANG, De Kin fleren van den Nevel, Het Polo Spel, Scliaakrubriek. 8TADSNIEUWS. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden franco per post f 1,20. 1,65. 0,05. 0,30. 0,374. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X-X, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door ome agenten en door alle boekhandelaren en courantiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. BAUBE Co., JOBN F. JONES, Succ., Parij. 31bU Faubourg Montmartr.: BILJETTEN voor Vellingen en Aanbestedingen, voor Feestelijk heden, Concoursen etc. kan men (er Stoomdrukkerij van dit Blad lot hoogst billijken prijs laten drukken. Nieuwste Lettersoorten. Spoe dige aflevering. De Directeur Uitgever J. C. PEEREBOOM. van het Geillustreerd Zondagsblad bevat de Chineesche Vredesonderhandelaar. (met illustratie). Overwinnaar aan de Speeltafel Door het spel ten onder gebracht. (met 2 illustraties). Het vervolg op den alom bekenden en beroemden roman: naar het Engelsch van Rider Haggard. (met illustratie). (met illustratie). P uz «le. Nieuw Prijsraadsel, Damprobleem. Voorts Vergissing in de afdeeling Comp tabiliteit (illustratie). Kunst en Letteren (illustratie). [Onder col lega's (illustratie). Anecdote. Een radicaal middel. Wumpy's Duif. Een jachtverhaal. Japan- eche zinnebeelden. Toen de vork in gebruik kwam. Een zonderlinge weddenschap. Wat 't vonkelen der sterren beduidt. Prijswinnaar van Raadsel CXXX. Hoe we aan het woord toast komen. Ons klein landje. Oplossing van raadsel CXXXII. Arme professor (illustratie). Een krachtig argument (illustratie). Mededeelingen. Haarlem20 Maart 1895. Voor het examen nuttige handwer ken zijn Dinsdag geslaagd te 's Gra- venhage de dames A. Kommann en C. M. Overbeek, beiden alhier. De heer J. H. Krelage, algemeen voorzitter van de Algemeene Vereeni- ging voor Bloembollencultuur, is wegens ongesteldheid genoodzaakt de kamer te houden. Hierdoor is hij verhinderd de 5jaar- lijksche tentoonstelling op Vrijdag a. s. te openen. De heer KruijfF van Sassenheim, lid van het hoofdbestuur, heeft zich nu met deze taak belast. De zes lotelingen uit de gemeente Urk, |die tegen 12 dezer ter inlijving te Hoorn moesten verschijnen, hebben dien dag aan de oproeping niet kun nen voldoen, omdat het vaste land door den ijsgang in de Zuiderzee niet was te bereiken. Eerst gisteren was de vaart weder vrij en hebben zich de zes wijdbroeken ter inlijving bij de provinciale griffie alhier aangemeld. Vierde liedera vond Jeanne Landré, De laatste der vier liederavonden van mej. Jeanne Landré had Dinsdag in het Hotel Funckler plaats en was uitsluitend gewijd aan liederen van nederlandsche componisten. Het programma dezer uitvoering is in het no. van gisteren opgenomen ik behoef dus, behalve voor zoover enkele der voordrachten er aanleiding toe geven, niet te vermelden welke namen al, welke niet op dat pro gramma voorkwamen. Eenigszins be vreemd bij alle dankbaarheid voor het aangeboden heeft het mij en kele van die welluidende namen te missen die als van zelf voor den geest komen waar van „Nederlandsche componisten" sprake is. Niet minder opvallend is het feit, dat opeen pro gramma, uit de werken van Neder landers saamgelezen, meer duitsche dan nederlandsche titels te lezen wa ren. Van den anderen kant moet volmondig worden toegegeven, dat het meerendeel van de aangeboden num mers volstrekt niet van muzikaal be lang was ontbloot en dat dus het geheel en hier komt het ten slotte op aan een zeer gunstigen indruk 1 van wat ons vaderland op het Died der liederen-litteratuur heeft aan te wijzen. De concertgeefster had zich voor dezen avond de medewerking ver schaft van den heer G. Ph. Zalsman, onzen jeugdigen, veel beloven den bari ton-zanger. Zij, en niet minder de toehoorders hadden reden zich over die medewerking hartelijk te verheu gen, want de heer Zalsman doet reeds nu heel wat meer dan beloven. Wat hij geeft is de moeite van het aanne men waard. Het doet zelfs naar meer verlangen, zooals bleek uit de toe juichingen die hem noopten zijn laatste lied door een allerlaatste te doen volgen. Met groote voldoening mag ik dan ook verklaren bij de voor drachten van den heer Zalsman zeer te hebben genoten. Niet zooals vóór nog maar weinige jaren enkel door zijn benijdenswaardig orgaan, maar ook en vooral door het artis tieke^ van zijn voordracht en de warmte van gevoel die daarin door straalt. Van zijn gelukkigste zijde toonde zich de zanger ontegenzegge lijk in de meesterlijke liederen van den jeugdigen Janj BrandtsBuijs. Niet minder gunstig deed hij zich kennen in de „Twee Amoureuse Liedekens" van Coster. Wat mij even wel het meest trof was het juiste karakter dat hij wist te geven aan Mann's lied„Ter lustigen Taveerne" méér toch dan in zijn overige voor drachten kwam het er hier op aan die neiging tot het elégische te ver loochenen die zich bij dezen zanger vaak somtijds te pas, ook wel eens te onpas openbaarten het gelukt hem uitstekend. De heer Zals man blij ve zijn aandacht wijden aan een goede en schoone uitspraak,zijnstreven richten op steeds grootere zekerheid in het beheerschen zijner stem en ik twijfel niet of wij, Haarlemmers, zul len binnen niet te langen tijd reden hebben ons op onzen stadgenoot te beroemen. Wat mej. Landré's aandeel in deze uitvoering betreft, meen ik na de gunstige meening die ik reeds vroeger en herhaaldelijk omtrent deze talent volle zangeres uitte thans wel te kunnen volstaan met de vermelding dat ook zij met hare voordrachten veel kunstgenot schonk en in dank daarvoor warm werd toegejuicht. Aan het einde vooral van dezen laatsten liederavond toonden zich de aanwezi gen ten zeerste voldaan over het vele goede en schoone dat mej. Landré d or hare liederavonden gaf te genie ten. Voorzeker zal zij hierin een aan sporing zien in het volgend concert seizoen getrouw te blijven aan de goede gewoonte, door haar sinds eenige jaren gevolgd. Moge zij dan even gelukkig zijn in 't vinden van een bekwamen accom- pagnateurmen heeft bij deze lieder voordrachten nog weer eens kunnen opmerken hoeveel hiervan afhangt. De heer Joh. Wagenaar die zich in dit saisoen met deze inspannends taak belast beeft, toonde zich daarbij, zoo niet altijd een buitengewoon pianist, dan toch steeds een ontwik keld kunstenaar, die niet zooals wel eens valt waar te nemen en te betreuren zijn hoofddeugd zoekt in die soort van bescheidenheid waar aan menig belangrijk onderdeel eener begeleiding wordt opgeofferd. Integen deel, met ernst en verstand is hij er' voortdurend op uit het betreffende lied als geheel tot zijn recht en waarde te brengen, zonder daarbij de even genoemde schoone deugd geheel uit het oog te verliezen. Ook hem komt ten volle een woord van dank en groote waardeering toe. PHILIP LOOTS. Heden werd op het Museum van Kunstnijverheid alhier eene tentoon stelling geopend van kunstindustriëele ontwerpen, schetsen in teekeningen, alsook van keramieke producten, ver vaardigd en geschilderd door den heer A. Ie Conté, oud-leera ir aan de Polytechnische School te Delft. Wij zagen er o. m. een ontwerp eener versiering van het raam in den Westergevel van de Noorderzijbeuk van de St.-Bavokerk te Haarlem, een ontwerp van eene wanddecoratie van het Trappenhuis der universiteit te Utrecht, een ontwerp van eene serre decoratie van het Kon. lusthof te Soestdijk, benevens verschillende ont werpen van tegelbekleeding, allego rische voorstellingen, schoon geschil derde bloemen, en eene voorstelling van „de Droom." Een en ander maakte den indruk, dat de heer A. Le Conté op het ge bied der architectuur veel presteert, en wiens naam de Nederlanders met eer kunnen noemen. Wij kunnen onze stadgenooten aanraden de tentoon stelling te bezoeken. Het kantongerecht alhier, deed heden uitspraak in de zaak tegen P. J. van Hemert, die, zooals men weet beschuldigd was van het onbe voegd uitoefenen der artsenij bereid- kunde. Hij werd veroordeeld tot 2 geldboeten van f10 elk, subsidiair 5 dagen hechtenis voor elke boete, conform den eisch van het O. M Sluisdeuren te IJmuiden. De Ingenieur deelt mede, dat de Minister van Waterstaat besloten heelt, dat bij de nieuwe sluisdeuren te IJmuiden proeven genomen zullen worden met electrisch gedreven be wegingswerktuigen in de eerste plaats om met juistheid den arbeid te bepalen die voor het openen en sluiten der groote deuren noodig zal zijn. Hieraan wordt nog toegevoegd, dat deze proefnemingen zullen plaats hebben in het einde van Mei of begin Juni. De voorloopige inrichting zal be staan uit een machine- en ketelhuis, waarin de stoomketels, de stoom werktuigen en de dynamo's tot op wekking van den stroom zullen ge plaatst worden. Deze stroom wordt langs luchtleidingen naar twee elec- trische kaapstanders gevoerd, die met een snelheid van 20 en 10 cM. een trekkracht van 5000 of 10,000 KG. uitoefenen en door middel van zware kettingen of staaldraadkabels de deu ren zullen bewegen. De uitkomsten der proefnemingen mogen zeker met belangstelling te gemoet gezien worden. De Ingenieur verwacht, dat zij op overtuigende wijze het feit zullen staven, dat electrische beweegkracht voor derge lijke doeleinden met voordeel de hydraulische beweegkracht kan ver vangen. De namen der firma's, aan wie de uitvoering der voorloopige installatie is opgedragen, zijn een waarborg dat er iets degelijks tot stand ge bracht zal worden, want de firma Figee heeft op het gebied van hijsch- en bewegingswerktuigen reeds haar spo ren verdiendvan de degelij kheid en kundigheid der heeren P. H. ter Meulen Co. getuigt reeds menige installatie in ons land en van de firma die zij vertegenwoordigen, de „Electricitats-Actiengesellschaft vor- mals Schuckert und Co., Nümberg", gaat een goede roep. IJmuiden- De directie der Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij heeft op het verzoek der Vereeniging „IJmuidens Belang" geantwoord, dat zij bij de invoering van den zomerdienst weer een trein IJmuidenVelsen zal laten rijden, in verbinding met den eersten trein op den Helder. In de eerste ja ren van het bestaan der lijn IJmui denVelsen heeft die hier ook gere den, maar nu sedert ongeveer zes jaren niet meer. Naar het engelsch van A. B. ROMNEY. 29) HOOFDSTUK XVI. „Ja, maar er valt niet aan te twijfelen," liet Samuel er Haastig op volgen, „dat, ofschoon zij wel wat zonderling was, zij toch geheel bij haar verstand was toen zij haar testament maakte. Dat zal hoop ik niet betwijfeld worden „O neen, volstrekt niet," stemde Black Crum toe. „Zeker," bevestigde Sparkes. „Het is niet aan twijfel onder hevig, dat wijlen mies Hawkins gezond van geest was toen zij haar testament maakte. Ik herinner mij zelfs niet ooit eene bejaarde dame te hebben ontmoet, zoo helder van hoofd en zoo beslist wetende wat zij wilde als zij. Ik was dan ook zeer verrast te hooren, dat zij zoo spoedig nadat ik het ge noegen had gehad haar te spreken, was overleden." Na dit te hebben gezegd liep Sparkes naar het voorver trek teruv, zette zich op zijn gemak dicht bij het vuur neer, legde zijn eene been over het andere en opende het zwarte valiesje. Allen schaarden zich om hem heen. Nellie en Lawrence Wainwright stonden dicht bij elkaar achter Jane en dokter Crum. Samuel en Amy, met hoopvolle verwachting, duidelijk op hun gelaat te lezen, drongen geheel naar voren. „Vrouwtje lief," riep de voorkomende Samnel uit, „dat laDge staan zal je vermoeien. Ga hier maar zitten lieveling." Hij zette een stoel neer voor Amy aan Sparkes' rechterkant en ging toen achter haar staan, zich daarbij eene goede plaats voor zichzelf verzekerend. „O mijn hart klopt 1" zeide miss Crum fluisterend tot Hubert. „Waarlijk?" zeide Hubert. „Het mijne ook." „Wat doet uw hart kloppen fluisterde opnieuw de ge voelige miss Crum en bloosde hevig. „Het groote verlangen om hem eens op zijn hoofd te trom melen I" antwoordde Hubert en knikte met zijn hoofd in de richting van den glimlachenden Samnel. Miss Crum verzonk weer in stilzwijgen. Zooals wij gezegd hebben, had Sparkes zijn valiesje ge opend en te midden eener ademlooze stilte, haalde hij een verzegeld pakketje te voorschijn. Hij schraapte zijn keel. Op dat oogenblik deed zich een zacht, aarzelend kloppen hooren op de deur. „Kom binnen! Wie is daar?" riep de majoor uit. Opnieuw werd er geklopt. „Kunt u niet binnenkomen, wie ge ook zijt riep majoor Dudley nogmaals uit. Langzaam trad Squelsh de kamer binnen, en wreef met onderdanigheid in hare handen, met een zoeten glimlach om hare lippen. „Neem mij niet kwalijk mevrouw," begon zij, „maar ik was zoo vrij hier te komen om te vragen of ik het testament van die dierbare, arme miss Hawkins ook mag hooren voor lezen. Zij is nu dood en begraven, en dat is zeer te bejam meren, maar ik kan haar nooit vergeten neen nooit." Squelsh bracht het tipje van haar hard geBteven schort aan hare oogen, totdat een onwillige traan verscheen. „Welzeker, dat is je toegestaan Squelsh," zeide mevrouw Dudley. „Ik hoop, dat miss Hawkins je iets in haar testa ment heeft nagelaten." „Zij heeft het mij steeds beloold te zullen doen mevrouw. Onophoudelijk zeide zij tegen mij Squelsh ik zal je niet vergeten, want je bent het trouwste, bereidvaardigste schep sel van de wereld. Hoe lang en waar ik ook zocht, nooit zou ik je gelijke vinden. Dat heeft zij werkelijk gezegd mevrouw." „Zoo, zoo," kwam de majoor nu ongeduldig tusschenbeide, „het is goed Squelsh. Ga zitten. Mijnheer Sparkes zal het testament nu voorlezen." Squelsh zette een stoei met rieten zitting bij de deur neer, ging op het puntje er van zitten, en was gereed om te luisteren. Sparkes legde het verzegeld pakje op zijne knieën, zocht zijn bril te voorschijn, veegde de glazen met zijn zijden zak-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1