ÉlIPIilBILJEÏÏEI
EENE ERFTANTE.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
126 J aar gas.
Vrijdag 22 Maart 1895.
No. 3595
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
j. c.
STADSNIEUW 8.
FEUILLETON
IRLEMTS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blad verachijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-dL, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Beclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantien.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAÜBE dj Co., JOHN F. JONES5mm., Parjje 31 bil Faubourg Montmartrê:
BILJETTEK voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen etc. kan men
(er Stoomdrukkerij van dit Bied
tot hoogst billijken pr(p laten
drukken.
Nieuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
Haarlem21 Maart 1895.
Als lid van de Comm. van toezicht
op het L. O. vraagt, wegens veran
dering van werkkring, de heer mr. A.
Heshuijsen ontslag.
Voordracht voor onderwijzer 3e]kl.
aan school A: A. Klok, Wormerveer;
J. Huese, Bloemendaal, en R. de
Boer, Beverwijk.
Voor het examen nuttige handwer
ken is Woensdag te 's Gravenhage
geslaagd mej. J. E. Wesselink alhier.
Ter provinciale griffie van Noord-
Holland zijn benoemd tot commies
de heer mr. P. Dozy, burgemeester
van Delden; tot adjunct-commiezen
le kl. de heeren mr.' J. N. J. E. Thijs-
sen te Arnhem, mr. H. Philips te
's-Gravenhagetot adjunct commies
2e kl. mr. A. E. A. S. van Stralen te
Haarlem, en tot klerk de heer L. M.
Moolenaar, klerk ter gemeente-secre
tarie alhier.
De le luit. L. F. T. Vogel, van het
4e reg. inf. alhier is bestemd om 1 Oct.
leeraar bij de Militaire school op
te treden.
Ned. Opera.
Tot teleurstelling van hen, die zich
hadden verheugd op een kennisma
king met Bruneau's VAttaque du
Moulin werd de opvoering dezer opera
onmogelijk gemaakt door de ernstige
ongesteldheid van een der voor
naamste, in dit werk benoodigde
krachten. Het werd nu vervangen
door Verdi's Troubadoureen toon
werk dat hoofdzakelijk om zijn rijk
dom aan vleiendo en pakkende me
lodieën nog steeds een verklaarbare
aantrekkingskracht uitoefent. Niet dat
schouwburg nu juist zoo buiten
gewoon bezet was integendeel;
maar de aanwezigen toonden zich zeer
dankbaar en zelfs geestdriftig. Aan
het einde der voorstelling die dezen
keer niet onder leiding van den heer
v. d. Linden plaats had werden
de hoofdpersonen langdurig toege
juicht en herhaaldelijk voorgeroepen;
aan welke vereerende uitnoodiging
zij natuurlijk levend of dood
met de meeste gratie gevolg gaven.
Het behaa de euccès scheen mij zeer
verdiend, want er werd meermalen
recht voortreffelijk gezongen. Dit was
ook wel niet anders te verwachten
waar Pauwels als ManricoOrelio als
Graaf Lunamevr. Dirckxv. d.
Weghe als Leonore en mej. Kempees
als Azucena optraden.
PHILIP LOOTS.
Men heeft ons gemeld (zie verslag
der afd. Onderl. Verz. t. Inval, en
Ongelukken v. d. Ver. „Industriëelen
enz.") dat de heeren A. F. Kerrebijn,
H. London en J. W. Veldheer voor
1895 niet zijn benoemd tot commis
sie-leden maar tot plaatsvervangende
commissie-leden voor het nazien der
rekening.
Het Leger des Heils hield gisteren
eene buitengewone groote bijeenkomst
in „Felix Favore," waarop den majoor
Maidment verwelkomd zou worden.
Op de gebruikelijke wijze werd de ver
gadering geopend met het zingen van
eenige liederen, waarbij een muziek
korps speelde.
Daarna vertelde kol. Oliphant een
en ander omtrent het leven van den
majoor Maidment en heette hem
welkom. De mojoor Maidment zong
nu alléén een lied. Vervolgens had
eene plechtige bevestiging van eenige
recruten tot soldaten plaats. Kolonel
Oliphant las daartoe voor 2 Tim. 2,
hetgeen hij besprak. Hij wees er op
dat allen voortdurend moeten werken
voor God, de redding van zielen en
van Nederland, en alle menschen lief
hebben.
Een der in de vergadering aanwe
zige majoren, las daarop een uittrek
sel uit de krijgsartikelen voor, die
men, voordat men heilssoldaat wordt,
moet teekenen. Nu werden den pas
benoemden soldaten passen uitgereikt,
een en ander met muziek afgewisseld,
waarna de majoor Maidment het
woord verkreeg. Hij bracht allen dank
voor het welkom aan hem, en wenschte
dat God de vergadering zegenen zou.
Hij deelde een en ander omtrent
Finland mede, en hoe eene wet in
Finland bepaalde, dat het Leger des
Heils er niet rrocht werken, omdat
men er bang voor was; men ver
wachtte er eene revelutie van en hij
wekte allen op zich bij bet Leger aan
te sluiten. Ten laatste sprak Bouman
uit den Haag nog een enkel woord.
Hierop werd de vergadering gesloten
op de gebruikelijke wijze.
Reeds weken geleden meldden wij,
dat er een plan bestond tot ruiling
van grond tnsschen bet Rijk en de
gemeente Haarlem. Het Rijk wil
hier een nieuw Huis van Bewaring
(met cellulaire gevangenis) stichten
en wenscht daarvoor een gedeelte
van het Harmenjansenveld van de ge
meente te ontvangen, in ruil waar
voor de Minister de terreinen aan
biedt waarop het tegenwoordige Huis
van Bewaring in de Tuchthuisstraat
en twee daarbij behoorende woningen
zijn gebouwd.
Drie deskundigen hebben een en
ander geschat en ramen het gedeelte
van het Harmenjansenveld op 145000
en de terreinen die het Rijk zal af
staan op f31.900. Het verschil van
flb.100 wil de Minister, onder voorbe
houd van goedkeuring door de Staten-
Generaal, bijbetalen.
B. en W. achten deze ruiling in
het belang der gemeente, die behalve
andere voordeelen de beschikking ver
krijgt over een terrein van 1800 M3.
in 't midden der stad.
Het prijsgeven van een gedeelte
van het Harmenjansenveld heeft met
het oog op een reeds vroeger uitge
sproken denkbeeld, om daar ter plaatse
eventueel eene nieuwe gasfabriek te
doen stichten, een punt van ernstige
overweging in het college en ook bij
de commissie van fabricage uitge
maakt. De overweging echter, dat de
oprichting eener nieuwe gasfabriek
even goed, zoo niet beter, in verband
met meerdere beschikbare ruimte, zal
kunnen geschieden op de gemeentelijke
eigendommen aan den Oudenweg, en
alzoo ook in het oostelijk gedeelte der
gemeente, heeft er B. en W. toe gebracht
voor te stellen aan het verlangen
van den Minister gevolg te geven,
Eene verplaatsing van de gemeente
reiniging naar het terrein aan den
Ou lenweg, mede een denkbeeld in
dertijd geuit, zal hierdoor wel ie waar
vervallen, doch eene uitvoering daar
van achten B. en W. ook in de toe
komst niet noodig, terwijl zeer be
langrijke kosten, die bij nadere over
weging daarmee gepaard zouden gaan,
B. en W. een overwegend bezwaar
toeschijnen.
Onze Bloemententoonstelling.
Onze Bloemententoonstelling dat
is de vijl]aarlijksche tentoonstelling
die door de Algemeene Vereen, voor
Bloembollencultuur wordt gehouden
en die nu morgen (Vrijdag) te één
uur weer zal worden geopend. Onze
tentoonstelling, want deze groote ex
positie is steeds gehouden in onze
gemeente en het zijn onte bloemen,
hyacinth, tulp en narcis, die den
naam Haarlem tot in de verste stre
ken der aarde hebben bekend en be
roemd gemaakt. Het zijn dan ook
niet alleen voor den inzender en den
vakman, maar ook voor den toeschou
wer feestdagen, die weinige etmalen,
waarin ons de gelegenheid wordt ge
schonken de schoone kinderen der
Natuur, helaas „zoo niet verwelkt,
vergaan" te bewonderen.
Jammer is het, dat de tentoonstel
ling ditmaal niet door den algemeenen
Voorzitter, den heer J. H. Krelage,
zal kunnen worden geopend. Men was
zoo gewoon hem dien men wel eens
„de vaier van het vak" noemde, de
feestelijke openingsrede te heoren hou
den.
Ook hij is verrast door den ver
raderlijken wind van griep en influ
enza die over half Europa heenwaait
en het zal hem zeker aan het hart
gaan, dat hij ditmaal het opsnings-
woord van de tentoonstelling die hem
steeds zoo lief was, aan een ander
moet overlaten.
Wat haar uitgebreidheid betreft,
staat deze tentoonstelling zeker niet
bij voorgangsters ten achteren, en
voorzoover een vluchtig overzicht ons
daarvan een indrui kon geven zou
den we er willen bijvoegen ook niet
in gehalte. Het valt dadelijk in het
oog, dat de tulpen het in aantal dit
maal winnen van de hyacinthen. Er
zijn er zooveel, dat er geen plaats
voor was in de groote zaal en dat
men een belangrijk gedeelte van de
inzendingen heelt moeten opstellen
in het zijvertrek dat anders voor
vestiaire dient in en in de bovenzaal.
't Spreekt wel van zelf, dat er nog
geen denken is aan bloemen „van den
kouden grond" een uitdrukking die
anders figuurlijk geen lofspraak, in
't bollen vak den natuurlijken toestand
vertegenwoordigt. Wat men hier ziet
is alles geforceerd, hetzij in de warme
dan wel, op zijn best, in de de koude
kas vervroegd. De Natuur wordt aldus
een handje geholpen en dat onze
kweekers daarvan den slag hebben,
zal iedere bezoeker die een weioii
meer dan vluchtig toekijkt, moeten
toestemmen. De groote, volle bloe
men getuigen van de zorg die er aan
de kunstmatige bewerking is besteed.
Bij het binnentreden in de groote
concertzaal treft allermeest het oog
de rij hyacinthen, die langs den lin
ker zijwand tegen de spiegels is op
gesteld. Zij staan daar als een sym-
phonie van kleuren, rose, zacht of
donkerblauw en rood van alle tinten,
verzacht door de nabuurschap van
wit en geel. Of nu van deze of gene
bloem de „nagels" voldoende in aan
tal zijn, of zij werkelijk is waarvoor
zij zich uitgeeft, of deze wat voller
en gene wat magerder is uitgevallen,
wij zullen het niet beschrijven. Dat
is de taak der jury, de onze is alleen
een aperju te geven van de expositie,
dat den lezer wellicht aanleiding zal
zijn eens een kijkje te nemen.
Rechts van den ingang 3taan een
gedeelte tulpen en het midden van
den zaal wordt ingenomen door twee
perken, die het er als 't ware op
aanleggen om u een overzichtje te
geven van wat er in het vak wordt
gedaan. Behalve hyacinten vindt ge
daar de hoofdsoorten bijeende tulp
met haar ronde vormen, de narcissen,
spiraea tot aan den nederigen crocus
in eenvoudige bakken toe.
Maar men weet niet waar heen het
eerst het oog te wenden. Naar den
grillig gevormden haemanthus nata-
lennis, even pretentieus in uiterlijk
als van naam Naar de neerhangen
de Lachenalia nelsoni, of liever naar
de fraaie iris en de bescheiden fritilla-
ria Als we het niet wisten, dan zou
den vele namen, vooral van hyacin
then en tulpen, het ons verkondigen,
dat het vak voor een groot deel bouwt
op Eugeland en Amerika; er is dan
ook geen beroemdheid in Albion of
zijn naam wordt door een holland-
schen bloembol bestendigd.
Overigens staan hier de meest on
gelijksoortige grootheden naast en
door elkander. Wat dunkt u van eene
combinatie Potgieter, Cavaignac, Ma
dame van Hoop Trois noms, bien
étonnés de se trouver ensemble. Maar
om nogmaals te citeeren: „what is in
a name?" Op de zaak komt het aan
en een povere bloem wordt er door
een mooien naam niet verkoopbaarder
op.
In het midden van den zijwand aan
de tuinzijde is een flink perk met
bloemen en planten, waarin een in
zending clivias en Aaronskelken de
aandacht trekken. Hier rijzen busten
van onze koninginnen uit het
groen.
De galerij sierlijk gedrapeerd door
de firma Pander, bevatte op het oogen-
blik dat wij er een kijkje namen, nog
niet veel meer dan groene planten.
Twee tafels wachten daar de bou-
quetten, die pas morgen komen om
nog hun eerste frischheid aan de
eerste bezoekers te kunnen vertoo-
nen.
Naar het engelaeh
van A. B. ROMNEY.
HOOFDSTUK XVI.
Ik koesterde en streelde mij met de gedachte haar lief
tallig gelaat steeds bij mij te hebben, terwijl hare stem mij
in mijne eenzaamheid opvroolijkte en mijn hart verteederde,
dat hare vingeren mijne oogen bij den dood zouden toedruk
ken en hare oprechte tranen op mijn grai zouden vallen. Ik
stelde mij voor een tehnis, gevuld met jeugd, muziek en
geluk. Ik begreep dat ik nooit tot zijne vroegere eenzaam
heid en stilte kon terugkeeren.
„Heimelijk gaf ik bevelen om mijn huis nieuw te laten
meubileeren en liet het voorzien met al die dingen, die ik
meende dat een jong meisje kon wenschen, en hierna
wachtte ik geduldig den dag at waarop ik Nellie mijn plan
zou kunnen mededeelen en haar naar huis meenemen.
„HelaaB 1 waren mijne oogen met blindheid geslagen
dat ik, eene oude vrouw, er aan kon hebben gedacht, liefde
te kunnen opwekken? Ik riep haar moeder bij mij en ont
vouwde haar mijne plannen, weinig denkende aan tegen
stand; ik vernam dat Nellie's hart reeds was weggegeven en
wel aan den man, wiens naam alleen Lawrence Wain-
wright mij met haat en afschuw voor hem vervulde.
Waarom ik een man haatte, dien ik nooit had gezien, waar
om het noemen van zijn naam mij reeds deed huiveren, kon
mevrouw Dudley niet ontdekken. Nu mijn pijnlijk getroffen
hart rust heeft gevonden in het koele graf waar hetzeifs
te kalm is, dan dat de bitterste grijns en toornigstelaoh het
kunnen pijnigen zal ik de reden verklaren.
„Langer dan zestig jaar geleden was ik ook jong en lief
tallig als Nellie. Met verbazing kan ik mij nog herinneren,
hoe de dagen mij alle te kort toeschenen toen ieder jaar
meer genot en liefde bracht dan het voorgaande toen
allen, die mij zagen, slechts glimlachten en mijne wenschen
inwilligden toen de wereld vol liefde en geluk scheen te
zijn. Ik had alles behalve geld, maar nooit voelde ik het
gemis. Ik geloofde in trouw en lieide, want ik gelooide in
Lawrence Wainwrights eer.
„Nu nog kan ik er niet over spreken. Hij, die duizend
maal gezworen had mij lief te hebben, had iets anders
lief.
„Eene erfgename glimlachte tegen hem, en hij hij ver
liet mij.
„Hij verliet mij voor geld, en toen ik kort daarop, geheel
onverwachts, zelve in het bezit kwam van geld was het te
laat. Ik had het eenige verloren wat ik er niet voor kon
koopen liefde.
Lawrence Wainwright had mij verlaten, en toen hij tot
mij had willen terugkeeren met schoone woorden en glim
lachjes op zijn knap gelaat, verwees ik hem op stroeven toon
naar de erfgename, die hem scheen lief te hebben. Hij smeekte
mij hem vergiffenis te schenken hij zwoer slechts mij ooit
te hebben liefgehad. Hij schreide en ik verachtte hem. Ten
slotte verliet hij mij norsch en ik werd dagelijks hardvoch
tiger en ongelukkiger ik werd wat ik nu nog beneene
oude vrouw, door niemand bemind en geen liefde gevend.
„Gij kunt nu begrijpen waarom de naam Lawrence Wain
wright mij hatelijk in de ooren klinkt waarom die alle
kwade hartstochten uit het diepst van mijn hart doet op
wellen. Nellie had zijn kleinzoon lief, en het scheen mij toe,
dat hij moet zijn wat zijn grootvader, Lawrence Wainwright,
voor hem was geweest. Ik besloot haar voor mijn lot te be
hoeden, en zijne valschheid aan het daglicht te brengen. Ik
begreep, dat nu voor mij het oogenblik der wraak was aan
gebroken.
„Ik besloot hem te zien. Hij werd ontboden en verscheen.
Toen hij de kamer binnentrad klopte mijn hart onstuimig
en mijne oogen verduisterden. Het was mij alsof de tijd was
teruggegaan, en dat hij, reeds zoo geruimen tijd dood, weer
voor mij stond. In gestalte, in gelaat, in al zijne bewegingen