DE FAMILIE KING. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e J&arg&fii Zaterdag 30 Maart 1895, No. 3602 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIÈN: J. C. PEEREBOOM. NABETRACHTING STADSNIEUWS. FEUILL O N ARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden franco per post f 1,20. 1,65. 0,05. 0,30. 0,37 i. Dit blad verscbijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 3L-4L, Haarlem. Telefoonnummer 122 van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsrnimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. FEEREBOOIL Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc., Parijt 31bis Faubourg Montmartr*. Eel Bijvoegsel van het blad dal Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten De Idioot (Naar het Fransch van Georges d'Esparbès.') Binnen en Buitenlandsche berichten. Varia. Advertentièn enz. Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui- tantiën, Brievenhoofden, Memoranda en alle overige Drukwerken, die op kantoren voorkomenworden ter Stoomdrukkerij van dit blad goed- billijk en vlug gedrukt. De Directeur-Uitgever uit den GEMEENTERAAD. LXXVII. De Burgemeester en de heer 't Hooit zijn het niet eens over de maatrege len, die men nemen moet om onge nood© gasten uit een park te houden De Burgemeester wil een hoog, de heer 't Hooit een laag hek, „want,' zoo betoogde laatstgenoemde, „over een laag hek te klauteren is bene den de waardigheid van een straat jongen. Veel eerder klautert hij over een hoog hek om daarop in den kring van zijn makkers te kunnen .stoffen." 't Is een opinie, en als zoodanig moet ik die eerbiedigen, al durf ik haar niet deelen. Immers, logisch doorredeneerendemoet de heer 't Hooit in 't geheel geen hek nog verkiezen boven een laag hek. Dan zal, altijd volgens de heer't Hooft, de straatjeugd aldus redeneeren„het is beneden mijn waardigheid, een park binnen te gaan waar heelemaal geen hek omheen staat." Of de heer 't Hooit deze consequen tie zou aandurven, neem ik de vrij heid te betwijfelen. Zelfs de heer Klein niet, die verklaarde, dat men wat vertrouwen moet stellen in de jeugd en geen hek moet zetten waar van ieder ziet, dat hij die het plaatste bang was voor diezelfde jeugd. De leuke verklaring van den voorzitter dat Z.E.A. wTel vertrouwen wilde stel len in de jeugd als de ervaring er maar reden toe gaf, moet het opti misme van den heer Klein een knak hebben gegeven, want zeker kan het hoofd der politie beter dan iemand anders weten, hoe ver het vertrou wen in de jeugd mag gaan. De Raad gaf de Maatschappij voor Staalbron- nen vergunning een laag hek om het Frederikspark te zetten, ver leende toestemming tot het maken van de „Lauben" waar B. en W. niet hadden aan gewild en ontsloegen haar van de verplichting om haar badhuis in het Frederikspark te bou wen. Kortom, het was wat men pleegt te noemen „botertje tot den boöm." Nog nooit hebben de wenschen van de Staalbron zulk een gunstig onthaal bij den Raad gevonden. De heer 't Hooit, die weer eensin de vroolijke stemming was, welke de saaie debatten in den gemeenteraad aangenaam afwisselt, wou een park wachter in het Frederikspark hebben met een rijwiel. Ziet de man iets kwaads gebeuren, dan springt hij hip 1 op zijn wiel en kart met een snelheid van laat ons zeggen 20 ki lometer in 't uur naar de bedreigde plek. Maar hoe? Over grasveld en bloemperken heen Dat kan de heer 't Hooft, die groot liefhebber van natuurschoon is, niet willen. Langs de voetpaden dus, door de wandelaars heen? Voor hij op de plaats van bestemming was aangekomen, zouden de kattekwaad uithalende jongens al lang gevlogen zijn en deleden van het Brongebouw mitsgaders de bad gasten, zouden welhaast per petitie aan de Maatschappij hebben verzocht, den wielrijder maar liever weer op zijn voeten te laten surveilleeren. De kaasdragers hebben een vast loon gekregen. Indertijd is in dit blad gewe zen op de noodzakelijkheid om na te gaan of onze markten, waaronder ook de weinig beteekenende kaasmarkt, niet eens tot grooter bloei kunnen worden gebracht. Er is nu een stap in die richting gedaande kaasdra gers zullen namelijk voortaan een witte kiel dragen. Ik hoor de boeren al tot elka&r zeggen „Waar mart jij je kaas „Ik te Haarlem nergens anders. Daar dragen de kaassjouwers zulke helderwitte kielen." Niet waar, lezer, zóo is een boer. Hij vraagt niet„waar komen de meeste koopers en waar kan ik dus den hoogsten prijs maken?" Neen hij gaat naar de markt die het netst is aangekleed. Haarlem29 Maart 1895. Met 15 September worden zooals gemeld is de cadetten van het 3e en 4e studiejaar infanterie en cavale rie hier te [lande en Oost-Indië van de^ Kon. Mil. Academie overgeplaatst naar de Mil. Schoot te Haarlem. In het geheel zal die school dan ruim 100 leerlingen tellen. Om dat grootere getal te kunnen huisvesten, worden thans reeds eenige kamers in het ge bouw in gereedheid gebracht. Natuur lijk wordt ook het leeraarspersoueel uitgebreid. Dat personeel, thans be staande uit den kapitein B. W. Men- sing als directeur, den kapitein J. H. de Wildt en de le luitenants E. G. Staal, H. Croockewit, L. E. Hinrichs en G. W. Fris, blijft als leeraar werk zaam, met uitzondering van den ka pitein De Wildt die, aangezien er geen kapiteins als leeraar mogen op- treeen, naar het le regiment Infanterie wordt overgeplaatst. Verder kunnen wij thans reeds me- dedeelen, dat de luitenants der cava lerie A. M. van Wijk en C. E. M. de Bruyn, van de Kon. Mil. Academie, tot hat geven van onderricht aan de cadetten van hun wapen worden overgeplaatst en dat het geven van onderricht in de practijk en de exercitie-reglementen, benevens het waarnemen van den politiedienst, zal worden opgedragen aan den len lui tenant 'L. F. T. Vogel, van het 4e resr. infanterie, en de 2e luitenants W. E. v. Eek en D. van Dijk, respectievelijk van het le en het 3e reg. infanterie. H. C. In de Zaterdag gehouden vergade ring der Commissie voor het bureau voor Vraag en Aanbod te Haarlem werd den Secretaris opgedragen eeue dankbetuiging te zenden aan het be stuur der IJsclub voor de organisatie der werkverschaffing waardoor vele ingeschrevenen wat hebben kunnen verdienen; tevens werd besloten de zittingavonden voorloopig te schorsen met het oog op de vele werkzaamhe den welke in 't vooruitzicht zijn, ter wijl aan het bestuur van Pat. zal verzocht worden een vergadering te beleggen teneinde eene flinke werk verschaffing te organiseeren. Met waarde ring werd tevens over de Redactie van dit blad gesproken welke steeds bereidwillig de me- dedeelingen van de commissie had opgenomen en na dankbetuiging aan de leden der C >mmissie voor den on vermoeiden ijver waarmede de meesien zijn werkzaam geweest, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Anarchisten. Was het publiek misschien ba^g voor de aanwezigheid van echte anar chisten bij de opvoering in onzen schouwburg van Van Mauriks nieuwe klucht „Anarchisten?" Men zou het h ast zeggen, want de zaal was Don derdagavond wanhopig slecht bezet. Voor bommen en ander ontuig was evenwel geen nood. Van Mauriks anarchisten zijn het tegendeel van anarchisten van de daad, ze voeren met hun allen een bitter klein beetje uit. Het woord „anarchisten" is dan ook op te vatten in overdrachtelijken zin. We zien een voorstelling van anarchie in een huishouden, in geld zaken, in de schilderkunst, in de schilderkunst, in de dichtkunst. De nieuwere schilderkunst die niet wil kun nen teekenen, maar alleen kleursymp- honieën vervaardigen, krijgt een veeg, maaar vooral is het de nieuwere poëzie die ht ontgelden moet. Theo Garsthof die deze richting vertegen woordigt, wordt door den auteur met zeker wreed genoegen geteekend als een driekwartkrankzinnige, die zelfs de gewoonste dingen in hoogdravende taal verko ndigt. OP. het stuk succes zal hebben i? te betwijfelen. Het is wat al te zeer ge chargeerd en komt buitendien wat laat. De excessen van de nieuwere kunstrichting, behooren aaeerendeels tot de historie. Die ze begingen zijn meerendeels zelf al gekalmeerd en dat er goeds in de nieuwe schrijfwijze school, is door oudere letterkundigen reeds erkend. Daardoor kan Schuize, die voor Theo speelt („Theo mijn" zoo ils zijn moeder hem noemt) hoe vermakelijk hij ook is, ons nauwelijks tot het einde boeien. Heel vlot werd het stfuk niet ge speeld, een pauze van een halfuur tusschen het eerste en tweede bedrijf is wel wat kras. De heer Tourniaire wist blijkbaar niet recht wat hij maken moest van den gewaanden anarchist Jaroslaw, die uitvinder van een nieuw insec tenpoeder blijkt te zijn. Zelfs de heer de Vries, die den braven zeekapitein Bruin weergaf, zat duidelijk met zijn eigen suprabraaf heid te tobben en in het derde bedrijf waren al de a teurs uit hun rol en lachten om elkanders grollen. Wijselgk liet men dan ook aan het slot het gordijn maar hangen. Het publiek heeft gelacheD, maar was daarom niet ontwapend bij het voorstukje Plicht van denzellden auteur, heeft het tranen gestort en toegejuicht. Deze kleine dramatische schets werd dan ook zeer verdienste lijk door mevrouw Pauwels en den heer Clous gespeeld. Door de Maatschappij tot exploi tatie van Staal water bronnen alhier is gevraagd om vergunning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in de verschillende zalen van het Brongebouw in het Frederiks- rk en in het bij dat gebouw be- hoorende park met terras. Naar men verneemt wordt het kan toor der Directe Belastingen, van de Krocht Maandag a. s. verplaatst naar de Smedestraat in het voormalig post kantoor. Met de tijdelijke waarneming van dit kantoor is belast de Surnu merair D. de Fluiter van de Directie te Amsterdam. Gedurende de afgeloopen maand Maart zijn op Aardappel- en Boter markt alhier aangey. yerKoclt laagste boogs.w. Boter 533 Kg. 478 Kg. 11,— f 1,40 Biggen 398 st. 358 st. f4,f7, Schramm. 239 st. 219 st. f8,f14, Aardapp. 236 H.L. 236 HL. f 2.— f4.— Appelen 206 H.L. 117 H.L. 4.— 7.— Peren 186 H.L. 139 H.L. 3— 4.— Men meldt aan de N. R. Ct\: Op verzoek van het kerkbestuur der gereformeerde kerk te Bloemen- daal kwam dezer dagen te Haarlem eene commissie bijeen, bestaande uit de heeren Jhr. B. W. F. Riemsdijk, onderdirecteur van het Ned. Museum voor geschiedenis en kunst, mr. A. J. Enschedé, archivaris der gemeente Haarlem, en G. J. Gonnet, rijks-ar chivaris van Noord-Holland. De taak dezer commissie was, eenige proeven van beschilderd glas te beoordeelen, daar men plan had, bij de restauratie der Bloemendaalsche kerk,deze weder, zooals oorspronkelijk, van geschilderd glas te voorzien. De oude vensters, die gedeeltelijk bewaard zijn geble ven, bevinden zich voo- een deel in het raadhuis te Haarlem, het Mu seum van Kunstnijverheid alhier en op het slot Hees wijk bij 'sJHertogen- bosch. De opgave wasmonsters te ver vaardigen, die met de oude fragmen ten zoo nauw mogelijk zouden over eenstemmen. Zonder veel discussie werd het proefwerk der firma Van Diesen Kerrebijn alhier goedge keurd. Aan deze firma werd dan ook dit belangrijke werk opgedragen. Als ge volg hiervan ontving zij ook de op dracht alle geschilderde vensters Naar het engelsch van P. L. Mc. DERMOTT 5) HOOFDSTUK II. In de pastorie. Hare eerste gedachte was, dat hij uit de gevangenis ge vlucht was en toen zij hem in de studeerkamer zag, was de eerste indruk niet geschikt om die gedachte te verjagen. Hij was niet gekleed ais een geestelijke, maar meer als een stalknecht. Het kort geknipte haar, de stoppelige baard, het afgeleefde gelaat en een woeste, glans in zijne oogen, deden haar eensklaps stilstaan, in twijfel en verbazing. Eerst nadat hij zijn mond had geopend, vloog zij hem om den hals en al snikkende verborg zij haar gelaat aan zijne borst. „O Charlie, Charlie, Charlie!" snikte zij en eene langdu rige stilte volgde. Hij geleidde haar naar een stoel zijn eigen stoel in de gelukkige dagen van vroeger en deed haar daarin plaats nemen. „Is het afgeloopen Charlie Ik bedoel je „Mijne gevangenschap? Ja die is nu voorbij veronderstel ik. Ik weet nog niet goed hoe ik hier gekomen ben. Den geheelen weg van Portland naar hier heb ik te voet afge legd; om mij te vrijwaren van de schande wanneer ik her kend mocht worden, moet ik voor middernacht van hier." Zij ving in haar oor op alleen dat gedeelte van zijne woorden, waarin hij sprak van zijne reis van Portland en onmiddellijk stond zij op om met de nauwlettendheid eener vrouw voedsel en ververechingen voor hem te gaan halen. Terwijl zij hiermee bezig was dacht zij na over hetgeen hij gezegd had aangaande zijn vertrek vóór middernacht. „Kom Charlie," zeide zij, en zette de gerechten neer op tafel, „ga nu in je eigen stoel zitten terwijl je eet en drinkt." „Neen Florence; ik zal er nooit meer in plaats nemen," zeide hij droevig. „Waarom moet je weg van hier Charlie Je bent nu vrij eu kunt toch hier in huis weer komen wonen zooals vroeger? „O lieveling, wij hebben je zoo zeer gemistallen zullen zoo verheugd zijn je weer te zien je broeder Rowan vooral, en dan Agnes en ik. En God, die rechtvaardig is en gena dig," vervolgde zijj haastig sprekende, „zal niet dulden, dat die sombere wolk nog lang boven je hoofd blijft rusten." Iedere nieuwe dag kan ons het bewijs van je onschuld bren gen. Er zal een dag komen waarop „Florence," zeide haar echtgenoot met een harde stem, zooals zij nog nooit van hem had gehoord, ,.je weet niet wat je zegt. Ik kan hier niet blijven; ik kan niet langer de functiën van een predikant waarnemen. Wat beduiden deze kleeren? Dat ik een geestelijke ben van zijn waar digheden beroofd. Wat beduidt mijne aanwezigheid hier des nachts? Niet anders dan dat ik een vrijgelaten veroordeelde ben, die verplicht is zich evenals alle losgelaten boosdoeners bij de politie aan te melden zoodat deze een wakend oog op de mij kan houden. Ik heb het recht niet in dit huis te blijven, wat dan ook de reden is, dat ik hier onder bedek king der duisternis binnensluip." „Maar het huis behoort Rowan toe, hij zal het je anders geven," zeide zij en tranen parelden in hare oogen. „O Charlie, ga niet heen, of laat ons dan met je gaan." „Neen Florence, dat kan niet. Het beste wat ik voor jou en Agnes kan doen is je te verlaten. Mijne aanwezigheid zou uw beider leven vergallen, vooral het hare. Ik moet gaan en alleen vertrekken." Zij vertelde hem nu haastig naar niet zonder veel ver borgen smart en schaamte, welke schikking de edelmoedige Rowan King wilde maken namelijk om zijn broeder twtntigduizend pond sterling te schenken, waarmee hij het land kon verlaten om dan in een ander land te gaan wonen onder een aangenomen naam. „Waar ik ook heenging mijne schande zou mij volgen. Neen, zijn aanbod neem ik niet aan. Rowan zal mij op veel gemakkelijker wijze kwijt raken. Ik ga alleen." Terwijl zijne vrouw in stilte schreide liep hij de kamer op en neer, zijne armen stijf over zijne borst geslagen, en ee

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1