BINNENLAND,
die zich in de Groote of Sint Bavo-
kerk alhier bevinden te restaureeren
en bij te werkeninsgelijks werd
haar opgedragen hei restaureeren en
nieuw bijmaken van het groote ge
schilderde veneter in de Luthersche
kerk te Zaandam, dateerende van
1702, en er tevens de familiewapens
bij te brengen van degenen, die het
geld voor deze restauratie schonken.
Een nieuw photograpkisch
atelier.
Heden werden wij in de gelegen
heid gesteld, een bezoek te brengen
aan een 2e photographisch atelier van
den heer van der List. Het is gelegen
aan den Zijlweg, even vóór den spoor
weg, eene ligging, waardoor het on
getwijfeld vele bezoekers tot zich trek
ken zal. Het plan is door den heer
van der List zelf ontworpen en onder
zijne leiding is het opgebouwd. Het verzoek toe te staan.
stigen indruk boven de andere scholen.
Op de Bijz. school te Bloemendaal,
hoofd de heer v. d. Berg, was het on
derwijzend personeel met éen vermeer
derd, ook het aantal lokalen met éen.
Het aantal leerlingen bedroeg 100.
In Mei 1894 was voorts in Bloe
mendaal geopend eene Bijz. R. C.
school voor meisjes, waarop 200 leer
lingen waren.
Bij de behandeling van punt 2 der
agenda stelt de voorzitter voor het
bedrag der hondenbelasting vast te
stellen. Dit voorstel wordt aange
nomen.
Punt 3 was een verzoek van den
heer Schram, die een koetsierswoning
wenschte te laten bouwen, hetgeen
de beschikbare ruimte niet toeliet,
en daarom vroeg deze te mogen plaat
sen op 1 M. afstands van den Heu-
velwe-. B. en W. hebben hier geen
bezwaar te.^en en stellen voor dat
Bchilderwerk is door den heer Bon
geleverd. Het gebouw is dusdanig in
gericht, dat het voor bijzondere gele
genheden binnen 2 3 dagen kan
worden verplaatst.
Ieder die den Zijlweg passeert moet
het gebouw zien en zal weten wat
het is, daar de heer v. d. List aan
weerszijden een groot bord zal doen
plaatsn. De étalage zal vooral goed
in 't oog loopen. Het atelier is zoo
danig gelegen, dat van het Noorder
licht gebruik kan worden gemaakt.
Voor eene goede ventilatie is ge
zorgd en in eene niette afzonderlijke
ontvangkamer zullen de bezoekers
ontvangen worden. Achter het atelier
is een tuin, ten gerieve van hen die
moeten wachten. Boven is eene werk
plaats gebouwd. Het wordt van
heel nieuwe meubelen voorzien, waar
door schoone fantaisiegroepen zullen
kunnen worden verkregen en vlugge
aflevering wordt toegezegd.
Een en ander doet zien, dat de heer
v. d. List er zich inzonderheid op
toelegt zijne clientele goed te bedienen.
Ook het reeds gevestigde atelier
heelt eene gunstige verandering on
dergaan.
Zondag a. s. wordt het atelier op
aen Zijlweg geopend.
Voor het kantongerecht alhier komt
de volgende week voor de zaak tegen
een magnetiseur, bekeurd wegens
uitoefening der Geneeskunde, zonder
daartoe de bevoegdheid te bezitten.
Weekblvoor Drogisten).
Zitting van dea gemeenteraad
te Bloemendaal op Don
derdag 28 Maart.
De zitting werd door den Voorzitter
geopend te 1^ uur met de mededeeiing
dat 2 leden afwezig warende heer
Bos en de heer Van Hooff. Daarna
werden de notulen der vorige verga
dering voorgelezen. De heeren Ter
Hofiëteede en Barnaart hadden daarop
eene kleine opmerking, vervolgens
werden ze goedgekeurd.
Thans las de Voorzitter voor het
verslag der plaatselijke schoolcom
missie, waaruit bleeka. dat op de
Op. School te Bloemendaal het on
derwijzend personeel hetzelfde was
gebleven b. dat er 63 leerlingen op
waren c. dat het schoolverzuim 7 pet.
bedroeg en wel als volgt verdeeld
3!4 pet. door ziekte, 1* pet. door gods
dienstplichten, 2& pet. door willekeu
rig schoolverzuim; d. dat de school
over 't algemeen ongunstig afstak bij
de Bijz. school te Bloemendaal.
Op de school te Overveen bedroeg
het aantai leerlingen in de 4 kwar
talen respectievelijk 160144 133
132.
Op de school te Vogelenzang waren
de vorderingen der leerlingen zeer
goed en bedroeg bet schoolverzuim
nog geen 3!£ pek Zij maakte een gun
Wordt aangenomen.
Daarop was aan de orde voort
zetting van het politiereglement. De
voorz. stelt voor de artikelen die nog
niet behandeld zijn, door eene te be
noemen commissie te laten onder
zoeken, en vraagt of de Raad dit
wenscht of niet. De Raad was deze
meening niet toegedaaner werd be
sloten mei de behandeling der arti
kelen voort te gaan. Men begon met
art. 47 en eindige bij art. 62. Som
mige wijzigingen werden aangeno
men andere daarentegen verworpen,
Nadat art. 62 behandeld was, stelde
de vuorzitter voor de verdere behan
deling der artikelen tot eene volgende
vergadering uit te stellen. De Raad
keurt dit goed.
Thans leest de voorzitter eenige
ingezonden stukken voor.
I. Proces verbaal van de kas van
den gemeenteontvanger, waaruit bleek
dat op 21 Februari in kas was
f 7887,05s.
II. Adres Ned. Bel Telef. Maat
schappij, waarin zij bericht, dat te
Bloemendaal een station gevestigd is
en verzoekt 11 ijzeren telefoonpalen
op den grond der gemeente te mogen
hebben.
De voorzitter zegt dat dit adres
eigenlijk niet bij den Raad thuir be
hoort, maar bij B. en W. verlangden
voorts het oordeel van den Raad te
weten. De heer ter Koffsteede meent
dat het adres wel aan den Raad moet
gericht zijn en heeft geen bezwaar
tegen het verzoek, wanneer bet maar
nette palen zijn en de draden schoon
gehouden worden.
De Burgemeester blijft bij zijne
meening, dat het adres bij B. en W.
had moeten ingediend worden en
stelt voor dat op het adres der N.
B. T. M. gunstig zal worden beschikt
dat daarbij de volgende term zal
worden gebruikt: „B. en W. den
Raad gehoord hebbende enz. Wordt
goedgekeurd
III. adressen van 3 armbesturen,
waarin bericht werd, dat op de kie
zerslijsten geene namen van personen
voorkwamen, die door hen bedeeld
waren, t. w. van het R. C. Parochie
bestuur te Bloemendaal en te Voge
lenzang en van de diaconie der Ned.
Herv. Gera. te Bloemendaal. Het
laatste onderteekend door den Heer
van Riessen, bevatte tevens eene me
dedeeiing dat nij niet op de kiezers
lijst voorkwam. B. en W. hadden
hierop geantwoord, waarop nog een
adres van den heer Van Riessen over
deze zaak volgde. De heer Van
Riessen kon echter thans niet meer
op de kiezerslijst geplaatst worden
Hij had dit 14 dagen nadat de kie
zerslijst was openbaar gemaakt moeten
zeggen, volgens art. 10 van de kies
wet. Zijn naam kwam niet voor
op de Kiezerslijst, omdat die ook niet
op de lijst van den ontvanger stond
geschreven. B. en W. hadden hem
in dien geest een schrijven gezonden.
De heer Ter Hoffsteede had hierom
trent nog een en ander te zeggen
Ten laatste vroeg de voorzitter, wie
der heeren nog een voorstel had.
De Heer A. Roozen zeide hierop, dat
hij gaarne wenschte te zien, dat de
Raad een request richtte aan den
gemeentera ad van Haarlem, met ver
zoek de Brouwersvaart meer bevaar
baar te maken, hetgeen ten zeerste
noodig was.
De voorzitter, den heer Roozen
antwoordende, zegt dat men door zulk
een request le zenden, erkent dat de
gemeente Haarlem eigenares van de
Brouwersvaart is. Volgens hem is zij
dat niet van de geheele vaart, welke
meening des Voorzitters steunt op een
oude kaart.
De heer Kramer merkt op, dat men
vroeger toch over deze zaak: een re
quest aan Haarlem had gezonden.
De heer A. Roozen zegt, dat Haar
lem zich als eigenares van de Brou
wersvaart beschouwt.
De heer Barnaart vraagt of het
wenschelijk is, dat de Brouwersvaart
aan Bloemen taal behoort.
De Voorzitter antwoordt toestem
mend en zegt daarop, dat de heer A.
Roozen als belanghebbende bij de
uitdieping der Brouwersvaart per
soonlij li-maar een request aan Haar
lem moet zenden.
De zitting wordt daarop gesloten
te ongeveer 4 ure.
In den Akerpolder onder de ge
meente Sloten is men druk bezig
met het opruimen van turf, om plaats
te maken voor het veenslik; de ma
chines liggen gereed om bij genoeg
zame ruimte in werking te worden
gesteld; dit is het laatste jaar dat in
dezen polder nat geveend wordt.
Naar wij vernemen zal nog dit jaar
een begin gemaakt worden, met het
plaatsen van een stoomgemaal om
het water uit den polder te malen.
De tramplannen van het concert
gebouw te Nieuwer-Amsteidoor Haar
lemmermeer naar het kurhaus Haar
lem, zijn, naar De Meerbode mededeelt,
door den heer Sanders ingetrokken.
Met de voorbereidende werkzaam
heden voor de iocaaispoor Haarlem
Nieuwersluis gaat het flink vooruit
en weldra zullen de subsid.e-aan vra
gen aan de provinciën en de gemeen
ten worden verzonden.
Parlementaire praatjes.
Het debat over de motie-Heldt
(werklieden pensioenen) heeft heden
(Donderdag) zoodanige uitgebreidheid
gekregen, dat ik sterk zal moeten
resumeeren om binnen de mij toege
stane ruimte te blijven.
De oorspronkelijke redactie dier
motie, toegelicht op de bekende gron
den die men weken aaneen in adres
sen en dagbladartikelen heeft kunnen
lezen, toegelicht ook met een verwij
zing naar de discussi® bij de S taats-
begrooting (Dec. 1894), luidde aldus
„De Kamer van oordeel,
dat een algemeene voorziening van
den ouden dag der werklieden wen
schelijk is,
dat de gelegenheid tot het verzeke
ren van lijfrente die de Reg. zich
voorstelt te openen, in die behoefte
niet kan voorzien,
noodigt de Regeering uit een Staats
commissie te benoemen om te onder
zoeken op welke grondslagen en naar
welke regelen een algemeene voor
ziening behoort te worden ingericht,
en gaat over tot de orde van den
dag."
Tegen deze redactie nu rezen van
verschillende zijden bedenking. Men
vond de uitdrukking „algemeene
voorziening" te vaag, net woord
wenschelijk" veel te positiefwaar
over die wenscheiijkheid nog zooveel
verschil van gevoelen bestond. Men
had zelfs bedenking tegen het woord
„werklieden", waar de heer Heldt in
zijn toelichting zelf had verklaard ook
andere loontrekkenden dan alleen
handwerkers op het oog te hebben.
Men vond dat de heer Heldt, in de
bewoordingen zijner motie de wen-
scheiijkh id als uitgemaakt beschou
wende nu ook een Staatscommissie
wilde benoemd zien, die eenzijdig zou
zijn samengesteld en volgens den neer
Van Karnebeek feitelijk alleen de
quaestie van Staatsdwang zou te on
derzoeken hebben.
Want pensioneering uitsluitend van
Staatswege werd niet verlangd, vrije
verzekering werd in de tweede alinea
afgekeurd en dus bleef s.echts Staats
dwang over.
Vooral tegen de tweede alinea richt
ten zich alle bestrijders en ook de
voorstanders der motie, zooals de hee
ren Borgesius en Van Alphen. Men
wist er immers nog niemendal van
hoe die lijfrentebank zou worden
geregeld, of dit de eenige stap was die
de Reg. op dit gebied wenschte,te doen
of die bank niet zeer goed zou kun
nen passen in elk stelsel van alge
meene voorziening. De Minister van
Buitenl. Zaken noemde dit afmaken
van ten nog niet ingediend ontwerp
dan ook echt fin de siècle. De voor
steller had Z'df reeds te Kennen
ven dat hij *an die zinsnede niet
bijzonder hechtte en later liet hij die
dan ook vallen.
Te vorea was echter een andere
motie in het debat gekomen, die
door verschillende leden wel ietter-
kundig fraaier maar niet beter werd
(geacht, terwijl anderen daaraan bo-
Iven de motie van den heer Heldt
de voorkeur gaven. Zij was van
den heer Schaepinan en luidde al
dus
„De Kamer,
van oordeel, dat de vraag öf, en
zoo ja, op welke wijze en in welke
mate van Staatswege in het lot van
bedaagde werklieden moet worden
voorzien, een bevredigende oplossing
vereischt,
noodigt de Regeering nit te over
wegen de benoeming eener Staats
commissie, die ten taak zou hebben
deze vraag te onderzoeken, van haar
onderzoek verslag uit te brengen en
in verband met dat verslag voorsteilen
te doen."
Ook tegen deze motie, die minder
positief was dan die van den heer
Heldt, bleven bezwaren niet uit. In
zonderheid golden deze de woorden,
,01, en zoo ja."
Voor geen der beide moties was
het antwoord van den Minister
Roëll gunstig. Nöoh van de wensche
iijkheid noch van de noodzakelijk
heid eener staatscommissie was de
Rëg. overtuigd. Zij wilde naar voorstel
betreffende een lijfrentebafik: indienen
en een betreffende ongeiuksverzeke-
ring, om vervolgeus na te gaan wat
zij meer kon doen. En ofschoon
aan de motie Schaepman de voor
keur gevende, kon zij toch niet belo
ven aan het daarin geuite verlangen
te voldoen.
Teneinde tegemoet te komen aan
geopperde bezwaren, bracht de heer
Heldt, bij repliek een gewijzigde
redactie in het debat, a.dus lui
dende
„De Kamer, van oordeel,
„dat verzekering van het lot van
oude werklieden duor een pensioens
stolsel wenschelijk is,
„verzvjekt de Regeering te doen on
derzoeken, op weiKe grondslagen en
op welke wijze die verzekering zal
behooren te worden geregeld,
„en gaat over tot de orde van den
dag."
Over deze nieuwe, belangrijk min
der stellige redactie, waaruit nu ook
de Staatacommissie verdwenen is, zal
het debat morgen (Vrijdag) worden
voortgezet.
De voorzitter heeft den heeren te
kennen gegeven, dat de Kamer gaarne
de volgende week naar huis wil. Dat
wil in parlementairen zin zeggen
„Minder praten, als je belieft, heeren
G. Jr.
Par Telegraaf.
De gewijzigde motie-Heldt is heden
aangenomen met 63 tegen 5 stemmen.
Koninklijk bezoek.
De Koninginnen zullen 16 Mei te
Tilburg te 11,30 arriveeren. De schut
terij zal aan het station een eere-
wacht vormen. Na een korten rijtoer
begeven de hooge gasten zich naar
het stadhuis, aiwaar een dejeuner-
dinatoire zal worden aangeboden. Ver
volgens een bezoek aan het Moeder
huis der Zusters en aan twee fabrie
ken. Te 4 uur zal de ovatie der har
monieën op de Veldhoven plaats
hebben. Het vertrek is op 5.30 be
paald.
Aan het verslag ;der Amst. Oirn.
Mpij over 1894 wordt het volgende
ontleend
Op 31 December 1894 waren 382
personen in onzen dienst.
Op 21 December 1894 waren aan
wezig 724 paarden en 214 tramwa
gens.
De gebouwen in Amsterdam en
Nieuwer-Amstel ten behoeve van on
zen dienst beslaan gezamenlijk eene
opper /lakt9 van 2 hectare, 32 are en
91 centiare*
Het aantal in 1894 vervoerde perso
nen bedroeg 19,538,312tegen 19,692,264
in 1893.
In het geheel werden in 1,531,535
ritten 4,408,691 rijtuigkilometers af
gelegd.
De exploitatiekosten, met inbegrip
van de vaste uitkeering aan de ge
meente, bedroegen 74 pCt. van ,de
ontvangsten.
Aan de gemeente Amsterdam werd
voor haar aandeel in het vervoer voor
het reinhouden en het onderhoud
der bestrating voldaan f 100,272.70.
In weerwil daarvan kon aan de aan
deelhouders 10.2 pCt. worden uitge
keerd.
Donderdag begon in den gemeente
raad van Utrecht het debat over het
opnemen in de bestekken van ge
meentewerken van bepalingen omtrent
minimum loon en maximum arbeids
duur. Zeven leden voerden daarover
het woord. Wegens het gevorderd
uur werd de zitting tot Vrijdag ver
daagd, als wanneer de bekende voor
stander prof. d'Auinis de Bourouiil
aan het woord Komt.
Te Sneek is een dronkaard in de
jenever gestikt, terwijl hij in het ar
restantenhok bezig was zich van kant
te maken. Bah
ïl3ClltS2akeü.
De Haagsche rechtbank veroordeelde
tot 4 jaren den gepens. kapitein van
het Ojst-Indische leger, J. v. Vulpen,
die zich aldaar ten naJeele van. zijn
schoonmoeder, die destijds bij hem
inwoonde, schuldig maakte aaD dief
stal van effecten, na het slot van ei
brand klif te hebben doen verbreken
en zelf een daarin geborgen kleiner
kisje te hebben opengebroken.
somberen treK op zijn gelaat, die bewees dat hij in eene ge
moedsstemming verkeerde zooals men die in vroeger da
gen nooit bij hem zon hebben verwacht. Maar vier ellendige
jaren van onverdiende straf en schaamte zijn eene vreeselijke
beproeving, en op den ongelukkigen vicaris hadden zij wel
hun invloed doen gelden.
„Kan een mensch grooter onrecht worden aangedaan dan
mij is aangedaan? Ik had het van niemand verdiend. Naar
ik mij bewust ben heb ik nooit, zelfs niet ia mijne gedach
ten, een medemensch onrecht aangedaan. Waarom werd ik
voor zulk eene ellende uitgekozen? Florence, den man, die
mij heeft doen lijden, zal ik nooit vergeven, zelfs niet op
mijn sterfbed den man, die ons heeft doen lijden, zal ik
steeds zoeken op te sporen, tot dat ik hem gevonden en ge
straft heb. Ik wenschte slechts," voegde hij er bij, en hief
zijne beide armen boven zijn hoofd, „dat ik de macht had
om hem te straffen zooals hij mij gestraft heeft I Er moet
eene plaats van ellende zijn aan deze zijde van het graf,
waar geboet wordt voor het kwaad, dat de jmenschen hier
op aarde stichten 1"
„O Charliespreekt zoo niet," smeekte zij.
„Wanneer ik in de eenzaamheid in de steengroeven aan
het werk was," vervolgde hij zonder acht te slaan op hare
woorden, wellicht deze niet hoorende, „en in de eenzaamheid
van mijn in duister gehulde cel, heb ik nagedacht over al
die dingen, waarover ik niet in staat was te denken, vóór
mijne verooi deeling. Er ging mij een licht op en dat zal
mij voeren tot de ontdekking van den schuldige. Wanneer
er gerechtigheid bestaat dan zal die man mij de se ,uid be
talen, die hij aan mij heelt, ja tot de laatste penning 1 Hij
denkt misschien, dat de zachtzinnige predikaat geen vijand
is voor wien men vrees koestert maar wat sedert in mij
is geboren zal hem doen sidderen en verbleeken wanneer hij
mij ooit mocht ontmoeten."
„De wraak is mij, zegt de Heer," waagde de arme, beang
stigde vrouw te zeggen.
„Het is geen wraak, die ik zoek maar gerechtigheid"'
antwoordde hij.
„Gerechtigheid, die snijdt met het zwaard dat is mijn
recht en dat wil ik hebben. Maar genoeg hierover," voegde
hij er bij met veranderde stem, „het is bijna middernacht
en ik moet gaan."
Op zijn verzoek verscheen zijne dochter in het{vertrek. Hij
legde zijne handen op hare hoofden en zag beiden een minuut
lang aan zonder een woord te spreken. Na een krampachtige
beweging in zijn keel wendde hij vervolgens het gelaat
opwaarts en zeide nauwelijks luid genoeg om door beiden te
worden verstaan „God zegene en behoede u, en beware u
voor alle leed."
Terwijl de oogen der vrouwen door tranen waren verduisterd
begaf hij zich haastig naar de deur en ging heen.
Wellicht hadden zij, moeder en dochter, gedurende de vier
jaar, die achter hen lagen geen zoo smartelijken nacht
doorgebracht als deze. Het is onnoodig om uit te weiden
over de oorzaak van hare vele tranen en van smart over-
kropte gemoederen,| terwijl de gedachte aan den echtgenoot
en vader, een zwerver en uitgeworpene zonder te huis, hem
steeds bezig hield.
Den volgenden morgen vroeg werd mevrouw] King uit
haar eersten onrusti^en sluimer opgeschrikt door een klop
pen op de achterdeur beneden. Haastig schoot zij een mor
gengewaad aan, en vervuld van de gedachtö aan haar echt
genoot snelde zij naar beneden en opende de deur. Het
was een der tuinlieden van „the Holl," die bleek en ontzet
de vreeselijke ^tijding kwam brengen dat Rowan King dien
nacht was vermoord.
HOOFDSTUK III.
Het eerste verhoor
Het natuurlijke afgrijzen bij mevrouw King opgewekt door
het bewustzijn dat haar zwager vermoord was, en de schok
die er het gevolg van was, werden spoedig verdrongen door
eene vage maar verschrikkelijke vrees. Zij liet den tuin
man in de keuken om het vreeselijke nieuws met de dienst
boden te bespreken en wankelde terug naar haar slaapka
mer, waarvan zij de deur sloot.
Wordt vervolgd.)