van het enorme droogdok voor de
haven van Tandjong-Priok. Heeft
alzoo het land een nuttig burger ver
loren wiens verdiensten door het
„virtus nobilitat" waren gehuldigd
de gemeente verliest in den heer Ent
hoven een man die langen tijd inde
raadszaal de belangen der burgerij
vertegenwoordigde en die op schier
elk gebied, niet het minst op dat der
kunst, zijn invloedrijken naam tot
steun leende en zijn beurs opende.
De armen zullen hem stellig't meest
missen.
Een verlies van geheel anderen
aard dreigt ons in het heengaan van
den franschen gezant te dezer stede,
den heer Louis Legrand. Daar werd
al sedert lang over gepraat. Het
openbaar gerucht had hem van alles
gemaakt, 't laatst directeur van de
landsdrukkerij te Parijs. Nu is even
wel officieel bericht gekomen, dat de
heer Legrand benoemd is tot lid van
den Baad van State. Zijn heengaan
zal hier oprecht worden betreurd. De
heer Legrand was hier sedert 8 Jan.
1883, dus ruim 12 jaren geaccredi
teerd op dit oogenblik is hij de deken
yan het „corps diplomatique," de
oudste in volgorde van benoeming.
In alle kringen der residentie had hij
zich sympathie verworven, ook in
de kringen waarmede zijn eigenlijke
werkzaamheid hem slechts weinig in
aanraking bracht. Hij voelde hier
zich zeer thuis, sympathie voor het
land, voor zijn historie (het bleek,
uit zijn belangrijk werk over de Ba-
taafsche Republiek), sympathie voor
al voor ons Vorstenhuis. Ik herin
ner me ontroering in zijn stein te
hebben waargenomen, toen ik hem
aan een feestmaal een dronk hoorde
wijden, met die welsprekendheid die
den Franschman aangeboren schijnt,
aan onze „gracieuse jeune souve-
raine."
Weet men wel, dat de heer Le
grand niet altijd in zoo hooge be
trekking werkzaam was, en zoo groo-
ten stand leefde? Vijf en twintig, mis
schien dertig jaar geleden, woonde
hij te Marseille en washulpon
derwijzer. Zoo ziet ge, hoever men
het kan brengen met intelligentie,
vooral in een Republiek. De heer
Legrand bracht het ver. De hulpon
derwijzer kwam het fortuin (in
figuurlijke zoowel als letterlijke be-
teekenis) moet geholpen hebben
tot afgevaardigde, tot lid en voor
zitter van den raad van het depar
tement du Nord, waarin hij nog zit
ting heeft, tot gezant en tot lid van
den Raad van State. En wie weet....
Over het geharrewar van de ge
meente met het Hoogheemraadschap
van Delfland heb ik meermalen ge
sproken. Nu heeft Delfland ons een
schijntje van eoncessie gedaan
maar dat kost f20.000. Enfin, we
moeten wat over h«bben voor de
aesthetische belangen van de bad
plaats.
We krijgen er misschien ook een
wandelpier. Er zijn twee concessie
aanvragen tegelijk, van eenEngelach-
man, den heer Hemans te Londen
en van de directie van hetKurhaus,
die er blijkbaar op bedacht is alle
vermakelijkheden te Scheveningen,
waartoe men een pier ook mag re
kenen, onder haar op Duitsche wijze
gemaszregelt beheer te brengen.
Als üe directie ook eens van Carré
het terrein overnam, dat hij gekocht
heeft om te Scheveningen een vast
circus te bouwen? Hij komt elk sei
zoen, ook dit, terug, maar aan bou
wen schijnt hij nog niet te denken.
En de leelrjko houten tent, waarin
het „Koninklijk Nederlandsch circus"
op reis gehuisvest is, is niet alleen
der direetie van het Kurhaue, maar
elkeen die de badplaats bezoekt, een
doorn in het oov.
H. A. GANUS Jr.
Er bestaai saus, dat de wereld
tentoonstelling door de Koningin of
althans in tegenwoordigheid der
beide vorstinnen zal worden geopend.
Geschiedt dit, dan zal de opening
niet vóór den 15en Mei a.s. plaats
vinden, met het oog op de reis der
Koninginnen naar Engeland.
De vice-president van den Raad van
State is nagenoeg hersteld en kon per
rijtuig uitgaan.
De minister van marine is in zoo
verre hersteld, dat hij heden (Maan
dag) weder op zijn departement werd
verwacht.
Tengevolge van de beslissing van Ged.
Staten inzake de Forensen, zullen
B. en W.van Amsterdam voorstellen de
opcenten op het personeel met 5 te
verhoogen.
Een vorstelijk bezoek in
vroegoren tijd.
Nu de zuidelijke provinciën in de
weer zijn en geen kosten sparen om
aan onze Koninginnen een passende
ontvangst te bereiden, moge een vor
stelijk bezoek uit vroegere dagen ver
meld worden.
In de stadsrekening pver het jaar
1494 te Grave vindt men het volgen
de aangeteekend.
„Toen de heer van Egmond te
Grave kwam, om over den vrede te
onderhandelen tusschon den Hertog
van Gelder, het land van Gelder en
de Egmondsche Heeren, gaf de stad
een gelag aan den stadhouder van
Hoiland, Heer Jan van Egmond, den
Graaf yan Bentheim, Heer Willem
van Egmond, jufifr. van Zevenbergen,
jufir. van Egmond, Torks huisvrouw
en Tork met andere Heeren. Het
was op een vastendag. De onraad be
liep 6 gulden, verder gedronken 114
kwarten wijn. In alles verteerd 14
gulden en 13 stuiver."
In het jaar 1449 werd Arnoud,
Hertog van Gelder, met een gevolg
van meer dan 200 man te Arnhem
op een „prachtig maal" onthaald. De
kosten aan een en ander uitgegeven,
beliepen 47 gulden. ;S ichtenhorst- 9
b. bladz. 231 en 242. Dezelfde Hertog
kwam in 1452 terug van een pel
grimsreis naar Rome en het H. Land
en vereerde de Stad Grave met een
bezoek. Bij die gelegenheid werd ter
zijner eere des avond3 op het markt
plein een teerton gebrand. Aldus
in de stadsrekening van gemeld jaar.
Tel.
Wijziging der personeel©
belasting.
Zijn wij wel ingelicht, zegt de
N. R. Ctomtrent de denkbeelden
van den minister van financiën, dan
strekken zijne voornemens tot her
ziening van de wet op de personeele
belasting zich in hoofdzaak uit tot
het aannemen van vijf grondslagen,
met geheele afschaffing van de belas
ting op lucht en licfit d. i. op deuren
en vensters.
Onderhoud en opvoeding van kin
deren, kleinkinderen en pupillen, nog
geen 11 jaar oud, zou aanspraak geven
op eene remissie voor de grondslagen
huur waarde,haardsteden en meubilair.
Niet voor de beide overigendienst
boden en paarden. Voor huurwaarde
zou als regel worden aangenomen het
bedrag van deD jaarlijkschen huurprijs.
Voor huurwaarde, haardsteden en
meubilair zouden van belasting vrij
zijn kostscholeu, fabrieken, werkplaat-
ren en winkels.
De belasting op het personeel zou
zoo zuiver mogelijk een verteringsbe
lasting moeten worden, d. i. een
belasting op bijzondere verteringen,
gelijk de accijnsheffing een zoodanige
is. Het gebruiken van gebouwen zou
als eerste grondslag, de huurwaarde,
de basis van de geheele belasting
blijven. Eéne haardstede zou onbslast
blijvenelk vertrek, dat eenB of meer
in het belastingjaar verwarmd wordt,
voor éene haardstede gelden. Een
vertrek, waar gelegenheid is tot stoken
of waar een warmtegeleider is, zou be
schouwd worden als verwarmd.
Voor twee haardsteden zoufl,
voor iedere haardstede meer telkens
4, 5, 6 etc. gulden meer verschul
digd zijn. Een gebouw, dat verschil
lende woningen bevat, zou in den
regel in de volle belasting moeten
vallen. Schatting der huurwaarde zou
geheel vervallen en bij niet verhuurde
perceelen geregeld worden door ver
gelijking met ne huurwaarde van
gelijksoortige gebouwen, ook wat
stand en ligging betreft. Wordt thans
van de huurwaarde 6 pet. betaald,
de regeering zou dezen maatstaf tot
10 pet. willen opvoeren, in verband
met het prijsgeven van deuren en
vensters.
De waarde van elk meubilair zou
moeten geschat wordenniet door
een minutieus onderzoek, maar bij
wijze van Massificatie met ruime
speling en eene progressie in aanslag
voor de opMimmende klassen, op de
wijze, zooals thans bij den bestaanden
grondslag der dienstboden plaats
beeft. Die progressie zou bij de haard
steden geringer zijn, althans wat de
lagere Masse betreft, zoodat twee
haardsteden minder zouden betalen
dan thans het geval is. De progressie
bij de dienstboden zon iets sterker
worden, doch inzonderheid voor een
grooter aantal dan zeven.
Het minst sterk zou zij behoeven
te zijn bij de paarden, waar zij zich
vóór het derde paard niet noemens
waard zou doen gevoelen. Het belas
tingjaar zou voortaan tegelijk met het
burgerlijk kalenderjaar aanvangen en
eindigen.
Van eenige stellige raming van op
brengst indien deze denkbeelden
des ministers verwezenlijkt worden
schijnt vooralsnog geen sprake ,te
kunnen zijn.
Niet onwaarschijnlijk wordt geacht,
dat de voorgenomen herziening de
opbrengst van het personeel van he
den met anderhalf millioen gulden
zal verminderen, en in dat tekort dan
op andere wijze zal moeten voorzien
worden. Tien opcenten meer dan
thans reeds geheven worden, zouden
dit deficit kunnen dekken, doch daar
voor zou ook eene andere verdeeling
van den personeelen last, verbetering
van de sedert jaren als gebrekkig
erkende wet, en vrijstelling der win
kellokalen verkregen worden.
denen daarvan waren deze twee leden
evenwel volstrekt niet «eenstemmig
De een zag er schade in voor de medici
ten platten lande, maar daartegenover
verlaging van den prijs der medicij
nen; de ander vond staatstsapotheken
gewen8cht met het oog op doelmati
ger en billijker pharmaeutische hulp
over het ganscheland.
Eenstemmig was de ^commissie ten
opzichte van twee punten in haar
oordeel
lo. Het toezicht op pharmaceutsche
praeparaten en utenBiliën eischt drin
gend verbetering.
2o. De oprichting van een centraal
bureau van geneesmiddelen voor het
geheele land, benevens oprichting van
bureaux tot onderzoek van levens
middelen enz., verdient alleszins aan
beveling.
Zend ons waardeloos papier" (man-l
nen met mandjes oud papier) I
^Maatschappelijke employés", (kom
met reusachtige lepels en schalen)!
„Denk aan Lazarus", „Kruimpjes I
fonds", „Verwaarloosde kinderen", „Del
pen is machtiger dan het zwaard",'
Land en zeemacht", enz. enz.
in ander vormde een merkwaar
schouwspel. Alle deelnemers gingen!
zitten in de open ruimte van het I
circus.
Nadat men nog eenige liederen had
gezongen, zong mevr. Oliphant een I
solo. Thans trad de generaal onder
applaus naar voren en hield eene|
Voor de gebruikmaking van de har
monicarijtuigen der Exploitatie-maat
schappij naar Duitscnland, waarvoor
tot dusver fl.20 boven de gewone
plaatskaart verschuldigt is, zal van
1 Mei a. s. af voor afstanden van
150 kilometer en minder slechts
f0.60 per bezette plaats verschuldigd
zijn, boven de gewone plaatskaart.
Voor afstanden van meer dan 150
kilometer blijft echter het tarief van
fl.20 per bezette plaats, boven de
gewone plaatskaart, verschuldigd.
De Nederl. Maats, van Geneesk
heeft onlangs aan drie medici opge
dragen, een onderzoek in te stellen
naar de mogelijkheid en naar de
wenschelijkheid der oprichting van
Staatsapotheken. Deze heeren, dr. A,
W. Tresling te Nieuwerschans, dr. J.
F. Ph. Hers te Oud-Beierland en dr.
P. H. van Eden te Harlingen, hebben
daarover nu rapport uitgebracht.
Aangaande de mogelijkheid van
staatsapotheken is één lid der com
missie van oordeel, dat de mogelijk
heid niet bestaata. wegens de over-
groote financieele voorbereidende
maatregelen bij berooide staatskas;
b. wegens het ingrijpen in het privaat
bezitc. wegens het ingrijpen in bij
de wet verkregen rechten. Natuurlijk
ontkende dit lid ook de wenschelijk
heid.
De beide andere leden zijn van een
tegenovergestelde meening en conclu
deeren, dat invoeren van staatsapo
theken, op het platteland met be
perkte, in de groote gemeente met
algemeene toepassing, zeer goed mo
gelijk is.
Over de wenschelijkbeid en de re-
Generaal Booth te Amsterdam
Zaterdag de groote zaal van het
circus Carré binnentredende, trok
dadelijk het orkest bataljon op het
platform onze aandacht. Het was
samengesteld uit muzikanten der
korpsen Amsterdam, Den Haaw
Utrecht benevens eenige vrijwilligers,
Boven het platform lazen wij de vol
gende woor- ien„De Heer is met u,
o strijdbare held. De zegen van armen
en verdrukten rust op u." De zaal.
die door een talrijke menigte belang
stellenden was gevuld, werd door 4
booglampen en 4 gaskronen verlicht.
Midden in het circus was eene open
ruimte, waar omheen eenige vrouwe
lijke heilsoldaten met tambourijns
zaten.
Te ruim drie uur begon het orkest
bataljon te spelen. Daarop opende
staf kapt. de Wilde de bijeenkomst
met gebed en zong de menigte een
lied. Thans ging majoor Schoch voor in
gebed. Nogmaals zong men eenige
liederen.
De muziek speelde het Nederlandsch
en Eagelsche volkslied en daar trad de
generaal binnen, begeleid door de
kolonels en eeüige stafofficieren. Ge
neraal Booth met zijn grijs haar en
langen grijzen baard had een indruk
wekkend voorkomen. Mot daverend
gejuich werd hij ontvangen, men zwaai
de met zakdoeken, dochj de geest
drift steeg ten top, toen men in ee-.
algemeen Hallelujah uitbarstte. Ver
volgens z >ng men den generaal een
welkomstgroet toe en defileerde een
groote optocht voor den generaal, met
vaandels enz.
In deze menigte waren vertegen
woordigers van de elf provinciën in
Nederland in nalienale Meederdracht
en van alle afdeelingen van het werk
van het Leger des Heils. Wij zagen
o. m. vaandels met de opschriften
„Overal voor Jezus", „Leger der toe
komst" (dit leger bestond uit kinde
ren van 5 6 tot 12 13 jaren de
meisjes bleven op het platform, de
jongeüs er voor staan; de generaal
gaf enkelen de hand en de kinderen
zongen een lied) „dienstboden", „zie
kenverpleegsters", (deze beide in cos-
tuum) „zonder dak", „zwervende en
hulpeloos", „aan 't werk, geluk eu
vol hoop" (in dit gedeelte zagen wij
o. a. schilders met den verfpot en
kwast, smids met den voorhamer,
mannen met bosjes hout en den b il)
Hij zeide uit het diepst van zijn I
hart allen dank, voor het welkom
hem toegebracht en dat hij
iu Holland kwam, daar hij er al
hartelijk werd ontvangen. Hij zou|
dezen middag iets mededeelen va
het Leger des Heils, wat het is eul
wat het tracht te doen. En als me;|
dat weet, zal men het ook liefhebben.!
Iedereen die God eert en de raenJ
schen liefheeft, moet het lief hebben .1
Sedert hij den laats ten keer hier mil
vervolgde de generaal, hadl
hij een groot deel der wereld dooi'l
getrokken. Hij was in Canada en del
Vereenigde Staten geweest, had 210QO|
mijlen gereisd, 340 bijeenkomsten bij>|
gewoond, 800 uren op reis doorgeJ
bracht en veel gewerkt. Overal m;|
hij hartelijk ontvangen door goeverl
neurs, ministers, predikanten enz,;|
eene eer, die zeker geen vreemdeling!
buiten hem, ten deel was gevallen,I
Wat de heilsoldaten moeten doenl
deelde hij daarop mede. Zrj moeten!
zichzelf verloochenen, bereid zijn oml
allen te helpen die geene vriendetf
hebben.
Het Leger des Heils helpt
de armen over de geheele wereld,!
door hem worden velen uit armoede!
en wanhoop opgeheven e i tot fat-I
soenlijke leden der maatschappij gef
maakt. Zij worden gevoed en gekleed!
hun wordt vrede gebracht. Het is eel
middel, waardoor velen vervuld woil
den met vreugde bij dood en in leven,r
Dat alles doet het Leger des Heils!
Niet alleen in andere landen, maai|
ook in Holland.
«Wij gaan vooruit," ging hij verdel
voort, „steeds maken wij overwinnin!
gen" (applaus). Vooruit in oude eif
nieuwe landen 1
In Spanje, in Finland, in Java. Nog!
grootere dingen kunnen wij doen!
Laat ons dan meer bidden en mee*
vertrouwen.
Hij dankte voorts alle aanwezige!
voor de opkomst en zeide, dat mei
gedurig meer het Leger des Heils!
gaat waardeeren, al sluit men er zich]
niet bij aan. Men helpt het geldelijk!
en vraagt er Gods zegen voor. Ook!
voor dien steun dankte de generaai|
en noodigde allen uit voort te
op dien weg. Handelt naar e
overtuiging. Weet nat voor allen red-I
ding mogelijk is. Weest dienaren vatj
Christus, leeft zooals het behoort e
als de wereld voorbijgegaan zal B
zullen wij elkander met vreugde out!
moeten. God zegene u allen."
Aldus besloot generaal Booth zijn!
rede, een daverend applaus volgde el
op. Het orkest-bataljon speelde eel
lied.
Vervolgens had eene plechtige in!
zegening plaats van officieren, dil
voor bijzondere diensten werden aan!
gesteld; waaronder vrouwelijke voof
Java in eigenaardig costuum. Tea
laatste sprak kolonel Oliphant den!
zegen over allen uit en sloot de
eenkomst te ongeveer 5)£ uur.
(Wegens plaatsgebrek volgt hel
relaas der Zaterdagavondbijeenkomsil
in het nr. van morgen).
De meubelmakersgezellen te Am!
sterdam hielden Zaterdag een verf
Zijne verbazing nam nog toe, toen zij hare ontroering niet
meer meester, plotseling hare handen ineen sloeg en haar
blik opwaarts hief met een glans in hare oogen en zeide
„Niet vermoord? O Goddank 1"
Al dien tijd hadden zij gestaan en mevrouw King zonk
nu neer in een lagen stoel en sloeg hare handen voor haar
gelaat. Gray zag de tranen langs hare vingers vloeien. Hij
was verbijsterd over de beteekenis van deze zonderlinge ont
roering, maar verbrak de stilte niet en trad weer op het
venster toe.
„Frank," zeide zij na eenigen tijd, „ik weet, dat ik je kan
vertrouwen alsof je mijn zoon waart. Je bent mijn eenige
vriend nu jij en Richard King."
Hij had haar wel willen verzoeken hem niet in een adem
te noemen met Richard King, maar daar was het nu geen
tijd voor. Hij zeide niets maar liet haar voortgaan.
„Je zult kunnen begrijpen wat ik gevoelde toen ik hoorde
dat Rowan King was vermoord, wanneer ik je mededeel, dat
mijn echtgenoot hier gisteravond is geweest."
Gray maakte een gebaar van ontsteltenis.
„Toen jij l.ier waart bevond hij zich in de studeerkamer.
Ik zal je mededeelen wat er gebeurde, dan zal je kunnen be
seffen welken vreeselijken angst mij vandaag heeft ge
kweld."
Mevrouw King beschreef het onderhoud, het uiterlijk en
de woorden van haar echtgenoot aan haar verbaasden toe
hoorder, en hij kon het feit niet verbloemen, dat haar angst
indruk op hem had gemaakt.
„Weet u niet waarheen hij is gegaan na u te hebben ver
laten vroeg hij.
„Neen; hij ging weg door den tuin en moet over den muur
in het park zijn gekomen, zooals je weet is er geen anderen
uitgang in die richting. Hij vertelde volstrekt niet waar hij
heenging, alleen dat hij weg moest om de kans te vermij
den, dat hij herkend mocht worden."
„In dat geval mevrouw moet zijn plan zijn geweest om
ver van hier te gaan. Wisten wij maar wien hij voor den
schuldige houdt; dat zou een goede wegwijzer zijn om hem
op te sporen tenminste wanneer het eenig nut kon heb
ben om dat te doen."
Droevig schudde mevrouw King het hoofd. „Dat zou niets
helpen," zeide zij niets Hij zou niet terugkomen. Ik vrees,
dat hij nooit zal terugkomen."
Dit was Francis Gray zeer onverklaarbaar. Terwijl hij terug
keerde naar den Hall trachtte hij het zich begrijpelijk te
maken. Wien beschuldigde Charles King, en hoe was het
door hem uitgesproken besluit om den schuldige te straffen
in overeenstemming te brengen met het verlaten van vrouw
en dochter Daaruit volgde oogenschijnlijk, dat de man dien
hij zocht niet in dit deel van het land woonde, eene gevolg
trekking die slechts tot meerdere raadselen leidde.
Gray's angstige gedachten hadden echter minder betrek
king op het genomen besluit van den vroegeren vicaris dan
op zijn heimelijk bezoek aan Yewle den vorigen avond. Het
kwam bij hem op evenals het maar in mindere mate bij
mevrouw King was opgekomen dat Charles Kings ver
schijning in Yewle op de pastorie in verband moest staa'J
met een ander doel dat hem daarheen riep. En Rowan Kin|]
was den volgenden morgen dood op zijn Btoel gevondenHe|
was onmogelijk om die twee omstandigheden in geda(
niet aan elkaar te verbinden. Het was mogelijk ja waai*
schijnlijk dat er niet het minste verband tusschen bestondl
maar de verbinding was onvermijdelijk.
Het was bijna middernacht geweest toen Charles King deR
pastorie had verlaten en door den tuin was hij het parij|~
ingegaan. Zou het mogelijk zijn, vroeg Gray zichzelf a« onl
te ontdekken, zonder gevaarlijke nieuwsgierigheid op te wek!
ken, of hij op de Hall was geweest De tuindeur, die vanj
de studeerkamer uitkwam op een schaduwrijk h<
van den tuin, was des nachts niet gesloten geweest. Het wa=|
Rowan Kings gewoonte om die te sluiten alvorens zich teil
ruste te begeven. Gray liep daar rond maar kon geen spooijl
ontdekken van voetstappen op het gras noch op het kiezell
pad. Hij huiverde toen nij een blik wierp door de tuindeur!
de overleden meester van Yewle zat nog in den stoel in del
zelfde houding zooals hij dien morgen door den ouden bottel
lier was gevonden. De kamer was gesloten en Stokes, als del
oudste bediende der familie, had den sleutel in zijn zak.
Wordt vervolgd.)