DE FAMILIE KING.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Zaterdag 20 April 1895.
No. 3619
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
SÏADSNIEÜ W 8.
FEUILLE I ON
12e Jaargang
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
1,65.
0,05.
0,30.
0,37 J.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden
franco per post
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X4:, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
ome agenten en door alle boekhandelaren en courantieri.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM»
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Snee., Parigt 3Ibis Faubourg Montmartr
Met Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten'.
De Schoonmoeder. Binnen- en Bui-
tmUmdsche berichten. Varia. Ad-
vertmtün.
0SloL
Niemand zal beweren dat in den laat-
ten tijd niet door particulieren en corpo-
ritiën wordt getracht, aan het gebrek
aan werk zooveel mogelijk te gemoet
te komen, maar uit den aard van de
zaak is net terrein waarop men zich
bewegen moet, beperkt en zijn de
middelen niet afdoende. Men kan met
vrij wat kosten iederen winter wegen
laten verbeteren, daarmee zijn slechts
weinigen gebaat: men kan vuurma
kers en derg. laten vervaardigen maar
er komt een tijd dat het publiek
daarvan voldoende voorzien is en de
k hokt. Hoe goed ook bedoeld
kunnen al deze middelen niethooger
worden gesteld, d n als maatregelen
van tijdelijke en gedeeltelijke hulp
en een breede uitweg laat zich wachten.
Er wordt door velen geroepen om
droogmaking van de Zuiderzee en dit
reuzenwerk is dan ook sinds lang een
onderwerp geweest van belangrijke
besprekingen en onderzoekingen, die
een reeks van rapporten en brochures
het leven hebben geroepen. Zulk
een onderneming evenwel wordt niet
beraamd en :uitgevoerd in een men-
schenleven. Na jaren van nauwgezet
onderzoek zijn de deskundigen het
nog verre van eens over de beste wijze
waarop de droogmaking zal moeten
geschieden en er zijn er zelfs, die met
iet oog op de groote uitgestrektheden
onvruchtbaren bodem welke men in
de Zuiderzee aantreit de rentabiliteit
van de onderneming ernstig in twij fel
trekken.
Onder deze omstandigheden kan
op een spoedig aanvangen van dit
reuzenwerk niet worden gehoopt en
altijd weer rijst de vraagwat dan
De historie van de landverhuizing
in de laatste jaren heelt de sympathie
daarvoor niet vergroot. Er zijn al te
veel teleurstellingen nTori der vonden.
De tijd is voorbij, dat men in Amerika
roet open armen ontvangen werd,
omdat er werkkrachten te kort waren.
Thans neemt men zells in de Vereenig-
Staten maatregelen tot beperking
van de emigratie en voor den onbe
middelde, die hier voor zijn gezin
de kost niet kan verdienen, is in
Amerika bijna geen toekomst meer-
Daar komt nog een belangrijke
reden bij. De meesten emigreeren
bijwijze van laatste redmiddel, wan
neer elke poging om in het eigen
land zich er door te slaan, heeft ge
faald. Op een leeftijd van 30 of 40
jaar, soms nog ouder, trekt men met
een gezin dat vaak vrij talrijk is,
naar een nieuw land, zonder de taal
te kennen, zonder een flauw denk
beeld van de heerschende gewoonten
en gebruiken, zonder relatie die in
staat is voort te helpen in den
moeielijken eersten tijd en dikwijls
zonder een cent op zak. 't Is een
bijzonderheid wanneer d&t goed gaat!
De man kan zich niet aanpassen
aan de vreemde omgeving en doet
zich daardoor links voor en onhan
digde vrouw wordt geplaagd door
heimwee en alleen van de kinderen
is te verwachten dat zij, wanneer de
familie althans voor dien tijd in de
worsteling niet is ondergegaan, levens
geluk zullen vinden in het vreemde
land.
De „oom uit Amerika", die met
eenige tonnen gouds in zijn vaderland
terugkeert en zijn armen familieleden
voor de rest van hun leven een aan
genaam bestaan verzekert, bestaat
helaas nog alleen in de blijspelen en
in de romans. In werkelijkheid is de
emigrant van dezen tijd een tobber,
dien het verdienen van het dagelijksch
brood in den vreemde nog oneindig
moeilijker valt dan in zijn eigen
land.
De oorzaak daarvan ligt voor de
hand. Het gaat niet aan, menschen
die reeds een deel van het leven ach
ter zich hebben en bezwaard zijn met
de zorg voor een gezin, zoo maar
klakkeloos over te brengen in een
totaal vreemde omgeving. Oude boo-
men te verplanten is gevaarlijk, dat
mag men met jonge boomen vrijelijk
doen.
Wat wij dan ook zouden wenschen,
dat is een stelselmatige emigratie van
jonge lieden, die daartoe zijn opgeleid.
In onzen tijd van Yereenigingen en
Bonden zou een Bond tot bevordering
van landverhuizing van jonge lie
den waarlijk geen weelde zijn.
Gesteund door geld, dat voor zulk
een doel zonder eenigen twijlel te
verkrijgen is, zou deze Bond zich
ten taak stellen te onderzoeken, waar
in de wereld en voor welke vakken
de beste gelegenheid is tot landver
huizing. Zij zou zich belasten met de
opleiding daartoe van flinke, gezonde
jongelieden, die bij het verlaten der
school op hun twaalfde of dertiende
jaar zich bij het Bestuur aanmelden en
dan een strenge keuring ondergaan.Tot
hun veertiende of vijftiende worden
zij op kosten van den Bond, onder
richt in de taal van het land waar
heen zij zullen gaan, in de kennis
der gewoonten en gebruiken en in
de beginselen van het vak dat zij
zullen uitoefenen, hetzij een hand
werk, boerenbedrijf, boachbouw, tuin
bouw, wat dan ook. Daarna vertrek
ken zij hoogstens op hun zestiende
jaar, aanvankelijk nog financieel en
in elk geval voortdurend moreel ge
steund door den Bond, natuurlijk
zoolang zij dat door hun gedrag ver
dienen.
Met energie treden deze emigranten
het nieuwe leven in. Jong als zij zijn
leeren zij spoedig zich te schikken
naar de eischen der omgeving, hun
gestel gewent aan het klimaat. Loopt
het al eens tegen, welnu zij hebben
slechts voor zichzelven te zorgen en
zullen als zij verstandig zijn, eerst
dan in 't huwelijk treden wanneer zij
zich met vlijt en ijver een poBitie
hebben veroverd.
In zeer zeer vage trekken schetsten
wij een beeld, dat aanlokkelijk moet
zijn voor hen die aan werkloosheid
leiden, zoowel als voor diegenen,
welke h*n moeite en geld besteden
aan de vermindering van het kwaad.
Het zal ongetwijfeld wel geld kosten,
maar betere resultaten opleveren dan
de tijdelijke maatregelen van dezen
t^jd, die immers ook groote finan-
cieele offers eischen.
Mocht dit denkbeeld geschikt zijn
voor nadere uitwerking en de vruch
ten dragen, die wij er van zouden
verwachten.
Haarlem19 April 1895.
Bij jkon. besluit is op zijn verzoek
eervol ontslag verleend ais 2e luit.
bij de dienstd. schutierij alhier aan
den heer A. C. Strumphler en is be
noemd tot 2e luitenant de heer H.
D. Emrik.
Voor het Donderdag te Amsterdam
gehouden akte-examen lager onder
wijs is geslaagd, de heer J. B. Keizer
alhier.
Reeds is in eene advertentie aan
gekondigd, dat de heeren Maurits de
Vries en Willem van Zuylen Maan
dagavond a.s. in de groote zaal van
de sociëteit „Vereeniging" een soirée
zullen geven. Deze beide Nederlanders
zijn op hun verschillend gebied te
zeer bekend, om hier nog bizonder te
worden aanbevolen. Maurits de
Vries, de bariton-zanger, voorheen
aan de Hollandsche Opera verbonden
Willem van Zuyien, de geestige acteur.
Ongetwijfeld zal deze Maandagavond
dan ook een avond zijn vol kunstge
not. Waar deze heeren reeds optraden
verwierven zij een groot succes.
De „Muzikale Vriendenkring" gaf
Donderdagavond in de groote zaal
van „de Kroon" eene uitvoering voor
hare kunstlievende leden en donateurs.
Wat de getalsterkte van het erkest
betreft, blijkt deze vereeniging van
dilettanten steeds in bloeienden toe
stand te verkeerengisteren bleek
de heer K. F. van Maas Jr. dan ook
een tamelijk sterk orkest onder zijne
leiding te hebben. Het volume geluid
dat in de zaai werd voortgebracht, was
meer dan voldoende, ja bij het koper
nu en dan wat al te krachtig, wat
minder op rekening komt van de
getalsterkte dan wel van het al te
forsche aanzetten der pistonnisten.
De orkestnummers die wij in het
eerste gedeelte hoorden voordragen,
werden vrij goed gespeeld, behou
dens eenige onzuiverheid, die nu
en dan onder de violen viel op te
merken. De clarinet-solist, die „Con
cert-Arie" van Johs. Sobeck en „Chant
du soir" van Val. Hamm voordroeg,
werd levendig toegejuicht. De niet
zware solo's werden zuiver ten gehoore
gebracht. Het laatste nummer voor
de pauze was de bekende Afseheids-
symphonie van Jos. llaydn, waarbij
onder het spelen de orkest-leden suc
cessievelijk de kaars op hun lessenaar
uitblazen en verdwijnen, totdat ten
slotte de directeur alleen overblijft.
Het tweede gedeelte van het aantrek
kelijk programma bevatte behalve
eenige orkest-nummers nog twee
nummers voor violoncel en voor strijk-
quintet. Deze uitvoering behoorde
ongetwijfeld tot een der goed geslaagde
van den „Muzikale Vriendenkring" en
het luide applaus na verschillende
nummers gold voor geen gering deel
ook den directeur, den heer van Maas,
in wien de vereeniging een ijverig
leider heeft.
In de heden gehouden algemeene
vergadering van de Haarlemsche
Brandverzekering-Maatschappij alhier
is de rekening over 1894 afgesloten.
De volgende mededeelingen zijn
daaraan ontleend
De lasten waren aan brandschaden
en onkosten f 138,769.88, herverzeke
ringen f 35,767.06)6, directeuren, agen
ten en correspondenten 154,939.77,
reserve voor loopende risico's op 31
December 1894 f 53,260, bureaukosten
enz. f 10,091.72)6, winst met saldo
winst 1893 f35,534.29. De baten be
liepen aan saldo winst 1893 f96,48,
reserve voor loopende risico's op 31
December 1893 f47,285, terug ont
vangen aandeel in brandschaden we
gens herverzekeringen f 15,172.48)6,
premie-rekening f255,785.38, polissen,
overboeking enz. f 2707,60, interest
enz. f 7315,78)6.
De balans wijst aan:
Debiteuren-aandeelhouders f 500,000,
gebouweninschrijving grootboek
effecten, hypotheken enz. f 307,453.13,
rekeningen-courant met maatschap
pijen, agenten en correspondenten
f 35,122.60, cassa f4081.
Crediteuren kapitaal der Vennoot
schap 1600,000, kapitaal der reserve
kas f 121,898.93)6, reserve voor onge-
liquideerde brandschaden f 30,653.24)6,
dividend-rekening van vorige jaren
f488,50, reserve voor loopende risico's
153,260, winst- en verliesrekening der
maatschappij 135,534.29, winst- en
verliesrekening der reservekas f4821,76
Goedgekeurd werd, dat een dividend
van 17 pCt. zal worden uitbetaald.
Een winkelier hier ter stede heeft
een valseh dubbeltje ontvangen. Het
is blijkbaar van tin en zeer ruw ver
vaardigd. Het draagt de beeltenis van
koningin Wilhelmina. Hoewel uit de
slordige afwerking en den klank dui
delijk de valschheid blijkt, zij men
toch op zijne hoede, dat men zich
niet door deze waardelooze stukjes
metaal laat verschalken.
Zitting van den Gemeenteraad
te Bloemen daal op
Donderdag 18 April.
Gisterenavond te 7)6 uur vergaderde
de gemeenteraad te Bloemendaal. Af
wezig waren de heeren A. J. Bos en
H. Roozen. De Voorz. las de notulen
der vergadering van 28 Maart voor,
die goedgekeurd werden.
In de eerste plaats was aan de orde
„Voortzetting der behandeling van het
politie-reglement." Men begon met art.
63 en behandelde alle nog te behan
delen artikelen (art. 63—88). Hierna
kwam in behandelingVaststelling
vrn het kohier der schoolgelden le
kwartaal. De Voorz. deelde mede, dat
het was opgemaakt tot een bedrag
van f 127,79. Wordt goedgekeurd.
In de derde plaats benoeming van
leden van het stembureau voor de
a.s. verkiezing van leden voor de
provinciale staten en van den ge
meenteraad. Op voorstel van den
Voorz. werden, volgens een [vroeger
gemaakt rooster, gekozende heeren
Eldering, Kramer, Ter Hoffsteede en
Van der Hulst.
Van punt 4mededeeling van in
gekomen stukken, zeide de Voorz.,
Naar hei engelsen
P. L. Mc. DERMOTT
19;
HOOFDSTUK VIL
Op het spoor.
Het legaat van twintigduizend pond aan Agnes King gaf
meer blijk van Rowans liefde voor het meisje dan van eene
Verandering in zijne plannen betreffende zijn broeder en diens
vestiging in een ander land. Het testament bevatte dus niets,
dat Francis Gray kon verbazen.
Het denkbeeld, dat Agnes de vrouw van Richard King zou
Worden, was iets vreeselijks voor den jongen man. Hij wist
hij had hen immers beluisterd op welke voorwaarde
dj hem eene belofte had gedaan, maar King moest op hare
swakheid hebben gewerkt om haar die nu reeds in vervul
ing te doen brengen. Haar vaders naam was nog niet ge-
:einigd, en het was aan grooten twijfel onderhevig, dat Ri-
;hard King haar niet kalm weg met zijne beloften bedroog
Dat Agnes hem niet liefhad, daarop had Gray wel een eed
willen doen.
Daar zijn patroon eene week lang uit Londen was, had
Gray weinig of niets te doen, en op zekeren avond schreef
hij een brief aan Rintoul, waarin hij dezen vroeg hem den
volgenden dag te mogen komen opzoeken. De notaris stelde
in zijn antwoord een uur vast.
In den loop van het gesprek bracht Rintoul Francis plot
seling in verbazing door de mededeeling, dat Richard King
het geld van het meisje met dobbelen had verloren. „In zijne
club wordt er algemeen over gesproken," zeide Rintoul; „hij
staat nu op het punt vijl en twintig duizend pond als hypo
theek op te nemen. Het is de eerste hypotheek ooit op het
landgoed genomen," zeide de notaris somber. „Ik vrees, dat
Richard de geheele bezitting er door zal jagen."
„Zou er geen middel kunnen worden gevonden mijnheer
Rintoul," vroeg Gray met eenige verlegenheid, „om dit hu
welijk te beletten?"
Met aandachtige belangstelling zag de notaris hem een
oo^enblik aan. „Er is slechts een persoon, die het zou kun
nen oeletten," gaf hij ten antwoord.
„Wie dan mijnheer Rintoul?"
„Charles King."
„Dan vrees ik, dat het niet zal kunnen worden belet,"
zeide Gray moedeloos. „Charles King weet van dit alles niet
het minete af en heeft Engeland verlaten niemand weet
waar hij is."
„Hoe weet u dat?"
„Ik maak het op uit hetgeen hij dien nacht op Yewie aan
Stokes heeft gezegd."
„Maar hij had geen geld
„Toch wel; Stokes heeft hij een bankbiljet van tien pond
gegeven; ik heb zelf dat biljet in mijn bezit want ik heb er
Stokes goud voor gegeven. Mevrouw King heelt haar echt
genoot ongetwijfeld van geld voorzien."
„Heeft het u niet getroffen," vroeg de notaris, „dat het
niet in overeenstemming was te brengen met de plannen
waarover Charles King met zijne vrouw sprak, dat hij het
land zou verlaten?"
Deze vraag bracht Francis Gray weer in contact met den
hevigen angst, dien zijn vertrouwen op de onschuld van den
vicaris niet geheel kon doen verdwijnen de vrees, dat in
een oogenblik van waanzin zijne hand dien nacht den nood-
lottigen slag had toegebracht. Hoe levendig herinnerde hij
zich den angst van mevrouw King den volgenden morgen,
totdat zij er van verzekerd was, dat er geen moord had
plaats gehad
„Ik weet Gray, wat er in uw hoofd omgaat," zeide de
notaris. „Ik heb de beste reden echter om te weten, dat
Charles King zich in Engeland bevindt. Hij is een ontslagen
gevangene aan politie-toezicht onderworpen en moet zich op
vaste tijden bij de politie aanmelden. Dit heeft hij verleden
week in Londen gedaan."
„Een schuldige zou dat nooit gedaan hebbenriep Gray
met opgewondenheid uit.
„Tenminste een beschuldigd of verdacht man zou het nie^