DE FAMILIE KING. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. l2e Jaargang Vrijdag 26 April 1895. No. 3624 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS, FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD 'Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. 'Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X-X, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onie agenten en door alle boekhandelaren en courantiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale d« Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Sure,Pari/a 3ïbt. Faubourg Monlmartrê. Haarlem25 April 1895. Op den 18den Maart 1895 is hier ter stede opgericht eene christelijke mannenzangvereeniging onder den naam van „Euphonia." it Het doel dezer vereeniging is zich te oelenen in den zang en het geven van uitvoeringen tot bevordering der uitbreiding van Gods Konink rijk. Directeur is de heer N. Kerkhoven, President de heer A. Brakel. j De Tijd deelt mede, dat het bericht, [als zou Mgr. Bottemanne, bisschop van Haarlem, het plan hebben eene reis naar Rome te ondernemen, on juist is. In ons Nr. van Dinsdag komt eene misstelling voor, die verbetering ver- eischt. De heer Resink dien wij noem den in ons bericht over de a.s. ver kiezing, heet namelijk niet A. J. maar A. Resink* De dames die de Haarlemsche kin derbibliotheek besturen en menigen kleine, wiens ouders hem dat niet kunnen verschaffen, gelukkig maken door het ter lezing geven van een kinder- of prentenboekrichten per advertentie het verzoek aan het publiek om boeken, die men kan mis sen, af te staan aan de Biblio theek. Gaarne ondersteunen wij dat ver zoek wegens het sympathieke doel. Mej. Brusse, Nassauplein 5, belast zich met de in ontvangst neming. Toonkunst. De zangvereeniging van onze afdee- ling der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst gat Woensdag haar tweede concert in dit saieoen. Er werden twee werken ten gehoore ge bracht, „Das Lied von der Glccke" door Max Bruch gecomponeerd en Mendelssohn's „Walpurgisnacht." Eerstgenoemd toonwerk vulde rijke lijk het eerste deel van het concert. Zooals men weet is Bruch's com positie van Schiller's '«eer bekend gedicht niet de eenige noch de eerste toonschepping waartoe dit poëtisch kunstgewrocht aanleiding gaf. Das Lied von der Glocke van Andreas Rom berg een werk dat bij vele muzikale verdiensten het voordeel heelt weinig te pretendeeren, maar met dat al onzen modernen dramatisch-muzika- len smaak niet meer kan voldoen is w< 1 even algemeen bekend als de compositie van onzen landgenoot W. F. G. Nicolaï algemeen o?ibekend is. Dit laatste verschijnsel is trouwens in ons lieve vaderland te weinig zeld zaam om er lang bij te blijven stil staan. Opmerkelijker is het feit dat Nicolaï's partituur hoewel zij niet in druk verscheen aan den com ponist Bruch wel bekend was toen hij eenige jaren na Nicolaï met een soort gelijke muzikale behandeling van het zelfde gedicht voor den dag kwam. 01 nu Bruch's „Glocke" als een soort verbetering van Nicolaï's werk, of wel als een meer of minder vrije navolging daarvan moet worden aan- Noch het een, noch het ander, dunkt mij. Nicolaï's nobele opvatting van het gedicht en zijn klare, sobere muzikale behandeling behoeft zoo min verbete ring als het zelfstandig talent van Max Bruch een voorbeeld en weg wijzer van noode heeft. Dat talent eu die zelfstandigheid van den musicus Bruch doen zich ook in het onderwerpelijke toonwerk schitterend gelden. In de beheersching der homophone en polyphone muzi kale vormen en vooral niet minder in de kunst van instrumenteeren toont hij zich steeds een meester wien eerbied toekomt. Maar behalve eerbied dwingt hij den toehoorder ook vaak bewondering en sympathie af voor zijn streven naar het innigste verband tusschen woord en toon, tusschen dichterlijke ge dachte en muzikalen vorm. Daartegenover valt niet te ontken nen dat menigmaal de juiste maat uit het oog verloren wordt, zoadat niet ieder alzonderlijk moment in de muziek beantwoordt aan het betref fende moment in het dichtstukm. a. w.het ondergeschikte wordt som tijds met blijkbare voorliefde langen breed uitgesponnen, terwijl op het belangrijke niet steeds het volle licht valt. Maar 'tzal voorzichtig zijn hier niet dieper in te tredenop een in druk bij een eerste auditie opgedaan laat zich geen betrouwbaar oordeel gronden. Genoeg zij het te zeggen dat Bruch's „Glocke" dikwijls den geest, veelal het gemoed en voort durend het oor doet genieten. De uitvoering was zoo dat het werk in alle opzichten goed tot zijn recht kwam. Op de eerste plaats zij dit gedankt aan de buitengewoon geluk kige keuze van solisten. Als sopraan trad op mej. Johanna Natüan uit Frankfort, een zangeres wie een kris talhelder, omvangrijk en gelijkmatig ontwikkeld orgaan ten dienste staat en die daarover weet te beschikken op eene wijze, die haar tot kunste nares van hoogen rang stempelt. Mej. Marie Lüning uit Rotterdam, die de altpartij vervulde is in den laatsten tijd voor ons Haarlemmers eene te goede bekende geworden dan dat een wijdloopige uiteenzetting harer verdiensten noodig zou zijn. Een enkele maal had zij den overigens zoo warmen en vollen klank van haar stem iets meer kunnen temperen vooral tegen over het zonnig-lichte maar niet forsche sopraangeluid. In den regel echter vormde het solisten-kwartet een voorbeeldig geheel. De tenorpartij was bij den heer Rogmans, zooals bijna van zelf spreekt, in uitmuntende handen. Het werk bood hem alle gelegenheid zijne zoo herhaaldelijk geprezen eigenschappen nogmaals te doen waardeeren. Als bas-solist eindelijk maakte hier zijn debuut de heer Auton Sistermans uit Frankfort. Men kan het bestuur onzer Toonkunst-afdeeling niet anders dan ten hoogste dankbaar zijn voor de gelegenheid die zij ons opende een zoo bevoorrecht zanger als de heer Sistermans te leeren kennen. Bizon der rijk van timbre is zijn or gaan. Week, warm, maar tegelijk machtig en vol leent het zich tot de schoonste uitdrukking van wat in het rijke gemoed van den zanger leeft. Wellicht zal de ;heer Sistermans in den loop der jaren nog aan rust en zelfbeheersching winnen en, in ver band daarmede, de neiging om wat hoog te intoneeren onderdrukken, maar reeds zooals hij nu voor ons optrad behoeven wij niet te aarzelen hem onder de uitmuntendste zangers te rangschikken die zich in den laat sten tijd deden hooren. Vooral in Mendelssohn's„Walpurgisnacht"toon- de hij zich den eeretitel waardig hem onlangs door een duitsch muzikaal tijdschrift toegekend „ein Sanger von Gottes Gnade." Het koor had als steeds een be langrijk aandeel in het succès van den avond. Een schoone klank werd, vooral door de dames, ontwikkeld; de heeren vergoedden hun achterstaan op dit punt door te grooter applomb en te levendiger ijver. Het geheel was meestal hoogst bevredigend en zelfs die enkele oogenblikken waarin de intona tie onder minder gunstige conditie verkeerde, bleven nog zeer genietbaar. Het orkest deed natuurlijk alle recht wedervaren aan de rijke klank effecten, die Bruch zich bij het in strumenteeren zijner „Glocke" voor stelde. Meer lof verdient het misschien nog voor de fijne, accurate vertolking der orkestpartij zoo recht frisch en door 8n door geestig van Men delssohn's werk. De leider van het geheel, de heer W. Robert, beleefde groote voldoening van zijnen moeitevollen arbeid een arbeid dien hij door zijn intelligente directie der uitvoering waardig be kroonde. PHILIP LOOTS. Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid werd heden aan het gebouw van het Pro vinciaal bestuur alhier aanbesteed: Het leveren en verwerken van sta ken in de met puin bestorting voor ziene boorden van het Merwedeka- naal in de provincie Noordholland. Raming f3700. Van de 11 ingekomen inschrrjvings- biljetten was dat van P. Kraaijeveld te Sliedrecht het laagst voor f3148. En vanwege de provincie Noord holland mede aan het gebouw van het Prov. bestuur alhier het onder houden van den zeedijk tusschen Naarden en Muiderberg van de standpalen van Muiderberg en van den zeedijk en de gronden beoosten Naar den, van 1 Mei 1895 tot 1 Mei 1896. Van de 2 biljetten hiervoor inge komen was dat van den heer van Kooten te Weesp het laagst voor f543. De timmerlieden-beweging. Lang had men gewacht op, en reik halzend uitgezien naar den uitslag der timmerliedenbeweging. Eindelijk is die gekomen. De groote bom is gesprongen. Gisterenavond is door eene aan zienlijke menigte timmerlieden hier ter stede eene werkstaking geprocla meerd. Hier volgt het verslag der gisteren avond alhier gehouden vergadering in „Felix Favore", die wij Maandag avond reeds aangekondigd hebben. De zaal was geheel gevuld. De Voorz., de heer Sprengers, opende de vergadering met te zeggen, dat zij bij eengeroepen was, om te beraadslagen, wat den timmerlieden in Haarlem te doen stond. Voorts sprak de heer van Vliet van Amsterdam. Spr. zeide dat eene werkstaking eene zeer ern stige zaak is, die men, voor dat men er toe besluit, wel eens goed mag overwegen. Het is de zaak of de ge zellen te Haarlem kans zien de eischen door te krijgen, en of zij er iets voor over hebben, want vrouwen en kin deren kunnen er de dupe van worden. Hierna herinnerde hij aan de werk staking der timmerlieden ie Amster dam. Daar was men zeker overtuigd dat s/s der patroons den aanval niet konden weerstaan. Nadat de heer Van Vliet geëindigd had, verzocht de heer Bulsebosch, een aanwezig zijnde patroon, het woord. Deze spr. deelde mede dat in de volgende maand alhier eene katho lieke kerk zal worden aanbesteed en dat in het bestek daarvan zal worden opgenomen de bepaling, [dat er een minimum loon van 21 ets. zal moe ten uitbetaald worden en raadde allen n, voordat men tot eene staking i overgaan, eerst te wachten tot B. en W. van Haarlem een besluit had den genomen. Ten slotte stelde hij de volgende motie voor „de vergaderde timmerlieden in „Felix Favore" op 24 April 1895, ge hoord hebbende de mededeeling aan gaande de loonregeling voor de te bouwen kathedrale kerk alhier, nota nemende van het besluit van de vereeniging van industriëelen en koop lieden alhier, besluit zich van verdere agitatie te onthouden, tot zoolang er in den gemeenteraad een besluit is genomen op het request over mini mum loon en maximalen arbeidsduur en de Vereeniging van industriëelen en kooplieden alhier zich daarnaar later hebben verklaard." Voordat men tot stemming over deze motie overging, sprak de heer Wollring van Amsterdam enkele oogenblikken. Spr. herinnerde aan hetgeen op het gebied der timmerlieden beweging is gedaan en hoe altijd de patroons op de gehouden vergaderingen waren weggebleven. Hij wees verder op de discussie in de Tweede Kamer en ge meenteraden aangaande het timmer lieden vraag stuk en wat de werklieden kunnen doen. Spr. vraagt den heer Hulsebosch zijne motie in te trekken en daarna naar de patroons te paan en hen er van te beschuldigen, dat zij geen hooger loon hebben gegeven. De heer Wollring had eene andere motie van den volgenden inhoud „de open bare vergadering van timmerlieden gezellen te Haarlem, gehouden op 24 April 1895 in het gebouw „Felix Fa vore", gehoord de verklariug van het doorhaar gekozen comité,hetwelk langs verschillende wegen heeft getracht met de patroons samen te werken hetwelk evenwel is afgestuit op den onwil der patroons, verklaart eindelijk, gedwongen te zijn zich te verklaren om tot werkstaking over te gaan, er is geen andere weg meer en besluit verder het werk neder te leggen op Donderdag 25 April 1895." De heer Hulsebosch vroeg nog even het woord. Hij zeide o. a. dat hij gaarne zijne motie zou intrekken, als hij wist, dat men met succes het werk zou kunnen staken en vraagt wie de Naar het engelsch van P. L. Mc. DERMOTT 23) HOOFDSTUK VIII. Dreigende wolken. Hij begaf zich met Wilson onmiddellijk naar Warwick, die de verklaring van den tuinman opschreef; toen zij nader hand alleen waren deelde Gray den procureur den uitslag mee van zijn onderzoek op de pastorie en verklaarde de be- teekenis van het verschil in kleeding, dat aantoonde, dat er twee verschillende personen in het spel waren geweest. Warwicks belangstelling was nu opgewekt, want hij be schouwde het onrecht zijn vroegeren vriend en cliënt aange daan als een veel gewichtiger zaak dan het verlies van Yewle. „Tot dusverre gaat het uitstekend Gray," zeide hij, „maar het geldt hier nog slechts een negatief bewijs. Om het von nis tegen mijnheer King te zien opgeheven, moeten wij een positief bewijs hebben omtrent de indetiteit van den man, die de noodlottige cheque aan de bank heeft die zich voor Charles King heeft uitgegeven. Na de iden titeit te hebben aangetoond, moeten wij de beweegreden vaststellen. Dit alles schijnt voor het oogenblik eene lastige taak." „Wanneer wij den persoon hebben gevonden, dan zal de beweegreden niet ver zijn te zoeken. Ik zelf twijfel niet meer aan zijne identiteit." De procureur keerde zich plotseling om en keek den jongen man doordringend aan. „U verbaast mij," zeide hij. „U moet een geboren detective zijn." „Neen mijnheer Warwick. Maar bedenk eens hoe lang deze zaak mij reeds heeft bezig gehouden nu reeds vier jaar en het zal u niet vreemd schijnen, dat zoodra de minste kleinigheid, die mij vreemd toescheen, zich voordeed, ik die niet vergat. Het was louter toeval, dat de kassier van de bank in hetzelfde huis woonde, waarin ik mijn intrek nam het was een louter toeval, dat ons over den valschen wisBel deed spreken. Natuurlijk trachtte ik zooveel mogelijk van hem te weten te komen en mijn oude argwaan omkleedde ieder nieuw feit dat mij ter oore kwam." „Dat begrijp ik. Mij dunkt, dat het beste zal zijn om uw vriend den kassier te telegrafeeren of hij hier morgen wil komen. Ook zou ik Stokes gaarne willen spreken." Gray stemde toe om dit te doen en op verzoek van War- wick schreef hij de beide telegrammen onmiddellijk. Laatst genoemde schreef ook een telegram aan iemand, en stak de drie papiertjes bij zich,ter wijl hij beloofde ze|zelf te zullen wegbrengen. „Nu u toch er opuitgaat mijnheer Warwick, zoudt u dan niet tegelijk eens aan de bank willen gaan hooren of Ri chard King daar den 5den Mei is geweest den dag waarop de valsche wissel aan de bank ie Londen is aange boden Warwick onstelde. „Dat kan ik gemakkelijk te weten ko men Gray. Maar pas op het kan zijn dat uwe gevoelens jegens dien man u te ver voeren. Dat is een gevaarlijk terrein." „Ik heb er alleen met u op gezinspeeld. Wanneer Richard King den öden Mei als gewoonlijk op zijn post was in zijne betrekking, dan loopt mijne verdenking op niets uit en zal er nooit iets van bekend worden. Maar was hij dien dag niet in Soucheeter," zeide Gray met verhoogde gelaatskleur en snel ademhalend, „en is hij toen in Londen geweest, dan mijnheer Warwick was hij de man, die de valsche cheque aan de bank heeft vertoondIk heb zooeven van mevrouw King vernomen, dat haar echtgenoot dien dag voor theetijd voor vier uur thuis was, zoodat hij uit Londen moet zijn vertrokken met den trein, die vandaar ten 12.45 ver trekt, terwijl de valsche wissel na tweeën is aangeboden." „Dat is eene zeer belangrijke ontdekking", zeide Warwick, terwijl hij het vertrek verliet. Een half uur later keerde hij terug met de mededeeling, dat Richard King den 5den Mei niet aan de bank van Souchester was geweest en men meende dat hij toen in Londen was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1