BINNENLAND,
zijden werd de candidatuur van den
heer A. Resink verdedigd en toege
licht. „Het schijnt wel," zeide men,
„dat er een soort vooroordeel bestaat
tegen iemand, die nog slechts korten
tijd in de gemeente woont. Toch zal
ik hem voorstellen als candidaat van
den Raad. De heer Resink is een
zellstandig persoon, financieel onaf
hankelijk, die groote en algemeene
zaken doet. Ik heb hem leeren kennen
als een zeer humaan man met een
persoonlijk gevoel van eigenwaarde,
maar die overtuigd is dat hij niet
alles weet. In zaken van administra
tie gaat hij niet over een nacht ijs,
maar onderzoekt de zaken au
fond".
Van een ander lid werd vernomen,
dat de heer Resink voor de tweede
maal te Haarlem woont. Nadat hij
als officier der genie zijne carrière
begonnen was, is hij overgegaan in
het burgerlijk leven en wel in de
industrie in Indië. Thans bestuurt hij
van hier uit zijne belangrijke zaken
aldaar.
Waar iemand geboren is doet er
minder toe, dan wat men van hem
verwachten kan. Met het oog op de
arbeidswet en de eventueele oprich
ting eener eigen gasfabriek is een
ingenieur in den Raad zeer gewenscht.
Men zegt dikwijls dat gewezen offi
cieren niet geschikt zijn voor de bur
germaatschappij maar juist officieren
der genie maken daarop eene uitzon
dering.
Spreker wees daarbij op de heeren
Scholtens, prov. ingenieur, van Noord-
Holland, de Jong ingenieur der
Staatsspoor, de Jong, directeur der
gemeentewerken van Amsterdam en
Schuurman, die dezelfde functie be
kleedt te Rotterdam, voorts op de
heeren de Bordes, Nierstrasz e.
Tegen de candidatuur-Resink werd
aangevoerd, dat de heer Resink wei
nig bekend is en dat de kiesvereeni-
ging zich moet wachten voor échec.
Deze opmerking werd beantwoord
door een der leden, die er op wees
hoe president Faure, voorheen nau
welijks bekend, thans reeds populair
en zijn voorganger, aanvankelijk met
gejuich begroet, thans reeds half ver
geten is.
Nog werd ten gunste van den heer
Resink aangevoerd, dat hij reeds bij
korte kennismaking een zeer goeden
indruk maakt en dat hij een heldere
kop is, die voor den gemeenteraad
een zeer goede aanwinst zal zijn.
Op de opmerking van een ander,
dat de gemeenteraad reeds architec
ten, doctoren en ingenieurs genoeg
heeft, werd geantwoord, dat de Raad
inplaats van aan overvloed van deskun
digen in de bouwvakken lijdt aan
gebrek daaraan.
Ten slotte werd medegedeeld dat
de heer Resink bereid is, eene even
tueele candidatuur te aanvaarden.
Daarna kwam men tot de candi
datuur van Jhr. Speelman, die vroe
ger als marine-officier eenige^ tochten
van Willem Barentsz meemaakte en
daarna burgemeester werd van Har-
lingen.
Thans woont hij hier, is lid der C,
van Toez. op het M. O. en kenmerkt
zich door zijn ijver voor de zaken die
hij behandelt. Men n emde dezen can
didaat een man van een hoog plichts
besef, die weet wat hij wil, eerlijk is
tot in zijn nieren en zijn opinie zegt
zonder aanzien des persoons.
Hij zou een goed lid zijn van wel
ken Raad ook, ja een goed burge
meester van welke gemeente ook.
Bij stemming verkreeg de heer
Resink 22, de heer Hij mans 8, de
heer Kist 3 stemmen en de heer Speel
man 1 stem. Eerstgenoemde is dus
de candidaat van „Vooruitgang".
Jl. Zondagnamiddag waren twee
broeders in het NoorderbuitenSpaarne
aan het pagaaien. Een van hen had]
het ongeluk van het vaartuigje in
het water te vallen, waaruit hij spoedig
werd opgehaald. Vermoedelijk ten
gevolge van den schrik is hij heden
morgen overleden.
Hij was eerst 20 jaren oud.
Door de Vereeniging tegen het mishan
delen van dieren te Haarlem en Om
streken is op doelmatige wijze onder
de jeugd een blaadje verspreid dat tot
titel heeft:
Een vriendelijk verzoek van
de vogels.
Het is eene bede van het vooglen-
heir aan de kinderen, die aldus luidt:
Alle vogels, die dezen zomer in
Nederland hopen door te brengen,
hebben in hunne eerste vergadering
van dit jaar besloten, tot alle jongens
en meisjes het volgend vriendelijk
verzoek te richten:
„Nu wij weer uit verre, vreemde
landen in onze vroegere, gezellige
woonplaatsen zijn teruggekeerd en in
boson en veld, in stad en dorp onze
nestjes weer hebben opgezocht, hopen
wij hier ons huishouden aardig te
kunnen inrichten en eón recht pret
tig Jeven te zullen hebben. Daartoe
verzoeken wij, voor ons zelf en voor
onze kleintjes, een hoekje waar we
rustig kunnen wonen, waar niemand,
oud noch jong, groot noch klein, ons
eenig leed aandoet en waar niemand
ons poogt te berooven van onze kos
telijke vrijheid, die wij zoo veer op
prijs stellen. Vooral vragen we erg
vrienddlijk en dringend dat toch nie
mand onze nestjes, die we met zooveel
moeite hebben gebouwd, zal verstoren,
dat niemand onze eieren wegnemen
zal en dat onze aardige jonge vogeltjes
met rust worden gelaten, opdat wij
ze kunnen grootbrengen.
Wanneer de kinderen en de men-
schen zóó goed willen zijn voor ons,
dan zullen wij uit dankbaarheid
onze schoonste liedjeB zingen, dan
zullen we vliegen en fladderen op
boom en tak en struik en plant en
door sjilpen, fluiten en kweelen allen
genoegen doen; dan zullen we veel
schadelijke insekten wegvangen en
opeten, waardoor in bosch en veld,
in tuin en hof alles goed kan groeien
en bloeien en mensch en kind zich
met ons kunnen verheugen in de ver
nieuwde pracht van de schoone na
tuur om ons heen!"
Aldus besloten op onze eerste ver
gadering van dit iaar, gehouden in
een van de liefelijkste plekjes bij
Haarlem.
Namens de vergadering
Nacntegaal.
Lijster.
Vmk.
Roodborstje.
Anna beschikt over een zeer goed
altgeluid. In 't begin een beetje too-
neelkoorts hebbende, kwam ze al
spuedig op dreef en gaf dikwijls zeer
schoone oogenblikken.
Haar stem is frisch, vol en dui
delijk.
Verhoef met zijn fraaie basstem en
de tenor Floris waren oude beken
den, die hun goeden naam op dezen
avond ook weer op uitstekende wijze
handhaafden.
Geert muntte vooral uit door zijn
actie. Blikbaar had hij van zijn rol
ernstige studie gemaakt.
De kleinere rollen waren meestal
in goede handen.
Een grout deel van het succes
komt toe aan de koren, die inderdaad
voortreffelijk waren.
Dat „Con Ainore" goede koren be
zat, schreven we meermalen, maar
zoo goed als Vrijdag hadden we ze
nog niet gehoord.
De glanspunten waren wel het eer
ste frissche mannenkoor en het slot
koor van de le en 2e akte.
Ook aan actie heeft het koor ge
wonnen. Het leefde in de geschiede
nis me£.
Voor de eerste maal assisteerde
het kleine orchest van het Stedelijk
Muziekkorps, dat zeer viel te roemen
hoewel een weinig meer bescheiden
heid bij het begeleiden der solisten
aanbeveling verdient. Aan de regie
was blijkbaar zeer veel zorg besteed.
Aan het slot werd de neer van
Zanten ten tooneele geroepen en
nem het eere-lidmaatsehap aange
boden.
Den heer Wiegant zij hul le ge
bracht voor zijn uitmuntende lei
ding van het geheel. De krans, hem
na afloöp der voorstelling onder luide
toejuichingen aangeboden, was zeker
ten volle verdiend.
Met groot genoegen mag „Con
Amore" op deze uitvoering terugzien.
I Wij vernamen ook, dat het voornemen
I bestaat Zondag a.s. „Nelly" ten tweede
male op te voeren.
We raden ieder kunstliefhebber
aan, er heen te gaan.
wij mede aanleiding om te besluiten,
dat zij minstens even hoog staat als
de beroemde en bekende pianisten
welke wij in dit seizoen hoorden.
Het deed mij vooral goed te zien dat
een schitterend spel kan samengaan
met eenvoud van houding en bewe
ging-
Ofschoon we op het punt van zan
geressen in den laats^en tijd wel wat
verwend zijn, vermocht mej. Ad. Os
borne de hoorders door haar klank
rijk geluid te boeien. In de aria uit
Mignon van Thomas en een viertal
Liederen vond zij daarbij ook gelegen
heid op vele wijzen te schitteren
zoowel door haar stem als door haar
voordracht, opvatting enz., getuige
behalve de Mignon, b.v. das Madchen
und der Schmetterling van d'Albert
en het gebiseerde en door den com
ponist begeleide Wiegenlied van E.
Reijnolds.
Aan de dames-solisten en het or
kest met zijn genialen leider ten slotte
onzen dank voor het schoone van
Maandagavond. H. P.
De minister-president lord Rosebery
en de minister van financiën sir Wil.
üam Harcourt, de Fransche, Turk-
sche en Russische gezanten en eenige
andere leden van het „corps diplo.
matique" maakten Maandag bun op.
wachting in Browns-hotel en schreven
hun namen in het register.
Het weer was zonnig en zacht.
Koningin Victoria heeft uit hare
tuinen te Windsor prachtige bloemen
en vruchten aan de Koninginnen g
zonden.
Toen Maandagmorgen de wegwer
ker van de NoordZuid—Holland-
sche Stoomtram Mij. A. Carbiè, van
Hillegom, bezig was om biels op te
stapelen, viel de geheele stapel om
met het treurig gevolg dat de werk
man daaronder geraakte en zoodanig
gekneusd werd, dat men voor zijn
leven vreest.
„Con Amore".
De operettevereeniging „Con Amore"
gaf Vrijdag jl. hare tweede uitvoering
dit seizoen. Opgevoerd werd de
opera „Nelly" van Carel L. Bouman,
op woorden van M. van Zanten.
Het libretto dezer opera staat o.i.
ver boven de gewone vertaling van
Duitsche of Fransche opera's.
De opera zelve bevat vele lieve
melodiënsoms echter vervalt de
componist te veel in herhalingen en
wordt de muziek daardoor te lang
gerekt.
De opvoering eischt goede krach
ten. Dat „Con Amore" die bezit is
Vrijdag weder op uitstekende wijze
gebleken.
De damesrollen werden beide zeer
goed vervuld.
Nelly, ons uit „Marijke van Sche-
veningen" nog wel bekend, is in zang
zoowel als in actie belangrijk voor
uitgegaan. Ze heeft een zeer ontwik
keld sopraangeluid, dat tot in het
hooge register steeds helder blijlt.
Haarlemsohe Bachvereeniging
Op Maandag 29 April had in ae
concertzaal der Sociëteit Vereeniging
het 5de Bachooncert plaats met me
dewerking van het orkest van het
concertgebouw te Amsterdam onder
leiding van den heer W. Kes. Als
solisten traden op Mej. Elisabeth M.
Reijnolds uit Londen (piano) en mej.
Adrienne Osborne uit Leipzig.
Naar aanleiding der toespraak van
den president der Bachvereeniging
tot den heer Kes kwam mij een be
kend spreekwoord in de gedachte nl.
het „ml nise bene." Met het oog op
het vertrek van den heer Kes zou
dit met een kleine variatie wel te
plaatsen zijn. Trouwens, er is dan
ook „niets dan goeds" te zeggen over
de prachtvolle uitvoering van Maan
dagavond. Zoowel de nummers voor
or&est: Symphonie no. 4 van Beet
hoven, Vyhérad, symphonisch ge
dicht van F. Smetana en de ouverture
van de opera Tannhiiuser van B. Wag
ner, als de begeleiding der solisten
werden met de bekende, maar niet
genoeg te roemen accuratesse uitge
voerd.
Moest ik een bizonder moment re-
leveeren, ik zou niet weten welk te
kiezen ai ging ik elk nummer in het
bijzonder na.
Mej. Reynolds is een pianiste van
zeer groote begaafdheid. Ware in het
concert van Grieg tegenover het orkest
bij enkele passages wat meer kracht
wel gewenscht in de Adagio en Finale
uit de Suite op. 4 van L. Scalegel (die
ik meer maar nooit schooner hoorde spe
len) en in de Nocturne van Chopin en la
Chasse van PaganiniLiszt vonden
In den nacht van Zondag op Maan
dag ging het aan de Noordelijke
ringdijk der Haarlemmermeer weder
heftig toe. In en bij het huis van
zekeren H. werden een drietal perso
nen dermate mishandeld, dat genees
kundige hulp moest worden ingeroe
peu. Politie was natuurlijk niet aan
wezig en voor de zouveelste maal
moest die van Halfweg worden ge
roepen.
Herhaaldelijk is reeds gewezen op
de noodzakelijkheid aldaar een veld
wachter te stationeeren en ook thans
is daarover nog een adres loopende.
De heer P. Ledoboer, aftredend lid
der Provinciale Staten zal Vrijdag te
Sloten optreden op uitnoodiging der
kiesvereenigingen aldaar.
Tamiang.
Nja Makan, het hoofd van een bende,
die het in Tamiang onveilig maakte,
heefi zich aan ons onderworpen.
Lombok-strij dera.
Maandag kwam te Rotterdam met-
het stoomschip Salak van de Rott.
Lloyd aan een detachement van 28
militairen, waaronder 14 die den strijd
op Lombok hebben meegemaakt, ter*
wijl sommigen daarvan de merkbare
teekenen toonden. Op het etablisse
ment van de Lloyd bevonden zich de
garnizoenscommandant luit.-kol. Ver
hey van de mariniers, en kapt.
van de weerbaarheid met het mu
ziekkorps. Nadat de militairen aan
boord waren aangetreden en de Lom
bok helden drie pas voorwaarts hadden
gemaakt, werden zij in kernachtige
taal door den heer Verhey toegespro
ken, die te voren ook voor de viji
gekwetsten het militair saluut had
Mevr. Lamers, «chtgenoote van den
oud-kapitein van het Indisch 1
Lamers, schonk een lauwerkrans aan
den ziekenoppasser Loverink, wien
ook kolonel Verhey gelukkig maakte
met de mededeeling van zijn benoe
ming tot ridder 4de kl. der Militaire
Willemsorde. Elk der vijf geblesseer
den kreeg van kapt. Bos namens het
Roode Kruis een enveloppe. Kapt.
Lamers bedankte voor de hulde aan
het Indische leger gebracht. Door
goede zorgen van mevr. Lamers werd
den militairen Maandagmiddag in het
Zeemanshuis te Rotterdam een diner
aangeboden.
Van uit Sloten is een adres gezon
den aan den Minister van Binnen-
laudsche Zaken, waarin wordi ver
zocht het vee kosteloos tegen miltvuur
te doen inenten.
Door den stuurman P. Paap te
Zand voort zijn aangebracht de navol
gende uit zee opgevischte goederen:
1 zilveren horloge met ketting, 1
portemonnaie met eenig zilvergeld en
eenig Oostenrijksch papierengeld,
portefeuille met papieren en
borsteltje. Uit de papieren bleek, dat
die goederen afkomstig waren van
een passagier van het verongelukte
schip „de Elbe". Een en ander is
opgezonden aan den consul te Am
sterdam.
Tot tegenschatters voor de perso-
neele belasting te Zand voort zijn door
B. en W. te Zandvoort benoemd de
heeren J. A. v. Noppen en Jb. Koper.
De Kon nginnen in Engeland.
De Koninginnen deden Maandag
morgen een rijtoer langs de Theems
naar de City, om de Towerbridge en
andere bezienswaardigheden in oogen
schouw te nemen.
Na het middagmaal in het Brown-
hotel ging HH. MM. met gevolg naar
het Britsch museum, waar zij de thee
gebruikten.
Het avondeten werd weer gebruikt
in het hotel.
Naar men verneemt, bestaat te Am
sterdam het voornemen onder
grondwerkers om op 1 Mei het werk
te staken.
Om dit te voorkomen zal heden
avond, op initiatief van de grondwet
kersvereeniging St. Leonardus, aldee
ling van den Ned. Katholieken Volka
bond, in het Gildehuis op de Heeren
gracht een vergadering worden
houden van het bestuur van genoem
den Volksbond en patroons, om over
eene verhooging van arbeidsloon
overleg te treden.
Maandagavond omstreeks 8 uur
kreeg te Rotterdam de heibaas Van
der Meer in een koffiehuis twist met
den kastelein. Deze maakte zich
daarbij zoo driftig, dat hij met een
revolver een schot loste dat echter
niemand trofmaar in den muur
terecht kwam. Van der Meer ging
de poiitie waarschuwen. Toen een
rijksveldwachter met een politieagent
de gelagkamer binnentraden, beurei
de de kastelein ook hen met een
revolver. De dienaars van den H
Hermandad gingen heen, doch hiel
den het oo r op de inrichting. Korten
tijd hierna begaf zich de onder-inBpec
teur D. I'. Bonk naar den kastelein
en slaagde er in de revolver mach
tig te worden. De kastelein verklaarde
nu niet op den heibaas, doch in
lucht geschoten te hebben. Zoowel
voor als achter de woning werd eene
vaste politiepost geplaatst, om den
kastelein het mogelij k ontvluchten
verhinderen.
genaam van Yewle werd genoemd, is geschreven door Rowan
King op den laatsten dag van zijn leven."
„Dit ook mijnheer King. Dezelfde personen, die de onder-
teekening van het eerste testament met hunne hand be
krachtigden, hebben ook het tweede onderteekend. Zij hebben
mij medegedeeld, dat het eerste op blanw, het tweede op wit
papier was geschreven. Ik ontving het blauwe. Zooals u allen
kunt zien, is dit het witte testament en ook het iaatst ge
schreven."
„Het is valsch I" riep King toorni r uit.
„Een vaisch testament hadden wij moeielijk kunnen vin
den, waar wij dit vonden. En het is voor u niet gunstig
mijnheer King. Volgens den inhoud herroept de testateur het
testament, dat hij dien dag aan zijn procureur James Rin-
toui, Bedford Row, Londen had gezonden en vermaakt al
zijne bezittingen, roerende en onroerende aan zijne nisht Ag
nes King, dochter van zijn broeder Charles King van de pas
torie te Yewle. Maar omdat," zoo gaat het voort, „ik mjjn
beste vriendin en nicht, Mary Gray, op haar sterfbed heb
beloofd, een vriend voor haar zoon, Francis Gray, te zijn, die
nu als particulier secretaris bij mij werkzaam is, wensch ik,
dat mijne genoemde nicht Agnes King dezen Francis Gray
in hare edelmoedigheid zal gedenken en eene zoodanige be
schikking zal maken als haar geschikt voorkomt ter bevor
dering van zijn geluk."
Francis Gray hoorde deze woorden niet voorlezen want na
een fluisterend uitgesproken opmerking van mijnheer War
wick had hij even te voren haastig de kamer verlaten alsof
hij iemand wilde halen.
„Het testament," vervolgde Rintoul, „is ook geteekend
door John Stokes en John Wilson, beiden van Yewle. Het
fs een zeer duidelijk en bevredigend testament eene nieuwe
illustratie van het bekende gezegde, dat tweede gedachten
de beste zijn, en mijnheer Warwick zal ten behoeve van zijne
cliënte, miss King er onmiddellijk toe overgaan het huis en
het landgoed in zijn bezit te nemen."
„Nooit I" riep Richard King uit, bleek van woede. „Nooit I
En nog véor dat men dit zal beproeven, beschuldig ik hier
in tegenwoordigheid van n allen dien man daar, Charles
King, van den moord op zijn broeder. Ik heb hem dien avond
toen het donker was hier zien komen, gedeeltelijk vermomd
in de kleeding van een stalknecht. Ik heb hem zien praten
met den ouden Stokes, den bottelier, dien hij tot stilzwijgen
omkocht met een banknoot. Ik zag hem door de tuindeur
deze kamer binnengaan en den volgenden morgen zag ik zijn
broeder in dien stoel zitten, dood met een mes in zijn
hart. Die man is de moordenaar van zijn broeder."
De vicaris verbleekte tot zelfs in zijne lippen en wankelde
alsof hij zou vallen. FraneiB Gray, die met Stokes en eenige
anderen was teruggekeerd terwijl Richard King sprak, sprong
naar voren en hielp den vioarie in een stoei. Hjj scheen op
het punt te zijn van te bezwijmen en Stokes, handelende
met het instinet van zijn beroep, schonk wat brandewijn in
een glas en bracht dat aan de lippen van den halfbewuste-
looze. Een paar minuten lang scheen aller tong verlamd.
Richard Kings oogen glinsterden over de zege, die hij had
behaald op den man, die daar machteloos nederlag, en
wendde zich tot Stokes en zeide: „Stokes, je hebt dat bank
biljet nog, en ik heb het nummer in mijn zakboekje geno
teerd. Breng het eens voor den dag."
Onwillekeurig wendde Stokes zich om en keek Francis
Gray aan.
„Het is er nog, nietwaar?" riep Richard King uit. „Hij
heeft het, ja Kom er dan mee voor den dag. Het behoorde
tot de bankbiljetten, waarmee ik mevrouw King op den na
middag voor den moord de drie-maandeiijkeche toelage heb
nitbetaald, die zij van mijnheer Rowan King ontving en dat
bankbiljet is nooit aan de bank teruggekeerd. Ik verzoek,
dat het vertoond worde."
Francis Gray stak zijne hand in zijn borstzak alsof hij het
te voorschijn wilde halen, maar Stokes trad naar voren.
„Neen mijnheer Francis," zeide hij met groote beslistheid,
„het is nu mijne benrt om te spreken en ik zal het doen}
Worit vervolgd.)