NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Maandag 13 Mei 1895.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Dit nummer bestaat uit
drie bladen,
STADSNIEü W8.
i2e -!üMx*ga?;g
No. 3638
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door bet geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoounnnimer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onxe agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOMc
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Paryt 31 bia Faubourg Montmartro.
EERSTE BLAD.
Haarlem, 11 Mei 1895.
De heer A. Resiak voor de
Kiezers.
Vrijdagavond trad in de groote zaal
van „de Kroon" de heer A. Resink,
candidaat voor den Gemeenteraad,
van de kiesvereeniging „Vooruitgang",
op verzoek van het bestuur van deze
vereeniging voor de kiezers op. Allen
die een stembiljet konden toonen,
werden tot de bijeenkomst toegela
ten. De zaal was hink bezet. Ongeveer
200 personen waren aanwezig, ook
eenige Raadsleden en de wethouders
de Kanter, de Breuk en Hugenholtz.Na
een kort openingswoord van den Voor
zitter den heer Fr. Lieftinck, kreeg de
heer Resink het woord en zeide het
navolgende
Mijne Heeren.
Toen mij onlangs namens een der
afdeelingen van de Kiesvereeniging
Vooruitgang" do vraag werd gesteld,
of ik eene candidatuur voor den ge-
gemeenteraad eventueel zou kunnen
aanvaarden, was ik daarop zoo wei
nig bedacht, nog minder voorbereid,
it ik een dag bedenktijd moest ne
men.
Ik meende toch ernstig te moeten
overwegen of ik na een kortstondig
verblijf van weinig meer dan een jaar,
dus nog weinig op de hoogte van de
plaatselijke belangen en eischen, in
staat zou wezen, mij het eventueel
m mij te stellen vertrouwen waardig
te kunnen maken. Tijd, ijver en toe
wijding kon ik dadelijk beloven, maar
mocht dat voldoende heeten'? Daar
kwam nog een andere kapitale factor
wie kent mij hier behalve de
weinigen met wie ik gelegenheid had
,d voor korten tijd samen te
werken voor meer algemeene belan-
gen?
En eindelijk meende ik als voor
waarde te moeten stellen, dat hoe
gaarne ik voor de kiezers zou willen
optreden, ik dit niet kon doen als
zijnde nog te weinig bekend met
de hoofd vraagstukken, welke thans de
locale belangen beheerschen, terwijl
ik door de aanvaarding van een can
didatuur van „Vooruitgang" voor ge
meenteraadsverkiezingen, eene vol
doend referendum zou geven omtrent
mijne politieke inzichten.
Na rijp beraad, de gestelde voor
waarden aangenomen zijnde verklaar
de ik mij den volgenden dag genegen,
om mij disponibel te stellen voor den
opengevallen zetel in den gemeente
raad.
Het verslag van de op 29 April j.l.
gehouden algemeene vergadering, de
welwillende mondelinge, nadere in
lichtingen, maar vooral de steun die
mijne candidatuur mocht ondervinden
en de van meer dan-eene zijde terecht
uitgesproken wensch, om met mij
kennis te maken en met mij vanj^
dachten te wisselen, waren voor mij
meer dan voldoende redenen ep mijn
eerste besluit en voorwaarden terug
te komen, dit een plicht te achten,
te meer wijl het Haagsehe shibboleth
voor of te^en Eigen Hulp", dat mij
weinig sympathiek is op nader te
ontvouwen gronden, ook hier tot
splitsing, versnippering van de par
tijen zou kunnen leiden, door de om
standigheid dat ik als Voorzitter van
de vereeniging Eigen Jiulp, van het
district Haarlem en omstreken, ben
op etreden.
Mijn eerste laak, die ik mij voor
hedenavond heb gesteld, is in korte
trekken mijne denkbeelden en ver
wachtingen van Eigen J Hulp uiteen
te zetten en scherp begrensd aan te
geven, hoever ik gaan zal om daaraan
mijn Kleun te ver eenen.
Alv.-rens ik in de algemeene ver
gadering van 29 April tot candidaat
werd voorgesteld heb ik het mijn
plicht geacht, mijne verhouding tot
Eigen Hulp bekend te stellen, want
voor alles, ik wil klaren wijn schenken
en ik wil dat iedereen zal weten, wat
men van mij kan verwachten en of
ik dus het vertrouwen waardig kan
wezen, dat de kiezers in mij moeten
stellen. En indien straks dit punt in
debat komt, dan vraag ik aan hen
die met mij van meening zullen ver
schillen, alleen wederzij dsche waar
deering van denkbeelden, zonder eenige
nevenbedoeling.
Ter zake.
E gen Hulp is een maatschappelijk
verschijnsel, uit veheel natuurlijke
oorzaken geboren. De naamlooze ven
nootschappen zijn de voorbereidende
wegwijzers geweest voor de latere
coöperatie, die thans een groote factor
is in het sociale leven, die door Eigen
Hulp zoo sterk wordt gepropagandeerd.
Het is de coöperatie, welke voor een
deel tegemoet koiut aan de steeds
klimmende eischen van levensonder
houd en opvoeding in die kringea,
welke aangewezen zijn, om met be
scheiden middelen door het leven te
komen. Ieder onzer kent huisgezinnen,
waar, door een gevoel van eigenwaarde,
zorgen en kommer worden geleden,
erger dan de armoede aan den pu-
biieken weg kent, om reden bij de
laatste het zedelijk gevoel op een
lager peil staat.
Niemand uwer wensch ik het toe,
van nabij te leeren kennen wat het
zeggen wil, ter wille van de eischen
door stand en beschaving gesteld,
aan vrouw en kroost ter nauwernood
een schamel stuk brood tot levens
onderhoud te kunnen aanbieden. En
of er zijn, of er velen zijn? Bittere
ironie, dat te durven ontkennen.
En wanneer ik nu hier als mijn
innige overtuiging uitspreek dat dit
de eeQige, ware grondslag moet zijn,
waarop E. H. mag en kan werken
dan vrees ik uw oordeel niet, als ik
door woord en daad toon en zal toonen,
dat deze instelling mijn volle sym
pathie heeft. Maar, en hierop moet
ik bij zonderen nadruk leggen, bij
niemand wensch ik achter te staan
om de groote beteekenis en waarde
te erkennen van den breeden kring
onzer nijvere burgers, die in de nerin
gen van Ha triem en van het stand
punt, dat ons thans bezig houdt, de
winkelnering een eerlijk stuk brood
tracht te verdienen.
Hen, of ook maar éen hunner op
te offeren om Eigen Hulp, nimmer
zal ik daartoe de hand leenen of wil
len leenen. De winkelvereeniging
Eigen Hulp moet in dit eenige en
ware spoor blijven, dat is een eerlij ke
concurrent die zijn ontstaan aan de
meest natuurlijke omstandigheden te
danken heeft.
Nu moge het den weinig zaakkun
dige toeschijnen, dat deze concurrent
onder zooveel gunstigen voorwaarden
werkt, het zou mij te ver voeren en
deze gelegenheid acht ik daarvoor
niet geschiat, veel minder bestemd
om het tegendeel aan te toonen
voor goed ingelichten mag dit ooa
overbodig wezen. Het groote publiek
moet zich met deze verzekering te
vreden stellen. Ik voor mij heb te
goede gedachten van de neringdoen
den, om deze concurrentie te vreezen,
al zullen ze er ook rekening mee
moeten houden. Met het gesprokene
is het onderwerp ook bij eene opper
vlakkige behandeling nog verre van
uilgepu*, maar ik mag van uw ge
duld niet meer vergen.
Resumeerende w..t mijzei ven be
treft: Eigen Hulp hier in Haarlem
kan op mijn steun blijven rekenen,
zoelang zij niet afwijkt van den basis
waarop zij werd opgericht.
Van eenige bijzondere kiezers tot
de algemeene overgaande, zal ik een
paar punten van actueel belang
vluchtig behandelen, waarbij ik ver
zoek er wel rekening mede te houden,
dat tijd en gelegenheid mij hebben
ontbroken voor eene nauwgezette be-
siudeering der onderwerpen.
Een zeker zeer belangrijk vraagstuk
dat eerlang in den gemeenteraad ter
tafel zal komen, is de quaestie of in
de voorwaarden van uitbesteding van
gemeentewerken bepalingen zullen
worden opgenomen, omtrent mini
mum loon en maximum arbeidsduur.
Onwillekeurig denk ik daarbij aan
de bij velen nog wel in herinnering
voortlevende instelling vaa het Col
lege van zetters, dat wekelijks de
broodprijzen vaststelde. En wanneer
ik nu vruchteloos zoek naar andere
dan algemeene wetten, welke ook de
broodprijzen toen beheerschten, die
het noodzakelijk zouden kunnen ma
ken dat Bestuurszorg in dezen op
treedt, dan rijst de vraag bij mij op
of wij niet achteruit gaan. Maar de
za ik is te ernstig, houdt in meerdere
groote gemeenten bekwame en hel-
derdenkende mannen te zeer bezig,
om er ons op deze wijze van af te
maken, eene nadere beschouwing is
dus noodig. In eenige stellingen
wensch ik mijne denkbeelden be
knopt samen te vatten
lo. Een inmenging van Bestuurs-
wege in het particulier bedrijf werkt
beiemmerend en kost geld dat de in
gezetenen hebben te betalen.
2o. Administratieve bepalingen voor
schriften welke financieele verplich
tingen opleggen, moeten juist correct
geformuleerd kunnen worden om niet
afhankelijk te wezen van een meer
of min-Ier ruim geweten.
3j. Alleen groote belangen kunnen
nieuwe oorzaken wettigen om met een
administratieven of strafrechter in
aanraking te komen.
4o. Het is eene gewaagde proef om
de handwerkslieden voor een paar
takken van bedrijf van Bestuurswege
te willen beschermen, waar men on
machtig is om ten opzichte van een
grooter aantal anderen, die in andere
bedrijven hun bestaan vinden, het
zelfde te doen.
5j. De werkliedenbeweging heeft,
waar die goei, verstandig geleid is
geworden, misstanden weggenomen,
die ik de eerste zal wezen als ergerlijk
te beschouwen; ik erken haar goed
recht van bestaan en durf goede vruch
ten te voorspellen, wanneer zij in het
goede, zedelijke spoor blijft, zich niet
door dik en dun baan tracht te bre
ken en geen leuzen kiest, die een
„qui vive" roepen aan velen, niet het
minst aan de welgezinden. Aan naar,
de werkliedenverenigingen de taak
om verbetering te brengen in slechte
toestanden, die niet door reglemen
taire bepalingen omtrent loon, arbeids
duur van gemeentewege kunnen wor
den weggenomen.
Een ander onderwerp, dat ook sedert
langen tijd op het tapijt is en waar
omtrent de meeningen nog verschil
len. is de quaestie van al o 1 niet ge
meen telijke exploitatie der gasfabriek.
0.«k hier weier zal ik mij bepalen
tot een paar stellingen
1. Als algemeenen regel moet gelden
dat eene exploitatie van welke zaak
of bedrijf ook door de gemeente afkeu
ring verdient wanneer het particulier
initiatief daar is, om die taak op zich
te nemen.
2e. Industrieele ondernemingen,
waarbij de geheele gemeente betrok
ken kan geacht worden, kunnen hier
op eene uitzondering maken.
3. Die uitzondering is daar, wanneer
het particulier initiatief onevenredig
hooge offers van de ingezetenen eiecht,
in verhouding tot de gepresteerde
diensten of gedane leveringen, behalve
binnen zekere grenzen, wanneer op-
richtings- en exploitatie-kapitaal, ver
deeld in kleine aandeelen, geheel in
handen is van de inwoners en de te
behalen voordeelen geacht mogen wor
den binnen de gemeente te blijven.
Het kardinale punt zijn evenwel onze
gemeente financiën. Ik geloof niet,
dat ik den toestand ©verdrijf wanneer
ik dien bedenkelijk noem. Te onder
zoeken waar de fout ligt, of waar die
gezocht moet worden, van wanneer
die dateert, ligt buiten mijn bestek,
maar ik wensch met nadruk tecon-
stateeren
le. dat wat de belastingen betreft,
de gemiddelde draagkracht der inge
zetenen langzamerhand achteruit moet
gaan, wanneer men wil letten op het
steeds klimmend aantal onbewoonde
buizen, die, waren ze geoccupeerd, ge
zinnen zouden herbergen, welke de ge-
meente-financiën meer zouden sterken
dan belasten, terwijl in een betrekke
lijk niet groot aantal jaren door de
bouwverenigingen niet minder dan
pl. m. 1200 panden zullen zijn ge
bouwd, ongerekend de bestaande in
de oude stadsgedeelten, wier bewo
ners aan de gemeente meer kosten
dan ze inbrengen.
2o. dat de hooge belastingdruk,
waarin wij als ik mij niet vergis, al
leen door Am-terdam worden over
troffen, üoogere eischen mag stellen
aan straatreiniging, politie, gezond
heidsmaatregelen, verlichting, duin
watervoorziening en productieve
uitgaven. De gemeenteraad heeft het
zich ten duren plicht te stellen, den
toestand ernstig onder de oorn te
zien, terwijl Burgemeester en Wethou
ders zich voortdurend hebben af te
vragen, wat er gedaan kan en moet
worden om de gemeente-inkomsten
ruimer te doen vloeien.
Daarvoor is in de eerste plaats noo
dig een open oog en open oor voor
het particulier initiatief, waar dit ka
pitaal en toewijding beschikbaar wil
stellen, om onze schoone stad met
hare heerlijke omstreken, met hare
onwaardeerbare scholen f en hulpbron
nen te maken tot een der meest ge
liefkoosde oorden, die den vreemde
ling naar Nederland lokken, tot de
meest gezochte woonplaats van hen
die aan geen bepaalde stad of streek
gebonden, Haarlem zullen kiezen
boven al, waar zij naast het genoem
de vinden inrichtingen van onderwijs,
die meteen door geheel Nederland
worden genoemd.
En waar het particulier init.atief
machteloos is, daar moge de regee
ring dezer stad de hand aan de ploeg
slaan en overwegen, wat er gedaan
kan en moet worden om de welvaart
en den bloei van Haarlem te ver-
hcogen.
Een ruime blik, een handelend op
treden is daarvoor noodig, geen bureau
cratische bedrijvigheid, die jaarlijks
folianten op folianten stapelt, kasten
op kasten vult en genoeg meent
gedaan te hebben, als met passen en
meten het jaarlijksch budget in elkaar
gezet is en het jaarverslag zooveel en
zooveel pagina's vult en welker lezing
de nekslag is voor elke belangstelling.
Mijne Heeren, het doel van deze
bijeenkomst zou niet bereikt worden,
wanneer ik uitvoeriger werd, van uw
geduld nog meer vorderde. Het ge
sprokene maakt op niets meer aan
spraak, dan U eene gereede en vol
doende aanleiding te geven om met
mij over die zaken en aangelegenheden
welke Uwe belangstelling hebben, van
gedachten te wisselen. Dit eene ver
zoek meen ik te mogen doen verwacht
niet van mij,als jongst ingezetene onder
u allen, dat ik op de hoogte zal kunnen
wezen van specifiek locale belangen
en toestanden.
Ten slotte een woord van dank aan
het Bestuur der kiesvereeniging „Voor
uitgang" voor de mij geschonken
gelegenheid, om mij tegenover de
kiezers te kunnen uitspreken, maar
vooral voor de breede opvatting om
niet alleen Vooruitgangs kring, maar
alle haarlemsche kiezers uit te noodi-
gen, om deze bijeenkomst bg te won.n.
Ik heb gezegd. (Applaus).
De Voorz. dankt den spreker voor
de beknopte, heldere, kordate en ka
raktervolle wijze, waarop hij zijne be
ginselen heeft te berde gebracht.
De heer Theod. G. Schürmannalsnu
gebruik makende van de gelegenheid
tot debat, zegt te spreken als Voor
zitter der Haarlemsche Handelsver-
eeniging die 600 leden telt en namens
die leden. De H. H. V. is eene ver
eeniging opgericht in het belang van
den handel in het algemeen en in dat
van hare leden in 't bizonder. Deze
leden nu zijn over Eigen Hulp een
geheel andere meening toegedaan,
dan de geachte spreker. Het doet de
winkeliers wel degelijk concurrentie
aanmen zie slechts naar den Haag.
Hier is men ook reeds van uit het
winkeltje in de Kleine Houtstraat
verhuisd naar het paleis in de Zijl
straat en het zal nog wel grooter
worden. „Wij hebben," zegt spreker
ten slotte, „besloten een Raadscandi-
datuur van een lid van E. H. niet
te steunen niet alleen, maar ook die
tegen te werken met alle middelen
die ons ten dienste staan.
(Applaus.)
De heer W. L. Schram, maakt aan
merking op de uitdrukking, dat het
zedelijk gevoel van de leden van E.
H. op hooger peil zou st.ian, dan dat
van de groote massa.
De heer Resink antwoordt niet te
hebben gezegd dat E. H. geen con
current wa3, integendeel, maar ook
dat spr. een te goed idee had van de
neringdoenden om van hen te den
ken dat zij die concurrentie zouden
vreezen. De laatste woorden van den
heer Schürmann leggen voorspreker
een treurige getuigenis af, want hij
kan zich niet voorstellen, dat aldus
de algemeene belangen van Haarlem
zullen worden achtergesteld bij die
van enkelen. Zoo komt men lang
zamerhand in een toestand, waarin
het beste deel zou zijn uitge
sloten van het lidmaatschap van den
Raad. Immers, dan zal men conse
quent blijvende,ook moeten uitsluiten
allen, die deelnemen aan coöperatieve
bakkerijen, wasscherijen, kleermake
rijen enz. „Ik ben", zegt spreker, „de
jaren van ijdelheid te boven en ding
naar geen zetel, maar ik vraag, dat
men de algemeene belangen zal stel
len boven die van enkelen"
Den heer&cAramantwoordtspreker,
dat iemand die langs de straat be
delt, toch een ander gevoel van eigen
waarde heeft, dan die met onvoldoende
middelen fatsoenlijk moet leven. De
woorden zedelijk gevoel wil spr. als
die gewraakt worden, wel intrekken,
maar handhaaft zijne bedoeling.
De Voorz. trekt uit dit debat de
conclusie, dat de heer Resink Eigen
Hulp beperken wil binnen de enge
grenzen, waarop het is opgericht en
dat hij haar niet langer zou steunen,
als zij gaat buiten die grenzen. Zoo
b. v. zou inleider er zeker niet toe
meewerken, dat champagne, meubelen
en andere dingen van luxe er ver
kocht worden?
De heer Resink antwoordt, dat de
voorz. vrij correct zijne meening heeft
weergegeven. Omtrent hetchampagne-
debiet behoeft men geen hoog idee
te hebben en wat er nog geleverd
wordt, komt uit de kelders van Haar
lemsche wijnhandelaren.
De heer Jacs. Pod is voor verschil
lende zaken van het nut van associatie
overtuigd. Hij heeft tegen E. H. het
bezwaar, dat menschen als gewezen
ambtenaren en gewezen officieren, die
uit de staatskas pensioen hebben
waarvoor de burger zwaar belast wordt,
in hoofdzaak de leden van E. H. zijn
en het komt spr, voor, dat de heer
Resink die, als gewezen officier, ook
uit 'a lands kas put, niet verstandig
doet met eene inrichting te steunen
die niet in 't oelang is van den alge
meenen winkelstand. Vandaar acht
spr. den heer Resink niet een aanbe
velenswaardig candidaat.
De heer G. van der Most va/n Spijk
doet nog opmerken, dat E. H. haar
doel voorbij streeft. Meer en meer
blijkt, dat zij niet enkel levert aan
onbemiddelden, maar dat ook kapi-