Arrondissements-Rechtbank BINNENLAND. Rechtszaken. Daarna verzocht spreker aan den heer Schorer om het Brongebouw feestelijk te openen. Deze bracht een woord van hulde aan het Bestuur van de inrichting voor de ontzaglijke moeite die het zich heeft getroost; een woord van dank omdat het de gemeente heeft begiftigd met een inrichting die den roem van Haarlem zal verhoogen. „Ik wensch dat deze stichting moge bren gen genezing voor velen en bevorder lijk zijn voor den bloei van Haarlem. Met deze woorden open ik de Staal- bron Haarlem 1" (Applaus). De muziek der grenadiers en jagers speelde de volksliederen. Het talrijke publiek ging naar den tuin of be zichtigde het gebouw. Hierna begon het concert, dat door goed weer begunstigd werd. Aan het diner, dat hedennamiddag te Zandvoort gehouden wordt, zitten een 30tal gasten aan. Een groot gedeelte der burgerij, vooral in de hoofdstraten, toonde he den hare belangstelling in de opening van het Brongebouw door het uit steken der vlaggen. Ook van den toren waaide de nederlandsche driekleur. Door het bestuur van den Haarlem mermeerpolder is in verband met de openstelling |der binnenwateren voor de scheepvaart aaubeBteed het uit diepen van verschillende gedeelten der tochten in zes perceelenminste inschrijvers zijn: voor perc. 1A. Visser te Haarlem voor f2300, voor de per ceelen 2 en 3 gecombineerd, J. van Noordennen te Utrecht voor f11700 en voor de perceelen 4, 5 en 6 de zelfde voor i 10.000. Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid werd heden aan het gebouw van het Pro vinciaal Bestuur alhier aanbesteed le. Het uitvoeren van baggerwerk op twee plaatsen in het Noordzee kanaal. Raming f15000. Eenige inschrijvers de heeren A, Volker en T. A. Bos te Sliedrechten Gorinchem voor i 13000. 2e. Het herstellen van de Rijks- zeewerken op het eiland Wieringen van winter- en stormschade. Raming 13550. Hiervoor kwamen 9 biljetten in waarvan dat van J. Hermans te Wie- ringen het laagst voor f3645. Zitting van Donderdag 20 Juni. De rechtbank veroordeelde heden Lambert de Boer, die de vorige week wegens landlooperij terecht had ge- staan tot 2 dagen hechtenis en 2 jaar opzending naar een rijkswerkinrich ting volgens den eisch van den ambt. van het O. M. van dat vergezicht te genieten, vond het verrukkelijk. „Zouên we nu maar niet naar beneden gaan vroeg de dame, toen zij meende dat het genoeg was. „Zooals je wilt 1" zeide haar man, i schelde voor de lift. Op den Te Aalsmeer zijn als leden van den Raad aan de beurt van aftreding M. Baarse Dz., D. Been, J. v. Dille wijn Sr. en G. W. Keessen. Door verandering zal de sluis van den Googerpolder te Oude-Wetering tot 20 Juli a. s. gesloten zijn. Te Zuid-Schalkwijk (bij Haarlem) iz het 2-jarig zoontje van den land bouwer G. van Bruggen in een sloot bij de woning geraakt en verdronken. Na drie jaar heeft men te Hout rijk en Polanen eindelijk het benoo- digde geld bijeen weten te krijgen voor den bouw eener nieuwe pastorie; dit gebouw zal dezer dagen worden aanbesteed. Parlementaire praatjes. Uitgerust van de vermoeienissen van afdeelingsonderzoek of stu dentenfeesten, kwam de Tweede Ka mer heden (Woensdag)middag bijeen. Louter en alleen om op voorstel van den voorzitter de lijst der nog te behandelen ontwerpen met eenige ontwerpen van wet aan te vullen en te bepalen, dat de eindstemming over veiligheids- en arbeidswet Vrijdag zal plaats hebben. Morgen (Donderdag) afdeelingen. Eerstvolgende zittingVrijdag 11 uur, G. Jr. Een wereldreiziger. Woensdag werd Amsterdam be zocht door den heer Polatsic, ingenieur te Erlau in Hongarije en lid van den Duitsch-Oostenrijkschen Alpenverein. De heer Polatsic onderneemt een reis rondom de wereld als gevolg van een weddenschap om millioen mark. Hij is verplicht gedurende de drie jaren, die met zijn wandeltocht ge moeid zijn, geen geschenken of onder steuning (zelfs geen sigaar) aan te nemen, hoewel hij zonder een cent op zak is vertrokken. De reis, die den len Nov. 1894 te Pest begon en den len Nov. 1897 moet zijn afgeloopen, ging tot hiertoe naar Zwitserland, Italië, Turkije, Rus land door Galicië naar Eger, daarop naar Beieren, Darmstadt, Mainz, Bin- gen, Coblenz, Kampen en Amsterdam. Donderdag vertrok de heer Polatsic naar Liverpool. Langs deze geheele route moet de wandelaar zelf zijn onderhoud ver dienen. In verschillende landen werd hij door vorstelijke personen zeer hartelijk ontvangen, zoo o. a. door den prins-regent van Beieren en den groot-hertog van Hessen-Darmstadt. De heer Polatsic Armeniër van geboorte is vol goeden moed de weddingschap te winnen, ai moest hij erkennen, dat in andere landen meer notitie van hem was genomen dan hier. Te Hillegom heeft een kostganger eener weduwe zich met circa t 30 ten nadeele dier vrouw verwijderd. Aan het station te Zandvoort is werkzaam gesteld in de plaats van den heer IJseldijk, die naar Deli is vertrokken, de beer Th. Vogel, ko mende uit Alkmaar. De lste ploeg Haarlemsche kinderen is te Zandvoort in het z. g. kinder huisje aan den Hoogeweg aangekomen Een gebroken lift. t Was een prachtig gezicht, daar van den hoogen toren, die den koepel van het hoofdgebouw der Tentoon stelling versiert. Beneden, het terrein, fantastisch verlicht door de duizenden gekleurde lichtjes. In de verte het hippodröme, met zijn schitterenden vurigen voorgevelhet Donkerste- Afrika, zich licht afteekenend tegen den bewolkten gezichteinder; de ledige omheining, waaruit de luchtballon zich stoutmoedig had weggepakt, om een uitstapje naar Alkmaar te maken En aan de andere zijde de stad, de groote stad, met den aureool van licht om 't hoofd, den weerschijn der on telbare straat- en huislantaarns, zich afspiegelend in de grauwe lucht; de stad met haar doffe, onbestemde ge luiden, die zich uitstrekte zoo ver het oog zien kon, vredig aange leund tegen het nauwelijks te onder kennen Y. Het was een fantastisch gezicht. En het gezelschap, dat met de hydrauli sche lift naar boven was getogen, om omgang stonden ze bijeen, en wier pen een laatsten blik rondom zich. Zoo aanstonds zouden zij van hun verheven standplaats afgedaald zijn en den beganen grond weder bereikt hebben. Zoo aanstondsmaar wat duurde dat lang 1 Waarom kwam de lilt niet? De heer, die zooeven gescheld had, schelde nog eens; de man beneden had het zeker niet ge hoord. 't Was prachtig boven 1 Het oogen- blik oponthoud hinderde niet. Maar de lift bleef beneden. Het was de dame, die het eerst beangst begon te worden. Waar blijft die lift dan toch lOeh hemel, als er eens Ja mevrouwhet was zooer was eens voor de eerste maal, op dien eersten dag, geen mogelijkheid om de lift te doen stijgen. De waterdruk och, u weet wel de Amster damsche waterleiding blijft nog wel eens in gebreke de waterdruk was niet sterk genoeg. De lift was onverwrikbaar in zijn onbeweeglijke positie. De menschen boven begonnen dat ook te begrijpen. Zij hadden gescheld wellicht wel zes maal, maar de lift bleet uit. Het besef van hun toestand kwam geleidelijk. Hoe komen wij er al Dat was de vraag die zich bij elk afzonderlijk voordeed. Hoe komen wij er af? Etn tocht langs de lijst van den koepel naar den anderen toren deed weldra het nutte- looze inzien van een poging, om aan die zijde een „uitgang", te vinden. De angst der dame nam toe. Als ze eens riepen Een lang gerekt, snerpend geluid weerklonk over het terrein der ten toonstelling en overstemde het orkest van Wedemeijer. Het trok de aandacht van enkele wandelaars, die stilston den en opkeken, om te zien vanwaar het geluid kwam. En weldra ont dekte men, op den toren het gezel- dat door roepen en zakdoek- wuiven de aandacht trekken wou. „Wij kunnen er niet meer af I" klonk het lang aan gehouden van boven. „De lift is kapot I" De conducteur van de lift bevestigde dit bericht; de lift was onbruikbaar. Voor hoelang? Ja, dat kon de man ook niet zeggen. De wandelaars beneden waren even onmachtig om hulp te bieden, als het gezelschap boven om den toren te verlaten. „Och," merkte een humorist op, „met November wordt de toren afge broken dan komen ze er wel af." „Ze zitten daar leelijk op een droogje. Als we ze eens een potje bier stuurden," sloeg een ander voor. „Is er niet toevallig een stal houder in de buurt?" citeerde een derde. Bom daar viel een zwaar voorwerp, behendig van boven geslin gerd, in den steeds aangroeienden kring der radelooze benedenmenschen. Het was een sleutel, waaraan een briefje bevestigd was. Bij gebreke van telegraphische of telephonische ver binding moet men zich zien te redden en de gemeenschap met de bewoonde wereld was hersteld. Het briefje bevatte een verzoek, de brandweer te halen. Wellicht had die een ladderwagen, waarmede de in hoogheid gezetenen veilig den be ganen grond zouden kunnen bereiken. Fluks snelden eenigen weg en schelden de brandweer op. Het stuk slaan der ruiten van de brandklok ken, het ratelen van den waarschu wer, en het snelle loopen van vlugge voeten was al wat men gedurende eenige oogenblikken hoorde. Boven en beneden werd een af wachtende houding aangenomen. Een architect van de tentoonstelling was ineld en gaf adviezen, die nie mand uitvoerbaar achtte. De brand weer kwam aanrennen en stond ver baasd, toen het bleek dat er geen brand was. Een paar stoutmoedige brandweermannen wisten, als katten langs een touw klimmend, boyen te komen, maar zagen zich verplicht de overigen gezelschap te houdeneen uitweg was er niet. De heer Gezelschap was een oogen- blik op het terrein versehenen, om zich rekenschap te geven van den toestand van het gezelschap daarbo ven. Maar ook hij verklaarde zij n onmacht. Als straks de waterdruk sterk ge. noeg is, gaat de lift weer dat was de machtspreuk van alle autori teiten. Maar het werd laat, en nog later de fonteinen schoten haar schitte rende stralen hemelwaarts en moeten, van boven gezien, een indrukwek- kenden aanblik hebben opgeleverd, Maar de menschen op den toren had den geen oog er voorze dachten alleen aan de wijze, waarop zij hun hooge verblijfplaats zouden kunnen verlaten. Het sluitingsuur brak aande be zoekers werden aangemaand het ter rein te verlaten terende groep vormden, was overwel digend; de vroolijke kleuren, het flik keren van goud en edelgesteenten waren reeds voldoende dat „die glorie van dezen Hove straelen mooghe tot aan den versten eynden van den Ne derlanden." Onder degenen, die de hooge eer genoten door den Prince te worden toegesproken, bevond zich o. a. dr. Pa- Bchasius Turcq, burgemeester van Ber- gen-op-Zoom en de Drossaert Willem van der Rijt. Na dezen optocht van bijna allen die aan de „Inkomste" hadden deel genomen en waarvan de pracht en rijkdom niet beschreven zou kunnen worden, kwamen de hooghe Regeer- deren en de Besorgheren der Hooghe Schoole, de Edele en de Erentfeste Burgermeesteren, Schepenen ende Vroedschappen dezer stede, die Wijt- vermaerde Leeraers aan die schoole bovengenoemt, die O versten der Krijgs- luyden de welcke deze stadt inneheeft enz. enz. aan de beurt. Derector-magnificus, de hoogleeraar mr. P. A. van der Lith, hield een toespraak, die door zijne Hoogheid aangehoord en met eenige woorden beantwoord werd. Ongeveer anderhall uur duurde het cour, na afloop waarvan de prins na eene wandeling over het feestterrein, waarbij vele edelen hem vergezelden, met Frederick Hendrick plaats nam in het gereed staande rijtuig en weg reed. Toen Woensdagmorgen de tentoon stelling geopend werd, was de toren niet langer door het gezelschap be woond. Hbld. Lustrumfeesten te Leiden. Woensdag bood het feestterrein op het van der Werff park te Leiden wederom een feestelijken aanblik. Er zou „open Hof" gehouden worden door zijne princelijke Excellentie. De lijfwacht, voor het gebouw op gesteld, wachtte den prins af die weldra gezeten in een door vier schim mels getrokken wagen verscheen. Zijn Excellentie, gekleed in zwart satijn en goud, de keten van het Gulden Vlies om den hals, op het hoofd een zwarten hoed met wui vende veeren, kwam nog duidelijker en vooral voordeeliger dan Dinsdag uit, te midden van al het groen en geel van pages en lijfwacht. Omringd van zijn onmiddellijk ge volg, schreed de prins naar den troon, waar hij plaats nam om aan al de genen, die hem hunne opwachting wensohten te maken, daartoe de ge legenheid te verschaffen. Het gevolg van den prins, het eerBt aan hem voorgesteld, werd bij zijne vorstelijke genade door een gebaar op den troon genoodigd, waardoor deze laatste een schitterenden aanblik bood. In het midden de prins, ter rechter zijde de graaf van Mansveld in een wit met blauw gewaad, ter linker zijde de graaf van Limburg en Bronckhorst Heer van Stirum ,en Georg Frederik Markgraaf van B den, Durlach en Hochberg; voorts zijn broeder Frederick Henderick, deze allen omgeven door de overige ede len van het Hof; den jonkheer Jo- han Wolfert van Brederode, Don Louis GuilieliUB prins van Portugal, Johan Ernst, Hertog van Saxen- Weimar, Jonkheer Justinus van Nassau,Christiaan Hertoch van Bruns- wijk Luneburg, Jonkheer Daniel de Hartain, den Graaf van Nassau Zie- gen, Jonkheer Starkenbroek, Graaf van Thurn. De pracht van hen die deze schit- Drukte. Bij de Bpoorwegdrukte van Dinsdag bevonden zich te 's-Gravenhage.te mid den van velen, die, om toch maar naar Leiden te komen, zich tevreden stelden met een staanplaatsje in den goederenwagen van den trein, een opperwaardigheidsbekleeder aan het Hof en een vreemde diplomaat, hoofd van zending bij eene Zuidamerikaan- Bche republiek. Tusschen den Haag en Leiden lie pen Dinsdag op de spoorbaan der H. IJ. S. M. 84 extra-treinen ter gele genheid van de maskerade. Van den Haag vertrokken 13,596 maskeradegangers. Vooral laat in den avond was de drukte aan het station te Leiden overweldigend, en de laatste trein kwam uit de sleutelstad 's nachts 5- minuten vóór drieën te den Haag aan het station aan. Ook Woensdag was 't vrij druk. De zakkenrollers schijnen ook pre sent geweest te zijn geweest, althans hier en daar werd aangifte gedaan van het vermissen van horloge of portemonnaie. Valsche munters. In de vorige week hebben voor de arrondissements-rechtbank te Almelo terechtgestaan de beide Duitschers Sauer en Ahrens, waarvan de eerste verdacht was van het vervaardigen u valsche Nederlandsche munten en de tweede van het in omloop brengen dezer munten in de gemeenten Hengelo, Delden en Goor. Na een uitgebreid verhoor van niet minder dan 21 getuigen, bekenden de beschuldigden het hun ten laste ge legde en werden zij Dinsdagmorgen veroordeeld, de eerste tot een gevan genisstraf van 2 jaren en de tweede van 17a jaar, onder aftrek van den tijd, dien zij reeds in de gevangenis hebben doorgebracht. Beleediging der Regentes. J. J. v. d. Bergh, die de vorige week terechtstond wegens beleediging der Koningin-Regentes, is heden beter geweest om te wachten en mij te hebben geraadpleegd alvorens te handelen." „Welk onderscheid zou dat hebben gemaakt vroeg Dick weer. „Zooals ik gezegd heb, wanneer het hun vandaag niet wordt verteld moet het hun morgen medegedeeld worden. Geen verstandig man kan nog eenigen twijfel koesteren." „Neen, dat is zoo," merkte mevrouw Gordon op. „Wanneer u miss Gordon ontmoet hebt, zult u het met mij eens zijn," zeide Dick. „Het heeft opgehouden te regenen. Waarschijnlijk zullen wij hen nu in den tuin aantreffen." Ondanks de tegenwerpingen van mevrouw Gordon en de teleurstelling, die Evelyn nauwelijks kon verbergen, stemde Totton toe er met Dick heen te gaan. De wolken waren meest alle verdwenen en degenen, die zich nog aan den hemel vertoonden, waren versierd met een gouden rand, be schenen door de ondergaande zon. Ondanks het natte graB trad Orler op het ijzeren hek toe, toen Dick naderde. „Wat een prachtige avond na het regenbuitje mijnheer Forsyth," riep hij uit en nam zijn sigaar uit zijn mond. „Clara," voegde hij er bij, daar zij achter bleef, „wil je mijn heer Forsyth niet even begroeten Zij wierp een veelzeggenden blik op hare kleine laarsjes en Dick nam zijn hoed af. „Loopt u als 't u blieft maar niet over het gras," zeide hij en wendde zich vervolgens tot Orler. „Mag ik u mijn vriend mijnheer Totton voorstellen." „Het is mij aangenaam kennis te maken mijnheer," ant woordde Orler terwijl Clara boog. Na eenige opmerkingen, waarin niemand de minste belangstelling koesterde, maar die men meende te moeten uitspreken, verliet Totton den tuin. „Welnu vroeg Dick, eenmaal buiten het bereik hunner ooren. „Ik beken, dat zij het uiterlijk in hun voordeel hebben," was het antwoord. „Toch valt er aan eene zaak niet te twij felen geen cent moet hun uitbetaald worden, totdat wij een onderzoek naar het verleden van dien mijnheer Orler hebben ingesteld geen cent." „Dat zal moeielijk gaan, want mijnheer Orler heeft jaren lang buitenslands gewoond." „Hm," zeide Totton en wierp een snellen blik op Dick; „hij ziet er door en door engelsch uit. In ieder geval For syth, neem mijn raad aan, verlies je hoofd niet omdat die jonge vrouw een aardig gezicht heeft." „Ik gevoelde mij verplicht om Orler op de hoogte der fei ten te stellen," antwoordde Dick en bloosde licht. „Verder zal ik niets doen. Ik heb hem naar u, als mijn zaakwaar nemer, verwezen." „En wat heeft hij gezegd „Juist niet iets vleiends," antwoordde Dick en begon te lachen. „Ik denk echter wel, dat u spoedig iets van zijn zaakwaarnemer zult hooren, en dan...." „Het is goed; wanneer wij eens tot zoo lang wachtten zeide Totton en Dick nam afscheid van hem. HOOFDSTUK VIII. Iets naders omtrent kapitein Burton. „Dag mijnheer Forsyth," zeide Orler toen hij Dick den volgenden dag ontmoette. „Kom vanavond eenB een sigaar bij mij rooken. Schikt het u om acht uur? Wij zijn slechts eenvoudige menschen zooals u weet." Ten acht ure trad Dick de zitkamer binnen en Clara en de hond kwamen beiden hem tegemoet; eerstgenoemde met een glimlach, de hond grommend. „Mijnheer Orler is even naar de post gegaan," zeide zij, toen hij hare hand greep; zij sloeg nu echter hare oogen neer en scheen verlegen. „Ik ik schaam mij bijna u te ontmoeten." „Mag ik vragen waarom?" stamelde hij, toen zij plaats nam en hare handen naar haar kin bracht, zoodat de losse mouwen van haar japon naar beneden vielen en hare fraaie armen tot de elbogen zichtbaar werden. „Mijnheer Orler heeft het mij verteld," vervolgde zij en keek hem nadenkend aan, „ik kan het nog niet goed be grijpen, maar ik weet wel, dat u een gevoel zult hebben alsof ik gekomen qen om om u te berooven. Ik kan niet beseffen, dat ik werkelijk rijk ben." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2