NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 13. Jaargang Donderdag 11 Jnli 1895. No. 3687 HAARLEMS DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maanden f 1,20. Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05; Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 U Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVERTENTIËN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door ome agenten en door alle boekhandelaren en courantier». Directeur-Uitgever J. C. FEEBEBOOE Hoofdagenten voor het Buitenland.: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAÜBE Co., JOMN F. JONES, Sue*,, Parijs 31 bis Faubourg Montmartro, STADSNIEUWS. Haarlem10 Juli 1805. In de Dintdagavond gehouden le denvergadering van de anti-rev. kies- ver. „Nederland en Oranje" alhier, zijn tot aanvulling van hei bestuur, benoemd tot bestuursleden de heeren Felder Jr., J A. Heine, J. D. Nie mann en dr. A. E. van RoijeD. Naar wij vernemen zal den 7den Sept mber, e.k. het 25 jarig bestaan van de kweekschool voor Onderwij zeressen huiselijk worden herdacht. Benoemd is een feestcommissie, be staande uit de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenboltz en A. J. Heshuysen 8n den directeur der school, den heer H. Bussemaker. Bij het hoofdcomité voor het op richten van een monument van Fians Hals komeD bereids verschil lende bijdragen in. De vraag is wel licht bij velen gerezen, welke som noodig zal zijn voor het stichten van een waardig gedenk teek en en wij kunnen daaromtrent mededeelen, dat het Comité meent een som van f25.000 k f40.000 te behoeven. Bij achterstaande advertentie roept de Haarl. Handelsvereeniging die leden, welke niet 2ijn ingenomen met het besluit der algemeene vergadering van 15 Mei 1.1. om bij Raadsverkiezin gen .de aandacht te vestigen op de leden van Eigen Hulp op, om zich daaromtrent schriftelijk te verklaren aan het kantoor der vereeniging in „Fel:x Favore", ten einde wanneer hun aantal meer dan 10 bedraagt (art. 23 Huish. Regl.) ten spoedigste eene algemeene vergadering te be- Te Spaarndam is de gevreesde vlek ziekte onder de varkens uitgebroken. Als een bizonderheid wordt ons uit Sloten gemeld, dat thans reeds turf in den Akerpolder als verhandel baar is ingescheept, waarvan het veen- slik dit-jaar werd gebaggerd. BINNENLAND, Hofbericht. Maandagavond kwam met een extra-trein op het paleis Het Loo de groothertogin van Saksen Wei- mar aan, om aldaar eenige dagen te vertoeven. Op het perron waren de beide Ko ninginnen bij de aankomst aanwezig. De Koningin Regentes vertrok met de Groothertogin per rijtuig naar 't paleis terwijl de Koningin met een hofdame te voet daarheen wandelde. De kroonprinses van Griekenland (zuster van den Duitschen keizer), die gedurende eenigen tijd met haren gemaal in Engeland vertoefd heeft, «anvankelijk als gast van koningin Victoria en later van den prins van Wales, is met haar gevolg Dinsdag ochtend te 6 uur te Vlissingen aan gekomen metde maiibootPnnses Elisa beth van de Maatschappij „Zeeland" op de doorreis naar Cronberg bij Frankfort a. Main, waar hare moe der, keizerin Frederik, verblijf houdt. De Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen had de Ko ninklijke wachtkamer ter beschikking van H.K.H. gesteld. Aan het station te Vlissingen waren ter begroeting van H.K.li. aanwezig de heeren Rud. Lebmann, consul-generaal van Grie kenland te Amsterdam, Felix Cuhen, consul van Griekenland te Rotter dam; P. Smith, consulair agent van Griekenland te Vlissingen, met wie de kroonprinses zich minzaam onder hield en een door den consul-generaal Damens het Griekech consulaire corps aangeboden bouquet welwillend aan vaardde. Na deze heeren hare hooge inge nomenheid betuigd te hebben voor de doeltreffende maatregelen bij hare aankomst te Vlissingen, vertrok H. K. H. te 6 u. 46 des morgens met een salonwagen naar Duitsubland. Door den heer P. Ledeboer is bij de Staten van Noord-Holland de vol gende motie ingediend De Staten enz., kennis genomen hebbende van de bezwaren, ingei racht bij de regeering, tegen den bouw en de in werkingstelling eener fabriek van rookzwak buskruit, schietkatoen enz. in de gemeente Nieuwer-Amstel, ge ven hun leedwezen te kennen, dat door de regeering toestemming is verleend tot het bouwen en in wer king brengen van een dergelijke fa briek en dragen Ged. Staten op zich te wenden tot H. M. de Koningin- Regentes, met het dringend verzoek om de nu onlangs door de gezamen lijke bu8kruitmakers van Noord-Hol land, Utrechten Zeeland aangevraagde toestemming om, op hetzelfde ter rein, als waarop bovengenoemde fa briek reeds staat, een fabriek van zuren (met name salpeterzuur) op te richten, (onmisbaar voor Je vervaar diging der rookzwakke buskruitsoor- ten) te weigeren, ten einde nog tijdig groote en onberekenbare onheilen te voorkomen. Deze motie wordt Vrijdag in de Statenzitting behandeld. Brand te Genemuiden. Een felle brand brak Maandag avond plotseling te Genemuiden uit. Voor zoover men weet, zijn 17 gevulde hooibergen, 11 huizen, bewoond door pl.m. 20 huisgezinnen, en 4 stie ren eene prooi der vlammen gewor den. Nader wordt nog gemeld Dö hevige braDd heeft gewoed aan den zoogenaamden Achterweg en het gedeelte dat men, van Kampen ko mende, langs den Zeedijk passeert. Men vindt daar een reeks hooibergen langs den weg met een waarschuwend bordje „niet rooken." Daarachter en daarnaast zijn woningen, die tot aan de straat leiden. De brand is Maandagnamiddag te zes uur ontstaan. Op welke wijze dat kan geschied zijn, weet men niet; men vermoedt dat kinderen er met een lucifer hebben gespeeld. Met buitengewone snelheid grepen de vlammen om zich heeD; de eene hooiberg voor, de andere na werd aangetast en de woningen volgden, trots de snel ter plaatse zijnde brand weer en de hulp die van elders kwam opdagen. Het geheele gedeelte van den dijk tot de daarmede ongeveer evenwijdig loopende straat is verbrand. In de Zw. Ct. Uzen wij nog het volgende: De meeste bewoners waren buitenshuis op 't hooiland of metde biezen aan 't werk. Er is dan ook zeer weinig gered. De brandweer van Genemuiden zelf was met vier spuiten drie uit de plaats en een van den Zeedijk onder toezicht van den burgemeester met grooten ijver en kracht aan het werk getogen. Zij kreeg spoedig hulp van de spuit uit het naburige Zwartsluis, terwijl er ook twee uit Kampen aan rukten. Tegen 11 uur Maandagavond was men den brand meester de belendende hooibergen waren van zeilen voorzien en weiden nat ge houden, terwijl men voor verdere uitbreiding kon waken. Dinsdagoch tend te 4 uur kon de burgemeester de hulp van elders laten vertrekxen. Dinsdag-middag was echter op het terrein nog alles aan 't werk. De spuiten bleven voldoende water geven op het smeulende en hier en daar weder vlammende hooi, terwijl men druk bezig was met de zwart ge brande hoopen te verwerken. De vier verbrande stieren lagen nog in 't midden van de overblijfselen der wo ningen. De schade moet, naar wij hoorden, belangrijk zijn, daar niet veel is ver zekerd. De 11 perceelen waren door 18 gezinnen bewoond, die nu allen zonder dak zijn. De hoeveelheid ver brand hooi is groot, daar de 17 ber gen geheel gevuld waren en docr elkander zeker wel 25000 KG. per stuk inhielden. Gelukkig dat het stil weer was, terwijl, voor zoover er nog wind werd bespeurd, deze naar den zeekant woei. Daardoor werd het werk voor de brandweer vergemakkelijkt en is de ramp niet zoo groot als bij het eerste uitbreken en de buitengewone snelle uitbreiding in den aanvang stond te vreezen. Een leest. Men schrijft uit Maastricht van den 8en dezer. Onze stad is ter eere der Heilig domsvaart in feestdos. Uit bijna alle huizen wappert de nationale of pau selijke vlag. Eerepoorten en andere versieringen zijn aangebracht. Heden- namiddag te 3.20 uur arriveerde, in gehaald door een eere wacht te paard, de internuntius mgr. Lorenzelli. Te 6 uur had de plechtige overbrenging van de reliquiëen uit de heiligdoms kamer naar het hooge koor in de St. Servatiuskerk plaats, waarbij de in ternuntius eene eereplaats bekleedde en door pater Van Hooff, S. J., pas toor te Amsterdam een preek werd gehouden. Onder de hooge geestelij ken, die nog verwacht worden, be- hooren de bisschop van 's-Hertogen- bosch, de vicaris-generaal van het bisdom Luik, de coadjutor-bisschop pen van Utrecht en Keulen, de bis schop van Roermond en dr. Schaep- mande laatste zal met eene preek j de plechtigheid sluiten. Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijver heid. Dinsdag werd te Zierikzee de 118de algemeene vergadering van deze Maat schappij gehouden. Zij werd geopend door den Voorz., den heer J. F. W. Conrad, met eene rede waarin hij hulda bracht aan den overleden eere-voorzitter der maatsch., dr. D. de Haan, en met erkentelijk heid herdacht de uiterste wilsbe schikking van wijlen het lid van ver dienste dr. A. Vrolik, die een som van f 3000 aan de maatschappij toebedacht met de bepaling dat zij besteed zal worden ten nutte van het Museum van Kunstnijverheid, waar van hij de stichter was. Spr. herinnerde vervolgens aan het gehouden congres voor vakonderwijs en vakopleiding en eindigde met eene opwekking tot het steunen van de pogingen tot vermeerdering van het aantal bekwame werklieden, een taak, die, zoo eindigde de heer Conrad, wij als leden der Ned. Maatschappij tot bevordering van Nijverheid, ons voorstellen zoo krachtig mogelijk voort te zetten tot heil van ons Vaderland. Nadat de voorzitter, zijne openings rede had gehouden, bleek dat verte genwoordigd waren 17 departemen ten, met 6 aanwezige donateurs, uit brengende 117 stemmen. Het blijkt dat de Maatschappij in de afdeelingen 1461 leden telt of, met inbegrip van donatrices, donateurs en bijzondere leden 1617. Bekroond wordt met de gouden medaille en f350 eene verhandeling van den heer J. van Heurn, civiel- ingenieur in Den Haag over electri- sche kracht voor windmolens. Hierna worden behandeld de vraag punten van dén beschrijvingsbrief. Naar aanleiding van een voorstel van mr. J. H. Schober heelt de vorige algemeene vergadering aan directeu ren opgedragen nadere inlichting in te winnen omtrent de resultaten van het adres der Maatschappij, in Sept. 1893 ingediend bij H. M. de Konin gin-Regentes over de staatsbemoeiing bij het ontginnen van woeste gron den. Zie Hand. der Alg. Verg. 1894. Weekblad no. 40 bl. 314. Namens directeuren heeft de voor zitter aan deze opdracht voldaan en de door hem verkregen inlichtingen aan den heer Schober meegedeeld. In antwoord op deze mededeeling is door de heeren Schober en R. Dinger een schrijven gezonden aan directeuren der Nederl. Maatschappij ter bevord. van nijverheid. Directeuren achten het wenschelijk dat de maatschappij hare aandacht blijve wijden aan het onderwerp der ontginning van woeste gronden. De afd. Utrecht stelt voor dat deze Maatschappij niet verder ga vóór er zal zijn eene gedetailleerde begrooting, waaromtrent directeuren zich in ver binding kunnen stellen met de Heide- Maatschappij en betLandbouwcomité. Mochten die niet willen, welnu dan moet de Maatschappij van Nijverheid het alleen doen. Zj heeft de zaak ter hand genomen en dient haar te volbrengen. Dit voorstel wordt aangenomen. Een ontwerp voor een reglement betreffende het uitschrijven van prijs vragen, verhandelingen en beloonin gen door departementen, voorgesteld door directeuren, wordt met geringe wijziging vastgesteld. 27) FEUILLETON W edderburns Testament. Naar het engel&ch van THOMAS COBB. HOOFDSTUK XVII. Hoe Dick het nieuws opnam. „Mijn gelofte jegens mijnheer Wedderburn Mijne gelofte jegens mijnheer Wedderburn noopt mij om mij niet te storen aan alles wat u zegt. Ik bekommer mij om geen enkel ge boorteregister in het geheele koninkrijk. Ik zeg u, dat Clara recht heeft op de erfenis en vanavond nog zal zij er een ge deelte van ontvangen." Dick was in geen stemming om kalm na te denken; zoo groot was zijne belangstelling in de zaak van Clara's stand punt bekeken, dat hij geen gelegenheid had om zich te ver bazen over Hendry's rol daarin. Zijn eenige wensch was om met Clara te trouwer)vóór dat dit nog niet gebeurd was had het leven geen waarde voor hem. Hij was bereid om de geheele menschheid te vervormen totdat ze het met hem eens sou sijn in zijn oordeel over Clara's eerlijkheid. „Dan," zeide Totton en stond haastig op, „was het maar beter, dat je met mij meegingt naar Hendry. Ik acht het mijn plicht om hem mede te deelen, wat ik jou heb verteld." „Vtrtel het de heele stad door als u wilt!" riep Dick uit en nauwelijks wetende wat hij deed, zette hij zijn hoed op en verliet met Totton het kantoor. „Forsyth," zeide de proenreur, toen zij het hotel in High Street, een modern, rood steenen huis naderden, „ik moet je verzoeken niet tusschenbeide te komen. Ik wil op mijne eigen wijze Hendry toespreken. Ik begrijp jou positie heel goed. Het zal eene pijnlijke operatie zijn, maar eene die niet kan worden vermeden. Men moet list met list beantwoorden. Het is onnoodig om met zulke heeren nog open spel te spe len. Het is dus afgesproken, datje niet tusschenbeide komt." „U kunt doen wat u wilt," antwoordde Dick. „Ik zeg u, wat ik reeds gezegd heb, dat ik Clara vertrouw. Volgens mij is het voldoende bewezen, dat zij Wedderburns nicht is. Ik begrijp niet waarom ik hier nog langer tijd moet verspillen; wat Hendry ook zegt, hij kan mij niet van gedachte doen veranderen en zoodra ik thuis ben zal ik de geheele zaak in orde brengen." Zij traden het hotel binnen en toen zij vernamen, dat Hendry in de biljartkamer was, stemde Dick toe hem te gaan halen. „Hallo! Zullen wij een partijtje van honderd spelen riep Will uit „Niet? Wat is er?" vroeg hij, maakte zijne man chetten vast en trok zijne jas aan, waarna hq Dick volgde. „Goeden dag Hendry," zeide Totton beleefd en wreef zijne handpalmen tegen elkaar; „mag ik je even spreken, een paar minuten slechts Ik zal je niet lang ophouden." „Zeker," was het antwoord, en na van de blonde buffet juffrouw een sleutel te hebben gekregen, ging Hendry hen voor naar een groot, karig gemeubeld vertrek, zonder karpet of gordijnen en dat gebruikt werd door handelsreizigers, die er hunnè waren uitstalden. Totton nam plaats op een rieten stoel, Hendry ging tegen een tafel geleund staan, met zijne beenen over elkaar, terwijl Dick met over elkaar geslagen armen door het venster keeki „Hendry," begon Totton en keek hem scherp aan, „om dadelijk ter zake te komen, het spelletje is mislukt." „Ik begrijp u niet," antwoordde Will, maar zijn gelaat sprak deze woorden tegen. Het werd vaalbleek, alsof de tafel een schip, de vloer eene onstuimige zee was. „Ik ben in staat om te bewijzen," vervolgde Totton, terwijl Dick met moeite zijne belofte hield om te zwijgen, „dat miss Clara Smith dood is." „Zij was toch nog springlevend toen ik haar voor de laatste maal, kort nog geleden, zag," antwoordde Will en draaide zijn knevel op. „In ieder geval is de jonge vrouw op Jessamine Villa Wedderburns nicht niet Hendry; laten wij het zoo den noemen." „Een beroerd iets voor Forsyth," riep Will uit. „Maar ik heb daarmee niets te maken." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1