Loon en arbeidsduur.
De gemeenteraad van Leiden heelt
onlangs besloten niet over te gaan
tot het opnemen van bepalingen om
trent loon en arbeidsduur in de be
stekken der gemeentewerken.
De afd. Leiden van het Ned. Werk
liedenverbond nam het initiatie! tot
een protustmeeting, welke Woensdag
avond heeft plaats gehad en waaraan
12 werkliedenvereenigingen deelna
men. Een 300-tal personen vulden
de zaal van „Ephraim", waar de
heer A. Mol uit Den Haag de zaak
besprak.
Het resultaat was de volgende
motie
Overwegende, dat de meerderheid
van den Leidschen gemeenteraad door
de verwerping van het voorstel B. en
W., in zake het opnemen in bestek
ken van bepalingen omtrent mini
mum-loon en maximum-arbeidsduur,
onwillig is gebleven bepalingen in
het leven te roepen, die den arbeid
en zijne belooning regelen, in weer
wil dat duizenden belanghebbenden,
zoo patroon als werklieden, er op aan
drongen
Overwegende, dat die meerderheid
getoond heeft zich in deze niet aan
het volk achter de kiezers testoren
protesteert krachtir tegen deze tot
rechtmatige ontevredenheid aanzet
tende daad en noopt ons, krachtiger
dan ooit te voren, den strijd voort te
setten tegen mannen, die de zoo drin
gend noodige sociale hervormingen
tegenhouden, waardoor ontevreden
heid allerwege toeneemt."
Met het oog op de aanstaande
verkiezing voor den gemeenteraad,
rollen protest-candidaten worden ge
steld.
naar zijn standplaats met den laat-
sten trein terugkeerde, werd den vol
genden ochtend in bewusteloozen toe
stand in het boscbje nabij het spoor
wegstation te Helder gev .nden en ie
Woensdag overleden. Vermoedelijk
moet de dood aan misdaad worden
toegeschreven, aangezien een horloge
met gouden ketting, alsmede een
klein bedrag aan geld, dat de over
ledene bij zich had, vermist wordt.
De commandant, officieren
scheepsvolk van het fransche schip
Ibü te Amsterdam in de haven lig
gende, werden Donderdagmiddag har
telijk gerecipieerd door het comité
van de fransche afdeuling der wereld
tentoonstelling, Deze receptie vond
plaats in de salie d'honneur. Het
woord werd gevoerd door den franschen
consul-gen. tot den president der fran
sche jury, die op zijne beurt de gasten
dank zegde, wijl zij aan de uitnoodi-
ging gevolg gaven. Uit handen van
de dames-leden van de Fransche jury
ontvingen de officieren eenige ge
schenken. De kommandant antwoord
de met enkele hartelijke woordenen
verzekerde, dat zijns inziens de Fran
sche afdeeling der tentoonstelling de
best geslaagde genoemd mocht wor
den. Hij eindigde zijd rede met den
uitroep: „Vive l'industrie et le com
merce lran§aises."
Mr. Calisch voerde alsmede het
woord, waarna de commandant nog
maals de vriendelijke toespraak be
antwoordde en een glas ledigde op
het welzijn onzer Koningin-Regentes.
Ook het scheepsvolk werd rijkelijk
onthaald, en ieder man was vol van
de buitengewone ontvangst, hem
bier ten deel gevallen.
van droite en gauche onvermijdelijk.
Tenzij men van beide zijden de spons
over alles had gehaald en er het zwijgen
toe gedaan. Dit is, helaas, niet ge
schied.
Iu den onverkwikkelij ken strijd, die
de anti-revolutionaire partij verdeelt,
zijn van beide zijden fouten begaan,
is aan beide zijden schuld. Maar dat
het sociaal verschil tusschen „kleine
luyden" en jonkers, baronnen en
graven" dienst doet tot verklaring
van een verschil over politieke h in
delingen, is aan den Standaard toe te
schrijven. Ik betreur dat zeer. Men
kan de zaak der democratie alleen
dienen, wanneer men het volk neemt
in zijn groot3ch geheel, niet a"
verzameling van kleine luyden. Wan
neer men heeren en kleine luylen
tegenover elkander stelt en dit doet
als partijleider, dan geeft men aan
anderen het recht te zeggen„la
démocratie c'est l'envie."
Wanneer men dit doet met zoo
weinig reden al3 thans geschiedt, dan
is het bijna kinderachtig.
Ik herhaal, dat ik dat alles om meer
dan éene reden zeer betreur. Maar
plicht van rechtvaardigheid dwingt
mij op te komen tegen éénzijdige
voorstelling, die, tegen uw wil, dus
ben ik zeker, uit uwe artikelen zou
ontstaan.
Verder alle heil!
Het Centrum, verklaart naar aanlei
ding van dit schrijven, dat het geheel
tegen hare bedoeling zou zijn, indien
uit de door haar geleverde beschou
wingen eenig onrechtvaardig oordeel
kon voortvloeien over welke der beide
anti-revolutionaire fracties ook.
Eene tewaterlating.
Zonder buitengewone plechtigheden
had Donderdagmiddag op de werf van
de heeren Huygens en Van Gelder
te Amsterdam de tewaterlating plaats
van Hr. M. schroefstoomscbip Nias,
gebouwd ten dienste van de Indische
marine. Het vaartuig heeft eene lengte
van 50,60 M., eene wijdte van 9,50 M.
en eene holte van 4,6 M. De bewape
ning zal bestaan uit 3 kanonnen van
12,5 mM. en 2 snelvuurkanennen van
3,75 mM. De twee stoomketels zullen
een sterkte hebben van 800 PK. en
1100 PK. met geforceerden trek. De
ketels hebben een verwarmingsopper
vlak van 2100 vierk. Eng. voet. De
snelheid zal bedragen 13 knoopen.
Vele belangstellenden, waaronder
dames en marine-officieren, woonden
de tewaterlating bij.
Inbraak.
Door twee agenten en twee parti
culiere nachtwakers werden Woens
dagnacht te Amsterdam een 21-jarige
werkman en 18-jarige steenhouwer op
heeterdaad betrapt op het plegen
van braak aan de achterdeur van een
onbewoond perceel Sarphatikade (de
bewoner, de heer Op ten Noort, di
recteur van de Mij.„Nederland",ver
toeft in het buitenland.) De dieven
hadden zich door overklimming toe
gang tot den tuin van het perceel
verschaft en het paneel van de ach
terdeur gedeeltelijk vernield. Door
een der agenten zijn in den tuin ge
vonden verschillende sleutels, een
dolkmes en een breekijzer. De aan
gehoudenenzijn in bewaring gesteld.
De heer Carré zal, wanneer het bad
seizoen te Scheveningen ten einde is,
voorstellingen geven te Arnhem, te
Bremen en te Groningen en denkt
daarna voor het eerst met zijn gezel
schap ook in enkele plaatsen van
Engeland op te treden.
Een onderwijzer te Helder, die de
vorige week Dinsdag uit Den Haag
Uit de pers.
Dr. Schaepman schrijft aan de re
dactie van Het Centrum
Naar mijn bescheiden meening
wordt door uwe opstellen van „Adel
en Volk" en door uwe polemiek met
het dagblad De Nederlander eene
voorstelling begunstigd, tegen welke
de rechtvaardigheid mij gebiedt in
verzet te komen.
Die voorstelling is dezede adellijke
heeren inde anti-revolutionaire partij
hebben zich afgescheiden en zich,
daartoe door hunne positie als adel
lijken min of meer gedreven, tot een
jonkerpartij gevormd. Zij hebben het
schip verlaten, omdat zij den weg der
kleine luyden" niet wilden volgen
enz. enz.
In alle bescheidenheid meen ik, dat
deze voorstelling op haar best geno
men zeer eenzijdig is. Zoover mijn
geheugen en mijn waarneming strek-
ren, is niet de groep der jonkheereh,
baronnen en graven, zij, die een af
zonderlijke plaats in de partij heeft
ingenomen. Bedrieg ik mij niet, dan
heeft niemand anders dan dr. Kuyper
haar het eerst als droite in een eigen
hoek geplaatst. Tegenover de droite
stond onmiddellijk de gauche, eerst
nog er naast, langzamerhand meer
en meer tegenover. De gauche ont
ving spoedig een anderen naam „onze
kleine luyden." Het kon niet anders
of toen moesten ook de overigen een
nieuwen naam hebbenhij was ge
vondenjonkers, graven en baronnen.
Dr. Kuyper heeft, naar het mij toe
schijnt, te dikwijls practisch vergeten,
dat het volk een historisch, organisch
geheel is, hoe dikwijls hij het ook in
theorie herhaalde. Hij heeft van de
anti-revolutionaire partij een partij
van „kleine luyden" gemaakt.
Het is niet de vraag wie het schip
heeft verlaten, maar wie het verlaten
van het schip onvermijdelijk heeft ge
maakt. Hierop komt het aan. Na het
geen vóór en bij de verkiezingen van
1894 in de anti-revolutionnaire partij
had plaats gehad,was een uiteengegaan
Maandag is van Wilhelmshafen
te Nieuwediep aangekomen de Vine-
ta, het zeiljacht van den keizer van
Duitschland, dat aan de zeilwedstrij
den te CoweB zal deelnemen. Het
jacht wordt gesleept door een
Duitschen torpedojager en zal Vrij
dag de reis voortzetten.
Als eene curiositeit wordt mede
gedeeld, dat ter secretarie der ge-|
meente Voorst bij de aangifte van
een zekere vrouw door de aangevers
werd verklaard, dat de man niet
wist, hoe zijne vrouw geheeten had.
Bijgeloof.
Dezer dagen kwam te Assen eene
dame uit Utrecht aan, die zich met
een rijtuig naar Ide liet brengen om
daar eene vrouw te raadplegen, die
o. a. breuken weet te genezen zonder
die te hebben gezien. Een kennis of
familielid der dame had een been
breuk en zij had zich daarvoor nu die
reis naar Ide getroost. Het resultaat
was, dat de dame drie spijkers mede-
kreeg, waarboven de vrouw te Ide
een zegenwensch had uitgesproken en
welke spijkers in een lindeboom
moesten worden geslagen, niet boven
maar naast elkaar. Dat was alles. De
dame vertrok vol vertrouwen op den
goeden uitslag weder naar Utrecht.
(P. D. G)
den nacht van 28 Mei diefstal met
braak en verbreking te hebben ge
pleegd op de villa Boschlust van de
freule De Beaufort te Doorn.
Merkwaardig was de brutale ont-
keutenis van de beklaagden die, of
schoon zij voor de politie en de
instructie verklaard hadden de in hun
bezit gevonden voorwerpen een
paar pendules, een barometer, eenige
zilveren lepeltjes en andere zaken
van een piar onbekende Duitschers
te hebben gekocht, thans volhielden
in een bosch tusschen Doorn en Kui
lenborg te hebben gevonden. Er wa
ren echter niet minder dan twee en
dertig getuigen gedagvaard die hen
omstreeks het uur van den diefstal
den omtrek van Djorn hadden
gezien, sommigen met een pak onder
den arm, gewikkeld in eveneens op
de buitenplaats ontvreemde kussen-
sloopen. De meeste getuigen herken
den de beklaagden stellig en sommi
gen hunner konden zelfs mededeelen
dat de een en wie hunner eene
pet en de ander een garibal lihoed
door eene boerin een rabarberhoed
genaamd gedragen had.
Uit al de uit het getuigenverhoor
jebleken aanwijzingen construeerde
iet O. M. bij monde van mr. E. A.
Smit, het bewijs van schuld en eischte
voor den le bexl., een recidivist, eene
gevangenisstraf van vijf, voor den
tweeden, eene van vier jaren.
Mr. M. J. van Oosterzee, de toege
voegde verdediger, begon met te ver
klaren dat het hem gedurende het
getuigenverhoor gegaan was, als wel
eens op een feestmaal het geval was
als men een toast willende slaan en
zich telkens door andere spreker-; het
gras voor de voeten zag weggemaaid.
Ofschoon hij dan ook voor zichzelf
overtuigd was van de schuld der b ide
beklaagden, meende hij evenwel dat
het O. M. in gebreke was gebleven
het wettig bewijs dier schuld te leve
ren, en beval daarom zijne cliënten
zoowel in de prudentie als in de cle
mentie van de rechtbank aan. Uit-
spr.ak over 8 dagen.
standers die zij geslagenfhebben. |En
uit den tijd, dien zij gemaakt hebben, j
blijkt, dat zij ook in den Grand t
gruote kans hadden gehad. Niettegen
staande het ongeval in de boot roei
den. zij Donderdag de baan nog 1
seconde sneller dan Trinity Hall, dat
na een harden kamp mee l/t lengte
tegen New College in 7.30 de Grand
won. In hoeverre de verandering van
wind hierop van invloed is geweest,
is nog niet na te gaon.
In den final heat om de Grand
Challenge Cup overwon Trinity Hall
van Cambridge de ploeg van New
College te Oxford.
Tot groote verrassing leed in de
beslissing voor de Diamond Sculls
Guy Nickalls de nederlaag tegen Hon.
Guinness.
De namen der roeiers van „Nereus"
zijnJ. W. M. van Dijk (boeg), A.
Bogers, L. C. M. Steger, R. van der
Veen, G. Mulder, J. G. J. Blaisse,
J. Mohr, A. K. van Leeuwen (slag),
H. G. Broekman (stuurman).
Zoodra het bericht van de over
winning van „NereuR" op het ten
toonstellingsterrein te "Amsterdam
bekend werd, liet de heer H. Gompertz,
president der muziekcommissie, het
„Io Vivatspelen, hetgeen door het
publiek met geestdrift werd toege
juicht ditzelfde geschiedde op „Oud-
Holland."
8port en Wedstrijden.
Rechtszaken.
Bshalve met het gewone wekelijk-
sche aantal van een dertien landloo-
pers onder welke er Donderdag een
was die beweerde in de wijsbegeerte
en de godgeleerdheid te hebben ge
studeerd en van een kantoor waar
hij als klerk werkzaam was, zijn ont
slag te hebben genomen wegens,de
verregaand zedelooze taal die bij daar
moest aanhooren behalve met deze
landloopers werd de zitting van de
arrondissement3-rechtbank te Utrecht
Donderdag geheel doorgebracht met
de behandeling der zaak van de beide
Gebr. H W. Br. en W. Br., 25 en 22
jaar oud, die verdacht werden van in
De overwinning van „Nereus"
In de tweede en in de beslissings
race heeft „Nereus" Donderdag
schoone overwinningen behaald, en
heeft haar ploeg dus de Thames
Challenge Cup voor een jaar gewon
nen, een feit op sportgebied van groote
beteekenis. Des te merkwaardiger is
de overwinning van „Nereus", wijl
alle vreemde ploegen canadeesche
amerikaansche en fransche op
driedaagse ben Henly-Regatta door de
Engelschen zijn verslagen.
In de tweede heat overwon „Ne
reus" St Johns College (Oxford) in
7 min. 49 sea
„Nereus" won in de final heat tegen
de „Molesey Boat-Club" met 2 ^.boot-
lengte in 7 min. 29 sec., zijnde de
beste tijd van den geheelen dag. Het
was een zeer spannende strijd.
Deze eerste overwinning van een
vreemde ploeg werd met veel geest
drift toegejuicht.
Wij lezen nog de volgende bizon-
derheden omtrent den beslissings
wedstrijd
In den aanvang verliest no. 5 van
Nereus, Mulder, zijn sliding, Molesey
raakt daardoor Vs lengte voor. Op een
kwart mijl der baan heeft Nereus
echter de schade ingehaald en komt
dan voor. Op de helft der baan is
Nereus éen lengte voor om eindelijk
met 2j( lengte in 7.29 te winnen.
Eene kranige overwinning dus der
Nereïden. Zij hebben wel niet in het
hoofdnummer tegen Engeland's sterk
ste ploegen den strijd gewaagd, maar
het waren niettemin geduchte tegen-
Letteren en Knnst.
Voor de oprichting van het stand- J
beeld van prof. Charcot te Parijs zijn
volgens mededeeling van den voor
zitter van het comité, prof. Brouardel,
uit alle deelen der wereld waar
onder ook belangrijke bijdragen uit
Nederland reeds ontvangen 32.134
francs, terwijl nog andere bijdragen
worden ingewacht, zoodat op 40.000
francs kan worden gerekend.
De vervaardiging van het stand
beeld is opgedragen aan den beeld
houwer Falguière, die een vriend vau
den geleerde was.
Mevrouw Miolan-Carvalho, eender
schitterendste sterren van de Fransche
school, is te Dieppe overleden; zij
was een leerlinge van Duprez en de
buteerde in 1849 aan de Opéra Comi-
que te Parijs. In 1853 huwde zij Car-
valho, den directeur der Opéra Comi-
que en sinds dien tijd verwierf zij
zich onverwelkbare lauweren als Mar-
guérite in Faust, Ophélie in Hamlet,
Isabella in Robert le Diable. Verder
vervulde zij met grooten roem hoofd
rollen in Les Huguenots, Les Noces
de Figaro, Mireille, La flüte enchan-
tée enz. Twaalf jaren geleden zeide
zij de planken vaarwel en hield zij
zich bezig met het geven van zang
onderwijs.
Koloniën,
De Sum. Ct. van 12 Juni heeft uit
idang het volgende bericht:
Sedert verleden Zondagavond tot
en met heden morgen heeft het hier
ter plaatse en ommelanden bijna
voortdurend, slechts met korte tus-
schenpoozen, zwaar geregend,
soms zelfs zóo dat het scheen alsof
het water met bakken uit den hemel
werd gegoten.
Gisteren namiddag omstreeks 1 uur
kwam nog een bandjir opzetten, zoo
dat alle laaggelegen wijken alhier
weldra blank stonden, op sommige
plaatsen tot schade van het verkeer.
Het station der staatsspoorwegen te
Poeloe-Ajer stond bijna geheel onder
water en slechts de gebouwen van
het emplacement staken gelijk eilan
den boven den vloed uit, terwijl van
de spoorbaan niets meer te zien was
haar voorhoofd had gehangen, had men kunnen meenen, dat
hare trekken uit marmer waren gehouwen.
„Omdat Hendry er tegen is, dat je het krijgt," antwoordde
Dick.
Hij kende nu de waarheid. Hare trillende lippen, bleek e
gelaatskleur, hare oogen, die in de kassen schenen te ver
dwijnen, hare gebogen gestalte, zeiden het hem.
„Hendry is er tegen...." begon zij.
„Hij is niet langer je bondgenoot," riep Dick uit en bleef
hare polsen vasthouden, hoewel zij ze uit zijn greep wilde
losmaken.
„Mijn mijn bondgenoot, Dick
„Hij is je tegenstander gewordenhij heeft nu voor zich
zelf de erfenis opgeëischt. Er zijn zonderlinge dingen gebeurd
sinds ik je de laatste maal heb gesproken."
„Ik geloof, dat je je verstand kwijt bent," stamelde zij en
trachtte nog steeds in hare rol te blijven. Maar terwijl zijne
vingers hare polsen als in schroeven vasthielden en hij zich
voorover boog om haar te beletten haar blik af te wenden,
werd zij bang.
„Is het te verwonderen, wanneer ik mijn verstand kwijt
ben riep hij uit „Heb je niet je best gedaan om mij waan
zinnig te maken?" Hij stootte haar van zich af en zij viel
terug op de sofa, met hare handen tegen hare borst gedrukt,
haar donker gelaat vol angst.
„Je bent boos Dick," stamelde zij, „maar wat heb ik je
toch gedaan waardoor heb ik je zoo boos gemaakt
„Bij den hemel l Je hebt met mijn hart gespeeld en het
uit elkaar gereten."
Zij stond weer op en trad op hem toe zoodat haar gelaat
dicht bij het zijne kwam. Haar blik was weer vol teeder-
heid en liefde en nogmaals trachtte zij hem voor zich te
winnen.
„O, Dick, Dick!" smeekte zij, „je hebt gezegd, dat je mij
liefhadt en toch spreek je op die manier tot mij."
Maar hij deinsde achteruit alsof hij eene aanraking met
haar verafschuwde. Zijne genezing was vlug en pijnlijk, maar
volkomen. In plaats van de lieftalligste scheen Clara hem
nu de afschuwelijkste vrouw toe. Dien morgen nog had hij
de uren geteld, die nog moesten verloopen tot hun huwelijk;
nu was haar gelaat hem onaangenaam.
„Je lief hebben 1" riep hij uit, je lief hebben. Het valt mij
moeielijk om mij te herinneren, dat je nog eene vrouw bent.
Je hebt mij van mijn verstand beroofd, maar nu heb ik het
teruggekregen. Ik weet nu wat je bent."
Zij zag wel in, dat verdere pogingen te vergeefsch waren.
Het eenige wat zij begreep, was, dat Hendry haar had be
drogen, dat zij nu geheel op zichzelve stond en dat Dick,
vroeger zoo handelbaar, in woede was ontstoken en het niet
mogelijk was om te zeggen, wat hij zou doen. Van het eerste
oogenblik af had zij zich verzekerd, dat als zij van hem eene
trouwgelofte had verkregen, zij voor alle gevolgen was ge
vrijwaard en Orler en Hendry met haar onaantastbaar wa
ren. Zij had haar rol zoo goed gespeeld, dat Orler (om hem
nog bij dien naam te noemen) jaloersch was gelijktijdig dat
hij haar toejuichte.
„Dus je meent nu werkelijk, dat alles voorbij is, Dick,'!
antwoordde zij met een kort afgebroken lach. „Het spijt mij
bijna, somtijds heb ik zelfs gedacht, dat het alles werkelijk
heid was. Maar hoor eens hier," voegde zij er bij en hare
stem scheen heescher te worden, terwijl haar gelaat eene
toornige uitdrukking had, „als Hendry heeft geklapt, dan
zal hij er voor boeten. Wees daarvan verzekerd. Als hij ei
niet was geweest, dan zou ik hier nooit gekomen zijn, en hij
zal er voor boeten, dat hij ons heeft verraden."
Dick kon het niet langer uithouden; hij duwde de deur met
kracht open, snelde het huis uit, sprong over het raster
werk en eerst op zijne eigen kamer kwam hij tot rust.
Zijne vernedering was hem pijnlijker dan zijne smart. Hij
had d8 vrouw, die hij had liefgehad, niet verloren, maar d«
macht om te beminnen. Moeielijk viel het hem te beseffen
dat zij zijn hartstocht had kunnen opwekken en die hartB
tocht zelf scheen hem een onwaardige toe. Zoo hij de leegt*
na zijn verlies gevoelde, het was hem onmogelijk om hei
verlies van Clara te betreuren; zij was nooit de vrouw ge
weest, die hij zieh in haar had voorgesteld en was zijn<
smart groot, zijn toorn was nog grooter. Hij stelde zich vooi
de spottende vroolijkheid van Orler en Hendry en beseft*
daarbij ten volle zijne eigen dwaasheid. Zijn ernst was juis'
hun grootste vermaak,
Wordtlvervolgd.)