MoorMwta.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J, c,
F" E UILLEFON
edderburns Testament.
13e iaisrga
Zaterdag 20 Juli 1895.
No. 3695
HAARLEMS DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 U
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 1-£L9 Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIE N:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en coorantiera.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale d» Publicité Etrangére G. L. DAUBE dt Co., JOMN F. /ONES, Sue*., Paryi 31bi$ Faubourg hfontmartro;
he' Bijvoegsel van het blad. dat
Za er dog avond verschijnt, zal bevatten
Onze Vloot. Binnen- en Buitenland-
sche berichten. Varia. Ad er ten-
tién enz.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur-Uitgever
STADSNIEUWS.
Haarlem, 19 Juli 1895.
- Bij Koninklijk besluit is aan den
Bijzonderen Raid der Vereeniging
pr&n den H. Vincentius a Paulo alhier
vergunning verleend tot het houden
van eene verloting van om niet bijeen
I gebrachte voorwerpen ten voordeele
van die vereeniging.
Museum van Kunstnijverheid
i Zaterdag 13 Juli 11. is op het Pavil-
Ijjoen alhier de 15de jaarlijksche ver
gadering gehouden van den Raad van
Bestuur van het Museum van Kunst-
nijverheid, onder presidium van den
heer S. J. graaf van Limburg Stirum.
Mededeeling werd gedaan van het
jaarverslag over 1894, waaruit blijkt
I dat weder belangrijke aanwinsten zijn
j verkregen en dat vooral de boeken
verzameling meer en meer haar nut-
tigen invloed over het vaderland ver-
I spreidt. Voor haar is echter vermeer-
dering van geldmiddelen hoogst wen-
schelijk en vele pogingen worden
daartoe aangewend. In het Museum
werden in ;1894 niet minder dan 29
i kleine tijdelijke tentoonstellingen in
f verschillende vakken gehouden. Het
1 bezoek bedroeg 10763.
Door de Antwerpeche Wereldten-
Toonstelling is aan het Museum voor
de ingezonden collectieve verzameling
van Museum en School de Gouden
Medaille toegekend.
Aan den Raad van Bestuur ontvielen
door den dood de Leden Dr. A. Vrc
lik, A. C. Kruseman, R. W. J. Ketjen
i en Prol. A. C. Oudemans. Als Raadsle-
1 den zijn toegetreden de heeren W. R.
A. G. G. Graal van Rechteren Lim-
pnrg, Jhr. E. van L 'on, F. A. Baron
van Lijnden, D. Francken Dz. en
Mevr. H. de Petit.
Een der belangrijkste punten door
den Raad behandeld, was de uitbrei
ding der fchoollokalen, die met het
oog op het onderwijs in de decoratie
ve kunst en het kunBtambgcht drin
gend nocdig is.
De voorzitter deelde mede dat het
plan tot aanbouw gereed is en zoo
hij hoopt, met medewerking der Re
geering spoedig zal worden uitge
voerd.
Prov. Staten van Noord-
Holland.
Slot der zitting van 18 Juli.
Nadat nog eenigevoordrachten wa
ren goedgekeurd na behandeling der
vooidracht Callanteoog, kwam tot slot
in behandeling de motie van den heer
P. Ledeboer, luidende als volgt
De Staten enz., kennis genomen
hebbende van de bezwaren, ingebracht
bij de regeering, tegen den bouw en de
in werkingstelling eener fabriek van
rookzwak buskruit, schietkatoen enz.
in de gemeente Nieuwer-Amstel, ge
ven hun leedwezen te kennen, dat
door de regeering toestemming is
verleend tot het bouwen en in wer
king brengen van een dergelijke fa
briek en dragen Ged. Staten op zich
te wenden tot H. M. de Koningin-
Regentes, met het dringend verzoek
om de nu onlangs door de gezamen
lijke buskruitmakers van Noord-Hol
land, Utrecht en Zeeland aangevraagde
toestemming ons, op hetzelfde ter
rein, als waarop bovengenoemde fa
briek reeds staat, een fabriek van
zuren (met name salpeterzuur) op te
richten, (onmisbaar voor de vervaar
diging der rookzwakke buskruitsoor-
ten) te weigeren, ten einde nog tijdig
groote en onberekenbare onheilen te
voorkomen.
De motie werd door den voorstel
ler ingetrokken, nadat het lid van
Ged. Staten, de heer Sille.n, had me
degedeeld, dat van het door den
Raad van Nieuwer-Amstel geweigerde
verzoek, de buskruitmakers in hoo-
ger beroep waren gekomen bij de
Koningin. Deze had dit hooger be
roep gesteld in handen van Ged. Sta
ten en deze onderzochten het nog,
zoodat hij afraadde het college op te
dragen zich tot H. M. te wenden,
buiten het te geven advies op het
verzoek om.
Hierna werd ongeveer half vijf de
zomervergadering door den voorzitter
De Haarlemsche processie naar
Brielle bestond gisteren uit 589 per
sonen, hier en in de omliggende ge
meenten woonachtig.
Donderdag zijn alhier geslaagd voor
de hoofdacte de heeren: J. A. J. Paulen,
alhier, G. van der Hoeven en H.
Huffnagel te Amsterdam, J. van Sol-
kema te Ilpendam en M. Haas te
Bovencarspel. Geëxamineerd 15, ai-
10.
rijdende, in een schot twee schol
eksters schoot.
Heden ten 11 uur had de ter aarde
bestelling plaats van den heer W. J.
M., ambtenaar bij de H. IJ. S. M.
11. Dinsdagmorgen op noodlottige
wijze om het leven gekomen. Een
groote schare vrienden en belangstel
lenden waaronder vele zijner collega's
brachten aan de geopende groeve den
overledene de laatste eer. Zijn chef,
de heer v. Huijzen, hield een treffende
rede, die op allen een zichtbaar die
pen indruk achterliet. De heer H.,
zwager der overledene, dankte namens
de moeder van den heer M. allen,
die door hun tegenwoordigheid blijk
hadden gegeven van hun sympathie
voor den overledene.
Door de politie alhier is Donder
dagnacht op straat aangehouden C.
B. v. d. B. oud 24- jaren, in het bezit
van eenige vischfuiken die bij even
te voren door middel van een schuitje
had weggenomen in het vischwater
van de Leidschevaart waarin hij van
den pachter vergunning had om met
een schepnet te visechen. Tegen hem
is procesverbaal opgemaakt.
Dezer dagen vervoegde rich ter
secretarie der gemeente Haarlemmer-
liede c. a. een ingezetene van Haar
lem, met ontsteld gelaat mededee-
lende dat zijn vader in de Amster-
damsche vaart en wel bij den eersten
molen zou zijn verdronken, nog ver
zoekende om aldaar naar het lijk te
doen dreggen. Een der veldwachters
wordt met deze taak belast en reedB
geruimen tijd vaart hij met zyn hel
per het aangeduide water op en af,
toen ademloos een der huisgenooten
kwam aanloopen met de tijding, dat
de vermiste in de woning was terug
gekeerd
Inkwartiering.
Te Sloten zullen 25 Juli a.s. wor
den ingekwartieid 11 tfficieren en 145
mindere militairen, zoomede 80 paar
den tot verveer der materialen enz.;
deze zoogenaamde rijdende trein zal
over de ringvaart van den Haarlem
mermeerpolder bruggen moeten slaan,
Buflalo Bill te Zandvoort.
Uit Zandvoort meldt men ons als eene
bijzonderheid, dat de heer D. H. P.
aan het Btrand op zijne véloci^ède
BINNENLAND,
Parlementaire praatjes.
De lezers hebben reeds kennis ge
nomen van de verblijdende mede Jee-
ling door den minister Roëll gedaan
de zitting van Donderdag der
Eerste Kamer. De hoon der Neder-
landsche vlag door Marokkaansche
inboorlingen aaDgedaan is wel niet
bloedig gewroken, maar er zal recht
geschieden aan de ellendigen, die het
Nederlandsche schip Anna hebben
beroofd en de slachtoffers van deze
wandaad zullen geldelijk schadeloos
worden gesteld, al zullen zij ook wel
licht nog vier maanden moeten wach
ten. omdat de financiën van Zijn
Marokkaansche Majesteit eenigszins
gelijken opeen ontredderd
schip.
Volledige satisfactie dus. Verkregen,
de Minister deed dit met klem uit
komen, wel door bemiddeling van
den Duitschen gezant in Marokko,
maar in naam der Nederlandsche Re
geering en in diens qualiteit als
waarnemend consul-generaal der Ne
derlanden, na een onderhandeling
die drie weken duurde.
Heden, Vrijdag, zou ons eskader
te Tanger komen. Niet ten onrechte
meende de min., dat de onderhande
lingen, of liever het resultaat daar
van, aanmerkelijk is bespoedigd.
Debat volgde niet Wèl een dank
betuiging van den voorzitter. En een
vraag van den heer v. d. Putte, altijd
tot praten gereed (hoe is het moge
lijk?) of de min. nu eens denken
zal over de vestiging van een consu
laat in Marokko, van welken wenk
de Min. overweging beloofde.
Na dit „incident" gelukkig een
in de beste beteekenis van het woord
ging de Kamer aan den arbeid
en maakte een aantal ontwerpen tot
wet.
Zoo de vermeerdering van het per
soneel der HaagBche rechtbank; de
gewijzigde rechterlijke indeeling van
Rotterdam, waarin het kantongerecht
Ridderkerk begrepen was, goed
keurd met 21 tegen 17 stemmen.
Zoo ook het veiligheidswetje en de
gewijzigde wet op de Rijkspostspaar
bank. Bij dit laatste ontwerp ver
dedigde de heer Wertheim met
warmte het openen van de gelegen
heid tot belegging van spaargelden
in Staatsschuld, door middel vanzg.
Staatsechuldboekjes (carnets de rente)
terwijl de Minister van Waterstaat
de thans geschapen gelegenheid tot
inschrijving op het grootboek voor
dit doel voldoende achtte.
De beraadslaging over de gewijzigde
Arbeidswet kwam niet ten einde. De
heer Breebaart toch bepleitte wets
wijziging omdat het niet uitgemaakt
was of naar de bestaande wet straf
baar was vrouwen-zondagsarbeid in
zuivelfabrieken. Daartegen werd nu
geverbaliseerd en hij deed uitkomen,
dat deze arbeid onmogelijk kon wor
den gemist. Daar dit onderwerp
evenwel ter sprake was gebracht in
een adres, dat door de Commissie
van de Verzoekschriften nog niet ter
kennis van de Kamer was gebracht,
werd het debat verdaagd tot morgen
11 uur.
De heer Pijnappel is ook in de
Eerste Kamer geweest, eervol uitge
leid, gelijk hij was binnengeleid,
door den griffier. Te verdedigen had
hij zijn wetsvoorstel (wijziging der
failiissementwet) volstrekt niet. Het
was niet bestreden. Met een korte
opmerking kon hg volstaan. Gestemd
werd er niet, gedebatteerd evenmin.
Wèl werd de heer Pijnappel gecom
plimenteerd, door vele leden meteen
handdruk, door den Voorzitter met
een vriendelijk woord. Het was een
overwinning nog gemakkelijker dan
die van het Nederlandsch gezag in
Marokko. Want er waren niet eens
oorlogsschepen voor noodig.
G. Jr.
Uit de Staatscourant.
Bij Koninklijk besluit
L is de luit.-kol. J. F. H. Boonacker,
van den staf der genie, op pensioen
gesteld en het bedrag van zijn pen
eioen vastgesteld op f1766 'sjaars,
II. is aan genoemden hoofdoffic.;
te rekenen van den dag, waarop zijn
pensioen ingaat, de rang verleend van
kolonel
III. zijn ben., bij het wapen der
genie, tot kapt. de le luit. jhr. G. F.
van Panhuys en tot le luit., de 2e luit
A. W. P. Stoop van Strijen, beiden
van het wapen, thans op nonacti
viteit
bij den staf van dat wapen, tot kol.
de luit.-kol. R. Sturms en tot luit-
kol. de maj. A. M. Polvliet en G.
J. Blaauw, allen van dien Btaf; tot
maj. de kapt. J. W. Kaiser, van het
korps genietroepen tot kapt de le
luits. J. A. Nebbens Sterling en P.
Huffnagel en tot le luit de 2e luit
H. W. Forbes, allen van dien staf;
bij het korp3 genietroepen, tot maj.,
de kapt. D. G. Nelemane, van den
staf van het wapen tot le luit., de
2e luit. W. H. C. Doorman, van het
korps.
Naar het engelsch
van
THOMAS COBB.
HOOFDSTUK XXI.
Een onverwachte bezoeker.
Het ergerde hem, dat Orler vrij kon rondloopen na zijn
komplot tegen Dick en zijne wraakneming op Burton. Er
was echter geen ander bewijs te vinden, dat de beide mannen
elkaar hadden ontmoet, dan door Orlers bekentenis, en het
wa3 tevens onmogelijk om ;e bewijzen, dat hij anders had
gehandeld dan uit zelfverdediging. Totton had zijn eigen
meening hieromtrent en daardoor viel het hem moeielijk rijn
mond te houden; de waarheid kon echter nooit aan het
licht komen.
„Ik ben hier gekomen om Hendry zijn verditnde loon te
geven. Daarom ben k hier mijnbeer. Ook om voor eigen
rekening zaken te doen. Twee vliegen in een klap," zeide
Orler, terwijl Totton naderbij schoof en Dicks hart sneller
begon te kloppen. „Hendry heeft mij bedrogen en ik heb
gezworen mij op hem te wreken. Ik kan zijn geheele plan
bederven daar wil ik een eed op doen. Maar niet of ik
moet er terzelfder tijd op eerlijke wijze eene kleinigheid aan
verdienen. Men geeft niets voor niets," vervolgde Orler en
wischte zijn voorhoofd af. „Ik geef mij volstrekt niet uit
voor een weldoener van mijne tijdgenooten. Mijne mededee
ling is eene zekere som waard. Betaal den prijs en zij ie in uw
bezit. Hendry en ik zijn wederzijdsche vrienden. Ik weet wat
zijn plan ie; ik weet dat hij voor eigen rekening handelt.
Dat doe ik nu ook. Het plan van Hendry is goed, want er
is veel van waar, maar niet alles."
„Hoe weet u dat mijnheer Orler?" vroeg Totton met een
glimlach op de lippen, terwijl hij zijn hoofd vragend op
zijde hield.
„Omdat toen ik hoorde wat Hendry wilde doen, ik beslo
ten heb om zijn plannetje te doen mislukken en aan het
werk ben gegaan om te ontdekken hoe. Ik heb het middel
nu gevonden. Hij zegt, dat hij de zoon is van mevrouw
Clara Smith...."
„Ik zeg, dat hij het niet is," antwoordde Totton.
„Dit zegt u wel, maar u kunt het niet bewijzen," ver
volgde Orler, en stak zijne duimen in de armsgaten van zijn
vest. „Ik kan bet bewijzen." Dick deed haastig een stap
voorwaarts. „Dat is duidelijk gesproken. Gij moogt trachten
het te bewijzen, het zal u nooit gelukken. Ik kan het be
wijzen."
„Hoe kunt u het bewijzen vroeg Dick met ongeveins
den ernst.
„Betaal mij den prijs en ik zal het u mededeelen. Eerder
niet. Mijn prijs is 500."
„Geen vijfhonderd stuivers zou het mij waard zijn om je
leven te redden," antwoordde Totton, terwijl Dick minachtend
lachte. „Als ik mijn zin had gehad, dan zat u reeds lang in
de gevangenis."
„Dat is zeer vriendelijk van u mijnheer, maar dat heeft
met deze zaak niets te maken. Wat gebeurd is, is gebeurd.
Met dergelijk gepraat heb ik niets meer te maken. Ik wil
Hendry zijne handelwijze betaald zetten, maar eerst wil ik
er voor betaald worden. U kunt niet bewijzen dat hij Wed-
derburns neef niet is dat weet u zeer goed. Ik kan het
en niemand anders. Ik geef niets weg, dat is mijne gewoonte
niet. Ik wil zaken doen zoo dat mogelyk is. Ik heb genoeg
van dit land. Ik wil u alleen dit vertellen en meer niet:ik
kan bewijzen, dat Hendry niet de zoon is van Clara Smith;
ik kan haar eigen kind aanwijzen...."
„Dus je wilt zeggen, dat je mij kunt mededeelen, waar de
zoon van Clara Smith te vinden is?" riep Dick uit, zonder
op Tottons blikken acht te slaan.
„Ik 6preek niet van een zoon," antwoordde Orler meteen
slim lachje.
„Haar dochter dan?"
„Ik sprak ook niet van dochter. Ik zeide kind. Die mede
deeling moest u toch wat waard zijn, hè mijnheer Forsyth?
Wat zegt u er van mijnheer Totton?"
„Dus," riep Dick uit, onstuimig en opgewonden, „het kind
man of vrouw wat het is leeft?"