Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Aug. a. s. lo. de kapt. ter zee EL A. Schippers, gedetacheerd bij het depart, van marine, eervol ontheven van de be trekking van chef van den marine staf en die betrekking opgedragen aan den kapt. ter zee F. J. Stokhuyzen. onder detacheering van dezen hoofd officier bij gemeld departement 2o. de kapt. ter zee H. A. Schippers voornoemd, op zijn verzoek, op pen sioen gesteld en hem toegekenda. een pensioen van f2100 'sjaars en b. eene verhooging van dat pensioen ten bedrage van 1750 's jaars. 3o. bevorderd: tot kapt. ter zee, de kapt.-luit.ter zee L. C. Roverstot kapt. ter zee, de luit. ter zee 1 kl. W. H. Souman tot luit. ter zee 1 kl., de luit. ter zee 2e kl. C. W. de Visser, en tot luit. ter zee 2e kl., de adelb. Ie kl. A. Quispel, W. H. de Waal en M. K. Medenbach; 4o. de luit. ter zee 2e kl. W. H. de Waal, voor den tijd van 2 jaren op pensioen gesteld en hem gedurende dat tijdvak toegekend a. een pensioen van f400 'sjaars en b. eene verhoo ging van dat pensioen, ten bedrage van 175 'sjaars. denheid over de reis met de mail boot. De Kroonprins vertrok in een ge woon rijtuig met den aansluitenden mailtrein te 6.46 naar Schlösz Fried- richshof. De heer J. van Wermeskerken is te Krommenie als gemeenteraadslid her kozen. Vóór de stemmin/ hadden de raadsleden A. Schut. J. Booij, Jb. van Vliet en D. van Leijden verklaard, dat zij bij herkiezing van den heer Van Wermeskerken hunne zetels ter beschikking zullen stellen en zich niet bereid verklaren, weder een mandaat te nemen. Genoemde heeren klagen den heer v. W. bij hunne medeburgers formeel aan, alle genheden aan te jgrijpen om, zoowel anoniem als in vergaderingen hunne daden verdacht te maken en hunne goede bedoelingen te miskennen. Ook het herkozen raadslid W. C. Kaars Sijpesteijn vereenigt zich ten volle met de houding der genoemde leden. Wanneer deze 5 heeren hun man daat neerleggen, dan blijft behalve de heer van W. slechts éen lid in den gemeenteraad over. werd een agent aan de hand gewond bij het hanteeren van zijn dreg. Onbestelbare en geweigerde pakketten. De Staatscourant van 19 dezer be vat eene opgave betredende onbestel bare en geweigerde pakketten, welke eene maand na deze aankondiging bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrapkie ter beschikking blijven, om na verloop van dien termij n, voor zooveel zij niet zij a opgevraagd, te worden verkocht. De namen en woon plaatsen der geadresseerden zijn: wed. Victor Bert, Hallum;M. Weisskönig, GeraRudolf Varga, SzeredR. B. Jetsinga, ArumSoellner, Brussel L. Beltjens, AntwerpenLanen, 's-GravenhageR. Jeemer, Orserans A. J. v. Koolwijk, Hees bij Nijmegen; P. Mac Kenzie, Rotterdam; Marchand, Amsterdam; A. Capendu, Parijs; Vic tor Hugo, Cue3mesH. Barthe, Pa rijsP. Rosenberg, Rotterdammevr. Castendijk, Arnhem; W. v. Looten, Antwerpen; N. Kater Co.,Gronin gen L. Lanen, 's-GravenhageH. Mulder Sr., DeventerH. P. M. Ver linden, Bergen op Zoom; P. Green- baum, LondenH. Höner, Rijsel Nord Thomson, Amsterdam T. E. J. Odendaal, Schagen; Stamp, B3rgen op Zoom A. H. Hötzel, DresdenDe Mei, MaarsenG. H. ter Horst, Rij- sen B. J. Campers, GoudaA. H. v. Adelsbergen, GroningenNieuwen- huis, Leusden, dr. G. C. Weisenborn, Wilnis; C. Vrins, Oldenbroek; A. M. I. v. Dijk, UtrechtJ. v. Es, Amersfoort; H. J. Janssen, Winterswijk; H.A-J. Beuningh, StellendamP. den Boer, DuivendijkeL. J. Wolff, Amsterdam H. Groenhuysen,ZutfenH. v. d. Poel, Hoogerheide; C. J. F. Meijer, Amsterdam M. Merens, Haarlem mej. Beemsterboer, Huizen; A. F. M. Bastiaans, Amsterdam. De opgave loopt van 27 Maart tot 11 Dec. 1894. Voorts zijn nog ter beschikking van den rechthebbende 2 oorbelletjes, welfce met de pakketpost verzonden zijn, doch waarvan, tijdens het ver voer, adres en nummerstrook verloren zijn geraakt. Met de mailboot Prinses Elisabeth is Donderdagochtend van Londen te Vlissin^en aangekomen de kroon prins van Griekenland. Aan boord werd hij verwelkomd door den heer P. Smith, consulair agent van Grie kenland, met wien hij zich eenigen tijd onderhield. Aan den heer Wil- kens, inspecteur der Maatschappij „Zeeland", betuigde hij zijne tevre- Twee Nederlandsche fregatten zijn te Tanger aangekomen om zich bij het duitsche eskader aan te sluiten. De Hollanders kwamen om gemeen schappelijk met Duitschland hun eischen te doen gelden. Zooals reeds is gemeld, heeft de minister van buitenlandsche zaken in de Eerste Kamer de verklaring gelegd, dat de Bultan van Harokko reedB in de eischen van Nederland heeft bewilligd. De portugeesche oorlogskorvet „Vas- co da Gama" commandant-admiraal Terreira do Amaral, vertrok Donder dagnamiddag van Rotterdam naar Southampton. De vice-consul, de heer Jan Seeuwen, en de heer Luiz de Canha de Mancellos, luitenant-inge nieur en militair attaché bij het Portugeesch gezantschap te Berlijn, maakten de reis mede tot den Hoek van Holland. De hulp der Amsterdamsche brand weer werd Donderdagavond ongeveer 11 uur ingeroepen voor eenuitslaan- den brand in de 3e Wittenburger- dwarsstraat aldaar. In het huis van perceel 25 is gevestigd de bakkerij des heeren De Vries, terwijl de drie bovenhuizen door drie gezinnen waren bewoond. Op het eerste bovenhuis woonde het gezin van Van Maarechalker- waard. De man was nog even de deur uit en de vrouw zou naar de achter- iamer gaan om zich te bed te bege ven. Zoo als gewoonlijk nam zij de >eer uit de lamp, die in de kamer ffng, om die mede naar achter te nemen. Niet denkend aan een stoof, die in haar nabijheid stond, struikelde zij, waardoor de brandende petroleum lamp viel en in een oogenblik alles in lichte laaie stond. De vlam sloeg een oogenblik fel uit, doch de brand weer wist het vuur tot dit bovenhuis te beperken, hoewel toch ook de bo- verdiepingen te lijden hadden. Gelukkig konden alle bewoners zich in tijds met de kinderen redden. De kinderen van Van Maarschalker waard werden in veiligheid gebracht, tiaar de vrouw zjo geschrikt was, dat zij geen besef had de trap af te gaan, zoodat een overbuur,Van Leeuwenstein, haar met behulp van een ander bewoner der straat naar beneden moest dragen. Alle bewoners waren tegen Drand- schade verzekerd. Aanranding. Donderdagnacht werden op de Kruis kade te Rotterdam drie heeren aan gerand. Een hunner werd daarbij tot tweemaal toe tegen de straat geworpen en van zijn horloge en portemonnaie beroofd. Deze heeren waren niet opgewassen tegen de zes straatroovers, die hen aanvielen, ondanks hunne pogingen om zich de aanvallers met hunne wandelstokken van het lijf te houden. E9n der aangevallenen heeft geneeskundige hulp moeten in roepen. Ü8 wei-, hooi- en klaverlanden 8taan over het algemeen ongekend gunstig en beloven een overvloedigen oogst. Met uitzondering van de appelboo- men, die goed beladen zijn, zal de opbrengst der fruitboomen, ten ge volge van nachtvorsten en ruw.weder, slechts middelmatig zijn. Woensdagnacht heeft de 58-jarige J. S., wonende te Zwartebroek (gemeente Barneveld) zijn 22-jarigen zoon met een mes een zoo ernstige snede in den buik toegebracht, dat zijn leven in gevaar verkeert. Juist Woensdag was een andere zoon van S. getrouwd, zoodat hoogst waarschijnlijk de sterke drank de gemoederen verhit zal hebben. Leder-industrie. Woensdag vergaderden te Waalwijk ongeveer 200 schoenfabrikanten en grossiers uit verschillende streken des lands, -ten einde de wenschelijkheid te bespreken om de prijzen van het schoenwerk wegens de voortdurende stijging der lederprijzen te verhoogen. Men was van oordeel, dat de prijzen ongeveer 10 15 pCï. dienden ver hoogd te worden. Er werd besloten dezer dagen zulks aan alle schoenwinkeliers in het land te berichten. Woensdagavond waren in de Kei zersgracht te Amsterdam een aantal opgeschoten jongens van 12 tot 18 jaar, op een door hen losgemaakte schuit bezig te varen, ernstig gevaar loopende in het water te vallen. Tevergeefs waarschuwde de politie, die werd uitgejouwd en eindelijk met geweld door middel van een dreg de schuit aan wal moest halen. Natuurlijk volgde toen een „sauve qui peut" maar drie belhamels werden gearresteerd. Een deel van het talrijke publiek trok toen zoo ruw tegen de twee hun plicht doende agenten op, dat ffj heel wat hadden te verduren en zelfs een van hen zich met den wapenstok moest verdedigen en daar toe een arrestant moest loslaten. Zelfs meiden, bij de bende hoorende gingen den agent te lijf. Twee belhamels werden aan het bureel Westermarkt gebracht en tegen hen is proces-verbaal opgemaakt Behalve eenige kneuzingen door belhamels uit het publiek toegebracht, De cogst in Noord-Brabant. Blijkens hetgeen de St.-Ct. mede deelt omtrent de verwachtingen van den oogst over 1895 in de provincie Noord-Brabant, mag de algemeene toestand zeer gunstig genoemd wor den. Van tarwe verwacht men eene ruime opbrengst. Niettegenstaande de rogge op sommige plaatsen door het natte en koude weer geleden heeft, zal de oogst over het algemeen be vredigend zijn. Ook de weinige gerst in deze provincie verbouwd, geeft uitzicht op een gunstig beschot. Do haver had door de droogte een weinig geleden, doch is, ten gevolge van de in de laatste weken gevallen regen veel bijgekomen en doet nu een ruimen oogst verwachten. De boekweit, die nogal te lijden had van nachtvorsten, staat goed en zal aan de verwachting beant woorden. O ver.het algemeen beloven de erwten en boonen een goed gewin. Vlas wordt in Noord-Brabant wei nig verbouwd. Het gewas staat goed en zal een bevredigen ie opbrengst geven. Van het koolzaad, dat men Noord-Brabant op betrekkelijk wei nig plaatsen verbouwt, wordt een slechts middelmatig beschot ver wacht. Aardappele n. De aardappelplant groeit over het algemeen weelderig. Op eene ruime opbrengst schijnt veilig gerekend te mogen worden. Tot dus ver is van de gevreesde aardappel ziekte niets te bespeuren. Een merkwaardige brief. De firma van Holkema Warendorf verklaart in het N. v. d. Bdat zij, na kennis genomen te heoben van den volgenden brief, van haren eisch tot schadevergoeding af zag, welke zij had ingediend tegen den heer V. uit gever van De ronde Venenwegens nadrukken van de novelle Sjoerd Hallema van W. Otto, door haar in den Geïll. Familiekalender 1893 uit gegeven. Mijdrecht7 Mei 1895. M. Jin antwoordt op u schrijven van 6 dezer is dat wat betreft de overtre ding van mijne feuilleton in De ronde Venen is dat ik na uwe opmerking vol gaarne schuld beken, het is evenwel mij niet ten kwade te duiden daar ik eene groote leek in zulk een vak ben en in 't geheel hier geen erg heb in gehad veel minder met de bedoeling, om de wet te overtreden wat mij zeer veel spijt om nu in zulke onaange naamheden te komen waaruit ik mij niet weet te redden, alleen dit Zater dag zal het al niet meer inkomen en waarschijnlijk het geheele blad op houden want het is toch een ding van niets de heele „ronde veenen" eer ik geen stof tot boeiing voor de lezers weet want als u na ga dat ik Juli a.s. het 3 jaar zal wezen dat ik nog timmerman was zal u het mij wel vergeven de schuld die ik aan heb want om er de uitgever schade mede te doen was heel mijn bedoeling niet. Werkelijk mijne heeren het is niet uit kwaad of ondersteek dat ik het heb gedaan alleen uit lompigheid van mij en daarbij geheel uit onwe tendheid, want ik heb nog nooit een of anner werkje uitgegeven, dus van deponeeren niet het minst ho pende dat ik hiermede aan UEds. verlangen voldaan heb, en heeren gerust nogmaals zal ik u bekennen dat ik werkelijk niet een of andere kwade bedoeling had het is zelf zoo nog dat ik er aan kom, een jongen Sport en Wedstrijden. 3jVoor eenige dagen werd gemeld, dat Zondag 21 dezer te Utrecht een wedstrijd zou worden gehouden door wielrijders tegen eene amazone, miss J. Wilson. Het deelnemen aan deze wedstrijden strookt echter niet met de bepalingen voor amateur-wielrijders, waaraan zij zich als leden van den Alg. Ned. Wielr. Bond te onderwerpen hebben. De houders van rijbewijzen hebben de volgende mededeeling ont vangen „Namens het Dagelij ksche Bestuur van den A. N. W. B. wordt ter Uwer kennis gebracht dal, ingevolge Art. 128a v/h Reglement, het Dagelijksch Bestuur, na advies ingewonnen te hebben van de Commissie voor Rij bewijzen, den houders van Rijbewij zen verbiedt, deel te nemen aan den Zondag 21 Juli te Utrecht te houden wedstrijd met Miss J. Wilson of aan andere nummers, die daar op dien 1 ig verreden worden. Overtreding van deze bepaling zal worden gestraft met intrekking van het Rijbewijs." Rechtszaken. Een onaangename verrassing. Iemand moest bij mevr. de wed. Josselin de Jong, in de Plantage Kerk- laan, te Amsterdam, steenkolen in huis dragen. Bij die gelegenheid ziet hij een kamerdeur openstaan en een gouden horloge daarbinnen op tafel liggen. De verzoeking maakt hem tot dief en deswege stond hij Donderdag terecht. Geen strafzaak van beteeke- nis dus. De man bekent, de weinige getuigen bevestigen die bekentenis en het O. M. eischt tegen bekl. twee maanden gevangenisstraf. Waarom wij toch van dit onbelang- rijk zaakje melding maken? Omdat er zich deze merkwaardigheid bij voor deed, dat de beklaagde het hem ten laste gelegde feit pleegde... zes jaar ge- leden.De vervolging was in het vergeet- boea geraakt en de man zou zich thans nog in zijn vrijheid mogen ver heugen, ware het niet, dat hij eenigen tijd geleden wegens openbare dron kenschap in verzekerde bewaring werd gebracht en men toen op het hoofd bureau van politie tot de ontdekking kwam, dat de justitie met dezen be- schonkene nog een appeltje te schil len had. Intusschen verkeerde hij, zeer ver klaarbaar, in de meening, dat hem geen gevaar meer dreigde, en zoo veilig gevoelde hij zich zelfs, dat hij eenige dagen te voren nog pogingen had aangewend om bij het politiecorps als agent te worden ingelijfd. Hbld Donderdag heeft de arr.-rechtbank __o_„ te Amsterdam (vacantiekamer) uit- die bij mij is had het bij den docterspraak gedaan in de zaak tegen J. bij ons vandaan gehad en had het B. Polder en J. Winter, beklaagd: gelezen en vond het zoo mooi dat hij vroeg of hij het mocht zetten als feuleton, toen heb ik het laten doen duB nogmaals het is jammer en jammer doch hoop dat ik hier mede de zaak geheel heb blood gelegen en blijf u inmiddels dankbaar voor u schrijven en hoop dat het hiermede mag gedaan zijn. Verblijf ik UEdl. Dw. Dienaar J. V. Boekhandelaar en Drukker te Mijdrecht. Wil u soms hebben dat ik bij u kom gaarne staa ik ten dienste van U, ik doe een postzegel voor U geschrevenen hier in. de eerste van het vervaardigen en uitgeven, de andere van het uitgeven van valsche munt, en hen veroordeeld j resp. tot gevangenisstraffen van drie i jaar en éen jaar en zes maanden. Door den ambtenaar van het open baar ministerie bij het kantongerecht te Helder is appèl aangeteekend te gen het vonnis van den kantonrech ter, waarbij de heer A. P. Staalman, lid van de Tweede Kamer, is ver oordeeld tot betaling van twee geld boeten van fl, wegens overtreding der arbeidswet. (De eisch van het O. M. was zeven geldboeten, elk van 110.) Ook de heer Staalman heeft daarop hooger beroep aangeteekend. „Zeer waarschijnlijk levend en gezond. Ik bekommer mij volstrekt niet om het kind. Dat kind mag van mijn part naar den duivel loopen. Ik verlang niets anders dan Hen dry te doen boeten en mijzelf te beloonen. Dat is alles wat ik verlang." „Forsyth," zeide Totton en stond op, toen Dick op het punt stond van te antwoorden, „wees zoo goed dit aan mij over te laten. Je moet krankzinnig zijn," voegde hij er bij en wendde zich tot Orler, „om voor de tweede maal te trach ten zulk een spelletje met ons te spelen. Ik geloof er geen woord van. Hoe kan je weten waar het kind van Clara Smith is?" „Dat is juist de vraag mijnheer Totton." „Je hebt aan het verkeerde adres aangeklopt," gaf Totton ten antwoord, terwijl Dick zich nauwelijks kon bedwingen. „Wanneer u niet onderhandelen wilt, dan zult u er be rouw over hebben," zeide Orler, greep zijn hoed en stond op. Daarna wendde hij zich tot Dick. „Ik zal u een dag bedenk tijd geven mijnheer Forsyth. Ik ontken het niet; het zou mij spijten wanneer wij niet tot eene overeenstemming konden komen. Ik zal u nog eenige aanwijzing geven. Ga naar St. Leonards-on-Sea. Ha!" voegde hij er bij, toen Dick ontstelde, „u hebt al meer van die plaats gehoord. Vraag naar de pas torie te Southdown en dan naar mij en.... Laat eens zien, het is nu Maandag; u kunt er morgen heengaan, ik zal den volgenden dag komen. Dat is dus op Woensdag. Ik geloof wel, dat het u genoegen zal doen mij te ontmoeten wanneer u mijn raad opvolgt dat geloof ik stellig." „Of het gebeurt of niet," antwoordde Totton, „de £500 krijgt ge niet." „Ik zal er toch op rekenen," zeide Orler, en zijn hoed op zijn hoofd plaatsende, opende hij de kantoordeur. Goeden- morgen mijnheer Totton; goeden morgen mij nheer ForByth," voegde hij er bij en verliet het kantoor. „Wel, wel," riep Totton uit en liet zich in zijn stoel neer vallen, „dat is de koelbloedigste kerel, dien ik ooit heb ontmoet." „Hoe ter wereld kan hij er iets van weten zeide Dick. „In ieder geval moet ik morgen naar St. Leonards gaan. Wanneer hij weet waar ik den neef of nicht van mijnheer Wedderburn kan opsporen u hebt gemerkt hoe omzichtig hij was? dan is éen ding zeker: ik kan dan niet weige ren het geheim van hem te koopen." „Daarover zullen wij na je terugkeer nog eens spreken," was het antwoord. „Of de schavuit het weet of niet, hij zal ons niet meer oplichten." HOOFDSTUK XXH. Miss Oliphani. Eerst toen Dick stilhield voor het vuile witte huis, waar van de portiek begroeid was met bladerlooze slingerplanten en de drempel bedekt met een dunne laag mos, herinnerde hij zich zijne onwetendheid wat betreft den naam van den bewoner. Hij slaagde er evenwel in eene vuile, slordig ge- kleede dienstbode te bewegen hem binnen te latenna eenige minuten te hebben gewacht in de kale, ongemeu belde gang, werd hem verzocht binnen te treden in eene kamer aan zijne rechterhand eene kamer met eene lage zoldering, een reusachtig vuur in den haard en bezwangerd met de geuren van lavendelwater. Voor het vuur stond eene sofa en op de sofa lag eene vrouw van ongeveer veertig jaar; hare blanke, doorschijnende huid bij de slapen met blauwe aderen geteekend. Behalve hare lange, tengere vingers, die snel bewogen terwijl zij breide, lag zij zoo roerloos als een van die marmeren beelden, die men dikwerf in kathedralen aantreft, en waarmee Dick haar vergeleek. Een wit kussen bevond zich aan weerszijden van haar hoofd; een korte, zware, zwarte haarlok was zorgvuldig voor ieder oor aangebracht. Op een klein rond tafeltje binnen haar bereik stond een metteenen omvlochten reukflesch, lag een stapel roode en witte wol en stond een flesch met vlugzout. Door de zware gordijnen voor elk raam was het zeer duister in de kamer, en een scherm, met afgestempelde postzegels bedekt, stond bij de deur. „Ik ben miss Oliphant," zeide zij en wendde even haar hoofd om. „U zult het mij niet kwalijk nemen, dat ik niet opsta. Ik heb vandaag veel pijn. Gaat u zitten." „Een zekere mijnheer Orler heeft mij hierheen gestuurd," antwoordde Dick en nam een stoel. „Iemand van dien naam is hier de vorige week geweest," verklaarde zij. „Hij heeft mij verscheidene vragen gedaan." „Ik zou gaarne van u vernemen welke vragen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2