NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. W edderburns Testament. 13e Jaargang Vrijiag 26 Juli 1895. No. 3700 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 T Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122. ADYERTENTIEN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bp Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onse agenten en door alle boekhandelaren en cour actiën. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOE Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale dPubliciti Etrangère G. L. DAÜBE dé Co., ZOMN f. /ONES, Sue*., Parifi dlbta Faubourg Montmartroi STADSNIEUWS. Haarlem, 25 Juli 1895. Examens hoofdaete. 2 HAARLEM, 25 Juli. Gisteren en heden zijn geeltagd K. Poeze, Zaan- d; no, J. Draeyer, Amsterdam, P. Butter, Monnikendam, A. A. Stal, Rotterdam, A. Oprei, Amsterdam. A. Meester, VelseD, J. W. J< nker, Beverwijk, H. de Vriep, Koog gem. TeeseJ, P. SU ppelenbnrg, Watergraafs- De gemeenteraad te Amsterdam heelt beneemd tot onderwijzer aan eene openbare lagere school den heer H. J. Zijlstra alhier. Aanbesteding. Woersds grriddsg werd dcor den teer J. B. Welsenaar, architect al- I bier aanbesteed het bouwen van een Ibtr edetbuis met bovenwoning aan het Prirsen Bolwerk. Ingeschreven werd als volgt Van der Kroft voor f5234 1 Kanb 5300 Van Abs „5517 Van Zanten „5575 Hendfiaaf „5666 50 Van Gelder „5672 Van Wageningen 6650. Voor bet schilder- en glazenmak ers- werk van 94woonhnizen der ce opera tieve BcnwvereeDiging „Vooruitgang" is als volgt ingeschreven Van der Ham voor f1184,40 Krees 1150, Goldsteen 1085,70 Hesse]8 „1080, Schnitsler 973,16 Liedmeyer 940,— Groenewegen en Van Dalen Crombouw en v. d. Weeg Misset Van Beek De gunning is voorbehouden. 890,— 846,- 841 56 718.60 Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid werd heden aan het gebouw van het pro vinciaal Bestuur alhier aanbesteed 1. Het maken van eene boordvoor- ziening, langs het Noordzeekanaal te IJmuider, behoorende tot de werken van het Noordzeekanaal. Raming f8750. Van de 10 hiervoor ingekomen inschrijvingsbiljetten was dat van G. van der Lee te Medem blik het laagsi voor 17980. 2. Het uitvoeren en onderhouden van bestortingen in en bij de door vaart van de spoorwegbrug over het Noordzeekanaal te Velsen. Raming f1900. Hiervcor kwamen 10 biljetten in en was dat van G. van der Lee te Medem blik het laagst voor f1635. Ontvangst der haarJemsche zangers. Reeds óor zeven uur was de Kruis straat vol nieuwsgierigen en belang stellenden, die de komst van den op tocht der Haailemscbe zangers ai- wachtten. Op het perronfwachtten de leden van het feestcomité in gala met een aantal zangers op den uit Brus sel komenden trein. Daar waren cok de vaandrigs der beide feestvie rende liedertafele, beide rinkelende van medailles, benevens de besturen van ..Cremer", Gemengd Koor, „Proza en Piëzie" en „Willen is Kunnen", een mannenkoor bestaande uit werklieden \an de Werf „Conrad". Er ging een hcera op, toen de ht er Robert uit den trein staptebij bad jeen handen genoeg, om de hem toe gebrachte gelukwenscben te beant woorden. Met een kort woord van welke m ontving de heer F. Smit Kleire de zangers tpbet perroD.Als vocizitter van „Toonkunst" bood daar na Mr. Jager Gerlings een krans aan „Zang en Vriendschap", als eerelid van „Zang en Vriendschap" bood de heer Smit Kleine een gelijken kians aan „Baailem's Zanggenot" aan, die weldra beide de vaandels versierden. Buiten wachtten de rijtuigen, voor het Comité, voor de vaandrigs, voor de besturen der liedeitafels en der deelrtmende vereenigingen. Alles ging volmaakt ordelijk in zijn werk het Stationeplein was dan ook door de politie uitstekend afgezet en de eenige, die hetnoodige en nuttige van dezen maatregel niet scheen 'n te zien, was een Kamerlid, afgevaardigd door Amsterdam, die naar zijn buiten in den omtrek wilde en het den dienetdoenden inspecteur van politie scheen kwalijk te nemen, dat bij wachten moest totdat de stoet was aftrokken. Acht tamboers van de schutterij, met den tamboer-n iitre aan't hoofd, trok de optocht onder de tonen van Kriens' muziekkorps den Kruisweg op. Op den hoek van den Kmisweg en Parklaan beden twee dochtertjes van den heir P. van Ooy aan „Zang en Vriendschappen krans en den eerewijn aan. üit vele huizen wapperde de drie kleur. Ongeveer te acht uur werd de op tocht aan de deuren der Sociëteit Vereeniging ontbonden, nadat bij zeer ordelijk en langs de gisteren door ODB beschreven route, omstuwd door een groote menigte, door de stad ge trokken was. In de groote zaal der Vereeniging zag het er feestelijk uit. Door de goede zorgen van den heer J. Daudeij was het podium keurig met bloemen en groen versierd, daar- tuescben prijkte het bronzen beeld dat den „prix d'honneur" uitmaakt en bieronder hing het portret in lijst van den grijzen toonkunstenaar Richard Hol, dat deze met een eigen handige opdracht aan de Koninklijke Liedertafel heeft geschonken. Achter op het podium hing het portret van den heer Robert. De oude banier van „Zang en Vriendschap" was mede voor de gelegenheid te voorschijn ge haald. Nadat de zangers en de deelnemende vereenigingen met hunne banieren met gejuich door het talrijke publiek waren ontvangen, sprak de heer/. H. Koolhoven, als voorzitter van de Ver eeniging, het eerst de aanwezigen toe. Hij heette zangers en belangstellenden welkom. Het middelpunt der haarlem sche burgery, de Soc. Vereeniging, heeft bij het brengen eener hulde aan de zangers, niet willen achterblijven. Met groot genoegen stelt het Bestuur hen in de gelegenheid eenige uren hier samen te zijn, in de hoop dat die zoo genoeglijk mogen zijn, dat ze nog lang een aangename herinnering achterlaten. De heer F. Smit Kleine, die daarna het woord nam, bracht namens den Burgemeester, beschermheer van Zang en Vriendschap, diens betuiging van leedwezen over, dat ZEA. de bijeen komst niet kon bijwonen „Als eerelid van Z. en V.", ging spr. voort, „wenech ik thans alleen deze liedertafel te gedeLken. In 1830 werd zij opgericht. Misschien behaalde zij reeds vroeger lauweren, maar zeker is het dat zij in 1878 te Amsterdam eene overwinning behaalde; in 1879 te Rotterdam, in 1880 te 's Gravenhage, in 1884 te Bxuesel, 5n 1886 te Vervier?, in 1892 1e Biussel, in 1893 te Groningen en in 1895 te Luik, een van de schoonste overwinningen, ooit bevochten door een uitstekend korps burgers, aan gevoerd door een uitnemenden di recteur. Als kunstbeoeienaar, als Haarlem mer en als eerelid van Z. en V. ben ,:k fier op de behaalde over winning. Ik zou het Bestuur in overweging geven, den naam der liedertaiel te veranderen en dien voort aan te doen luidenZang en Vriend schap en Victorie." Hierna bood spreker aan de lieder taiel kransen aan van Haarlem's Gemengd koor, van de mannenzang- vereeniging „Crescendo" en van de da mes der kwartetten „Loreley" en „On der Ons." Spreker eindigde met te zeggen, dat waar aan de Koninklijke Liedertafel lof wordt gebracht, het niet meer dan billijk is die ook te verbinden met het Koninklijk Huis. (Applaus). Thans trad de heer Fr. Liejftinck, naar voren. „Mij is," zeide spreker, „de vereerende taak opgedragen de victorie te herdenken van Haarlem's Zanggenot. Als men snel werken wil, werkt men niet altijd goed, maar dat moet worden vergeven. Door Haarlem's Zanggenot is ge werkt op uitstekende wijze. De meeste leden van Z. V. hebben meer tijd om zich aan de kunst te wijden, dan die van Haarlems Zanggenot, dat hoofdzakelijk uit werklieden bestaat. Des te eervoller is het dat zij onder hun uitstekenden leider niet alleen verpoozing na den axbeid zochten, maar nog zooveel idealen in hun ziel, zoovele goede tonen in hun keel, zooveel warmte in hun borst over hielden, dat ;ij onder 8 concurrenten een 2en prijs behaalden te Luik. Dat is een omstandigheid, waarvan men bizondere acte mag nemen, vooral in dezen tijd. (Applaus). Met warme belangstelling hebben wij uwe victorie begroet. Gij zelf zult gevoelen dat er, ook na een vermoeien de dagtaak nog kracht in den mensch overblijft om het schoone te bevorde ren als hij maar wil. Wanneer gij monosoon waart opge treden, zou men gezegd hebben: „gaat heen I" Het was evenwel juist de verscheidenheid van klank, die in uw zang zoo getrofien heeftverscheiden heid der enkelheden, opgelost in éene harmonieziedaar het hoogste wat men op de wereld bereiken kan. Wij brengen u daarom hulde voor uwe kunst en tevens voor de tact en de ziel voor kunst, die gij getoond hebt. Wij wenschen u daarom van harte geluk met uw dapperen aan voerder en uw bestuur." Nadat spr. aan „Haarlems Zang genot" lauwerkransen van „Crescen do" en van „Haarlemsch Gemengd Koor" had overhandigd, eindigde hij met den wensch, dat meer en meer zulke victories mochten voorkomen in de stad der bloemeu, men zou haast zeggenen der kunst. Met daverend applaus werd deze rede begroet. Uit naam van „Zang en Vriendschap" bracht daarna de heer Ed. de Lanoy, voorzitter der lieder tafel, dank aan de feestcommissie, aan het bestuur der Soc. Vereeniging, aan de besturen der verschillende ver eenigingen en vooral aan den heer Robert, die in de oude liedertafel nieuw leven gebracht en haar ook nu weder ter overwinning heeft gevoerd. Spr. eindigde met aan „Zanggenot" toe te roepen de slotwoorden van het verplichte koor: „goed heill" Voor „Haarlems Zan-/genot" sprak de heer C. Heemskerk een woord van dank. Hierna begon het concert in den tuin, te half elf gevolgd door een geanimeerd bal. Heden herdenken de ploegbaas J. J. F. Becker en de ketelmaker C. Kooijman hunne 25-jarige dienstver vulling aan de centrale werkplaatsen der H. IJ. S. M. Als gewoonlijk ontvingen beiden, zoowel van supe rieuren als van kameraden de meest hartelijke blijken van belangstelling. Nog dient vermeld, dat Maandag j.l. de werkman C. van Zalen zijn 25-jarig jubilé herdacht. Ook dezen vielen tal van bewijzen van toegenegenheid en vriendschap ten deel. Arrondissements-Reclitbank Zitting van Donderdag 25 Juli. 'tWas een vechtpartij, die aanlei ding was geweest, dat heden voor de rechtbank eene strafzaak werd behan deld. J. Bras en zijne echtgenoote stonden terecht terzake van mishan deling van een meisje, C. Witte, op den 12den Mei jl. in den Haarlem mermeer gepleegd. Het zoontje van den broer van mej. Bras had gevochten met het broertje van C. Witte, eene ingewik kelde vechtpartij dus. C. Wilte was hierop komen toesnellen en had de vechtenden gescheiden. Mej. Bras be weerde, dat zij daarbij wel een wei nig hardhandig was te werk gegaan, zij had het kind tegen de brug ge gooid. Zij had zich daarop in de twist gemengd. C. Witte was daarop woedend geworden, had haar de muts van het hoofd gerukt en dat op zoo'n wijze dat haar de pennen diep in 't hoofd waren gedrongen. De man van mej. Bras was nu zijne vrouw ter hulp komen snellen en had, zooals beweerd werd, het meisje geslagen, dusdanig, dat haar neus bloedde. De eisch was voor beiden f10.boete. Uitspraak Dinsdag a.s. n Juli. Donderdag 8 Auguetus zal Ides die bij een vechtpartij J. Kwast eenslag Naar het engeheh van THOMAS COBB. 38) HOOFDSTUK XXIV. In Londen. „Dit schijnt te zijn wat u wenscht te hebben," zeide hij en Totton vergat geheel en al de aanwezigheid van Clara toen hij gretig zijne hand uitstrekte. Met bevende vingers ontvouwde hij het papier. Een kleiner stukje papier was aan een der linkerhoeken vastgemaakt en wijl dit het schrift daaronder bedekte, las Totton dit eerst. „Goede hemelriep hij uit en staarde van het papier naar Parker, van Parker naar Clara, en daarna weer op de oorzaak van zijne groote verbazing. „Dit overtreft alles wat ik tot dusverre gehoord heb." Toen Totton eenige minuten later het huis verliet, ont moette hij Parkers ondergeschikte bij he poort en, ingevolge het verzoek van den inspecteur, verzocht hij hem naar bin nen te gaan. Hij nam een rijtuig en liet zioh rijden naar het kantoor van Hendry's zaakwaarnemer, terwijl hij nu en dan door verschillende uitroepen lucht gaf aan zijne verba zing. Na een kort onderhoud met Lavidson, wist hij dezen te bewegen hem het adres op te geven van Hendry, en het zelfde rijtuig bracht hem naar Taplow Crescent in de buurt van Hampstead Road. Een fooi aan de norsche dienstbode bewoog deze om zich kalm te houden en Totton te vergunnen onaangediend naar Hendry's kamer op de bovenste verdieping te gaan. Wel licht was Will nog nooit zoo verbaasd geweest dan toen hij de korte, ronde gestalte van den procureur op den drempel zag verschijnen. Totton had evenwel te veel haast om woor den te verspillen. „Het doet er niet toe waarom ik hier ben of hoe ik je adres gevonden heb," zeide hij in antwoord op Hendry's vragen. „Ik ben hier gekomen om je een dienst te bewijzen. Niet terwille van je zeif, daar kan je van overtuigd zijn." Staande tegen zijn ledikant geleund was Will het toon beeld van kalme tevredenheid. Ondanks zijne armoedige om- peving was hij even goed gekleed als altijd en zijn knevel als gewoonlijk sierlijk gekruld. „Ik ben u verschrikkelijk dankbaar," gat hij ten antwoord; „Zoudt u niet in nadere bizonderheden willen treden?" „Zet de lamp hier eens neer," zeide Totton en toen Will die op de geverfde houten tafel had neergezet, haalde hij het kostbare document te voorschijn. „Zoo is het goed; zet maar neer," vervolgde Totton; „het zijn gevaarlijke dingen als men ze laat vallen. Kijk hier nu eens in." „Goede genade!" riep Hendry uit, die ondankB zichzelf zich nieuwsgierig over het papier boog. Nog geen tien minu ten geleden had hij er vast op vertrouwd zijn pleit te win nen en erfgenaam van Wedderburn te worden; een blik ver zekerde hem, dat al zijne hoop vervlogen was. „Welnu vroeg Totton vriendelijk; maar Hendry liet het hoofd hangen. Zijne teleurstelling was niet minder groot, want zijne eischen hadden reden van bestaan gehad. „Een zonderlinge afloop, nietwaar Hendry. Te moeten denken, dat Forsyth overal gezocht heeft en hetgeen bij zocht zoo dicht bij huis had kunnen vinden l" „Waar hebt u waar hebt u dat dat vervloekte pa pier gevonden?" riep Hendry uit. „Bij je vriend Orler of liever Shadley. Wij kunnen hem beter bij zijn waren naam noemen. Daarom ben ik juist hier Hendry. Je hebt je vrienden reeds schande genoeg aange daan. Shadley en de vrouw zijn in hechtenis genomen. Zijne laatste woorden ik hoorde ze hem spreken tot Forsyth, toen hij vanmorgen uit mijn kantoor werd gebrachtzijne laatste woorden waren eene bedreiging, dat jij met hem gelijk z udt staan. Wanneer je medeplichtig bent, laat dan om Gods wil geen uur verloren gaan. Vlucht onmiddellijk het land uit." Toen Totton had uitgesproken liet Will zich langzaam op zijn bed neervallen; zijne armen hingen slap langs zijn lijf, zijn kin rustte op zijne borst. Hij deed geen poging om te spreken; zijne geestkracht was gebroken; het scheen alsof de politie reeds voor de deur stond te wachten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1