Voor onze taters. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON- De onneembare Stad. 13 Jaargang Woensdag 14 Augustus 1895. No. 3718 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 L Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVERTENTIËN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiên worden aangenomen door onxe agenten en door alle boekhandelaren en cour anti en, Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOE Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciti Etrangire G. L. DAÜBE Co'.JOMN F. JONES, Sue*., Parift tobie'Fuuteurf Mentmertmot In de étalage voor de vensters van liet Bureau van dit Blad zijn de na- j volgende afbeeldingen gelegd: De Zaansche Bruiloft in Oud-Hol land. Opgraving van de in Kabylië ge- sneuvelde franeche soldaten en be- j graving in een gedenkteeken (3 atb.). Vuillemin. Het verminkte lijk van Clément Decoux. In het Vaticaan (4 afb.). Ingestort woonhuis. Ferdinand van Bulgarije. De inetropolitaan Clément. Staraboeloff op zijn doodsbed.! De in China vermoorde zendelingen. Het groo e Wiel in Londen. De leden van bet Engelsche Huis der Gemeenten. Hoe een scheepsdokter ventilatie zocht en vond. Rustende ruiterij (Uit Eigen Haard). De offerande. Het zeeaal-visschen in Bretagne. Processie der Heilige Maagd in Indo- Ghina. GevS^e-jacht.UH het Zo*, dagsblad van Haarlem's Dagblad. Politieke platen. STADSNIEUWS. Haarlem13 Augustus 2895. Examens hoofdacte. HAARLEM, 13 Aug. Maandag en heden zijn bij bet alhier gehouden examen voor hoofdacte geslaagd de de dames J. Westerman, AmsterdamM, F. Briedé, den Haag; C. J. Barkhnijsen idem L. J. de Rochemont, Leiden J. K. Vrijdag, Haarlem; H. E. Douwes Dekker, den Haag; W. S. C. Kuenen, Leiden; P. de Zwaan idem. De heeren C. J. van Vaseen en J. Korevaar PAz. die aan den Raad eene voorloopige concessie aanvroegen voor den aanleg Jeener electriscbe tram met bovengrondsche geleidingkunnen zich met de strekking van het advies van B. en W. niet vereenigen. B. en W. n.l. vermeenen, dat'.de straten te nauw zijn, maar adressanten wijzen op steden in Duitschland, Gera, Lu beek, Breslau, Essen, Halle, waar een electrieche tram soms loopt door straatjes van 4 M., 6.4 en 7 meter. In Halle is, naar adressanten mede- deelen, aanvankelijk ook groot verzet tegen de electrische tram geweest ja, men maakte er de bepaling, dat de stad het recht zou hebben binnen 2 jaar de vergunning in te trekken, wanneer bleek dat het levensgevaar grooter was dan bjj een paardentram. Een jaar daarna werd deze voorwaarde ingetrokken, omdat het tegendeel wat- gebleken. Bij een paardentram heeft de koetsier op zijn paarden en op den weg te letten en moet dus zijn aan dacht verdeelenbij het vervoer per electrische tram heelt de remmer alleen op het straatverkeer te letten. Adressanten betoogen voorts, dat het gemakkelijk doorloopen in bochten in verband staat met de spoorwijdte en deze is nog niet definitief bepaald. Overigens leveren de hier aanwezige bochten geen bezwaar op. Ten slotte verzoeken de heeren van Vassen en Korevaar om een nader onderzoek, oir dat B. en W. verkeerd zijn ingelicht, en om derhalve nu nog niet over hun verzoek te beslissen. Exploitatie met electrische banen, aldus zeggen zij, verdient boven elk ander vervoermiddel den voorkeur wegens: gemakkelijk in beweging stel len, groote zekerheid bij de regeling der snelheid, snel en zeker ophouden, geen benoodigde ruimte voor bespan ning. Een en ander is door adressanten opgemerkt in een gedrukt stuk, dat aan de Leden van den Raad is toe gezonden. Boottooht der Onthouders. Maandag werd vanwege den Ned. Christen Geheel Onthoudersbond een boottocht naar Katwijk aan Zee ge houden. Te kwart over achten ver trok de boot van de Kaasmarkt alhier. Op den achtersteven wap perde de blauwe onthoudersvlag, waarop in witte letters: „Niet driu- ken." „Niet schenken" en bovendien in top nog eene witte vlag met in blauwe letters de onthoudersleuie „Sluit Schiedam". Aan boord was een duitsch muziekkorps, dat bij het afvaren speelde„Een vaste burg is onze God", waarbij het publiek een lied op die wijze zong, geheeten „Strijdlied". Hierop werd op verzoek „het Wilhelmus" (oude toonzetting) en het „Wien Neerlands bloed" ge speeld. Gedurende den tocht zong men voorts nu en dan een lied en speelde het muziekkorp een vroolijk wijsje. Overal waar men voorbijvoer, stonden menschen aan wal, uie de onthouders toejuichten. Terwijl men in Leiden voorbij de kweekschool voor zeevaart ging, speelde het muziekkorps het Volkelied, waarop de leerlingen, die juist aan het varen waren, mei de riemen salueerden. Daar de wind nog al opstak, was het des morgens wel een weinig Irisch aan boord, doch de opgewekte stemming werd daar door niet verstoord. Te ongeveer kwart over drieën kwam men te Katwijk aan, dat men te half vijf weder verliet. Het weer was inmiddels veel verbeterd en bij het verlaten van Katwijk scheen de zon vroolijk, en of het daardoor kwam, wij weten het niet, maar ook de tochtgenooten werden vroolijker. Het muziekkorps speelde een marsch en dansende trok men heen en weer over het dek, telkenmale als een marsch gespeeld werd, herhaalde zich dat, hetgeen een jonge dame juichend deed uitroepen: „dat komt nu toch eens in de courant". Nu, die jonge dame kan tevreden zijn, de verslag gever wil het wel eens mededeelen, dat men ook zonder alcoholische dranken te gebruiken, wel in eene opgewekt# stemming kan verkeeren. Vooral de jongelui vermaakten zich, doch ook de ouden van dagen hosten lustig mede. Terwijl men Leiden passeerde, maakte een photograaf een „kijkje" van de boot. Toespraken werden niet gehouden, alleen even voordat men in Haarlem aankwam, sprak de heer G. Velthuijsen Sr. enkele woorden, waarin hij o.a. allen dank zeidevoor de uitstekende orde. Met het spelen het zingen van den 134sten psalm stoomde men des avonds de stad binnen en te ongeveer halftien uur stapte men aan wal. Ook werd Maandag, vanwege de zangvereeniging „de Harpe Davids" een boottocht gehouden. Voor het examen akte gymnastiek l.o. is te Groningen geslaagd de heer G. J. Burger alhier. Ter gelegenheid van de schietwed strijden te 's HertogenbuBch heettj de Ver. Gen. v. Merlen, afd. Haarlem van den Ned. Bond van Oud-Onderofficie ren behaald een jj4en prijs, bronzen medaille, in den korps wedstrijd ge weer op 150 meter, en een 3den prijs zilv. medaille in den korpswedstrijd buks op 12 meier. Heden vieren Samuel van Heulen i Henderika Kornelia van Dalen, echtelieden, wonende op de Nieuwe Groenmarkt hunne vijftigjarige hu welijks vereeniging. De bruid i3 74 jaar en de bruidegom 72 jaar. Beiden zijn nog ferm en verrichten hun lag elijkschen arbeid van mangelen uog steeds con atnore. Te hunner eei wappert in de buurt de Nederlandsche vlag. Thans is ook de inspectie van Rijks belastingen gevestigd in het gebouw Kleine Houtstraat 13, waar dus mede kantoor wordt gehouden door de ontvangers van Haarlem (directe belastingen en accijnzen) en buitengemeenten. De Kettinggangers in Engeland. II. Zondagavond zijn de vijf leden der Haarl. Wielrijdersvereeniging „de Kettinggangers" die den geheelen tocht in Londens omstreken hebben meegemaakt, teruggekeerd, na een uit stekenden indruk te hebben meegeno men van de schoonheid der natuur in Albion en de groote gastvrijheid harer bewoners, inzonderheid der be woners, die zich als leden der „Stan ley C. C." Stanleyites noemeD. Al was het weer de eerste da gen der week niet bgzonder mooi zoo kan tooh gezegd worden, dat de hollandsche wielrijders in de gelegenheid zijn geweest onder de meest gunstige omstandigheden Lon den en de omstreken der reusachtige metropolis te bezoeken. Geen betere gelegenheid bestaat er voorwaar om zooveel van het natuurschoon te ge nieten, er zooveel in een betrekkelijk kort tijdsbestek van te zien, dan door middel van het rijwiel en wanneer men dan daarenboven nog rondgeleid wordt door gastheer--n, goed bekend met al de merkwaardigheden in Lon den, de schoonheden daarbuiten en wier gastvrijheid voorbeeldig moet genoemd worden, dan kan het wel niet anders of een dergelijke tocht moet slagen. Over het verdere gedeelte van het bezoek na de eerste twee dagen kun nen wij nog het volgende vermelden: Tijdens het diner, dat Maandag avond te Slough werd gehouden, werd den „Kettinggangers"door hunne drie engelsche eer6-leden, allen leden der Stanley-club en van wie er twee aanwezig waren, de heeren Ludovici en Kauffmann, een gouden medaille bij monde van eerstgenoemde aange boden. Deze medaille met passende inscriptie zal jaarlijks door deze drie eereleden ten geschenke worden ge geven en waarschijnlijk op een club- wedstrijd onder de leden worden ver reden. Da Zondagavond werd in Slough ver der doorgebracht met pianospel en zang, waarbij de Engeischen blijk gaven groote zangliefhebbers te zijn. Maandagmorgen werden de rijwie len bestegen en werd een klein rij- toertje gemaakt in de omstreken van Slough, waarbij o.a. het groote woud Burnham Beeches werd bezocht. Ver der bevatte het programma van dien dag een bezoek aan Boulter's Lock, eene sluis merkwaardig om de vele electrische- stoom- en roeibootjes, gieken en punters die er doorgaan, aan Maidenhead, Cookham en Taplow Court, waarna weer naar het gastvrije Royal Hotel te Slough werd terugge keerd. Het laatste gedeelte van den weg leidde over een zeer hoogen heu vel, en werd onder hevige stortregens afgelegd. Dien avond waren de En geischen aan het diner de gasten der hollandsche wielrijders en verschil lende speechen werden gehouden. Evenals den vorigen avond werd hierna weer gemusiceerd, waarbij nu echter ook drie dames, familieleden van den eigenaar van het hotel, medewerking verleenden door eenige nummers te zingen, wat het be hoeft nauwelijks gezegd te worden door allen zeer werd gewaardeerd, vooral door Hollanders, gewend aan de minder ongedwongen verhouding met het schoone geslacht hier te lande. Den volgenden morgen, nadat voor het hotel, waar de nederlandsche vlag hing te wapperen, een groote photo- graphische opname was gemaakt der wielrijders, werden Eton College, waar jonge lieden van voorname engelsche fami iën hunne opleiding ontvangen, en het trotsche Windsor Castle, het geliefkoosde verblijf van koningin Victoria bezichtigd, met zijne onschat bare collectiën schilderijen, kunstvoor werpen enz. Door het reusachtige Windsor Park werd vervolgens naar Virginia Water gereden, waar in bet WheatBheaf Hotel in de nabijheid waarvan een kunstmatig aangelegd meer zich bevindt, werd geluncht. Deze lunch was voor 6 Utrechtenaren en 2 Kettrngangers een afscheidsmaal, daar zij des namiddags met den trein naar Londen vertrokken om des avonds met de nachtboot via Queens- borough naar Vlissingen terug te keeren. De overgeblevenen reden des na middags naar Ripley, waar zij een oogenblik vertoefden in „the An chor", eene voor londensche wiel rijders welbekende pleisterplaats aan den Ripley-road, bekend om de vele wedstrijden, die er voorheen op werden gehouden, toen wegwedstrijden aldaar nog geoorloofd waren. Naarmate het gezelschap was ge. dund, werd de snelheid, waarmee me n Naar hel engelsch van MAX PEMBERTON. 12 HOOFDSTUK VII. De aanvang van groote gebeurtenissen. Hij wees op het hooge gebergte, waarboven het licht zichtbaar was en een vreemd schouwspel ontrolde zich voor mijn oog. Uit een groote door de natuur gevormde spleet, van ongeveer vijfhonderd voet lengte, welke zich in de zwarte rotsen bevond, kwam een donderende watermassa te voor schijn, vergezeld van wolken stoom, welke zich langzaam verhieven, en door het groote licht beschenen een regenboog van kleuren vertoonden. Hoogstens tien minuten duurde dit schouwspel. Daarna dreven de wolken stoom weg, als ballons met gas gevuld» over den kalmen Oceaan de springende bron scheen ver droogd, en de zwarte vulkanische rots verhief zieh weer in bare naaktheid. „Welnu, hoe vindt ge dat?" vroeg Adam. „Het was een mooi schouwspel," zeide ik. „Het was een welkomstgroet van een onzer geysers," riep hij uit, „daar binnen zult ge er nog meer zien en spoedig ook, want waarlijk daar wordt het kanon afgeschoten." Het kanon waarvan hij sprak ver-preidde een wolk van kruitdamp over de zee uit eene borstwering hoog boven in den rotswand. Wij beantwoordden het met drie schoten en onmiddellijk daarna verzocht Reuben; Joyce mij aan land te gaan. HOOFDSTUK VIIL Onder zee. De stuurman van het jacht stond bij de valreep toen ik hem naderde. Langzamerhand begon het nu te schemeren boven de zee het was een zacht, wisselend licht, schijn baar te voorschijn geroepen door de rusteloozen golfbewe ging het was het aanbreken van den dag met lange stre pen mat licht, dat de reusachtige rotsen van het eiland voor mij nthulde, totdat het land goed zichtbaar voor mij op doemde uit zee als een krachtige, dreigende berg. De Oceaan zelf vertoonde in het morgenlicht een doorschijnend groene kleur; men kon met zijn blik tot in de diepten der zee doordringen, waar koraalnflen zichtba .r waren en dóór kanalen werden dooreneden man zag daar vreemde visschen, nautilussen en anemonen en eene aangename warmte deed zich in de atn osfeer gevoelen eene atmosfeer waarin het genotvol moest zijn te leven. „Dokter," zeide de stuurman, „u zult een korten maar zonderlingen overtocht hebben. U gaat onder de zee door ik zal met u in de boot zijn als n dat gerust kan stellen. Hebt u wel eens meer in eene dergelijke boot gezeten?" De boot waarop hij weeB was een laag gebouwd, zwart vaartuig, dat veel overeenkomst had met een torpodoboot. Zij lag beneden de valreep van het jacht, maar had volstrekt geen dek, was rond boven haar waterlijn en slechts een luik in het midden van het schip was zichtbaar. Het scheen een stalen pantser te bezitten, maar dit was losgeschroefd en op uitnoodiging van den stuurman trad ik de kleine, ijzeren kajuit binnen en wachtte op hetgeen zou komen. Mijn hart klopte mij echter in de keel en zoo lang ik leef hoop ik nooit meer een dergelijk uur door te brengen. De tweede die aan boord kwam was Monk, de derde was Joyce zelf. Toen wij allen plaats hadden genomeD, begaf zich de stuurman naar een toeBtel met verscheidene hefboomen, maar Adam begon mij voor den gek te houden. „Trevena," zeide hij, „ik had wel gewild, dat ik er aan gedacht had u vóór dat wij het jacht verlieten een whisky met soda aan te biedenwanneer wij hier een paar we ken onder zee blijven zult gij den smaak vergeten." „Daar zal ik geen last van hebben 1" riep ik uit, „en U zijt bij mij, dus kan ik mij kalm houden. Men kan er vrij zeker van zijn, dat u geen reis van veertien dagen zondt maken, wanneer n daarbij de ramp trof al dien tijd zonder whisky te zijn. Ga u gang." „Maar u hebt toch uw testament gemaakt?" vroeg hij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1