is toujonrê perdriz. Nu komen
er lilliputters om wat verandering te
geven, maar de theatersaal, waar zij
zich zullen „produceeren", om de
kunstterm te gebruiken, heeft alleron
gelukkigste ventilatie, waarmede alles
is nu vol, zei ik, van de hotels
sprekende. Maar dat is altijd het
geval, half Augustus en van vooruit-
Sag van Scheveningen, als badplaats,
n eigenlijk geen sprake zijn.
Men vergete niet, dat in Augustus,
van half Juli af eigenlijk, de kosten
moeten goed6emaakt worden. Van
winst begint eerst de rede te zijD als
Juni en September „goed" zijn ge
weest. Juni nu was niet goedhopen
we, dat Sept. beter zal zijn.
Ofschoon wij Hagenaars nu feitelijk
al onze aandacht op Scheveningen
vestigen, ook om de groote adresbe
weging die daar, ten gunste van het
Haven plan, aan de Koningin- Regen
tes, op touw wordt gezet zoo vindt
onze aandaoht ook nog wel afleiding
binnen de muren der schoone resi
dentie.
We hebben bijv. de tentoonstelling
van den „Kunstkring", een zoogen.
invitatie-tentoonstelling, met welken
naam men een expositie aanduidt,
tot welke men bij voorkeur niet uit-
noodigt die schilders wier werken die
der „vrienden" in de schaduw zouden
stellen. Een exclusivisme waarom
bijv. een onzer raadsleden, baron
Michiels van Verduijnen, dan ook
openlijk het lidmaatschap der com
missie van organisatie heeft gewei
gerd. Ik sprak nog niet van deze ten
toonstelling. Niet zonder reden. Zelden
toch zag ik zooveel rijp en groen
door elkaar en daar het „groen"
meestal van vertegenwoordigers der
jongere en van de allerjongste richtin
gen afkomstig is, hield ik een oordeel
liever achterwege.
Deze richtingen toch vinden be
wonderaars die ook de pen hanteeren
en dat doen op een wijze die elke
critiek den pas afsnijdt. Zij steken
dan lof der vriendjes met een virtuo
siteit, in het verminken van onze taal
tevens, die een Trompeter von Sackin-
gen hen benijden zou. Wee U zoo ge
iets op dien lof afdingt! Dan syt ge
dadelijk gestempeld tot een inferieur
wezen, dat niet ziet, niet voelt, met
dat „intense" gevoel, dat het mono-
Êjlie schijnt van deze kunst-vrienden.
d zij zeggen U dat in een taal die
minder naar de lamp dan naar de
straat riekt.
Eerlijk gezegd, ik zie de natuur
anders dan dere heeren voorwenden,
ik behoor nog tot de eenvoudigen
van geeste, die elke kunst, of liever
elke uiting van kunst, haar bepaalde
roeping toewijzen, die van het ge
schreven woord niet de impressie van
muziek en van de schilderkunst niet
anders begeeren - dan het weergeven
van de realiteit, mooi of leelijk, liefst
mooi. En ik zeg het de heeren na:
mijn mooi is mijn onaantastbaar be
zit.
Ik wil maar zeggen, dat er op de
tentoonstelling in de Academie enkele
zeer voortreffelijke schilderijen en
prachtige producten van kunstnijver
heid, bronzen en faience, zijn te zien.
Van de spanning waarin we een
paar dagen geleefd hebben, weet gij
reeds. Ik bedoel de geschiedenis van
dat meisje uit Gouda, dat in den
nacht volgende op den jaardag der
Regentes, schandelijk zou zijnaange
rand. Met opzet zweeg ik er van,
omdat alle verhalen mij overdreven
voorkwamen. De verdachten zijn reeds
uit de voorloopige hechtenis ontslagen
en de aangerande juffrouw blijkt
geenszins te zijn de verpersoonlijking
van de beleedigde onschuld. Zei ik
niet, dat we in den komkommertijd
leven
H. A. GANUS Jr.
Van de Wereldtentoonstelling.
De Belgische afdeeling.
Midden in den vleugel van het hoofd
gebouw, die voor de belgische expo
santen is gereserveerd trekken drie
groote vitrines zeer de aandacht.
)eze bevatten de artikelen van het
bekende „Grande Maison de B anc"
te Brussel. Overhemden, sporthemden
en diverse andere hemden zijn hier
geëxposeerd, benevens eene rijke col-
ectie kindergoederen, ik kan geen
beschrijving van al dat schoons u
geven, omdat ik er hoegenaamd geen
verstand van heb en aan eene op
somming van de verschillende Boor-
ten van hemden en pantalons zoudt
gij toch ook niet veel hebben.
Zeer interessant is de inzending
van verschillende foto's, die u een
duidelijk beeld geven van de haven
werken van Gent. Niet ver van hier
hebben de verschillende fabrikanten
van linnen, katoen, garen en touw
hunne tenten opgeslagen.
De ingenieurs-firma J. Levècpie
Co. te Luik zond ook fotografiëa in
en wel van de door haar uitgevoerde
werken, waaruit ik bemerkte, dat de
fraaie Blauwbrug (vóór de Amstel-
straat) over de Amstel te Amsterdam
ook door haar is gemaakt.
Een specifiek Luiksche industrie is
zooals men weet de wapenfabricatie,
eene industrie die, als een der voor
naamste van België en de voornaamste
van Luik, wel wat meer mocht zijn
vertegenwoordigd op deze tentoonstel
ling, waarvan in België blijkbaar zeer
veel werk is gemaakt. Slechts één
geweerfabrikant is hier te vinden,
het is de heer Bodsoneen zeer fraaie
buks kan men in zijne vitrine be
wonderen.
In een keurig paviljoen koopt men
de sigaren van de heeren Tinchant
frères te Antwerpen; voor goede si
garen moet men in België niet zijn,
naar het schynt, want hoewel ik over
de merken van genoemde firma en,
wat de hoofdzaak is, over hare prij
zen geen oordeel kan vellen, weetik
toch dat men in België de voorkeur
geeft aan „cïgares de Hollande"; het
is maar jammer dat er daar zoovele
„cigares de Hollande" worden ver
kocht, die nooit in Holland zijn ge
weest.
De Antwerpsche diamantindustrie
is er waardig vertegenwoordigd door
den heer Antoine uit Antwerpen
deze inzending, uit den aard der zaak
zeer klein, bevindt zich m een keurig
paviljoentje, de diamanten worden
belicht door een Edison lamp, die
ze nog fraaier doet sehijnen dan ze
zijn. O.a, ziet men er een vingerring
eheel van diamant vervaardigd, uit
én steen gesneden, een halve maan
ter grootte van een vingerlid, even
eens uit éen diamant gesnedenvo rte
zeer kostbare steenen, waaronder bui
tengewoon groote.
Links van deze sectie is
lichten, luxe kaarsen, zeer mooi be
schilderd, (o.a. zijn er in de Palm9r'sche
expositie kaarsen geëtaleerd die ver
schillende soldaten yan het Engelsche
leger in hunne diverse uniformen
vertoonen) terwijl beide firma's eene
koningin in petro-stearine vertoonen
Price koningin VictoriaPalmers
koningin Wilhelmina; bovendien be
vindt zich in de vitrine van eerstge
noemde nog eene reproductie in
stearine van het vrijheidsbeeld, dat
in de haven van New-York als vuur
toren dienst doet.
Dewar's Perth Whisky heeft een
van (naar het schijnt) takkenbossen
en steen vervaardigd gebouwtje, waar
op de Britsche vlag wappert (I), tot
verblijfplaats gekozen terwijl een
eindje verder zeer de aandaoht trekt
een inzending van de Great Eastern
Railway, die verschillende fotografieën
exposeert van fraaie punten aan hare
lijnen gelegen. Naast de reeks foto'E
staat een gebouwtje, dat, goed ge
sloten, den geheelen dag een jonge
dame herbergt, die zich bezighoudt
met het schrijven door middel van
een typewritermisschien is het een
informatiebureau, zooals ook deHol-
landsche IJzeren Spoorweg Maat
schappij en de Maatschappij tot Ex-
Sloitatie van Staatsspoorwegen er in
en Wereldbazar een hebben ingericht,
misschien is het dat ook niet, doch
k ben er niet in kunnen slagen het
geheimzinnig waa- op te lichten, dat
ïangt voor dit gebouwtje, dat buiten
dien geen aanduiding draagt, waar
voor het dient. De Engelsche afdeeling
onderscheidt zich wel door de qualiteit
van het ingezondene doch met door
de quantiteit: het is na de Ameri-
kaansche en Russische sectiën de
kleinste der Tentoonstelling. Maar de
inzenderB d'outre mer hebben getoond
dat het Engelsche volk in yele i adus-
trieën eenig, in sommige éen der
eerste is.
Nu rest mij nog de Amerikaansche
afdeelingeen log paviljoen van zwaar
eikenhout vervaardigd, waarin zich
eenige groote vaten en foto's van de
fabrieksgebouwen bevinden, is de in
zending van „the Brewner Engel
Brewing Company" eene bierbrouwerij
die, naar bovengenoemde foto's
oordeelen zeer groot is. That's it.
B. A. B.
de Engelsche Afdeeling.
Het schel gefluit dat ge er den ge
heelen dag hoort, een geluid, dat Uw
trommelv iesalleronaangenaamst aan
doet, wordt voortgebracht door een
z.g. Suezfluit, geëxposeerd en te keop
aangeboden door de Electro-PiateCom-
pany te Londende firma stelt U
voor dit afschuwelijk geluid echter
schadeloos door U prachtige nikkel-
voorwerpen te doen zien, die
fraai uitgevoerd en zeer laag in prijs
zijn.
De beide voornaamste kaarsenfa
brieken van Groot Brittanje „the Price
Candle Company" en „Palmer <feCo.
ltd." te Londen exposeeren in
bijzonder fraaie kiosken kaarsen
verschillende vormen en voor ver
schillende doeleinden, voor scbeeps-,
rijtuig- en velocipede-lantaarnB, Kaar
sen voor kamer veriicn ting, nacht-
De koninginnen op de wereld
tentoonstelling.
Oud-Roll. Nieust. schrijft
„Naer men al de werelt doet ge-
looven, sal onse Stadt dese weeck d€
hooghe eer te beurte vallen van eene
blyde inkomste van H.M. Koningin
Wilhelmina ende H.M. de Koning-
hinne Regente der Nederlanden. En
hoewel daer af nog geene officieele
tydinghe gekoomen is, so heeft toch
ons loffelyck Stads-Bestuur, op alles
gevat, reeds maetregelen genomen se
dat, so deze heughlycke tydingh
waerheydt moght blycxen, de goede
orde by sulck hoogh besoek g
ooghenblick sal veriooren gaen.
blyft de Dortse Poorte, daer d
HH. MM. sullen in koomen,gesloo-
ten tot na afloop der Pleghtigheyd,
Passen, van wat aert oock, syn
dien dagh van geen waerde
sullen afzonderlycke Caerten
noodigingh ten Feest gesonden wer
den, oock aen maeckers van Nieu-
maeren. Oock sullen enckele Passen
verk ght worden voor een gulden
pas; dogh sleghtssolanghhetStadts
Bestuur sulx goet vint te doen.
Stadt aal voor dese geleegenthe
verdeelt syn, in tee wycken en
een yeghelyk sig niet anders moghen
ophouden dan in de wyck, dewelcke
op zijn Pas staet vermeitso hy
gens anders wert aangetroffen,"
ny terstont werden uyt gelydt.
een aen gegeeven tydt, door de Rê-
geen
tn. So
door
doch
De
geeringhe vast te stellen, wert 0«k
de Nimmeegse Poorte geslooten. In
geen gheval is het getolereert met de
Suite van HH. MM. mee te loopen
of oock maer van syn plaets te gaen.
Bewoonders en kneghts sullen sig in
hunne huyzen op houden, hun dage-
lyx werck doende. En hoopen wy
dat een yeder hem sal draghen als
een goed ende ordelyck Poorter van
Oad-Hollant betamelyck is".
Bij de prijsuitdeeling na afloop van
den 8chermwed8trijd, Zondagavond
gehouden, deelde de heer Dudok de
Wit mede, dat H.H. M.M. de Konin
ginnen Vrijdag a.e. te half drie te Am
sterdam komen, om de Tentoonstel
ling te bezoeken.
Vrijdagavond vervoegde zich een
een politiebureau te Amsterdam aan
21-jarige man, wonende Langestraat,
wien het bloed aan zijne linkerzijde
en den rug door de kleederen vloeide.
Hij zeide ,door zijne vrouw met een
mes te zijn gestoken en werd onmid
dellijk per rader baar naar het Binnen
gasthuis vervoerd en aldaar ter ver
pleging opgenomen. Het bleek, dat
hem zeven steken waren toegebracht.
De politie begaf zich naar de be
doelde woning en arresteerde daar de
vrouw met haren 17-jarigen zoon, die
de verwonding was tegenwoordig
geweest.
De burgemeester van
Zaamslag.
De burgemeester van Zaamslag, die
volgens bericht door drie mannen aan-
gerand en doodelijk verwond werd.
is Zaterdagavond overleden.
Omtrent den aanslag wordt nog
het voigende vermeld
De heer De Bokx, landbouwer van
beroep, was tusschen 8 en 9 uur weg
gegaan, om naar de veldarbeiders en
het land te gaan. Om 10 uur kwam
hij strompelend thuis bebloed en
doornat, hij kon aan zijne natuuilijk
ontstelde huisgenooten bijna niets
zeggen, maar schreef op een leitje,
dat hij door drie Vlamingen was
aangevallen, een daarvan hem in den
hals had gesneden en hem daarna
in een put had geworpen.
Zoo goed en zoo kwaad als het ging,
was hij er uitgekropen en naarnuis
gestrompeld.
Terstond werd geneeskundige hulp
ingeroepen en verleend door de artsen
Hariman van Zaamslag, Troun van
Axel en Spruitenburg van Terneuzen,
die, na de wonde aan den hals
een snede van links naar rechts
die maar een millimeter dieper had
moeien zijn, om de hoofdaders naast
het strottenhoofd te raken verbon
den te hebben, konden constateeren,
dat geen direct gevaar bestond ende
grootst mogelijke rust in acht moest
worden genomen.
De politie inmiddels verwittigd,
stelde dadelijk een onderzoek in bij
alle putten op de omliggende weiden,
doch kon niets ontdekken van een
worsteling, alleen waren in een half
droge sloot diepe indrukken te zien,
alsof daar iemand tegen den kant
geklauterd.
Het mes, dat de burgemeester droeg,
werd op verzoek aan den wachtmees
ter der marechaussee van Axel ver
toond, en bespeurd werd, dat aan
heft en lemmet bloed kleefde, terwijl
ook slijk aan het lemmet te bespeu
ren was, overigens was het mes
heel doornat; het werd door
wachtmeester in beslag genomen.
De justitie uit Middelburg ie Vrij
dagavond nog gearriveerd en Zater
dag-voormiddag weer vertrokken; aan
ga mde het resultaat van haar on
derzoek is niets bekend geworden.
Naar men verneemt, moeten te Sas
Gent drie personen zijn aange
houden (twee mannen en een vrouw)
";e evenwel later weer zijn losgelaten.
Er ligt over het gebeurde een duis-
waas. Men verdiept zich in gis
singen, wat de oorzaak van den aan
slag zou kunnen zijn, daar de heer
De Bokx algemeen bemind en geacht
werd. Aan diefstal kan moeilijk ge
dacht worden. Men moet er zich
over verbazen, dat de aangevallene,
nA jaren oud, zoo kras is geweest om
idanks bloedverlies, uit den put te
kruipen en naar huis te strompelen.
De thans te Almeloo gedetineerde
van Voorst, heeft aan den rechter
commissaris te Enschede bekend, op
Zondagavond den noodlottigen steek
aan Grevelink te hebben toegebracht.
Een eenvoudige inrichting om vlie
gen te vangen, wordt op het platteland
veel tegen de vliegenplaag aangewend.
Zij komt hierop neer
Men vult een glas tot op de helft
met water, waarin men een klein
stukje zeep laat oplossen. Het glas
wordt afgesloten met een snede brood
ter dikte van twee centimeter, dat
aan den onderkant besmeerd is met
honig, stroop of in het algemeen iets,
dat naar den smaak der vliegen is,
In het brood wordt een trechtervor
mige opening aangebraoht, welke de
vliegen spoedig zullen gevonden heb
ben om zich aan het lekkers te gaan
vergasten. Dan zijn zij echter verloren,
want na eenige oogenblikken zullen
zij in het water vallen, waarin zij het
leven laten.
i sal
sal
Op
Een droevig lo'«
Uit Heerlen wordt aan de L. K.
geschreven
Woensdagnamiddag brachten twee
vrouwen eene koe bij de gebr. K.,
slagers alhier. Eene der vrouwen
zeide van Grotenrath (Pruisen) te
komen en de koe te willen verkoopen,,
omdat zij in geldnood verkeerde.
Voor de som van 50 thaler plus
minus f 60 onder de waarde werd
de koe doer voornoemde slagera ge
kocht. Donderdagmorgen bleek echter,
dat de koe te Eygelshoven gestolen
was.
Zij behoorde toe aan den land
bouwer G. Benders aldaar en was te
4 uur Woensdagnamiddag uit een
afgesloten weide ontvreemd.
De dievegge M. M. S., vrouw van
den landbouwer )K. Louis, te Groten
rath (Pruisen, van Nieuwenhagen
geboortig, was door vele personen
gezien, toen zij de koe naar Heerlen
leidde, zoodat de politie spoedig nauw
keurige aanwijzingen kreeg.
Na een vol etmaal zoekens mocht
het dan ook aan twee manschappen
onzer brigade gelukken, de dievegge
aan te houden ten huize harer moe
der te Nieuwenhagen.
Toen de vrouw naar den burge
meester werd gevoerd tot vaststelling
harer indentiteid kreeg zij een toeval,
gevolgd door een hevige bloedspuwing,
zoodat geestelijke en geneeskundige
hulp ingeroepen moest worden.
Zij werd van de H. Sacramenten
voorzien en haar toestand is zeer
ernstig. Natuurlijk kon zij niet ver
der vervoerd worden. Zy wordt thans
door twee manschappen onzer brigade
bewaakt. In ha»r bezit werd het be
drag der verkoopsom bijna geheel
teruggevonden.
Waarschijnlijk staan wy hier voor
de noodgedwongen daad eener arme
misdeelde en vervolgde vrouw, en is
deze treurige daad het laatste bedrijf
van een allertreurigst levensdrama.
Deze vrouw was dubbel ongeluk
kig ze was arm en lijdend, lijdend
aan een der vreeseiijkste kwalen, de
epylepsie of vallende ziekte.
„U zult dan zelfs eenige geneesmiddelen willen slikken,
die ik voor u zou klaarmaken?"
Haar gelaat betrok zeer.
„Ik dacht, dat u dansen zoudt voorschrijven," zeide zij.
„Zeker, maar van beide wat Maar natuurlijk als u ze niet
wilt innemen, dan zullen de aanvallen zich herhalen."
Zij huiverde bij deze gedachte.
„U zijt toch ten slotte als alle anderen," zeide zij, „en
kunt niets doen zonder blauwe fleschjes en poeders,
zes maal daags. En men heeft verteld, dat u zoo knap
waart I"
„Nu," zeide ik, „wanneer ik hier eene maand ben geweest,
zult u mij zeggen of ik knap ben of niet, en wanneer u dan
niet geleerd hebt een weinig vriendschap voor my te gevoelen,
keer ik terug naar Londen."
Met een belangstellenden blik zag zy mij aan.
„Vertel mij eens wat over EngelandI" riep zij uit;„dat
zal betere medicijn zijn dan iemand voor mij kan gereed
maken. Bedenk dokter, dat ik hier levenslang ben opgeslo
ten opgesloten met misdadigers, moordenaars en hatelijke
menschen, die van de goedheid mijns vaders leven en hem
morgen zouden vermoorden als zij durfden. O, het is eene
vreeselijke straf! Waarom heb ik die verdiend?"
„Neemt uw vader u nooit mee naar Europa vroeg ik.
„Hij zal nooit het eiland verlaten, wat hij zijn koninkrijk
noemt," gaf zij ten antwoord. „Hij blijft hier totdat hij sterft,
oi degenen, die te zijnen koste leven, hem vermoorden. Er
is geen hoop voor mij. Ik ben hier voor altijd begraven."
Bij dit denkbeeld begon zij zich tot een toestand van
groote zenuwachtigheid op te winden, maar zij vond spoedig
ontspanning door tranen en onstuimig snikken. Terwijl zij
zich aldus overgaf aan hare smart, was zij niet minder be
koorlijk dan toen ik haar voor het eerst zag en haar kastanje
bruin haar viel nu langs hare schouders neer. Op mij rustte
nu de tuak alles in het werk te stellen haar tot kalm e te
brengen, en ik legde mijne handen op haar voorhoofd en deed
mijn best haarte kaimeereo. Ik ontdekte, dat zij een goed Bujet
was, want spoedig hield haar schreien op en viel zij in een zelfs
kulmen slaap, en teen ik haar eenigen tijd had gadege
slagen, sloop ik de kamer uit en liet haar alleen met hare
verpleegster. Maar reeds was mijn hart vervuld met een
onbedwingbaar verlangen naar haar en toen ik den tuin
voor het huis van den graaf had bereikt, was ik van meerling,
dat als hij in mijn hart had kunnen lezen, de zaak hiermee
een einde zon hebben genomen.
HOOFDSTUK XI.
In groot gevaar.
Toen ik den tuin inliep, mijn hoofd vol hoop en vrees en
aan verschillende ontroeringen nog ten prooi, bescheen eene
heider glanzende morgenzon de veelkleurige bloemen en deed
het si-roomende water der fonteinen schitteren in duizend
tintelingen. Van het hoogste punt van het pad in den tuin
zag ia neer op de groene hellingenen schaduwrijke bosschen
van het eilandook zag ik de flauwe omtrekken van witte
huizen en van andere gebouwen, die in het heldere zonlucht
glansden als waren zij van marmer. Daar verhieven zich
spitse torens en koepels van ongemeene pracht, minarets als
van moskeëD, een gebouw in griekschenstyl dat een schouw
burg scheen ie zijn, de ijzeren poorten van een park, de
spiegelgladde oppervlakten van meertjes, de fijne waterstra
len en het schuim van grootefonteinen. Het was een indruk
wekkend, betooverend schouwspel een schouwspel, dat
deed denken aan landen uit de tooverwereld, dat den geest
in vreugde deed opspringen, in dankbaarheid voor het bezit
van leven en licht.
Na mijn vertrek uit Florence's kamer stond ik daar eenige
minuten vol bewondering over de schoonheden, die zich voor
mij ontvouwden. Het is mogelijk dat angstige en koorts
achtige vermoedens met het oog op de naaste toekomst zich
onder mijne overdenking mengden. Ik wist dat, wat er ook
mocht gebeuren, het gelaat van de dochter van den graaf,
nooit uit mijne herinnering kon worden weggewischt, dat
niets er toe zou kunnen leiden, dat ik over haar dacht zoo
als ik tot dusverre over andere vrouwen had gedacht, welke
ik had gekend. Bij deze gedachte begon ik myzelf af te
vragen wat mijne plicht was tegenover den graafwat mijne
positie tegenover den man moest zijn, die my zoo onmiddel
lijk zijn vertrouwen had geschonken.
(Wordt vervolgd