Voor onze Vensters.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De onneembare Stad.
13 Jaargang
Woensdag 21 Angnstns 1895.
No. 3722
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37$.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X4:, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIËN:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onxe agenten en door alle boekhandelaren en cour anti en.
Directeur-Uitgever J. C. FEEREBOOE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE dt Co., JOJSN F. ZONES, Suee., Parift 31bi» Faubourg Montmmrtroi
In'de étalage voor de vensters van
bet Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd:
1 jHst zegenen der kudden te Pierre
sur-Haute in de Pyreneeën.
2. Het feest der herders na deze
plechtigheid.
Gezicht op het eiland Trinidad.
De nieuwe spoorweg van Beyrouth
naar Damascus. (5 af b.)
1. De haven van Beyrouth.
2. Gezicht op Damascus.
3. De bergpas van Souk-Ouadi-
Barada.
k; 4. Het station te Arraya.
g£5. De ruïnes van Baalbek.
^Het Abeseynische gezantschap te
St. Petersburg.
Een Zondagmorgen in de St. Pauls-
Kathedraal te Londen.
Een tochtje van eene Engelsche
wielrijdsters-club. (2 pl.)
Oude gebouwen in Ierland.
v Bezoek van den duitschen Keizer te
Cowee.
Een incident gedurende de vloot-
manoeuvres.
De duitsche keizer op jacht in de
moeraesen te Wemmersgill.
De Duitsche keizer in de uniform
van het Russische gardekorps.
De zeemeermin. (Naar een schilderij
van Herbert J. Draper),
Het portret van Miss Haverfield.
Regenten van het Elizabeths Gast
huis, naar Frans Hals (Museum
Haarlem).
Schaakspelers, naar eene teekening
van Alexander Bida.
De „Anna Paulowna" te Amsterdam
met de (onlangs gesloopte) kappen
voor monitors (de twee laatste uit
„Eigen Haard").
Politieke platen en portretten.
STADSNIEUWS.
Haarlem20 Augustus 1896.
Examen Hoofdacte.
f HAARLEM, 20 Augustus. Aan het
beden en Maandag alhier gehouden
examen voor de hoofdacte namen 11
candidaten deel. Geslaagd zijn de
heeren
P. Ronner van Egmond aan Zee
JJFaber van Noordwij k ;F. J. Schik-
kinger, G. Voerman, P. Schouten,
allen van Amsterdam.
Afgewezen werden 5 candidaten en
1 trok zich terug.
De commissaris der Koningin in
dit gewest, keerde gisteren uit Carls
bad hier ter stede terug en begeeft
zich thans voor een;ge weken naar
Domburg.
Door de Ned. Hervormde Kerk al
hier is beroepen dr. A. J. Th. Jonker
Hz. te Dordrecht.
Jongelingen, die in het jaar 1876
zijn geboren en nog niet voor de
nationale militie zijn ingeschreven,
kunnen zich alsnog ten Raadhuize
ter inschrijving aanmelden. Den 31n
Augustus e.k. 's namiddags ten 4
uur, wordt het inschrijvingsregister
voor goed gesloten.
Zaterdag hield de Schilders-en Be -
hangersvereeniging „Hulp lenigt den
Nood" haar 3 maandelijksche verga
dering in het Volksgebouw, waarbij
de voorzitter, de heer J. H. Haese-
ker, in zijn openingsrede het 12% jarig
bestaan der vereeniging herdacht.
De zaal had een feestelijk aanzien
daar eenige leden een kleine versie
ring hadden aangebracht.
Trotsch was de heer Haeseker er
op voorzitter der vereeniging te zijn,
daar nu door vereenigd e&am te
werken, een klein plantje tot een boom
was geworden. Men had aan alle noo-
den bij uitkeeringen het hoofd kun
nen bieden. Voor de 10 cents weke-
lijksche contributie is nu de uitkee-
ring bij ziekte tot ƒ7,per week ge
klommen, terwijl het ledental 180
bedraagt.
De penningmeester, de heer J. v.
d. Wijde, bracht verslag uit over de
afgeloopen 3 maanden. Ontvangen is
247,65, uitgegeven 58,26; transport
vorige kwartaal 1783,07a, bleef op 17
Augustus een voordeelig saldo van
/1972,46a, welke gelden op de Pust
en Nutsspaarbanken zijn belegd.
Daar de heer v. d. Wijde zich als
patroon heeft gevestigd, moest hij
volgens reglement aftreden. De voor
zitter dankte den heer van der Wijde,
die 12)4 jaar lang als penningmeester
niet alleen zijn functie heeft vervuld
maar ook als leidsman en goeden
raadgever een waardige plaats in het
bestuur heeft bekleed. „Menigmaal
zullen wij," zeide de voorzitter, „den
goeden raad van Jan van der Wijde
missen." Deze slotwoorden werden
door een algemeen applaus van de
leden bevestigd.
Tot penningmeester werd nu ge
kozen de heer U. J. Hanseler.
De bloemententoonstelling in de
Hertenkamp, die Maandag is geslo
ten, werd in het geheel bezocht door
1743 betalende bezoekers.
Burgerplicht.
Het is een goed teeken, dat de
vereeniging „Burgerplicht", die tot
nu toe nog maar alleen zich met
verkiezingen bemoeide en dan nog
wel alleen voor den Raad en voor de
Provinciale Staten, dat die vereeniging
zich ook gaat wijden aan dagelijksch
op den voorgrond komende maat
schappelijke zaken.
Niemand beter dan het bestuur van
een kiesvereeniging in Nederland weet
hoe moeilijk het ie, de mannetjes bij
elkaar te houden. Nauwelijks zijn de
verkiezingen voorbij, of het fel opge
stookte vuurtje van de politieke wen-
schen en verlangens is als door een
tooverslag uitgebluscht en, wanneer
er geen nieuwe verkiezing spoedig
aanstaande is, wordt de geheele kies
vereeniging vergeten, en straks de
looper met de quitantie van de con
tributie teruggezonden met de mede-
deeling, dat meneer maar bedankt
voor zijn lidmaatschap.
Vooral bij een neutrale kiesveree
niging als Burgerplicht is dit een
voortdurend gevaar. Hare leden toch
zijn, of kunnen zijn, van de meest
uiteenloopende politieke kleur en wat
dus andere om zoo te zeggen volledige
kiesvereenigingen in stand houdt, de
overeenstemming in politieke en gods
dienstige denkwijs, ontbreekt hier
geheel. Voor „Burgerplicht" was, wilde
het blijven bestaan, uitbreiding van
werkkring dan ook onafwijsbaar noo-
dig.
In welke richting het bestuur die
uitbreiding wil sturen is onzen lezers
bekend. Getrouw aan haar van den
beginne af aan vooropgezet beginsel
zal streng vermeden worden, wat bot
sing zou kunnen veroorzaken tusschen
hen, die zijn van verschillende mee
ning op het gebied van godsdienst
en politiek. Daarbuiten is dan ook
het veld van de gemeenschappelijke
belangen waarlijk nog ruim genoeg.
Daar zijn de gemeentezaken, die ons
allen aangaan, de belangrijke voorstel
len die nu en dan in den Raad wor
den te berde gebracht, de plaatse
lijke gezondheidstoestand, de uit
breiding en de verfraaiing van de stad
en verder in 't algemeen alles, wat
het beheer betreft van de gemeente
en de onderdeelen van die admini
stratie.
Dit programma is niet onbeduidend:
ja, de vraag komt bij ons op en ze
is dan ook al gedaan, of men niet
beter doet met het een weinig te be
korten. Dat wie te veel wil niets uit
richt, is een spreuk die om hare af
gezaagdheid niet minder waar is. Wat
ter wereld meent b.v. de vereeniging te
kunnen doen aan de verfraaiing der
gemeente? Er is hier een vereeniging
die zich in het bijzonder met dat
onderwerp bezighoudt en die dan ook
meermalen met Haarlem's gemeente
bestuur in overleg is getreden, meestal
met goed succes. Onzes inziens zal
Burgerplicht wijs doen met dat onder»
deel van gemeentelijk beheer aan de
adviezen van de bedoelde vereeniging
over te laten, vooral ook omdat deze
daarvoor beschikt over belangrijker
fondsen, dan Burgerplicht voor dit
onderdeel van haar programma ooit
zal kunnen afzonderen.
Anders is het gesteld wat den plaat
selijken gezondheidstoestand betreft.
Dit veld ligt nog altijd vrijwel braak.
Jaren geleden reeds hebben Com-
missiën van enquête rapporten uitge
bracht en adviezen ingediend, die
duidelijk genoeg aantoonden dat er
van een idealen toestand geen sprake
mocht zijn. Bij het gemeentebestuur
vonden deze uitingen weinig steun
aan de benoeming van een gezondheids
commissie heeft men niet gewild en
wanneer op dit oogenblik de statistiek
van ziekte en sterfte voor Haarlem
geen ongunstige resultaten oplevert,
dan is dit niet door alles wat het
gemeentebestuur voor den gezond
heidstoestand heeft gedaanmaar in
weerwil van wat het tot bevordering
daarvan heeft nagelaten. In de laatste
kwarteeuw en langer is nooit officieel
getracht om dat groote kwaad, slechte
en ongezonde woningen, krachtig
tegen te gaanhet goede wat in die
richting is geschied, is altijd afkomstig
geweest van particuliere vereenigingen
en combinaties.
Volgens het nieuwe programma
zal ook en niet in de laatste plaats,
de aandacht worden gewijd aan de
belangen van nering en bedrijf.
Wij denken hier aan de bevordering
van onze markten, aan het bespreken
van middelen van verkeer, aan de ge
volgen die waarschijnlijk de sluis te
Spaarndam voor onzen handel en onze
nijverheid hebben kan door de stich
ting van nieuwe ondernemingen aan
de oevers van het Spaarne. Wordt dit
ideaal verwezenlijkt, dan kan tot de
totstandkoming daarvan een ernstige
behandeling in een talrijke vereeniging
veel bijdragen.
Maar w.t meer nog dan dit alles
de aandacht trekken zal, het zijn de
zaken der gemeente, meer in 't bijzon
der het beheer van de stad.
Er zal kritiek worden uitgeoefend,
vooral wanneer wat men haast zou
noemen de teerste plek van 'smen-
schen lichaam, zijn portemonnaie,
wordt bedreigd. Aan kritiek op het
financieel beheer zal het niet ontbre
ken des te beter. Aan den eenen
kant is 't goed dat een gemeenteraad
zich steedB herinnert, dat het de duiten
van anderen zijn waarover het be
schikt aan den anderen kant is het
voor de belastingbetalenden nuttig
een8 kalm, uitvoerig en helder de
zaken van de gemeente te hooren
bespreken, om daardoor allicht op
sommige punten meer waardeering te
gaan gevoelen voor een arbeid, die
maar al te vaak onder een potje bier
met een enkel minachtend woord
wordt afgemaakt. Beter begrijpen zal
noodwendig moeten leiden tot meer
dere waardeering.
Er is gezegd, dat dit alles in en
door Burgerplicht zal worden behan
deld „met het oog vooral op de belan
gen van den middenstand". Niets
natuurlijker dan dit, daar de vereeni
ging uit leden van deze maatschappe
lijke klasse bestaat. In deze moeilijke
tijden is behartiging van eigen be
langen noodig. Onzes inziens behoeft
dit hen, die buiten den middenstand
staan, niet in het harnas te jagen.
Om tegenwerking van hunne be
langen is het zeker niet te doen en
het ligt voor de hand, dat in onze
gecompliceerde maatschappij, niet met
passer en liniaal is uit te meten, waar
de belangen van den eenen stand
eindigen en waar die van e«n ande
ren stand beginnen. Integendeel loo-
pen zij zoo in elkander, dat de ver
eeniging Burgerplicht, de belangen
van den middenstand behartigende,
daardoor de belangen van het alge
meen zal bevorderen.
Het programma levert ontegenzeg
gelijk het gevaar op van overdrijving
Dit heeft het evenwel met alle din
gen van deze wereld gemeen en de
remedie zit in het kwaad zelf. Zoo
dra zij de redelijke grenzen te buiten
gaat zal de vereeniging daarvan on
feilbaar den terugslag ondervinden
door het verlies van de sympathie
van de menschen met gezond ver
stand, wat niet anders dan haar dood
tengevolge kan hebben.
Gaat zij langzaam, voorzichtig en
eiken stap wel overdenkend, den
nieuwen weg dien zij betreden wil op,
dan zal voorzeker menigeen, die om
welke reden dan ook, van de kies
vereeniging Burgerplicht geen lid
wilde zijn, de algemeen maatschap
lij ke vereeniging Burgerplicht gaarne
vergezellen.
Ten nadeele van Ja. Weesman, oud
87 jaren, en alhier wonende, is uit
hare woning, terwijl zij afwezig was,
FEUILLI
ON
Naar het engelech
van
MAX PEMBERTON.
17
HOOFDSTUK XI.
In groot gevaar.
Het geluid van voetstappen op het pad stoorde mij in de
oplossing van dit vraagstuk over maatschappelijke jurispru
dentie. Ik keek op en zag Kryganovski staan wachten, alsof
hij mij wilde spreken. Groote hartstocht stond echter op zijn
gelaat te lezen en nadat hij een gebaar had gemaakt en twee
schreden in mijne richting had gedaan, draaide hij zich plot
seling om en verliet den tuin. Deze handelwijze was op zijn
minst verrassend, en het viel mij op, dat deze man zich zeer
slecht in den nieuwen toestand scheen te kunnen schikken.
Weldra stelde ik deze zaak echter geheel uit mijne gedachte
en ging onverwijld den graaf opzoeken.
Hij wachtte mij in zijne bibliotheek. Ik vermoedde dat
hij in afwachting van mijne komst in de kamer had op en
neer geloopen, maar hij bedwong zich in zooverre, dat hij
niet onmiddellijk in eene reeks vragen uitbarstt e 8n slechts
het eenvoudige woord sprak:
„Welnu?"
Ik gaf hem het antwoord, waarop hij hoopte.
„Graaf," zeide ik, „het is nog wel wat vroeg om iets te
beloven, maar ik geloof uwe dochter binnen eene maand te
kunnen genezen."
Bij deze woorden viel hij op zijne knieën voor een dank
gebed en eenige oogenblikken straalde dankbaarheid uit
zijne oogen. Toen hij opstond greep hij mijne beide handen,
die hij eenige minuten in de zijne hield geklemd, terwijl
al zijne angst en spanning zich in verscheidene vragen
uitten.
„Kunt u haar gent-zen?" zeide hij. „Dus uzijt niet bevreesd
voor hereenverlamming?"
„Daar is gewoon geen sprake van!" riep ik uit.„Haarze
nuwgestel is alleen niet in orde."
„En hebt u haar iets voorgeschreven
„Ik heb haar beloofd het te doen, maar het valt mij nu plot
seling te binnen, dat wij medicijnen noodig hebben."
„Nu," zeide hij, „er bestaat geen medicijn indenpharma-
copea, welke ik niet in mijn kabinet heb."
„Dat is goed nieuws."
„Ik heb alleB kompleet. Ik zal alles ter uwer beschikking
stellen. Wanneer u een en ander hebt bezichtigd, ga dan
wat rust nemenik raad u dit aan, want naar ik hoor hebt
u op het jacht eeu langen nacht gehad."
„Dat wü ik met genoegenmijne oogen worden zwaar van
den slaap. Ik geloof niet dat ik ze de laatste vier en twin
tig uur gesloten heb."
Hij was nu luchthartig en opgeruimd in zijn spreken en
braeht mij naar zijne medicijnkist; nadat ik er de volledig
heid van had bewonderd, belde hij een bed ende om mg
de kamers aan te wijzen, die ter mijner beschikking waren
gesteld.
„Dokter," zeide hij, „nogmaals welkom hier en hartelijk
dank voor uwe diensten. Ik zal mijn best doen u hier het
leven aangenaam te maken en u eene aangename herinne
ring van uw verblijf hier mede te geven. Morgen zal ik be
ginnen u eerrige der wonderen van mijn koninkrijk te laten
zien. U hebt reeds bemerkt dat het hier een prachtig land
is, nooit zonder zon of bloemen, en u kunt u eigenaar be
schouwen van wat zich hier bevindt."
Hij boog voor mij met al de hoffelijkheid van een Oosten
rijker en zijn bediende geleidde mij weer door de tuinen en
verder langs een breeden weg, totdat wij na een paar hon
derd meter te hebben geloopen een lagen bungalow bereik
ten, welke naar ik vernam mij tot verblijfplaats zou strek
ken. Hij was gemeubileerd met eene pracht, gelijk ik die
in het huis van den graaf had opgemerkt en ik ontdekte
dat ik van uit mijne vensters door een kloof in de rotsen
den Stillen Oeeaan en de buitenste rij van koralriffen, die
het eiland verdedigden, zien kon. In eene slaapkamer, door
electrisch licht verlicht en vol boeken en bloemen en eigen
aardige planten, die in porseleinen potten groeiden, legde
ik mij neer op een groot bed van ebbenhout en zelfs nu mijn