Malson Hals,
Het beeld van St Michaël, Zwolle's j hooger geraamd, omdat in 1894 reeds
schutspatroon sinds onheuglijke tij
den, vormt een uitmunter.den tegen
hanger voor het Engelenbeeld, dat
Maastricht in zijn wapen voert.
De keuze, om dit kunstwerk te
vervaardigen, viel op den heer J. H.
Brom, te Utrecht.
De Utr. Ct. vertelt er het volgende
van
Het geheel in verguld zilver is ge
dreven in den stijl der XVe eeuw,
de frissche, weelderige laat-Gothiek,
die vooral ook in Zwolle heeft ge
bloeid.
Met wijze soberheid is net geheel
uitgevoerd op dezelfde hoogte als het
Maastrichtsche huldeblijk 6öc.M.
en stelt voor St. Michaël op een hoog
voetstuk, den bebchen draak zege
vierend onder den voet houdend en
hem den genadestoot gevend. Het
voetstuk is geconstrueerd uit den
kruisvorm. De ranke bouw met
scherpe kanten en lijsten, foreche
basementen en fier omhoog streven
de pinakels rust op 8 liggende leeu
wen. In zilveren letters op blauw
email (de kleuren der etad) is rondom
het opschrilt gedreven„Aan Hare
Majesteit Koningin Wilhelmina ter
gelegenheid van Haar bezoek aan
Zwolle in September 1895. Haar
trouwe Zwolsche burgerij."
Het voetstuk is in twee verdiepin
gen verdeeld. De onderste bestaat uit
vier gelijke paneelen waarin het kern
achtige gedicht van dr. Schaepman,
Overijsels grooten dichter:
Sint Michaël, die in bet zwaar
gevecht
Den draak doorsteekt, patroon
van deze stede,
Brengt U, Vorstin, den huldegroet,
de bede
Van 't oude Zwolle aan 't oude Huis
gehecht.
Regeer Uw volk in vrijheid en in
vrede,
Zjo geve 'tGod, de Schutsheer van
Uw reoht.
Het vorstelijk huldeblijk doet de
st d Zwolle en niet minder zijn ver
vaardiger alle eer aan.
14,943 gld. is ontvangen(voer 1895
was slechts 10,000 gld. geraamd).
De begrooting der uitgaven toont
onder meer het volgende aan. In de
laatste jaren is te weinig aan ver
nieuwing van bestrating gedaan dit
wreekt zich thans door eene hoogere
uitgaaf van f 40,000 gld. voor bestra
ting. Voor het onderhoud van brug
gen wordt ca. 100.000 gld. m9er ge
vraagd deze verhooging wordt in
hoofdzaak geëischt voor de vernieu
wing van vier bruggen. En om nog
hooger uitgaven te voorkomen stel
len Burg. en Weth. zelfs voor de
houten brug over de Singelgracht
voor de Nieuwe Passeerderetraat (de
„Koekjesbrug") te doen sloopen. Deze
brug begint gevaar voor de veiligheid
op te leveren.
De begrooting voor uitgaven voor
openbaar onderwijs en onderstand
aan behoeftigen toonde een normale
stijging aan. Bijzondere uitgaven
worden niet voorgesteld, Zoo is bij
voorbeeld geen post uitgetrokken
voor nieuwe schoolbaden.
Er bestaat uitzicht dat prof. Van
't Hoff voor de Amsterdamsche Uni
versiteit behouden blijft, dank zij een
regeling waardoor hij van het geven
van een deel der colleges wordt ont
heven en zich meer aim wetenschap
pelijke studiën kan wijden.
Het vr-.-eger gerucht, als zou hij el
ders een benoeming hebben aange
nomen, is ongegrond.
De begrooting van Amsterdam.
Vrijdag is de gemeentebegroo-
ting van Arasterdam voor het jaar
1896 verschenen, sluitende in ont
vangst en uitgaaf met een bedrag
van f 13,832,597. De begrooting
over 1895 wees als eindsom een be
drag van f13,821,950 aan. Burg. en
weth. noemen de nieuwe begrooting,
voor zooveel de raming der uitgaven
betreft, niet ongunstig, omdat de stij
ging der gewone uitgaven ad 226,000
gld, beneden het gemiddelde der stij
gingen in de laatste jaren kon blij
ven. Hierbij moet echter in het oog
worden gevat, dat het hoofdstuk „ren
ten en aflossingen" 178,000 gld. lager
is gesteld dan verleden jaar. „Onder
wijs" en „Armwezen" zullen 60,000
gld. en 32 000 gld. méér vorderen
dan in 1895. Maar ook deze stijging
is bij die, welke 1895 eiechte (180,000
gld. op beide hoofdstukken samen,)
betrekkelijk gering.
De stijging der gewone uitgaven
komt ditmaal ook .voornamelijk op
rekeniDg van „Publieke werken".
„De sterke besnoeiing der uitgaven
voor dezen dienst in de voorgaande
jaren maakte het noodig", zeggen B.
en W. {„in het bijzonner de posten
voor bestrating en onderhoud van
bruggen aanzienlijk hooger te ramen
dan voor 1895 geschiedde". Zonder
deze buitengewone stijging, het gevolg
dus van vroegere besparing, zou het
eindcijfer der begrooting voor 1895
f127,000 lager gesteld kunnen zjjn
dan dat van 1895.
De „ontvangsten" maken een min
der gUDstigen indruk. Het eerste
hoofdstuk, „ontvangsten wegens vroe
gere diensten", moest reeds 169,000
gld. lager worden gesteldde op
brengst der plaatselijke directe be
lasting voor het inkomen zou bij een
gelijk belastingpercentage 75,000 gld.
minder .worden dan in 1895. En als
„vergoeding van de telephoonmaat-
schappij" kon nu geen som meer
worden uilgetrokken. De lagere ra
ming der opbrengst van de inkom-
stenbe asting is te wijten aan het
uitvallen der forensen, op wier aan
slag in het vorige jaar werd gere
kend. Ware die aanslag gehandhaafd,
den zou thans belastingverhooging
niet noodig zijn.
Het aantal opcenten, op het „per
soneel" te heffen, stellen B. en W.
voor te bepalen op 80. Ook in 1895
zijn 80 opcenten geheven.
De belasting op tooneelvertoonin-
gen de andere publieke vermakelijk
heden kon op f 48,000 worden gesteld
d.L f 15,000 hooger dan voor 1895. De
opbrengst heeft in het tweede semes
ter van 1894 en het eerste semester
van 1895 namelijk f 48,297 bedragen.
De hoogere raming der uitkeering
van de „Imperial" berust op de gun-
tige uitkomsten van het jaar 1894
en van het eerste semester van 1895.
De productie der
Branden.
Ook Rotterdam heelt deze week
zijn brand gehad. Donderdagnacht te
een uur werd de brandweer gealar
meerd voor een hev gen uitslaanden
brand te Oad-Deifshaven in de ma
chinefabriek en ketelmakerij van de
firma Loehnis Co. aldaar. Met de
gewone vlugheid spoedden de brand
weermannen zich derwaarts, doch het
duurde lang vóór het blusschingswerk
een aanvang kon nemen, aangezien
het etablissement gedeeltelijk door
water omringd en aan andere zijden
Jalgesloten en dus niet bereikt kon
worden. Toen men zich eindelijk den
toegang had kunnen verschaffen en
ook het drijvend bluschmaterieel ter
plaatse kwam, stonden verschillende
gebouwen reeds in lichterlaaie, zoodat
aan behoud niet to denken was. Den
geheelen nacht duurde het blusschings
werk voort.
Het etablissement maakt een aller-
treurigsten indruk, daar er niet veel
meer dan een ruïne over is. Alleen
de ketelmakerij heeft men kunnen
behouden. De brand is ontstaan in
de smederij door welke oorzaak is
niet bekend.
De fabriek was verzekerd voor
f 53 000. Slechts twee aasurantiemaat-
schappijen zijn bij het ongeval be
trokken, nl. Tne Guardian, vertegen
woordigd door de heeren Bicker
Caarlen en Obreen, en de Royal
Insurance Company, vertegenwoor
digd door de heeren Van Overzee Co.,
elk voor de helft.
Op de ketelmakerij werd Vrijdag
weer gewerkt, voor het overige moet
het bedrijf stilstaan. De fabriek had
circa honderd arbeiders aan het werk.
De brand te Schagen.
Door het krachtig optreden van de
brandweer te Schagen, bijgestaan door
een drietal spuiten uit de gemeen
ten Bareingerhorn en St. Maarten,
mocht het Donderdag gelukken de
vlammenzee tot kerk en toren te be
palen. Alleen een uitgebrande steen
klomp iB van de historische gebouwen
overgebleven.
Men schrijft de oorzaak aan onvoor
zichtigheid van loodgieters toe.
Kerk en toren waren verzekerd, de
kerk met toebehooren voor f105,000
te Utrecht, de toren voor f40,000 bij
de onderlinge maatschappij van De
Jon? en Co., te Amsterdam.
Kerk en toren te Schagen werden
in 1460 in oud gothischen stijl ge
bouwd; vóór de hervorming was zij
aan den heiligen Christophorus ge
wijd. De toren werd later van spits,
peer en windwijzer voorzien, waardoor
zij eene hoogte van 160 Rijnlandsche
voet verkreeg.
Bet kostbare koorhek, de vele ge
beeldhouwde banken, de keurig be
sneden preekstoel, het antieke zilver
werk voor doop- en avondmaalbedie-
ning, alles dagteekenende uit de
zestiende en zeventiende eeuw, gingen
verloren.
In beslag genomen.
Door de te Maassluis gestationneer-
de dynamiet geleiders G. en K. is
op het stoomschip Maai aan de Kruit-
haven a/d ooBtpunt van Rozenburg
in beslag genomen een partij dyna
miet, benevenB eene kist slagdoppen
(gebruikt wordende tot het doen ont
ploffen van dynamiet.)
Het vervoer van deze slagdoppen.
beide fabrieken I gelijktijdig met dynamiet, is verbo-
wordt geschat op 29 millioen Ma. De den bij kon. beBluit van 15 Oct. 1885
uitkeering der „Electra" is 5000 gld. Stbl. no. 137.
De partij dynamiet, bestaande uit
60 kisten van 25 kilo, en ook de
slagdoppen, waren bestemd voor de
Berging-Maatschappij te Maasslui'
De kist is in beslag genomen en
van een en ander proceb- ver baal op
gemaakt.
De ooget in Drenthe.
De Staatscourant behelst het vol
gende aangaande de verwachtingen
omtrent den oogst over 1895 in de pro
vincie Drenthe:
Wegens het gunstige voorjaarsweder
hebben al de gewassen, zonder onder-
echeid, zich krachtig kunnen ontwik
kelen, terwijl zij verder niet noemens
waardig door schadelijke invloeden
werden belemmerd in hun groei.
Over 't geheel genomen wordt dan
ook van rogge, haver, boekweit en
gerat een goede oogst, van boekweit
zelfs een zeer ruime zoowel aan
graan ais aan stroo, tegemoet gezien.
Ook de aardappelen verbouw laat
zich uitmuntend aanzien. Van ziekte
wordt nog weinig bespeurd. Bij droog
weder geeft dit gewas uitzicht op een
ruimen opbrengst van zeer goede qua-
liteit.
De opbrengst en qualiteit van het
hooi zijn, wat de lste snede aangaat,
uitmuntend gevallen het jaar 1895
mag in dit opzicht als een exceptio
neel gunstig jaar geboekt worden
terwijl ook van de 2de snede
dezelfde verwaohting wordt ge
terd. De weilanden geven ruimschootB
voedsel voor het vee.
Als staaltje van hetgeen door ker
misreizigers moet verdiend worden,
kunnen de volgende prijzen voor
staan plaateen op de Bossche kermis
dienen. Iemand betaalde voor zgne
plaats meteen „stoomrijschool" f2000;
een concurrent van hem f 1060de
houder van een hypodróme f500; die
van een gewonen molen f300 enz.
enz. Dit alles moet er in 10 dagen
uit, ongerekend de verder te maken
kosten.
Te Merkelbeek hebben twee dieven
pogingen aangewend om in te bre
ken in het klooster der Benedictijner
monniken.
Er werd een schot gelost op de in
brekers, waarop zij de vlucht namen.
rijn beheer had. Uit diens verklaring
bleek dat vermist waren 4 gouden
medailles, ad f 35 per stuk en 7 zil
veren ad f2 50 per stuk. De bronzen
waren alle aanwezig. Voorts bleek
dat het al zeer gemakkelijk ging om
in de kast te komen waar de me
dailles in een ongesloten kistje be
waard werden. (Thans worden zij in
de brandkast bewaard.) De beklaagde
ontkende ten stelligste de stukken
gestolen te hebben en beweerde ze
gevonden te hebben, gewikkeld in
een stuk kardoespapier, in het pa-
pierhok nabij de knechtenkamer.
De tweede hoofdgetuige was een
knecht van de firma v. K. te 's Gra-
venhage die op verzoek van beklaagde
2 gouden en 6 zilveren medailles had
verkocht, bij genoemde firma, voor
f38.87. Deze getuige had beklaagde,
die hem later om geheimhouding ver
zocht, ernstige verwijten gedaan over
de moeielijkheden waarin hij hem
gebracht had en hem de ontvangen
fö fooi teruggegeven.
De verdere getuigenverklaringen wa
ren voor de zaak zelf van minder be
lang doch daaruit bleek dat beklaag
de ongeveer f700 inkomen had, zich
fatsoenlijk gedroeg en zich, voor zoo
ver bekend, nimmer aan oneerlijk
heid schuldig m;akte.
Hoewel herhaalde malen attent
gemaakt op het onmogelijke van zijne
verklaringen, die zoo geheel weerspro
ken werden door de feiten, bleef be
klaagde volhouden dat hij de medail
les gevonden en het daarvoor ont
vangen geld in het water aan de
Mauritskade geworpen had. Subst.-off.
v. justitie mr. Van Buttingha-Wichers
hechtte blijkbaar ook geen waarde
aan het verhaal van beklaagde wees
er op dat h$ er belang bij had om
de juiste toedracht der zaak niet mede
te deelen, omdat nog 2 gouden en
éen zilveren medaille vermist woi-
den, die hij waarschijnlijk nog onder
zich heelt om later te versmelten en
vorderde zijne veroordeeling tot 1
jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger mr. G.
F. Thoe Schwarxenberg deed een be
roep op de clementie van de recht
bank.
Sluw.
Te Venloo werd dezer dagen iemand
het slachtoffer van een sluwe opiicht-
ster. Een net gekleede Duitscn spre
kende dame vervoegde zich bij een
heer, verhaalde dat haar zoon, met
wien zij naar Amsterdam moest ver
trekken, niet gearriveerd was en dat
rij oogenblikkelijk niet over voldoende
middelen beschikte om den nachten
den dag door te brengen. Zij eindigde
met 10 Mark ter leen te vragen, vast
belovende het geld den vo genden
dag te zullen terugbrengen, als wan
neer haar zoon zonder twijfel zou
komen. Tot onderpand was zij bereid
een handkoffertje daar te laten.
De heer, bewogen door de roerende
wijze, waarop het verhaal gedaan
werd, gaf de 10 Mark, waarop de dame
onder herhaalde dankbetuigingen af
scheid nam.
Den volgenden dag kwam zij vol-
rns afspraak terng, niet om het
w leende te restitueeren, maar om
met tranen in de oogen de bekentenis
al te leggen, dat zij diep ongelukkig
was, dat haar zoon nog niet gearri
veerd was en dat zij haar portemon-
naie met den inhoud verloren had.
Radeloos deed zij nogmaals een be
roep op de goedhartigheid van den
heer en verzocht een Mark ter leen,
ten einde gelegenheid te hebben naar
huis te telegrafeeren om geld.
De milde gever liet zich nogmaals
vermurwen en schonk 't gevraagde.
Eenigen tijd nadat de dame zich
verwijderd had, bemerkte men, dat
zij van haar tweede verzoek gebruik
gemaakt had om het in onderpand
gegeven handkoffertje mede te nemen.
De kwade vermoedens, die zich toen
van den gever meester maakten wer
den maar al te zeer bewaarheid en
het bleek, dat men met een door
trapte oplichtster te doen had ge
had. Van de dame noch van het ge:d
werd tot heden iets vernomenbeide
zijn spoorloos verdwenen.
Rechtszaken.
Diefstal aan het departement
van marine.
De zaak van den diefstal van gou
den en zilveren medailles aan het
departement van marine diende Vrij
dag voor de Haagsche rechtbank.
Verdacht dien diefstal te hebben be
dreven had zich te verantwoorden
een geschorste portier. Hem werd ten
laste gelegd óf die medailles te heb
ben ontvreemd uit een kast, öf met
de wetenschap dat die medailles toe
behoorden aan den staat der Neder
landen, deze, na ze te hebben ge
vonden, ten eigen bate te hebben
verkocht.
Als eerste getuige werd gehoord de
ambtenaar die de medailles onder gegaan.
ÖEMENSD NIEUWS.
Eene ontsnapping.
Sedert eenigen tijd is, naar men
weet, te Parijs een proces aanhangig
in zake den Zuiderspoorweg. Reeds
meldden wij ook, dat de Kamer van
inbeschuldigingstelling, in verband
daarmede, over het geval van den heer
Magnier, wiens verwijzing naar het
hof van assises werd geëischt, heeft
beraadslaagd.
De Kamer verklaarde, dat de ge
rechtelijke vervolging van genoem
den heer onwettig was, dat zg voor de
sluiting der parlementaire zitting was
ingesteld.
Het openbaar ministerie zal nu in
hooger beroep nietigverklaring van
deze uitspraak eischen.
De heer Magnier is senator van het
departement Var en directeur van het
bekende blad VEvènimcnt. Hij werd
in den laatsten tgd door geheime
poli tin-agenten ten strengste bewaakt,
zoodat hg zijne woning niet in of uit
kon gaan, zonder oogenblikkelijk ge
volgd te worden. Toch wist hij te
ontkomen. Die ontsnapping heeft
zooals men zich wel denxen kan, in
de Fransche hoofdstad groote senea*
tie gemaaktzij was daar Woensdag
het onderwerp van alle gesprekken.
Hoe heeit hij, nietttegenstaanae de
bewaking toch zeer voldoende werd
geacht, weten te ontkomen, was aller
vraag. Het Journal des Dibats heeft
daarnaar een onderzoek laten instellen
en geeft nu bixonderheden over die
ontsnapping, welke niet van oiigina-
liteit ontbloot is. Weinige dagen
geleden bestelde een vriend van den
ïeer Magnier een verhuiswagen, welke
Vrijdagmorgen vroeg voor het huis
van Magnier moest wachten. Ia dien
wagen waren een aantal ledige man
den geborgen, welke in het huis
werden gebracht. Do heer Magnier
stapte heimelijk in een dier manden
en liet zich daarin de trap afdragen
en in den verhuiswagen brengen.
De detectives, die om het huis ge
posteerd waren, hadden niets ge
merkt.
Niet zoodra was nu de wagen een
paar honderd meters uit de straat
Taitbout, waarin het huis van Mag
nier stond gekomen, of onze slimme
senator kroop uit rijn benauwde
schuilplaats en verliet den wagen,
om zich vervolgens naar de woning
van een zijner vrienden te begeven.
De geheime politie is natuurlijk
woedend, dat zij zich zoo hee:t kun
nen laten bedotten. Alle mogelijke
moeite wordt nu gedaan, om den
voortvluchtigen tenator op te sporen
maar tot nog toe hebben de navor-
schingen der politie geen .resultaat
opgeleverdde heer Magnier is en
blijft spoorloos verdwenen.
Volgens den Figaro was hij Zater
dagnamiddag te Orleans, tnaar it
sedert waarschijnlijk over de grenzen
De heer Magnier heeft vóór
zijn vertrek een brief geschreven aan
den Procureur-generaal, welk schrg ven
hij na zijn ontvluchting aan het
adres liet bezorgen.
In dien brief wordt verklaard, dat
de heer Magnier zich zoo lang schuil
zou houden, totdat zijn geval voor
het hof van assises zou zijn gebracht;
maar zoodra het reohtsgeding begon,
zou hij zich bij >de prefectuur aan
melden, omdat hij overtuigd is van
zijn onschuld.
Vrouwenarbeid iuAmerika.
Eenigen tijd geleden heelt mies
Collet, lid der Engelsche Labor Com
mission, belangrijke gegevens open
baar gemaakt over den vrouwenarbeid,
waaruit viel op te maken dat in slechts
18 van de 277 genoemde beroepen
ot bedrijven vrouwen worden aange-
getroffen d it verder het aantal ge
huwde buitenshuis arbeidende vrou
wen afneemt, en dat voornamelijk in
de middenklassen van Engeiand het
aantal toeneemt van de vrouwen die
winstgevenden arbeid verrichten. Cok
in verband met dit Engelsche rapport
is de inhoud van het extra Census
Bulletin (no. 99) „Statistics of Occu
pation" van de Unie van gewicht.
Het geelt het aantal mannen en
vrouwen ,die gedurende tien jaren,
18801890, in winstgevende beroepen
werkzaam zijn geweest en uit deze
getallen blijkt dat de toeneming van
vrouwenarbeid in deVereenigde Staten
vrij wat sterker is dan in Eogeland-
In 1880 was de verhouding van de
loontrekkende mannen 78,70 percent
van het geheele aantal loontrekken-
den, die der vrouwen Blechts 14,69
percent; in 1890 waren deze cijfers
aldus veranderdvoor de mannen
77,28, dus een klein verlies van 1,42
percent, voor de vrouwen 16,98, dus
een kleine winst ran 2,29 percent.
De toeneming van den vrouwenarbeid
wordt nog duidelijker aangetoond door
de volgende cijfershet aantal loon-
trekk enden werd van 1880 tot 1890
vermeerderd met 5,300,000, of met
30,72 percent van het geheele aantal
loontrekkenden; de vermeerdering van
het aantal mannen bedroeg 4,076,000
of slechts 27,52 percent van het aantal
arbeidende mannen, terwijl die der
vrouwen 1,267,650 beliep, of 47,88
percent van het aantal arbeidende
vrouwen. Blijkens de uitgewerkte
staten is de toeneming van het aantal
ambten en huiselijke en persoonlijke
dienstbetrekkingen voor vrouwen be
langrijk en heeft op deze cijfers ook
de ontwikkeling van den handel en
der vervoermiddelen zich doen gelden;
het aantal der vrouwelijke geëmploy
eerden nam met 263,25 percent toe,
werkzaam als boekhouders, klerken,
stenografen, op drukkerijen of in
winkels.
In 217 van de 219 door het rapport
bepaaldelgk genoemde betrekkingen
zijn vrouwen werkzaamde twee
rubrieken, waar zij buiten staan, zijn
„officieren van leger en vloot" en
„soldaten en zeelieden"; in 22 der
genoemde ambten was in 1890 het
aantal arbeidende vrouwen beneden
tien.
Het schijnt dus wel, dat de Ame-
rikaansche vrouw haren weg heeft
gevonden tot bijna elk soort van
arbeid, waartoe eene bijzondere be
kwaamheid of begaafdheid haar roept
en waarmede zij', naast den man, haar
brood kan verdienen.
Te Debreczin, in Hongarije, zijn
twee berenleiders in hechtenis geno
men, beschuldigd dat zij hun dieren
hadden gevoedjmet menschenvleesch.
Zij hebben bekend, vier knapen te
hebben gedoed, om voedsel te krij
gen voor hun baren. In het district
ïeerecht dientengevolge groote op
gewondenheid.
Ingezonden ïïededeelingen.
Kruisweg 45.
KUNSTHANDEL.
Restaurateur van Schilderijen.
De Expositie dagelijks behalve
Zondag geopend.
Vrij entréc bij introductie.
Directie VOS ZOON.