Voor onze Vensters. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De onneembare Stad. 13' Jaargang Woensdag 4 September 1895. No. 3734 HAARLEMS DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlpke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37|. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVERTENTIËN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onxe agenten en door alle boekhandelaren en courentien. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOH, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dk Co., JOBf F. JONES, Sum., Parj/e 81We Ftmkeurj JtfoeSinf»*" In de étalage voor de vensters van het Bureau van dit Blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd: Eene muziekuitvoering door eene militaire kapel in bet Hydepark te Londen. ggAfrika in Londen. De Hertog van Cambridge, oud-chef van het Engelsche leger. SE De nieuwe commandant van bet Engelsche leger. '*Het nationaal gedenkteeken van Keizer Wilhelm te Berlijn. QDe aanval tegen baron Rothschild. Bureau in de straat Lafitte, waar de uitbarsting plaats bad. Het vervoer der zieken en gewonden van de expeditie van Madagaskar. (2 afb.) fc?l. Eene groep in Frankrijk terug- k©erende soldaten. 2. Het inwendige van de „Provence" ingericht voor het overbrengen der zieken. De zending onder de Baratsi aan de Opper-Zambe8ie. Tijgers op de lijn, een incident op den West-Indischen spoorweg. De laatste engelsche woud-manoe- vres. Militaire manoevres. De dood van Albine (naar Zola). Een engelsche omnibus. Het bezoek der vorstinnen aan de wereldtentoonstelling, op Oud-Hol land. Het nieuwe raadhuis te Hamburg. Aanbieding van thee op Javaansche wijze in oud-Holland aan de Konin ginnen. 11 Gezichten op de Marine-etablisse menten te Amsterdam (uit Eigen Haard). Aanbieding van een sèvres vaas in de Fransche afdeeling aan de Koninginnen. Politieke platen en portretten. STADSNIEUWS. Haarlem3 September 1895. De le luit. R. Dufour, leeraar aan de kon. mil. academie te Breda, wordt 15 dezer gedetacheerd bij de militaire school alhier. Door mej. P. Metman, onderwijzeres aan de le tusscbenschool, wordt te gen lo November eervol ontslag als zoodanig aangevraagd wegens vertrek naar Indië. Bij vonnis van de Arrondissements Rechtbank alhier, van den 3en Sep tember 1895 is Petrus Meurs, boek-, muziek- en kunsthandelaar, wonende te Haarlem, verklaard in staat van faillissement, ingegaan zijnde den 2en September 1895. Benoemd zijn tot Rechter-Commissari8 de rechter Mr. W. A. 't Hooit en tot curator de heer Mr. Th. de Haan Hugenholtz, advocaat en procureur alhier. Brand. Maandagavond tusBchen elf uur en half twaalf werden de haarlemsche burgers eensklaps opgeschrikt door klokgelui, dat een brand aankondig de. Zooals bekend is worden slechts bij uitslaande, ernstige branden de klokkengeluïd,maar boewei dit nu ook geschiedde was de brand die woedde in het perceel Bakenesaergracht bewoond door den bloemistknecht H. Mertens, niet ernstig. De talrijke menigte, die aan beide zijden van de smalle gracht waren geposteerd, konden niets anders zien dan een dikken rook. De vlammen sloegen aan den voorkant niet uit en dank zij de spoedige hulp van den slangenwagen en de spuiten 10 en 10a, welke laatste het eerst water ga ven was de brand spoedig gebluscht. -&Hij is is vermoedelijk ontstaan, door het omwerpen van een petro- leumnachtlichtje door de kat waar door de gordijnen in de slaapkamer vlam hebben gevat. De bovenwoning ie gedeeltelijk uitgebrand. Huis en inboedel waren verzekerd, Na afloop van dezen brand en juist toen de spuiten weer waren geborgen, werd de brandweer opnieuw gealar meerd voor een schoorsteenbrand bij Bartel ter Smitte, Korte Lakenstraat 13. De slangen wagen en spuit 10 be gaven zich daarheen maar, daar het vuur inmiddels gebluscht was, be hoefden zij geen water te geven. „Weldadigheid naar Vermogen". Afdeeling: „Werkverschaffing"* Van 1 Nov. tot 2 |Sept. hebben zich de volgende personen aangemeld 62 voor werkvrouw, 7 voorwasch- vrouw, 9 voor naaister, 6 voor grond werker, 22 voor loopwerk, 3 voor brei werk, 17 voor loopknecht, 7 voor op passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2 voor schoenmaker, 4 voor schrijf werk, 1 voor koetsier, 3 voor kan toorbediende, 6 voor schilder, 13 voor los werkman, 3 voor kleedermaker, 2 voor timmerman, 1 voor sigaren maker, 2 voor licht werk, 1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor mangel- werk, 1 voor bloemistknecht, 2 voor baker, 1 voor broodbakkersknecht, 2 voor waakster, 1 voor strijkster, 1 voor noodhulp, 1 voor zadelmaker, 1 voor zieken-oppa3ser, 1 voor waker, 1 voor vlechtwerk, 1 voor kookster. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik wenschen te maken, wordt beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te rich ten. (Bus Doelen en Stadhuis.) Inlichtingen kunnen dagelijks van 91 en van 35 uur verkregen wor den bij den Administrateur, bureau Doelen. Iu den Akerpoldei onder Sloten, thans nagenoeg aitgeveend, is men druk bezig de gebaggerde turf uit den polder te varen. Met ingang van het volgende jaar zal een begin wor den gemaakt met de uitmaling van het water. Zondagmiddag werd uit het Noord zeekanaal nabij de Velserbrug te Vel- sen opgehaald het lijk van mej. J. L. uit Groningen sedert 's morgens ver mist. BINNENLAND, De heer van C., leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Amersfoort, had in de serre van zijn huis een borstbeeld van Koningin Wilhelmina omsingeld door een slingerplant. Toen de familie des Zaterdagsmor gens, op den verjaardag der Konin gin, beneden kwam, bleek dat zich in den nach teen oranjekleurige bloem had ge pend. Voor de waarheid van het verhaal staan wij in. H.H. MM. de koninginnen in Zwolle. Het lang verbeide bezoek van onze vorstinnen aan Overijsel en Drente wordt deze week gebracht en nam Maandag een aanvang. Maandagmorgen reeds eenige uren voor den bepaalden tijd van aankomst der hooge bezoeksters (elf uur) zag het voer het station te Zwolle zwart van de menschen. Op het vastgestelde uur kwam de extra-trein, die de koninginnen uit het Lod naar Overijsels hoofdstad bracht, aau het station. De Koningin-Regentes was gekleed in zwarte zijde en droeg een hoed metlilaklearig lint. Koningin Wilhel mina droeg een grooten hoed met witte veer en wa3 gekleed in een wit zijden japon, gebrocheerd met bloem figuren eu afgezet mei witte veeien. Zij droeg ook nu het haar weder opgestoken. De gouverneur der provincie, de heer Lycklama Nijeholt, is de eerste die de bezoeksters begroet. Hij heet de Vorstinnen welkom op Overijselsch grondgebied. Achtereenvolgenelworden door hem voorgesteld: jhr. W. C.Th. van Nahuijs, burgemeester van Zwolle, de wethou ders, de leden van Gedeputeerde Staten enz. Nadat bouquetten zijn aangeboden gaan H.H. M.M. langs de eerecom- paguie der schutterij de versierde wachtkamer binnen, waar zij eenige korte woorden met de genoemde auto riteiten wisselen. Daarna verlaten zij het station en worden, op 't station tredend, met een gejuich uit de door gewapende mannen in toom gehouden menigte begroet. Een compagnie schutterij is hier op gesteld en de «erewacht, die zich voor 't eerst in haar blauwe gala-uniformen vertoont. Door het juichen heen hoort men het beieren van alle stadsklokken en van tijd tot tijd wordt het verward gedruis afgewisseld door het kanongebulder dat van uit Oldenbroek hoorbaar is. Het weder is prachtig, een heldere zonnige Septemberdag. Intusschen hebben de autoriteiten de rijtuigen bestegen, die langzaam oprijden tusschen de dichte menschen- massa. Hierna gaat het onder de groote, vergulde letters „Welkom in Zwolle" door over den Stationsweg, naar het Gouvernementshotel in het Ter Polk- wij kpark. In het gouvernementshotel werden H.H. M.M. ontvangen door mevrouw Lycklama k Nijeholt, wier beide dochters bouquetten aanboden. In de vestibule stonden achttien jonge da mes, Zwolsche meisjes, in 'twit, die bij het opengaan der deur den Vor stinnen een lied toezongen, dat door mevrouw Van Cleeff-Kalff gedicht en door den heer Van Riemsdijk is getoonzet. Hare Majesteiten schenen zeer ver last door deze aardige ontvangst en dankten de zangeressen vriendelijk en ingenomen. Toen zij zich op het terras vertoonden ging een luid ge juich op ea werd met de hoeden gezwaaid. Even later reed de Regentes alleen weder uit, om twee korte bezoeken af te leggen. Het eerste goldt het Gemeentelijk Sophia Ziekenhuis. De Regentes was op ,haar rit daarheen; vergezeld van Baronesse van Har- denbroek. Hare Majesteit hier gerecipieerd door den wethouder mr. E. N. F. Heerkene, tevens president van het bestuur, die de overige bestuurderen- raadsleden, benevens den geneesheer- directeur dr. Vitringa, de directrice mej. A. R. Rensen en de hoofdver pleegster zuster Worrell aan de Regen tes voorstelde. Een dochtertje van den heer Meulenhof bood aan H. M. een bloemruiker aan, waarna een kleine rondgang werd gemaakt door ver schillende vertrekken. Eene der hof dames deelde daarbij aan alle zieken bloemen uit Aardig was het in de kinderkamer de kleine, meerendeels herstelde jongens en meisjes met hun bleeke gezichtjes rechtop in de bedden te zien zitten en verlegen, haast niet durvend, de mooie bloemen te zien aanpakken, om dan soms bang en bedeesd het hoofd in het kussen te verstoppen. Vervolgens ]werd gereden naar het Oude Mannen- en Vrouwenhuis van het Gemengd Armbestuur der Ned. Herv. Gemeente in Deventer. In het voorportaal wachtte de pre sident van het bestuur, de heer J. ten Doe8schate, de Regentes op, en stelde de andere regenten, de heeren B. Dalenoord, J. de Vries Hzn., Dannen- bergh van Dijk, Hekman en Ter Horst voor. Onmiddellijk begaf de Koningin- Moeder zich hierop naar de gezel schapszaal, waar alle verpleegden, zijnde 36 mannen .en 24 vrouwen, op éen na, die te invalide was om de ziekenzaal te verlaten,verzameld waren. Aan hen liet de Regentes bloemen uitreiken. De oudste vrouwelijke ver pleegde, de weduwe Huijer, een bestje van 98 jaar, dat er nog gezond hoewel min of meer versuft uitzag, bood aan H.M. met trillende handen een bou quet aan. Sommigen der oudjes, te zwak om zoo lang te blijven staan, zaten tus schen de overigen in te nijgen en vriendelijk te knikken. Anderen wuif den steeds door met een hand, die maar niet tot rust kon komen. Nog werd, behalve de huismeester en de huismeesteres, het 85-jarige echtpaar Drenth, aan de Regentes voorgesteld de weduwe Ketel, die indertijd keukenmeid geweest was bij het verlovingsfeest van Harer Majes- teits schoonzuster prinses Sophie met den groothertog van Saksen- Weimar. Hierna |teekende H.M. haar naam in een daarvoor bestemd boek. Met veel betuigingen van ingeno menheid over het liefdewerk, zooals het hier verricht wordt en een vrien delijken groet tot de buigende oudjeB, nam de Regentes afscheid. De rijtuigen reden daarna naar het Gouvernementshotel terug. Aan het intiem-dejeuner, dat daar FEUILLETON Naar het engelech van MAX PEMBERTON. 28 HOOFDSTUK XVHL Verraad. De weg naar de groote zaal was flink verlicht en ik had nog geen twintig schreden afgelegd, of ik ontmoette Jacob Dyer, den zwaarlijvigen man, die zoo vlug mogelijk voort- waggelde om te dineeren. „Hé dokter 1" zeide hij. „Waarom loopt u zoo vlug? Wanneer u mij een arm wilt geven dan gaan wij zamen." Kortaf bedankte ik voor de uitnoodiging, bij de gedachte aan het zware gewicht van dezen man. „Gevoelt ge u al wat beter?" vroeg ik hem ironisch. „Niet wel, niet wel," antwoordde en wendde lachwekken de pogingen aan om mij bij te houden. „Ik heb de viach en oitroenen beproatd. Gelukkig 1 ik kan se nu eten." „En het koud water?" riep ik uit Hij trok een vies g-zicht „Koud water 1" riep hij uit „Zoudt ge dan willen, dat ik door typhus werd aangetast U kent mijn gestel nog niet goed. Ik kwam u hedenmiddag opzoeken, maar u hadt belet Ha! Ha! dokte?. Dac heb ik van u mooi ontdekt!" Hij seide dit met een onaangenamen grijnslach. Ik had er duizend pond voor over gehad als juist hij niet had gezien wat er tusschene Fortun er mij was voorgeval len en na sijne opmerking bleef ik staan om te hooren wat hij verder had te zeggen. „Hoe bedoel ie da zeide ik. „Wie had belet „O," zeide hij, „dat zou ik niet kunnen verklaren, maar het was om een zeer aangename reden. Hoor eens mijn vriend als iemand dat wist, dan zou het er slecht gaan uitzien. Maar ik zal niet praten, ik kan goddank mijn mond nog houden. En ik zal u wat zeggen op een goeden dag zullen wij met ons beiden de plaat poetsen hè Wel man, in Europa zou men er wel twintig duizend pond voor over hebben om te weten hoe het hier gesteld is!" Het was het kalmste, onbeschaamds te, hinderlijkste voor stel tot verraad, dat men ooit had gehoord en bevestigde geheel de voorspelling, die ik door een meisjesmond had hooren uitspreken; maar de 'oude deugniet sprak het uit zonder een zweem van omzichtigheid. Een oogenblik voelde ik den lust in mij opkomen hem tegen den grond te slaan, maar voorzichtigheid hield mij hiervan terug en onder het voorwendsel alsof ik hem niet begreep, zeide ik: „Zou het niet beter zijn, dat je op een ander tijdstip een en ander met mij bepraattet? Binnen een minuut vaR het tweede kanonschot en kom je te laat voor je middag maal." „Drommels ja, dat kan gebeurenzeide hij en versnelde zijne schreden zoodat hij bijna op een drafje liep. „Dat is altijd mijn lot de hors d'oeuvre verdwenen en de soep koud. Het is niet te verwonderen, dat ik mij niet geheel wel gevoel. Maar morgen geeft u mij zeker iets om den eet lust op te wekken Ik behoefde hem niet te antwoorden, want het kononBchot dreunde terwijl hij sprak en ik haastte mij naar het plein en vervolgens naar de zaal, die hel verlicht was en waar zioh een mengelmoes van allerlei talen deed hooren. Hier vond ik een gezelschap van bijna vijfhonderd personen van alle nationaliteiten, gezeten voor tafels opgesierd door prachtige bloemen en goed verlicht door een groot aantal kaarsen. Schoone vrouwen in fraai toilet, mannen in quasi-mfiitaire uniformen, juweelen van groote waarde, eene groote rijkdom aan zilver, de afmetingen van de zaal, dit alles werkte mee om den indrukj van het. geheel, te verhoogen. Het was onmogelijk om zulk een gebouw binnen te treden een gebouw met muren achter standbeelden half onzichtbaar, met een plafond kwistig met verguldsel en schilderingen versierd, met eene reusachtige tafel, die een zee van licht vormde en waarom eene menigte mannen en vrouwen uit alle landen en steden bijeen zaten zonder te beseffen dat hier het tehuis was van een man, die een koning was onder de menschen, een vorst onder een volk, bij de beschaafde we.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1