welke goedkooper zijn. Volgens eene oiroulaiie die voor odb ligt, behaalt zij daarmee uitnemende resultaten. Als reden daarvoor wordt opgegeven, dat men bjj het boren vanArtesisohe putten gemakkelijker door de harde kiezellagen kan heendringen, waar onder juist het beste water is te vin den. Zoo kan thans een diepte van 300 voet (S5 Meter) worden bereikt. Hieromtrent berioht de heer de Waal Malefgt ons nog het volgende: „Voor de gem. Bloemendaal aan „de sohool aldaar werd het water „goedgekeurd als drinkwater op „dezelfde plaats zgn twee Norton- „pqpwellen met sleoht water. „Voor de bouwvereen. „Haarlem" „maakte ik twee Arth. putten, in de zelfde kleine tuintjes waren Norton- „pompen met sleoht water. Ook een put, die te Haarlem bin nenshuis is gemaakt op een diepte van 25 Meter, leverde goede resul taten op. In den IJpolder zijn eenige dui zenden turven, staande in de nabgheid van een kruitmagazijn in brand ge raakt en verbrand. De politie doet onderzoekmen denkt aan kwaad willigheid. Men schrijft ons: Zeven jaar geleden werd te Bever wijk ongericht de Vereeniging „Volks belang", die ten doel zich stelde te werken in ?t belang der jeugd die de lagere school had verlaten. Zoowei door aanvulling van het maar al te dikwijls onvolledig genoten onderwijs, als door aanwijzing van nuttige ont spanning trachte zij haar doelvolks ontwikkeling te bereiken. Door haar werden opgerichteene avondschool, herhalingsschool,handwerkschoolvoor mei-jes, teekenschool voor ambacht jongens en gymnastiekschoolhar moniekapel, ter wij 1_ ook gelegenheid gegeven werd om zich te bekwamen voor het militie-examen. Dit alles werd door contributiën van ingeze tenen betaald. Na verloop van tijd! kon de Harmoniekapel zelfstandig worden en ook de gymnastiek, en bleven er slechts de scholen over, terwijl de inrichting voor militieplich- tigen vervallen was. Telken jare had men met financieele m lelijkheden te kampeo, maar de scholen, vooral de handwerkschool, werden druk be zocht, een honderdtal meisje3 ont vingen er onderwijs. Dezen zomer nu nam de gemeente, op verzoek van het bestuur van „Volksbelang", de avondschool, her halingsschool en handwerkschool «-oor meisjes over, en organiseerde daar mede herhalingsonderwijs op flinke schaal.De teekenschool voor ambachts- jongens niet vallende in 't kader van! 't lager onderwijs bleef alleen over. I Dit "was aanleiding dat de leden van „Volksbel." Dinsdag ter vergadering waren opgeroepen om te beslissen of de vereeniging zou blijven bestaan,1 en zoo ja, hoe met de teekenschool gehandeld zou worden. I Met overgroote meerderheid van stemmen werd besloten de Vereeni- j ging in stand te houden en toen de vraag aan de orde kwam of de be staande school niet, bij voldoenden steun van de zijde der ingezetenen, kon uitgebreid worden tot eene vak school op zeer bescheiden schaal, werd besloten eene commissie te be noemen, bestaande uit 7 leden, 2 leden des bestuurs en 5 deskundigen inzake van ambacht, die binnen kor ten tgd rapporteeren zullen aan de ledenvergadering wat naar hunne meeDing hier kan en moet geschie den. Tot leden dier commissie buiten de bestuursleden werden benoemd de h.h. W. Tegel, N. de Wolf, P. Langendijk, D. Honig en P. Verbeek. BINNENLAND, H. M. de Regentes heeft Woensdag namiddag te 2 uur met het gebruike lijke ceremonieel ontvangen de com missie uit de Kamer voor de aanbie ding van het Adres van Antwoord. Nadat het Adres van Antwoord was aangeboden, antwoordde Hare Majesteit het volgende „Mijne Heeren „Met voldoening verneem ik dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal hare beste krachten hoopt te wijden aan de verdere bebandelirg der wets- voordrac'oteD, waarvoor Ik hare medewerking heb ingeroepen. „Van harte hoop lk dat haar arbeid moge strekken tot verbetering van den voorspoed van on3 dierbaar Vaderland. Ik verzoek U, Mijne Heeren, aan de Tweede Kamer Mijnen dank over te brengen voor haar Adres van Antwoord." Tot lid der Tweede Kamer voor Vechel werd Woensdag herkozen de heer van Vlijmen, met 803 van de S43 geldige stemmen. Uit do „Staatscourant." Bij kon. besluit zijn bij den waar borg en de belasting der gouden en zilveren werken benoemd tot con troleur te Alkmaar M. S. F. Lange- dijk, essaieur aldaarte 's Hertogen- bosoh J. E. Simon, controleur te Arnhemte Arnhem J. F. Keiser, controleur te Maastricht en te Maas tricht J. J. Neurdenburg, essaieur te Utreoht; tot essaieur te Alkmaar R. J. de Ruiter, essaieur te Rozendaal; te Utreoht P. Lentz, essaieur te Maastrichtte Rozendaal K. N. Zur Muhlen Jr., oommies-stempelaar te Amsterdam en te Maastricht S. P. J. Geerkens, thans commies stempe laar te 's Gravenhage tot commies stempelaar te Amsterdam jhr. T. A. M. A. van Andringa de Kempenaer, thans te Arnhemte 's Gravenhage C. Huygene, thans te Amsterdam te Amsterdam A. Koppe9chaar, aide- essaieur te 's Gravenhage en te Arn hem A. J. Mispelblom Bfijer, aide- essaieur aldaar. Het brandweer-congres te Amsterdam. Woensdagmorgen werd de zitting van het congres geopend met een rede van den heer F. C. Dufour, in genieur te Amsterdam over den „Aan leg van electrische geleidingen met het oog op brandgevaar." Spr. kwam ten slotte tot de vol gende drie conclusiën 1. „In fabrieken en werkplaatsen is een vermindering van brandgevaar te verkrijgen door goed uitgevoerde electrische geleidingen." 2. „De goede en zorgvuldige uit- uitvoering van electrische'geleidingen te steunen ligt op den weg der brand- waarborgmaatsohappijen." 8, „De brandwaarborgmaatschap pijen kunnen door vermindering der jaarlgfcsche bijdrage een premie stellen op goede electrische gelei dingen en door de verzekering te weigeren, zich hoeden tegen sohade, veroorzaakt door slechte geleidin gen." Geen der aanwezigen wensohte zich met den inleider in debat te begeven, waarop alie diie de conclu sies met algemeene stemmen werden aangenomen. De volgende rede, handelend over „verbeteringen op het gebied van electrisohe brandmelding," werd ge houden door den heer P. Grebel, hoofdingenieur, der firma Siemens en Halske te Berlijn. Spr. kwam tot de volgende con clusies 1. „Het beste systeem voor blik semafleiders bestaat in een eenvou dige geleiding van koper zonder spits van edel metaal en zonder vertak- king." 2. „De veiligheid moet zooveel mo gelijk vergroot worden door het plaatsen van goede bliksemafleiders. De brandwaarborgmaatschappijen moeten het zich tot een schoone taak stellen, dit zooveel mogelijk te bevor deren." 3. „Het is de gebiedende plicht van de directie van openbare gebouwen, fabrieken, scholen enz., de aan haar zorgen toevertrouwde gebouwen te voorzien van bliksemafleiders, niet alleen om zich te vrijwaren tegen materieele schade, maar vooral om de levens der personen die er zioh in bevinden te beschermen." Alle drie deze conclusies werden met algemeene stemmen aangeno men. De volgende voordracht werd ge houden door den heer G. de Wigs, commandant van de brandweer te 's Gravenhage. Zij had tot onderwerp „Algemeene beschouwingen over de inrichting van de brandweer in groote middelbare en kleine steden en ten i plattenlande." Spr. wees in de allereerste plaats op het brandgevaar in groote steden met haar vaak slecht gebouwde hui zen, met haar achterbuurten, waar tal van gezinnen zijn opgehoopt en herinnert aan de schandelijke ver- waarloozing van de inrichting der brandweer ten plattenlande. In groote steden meende spr. moes ten de gemeentebesturen alles doen om de brandweer zoo goed mogelijk in te riohten. In steden van middelbare grootte, die zich de weelde van een kostbaar ingeriohte brandweer niet kunnen veroorlooven, wilde spr. naast het vaste korps een korps vrijwilligers zien opgerioht. De aanwezigheid van de telegraaf aohtte spreker eohter ge biedend noodzakelgk. In kleine steden achtte spr. een vast korps van 10 a -12 man en twee of vier paarden, al naarmate menjal of niet een 'stoomspuit heeft, vol doende om branden in den aanvang te blusschen ook daar moet over een telefoon beschikt kunnen wor den, om oommandant en leden te kunnen waarsohuwen. Steeds wensohte spr. een oentraal- bureau te behouden, zelfs in plaatsen, die zioh nog niet de weelde kunnen veroorloven van een vast korps. Het toezicht daarover .zou dan kunnen worden [opgedragen aan den veld wachter bijvoorbeeld. Een bepaald, plan te geven voor de inrichting der brandweer ten plat tenlande acht spr. niet mogelijk, om dat steeds rekening moet worden ge houden met de vaak zeer versohil- lende locale toestanden. Een badplaats bijv. met kostbare hotels, stelt hoogere eischen dan een plaatsje met misschien evenveel in woners, maar waarvan de waarde van alle goederen samen misschien nog niet de waarde van een goede stoomspuit vertegenwoordigt. Ten slotte zeide spr. nog liever een kleine stoom- dan een groote hand brandspuit te zien, daar voor de be diening der eerste maar een drietal voor de tweede wel dertig personen noodig zijn en in kleine plaatsen altijd de moeielijklieid blijft bestaan om de mannen spoedig bij elkaar te krijgen. Bij het hierop volgende debat wer den aan den heer de Wigs nog en kele vragen gedaan, die door hem werden beantwoord. Hierop kwam aan het woord de heer A. N. J. Fabius, kapitein der artillerie te Amsterdam, over „Het gebruik dat in kleine garnizoens plaatsen kan gemaakt worden van de militaire macht, zulks ter geheele of gedeeltelijke vervanging van de i burger brandweer." Spr. zou in de kleine garnizoens plaatsen de brandblussching geheel willen zien opgedragen aan de mili taire autoriteiten de gemeenten zou den daarvoor dan een vergoeding hebben te betalen, die gedeeltelijk zou kunnen worden aangewend als beloonirgen voor hen, die zioh bij branden bijzonder onderscheiden. Het woord werd thans gegeven aan den heer Frey, geneesheer te Weenen, die sprak over de betee- kenis van vrij willige reddingskorpsen. Tot slot stelde spreker dezeconclu sies: 1. Het Congres ziet in de oprichting van Vrijwillige Reddingccrpsen een wezenlijke Vooruitgang op 't gebied van het reddingswezen. 2. Het begroet de oprichting van een internationalen Bond met blijd- chap en spreekt den wensch uit dat de brandweercorpsen en de daarbij behoorende reddingcorpsen toetreden. De heer Dittmann stelde als amen dement de conclusie dat het eerste hulpverleenen verbleef aan de brand weer, speciaal wanneer geen goed georganiseerd samariter-station be stond. Voor deze gewijzigde conclusie trok inleider de zijne in en zij werd zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De heer G. de Wijs behandelde hierna den brandweerdienst in belegerde De heer Edwin O. Sachs, architect te Londen behandelde hierna „Plans f theatres, Safety of audiences." De hoofdbeginselen voor de veiligheid kwamen z.i. neer op het maken van een goede, duidelijke inrichting van het gebouw voor het publiek; goede bewaking en inspectiegoede con structie van het gebouw was niet de hoofdzaak. Een rechte trap van hout was z. i. haast nog beter dan een steenen trap met velerlei wendingen. Het toezicht op het materieel bestond bijna overal, aan een toezicht op een eenvoudige inrichting van de gebouwen moest de aandacht gewijd worden. De zitting, die over 't algemeen goed was bezocht, werd hierna gesloten. Woensdagavond had ten stadhuize de officieele ontvangst van de con gresleden door het gemeentebestuur plaats. De 10 sigarenmakers, die bg den heer Schuit te Utrecht aan den arbeid waren gebleven, hebben de werk zaamheden gestaakt. Waterdicht leder. Er zgn verschillende middelen be kend om het leder waterdicht te maken. Enkele van de voornaamste volgen hier. 1. Men bestrijkt het leder met een oplossing, welke uit 62 gram zeep, 124 gram lijm en 2 liter water sa mengesteld is en laat dit goed in het leder dringen. Daarna bestrgkt men het met een oplossing, welke bestaat uit 400 gram aluin, 410 gram zout en 2 liter water en laat het dan drogen. Men kan ook het leder in elk der oplossingen 2 uren laten liggen. 2. 100 gram koolzure soda worden in 2 liter water opgelost. Men kookt dit en doet er gedurende het koken nog 300 gram talk en ISO gram hars bij. Wanneer alles goed dooreen ge kookt is, worden er nog 100 gram lijm en 100 gram lijnolie aan toege voegd, en ten laatste, nadat alles goed doorgekookt is, zooveel water er bij gedaan, dat men ongeveer 15 kilo vloeistof krijgt. Dit wordt op gelijke wijze als no. 1 op het leder gestreken. Hierna bereidt men een oplossing van 400 gram zwavelzure potaarde en 200 gram loodsuiker met 5 liter water en dompelt het leer daarin. Vervolgens wordt het ge droogd. 3. Men lost 200 gram harszeep in 350 gram water op. Hierbij doet men een mengsel van 15 gram lgn in 100 gram water en 20 gram glyoeri- ne. Dit wordt als boven op het leder gestreken. 4. Men kan ook het volgende mengsel nemen 32 deelen schapen- of rundvet 32 deelen traan of lijnolie, 24 deelen bijenwas, 4 deelen lampen- zwart, 2 deelen loodglid of menie. Deze bestanddeelen worden warm gemaakt, dan goed dooreen gemengd en op het leder gestreken of inge wreven terwijl het mengsel nog warm is. 5. Nog enkele meer eenvoudige middelen om het leder waterdicht te maken bestaan hierin, dat men het met talk of paraffine of met een mengsel van beide stoffen in brandt. Ook kan men eene oplossing van caoetohouo of guttapercha nemen, dit in benzine of aether oplossen en het daarmee bestrijken. 6. Men neemt l liter ongekookte lijnolie, 1 pond sohapenvet, 2 maatjes bruine (beste) teer, voor 15 oenten gele was en smelt dit onder elkander. Men kan er desverkiezedde nog wat traan bij voegen. (De Schoenmaker). Dinsdagnacht is te Helder door een onbekende oorzaak brand ontstaan in een huis van den heer A. Lied meier, in de Wagenstraat, bewoond door drie gezinnen, die in diepe rust waren en zich in allerijl moesten redden. Het huis, dat verzekerd was, brandde grootendeels uit, terwijl van de inboedels der bewoners, die niet geassureerd waren, zeer weinig kon worden gered. De brandweer was spoedig ter plaatse en wist het vuur, dat zich aanvankelijk dreigend liet aanzien, in een uur tijds te bedwingen. Door de politie te 's Gravenhage moet proces-verbaal zijn opgemaakt tegen twee dames uit den gegoeden stand, die er haar werk van maakten op een bovenhuis een clandestienen handel in sterken drank te drijven. Uit Schoterland (Fr.) schrijft men Wat nog nooit is gebeurd, zagen we heden. Een schip, met een lading cokes voer van Heerenveen langs de Compagnonsvaartde lading was bestemd voor Jubbega, een dorp, dat grenst aan de veenderij aldaar, waar uitstekende lange turf te bekomen is. Als men nu weet, dat Jubbega bijna 3 uur van Heerenveen ligt, dan kan men begrgpen, dat de vervoerkosten den prijs der cokes nog belangrijk verhoogen en in weerwil daarvan is het verbruik van cokes nog voordee- liger dan turf. Dinsdagavond is te Heerenveen i gevankelijk binnengebracht zekere1 Dirk Boek, boerenknecht te Crefeld, tgdelgk te Donkerbroek, verdaoht van levensgevaarlijke verwonding, door een steek met een mes in de linker zijde, van een demotabele ingezetenen L. Hartholt. Aanleiding bestond er niet. Alleen ondersteunde Hartholt een aanmaning van den veldwaohter aan 't adres van B. om zich rustig te gedragen, door B. toe te voegen: Ja, als je hier komt om lawaai te maken, blijf dan liever in Duitschland". B. ontkent de mis handeling. Pers Overzicht: Protectie van Landbouw. In het Centrum komt over dit onderwerp een ingezonden hoofd artikel voor. De schrijver op den voorgrond stellende dat de boerenstand snel achteruit gaat, zegt dat a's voornaam ste middel tegen dien achteruitgang protectie wordt aangeprezen. Men wil dat de landbouwproducten van andere landen met inkomende rechten worden bezwaard, zoodat de afnemers genoodzaakt zullen zijn van Neder- landsche boeren Nederlandsoh graan te koopen. De hoofdeisoh is, protectie van inlandsch graan. Die theorie is mooi, meent de schrijver, maar er zijn ook nadeelen aan verbonden. Welke de nadeelen van de bescher mende rechten zullen zijn, zet hg uiteen. Het grootste nadeel er van is, acht hij, dat de grondrente hooger wordt. Voor den landbezittenden boer is dat een voordeel, maar degenen, die het meest op invoerrechten aandrin gen, zijn bgna zonder uitzondering pachters. De grond is in handen van maatschappijen of rijke grondeigena ren, die op die manier steeds hoogere renten van hunne kapitalen zullen trekken. Voor twee, drie jaren, zal de pro tectie ten goede komen aan den pachter, maar daarnaaan den grondbezitter. Wat zullen de boeren dan doen? De toestand is dan feitelijk volmaakt dezelfde als nu, behalve dat de invoer veel verminderd is. De graanprijzen zullen wel hoog zijn, maar de paoht zal in evenredigheid vermeerderd zijn, geen verandering dus, dan alleen voor de verbruikers in het land, die zooveel meer voor hun voedingsmiddelen moeten be talen. Ook zal de handel door de protectie belemmerd worden. „De producten die hier gefa briceerd in het buitenland worden omgezet, vinden daar zooveel minder afirek als de vreemde producten hier worden buitengesloten. De slotsom is dus: vermindoring van internatio naal ruilverkeer, en dit beteekent belemmering om onze eigen producten op de beste markt af te zetten en die van anderen op de meest goed- koope manier te koopen." Voorts zullen de arbeiders de na deelen der protectie ondervinden, daar de broodprijzen er door zullen stijgen. „Daarenboven is er nog een be zwaar, dat zich niet dadelijk zal doen gevoelen, maar waarvan de gevolgen eerst veel later openbaar worden, dat een ziekte na zich sleept, die pas veel later zich toont, maar waarvan de genezing des te moeilijker is de ontwikkeling der productieve kraohten van een volk, de vooruit gang in den bloei der industrie lijdt schade door de beschermende rechten." Zoo komt de schrijver tot de slot som, dat er verbetering noodig is in den toestand van de landbouwende klasse en dat een geneesmiddel moet worden gevonden, maar dat het ge- wenschte geneesmiddel niet is te vin den in beschermende rechten op de granen. Hij eindigt het artikel met op te merken dat „nooit a tort et a tra vers „de vrije handel moet worden doorgezet, maar dat datgene moet worden gedaan, wat het beste, het nuttigste, het meest gewenschte is voor den Staat. „En dat is niet de invoering van beschermende rechten welaan, zco- lang er dan geen middel kan worden aangeboden, dat de bestaande kwa len niet verergert, blijft de vrijbaudel de meest welbegrepen bescherming. Het is de taak der regeeriDg, die maatregelen te vinden, welke de nut tige werking van den vrijhandel het minst belemmeren." g Ook de Arnhemsche Courant bli niet voor het protectionisme te z Naar aanleiding van een artikel mr. Siohesz wijst het blad er op de landbouwprotectionLten niet.alh oostindisch doof zijn, daar de treur toestand van dien tak van handel protectionistische landen voldoei moet zijn om hun de oogen te open maar ook, dat ze onnavolgbaar na| n zijo, wijl zij uit de troonrede laié dat de Regeering voornemens z< zijn het vrghandelsstelsel te verlati Tegen dit laatste komt de Ar\ k hemst'he op. „Ook al moest men in de badoi woorden de erkenning lezen, dat aanvaarding van het protection» in ons kleine land en voor de am grootere landen van Europa groote sohade is, zegt het blad, zouden de protectionisten met dj erkenning gewonnen hebben geldt hier Diet het schade en nat doen aan anderen door onze weti maar het bevorderen van Nederlai sohe belangen. En juist het standpi van den vrijhandelsman is dit, graanrechten en andere hooge invol reohten niet alleen schade doen aj de gebeele bevolking, maar de daa door quasi, en in de theorie a protectionisten beschermde takki van volksbestaan niet redden nol baten, maar denkelijk ten slotte ben 2 deelen zullen. De brochure van Pro/. Fruin. j De Standaard, het orgaan der derg c cratische anti-revolutionairen merl op in een driestar „stemd wang", waai; zij de brochure van prof. Fruin fe spreekt, dat zij bedoelde met hal onlangs geuit gezegde „het lot a kieswet is in handen der roomeci Kamerclub," dat al naar gelang een verzoenlijke of onverzoenlijl postitie inneemt, het Kabinet op hai leunen of tegen haar reageeren 55 en dientengevolge de kieswet of cq servatief staat te krimpen, 6f clem eratiech te dijen. 3 {„En thans komen, acht het blrj haar papieren nog mooier te staa daar Dr. Fruin met zgn kiesdwat haar bondgenoot wordt. „Wel zegt de oud-hoogleeraai meent de Standaard„dat kiesdwar de ongeremdheid zelve is, en dat li van kiesdwaüg niets weten wil, ma: de stemdwang, dien hij er voor in i plaats sohuift, komt precies op h< zelfde neer. „Slechts in éen opzicht maakt h het aan zijn Roomsche bondgenoi ten lastig. „Hij grondt namelijk zgn voorsla op de stelling, dat kiezer zgn is ee fuDctie uitoefenen, en uitdrukkelg wijst bij er op, hoe dit revolutionair begrip van 1789 in de wereld is g( komen." Geheel toegeven kan de Standaar dit niet. „Het denkbeeld van functie is 00 ten deze eerst later uit de school de pantheïstische philosophic in de we tenschap van het staatsreoht inge drongen. Maar in elk geval is hier op Btej dwang een voorslag, alleen vod wie de revolutionaire beginselen j toegedaan te verdedigen." Dat acht de Standaard een kwaai geval voor de Maasbodedie met dez beginselen uiteraard niet sympath: seert, en zich toch wel tweemaal zi bedenken, eer ze een zoo welkoE bondgenoot als Dr. Fruin afwijst. Het Nieuws v. d. Dag bespreek ook de brochure van prof. Fruin ej toont zich zeer ingenomen met he denkbeeld er in uitgesproken. Dooi het stelsel van verplichte opkoms ter stembus zou de opzweeping vai de kiezers naar de stembus tot hë verleden behoorenj; het kiezerskorp. meer vastheid erlangen; zouden dl Kamers met meer recht de afspiegeling des volks zgn en het besef, dat mer burger is van den Staat zonde twijfel levendiger en de politieke strij; eerlgker worden. Het komt voorts het N.v.d.D. voor, dat het aanhangige wetsontwerp nie kan worden behandeld zonder da het parlement tevens met ernst ziel de vraag stelt of de hier voorgedragen regeling er niet in dient te wordec opgenomenmocht de regeering irn gaan op het voorstel van den schrgve; en, gelijk voor belastingschuldiger) over de vermogensbelasting, zoo ove: het kiezers8obap voor de kiezers een kort volksgeschrift laten opstellen, dan zou, meent het blad, de heet zeBtig aan, met eene drukking van twintig en acht tiende. Wanneer zg nu nog niet genoeg hebben dan zijn het dikhuidige wezens. Ik heb nog nooit zulk een wind bijgewoond, graaf, na den nacht, waarin wg het tien-duims kanon verloren." „Ja dien herinner ik mij nog zeer goed," zeide de graafhet was de nacht van den lOden Juni 1889. „Wat schreeuwdet u toen het kanon naar beneden ging! Dien nacht vlogen er duivels in de Iuoht, de Rémy." „Nu," zeide ik voorwaarts tredende, „ik wil de ver diensten van dien nacht niet betwisten graaf, naar mij dunkt dat dit weer nu toch ook juist niet geschikt is voor een picnic." Hij keerde zich om toen ik sprak om mij mei groote hartelijkheid te begroeten en nadat hij Fortune ver scheidene malen had gekust, begon hij te spreken over den nacht vol verschrikkingen, die achter ons lag, ter wijl hij innig betreurde, dat zijne overwinnig zoo duur was gekocht) Fanatiek als hij echter was, volgens de wereld, bleek het mg toch, dat de edele gevoelens van deernis gepaard gingen met een fier besef van zgne overwinning. Dit laatste gevoel werd door de anderen niet achtergehouden. „Het is duidelgk,"" riep de Rémy uit, „dat hunne sohepen hier nu goeno beschutting kunnen vinden, en ik moet eerlgk bekennen, dat het mij niet spijt." „Mij evenmin," zeide Malasac. „Ik heb in geen drie dagen geslapen en in geen twintig uur iets gegeten. Waarom zou ik er mg dus nu over beklagen graaf, dat ik kan eten en slapen?" „Er is geen roden tot klagen mijn zoon, want het diner is gereed," zei ik. „En daar is de soep 1" riep de Rémy uit. Diable wat is de soep tooh heerlijk, als men er veel trek in heeft." „Het is nu geen avond van vasten," zeide de graaf. „Ik wilde dat allen heden een feestdag hebben." Weldra zaten wij aan tafel en nauwelgks waren wg begonnen te eten toen Adam binnentrad, terwijl het water hem van zijn gelaat en haar stroomde en hij kletsnat was. Hij was naar de barakken geweest om te zien of daar alles in orde was, en deelde ons mede dat de storm op dat oogenblik heviger was dan hij ooit had bijgewoond. „Hoe ik hier ben gekomen weet ik niet precies," zeide hg. „Ik denk dat ik hierheen ben gekropen." „En gaat het de anderen goed?" vroeg de graaf. „Binnen een uur zullen zij vrijwel dronken zgn," zeide hij. „Dat wil zeggen, dat zij dan vroolgk genoeg zullen zijn. Het zijn opgewekte zielen, onze mannen wan neer men hen voedt." „En waarom ook niet?" zeide de Rémy. „Het eerste mensohelijke vraagstuk ligt opgesloten in het woord vleeschhet tweede in het woord bier. Beschaving is in hoofdzaak eene quaestie van liohte schotels en glas werk." „Terwijl gemis aan beschaving gepaard gaat met onbekendheid omtrent het nut van vorken en over heidspersonen," zeide ik. Steeds bleef aan het maal dezelfde opgewektheid heerschen, maar nadat er sigaren waren opgestoken koffie was gepresenteerd, schoof de graaf zijn stoel dioht bij het vuur en met Fortune naast zich, sprak hij ons over hetgeen den volgenden dag moest wor den verrioht. „Hot hangt van ons af vrienden," zeide hij om voor deel te trekken uit deze gelukkige omstandigheid. Bij het aanbreken van den dag zullen wij weten wat de zee voor ons gedaan heeft. Het is mogelgk dat geen enkel schip dezen nacht [den storm kon hebben ge trotseerd. Maar hoe het ook zij, de meesters noch de ongesohikten zullen rust hebben alvorens de amnestie is afgekondigd." „Die wig ongeveer in het midden der volgende eeuw zullen kunnen verwachtenriep Adam uit, die tegen over zijn heer nooit optimistisch was. „Ik deuk er anders over," zeide de graaf. „Ik hoop met sympathie te verwerven wat ik met geweld nooit kan winnen- De wereld is al heel spoedig op de hand der zwakkeren, zoo dezen zich slechts kunnen doen hooren. En wij hebben ons tenminste waardig betoond gehoord te worden." „Ik vertrouw," zeide Malasac, nu ernstig, „dat de stem van Engeland zich zal doen hooren. Een versla gen natie is niet afkeerig van een scheidsgerecht en wat betreft haar optreden tegen ons is Frankrijk verslagen." „Twee maal verslagen," zeide de graaf, „en nu door de hand van den Almachtige voortgedreven. Wat heeft zg verrioht? Wat heeft zij bereikt? Zij heeft de lijken van hare mannen in onze havens en op onze heuvels aohtergelatenzij is er getuige van geweest, dat zelfs de bergen zich wreekten, zij heeft een paar armzalige huizen verwoest en eenige tonnen aarde tol gruis geslagen. En nu dezen avond voltooit de storm haar nederlaag en spot met haar." „Wat beteekent," zeide Adam, die alles van de praci tische zijde opnam, „dat wij hen de eerste maanden niet zullen weerzien. Wanneer Lincoln dat hoort za! hij zeker met het jacht terugkeeren." „Ik zou hem gaarne zien," riep de graaf uit. „Dit is geen tooneel voor vrouwen en kinderen. Bovendien; hebben wg groote behoefte aan de lading, die het schip inheeft." „Binnen den tijd van twaalf weken kon hij tweemaal de reis afleggen en den tweeden keer eene grootq lading meenemen," zeide de Rémy. „U kunt er zeker van zgn dat Lincoln wel tussohen den vijand door zou glippen," zeide Adam. „Maar de graaf heeft gelijk wat de vrouwen betreft. Zg zijn ons hier slechts tot last." Evenals de troep daarginds in de gevangenis," zeide de Rémy. „Hebt u het al gehoord graaf, dat er van-; nacht zeven zijn omgekomen Toen ik van de hoogten1 kwam zag ik een bom tusschen hen invallen en ik heb gewacht tot ik er zeven zag wegdragen. O, op het; oogenblik leven zij daar als in de hel. Toen wij ons met moeite den toegang baanden zag ik bij sommigenJ het sohuim op de lippen staan. Het is daar nog ver-; schrikkelgker verblijf, dan in hét hol van een of ander' dier." (Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2