welke goedkooper zijn. Volgens eene
oiroulaiie die voor odb ligt, behaalt
zij daarmee uitnemende resultaten.
Als reden daarvoor wordt opgegeven,
dat men bjj het boren vanArtesisohe
putten gemakkelijker door de harde
kiezellagen kan heendringen, waar
onder juist het beste water is te vin
den. Zoo kan thans een diepte van
300 voet (S5 Meter) worden bereikt.
Hieromtrent berioht de heer de
Waal Malefgt ons nog het volgende:
„Voor de gem. Bloemendaal aan
„de sohool aldaar werd het water
„goedgekeurd als drinkwater op
„dezelfde plaats zgn twee Norton-
„pqpwellen met sleoht water.
„Voor de bouwvereen. „Haarlem"
„maakte ik twee Arth. putten, in de
zelfde kleine tuintjes waren Norton-
„pompen met sleoht water.
Ook een put, die te Haarlem bin
nenshuis is gemaakt op een diepte
van 25 Meter, leverde goede resul
taten op.
In den IJpolder zijn eenige dui
zenden turven, staande in de nabgheid
van een kruitmagazijn in brand ge
raakt en verbrand. De politie doet
onderzoekmen denkt aan kwaad
willigheid.
Men schrijft ons:
Zeven jaar geleden werd te Bever
wijk ongericht de Vereeniging „Volks
belang", die ten doel zich stelde te
werken in ?t belang der jeugd die de
lagere school had verlaten. Zoowei
door aanvulling van het maar al te
dikwijls onvolledig genoten onderwijs,
als door aanwijzing van nuttige ont
spanning trachte zij haar doelvolks
ontwikkeling te bereiken. Door haar
werden opgerichteene avondschool,
herhalingsschool,handwerkschoolvoor
mei-jes, teekenschool voor ambacht
jongens en gymnastiekschoolhar
moniekapel, ter wij 1_ ook gelegenheid
gegeven werd om zich te bekwamen
voor het militie-examen. Dit alles
werd door contributiën van ingeze
tenen betaald. Na verloop van tijd!
kon de Harmoniekapel zelfstandig
worden en ook de gymnastiek, en
bleven er slechts de scholen over,
terwijl de inrichting voor militieplich-
tigen vervallen was. Telken jare had
men met financieele m lelijkheden
te kampeo, maar de scholen, vooral
de handwerkschool, werden druk be
zocht, een honderdtal meisje3 ont
vingen er onderwijs.
Dezen zomer nu nam de gemeente,
op verzoek van het bestuur van
„Volksbelang", de avondschool, her
halingsschool en handwerkschool «-oor
meisjes over, en organiseerde daar
mede herhalingsonderwijs op flinke
schaal.De teekenschool voor ambachts-
jongens niet vallende in 't kader van!
't lager onderwijs bleef alleen over. I
Dit "was aanleiding dat de leden van
„Volksbel." Dinsdag ter vergadering
waren opgeroepen om te beslissen
of de vereeniging zou blijven bestaan,1
en zoo ja, hoe met de teekenschool
gehandeld zou worden. I
Met overgroote meerderheid van
stemmen werd besloten de Vereeni- j
ging in stand te houden en toen de
vraag aan de orde kwam of de be
staande school niet, bij voldoenden
steun van de zijde der ingezetenen,
kon uitgebreid worden tot eene vak
school op zeer bescheiden schaal,
werd besloten eene commissie te be
noemen, bestaande uit 7 leden, 2
leden des bestuurs en 5 deskundigen
inzake van ambacht, die binnen kor
ten tgd rapporteeren zullen aan de
ledenvergadering wat naar hunne
meeDing hier kan en moet geschie
den. Tot leden dier commissie buiten
de bestuursleden werden benoemd
de h.h. W. Tegel, N. de Wolf, P.
Langendijk, D. Honig en P. Verbeek.
BINNENLAND,
H. M. de Regentes heeft Woensdag
namiddag te 2 uur met het gebruike
lijke ceremonieel ontvangen de com
missie uit de Kamer voor de aanbie
ding van het Adres van Antwoord.
Nadat het Adres van Antwoord
was aangeboden, antwoordde Hare
Majesteit het volgende
„Mijne Heeren
„Met voldoening verneem ik dat de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
hare beste krachten hoopt te wijden
aan de verdere bebandelirg der wets-
voordrac'oteD, waarvoor Ik hare
medewerking heb ingeroepen.
„Van harte hoop lk dat haar arbeid
moge strekken tot verbetering van
den voorspoed van on3 dierbaar
Vaderland.
Ik verzoek U, Mijne Heeren, aan
de Tweede Kamer Mijnen dank over
te brengen voor haar Adres van
Antwoord."
Tot lid der Tweede Kamer voor
Vechel werd Woensdag herkozen de
heer van Vlijmen, met 803 van de
S43 geldige stemmen.
Uit do „Staatscourant."
Bij kon. besluit zijn bij den waar
borg en de belasting der gouden en
zilveren werken benoemd tot con
troleur te Alkmaar M. S. F. Lange-
dijk, essaieur aldaarte 's Hertogen-
bosoh J. E. Simon, controleur te
Arnhemte Arnhem J. F. Keiser,
controleur te Maastricht en te Maas
tricht J. J. Neurdenburg, essaieur te
Utreoht; tot essaieur te Alkmaar R.
J. de Ruiter, essaieur te Rozendaal;
te Utreoht P. Lentz, essaieur te
Maastrichtte Rozendaal K. N. Zur
Muhlen Jr., oommies-stempelaar te
Amsterdam en te Maastricht S. P.
J. Geerkens, thans commies stempe
laar te 's Gravenhage tot commies
stempelaar te Amsterdam jhr. T. A.
M. A. van Andringa de Kempenaer,
thans te Arnhemte 's Gravenhage
C. Huygene, thans te Amsterdam te
Amsterdam A. Koppe9chaar, aide-
essaieur te 's Gravenhage en te Arn
hem A. J. Mispelblom Bfijer, aide-
essaieur aldaar.
Het brandweer-congres
te Amsterdam.
Woensdagmorgen werd de zitting
van het congres geopend met een
rede van den heer F. C. Dufour, in
genieur te Amsterdam over den „Aan
leg van electrische geleidingen met
het oog op brandgevaar."
Spr. kwam ten slotte tot de vol
gende drie conclusiën
1. „In fabrieken en werkplaatsen
is een vermindering van brandgevaar
te verkrijgen door goed uitgevoerde
electrische geleidingen."
2. „De goede en zorgvuldige uit-
uitvoering van electrische'geleidingen
te steunen ligt op den weg der brand-
waarborgmaatsohappijen."
8, „De brandwaarborgmaatschap
pijen kunnen door vermindering
der jaarlgfcsche bijdrage een premie
stellen op goede electrische gelei
dingen en door de verzekering te
weigeren, zich hoeden tegen sohade,
veroorzaakt door slechte geleidin
gen."
Geen der aanwezigen wensohte
zich met den inleider in debat te
begeven, waarop alie diie de conclu
sies met algemeene stemmen werden
aangenomen.
De volgende rede, handelend over
„verbeteringen op het gebied van
electrisohe brandmelding," werd ge
houden door den heer P. Grebel,
hoofdingenieur, der firma Siemens
en Halske te Berlijn.
Spr. kwam tot de volgende con
clusies
1. „Het beste systeem voor blik
semafleiders bestaat in een eenvou
dige geleiding van koper zonder spits
van edel metaal en zonder vertak-
king."
2. „De veiligheid moet zooveel mo
gelijk vergroot worden door het
plaatsen van goede bliksemafleiders.
De brandwaarborgmaatschappijen
moeten het zich tot een schoone taak
stellen, dit zooveel mogelijk te bevor
deren."
3. „Het is de gebiedende plicht van
de directie van openbare gebouwen,
fabrieken, scholen enz., de aan haar
zorgen toevertrouwde gebouwen te
voorzien van bliksemafleiders, niet
alleen om zich te vrijwaren tegen
materieele schade, maar vooral om
de levens der personen die er zioh
in bevinden te beschermen."
Alle drie deze conclusies werden
met algemeene stemmen aangeno
men.
De volgende voordracht werd ge
houden door den heer G. de Wigs,
commandant van de brandweer te
's Gravenhage. Zij had tot onderwerp
„Algemeene beschouwingen over de
inrichting van de brandweer in groote
middelbare en kleine steden en ten i
plattenlande."
Spr. wees in de allereerste plaats
op het brandgevaar in groote steden
met haar vaak slecht gebouwde hui
zen, met haar achterbuurten, waar
tal van gezinnen zijn opgehoopt en
herinnert aan de schandelijke ver-
waarloozing van de inrichting der
brandweer ten plattenlande.
In groote steden meende spr. moes
ten de gemeentebesturen alles doen
om de brandweer zoo goed mogelijk
in te riohten.
In steden van middelbare grootte,
die zich de weelde van een kostbaar
ingeriohte brandweer niet kunnen
veroorlooven, wilde spr. naast het
vaste korps een korps vrijwilligers
zien opgerioht. De aanwezigheid van
de telegraaf aohtte spreker eohter ge
biedend noodzakelgk.
In kleine steden achtte spr. een
vast korps van 10 a -12 man en twee
of vier paarden, al naarmate menjal
of niet een 'stoomspuit heeft, vol
doende om branden in den aanvang
te blusschen ook daar moet over
een telefoon beschikt kunnen wor
den, om oommandant en leden te
kunnen waarsohuwen.
Steeds wensohte spr. een oentraal-
bureau te behouden, zelfs in plaatsen,
die zioh nog niet de weelde kunnen
veroorloven van een vast korps. Het
toezicht daarover .zou dan kunnen
worden [opgedragen aan den veld
wachter bijvoorbeeld.
Een bepaald, plan te geven voor
de inrichting der brandweer ten plat
tenlande acht spr. niet mogelijk, om
dat steeds rekening moet worden ge
houden met de vaak zeer versohil-
lende locale toestanden.
Een badplaats bijv. met kostbare
hotels, stelt hoogere eischen dan een
plaatsje met misschien evenveel in
woners, maar waarvan de waarde
van alle goederen samen misschien
nog niet de waarde van een goede
stoomspuit vertegenwoordigt.
Ten slotte zeide spr. nog liever een
kleine stoom- dan een groote hand
brandspuit te zien, daar voor de be
diening der eerste maar een drietal
voor de tweede wel dertig personen
noodig zijn en in kleine plaatsen
altijd de moeielijklieid blijft bestaan
om de mannen spoedig bij elkaar te
krijgen.
Bij het hierop volgende debat wer
den aan den heer de Wigs nog en
kele vragen gedaan, die door hem
werden beantwoord.
Hierop kwam aan het woord de
heer A. N. J. Fabius, kapitein der
artillerie te Amsterdam, over „Het
gebruik dat in kleine garnizoens
plaatsen kan gemaakt worden van
de militaire macht, zulks ter geheele
of gedeeltelijke vervanging van de
i burger brandweer."
Spr. zou in de kleine garnizoens
plaatsen de brandblussching geheel
willen zien opgedragen aan de mili
taire autoriteiten de gemeenten zou
den daarvoor dan een vergoeding
hebben te betalen, die gedeeltelijk
zou kunnen worden aangewend als
beloonirgen voor hen, die zioh bij
branden bijzonder onderscheiden.
Het woord werd thans gegeven
aan den heer Frey, geneesheer te
Weenen, die sprak over de betee-
kenis van vrij willige reddingskorpsen.
Tot slot stelde spreker dezeconclu
sies:
1. Het Congres ziet in de oprichting
van Vrijwillige Reddingccrpsen een
wezenlijke Vooruitgang op 't gebied
van het reddingswezen.
2. Het begroet de oprichting van
een internationalen Bond met blijd-
chap en spreekt den wensch uit dat
de brandweercorpsen en de daarbij
behoorende reddingcorpsen toetreden.
De heer Dittmann stelde als amen
dement de conclusie dat het eerste
hulpverleenen verbleef aan de brand
weer, speciaal wanneer geen goed
georganiseerd samariter-station be
stond.
Voor deze gewijzigde conclusie
trok inleider de zijne in en zij
werd zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heer G. de Wijs behandelde hierna
den brandweerdienst in belegerde
De heer Edwin O. Sachs, architect
te Londen behandelde hierna „Plans
f theatres, Safety of audiences." De
hoofdbeginselen voor de veiligheid
kwamen z.i. neer op het maken van
een goede, duidelijke inrichting van
het gebouw voor het publiek; goede
bewaking en inspectiegoede con
structie van het gebouw was niet de
hoofdzaak.
Een rechte trap van hout was z. i.
haast nog beter dan een steenen trap
met velerlei wendingen. Het toezicht
op het materieel bestond bijna overal,
aan een toezicht op een eenvoudige
inrichting van de gebouwen moest
de aandacht gewijd worden.
De zitting, die over 't algemeen goed
was bezocht, werd hierna gesloten.
Woensdagavond had ten stadhuize
de officieele ontvangst van de con
gresleden door het gemeentebestuur
plaats.
De 10 sigarenmakers, die bg den
heer Schuit te Utrecht aan den arbeid
waren gebleven, hebben de werk
zaamheden gestaakt.
Waterdicht leder.
Er zgn verschillende middelen be
kend om het leder waterdicht te
maken. Enkele van de voornaamste
volgen hier.
1. Men bestrijkt het leder met een
oplossing, welke uit 62 gram zeep,
124 gram lijm en 2 liter water sa
mengesteld is en laat dit goed in
het leder dringen. Daarna bestrgkt
men het met een oplossing, welke
bestaat uit 400 gram aluin, 410 gram
zout en 2 liter water en laat het dan
drogen.
Men kan ook het leder in elk der
oplossingen 2 uren laten liggen.
2. 100 gram koolzure soda worden
in 2 liter water opgelost. Men kookt
dit en doet er gedurende het koken
nog 300 gram talk en ISO gram hars
bij. Wanneer alles goed dooreen ge
kookt is, worden er nog 100 gram
lijm en 100 gram lijnolie aan toege
voegd, en ten laatste, nadat alles
goed doorgekookt is, zooveel water
er bij gedaan, dat men ongeveer 15
kilo vloeistof krijgt. Dit wordt op
gelijke wijze als no. 1 op het leder
gestreken. Hierna bereidt men een
oplossing van 400 gram zwavelzure
potaarde en 200 gram loodsuiker met
5 liter water en dompelt het leer
daarin. Vervolgens wordt het ge
droogd.
3. Men lost 200 gram harszeep in
350 gram water op. Hierbij doet men
een mengsel van 15 gram lgn in
100 gram water en 20 gram glyoeri-
ne. Dit wordt als boven op het leder
gestreken.
4. Men kan ook het volgende
mengsel nemen 32 deelen schapen-
of rundvet 32 deelen traan of lijnolie,
24 deelen bijenwas, 4 deelen lampen-
zwart, 2 deelen loodglid of menie.
Deze bestanddeelen worden warm
gemaakt, dan goed dooreen gemengd
en op het leder gestreken of inge
wreven terwijl het mengsel nog warm
is.
5. Nog enkele meer eenvoudige
middelen om het leder waterdicht te
maken bestaan hierin, dat men het
met talk of paraffine of met een
mengsel van beide stoffen in brandt.
Ook kan men eene oplossing van
caoetohouo of guttapercha nemen, dit
in benzine of aether oplossen en het
daarmee bestrijken.
6. Men neemt l liter ongekookte
lijnolie, 1 pond sohapenvet, 2 maatjes
bruine (beste) teer, voor 15 oenten
gele was en smelt dit onder elkander.
Men kan er desverkiezedde nog wat
traan bij voegen.
(De Schoenmaker).
Dinsdagnacht is te Helder door een
onbekende oorzaak brand ontstaan
in een huis van den heer A. Lied
meier, in de Wagenstraat, bewoond
door drie gezinnen, die in diepe rust
waren en zich in allerijl moesten
redden. Het huis, dat verzekerd was,
brandde grootendeels uit, terwijl van
de inboedels der bewoners, die niet
geassureerd waren, zeer weinig kon
worden gered. De brandweer was
spoedig ter plaatse en wist het vuur,
dat zich aanvankelijk dreigend liet
aanzien, in een uur tijds te bedwingen.
Door de politie te 's Gravenhage
moet proces-verbaal zijn opgemaakt
tegen twee dames uit den gegoeden
stand, die er haar werk van maakten
op een bovenhuis een clandestienen
handel in sterken drank te drijven.
Uit Schoterland (Fr.) schrijft men
Wat nog nooit is gebeurd, zagen
we heden. Een schip, met een lading
cokes voer van Heerenveen langs de
Compagnonsvaartde lading was
bestemd voor Jubbega, een dorp, dat
grenst aan de veenderij aldaar, waar
uitstekende lange turf te bekomen is.
Als men nu weet, dat Jubbega bijna
3 uur van Heerenveen ligt, dan kan
men begrgpen, dat de vervoerkosten
den prijs der cokes nog belangrijk
verhoogen en in weerwil daarvan is
het verbruik van cokes nog voordee-
liger dan turf.
Dinsdagavond is te Heerenveen i
gevankelijk binnengebracht zekere1
Dirk Boek, boerenknecht te Crefeld,
tgdelgk te Donkerbroek, verdaoht van
levensgevaarlijke verwonding, door
een steek met een mes in de linker
zijde, van een demotabele ingezetenen
L. Hartholt.
Aanleiding bestond er niet. Alleen
ondersteunde Hartholt een aanmaning
van den veldwaohter aan 't adres van
B. om zich rustig te gedragen, door
B. toe te voegen: Ja, als je hier komt
om lawaai te maken, blijf dan liever
in Duitschland". B. ontkent de mis
handeling.
Pers Overzicht:
Protectie van Landbouw.
In het Centrum komt over dit
onderwerp een ingezonden hoofd
artikel voor.
De schrijver op den voorgrond
stellende dat de boerenstand snel
achteruit gaat, zegt dat a's voornaam
ste middel tegen dien achteruitgang
protectie wordt aangeprezen. Men
wil dat de landbouwproducten van
andere landen met inkomende rechten
worden bezwaard, zoodat de afnemers
genoodzaakt zullen zijn van Neder-
landsche boeren Nederlandsoh graan
te koopen. De hoofdeisoh is, protectie
van inlandsch graan. Die theorie is
mooi, meent de schrijver, maar er
zijn ook nadeelen aan verbonden.
Welke de nadeelen van de bescher
mende rechten zullen zijn, zet hg
uiteen. Het grootste nadeel er van
is, acht hij, dat de grondrente hooger
wordt.
Voor den landbezittenden boer is
dat een voordeel, maar degenen, die
het meest op invoerrechten aandrin
gen, zijn bgna zonder uitzondering
pachters. De grond is in handen van
maatschappijen of rijke grondeigena
ren, die op die manier steeds hoogere
renten van hunne kapitalen zullen
trekken.
Voor twee, drie jaren, zal de pro
tectie ten goede komen aan den
pachter, maar daarnaaan den
grondbezitter. Wat zullen de boeren
dan doen? De toestand is dan feitelijk
volmaakt dezelfde als nu, behalve
dat de invoer veel verminderd is. De
graanprijzen zullen wel hoog zijn,
maar de paoht zal in evenredigheid
vermeerderd zijn, geen verandering
dus, dan alleen voor de verbruikers
in het land, die zooveel meer voor
hun voedingsmiddelen moeten be
talen.
Ook zal de handel door de protectie
belemmerd worden.
„De producten die hier gefa
briceerd in het buitenland worden
omgezet, vinden daar zooveel minder
afirek als de vreemde producten hier
worden buitengesloten. De slotsom
is dus: vermindoring van internatio
naal ruilverkeer, en dit beteekent
belemmering om onze eigen producten
op de beste markt af te zetten en
die van anderen op de meest goed-
koope manier te koopen."
Voorts zullen de arbeiders de na
deelen der protectie ondervinden,
daar de broodprijzen er door zullen
stijgen.
„Daarenboven is er nog een be
zwaar, dat zich niet dadelijk zal doen
gevoelen, maar waarvan de gevolgen
eerst veel later openbaar worden,
dat een ziekte na zich sleept, die pas
veel later zich toont, maar waarvan
de genezing des te moeilijker is
de ontwikkeling der productieve
kraohten van een volk, de vooruit
gang in den bloei der industrie
lijdt schade door de beschermende
rechten."
Zoo komt de schrijver tot de slot
som, dat er verbetering noodig is in
den toestand van de landbouwende
klasse en dat een geneesmiddel moet
worden gevonden, maar dat het ge-
wenschte geneesmiddel niet is te vin
den in beschermende rechten op de
granen.
Hij eindigt het artikel met op te
merken dat „nooit a tort et a tra
vers „de vrije handel moet worden
doorgezet, maar dat datgene moet
worden gedaan, wat het beste, het
nuttigste, het meest gewenschte is
voor den Staat.
„En dat is niet de invoering van
beschermende rechten welaan, zco-
lang er dan geen middel kan worden
aangeboden, dat de bestaande kwa
len niet verergert, blijft de vrijbaudel
de meest welbegrepen bescherming.
Het is de taak der regeeriDg, die
maatregelen te vinden, welke de nut
tige werking van den vrijhandel het
minst belemmeren."
g
Ook de Arnhemsche Courant bli
niet voor het protectionisme te z
Naar aanleiding van een artikel
mr. Siohesz wijst het blad er op
de landbouwprotectionLten niet.alh
oostindisch doof zijn, daar de treur
toestand van dien tak van handel
protectionistische landen voldoei
moet zijn om hun de oogen te open
maar ook, dat ze onnavolgbaar na| n
zijo, wijl zij uit de troonrede laié
dat de Regeering voornemens z<
zijn het vrghandelsstelsel te verlati
Tegen dit laatste komt de Ar\ k
hemst'he op.
„Ook al moest men in de badoi
woorden de erkenning lezen, dat
aanvaarding van het protection»
in ons kleine land en voor de am
grootere landen van Europa
groote sohade is, zegt het blad,
zouden de protectionisten met dj
erkenning gewonnen hebben
geldt hier Diet het schade en nat
doen aan anderen door onze weti
maar het bevorderen van Nederlai
sohe belangen. En juist het standpi
van den vrijhandelsman is dit,
graanrechten en andere hooge invol
reohten niet alleen schade doen aj
de gebeele bevolking, maar de daa
door quasi, en in de theorie a
protectionisten beschermde takki
van volksbestaan niet redden nol
baten, maar denkelijk ten slotte ben 2
deelen zullen.
De brochure van Pro/. Fruin. j
De Standaard, het orgaan der derg c
cratische anti-revolutionairen merl
op in een driestar „stemd wang", waai;
zij de brochure van prof. Fruin fe
spreekt, dat zij bedoelde met hal
onlangs geuit gezegde „het lot a
kieswet is in handen der roomeci
Kamerclub," dat al naar gelang
een verzoenlijke of onverzoenlijl
postitie inneemt, het Kabinet op hai
leunen of tegen haar reageeren 55
en dientengevolge de kieswet of cq
servatief staat te krimpen, 6f clem
eratiech te dijen.
3 {„En thans komen, acht het blrj
haar papieren nog mooier te staa
daar Dr. Fruin met zgn kiesdwat
haar bondgenoot wordt.
„Wel zegt de oud-hoogleeraai
meent de Standaard„dat kiesdwar
de ongeremdheid zelve is, en dat li
van kiesdwaüg niets weten wil, ma:
de stemdwang, dien hij er voor in i
plaats sohuift, komt precies op h<
zelfde neer.
„Slechts in éen opzicht maakt h
het aan zijn Roomsche bondgenoi
ten lastig.
„Hij grondt namelijk zgn voorsla
op de stelling, dat kiezer zgn is ee
fuDctie uitoefenen, en uitdrukkelg
wijst bij er op, hoe dit revolutionair
begrip van 1789 in de wereld is g(
komen."
Geheel toegeven kan de Standaar
dit niet.
„Het denkbeeld van functie is 00
ten deze eerst later uit de school de
pantheïstische philosophic in de we
tenschap van het staatsreoht inge
drongen.
Maar in elk geval is hier op Btej
dwang een voorslag, alleen vod
wie de revolutionaire beginselen j
toegedaan te verdedigen."
Dat acht de Standaard een kwaai
geval voor de Maasbodedie met dez
beginselen uiteraard niet sympath:
seert, en zich toch wel tweemaal zi
bedenken, eer ze een zoo welkoE
bondgenoot als Dr. Fruin afwijst.
Het Nieuws v. d. Dag bespreek
ook de brochure van prof. Fruin ej
toont zich zeer ingenomen met he
denkbeeld er in uitgesproken. Dooi
het stelsel van verplichte opkoms
ter stembus zou de opzweeping vai
de kiezers naar de stembus tot hë
verleden behoorenj; het kiezerskorp.
meer vastheid erlangen; zouden dl
Kamers met meer recht de afspiegeling
des volks zgn en het besef, dat mer
burger is van den Staat zonde
twijfel levendiger en de politieke strij;
eerlgker worden.
Het komt voorts het N.v.d.D. voor,
dat het aanhangige wetsontwerp nie
kan worden behandeld zonder da
het parlement tevens met ernst ziel
de vraag stelt of de hier voorgedragen
regeling er niet in dient te wordec
opgenomenmocht de regeering irn
gaan op het voorstel van den schrgve;
en, gelijk voor belastingschuldiger)
over de vermogensbelasting, zoo ove:
het kiezers8obap voor de kiezers een
kort volksgeschrift laten opstellen,
dan zou, meent het blad, de heet
zeBtig aan, met eene drukking van twintig en acht
tiende. Wanneer zg nu nog niet genoeg hebben dan
zijn het dikhuidige wezens. Ik heb nog nooit zulk een
wind bijgewoond, graaf, na den nacht, waarin wg het
tien-duims kanon verloren."
„Ja dien herinner ik mij nog zeer goed," zeide de
graafhet was de nacht van den lOden Juni 1889.
„Wat schreeuwdet u toen het kanon naar beneden
ging! Dien nacht vlogen er duivels in de Iuoht, de
Rémy."
„Nu," zeide ik voorwaarts tredende, „ik wil de ver
diensten van dien nacht niet betwisten graaf, naar mij
dunkt dat dit weer nu toch ook juist niet geschikt is
voor een picnic."
Hij keerde zich om toen ik sprak om mij mei groote
hartelijkheid te begroeten en nadat hij Fortune ver
scheidene malen had gekust, begon hij te spreken over
den nacht vol verschrikkingen, die achter ons lag, ter
wijl hij innig betreurde, dat zijne overwinnig zoo duur
was gekocht) Fanatiek als hij echter was, volgens de
wereld, bleek het mg toch, dat de edele gevoelens van
deernis gepaard gingen met een fier besef van zgne
overwinning. Dit laatste gevoel werd door de anderen
niet achtergehouden.
„Het is duidelgk,"" riep de Rémy uit, „dat hunne
sohepen hier nu goeno beschutting kunnen vinden, en
ik moet eerlgk bekennen, dat het mij niet spijt."
„Mij evenmin," zeide Malasac. „Ik heb in geen drie
dagen geslapen en in geen twintig uur iets gegeten.
Waarom zou ik er mg dus nu over beklagen graaf,
dat ik kan eten en slapen?"
„Er is geen roden tot klagen mijn zoon, want het
diner is gereed," zei ik.
„En daar is de soep 1" riep de Rémy uit. Diable
wat is de soep tooh heerlijk, als men er veel trek in
heeft."
„Het is nu geen avond van vasten," zeide de graaf.
„Ik wilde dat allen heden een feestdag hebben."
Weldra zaten wij aan tafel en nauwelgks waren wg
begonnen te eten toen Adam binnentrad, terwijl het
water hem van zijn gelaat en haar stroomde en hij
kletsnat was.
Hij was naar de barakken geweest om te zien of
daar alles in orde was, en deelde ons mede dat de
storm op dat oogenblik heviger was dan hij ooit
had bijgewoond.
„Hoe ik hier ben gekomen weet ik niet precies,"
zeide hg. „Ik denk dat ik hierheen ben gekropen."
„En gaat het de anderen goed?" vroeg de graaf.
„Binnen een uur zullen zij vrijwel dronken zgn,"
zeide hij.
„Dat wil zeggen, dat zij dan vroolgk genoeg zullen
zijn. Het zijn opgewekte zielen, onze mannen wan
neer men hen voedt."
„En waarom ook niet?" zeide de Rémy. „Het eerste
mensohelijke vraagstuk ligt opgesloten in het woord
vleeschhet tweede in het woord bier. Beschaving is
in hoofdzaak eene quaestie van liohte schotels en glas
werk."
„Terwijl gemis aan beschaving gepaard gaat met
onbekendheid omtrent het nut van vorken en over
heidspersonen," zeide ik.
Steeds bleef aan het maal dezelfde opgewektheid
heerschen, maar nadat er sigaren waren opgestoken
koffie was gepresenteerd, schoof de graaf zijn stoel
dioht bij het vuur en met Fortune naast zich, sprak
hij ons over hetgeen den volgenden dag moest wor
den verrioht.
„Hot hangt van ons af vrienden," zeide hij om voor
deel te trekken uit deze gelukkige omstandigheid. Bij
het aanbreken van den dag zullen wij weten wat de
zee voor ons gedaan heeft. Het is mogelgk dat geen
enkel schip dezen nacht [den storm kon hebben ge
trotseerd. Maar hoe het ook zij, de meesters noch de
ongesohikten zullen rust hebben alvorens de amnestie
is afgekondigd."
„Die wig ongeveer in het midden der volgende eeuw
zullen kunnen verwachtenriep Adam uit, die tegen
over zijn heer nooit optimistisch was.
„Ik deuk er anders over," zeide de graaf. „Ik hoop
met sympathie te verwerven wat ik met geweld nooit
kan winnen- De wereld is al heel spoedig op de hand
der zwakkeren, zoo dezen zich slechts kunnen doen
hooren. En wij hebben ons tenminste waardig betoond
gehoord te worden."
„Ik vertrouw," zeide Malasac, nu ernstig, „dat de
stem van Engeland zich zal doen hooren. Een versla
gen natie is niet afkeerig van een scheidsgerecht
en wat betreft haar optreden tegen ons is Frankrijk
verslagen."
„Twee maal verslagen," zeide de graaf, „en nu door
de hand van den Almachtige voortgedreven. Wat
heeft zg verrioht? Wat heeft zij bereikt? Zij heeft de
lijken van hare mannen in onze havens en op onze
heuvels aohtergelatenzij is er getuige van geweest,
dat zelfs de bergen zich wreekten, zij heeft een paar
armzalige huizen verwoest en eenige tonnen aarde tol
gruis geslagen. En nu dezen avond voltooit de storm
haar nederlaag en spot met haar."
„Wat beteekent," zeide Adam, die alles van de praci
tische zijde opnam, „dat wij hen de eerste maanden
niet zullen weerzien. Wanneer Lincoln dat hoort za!
hij zeker met het jacht terugkeeren."
„Ik zou hem gaarne zien," riep de graaf uit. „Dit
is geen tooneel voor vrouwen en kinderen. Bovendien;
hebben wg groote behoefte aan de lading, die het
schip inheeft."
„Binnen den tijd van twaalf weken kon hij tweemaal
de reis afleggen en den tweeden keer eene grootq
lading meenemen," zeide de Rémy.
„U kunt er zeker van zgn dat Lincoln wel tussohen
den vijand door zou glippen," zeide Adam. „Maar de
graaf heeft gelijk wat de vrouwen betreft. Zg zijn ons
hier slechts tot last."
Evenals de troep daarginds in de gevangenis," zeide
de Rémy. „Hebt u het al gehoord graaf, dat er van-;
nacht zeven zijn omgekomen Toen ik van de hoogten1
kwam zag ik een bom tusschen hen invallen en ik heb
gewacht tot ik er zeven zag wegdragen. O, op het;
oogenblik leven zij daar als in de hel. Toen wij ons
met moeite den toegang baanden zag ik bij sommigenJ
het sohuim op de lippen staan. Het is daar nog ver-;
schrikkelgker verblijf, dan in hét hol van een of ander'
dier."
(Wordt vervolgd.')