Tweede Editie. Yoer onze Vensters. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. II. Til CHAPPU1S, De onneembare Stad. 139 Jaargang Dinsdag 1 October 1895. No. 3757 HAARLEM'S DAGBLAD IMIiElNrTSIPIRniJS JLBOHSOsTIE Yoor Haarlem per 3 'maandenf 1.20 Voor de. dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. i 1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.;0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertcntion worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. lloofday enten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Jbis Faubourg Jlontmarti Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaamdam, C. HARTENDORP Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen. L. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Wanneer het thans loopende Feuilleton geëindigd is, aal in dit blad als Feuilleton verschijnen eene oorspronke lijke nederlandsohe novelle, van den bekenden romancier den heer majoor der infanteriete Haar lem. ïn de étalage voor de vensters van 'het Bureau van dit Blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd De Groote Fransche manoeuvres (6 afb.) 1. De president der republiek be geeft zich naar de tribune voor het défileeren. 2. Generaal Saussier. 3. De revue van Mirecourt. De troepen trekken voorbij de tribune van den president. 4. De afgezanten der vreemde legers. 5. Het maken van een pont door 1 de geDie op de Madon te Hymont. 6. Het vertrekken van de troepen des nachts van Frénois. Jachtavonturen. De expeditie van Madagascar (2 afb 1. De plaats, waar te Majunga de kanonnen worden geborgen. 2. Een wagen door een inlandschen s voortgetrokken. Gezicht op het electrisch station van de tentoonstelling te Bordeaux na den brand. De race om de American Cup te New-York, ia 3 afb. 1. De „Valkyrie" en „Defender door stoombooten gehinderd. 2. De start. 3. Aankomst van de „Defender" te New-York. De feesten van Rome. De inwijding van het monument van Cavour. De inneming van Rome. Gezicht •:>p de poort van Pia op den 20en j September 1870. Een verlaten Zendingsstation uit I de 17e eeuw in Brazilië. Het laden van steenkolen in een kanonneerboot te St. Lucia, Een lijkdienst voor de verdronke^ nen te „Notre Dame de l'Afrique", Algiers. „Romeo en Julietta." De geschiedenis van een verloren hoed. Tantalus-kwelling." W. Roelofs, Hollandsoh Landschap (naar de schilderij in de verzameling van den heer P. Langerhuizen te Huizen.) De nieuwe schepen der Koninkl. i Ned. Marine Hr. Ms. pantsersohip „Kortenaar" en Hr. Ms. pantserkrui ser „Holland." (Deze twee uit »Eigen Haard".) Politieke platen en portretten. 8TADSNIEUWS. Haarlem, 30 September. Mej. Betsy Hol te Leiden is benoemd tot leerares in den solo-zang aan de muziekschool van de Haarlemsche afdeeling van Toonkunst, in plaats van mevrouw HaaseBosee, die we gers vertrek uit het land ontslag heeft genomen. Gelijk met dit nummer van het blad ontvangen de geabonneerden eene winterdienstregeling vermelden de de tijden van vertrek en aankomst van en te Haarlem der treinen, stoom tram en paardentram. Het wasschen van de linnennacht- legervoorwerpen van het garnizoen te Amsterdam voor het jaar 1896, is toegewezen aan Mej. de Wed. F. van Leuven, aKleerbleeker, alhier. Een nieuw kerkgebouw. Zondag werd in de Zuiderstraat alhier ingewijd het kerkgebouw der in 1893 alhier epgerichte Chr. Geref. Gem. Hiertoe was de heer ds. J. Schotel van Utrecht overgekomen. Nadat spr. in eene korte toespraak herinnerd had hoe de Chr. Geref. Gem. alhier, aanvankelijk in eene kamer, later in een lokaal moest vergaderen, wees hij er op welk een zegen het was, dat men thans een eigen kerkgebouw had, waarna hij in gebed den zegen des Allerhoog-ten over gebouw en gemeente afsmeekte. Vervolgens hield de heer ds. Schotel eene inwijdingsrede naar aanleiding van Ex. 2024,2e gedeelte, waarvan het hoofdthema was, dat God de open bare Godsdienstoefening wil. Aan het einde dezer rede droeg spreker eerst het gebouw aan Gou, kerke- raad en Chr. Geref. Gemeente op, waarna hij allen dank bracht, die aan de totstandkoming van het ge bouw hadden medegewerkt, zoowel den werklieden, en inzonderheid den aannemer Sire van Bennebroek, als hun die geldelijken steunhad den ge schonken en ten laatste dankte hij ook het bestuur der „Ver. Tot Verbr. der Waarh." in wier gebouw men zoo'n langen tijd was bijeengekomen en den concierge van dat gebouw, den heer Landman. De kerk biedt plaatsruimte aan ongeveer 240 personen. De wanden j benevens het plafond zijn gewit. Zoo wel des daags als des avonds zal er voldoende licht zijn. Vier ramen, twee, aan de achterzijde van het gebouw en aan elke zijde, geven des daags licht in overvloed en des avonds branden er vier gaskronen. Achter de kerk is eene ruime ker- keraadskamer. Het geheel werd door den aannemer Sire van Bennebroek in den tijd van vier maanden tot stand gebracht. Een Zwanenzang. Het Brongebouw heeft Zondagavond voor dezen zomer zijn zwanenzang gezongen, het laatste concert van dit Beizoen is er toen gegeven. Vandaag hebben de leden er nog het uitsluitend recht van entrée, maar dan is het voor 1895 ook uit. 'tls wel, geweest. Van de opening af zijn er niet minder dan zes en vijftig concerten gegeven, waarvan 17 matinées, d. i. nog geen 20 ct. per concert voor een hoofdkaart en 47= cent voor een dameskaart. De uitvoeringen werden gegeven door negen verschil lende korpsen. Ons Stedelijk Muziekkorps heeft de rij gesloten, evenwel onder directie van den heer Tas. daar de directeur ongesteld was. 'tWas een uitgezochte avond, een heldere lucht, een mooie maneschijn en een temperatuur alsof 't midden-zomer was. Het verdient vermelding, dat slechts eenmaal door het weer een concert in de zaal ge houden is moeten worden. Het bestuur stelt nu, zoolang het goed weer is den toegang tot het Brongebouw voor het publiek koste loos open, ten einde velen, die het nog niet [gezien hebben, de gelegen heid te geven er kennis mee te maken. Naar wij vernemen wordt met enkele vereenigingen onderhandeld over het geven van vertooningen in de groote zaal in dezen winter. Ter verversching van de stadswa- teren is heden het stoomgemaal van Rijnland te Spaarndam in werkiDg gesteld. Ook morgen zal het bemalen plaats hebben. Men meldt ons uit Haarlemmer meer: Door eene onbekende oorzaak is de boerenwoning van den landbouwer J. de Vlieger aan den Spieringweg door brand vernield. Alle landbouw werktuigen aanwezig in eene schuur, een berg met j ongeveer 200 H.L. ongedorschte rogge nog een met ruim 100 H.K. ongedorschte boonen 200 H.L. ongedorschte haver alsmede 30000 kilo hooi verbrandden. Alles stond tegelijk in lichterlaaie, zoodat ofschoon de brandweer spoedig bij de hand was, aan blusschen niet te denken viel. Het grootste deel der meubels i3 gered. De brand is uitge broken in eene graan schelf. Zie vervolg Stadsnieuws2epagina. BINNENLAND, Haagsche Brieven. XL. 'tls kras! In Juli zaten we 's avonds in demi- saison op 't Kurhaus-terras en als we ons niet hadden geschaamd zouden we een warm grogje, maar goed heet, hebben besteld. No, den laatsten September, zijn we blij om in een flanel veston, liefst zonder vest, onder de schaduw van een boom te kunnen uitpuffen. Puffen is 'teenig woord dat recht doet wedervaren aan onzen gemoeds toestand. Wij kunnen het dan ook best begrijpen, dat onze Vorstinnen de warme residentie zijn ontvloden voor het lommerrijk Loo en we be klagen een beetje de prinses von Wied, een van de laatsten onzer vorstelqke badgasten die ons nog met hun bezoek veraeren, die 't erg warm moet hebben op 't wel fraai gelegen maar van alle kanten door de zon geblakerde Vorstelijk paviljoen aan den zeekant. Gelukkig is er de zee. En hoewel op den In October het Kurhaus zijn gastvrije deuren sluit, heeft de directie der zeebaden wijselijk besloten om de baden nog eenige dagen open te houden, zoodat de baders zich nog verlustigen kunnen in de zilte baren. Als echte Musikalüche Schwalben trekken nu ook de artisten weer heen, die ons avond aan avond, onder Mannstaedt's voortreffelijke leiding, zooveel genot schonken. Wij zullen hen 't volgend jaar wederzien en nog zes jaren achtereen, wijl het contract met de Duitsche musici, dat nog twee jaar liep, met vijfjaren is verlengd. Eerlijk gezegd heeft mij dit besluit een beetje onaangenaam getroffen. Ik behoor tot de vereerders het orkest, maar het wil bij mij niet in, dat niet evengoed Nederlandsche artisten de plaatsen op het Kurhaus-podium zouden kun nen innemen. Kes' keurbende staat zeker niet lager dan Mannstaedt's phalanx, in muzikaal opzicht. En om nu eens zeer materieel te spreken: jaarlijks gaan tooh tienduizenden gul dens (men zegt f S0,000) voor de Hollandsche musici verloreD. En als ik dan lees, dat de Arnhemsohe orchestvereeniging, die toch zooveel voortreffelijke krachten omvatte, wordt ontbonden enkel en alleen om een quaestïe van een paar duizend guldens per jaar, dan vraag ik mij af of ons land wel zijn plicht doet jegens zijn kunstenaren. Die vraag wordt ook gesteld in den catalogus van de tentoonstelling der bekende historische galerij van Arti te Amsterdam, thans bet eigen dom van den heer Tersteeg (firma Goupil) en tijdelijk in Pulchri onder gebracht. Men weet dat de geheele oollectie voor f 17.500 aan Koekkoek te Londen werd overgedaan en dat de heer Tersteeg haar wederbehalve wat er al van verkocht was, voor f 50.000 terugkooht. Daaruit blijkt, dat het weduwenfonds van Arti toch minstens f 32.500 is te kort gekomen. Maar om het overgebleven deel te behouden voor ons land zou thans een ton gouds moeten gevonden worden. Men roepUom een Maecenas. Und ein Narr wartet auf Antwort. Is het overschot der collectie e:n ton waard? Ik waag het niet te beslissen er is zeker veel schoons bij, veel wat kan besohouwd worden als te behooren tot de beste specimen van kunst onzer schilders. Maar om het nu in Pulchri tentoongestelde bijeen te willen houden heeft betrekkelijk geen raison d'etre meer, wijl het de collectie niet meer is, de oorspron kelijke historische galerij. Gij ziet dat ik mij ditmaal met de kunst bezighoud. Ik spreek gaarne van Vorstinnen en de kunst is er eene bij uitnemendheid. Zq levert echter met andere Vor stinnen een onderscheid op, dit, dat zij 't be3t en het meest regeert in den winter. Als de warmte blijft aanhouden, dan zullen stellig de eerste voorstel lingen van het Nederlandsche Tooneel en van de Opera weinig bezocht zijn. Wat de opera aangaat is het bezoek toch nimmer zoo druk, wijl het publiek j trekkelqk jonge en weinig geëxperi menteerde artisten omvat. Dit is geen nadeelzij hebben althans de attrac tie van jeugd en frischheid en ben ik wel ingelicht dan zal de opera ons dit jaar, coté des femmes, nevens wat het oor streelt, ook brengen wat het oog bekoort. En niet waar het oog wil ook wat hebben 1 Een artiste, die hier stellig met groot genoegen zal worden terugge zien is mevrouw Róssing. Zij was steeds een lievelinge van het Haag- sohe publiek en telt hare bewonde raars, Ganus Jr. incluis, bij dozijnen. Zij doet haar wederverschijning in „de Schoolrijdster", wat ik als haar beste rol beschouw en als Margot, naar het Fransch van Meilhac, vertaald door dr. J. de Jong, den bekenden Haagschen muziekcriticus. Het af treden van diens collega voor tooneel- en schilderkunst, den heer A. C. Lof- feit, die van Het Vaderland(waarin hij beurtelings A. C. L. en E. G. O teekende) naar het N. v. d. D. overging is stellig een gebeurtenis van betee- kenis, vcor de Haagsche kunstwereld, in de journalistiek en voor de artisten. Wat zullen de heeren en dames van het tooneel blij zijn er nu niet meer van langs te krijgen op de manier die Loffelt bij uitnemend heid verstond. Van Nouhuys, die hem voor het tooneel opvolgt is stel lig den artisten meer sympathiek. Men weet dat de criticus die G. teekent in de (n) Spectator hem op volgt voor de schilderkunst; 't con servatisme opgevolgd door het radi calisme, zou men kunnen zeggen. Men heeft achter den geheimzinnigen G. den heer Gram gezooht. Ten on rechte en zonder oollegiale gehei men te verklappen meen ik te kunnen zeggen, dat G. niet een hij, maar een Zij is Veel wordt ons voor het komend seizoen beloofd. Zoo, door Schürmann, zelfs Adeline Pattï. Als ik 't zie geloof ik het H. A. GANUS Jr. De erfprins Von Wied is Zondag avond met den trein van 9 uur 20 min. Spoor uit Domburg in de resi dentie aangekomen. Hij werd aan 't station ontvangen door denhofmaar schalk van den prins Von Wied, graaf Van Bylandt en baron Taets van Amerongen, kamerheer van wijlen Prins Frederik. De erfprins begaf zich onmiddellijk per rijtuig naar het hotel Garni te Scneveningen. Het brandweer-congres te Amsterdam. 15e zitting van Vrijdag werd geo pend roet het voorlezen van de con clusies, opgemaakt door de naar aanleiding van de voordracht van den heer Noordendorp benoemde commissie. Deze conclusies luiden 1. De weerstand van houtconstruc- gewoonlijk afwaoht hoe de debutenties, uitgezonderd het geval waarin afloopen en op het oordeel der critiek het hout is blootgesteld aan een uit- afgaat. Dit jaar zijn er zelfs zeer drogende warmte, overtreft die van veel debuten, omdat het damesper- j niet bekleede ijzerconstructies, soneel brjna geheel nieuw is en be-1 2. Het gebruik van ijzer, vooral bjj het bouwen van entrepots of ma gazijnen voor koopwaren, is in het algemeen verkieslijk boven het ge bruik van hout, vordert echter de bekleeding van de geheele construc tie met onbrandbare stoffen van ge noegzame dikte, die de warmte slecht geleiden. Deze oonclus'es werden met alge- meene stemmen aangenomen. De hierop volgende voordraoht werd gehouden door den heer F. Prinz, onder-commandant der brand weer te Altona. Het onderwerp van spr.'s rede was„Onbrandbare bouwconstructiën". Door den heer Georges Villain, officieel vertegenwoordiger van de stad Parijs, werd hierop aan de leden van het congres een van twee kaarten voorzien verslag aangeboden van de inrichting en de werking van het corps sapeure-pompiers te Parijs deze aanbieding geschiedde namens het gemeentebestuur van Parijs. De heer J. H. Neiszen, adj.-direc- teur der openbare werken te Rotter dam, hield vervolgens een voordracht over het onderwerp: „Aanteekeningen betreffende bouwconstructiën en vei ligheidsmaatregelen met het oog op brandgevaar." Na eenig debat, waarop door den inleider geantwoord werd, kreeg de heer C. C. de Roos het woord ter inleiding van het onderwerp :j „In richting der brandweer te Arnhem, met gebruikmaking der waterleiding." Spr. wees in de eerste plaats op het sucoes dat de Arnhemsche brand weer in den laatsten tqd heeft gehad; in tien jaar is bet niet voorgekomen dat een huis geheel uitbrandde. De Arnhemsohe brandweer bestaat uit een commandant, een onder-com mandant, een aantal vrijwilligers en niet minder dan 4U0 brandweerman nen, die geregeld, hoewel slechts matig betaald worden door de stad en voor het uur waarin zij hun eigen- i lijken arbeid moeten uitoefenen een extra toelage krijgen. Wel is met de inrichting der brand- weer, zooals die in Arnhem is, niet I alles bereikt, daar er ongeveer een kwartier moet verloopen na het brandalarm, eer men water kan ge ven, maar voor plaatsen als Arnhem die natuurlqk niet kunnen beschik ken over dezelfde middelen als de grootere steden, is een dergelijke in richting toch reeds zeer mooi. Op verschillende plaatsen in de stad staan kleine wagentjes waarop slangen die op de waterleiding ge schroefd kunnen worden. In de mees te gevallen zijn deze karretjes vol doende breekt ergens een brand uit, dan snelt de naastbij op post staande politie agent naar zoo'n wagentje, schroeft 'de slang op de leiding en geeft water. Sedert 1895 zijn voor geen enkelen brand in Arnhem an dere blusohmiddelen noodig geweest dan deze wagentjes met slangen. Spr. stelde ten slotte eenige con clusies, waarin hij vooral aandrong op de openstelling van den telefoon dienst ook bq nacht, en het hebben van een groot aantal kleine posten over de geheele stad verspreid. Nadat de voorzitter de leden van het congres had uitgenoodigd des middags om half drie een bezoek te FEUIuLETON. Naar het engehch van MAXj PEMBERTON. 47) TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK XIL F ene vreeselijke ontdekking. Nauwelijks had hij weerklonken of ik soheen op het gras in het park een groot aantal mannen te hooren loopeneen dof vaa? geluid van stemmen verhief zich in de luohtvoor mijne geprikkelde verbeelding scheen net alsof hierna de geheele stad soheen te leven, het geheele bosch bevolkt was, in de dalen een geheimzin nig rumoer weerklonk als van een naderenden vijand. En niet langer twijfelende maar overtuigd, dat een drei gend gevaar in aantocht was, snelde ik het huis binnen en was onmiddellijk bij Adam. „Adam!" riep ik uit, „om Gods wil, sta ophet park is vol mannen!" Met schrik werd hij wakker. Het was de eerste nacht na het beleg, dat hij zioh ontkleed had om rust te ne men, en nu kon hij de vermoeidheid bijna niet van zich afschudden. „Wie is daar Wie spreekt daar vroeg hij, na zijne oogen te hebben uitgewreven. „Er is op de heuvels een man aangevallen en ge dood. Ik hoorde hem gillen," zeide ik. „In het park zijn wel honderd mensohen aanwezig. Kom zelf maar eens hooren." Hij was nu klaar wakker en kleedde zich aan. „Weet je zeker, dat het geen droDken troepje is?" vroeg hij toen hij zijne laazen aantrok. Ik wilde hem juist zeggen, dat ik hiervan overtuigd was maar alvorens ik nog een woord had gesproken, stond er een soldaat voor de deur, die riep „Om Godswil kapitein, kleed u aanDe tunnel is ingestort en de gevangenen zijn los HOOFDSTUK XHI. Het gevecht. De man was van het hoofd tot de voeten met mod der bedektzijn gelaat was vuil, het bloed liep hem van zqne wang, die door een slag blijkbaar was ge wond. Half stotterend en met moeite sprak hij de woor den uit, en zoo groot was zijne opgewondenheid dat hij niet naar onze vragen luisterdemaar voortging te vertellen. „Het waB een uur geleden Ik hield de wacht in het lange dal toen ik werd ontboden aan de wachtpost bq het witte huis, Daar zqn nu vier dooden en meer ster venden. Bij de oude poort hebben zij den kolonel neer geveld en nu hebben zij zich in de barakken verspreid. kunt ze zelf hooren. O God 1 wat een vreeselijk ge zicht 1" Adam had zich nu aangekleed en gordde zijn sabel om. Hij toonde geen zenuwachtigheid of angst, maar toen de man had uitgesproken zeide hij „Zij zijn door de groote deur ontvlucht; maar waar bevinden zich de schildwachts „Ja, waar bevinden zioh de schildwachts antwoord de de ander en herhaalde de vraag in zijne overspan ning. „Maar u weet kapitein, dat er gisteravond wijn is geschonken. Ja, wij slapen allen vast terwijl ons de nek wordt afgesneden. Maar ik weet vau nietsik houd de waoht op de heuvelsen heb niets gezien." „Juist, dan zullen wij zelf eens gaan zienriep Adam uit, en na deze woorden verlieten wij het ver trek en snelden de vertrekken door, terwijl wij ai de anderen riepen. Mijn weg voerde mij echter onmiddellijk naar For tune, en zij sliep zoo licht, dat een druk van mqu hand haar deed ontwaken. „Lieveling," zeide ik, „er is slecht nieuws van bene den kleed je aan, en sla je mantel om." Zij was nog zeer slaperig, en het slaan op een groote gong in de afdeeling der vrouwen deed haar den toe stand niet vlugger begrijpen. Zq was volstrekt niet ontBteld en toen zq een oogenblik gewacht had en mq mijn pistool bad zien laden, gehoorzaamde zq mij. „Irwin," zeide zij en sprak eerst toen zij zichgehee* had aangekleed, „waarom wekt men de vrouwen „De gevangenen zijn ontsnapt Fortune „De Hemel sta ons bijzeide zij en groote angst sprak uit hare stem. „Voor zoover ik vernomen heb," zeide ik, „is door de granaten en den storm een gedeelte van den wand in gestort en de mannen zijn losgekomen. Zq vechten nu in de barakken en steken de stad in brand." Bevende naderde zij mij en drong zioh tegen mij aan terwql wij door het venster een rooden gloed te gen den hemel waarnamen en vlammen zagen lekken aan de dichtstbijzijnde huizen. Ditnieuwe lioht bescheen de gestalten van een aantal mannen, die bij de kwar tieren van de troepen heen en weer liepensommigen sleepten lichamen bij de voeten weg, anderen droegen wapenen, allen schreeuwden en gilden woest. En aan dit schouwspel ging gepaard het gegil der vrouwen in de groote grot, het gekletter van wapenen op de stee- nen van de gang, het geweervuur van uit de hooger gelegen boscheu en den zoom van het park. Toen wij een oogenblik voor het raam hadden ge staan en dit afschrikwekkend schouwspel gadesloegen, riep Adam ons bij hem te komen en nu legde Fortune hare lippen op de mijne en ku6te mij teeder. Wordt vcrvolgcLj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1