Tweede Editie.
Yoer onze Vensters.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
II. Til CHAPPU1S,
De onneembare Stad.
139 Jaargang
Dinsdag 1 October 1895.
No. 3757
HAARLEM'S DAGBLAD
IMIiElNrTSIPIRniJS
JLBOHSOsTIE
Yoor Haarlem per 3 'maandenf 1.20
Voor de. dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. i 1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.;0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertcntion worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
lloofday enten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Jbis Faubourg Jlontmarti
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaamdam, C. HARTENDORP
Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen. L. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Wanneer het thans loopende
Feuilleton geëindigd is, aal
in dit blad als Feuilleton
verschijnen eene oorspronke
lijke nederlandsohe novelle,
van den bekenden romancier
den heer
majoor der infanteriete Haar
lem.
ïn de étalage voor de vensters van
'het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd
De Groote Fransche manoeuvres
(6 afb.)
1. De president der republiek be
geeft zich naar de tribune voor het
défileeren.
2. Generaal Saussier.
3. De revue van Mirecourt. De
troepen trekken voorbij de tribune
van den president.
4. De afgezanten der vreemde
legers.
5. Het maken van een pont door
1 de geDie op de Madon te Hymont.
6. Het vertrekken van de troepen
des nachts van Frénois.
Jachtavonturen.
De expeditie van Madagascar (2 afb
1. De plaats, waar te Majunga de
kanonnen worden geborgen.
2. Een wagen door een inlandschen
s voortgetrokken.
Gezicht op het electrisch station van
de tentoonstelling te Bordeaux na
den brand.
De race om de American Cup te
New-York, ia 3 afb.
1. De „Valkyrie" en „Defender
door stoombooten gehinderd.
2. De start.
3. Aankomst van de „Defender" te
New-York.
De feesten van Rome. De inwijding
van het monument van Cavour.
De inneming van Rome. Gezicht
•:>p de poort van Pia op den 20en
j September 1870.
Een verlaten Zendingsstation uit
I de 17e eeuw in Brazilië.
Het laden van steenkolen in een
kanonneerboot te St. Lucia,
Een lijkdienst voor de verdronke^
nen te „Notre Dame de l'Afrique",
Algiers.
„Romeo en Julietta."
De geschiedenis van een verloren
hoed.
Tantalus-kwelling."
W. Roelofs, Hollandsoh Landschap
(naar de schilderij in de verzameling
van den heer P. Langerhuizen te
Huizen.)
De nieuwe schepen der Koninkl.
i Ned. Marine Hr. Ms. pantsersohip
„Kortenaar" en Hr. Ms. pantserkrui
ser „Holland." (Deze twee uit »Eigen
Haard".)
Politieke platen en portretten.
8TADSNIEUWS.
Haarlem, 30 September.
Mej. Betsy Hol te Leiden is benoemd
tot leerares in den solo-zang aan de
muziekschool van de Haarlemsche
afdeeling van Toonkunst, in plaats
van mevrouw HaaseBosee, die we
gers vertrek uit het land ontslag heeft
genomen.
Gelijk met dit nummer van het
blad ontvangen de geabonneerden
eene winterdienstregeling vermelden
de de tijden van vertrek en aankomst
van en te Haarlem der treinen, stoom
tram en paardentram.
Het wasschen van de linnennacht-
legervoorwerpen van het garnizoen
te Amsterdam voor het jaar 1896, is
toegewezen aan Mej. de Wed. F. van
Leuven, aKleerbleeker, alhier.
Een nieuw kerkgebouw.
Zondag werd in de Zuiderstraat
alhier ingewijd het kerkgebouw der
in 1893 alhier epgerichte Chr. Geref.
Gem. Hiertoe was de heer ds. J.
Schotel van Utrecht overgekomen.
Nadat spr. in eene korte toespraak
herinnerd had hoe de Chr. Geref.
Gem. alhier, aanvankelijk in eene
kamer, later in een lokaal moest
vergaderen, wees hij er op welk een
zegen het was, dat men thans een
eigen kerkgebouw had, waarna hij
in gebed den zegen des Allerhoog-ten
over gebouw en gemeente afsmeekte.
Vervolgens hield de heer ds. Schotel
eene inwijdingsrede naar aanleiding
van Ex. 2024,2e gedeelte, waarvan
het hoofdthema was, dat God de open
bare Godsdienstoefening wil. Aan
het einde dezer rede droeg spreker
eerst het gebouw aan Gou, kerke-
raad en Chr. Geref. Gemeente op,
waarna hij allen dank bracht, die
aan de totstandkoming van het ge
bouw hadden medegewerkt, zoowel
den werklieden, en inzonderheid den
aannemer Sire van Bennebroek, als
hun die geldelijken steunhad den ge
schonken en ten laatste dankte hij
ook het bestuur der „Ver. Tot Verbr.
der Waarh." in wier gebouw men
zoo'n langen tijd was bijeengekomen
en den concierge van dat gebouw,
den heer Landman.
De kerk biedt plaatsruimte aan
ongeveer 240 personen. De wanden
j benevens het plafond zijn gewit. Zoo
wel des daags als des avonds
zal er voldoende licht zijn. Vier
ramen, twee, aan de achterzijde van
het gebouw en aan elke zijde, geven
des daags licht in overvloed en des
avonds branden er vier gaskronen.
Achter de kerk is eene ruime ker-
keraadskamer. Het geheel werd door
den aannemer Sire van Bennebroek
in den tijd van vier maanden tot
stand gebracht.
Een Zwanenzang.
Het Brongebouw heeft Zondagavond
voor dezen zomer zijn zwanenzang
gezongen, het laatste concert van dit
Beizoen is er toen gegeven. Vandaag
hebben de leden er nog het uitsluitend
recht van entrée, maar dan is het
voor 1895 ook uit.
'tls wel, geweest. Van de opening
af zijn er niet minder dan zes en
vijftig concerten gegeven, waarvan
17 matinées, d. i. nog geen 20 ct. per
concert voor een hoofdkaart en 47= cent
voor een dameskaart. De uitvoeringen
werden gegeven door negen verschil
lende korpsen.
Ons Stedelijk Muziekkorps heeft
de rij gesloten, evenwel onder directie
van den heer Tas. daar de directeur
ongesteld was. 'tWas een uitgezochte
avond, een heldere lucht, een mooie
maneschijn en een temperatuur alsof
't midden-zomer was. Het verdient
vermelding, dat slechts eenmaal door
het weer een concert in de zaal ge
houden is moeten worden.
Het bestuur stelt nu, zoolang het
goed weer is den toegang tot het
Brongebouw voor het publiek koste
loos open, ten einde velen, die het
nog niet [gezien hebben, de gelegen
heid te geven er kennis mee te maken.
Naar wij vernemen wordt met enkele
vereenigingen onderhandeld over het
geven van vertooningen in de groote
zaal in dezen winter.
Ter verversching van de stadswa-
teren is heden het stoomgemaal van
Rijnland te Spaarndam in werkiDg
gesteld. Ook morgen zal het bemalen
plaats hebben.
Men meldt ons uit Haarlemmer
meer:
Door eene onbekende oorzaak is de
boerenwoning van den landbouwer
J. de Vlieger aan den Spieringweg
door brand vernield. Alle landbouw
werktuigen aanwezig in eene schuur,
een berg met j ongeveer 200 H.L.
ongedorschte rogge nog een met ruim
100 H.K. ongedorschte boonen 200
H.L. ongedorschte haver alsmede
30000 kilo hooi verbrandden. Alles
stond tegelijk in lichterlaaie, zoodat
ofschoon de brandweer spoedig bij
de hand was, aan blusschen niet te
denken viel. Het grootste deel der
meubels i3 gered. De brand is uitge
broken in eene graan schelf.
Zie vervolg Stadsnieuws2epagina.
BINNENLAND,
Haagsche Brieven.
XL.
'tls kras!
In Juli zaten we 's avonds in demi-
saison op 't Kurhaus-terras en als
we ons niet hadden geschaamd zouden
we een warm grogje, maar goed heet,
hebben besteld.
No, den laatsten September, zijn
we blij om in een flanel veston,
liefst zonder vest, onder de schaduw
van een boom te kunnen uitpuffen.
Puffen is 'teenig woord dat recht
doet wedervaren aan onzen gemoeds
toestand. Wij kunnen het dan ook
best begrijpen, dat onze Vorstinnen
de warme residentie zijn ontvloden
voor het lommerrijk Loo en we be
klagen een beetje de prinses von
Wied, een van de laatsten onzer
vorstelqke badgasten die ons nog
met hun bezoek veraeren, die 't erg
warm moet hebben op 't wel fraai
gelegen maar van alle kanten door
de zon geblakerde Vorstelijk paviljoen
aan den zeekant.
Gelukkig is er de zee. En hoewel
op den In October het Kurhaus zijn
gastvrije deuren sluit, heeft de directie
der zeebaden wijselijk besloten om
de baden nog eenige dagen open te
houden, zoodat de baders zich nog
verlustigen kunnen in de zilte baren.
Als echte Musikalüche Schwalben
trekken nu ook de artisten weer
heen, die ons avond aan avond,
onder Mannstaedt's voortreffelijke
leiding, zooveel genot schonken. Wij
zullen hen 't volgend jaar wederzien
en nog zes jaren achtereen, wijl het
contract met de Duitsche musici,
dat nog twee jaar liep, met vijfjaren
is verlengd. Eerlijk gezegd heeft mij
dit besluit een beetje onaangenaam
getroffen. Ik behoor tot de vereerders
het orkest, maar het wil
bij mij niet in, dat niet evengoed
Nederlandsche artisten de plaatsen
op het Kurhaus-podium zouden kun
nen innemen. Kes' keurbende staat
zeker niet lager dan Mannstaedt's
phalanx, in muzikaal opzicht. En om
nu eens zeer materieel te spreken:
jaarlijks gaan tooh tienduizenden gul
dens (men zegt f S0,000) voor de
Hollandsche musici verloreD. En als
ik dan lees, dat de Arnhemsohe
orchestvereeniging, die toch zooveel
voortreffelijke krachten omvatte, wordt
ontbonden enkel en alleen om een
quaestïe van een paar duizend guldens
per jaar, dan vraag ik mij af of ons
land wel zijn plicht doet jegens zijn
kunstenaren.
Die vraag wordt ook gesteld in
den catalogus van de tentoonstelling
der bekende historische galerij van
Arti te Amsterdam, thans bet eigen
dom van den heer Tersteeg (firma
Goupil) en tijdelijk in Pulchri onder
gebracht.
Men weet dat de geheele oollectie
voor f 17.500 aan Koekkoek te Londen
werd overgedaan en dat de heer
Tersteeg haar wederbehalve wat
er al van verkocht was, voor f 50.000
terugkooht. Daaruit blijkt, dat het
weduwenfonds van Arti toch minstens
f 32.500 is te kort gekomen. Maar
om het overgebleven deel te behouden
voor ons land zou thans een ton gouds
moeten gevonden worden.
Men roepUom een Maecenas.
Und ein Narr wartet auf Antwort.
Is het overschot der collectie e:n ton
waard? Ik waag het niet te beslissen
er is zeker veel schoons bij, veel
wat kan besohouwd worden als te
behooren tot de beste specimen van
kunst onzer schilders. Maar om het
nu in Pulchri tentoongestelde bijeen
te willen houden heeft betrekkelijk
geen raison d'etre meer, wijl het de
collectie niet meer is, de oorspron
kelijke historische galerij.
Gij ziet dat ik mij ditmaal met de
kunst bezighoud. Ik spreek gaarne
van Vorstinnen en de kunst is er
eene bij uitnemendheid.
Zq levert echter met andere Vor
stinnen een onderscheid op, dit, dat
zij 't be3t en het meest regeert in den
winter.
Als de warmte blijft aanhouden,
dan zullen stellig de eerste voorstel
lingen van het Nederlandsche Tooneel
en van de Opera weinig bezocht zijn.
Wat de opera aangaat is het bezoek
toch nimmer zoo druk, wijl het publiek j
trekkelqk jonge en weinig geëxperi
menteerde artisten omvat. Dit is geen
nadeelzij hebben althans de attrac
tie van jeugd en frischheid en ben
ik wel ingelicht dan zal de opera ons
dit jaar, coté des femmes, nevens wat
het oor streelt, ook brengen wat het
oog bekoort.
En niet waar het oog wil
ook wat hebben 1
Een artiste, die hier stellig met
groot genoegen zal worden terugge
zien is mevrouw Róssing. Zij was
steeds een lievelinge van het Haag-
sohe publiek en telt hare bewonde
raars, Ganus Jr. incluis, bij dozijnen.
Zij doet haar wederverschijning in „de
Schoolrijdster", wat ik als haar beste
rol beschouw en als Margot, naar
het Fransch van Meilhac, vertaald
door dr. J. de Jong, den bekenden
Haagschen muziekcriticus. Het af
treden van diens collega voor tooneel-
en schilderkunst, den heer A. C. Lof-
feit, die van Het Vaderland(waarin
hij beurtelings A. C. L. en E. G. O
teekende) naar het N. v. d. D. overging
is stellig een gebeurtenis van betee-
kenis, vcor de Haagsche kunstwereld,
in de journalistiek en voor de
artisten. Wat zullen de heeren en
dames van het tooneel blij zijn er nu
niet meer van langs te krijgen op
de manier die Loffelt bij uitnemend
heid verstond. Van Nouhuys, die
hem voor het tooneel opvolgt is stel
lig den artisten meer sympathiek.
Men weet dat de criticus die G.
teekent in de (n) Spectator hem op
volgt voor de schilderkunst; 't con
servatisme opgevolgd door het radi
calisme, zou men kunnen zeggen.
Men heeft achter den geheimzinnigen
G. den heer Gram gezooht. Ten on
rechte en zonder oollegiale gehei
men te verklappen meen ik te kunnen
zeggen, dat G. niet een hij, maar een
Zij is
Veel wordt ons voor het komend
seizoen beloofd.
Zoo, door Schürmann, zelfs Adeline
Pattï.
Als ik 't zie geloof ik het
H. A. GANUS Jr.
De erfprins Von Wied is Zondag
avond met den trein van 9 uur 20
min. Spoor uit Domburg in de resi
dentie aangekomen. Hij werd aan 't
station ontvangen door denhofmaar
schalk van den prins Von Wied,
graaf Van Bylandt en baron Taets
van Amerongen, kamerheer van wijlen
Prins Frederik.
De erfprins begaf zich onmiddellijk
per rijtuig naar het hotel Garni te
Scneveningen.
Het brandweer-congres
te Amsterdam.
15e zitting van Vrijdag werd geo
pend roet het voorlezen van de con
clusies, opgemaakt door de naar
aanleiding van de voordracht van
den heer Noordendorp benoemde
commissie.
Deze conclusies luiden
1. De weerstand van houtconstruc-
gewoonlijk afwaoht hoe de debutenties, uitgezonderd het geval waarin
afloopen en op het oordeel der critiek het hout is blootgesteld aan een uit-
afgaat. Dit jaar zijn er zelfs zeer drogende warmte, overtreft die van
veel debuten, omdat het damesper- j niet bekleede ijzerconstructies,
soneel brjna geheel nieuw is en be-1 2. Het gebruik van ijzer, vooral
bjj het bouwen van entrepots of ma
gazijnen voor koopwaren, is in het
algemeen verkieslijk boven het ge
bruik van hout, vordert echter de
bekleeding van de geheele construc
tie met onbrandbare stoffen van ge
noegzame dikte, die de warmte slecht
geleiden.
Deze oonclus'es werden met alge-
meene stemmen aangenomen.
De hierop volgende voordraoht
werd gehouden door den heer F.
Prinz, onder-commandant der brand
weer te Altona. Het onderwerp van
spr.'s rede was„Onbrandbare
bouwconstructiën".
Door den heer Georges Villain,
officieel vertegenwoordiger van de
stad Parijs, werd hierop aan de leden
van het congres een van twee kaarten
voorzien verslag aangeboden van de
inrichting en de werking van het
corps sapeure-pompiers te Parijs
deze aanbieding geschiedde namens
het gemeentebestuur van Parijs.
De heer J. H. Neiszen, adj.-direc-
teur der openbare werken te Rotter
dam, hield vervolgens een voordracht
over het onderwerp: „Aanteekeningen
betreffende bouwconstructiën en vei
ligheidsmaatregelen met het oog op
brandgevaar."
Na eenig debat, waarop door den
inleider geantwoord werd, kreeg de
heer C. C. de Roos het woord ter
inleiding van het onderwerp :j „In
richting der brandweer te Arnhem,
met gebruikmaking der waterleiding."
Spr. wees in de eerste plaats op
het sucoes dat de Arnhemsche brand
weer in den laatsten tqd heeft gehad;
in tien jaar is bet niet voorgekomen
dat een huis geheel uitbrandde.
De Arnhemsohe brandweer bestaat
uit een commandant, een onder-com
mandant, een aantal vrijwilligers en
niet minder dan 4U0 brandweerman
nen, die geregeld, hoewel slechts
matig betaald worden door de stad
en voor het uur waarin zij hun eigen-
i lijken arbeid moeten uitoefenen een
extra toelage krijgen.
Wel is met de inrichting der brand-
weer, zooals die in Arnhem is, niet
I alles bereikt, daar er ongeveer
een kwartier moet verloopen na het
brandalarm, eer men water kan ge
ven, maar voor plaatsen als Arnhem
die natuurlqk niet kunnen beschik
ken over dezelfde middelen als de
grootere steden, is een dergelijke in
richting toch reeds zeer mooi.
Op verschillende plaatsen in de
stad staan kleine wagentjes waarop
slangen die op de waterleiding ge
schroefd kunnen worden. In de mees
te gevallen zijn deze karretjes vol
doende breekt ergens een brand uit,
dan snelt de naastbij op post staande
politie agent naar zoo'n wagentje,
schroeft 'de slang op de leiding en
geeft water. Sedert 1895 zijn voor
geen enkelen brand in Arnhem an
dere blusohmiddelen noodig geweest
dan deze wagentjes met slangen.
Spr. stelde ten slotte eenige con
clusies, waarin hij vooral aandrong
op de openstelling van den telefoon
dienst ook bq nacht, en het hebben
van een groot aantal kleine posten
over de geheele stad verspreid.
Nadat de voorzitter de leden van
het congres had uitgenoodigd des
middags om half drie een bezoek te
FEUIuLETON.
Naar het engehch
van
MAXj PEMBERTON.
47)
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK XIL
F ene vreeselijke ontdekking.
Nauwelijks had hij weerklonken of ik soheen op het
gras in het park een groot aantal mannen te hooren
loopeneen dof vaa? geluid van stemmen verhief zich
in de luohtvoor mijne geprikkelde verbeelding scheen
net alsof hierna de geheele stad soheen te leven, het
geheele bosch bevolkt was, in de dalen een geheimzin
nig rumoer weerklonk als van een naderenden vijand.
En niet langer twijfelende maar overtuigd, dat een drei
gend gevaar in aantocht was, snelde ik het huis binnen
en was onmiddellijk bij Adam.
„Adam!" riep ik uit, „om Gods wil, sta ophet park
is vol mannen!"
Met schrik werd hij wakker. Het was de eerste nacht
na het beleg, dat hij zioh ontkleed had om rust te ne
men, en nu kon hij de vermoeidheid bijna niet van zich
afschudden.
„Wie is daar Wie spreekt daar vroeg hij, na
zijne oogen te hebben uitgewreven.
„Er is op de heuvels een man aangevallen en ge
dood. Ik hoorde hem gillen," zeide ik. „In het park
zijn wel honderd mensohen aanwezig. Kom zelf maar
eens hooren."
Hij was nu klaar wakker en kleedde zich aan.
„Weet je zeker, dat het geen droDken troepje is?"
vroeg hij toen hij zijne laazen aantrok.
Ik wilde hem juist zeggen, dat ik hiervan overtuigd
was maar alvorens ik nog een woord had gesproken,
stond er een soldaat voor de deur, die riep
„Om Godswil kapitein, kleed u aanDe tunnel is
ingestort en de gevangenen zijn los
HOOFDSTUK XHI.
Het gevecht.
De man was van het hoofd tot de voeten met mod
der bedektzijn gelaat was vuil, het bloed liep hem
van zqne wang, die door een slag blijkbaar was ge
wond. Half stotterend en met moeite sprak hij de woor
den uit, en zoo groot was zijne opgewondenheid dat
hij niet naar onze vragen luisterdemaar voortging te
vertellen.
„Het waB een uur geleden Ik hield de wacht in het
lange dal toen ik werd ontboden aan de wachtpost bq
het witte huis, Daar zqn nu vier dooden en meer ster
venden. Bij de oude poort hebben zij den kolonel neer
geveld en nu hebben zij zich in de barakken verspreid.
kunt ze zelf hooren. O God 1 wat een vreeselijk ge
zicht 1"
Adam had zich nu aangekleed en gordde zijn sabel
om. Hij toonde geen zenuwachtigheid of angst, maar
toen de man had uitgesproken zeide hij
„Zij zijn door de groote deur ontvlucht; maar waar
bevinden zich de schildwachts
„Ja, waar bevinden zioh de schildwachts antwoord
de de ander en herhaalde de vraag in zijne overspan
ning.
„Maar u weet kapitein, dat er gisteravond wijn is
geschonken. Ja, wij slapen allen vast terwijl ons de
nek wordt afgesneden. Maar ik weet vau nietsik
houd de waoht op de heuvelsen heb niets
gezien."
„Juist, dan zullen wij zelf eens gaan zienriep
Adam uit, en na deze woorden verlieten wij het ver
trek en snelden de vertrekken door, terwijl wij ai de
anderen riepen.
Mijn weg voerde mij echter onmiddellijk naar For
tune, en zij sliep zoo licht, dat een druk van mqu hand
haar deed ontwaken.
„Lieveling," zeide ik, „er is slecht nieuws van bene
den kleed je aan, en sla je mantel om."
Zij was nog zeer slaperig, en het slaan op een groote
gong in de afdeeling der vrouwen deed haar den toe
stand niet vlugger begrijpen. Zq was volstrekt niet
ontBteld en toen zq een oogenblik gewacht had
en mq mijn pistool bad zien laden, gehoorzaamde
zq mij.
„Irwin," zeide zij en sprak eerst toen zij zichgehee*
had aangekleed, „waarom wekt men de vrouwen
„De gevangenen zijn ontsnapt Fortune
„De Hemel sta ons bijzeide zij en groote angst sprak
uit hare stem.
„Voor zoover ik vernomen heb," zeide ik, „is door de
granaten en den storm een gedeelte van den wand in
gestort en de mannen zijn losgekomen. Zq vechten nu
in de barakken en steken de stad in brand."
Bevende naderde zij mij en drong zioh tegen mij
aan terwql wij door het venster een rooden gloed te
gen den hemel waarnamen en vlammen zagen lekken
aan de dichtstbijzijnde huizen. Ditnieuwe lioht bescheen
de gestalten van een aantal mannen, die bij de kwar
tieren van de troepen heen en weer liepensommigen
sleepten lichamen bij de voeten weg, anderen droegen
wapenen, allen schreeuwden en gilden woest. En aan
dit schouwspel ging gepaard het gegil der vrouwen
in de groote grot, het gekletter van wapenen op de stee-
nen van de gang, het geweervuur van uit de hooger
gelegen boscheu en den zoom van het park.
Toen wij een oogenblik voor het raam hadden ge
staan en dit afschrikwekkend schouwspel gadesloegen,
riep Adam ons bij hem te komen en nu legde Fortune
hare lippen op de mijne en ku6te mij teeder.
Wordt vcrvolgcLj