Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
■igoairenmwi niwiwaaa 'jkxrrxsó^BKrvxmxr:
Wij en onze Dieren.
FEUILLETON.
De onneembare Stad.
No. 3758
13a Jaargang "Woensdag 2 October 1895.
HAARLEM'S DARBLAD
"Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bi-' Al)0l™ement aanzienlijk rabat.
gemeente), per 3 maanden1.30 Reclames 20 Cent per regel.
Franco door het gelieele Rijk, per 3 maanden1.65 k3' &T
AfzondeiTjke nummers 0 05 'i [u flMlli-r J j Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem j per *3 nmndeii! TIL "„0.30 ïMj^du u „i g""»""1?-
J-)ir '■'lad versehynt dageliiks, behalve op Zon- en Feestdagen.
-- de «"«reken en franco per post087% Bureaux. Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor int BitiUnland: Compagnie Generale de Publicité Etrangire G. L. BAUBE d Co. JOHX F. JOXES. Sim.. Parijs Uil,is Faubourg Umthmrtre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schalm, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN', bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarjldam, C. HaRTEN'DORP
Zondvoort, .T. ZWEMMER: Vetsen, L. KNUSIJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUXGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aen.
In het wielerblad de Kampioen
maakte dezer dagen een inzender de
opmerking dat, naar het hem voor
kwam, zeker graag alle paarden die
zware vrachten moeten trekken, 'zelf
moord zouden plegen zoo ze maar
wisten hoe ze het aan moesten leggen.
Over deze interessante quaestie heb
ben wij, evenmin als de inzender bo
vengenoemd, het paardenras zelf kun
nen in terviewen, maar toch komt ons
zijn uitdrukking overdreven voor. Het
paard is immers gebouwd op het
trekken van zware vrachten, bet is
door eeuwenlange trekdiensten van
zijn voorgeslacht daartoe als 'tware
voorbereid. De man (of is 't een jong-
mensch 1) die in de Kampioen zooveel
medelijden had met het paard, be
gaat een fout die niet zei Jen gemaakt
wordt. Terwijl hij het paard al zijn
krachten ziet inspannen om de zware
vracht voort te tiekken, stelt hij on
bewust zichzelven in de plaats van
het dier en redeneert aldus„ik zou
niet graag in de plaats van dat paard
wezen" en daarna„wat is dat paard
toch te beklagenEn daarmee trapt
hij weg op zijn gemakkelijk rijwiel,
haalt thuis gekomen pen enlpapier
voor den dag en schrijft, door mede
lijden bewogen, een treurzang over
het lot van 't arme paard.
Van dergelijke gemoedsopwellingen
kan de inzender nog plezier hebben.
Straks voelt hij innig medelijden met
een varken omdat het uit een lom
pen trog zoo'n raar geel mengsel
slobbertmet een schaap omdat het
zoo'n dikke vacht moet meetorsen,
met een kikker omdat hij zoo'n leelijk
geluid maakt. Ei, wat teerhartigheid!
Geef het varken onze menschenko3t
eens te proeven: als het spoeling
ziet zal het daaraan de vocr'seur ge
ven en vraag eens aan 't schaap
of de vacht hem hindert.
Dit alles schijnt van zelf te spreken.
„Natuurlijk," zoo zal men zeggen, „een
dier is geen mensch en moet dus naar
een anderen maatstaf beoordeeld
worden." Dat zegt men wel, maar
doet het daarom niet. Kijk maar eens
naar de aangekleede hondjes en naar
de poesjes, die allerlei liflafjes te eten
krijgen en behandeld worden als
mensohen.
Een hond heeft geen last van de
kou en verlangt niet naar een stuk
taart met rum, voordat men hem een
broekje aangetrokken en aan die lek
kernij gewend heeft. Dat iemand die
een kikker ziet bij zichzelven denkt:
„wanneer ik met bet denkvermogen
zooals ik dat nu heb, in een
kikker werd veranderd, dan zou ik
toch veel liever dood zijn, dan dat ik
den heelen dag op een kluitje zaten
„kwak" riep, is heel begrijpelijk,
maar wanneer een paard van een
vrachtwagen een wielrijder ziet, denkt
het dier misschien„daar gaat weer
zoo'n arme menschwat schopt hij
hard met.' zijn beenen op die wielen
en wat wordt hij er warm vanik
zou niet willeD, dat ik een mensch
was
Het paard zou daarbij vergeten, dat
hij als hij mensch was geworden, even
gemakkelijk ala ieder ander mensch
met een rijw'el zou kunnen leeren om
gaan, wat hem nu als paard denkende
wel als een wonder van acrobatiek
moet voorkomen.
Een dier moet beschouwd worden
als een dier en wie dat niet doet, loopt
gevaar sentimenteel te worden en aan
dierenvertroeteling te gaan doen. Iets
anders is het evenwel om een dier
eenvoudig te beschouwen als een voor
werp, d it men in geen enkel opzicht
h' ett te ontzien. Laat een paard maar
vrachten voorttrekken, dat zal hem
geen kwaad doen, maar geef hem
geen vrachten die te zwaar zijn.
Er zijn er die lachen, wanneer er
gesproken wordt van vereenigingen
tegen het mishandelen van dieren,
maar als men hun vraagt„is u
dan een v oretander van het mis
handelen van dieren dan zeggen
ze „neen, neen, volstrekt niet. Ik
zal geen beest kwaad doen."
"Waarom sluiten ze zich dan niet
bij bestaande vereenigingen aan? Of
meenen zij misschien dat het niet
meer noodig is en de beesten niet
meer mishandeld worden Laten ze
dan eens letten op de veel te zvare
vrachten, die in onze eigen straten
paarden dikwijls te trekken hebben
en op de schandelijke mishandeling,
die honden voor de hondenkarren
ondergaangeef eens acht op de ma
nier waarop koeien en kalveren dik
wijls worden getransporteerd.
Mishandelingen tegengaan wil na
tuurlijk ieder weidenkend mensch.
Toch blijkt er in ons land weinig
van algemtene belangstelling in ver
eenigingen die het kwaad stelselma
tig willen tegeugaan. In Eogelaniis
dat andere. Daar heeft men een
„Royal Society for the prevention
of cruelty to Animals (Koninklijke
vereeniging tot voorkoming van
wreedheid jegens dierer.) die den her
tog van York tot voorzitter en 21
leden van het Koninklijk Huis tot
beschermers heeft.
Dat ineen groot rijk als Engeland,
het aantal leden en donateurs zeer j
belangrijk is, zou tegenover ons
kleine landje nog geen bewijs zijn j
van de sympathie waarin devereeni-j
ging zied in Eageland verheugt, j
maar wat zegt men er dan van dat1
haar alleen in 1894 niet minder dan I
24 legaten werden geschonken, tot:
een bedrag van f144 000?
Laat men niet meenen, dat de En-J
gelachen wreeder zijn tegenover de i
dieren dan wij. In dat opzicht zijn
zeker wel alle volkeren gelijk en
in onze onmiddellijke omgeving is
waarlijk nog vaak genoeg dierenmis
handeling te zien geen opzettelij
ke missohien maar die begonnen is
een onnadenkendheid en daarna
voortgezet uit gewoonte. Het beest
heeft er daarom evenwel niet minder
pijn van.
Het tegengaan van mishandeling
geen sentimentaliteit maar de
plioht van ieder mensoh. 't Is maar
jammer dat velen de mishandeling
niet meer zien omdat ze zoo tot ge
woonte is geworden, dat men er niet
meer op let. Dat is o. a. het geval
bij het door paarden doen trekken
van te zware vrachten. Dat komt,
helaas, dagelijks voor en trekt daar
om de aandaoht niet meer.
Alleen helpt het niet veel of
ieder daar voor zioh heen over prut
telt. Wie dierenmishandeling ernstig
wil helpen tegengaan, steune moreel
en als 't kan financieel do vereeni
gingen die zich dit ten doel stellen.
Ook financieel, want het is nu een
maal zoo dat in onze maatschappij
niets kan gesohieden zonder geld.
Politiek Overzicht.
Wij zijn nu in den tijd van de
begrootirgen, zoowel in binnen- als
buitenland. Gelukkig dat de meeste
wetgevende lichamen eenigen tijd
rust hebben genoten om zich nu ver-
frischt naar geest in de drocge be-
grootingsbecijferingen te verdiepen.
Verschenen is o. a. de begrooting'
voor 1896 van Hongarije. Zij geeft i
aan voor gewone uitgaven 437,366,347
fl., of 16,293,649 fl. meer dan over
1S95 Gewone ontvangsten 462,644,100
fl., of 16,529,069 fl. meer dan over j
1895.
De buitengewone uitgaven worden I
begroot op&35,620.897 fl. en de bui-!
tengewone ontvangsten op 10,420,298
fl. De ontvangsten zouden dus in
haar geheel 77154 fl. meer bedragen
dan het totaal der uitgaven.
Het overschot van de ontvangsten
van het vorig jaar bedroeg 22196 fl.
De hoDgaareche minister van finan
ciën deelde in eene toespraak tot de
begrootingöoommissie mede, dat de
regeering op net pui t is de munt-
quae3tie en die van de belasting op
het verbruik op te lossen.
Het gerucht dat een aantal chi-
neesohe officieren dienst zouden
nemen in het russische leger, wordt
bevestigd. De czaar heeft vergunning
gegeven dat 125 offio eren uit het
Hemelsche Rijk drie jaren in het
russische leger de westersche krijgs
kunde kunnen leeren. Tevens zullen
50 chineesohe ca ietten in de miliiaire
scholen in Rusland hunne opleiding
ontvangen.
Het dreigen van Engeland tegen-j
over China met een ultimatum heeft
goed geholpen. Het officiëele blad te
Peking heeft ten minste reeds eeni
decreet afgekondigd, dat de onderko-
ning van Szetjoeiin van zijn post is
ontzet, daar hij de europeesche zen
delingen niet heeft beschermd. Dit.
was ook de in het ultimatum gestelde1
eisch van Engeland.
Aangemoedigd door dit suooes
schijnt Engeland cok krachtiger te!
gaan ioptreden tegen Turkije en wel;
met het oog, op het dralen der Portei
in zake de aruienische quaestie. Rij I
Lemnos is tenminste het Middelland-
sche zee-eskader bijeengekomen. Van
andere zijde wordt eohter beweer I,
dat in den staat van zaken betref
fende Armenië de laatste dagen geen
verandering is gekomen.
Te Antioche in Armenië is het tot
een gevecht gekomen tusschen de
Armeniërs en öe Turken, die volgens
de berichten door eenige overheids
personen tegen de Armeniërs zouden
zijn opgeruid door de bewering, dat
dezen van zins waren de geheele
Mahomedaansche bevolking te ver
moorden. Tien Armeniërs werden
gedood of gewond.
Nu generaal Baratieri in Erythraea
is teruggekeerd, gewagen de Ro-
msinsche bladen van een ophanden
rijnden veldtocht. Men beweert dat
de Ras Mangascha, een vazal van
Ren Negus van Abyssinië en oppor-
hoofd van de provincie Tigré, den
oorlog wil en de bevolking tegen
Italië opruit. Eenige bladen" verlan
gen een snel en beslissend optreden
voordat de Negus zijnen vazal kan
te hulp komenals de Ras Manga
scba eeist ten onder gebracht was,
sou het conflict met den Negus ge-
makelijker opgelost worden.
De Riforma verneemt zelfs uit As
mara, dat alles gereed is om den Rss
^langascha aan te vallen en dat de
pperatiëa onmiddellijk zullen aan
vangen. Aan dit bericht wordt te
Rome door welingelichte personen
chter geen geloof geslagen, omdat
yolgens ben de ItaÜaansche regeering
rfiet voornemens i3, de vijandelijk
heden te beginnen.
Uit Cuba is de laatste dagen wei
nig nieuws gekomen. AU en de Times
maakt nog melding van een paar
schermutselingen tusschen de Span-
ja arden en de Separatisten en van
de landing van twee korpsen Cuba
nen aan de oostkust.
Het blijkt nader dat op het leven
van den Japanschen ministerpresident
I o geen aanslag is gepleegd. Wel is
tereebtertijd eensamenzwering tegen
hem ontdekt.
De japansche regeering heeft, naar
Reuter meldt, nog geen antwoord
gegeven op de laatste voorstellen van
Rusland en Frankrijk betreffende de
ontruiming van het Liautong-schier-
eiland.
Een telegram der Novoya Vreirya
uit Vladivostock meldt, dat nadat
de nieuwbenoemde Japansche gezant,
de heer Miura in Korea te Seoul
aangekomen en door den koning ont
vangen wap, de afgetreden gezant
graal Iaonye in het midden van
September vertrokken is. Er zouden
volgens het blad in Korea gewich
tige dingen op handen zijn; het aan
zien van Japan zou zeer zijn gedaald.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 1 October.
Posterijon.
De directeur van het postkantoor
alher getft hierbij kennis, dat de
dienstlijsten waarop s aan vermeld
de uren van vertrek der verschil
lende posten gedurende den winter-
dienst op de spoorwegen, vanaf he
den verkrijgbaar zijn ten postkantore
tegen betaling van 10 cents.
Maandagavond werd vanwege de
afd. Haarlem van de Ned. Ver. van
Spoorweg ambtenaren in een der zalen
van café Brinkmann eene gezellige
bijeenkomst gegeven, waarop door
den heer L. Janseu Fan. een viertal
stukjes werden voorgedragen, t.w.
„Lena", van Werumëus Beuning,
„Een bestelling van het hof' van Jan
C. de Vos, „Een heel lieve verras
sing"' van Justus van Maurik Jr. en
„Een massagekuur" van denzelfde,
't Waren, zooals men ziet, stukjes
van ter goeder naam bekend staande
schrijvers en de heer Jansen wist ze
met veel talent voor te dragen, zoodat
het vrij talrijk auditorium, waaronder
vele dames, menigmaléu een lach niet
onderdrukken kon. In éen woord
't was een recht gezellige avond,
waarop velen met genoegen zullen
terugzien en die hen naar eene her
haling er van zal doen verlangen.
Weldadigheid naar Vermogen.
Maandelijksch overzicht der uitga
ven van de vereeniging.
Aan behoeftigen werd in Nov., Dec.,
Jan., FebrMaart, April Mei, Juni,
Juli, Aug. en Sept. na onderzoek uit
gereikt
Aan brood en levensmiddelen Nov.
'94 f 481.08*. Dec. '94 f586.01. Jan.
'95 f 677,05, Febr. '95 1 660.69,. Maart
i 539.83», April 191,20,. Mei f210,28,
Juni f217,78», Juli 1173.58». Augus
tus f 146 86 en Sept. f 1S9.13, totaal
van 1 Nov. '94 tot 30 September '95
f4064.52.
Aan brandstoffen f62,98, f214,55
f 101,16, f299 65, f31,57, f0 61, en f 1.18
totaal f711,70.
Aan ligging en kleeding f68.77»,
f 94,82,, f 130,92*. f54.22*, f 85, f5,90,
f2.20. f6,f3,60 en f5.90, totaal
f407,35.
In geld f965.45, f 1057,91, f1176,65s
11156.70, f 839,02», f484,45, f505.52,
f503.07*. f467.35, f360.20 en 1424.30,
totaal f7940.63».
Totaal in Nov. '94 f 1578,29 in
Dec. '94 f 1953.29», in Jan. '95
12085.78* in Febr. '95 f2171.27,
in Mrt. f 1445.43, in April '95 f682.16»,
in Mei 1719,184, in Juni f726.86,
in Juli 1644.53% in Augustus f507.0S,
in September f610 33.
Totaal van 1 Nov. '94 tot 30 Sspt.
'95 f 13124,20*.
Bovendien werd eene groote hoe
veelheid ten geschenke ontvangen
kleedingstukken, brandstoffen, enz.
uitgereikt.
Gedurende de maand September zijn
op de Aardappelen- en Botermarkt
alhier.
mm. varïoclit laaïsiekooïs.Di.
Boter 629 Kg. 629 Kg. f 1 20 f 1,40
Biggen 709 st. 561 st. f2.50 f8,
Schramm. 383 st. 329 st. f5.f 18,
Aardapp.2266HL.1887 HL. 1,20 f3.—
Appelen 1564HL. 1377 HL. f 1.— f5.—
Peren 1332 H.L. 1205 H.L. f 1.50 f9.—
Zie vervolg Stadsnieuws de pagina.
BINNENLAND.
Leger de3 Heils.
Het Leger des Heils maakt zich
gereed tot het houden van zijne Week
van Gebed en Zelfverloochening, die
in Nederland zal gehouden worden
van den 6den tot en met den 12ien
October. Elk lid van het Leger zoowel
jals elke vriend van zijn inrichtingen
l wordt gevraagd voor deze week zich
j eenige of alle overtollige weelde te
ontzeggen en in sommige gevallen
besluiten zelfs officieren en soldaten
rich vrijwillig uitgaven te ontzeggen,
die in de meeste gevallen als nood
zakelijk beschouwd wordvn, zoodoende
gelden bijeen te brenzen om het Leger
te steunen in zijn vele, verschillende
afdeelingen.
Gedurende de laatsfe 12 maanden
zijn vele nieuwe aideelingen en uit
breidingen tot stand s e komen. De
maatschappelijke Afdeeling heeft hare
grenzen verwijd en een Landkolonie
is in wording en als een natuurlijk
gevolg van al die uitbreidingen wor
den de fondsen voortdurend sterker
aangesproken. Nieuwe en bijzondere
pogingen zijn in het werk gesteld
tot opheffing van de gevallenen, een
Ziekenverpleging is geopend te Am
sterdam en Barmhartigheidspcsten
zijn in die Btad en in Utrecht inge
richt: al drze gewaardeerde inrich
tingen worden beheerd door mannen
en vrouwen, die goede betrekkingen
hebben verlaten, anderen hebben bun
tehuis van weelde verlaten om te
werken onder de armen en de onge-
lukkigen, blijmoedig zich nacu en
dag wijdende aan hun plicht zonder
te vragen naar belooning ot gemak.
Het leger (schonk gedurende de
wintermaanden aan de arme kinde
ren duizenden ontbijten per week
en aan de onbehuisden eveneens
i 127.451 maaltijden en slaapgelegen-
heden gedurende het jaarover de
1100 gevallen vrouwen z.jn opgeno-
i men en voor haar welzijn is zorg
j gedragen ia de Reddingshuizen te
Amsterdam en te Hilligersberg. In
het afgeloopen jaar zijn niet minder
dan 917.300 bijeenkomsten gehouden
terwijl 6550 meetings voor de kin
deren zijn geleid door bekwame ver
antwoordelijke officieren.
Er zijn nu in Nederland: 10 Toe-
vluchten, 6 Werkplaatsen, 1 Arbeids
beurs, 2 Reddingshuizen, 1 Landko
lonie, 2 Barmhartigheidsposten, 1
Ziekenverpleging, 1 Rustoord en 74
Korpsen voor geestelijk werk, waar
mede in verband 319 officieren en
helpers aan het werk zijn.
Eiken avond van de Zelfverlooche-
ningsweek zai als altijd in elk korp3
van ons land een bijeenkomst ge
houden worden en een bijzondere
oollekte zal d aarin gehouden worden
voor .het Zelfverloocheningfonds, bij
zondere geadresseerde enveloppen zijn
rondgebracht in de voornaamste stra
ten van alle steden in de provinciën
en ook in Ameterdam.
Oud-Hollandt.
Oud Roll. Nieust. weet me le te
deelen, dat Oud-Hollandt na 1 No
vember niet zal blijven voortbestaan.
„Troosten wy or.s met de gedachte
dat sy sal leeven oook na haren
ondergangk in eene aengename her-
inneringhe by inwoonders so wel als
by vremden en dat een plotselinghe
doodt vry verheevener is dan een
kwynend voortbestaea", zegt de re
dactie. Zoo zij het!
De diamantbewerkers te
Amsterdam.
Maandagmorgen kwamen de dia
mantbewerkers in groote getale bij
een op het Jonas Daniël Meijer-
plein om een wandeling door de stad
te maken.
Kaar het engelseh
van
MAX PEMBERTON.
43)
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK XHI.
Het gevecht.
„Irwin, lieve man 1" zeide zij, „ik mag je niet vra
gen hier te blijven moge God je tot my doen terug-
keeren 1"
Als antwoord nam ik haar in mijne armen en hield
haar zoo vast en na haar herhaaldelijk te hebben ge
kust begaven wij beiden ons naar buiten, waar allen op
het grasveld verzameld stonden.
Ongeveer veertig mannen waren komen aansnellen,
sommigen van de wachtposten op de heuvels, eenigen
uit de barakken en uit de stad en allen wisten zij wat
mede te deelen. Het grootste aantal hunner had echter
geen wapens, en de geweren, die wjj bezaten, waren
reeds lang uitgedeeld.
Het gevaar en het door elkaar spreken, de kreten om
licht en wapenen, de bevelen en tegenbevelen, die bij de
deur gehoord werden, deden de verwarring van het
verbijsterde groepje nog toenemen.
Terwijl velen heen en weer liepen om wapens te zoe
ken waarmee zij zich zouden kunnen verdedigen, rie
pen anderen dat wij de grot moesten opzoeken, ande
ren weer, dat wij de vrouwen naar de heuvels moesten
brengen. Overal was de paniek groot tengevolge van
den waanzinnigen angst. De vrouwen, uit haar slaap
opgeschrikt om onmiddellijk een dergelijk afschuwelijk
schouwspel en geschreeuw waar te nemen, hadden geen
ooren voor raad en troost. Sommigen namen hare kin
deren in de armen en vluchtten snikkend naar de
hoogtenanderen hurkten neer bij de vuren in de grot
en smeekten om hen dood te schieten, sommigen ba
den zenuwachtig, anderen weer zwegen in baar wan
hoop. En te midden van de ontsteltenis kwamen drie
soldaten aanrijden met de mededeeling, dat ai de on
vertrouwbare eilandbewoners, ma.r in hoofdzaak de
mannen, die in de mynen hadden gewerkt en de lei
ders der ontevredenen van de maand van het beleg, zich
by de gevangenen hadden sangesloten en in de stad en
het kamp bezig waren met moorden en branden.
Tot dusverre had ik geen woord van den graaf ge
hoord, die in ons midden als verbijsterd stond. Maar
bij het vernemen (dat velen der zijnen zioh ook tegen
hem hadden gekeerd, soheen hy te ontwaken en sprak
hy de aanwezigen toe:
„Mannen!" zeide hij, „ge hebt gehoord wat er gezegd
is. Wilt ge u als weerlooze dieren laten dooden met
uwe vrouwen, die op u rekenen, of wilt ge veohten
voor God en een goed werk
Zij antwoordden, dat zij zich lisver dood wilden vech
ten en velen, die eerst raddoos van angst waren,
schaarden zich nu rondom hem als kinderen, luisterend
naar zijne woorden.
„Geef daarvan dan het bewijs," zeide hij, „en de
Heer behoede ons allen 1 Laten degenen, die geweren
hebben zich opstellen op het platform van het groote
vertrek; de anderen vormen eene tweede lijn voor de
vrouwen, terwijl wij hen in veiligheid brengen. Kapi
tein Adam, ik leken op u; mannen op u vertrouw ik."
Het was merkwaardig om te zien, welk een invloed
de moed van een man bij deze woorden bleek te heb
ben, zoodat weldra alle veertig dien moed deelden. De
behoefte aan koele hoofden en vlugge handen was dan
ook bizonier groot.
Terwijl wij op den heuvel stonden en ik, wat mij
betreft, er aan dacht Fortune bij m;j te houden, was de
stad beneden het tooneel van een bloedbad en plunde
ring geworden.
In het helle lioht der brandende huizen konden wij
de duivels aan liun werk ziensommigen liepen met
fakkels rond om de gebouwen ia brand te steken, an
deren vervolgden de ongelukkigen, die uit hun slaip
waren gewekt doordat zij het mes op hun keel voel
den sommigen sneden en verminkten de lijken der
dooden, anderen sleepten kisten met drank weg, die
brandende over den weg stroomde. Het geraas van bij
het krakende hout en de springende ruiten veegde zich
het knallen der geweersohoten, de wanhopige kreten
om genade, het doordringende gillen der vrouwen, het
luidruchtige geschreeuw der mannen.
De stad brandde bijna van het begin tot het einde.
Men kon iederen boom van het bosch onderscheiden;
het diohterbij gelegen park was verlicht door den roo-
den gloed, zoodat de vijver daarin een vijver vol bloed
scheen te zijn. En toen ten slotte het snel zich versprei
dende vuur het hoofdgebouw aantastte en de vlammen
uit het dak en de ramen barstten had de bloedige
chaos zijn hoogte punt bereikt.
Zooals ik gezegd heb sloegen wij dit schouwspel
gademaar niettemin werd onze arbeid geen oogen-
blik vertraagd. Terwijl ia de stad beneden ons de on-
geb ndenheid toenam, de straten van bloed stroomden
de huizen ineenstortten en de menschen dronken
waren van bloeddorst en drank, stelden wij de vrouwen
zooveel mogelijk gerust en verdeelden de wapens, die
wij konden vinden.
Ik kon de gedachte niet van mij zetten welk een
noodlottige omstandigheid het was, dat juist ia dezen
nacht van wapenstilstand de meeste vertrouwbare man
nen nair hunne woningen wa-en teruggekeerd en een
aantal vrouwen met zich hadden genomen, die naar
lucht en vrijheid verlangden. Ik mocht er niet aan
twijfelen, dat dezen allen gedood waren zonder zioh
te hebben kunnen verdedigenwij konden tenminste
ons leven geven voor hen, die op ons vertrouwden.
Ik geloof ook niet, dat er onder de mannen, die hier
wachtten met droefheid in hoofd en hart waren, die
meenden nog een dag ja nog een uur meer te
leven.
Wat mij betreft ik kan u niet zeggen welke droeve
gedaohten my bezighielden. Had ik alleen gestaan dan
had ik gebeefd kunnen hebben by het denkbeeld wat
er gebeuren zou, maar met myne jonge vrouw naast
mij, hare koude hand in de myue en haar bleek gelaat