Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ■igoairenmwi niwiwaaa 'jkxrrxsó^BKrvxmxr: Wij en onze Dieren. FEUILLETON. De onneembare Stad. No. 3758 13a Jaargang "Woensdag 2 October 1895. HAARLEM'S DARBLAD "Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bi-' Al)0l™ement aanzienlijk rabat. gemeente), per 3 maanden1.30 Reclames 20 Cent per regel. Franco door het gelieele Rijk, per 3 maanden1.65 k3' &T AfzondeiTjke nummers 0 05 'i [u flMlli-r J j Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem j per *3 nmndeii! TIL "„0.30 ïMj^du u „i g""»""1?- J-)ir '■'lad versehynt dageliiks, behalve op Zon- en Feestdagen. -- de «"«reken en franco per post087% Bureaux. Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor int BitiUnland: Compagnie Generale de Publicité Etrangire G. L. BAUBE d Co. JOHX F. JOXES. Sim.. Parijs Uil,is Faubourg Umthmrtre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schalm, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN', bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarjldam, C. HaRTEN'DORP Zondvoort, .T. ZWEMMER: Vetsen, L. KNUSIJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUXGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aen. In het wielerblad de Kampioen maakte dezer dagen een inzender de opmerking dat, naar het hem voor kwam, zeker graag alle paarden die zware vrachten moeten trekken, 'zelf moord zouden plegen zoo ze maar wisten hoe ze het aan moesten leggen. Over deze interessante quaestie heb ben wij, evenmin als de inzender bo vengenoemd, het paardenras zelf kun nen in terviewen, maar toch komt ons zijn uitdrukking overdreven voor. Het paard is immers gebouwd op het trekken van zware vrachten, bet is door eeuwenlange trekdiensten van zijn voorgeslacht daartoe als 'tware voorbereid. De man (of is 't een jong- mensch 1) die in de Kampioen zooveel medelijden had met het paard, be gaat een fout die niet zei Jen gemaakt wordt. Terwijl hij het paard al zijn krachten ziet inspannen om de zware vracht voort te tiekken, stelt hij on bewust zichzelven in de plaats van het dier en redeneert aldus„ik zou niet graag in de plaats van dat paard wezen" en daarna„wat is dat paard toch te beklagenEn daarmee trapt hij weg op zijn gemakkelijk rijwiel, haalt thuis gekomen pen enlpapier voor den dag en schrijft, door mede lijden bewogen, een treurzang over het lot van 't arme paard. Van dergelijke gemoedsopwellingen kan de inzender nog plezier hebben. Straks voelt hij innig medelijden met een varken omdat het uit een lom pen trog zoo'n raar geel mengsel slobbertmet een schaap omdat het zoo'n dikke vacht moet meetorsen, met een kikker omdat hij zoo'n leelijk geluid maakt. Ei, wat teerhartigheid! Geef het varken onze menschenko3t eens te proeven: als het spoeling ziet zal het daaraan de vocr'seur ge ven en vraag eens aan 't schaap of de vacht hem hindert. Dit alles schijnt van zelf te spreken. „Natuurlijk," zoo zal men zeggen, „een dier is geen mensch en moet dus naar een anderen maatstaf beoordeeld worden." Dat zegt men wel, maar doet het daarom niet. Kijk maar eens naar de aangekleede hondjes en naar de poesjes, die allerlei liflafjes te eten krijgen en behandeld worden als mensohen. Een hond heeft geen last van de kou en verlangt niet naar een stuk taart met rum, voordat men hem een broekje aangetrokken en aan die lek kernij gewend heeft. Dat iemand die een kikker ziet bij zichzelven denkt: „wanneer ik met bet denkvermogen zooals ik dat nu heb, in een kikker werd veranderd, dan zou ik toch veel liever dood zijn, dan dat ik den heelen dag op een kluitje zaten „kwak" riep, is heel begrijpelijk, maar wanneer een paard van een vrachtwagen een wielrijder ziet, denkt het dier misschien„daar gaat weer zoo'n arme menschwat schopt hij hard met.' zijn beenen op die wielen en wat wordt hij er warm vanik zou niet willeD, dat ik een mensch was Het paard zou daarbij vergeten, dat hij als hij mensch was geworden, even gemakkelijk ala ieder ander mensch met een rijw'el zou kunnen leeren om gaan, wat hem nu als paard denkende wel als een wonder van acrobatiek moet voorkomen. Een dier moet beschouwd worden als een dier en wie dat niet doet, loopt gevaar sentimenteel te worden en aan dierenvertroeteling te gaan doen. Iets anders is het evenwel om een dier eenvoudig te beschouwen als een voor werp, d it men in geen enkel opzicht h' ett te ontzien. Laat een paard maar vrachten voorttrekken, dat zal hem geen kwaad doen, maar geef hem geen vrachten die te zwaar zijn. Er zijn er die lachen, wanneer er gesproken wordt van vereenigingen tegen het mishandelen van dieren, maar als men hun vraagt„is u dan een v oretander van het mis handelen van dieren dan zeggen ze „neen, neen, volstrekt niet. Ik zal geen beest kwaad doen." "Waarom sluiten ze zich dan niet bij bestaande vereenigingen aan? Of meenen zij misschien dat het niet meer noodig is en de beesten niet meer mishandeld worden Laten ze dan eens letten op de veel te zvare vrachten, die in onze eigen straten paarden dikwijls te trekken hebben en op de schandelijke mishandeling, die honden voor de hondenkarren ondergaangeef eens acht op de ma nier waarop koeien en kalveren dik wijls worden getransporteerd. Mishandelingen tegengaan wil na tuurlijk ieder weidenkend mensch. Toch blijkt er in ons land weinig van algemtene belangstelling in ver eenigingen die het kwaad stelselma tig willen tegeugaan. In Eogelaniis dat andere. Daar heeft men een „Royal Society for the prevention of cruelty to Animals (Koninklijke vereeniging tot voorkoming van wreedheid jegens dierer.) die den her tog van York tot voorzitter en 21 leden van het Koninklijk Huis tot beschermers heeft. Dat ineen groot rijk als Engeland, het aantal leden en donateurs zeer j belangrijk is, zou tegenover ons kleine landje nog geen bewijs zijn j van de sympathie waarin devereeni-j ging zied in Eageland verheugt, j maar wat zegt men er dan van dat1 haar alleen in 1894 niet minder dan I 24 legaten werden geschonken, tot: een bedrag van f144 000? Laat men niet meenen, dat de En-J gelachen wreeder zijn tegenover de i dieren dan wij. In dat opzicht zijn zeker wel alle volkeren gelijk en in onze onmiddellijke omgeving is waarlijk nog vaak genoeg dierenmis handeling te zien geen opzettelij ke missohien maar die begonnen is een onnadenkendheid en daarna voortgezet uit gewoonte. Het beest heeft er daarom evenwel niet minder pijn van. Het tegengaan van mishandeling geen sentimentaliteit maar de plioht van ieder mensoh. 't Is maar jammer dat velen de mishandeling niet meer zien omdat ze zoo tot ge woonte is geworden, dat men er niet meer op let. Dat is o. a. het geval bij het door paarden doen trekken van te zware vrachten. Dat komt, helaas, dagelijks voor en trekt daar om de aandaoht niet meer. Alleen helpt het niet veel of ieder daar voor zioh heen over prut telt. Wie dierenmishandeling ernstig wil helpen tegengaan, steune moreel en als 't kan financieel do vereeni gingen die zich dit ten doel stellen. Ook financieel, want het is nu een maal zoo dat in onze maatschappij niets kan gesohieden zonder geld. Politiek Overzicht. Wij zijn nu in den tijd van de begrootirgen, zoowel in binnen- als buitenland. Gelukkig dat de meeste wetgevende lichamen eenigen tijd rust hebben genoten om zich nu ver- frischt naar geest in de drocge be- grootingsbecijferingen te verdiepen. Verschenen is o. a. de begrooting' voor 1896 van Hongarije. Zij geeft i aan voor gewone uitgaven 437,366,347 fl., of 16,293,649 fl. meer dan over 1S95 Gewone ontvangsten 462,644,100 fl., of 16,529,069 fl. meer dan over j 1895. De buitengewone uitgaven worden I begroot op&35,620.897 fl. en de bui-! tengewone ontvangsten op 10,420,298 fl. De ontvangsten zouden dus in haar geheel 77154 fl. meer bedragen dan het totaal der uitgaven. Het overschot van de ontvangsten van het vorig jaar bedroeg 22196 fl. De hoDgaareche minister van finan ciën deelde in eene toespraak tot de begrootingöoommissie mede, dat de regeering op net pui t is de munt- quae3tie en die van de belasting op het verbruik op te lossen. Het gerucht dat een aantal chi- neesohe officieren dienst zouden nemen in het russische leger, wordt bevestigd. De czaar heeft vergunning gegeven dat 125 offio eren uit het Hemelsche Rijk drie jaren in het russische leger de westersche krijgs kunde kunnen leeren. Tevens zullen 50 chineesohe ca ietten in de miliiaire scholen in Rusland hunne opleiding ontvangen. Het dreigen van Engeland tegen-j over China met een ultimatum heeft goed geholpen. Het officiëele blad te Peking heeft ten minste reeds eeni decreet afgekondigd, dat de onderko- ning van Szetjoeiin van zijn post is ontzet, daar hij de europeesche zen delingen niet heeft beschermd. Dit. was ook de in het ultimatum gestelde1 eisch van Engeland. Aangemoedigd door dit suooes schijnt Engeland cok krachtiger te! gaan ioptreden tegen Turkije en wel; met het oog, op het dralen der Portei in zake de aruienische quaestie. Rij I Lemnos is tenminste het Middelland- sche zee-eskader bijeengekomen. Van andere zijde wordt eohter beweer I, dat in den staat van zaken betref fende Armenië de laatste dagen geen verandering is gekomen. Te Antioche in Armenië is het tot een gevecht gekomen tusschen de Armeniërs en öe Turken, die volgens de berichten door eenige overheids personen tegen de Armeniërs zouden zijn opgeruid door de bewering, dat dezen van zins waren de geheele Mahomedaansche bevolking te ver moorden. Tien Armeniërs werden gedood of gewond. Nu generaal Baratieri in Erythraea is teruggekeerd, gewagen de Ro- msinsche bladen van een ophanden rijnden veldtocht. Men beweert dat de Ras Mangascha, een vazal van Ren Negus van Abyssinië en oppor- hoofd van de provincie Tigré, den oorlog wil en de bevolking tegen Italië opruit. Eenige bladen" verlan gen een snel en beslissend optreden voordat de Negus zijnen vazal kan te hulp komenals de Ras Manga scba eeist ten onder gebracht was, sou het conflict met den Negus ge- makelijker opgelost worden. De Riforma verneemt zelfs uit As mara, dat alles gereed is om den Rss ^langascha aan te vallen en dat de pperatiëa onmiddellijk zullen aan vangen. Aan dit bericht wordt te Rome door welingelichte personen chter geen geloof geslagen, omdat yolgens ben de ItaÜaansche regeering rfiet voornemens i3, de vijandelijk heden te beginnen. Uit Cuba is de laatste dagen wei nig nieuws gekomen. AU en de Times maakt nog melding van een paar schermutselingen tusschen de Span- ja arden en de Separatisten en van de landing van twee korpsen Cuba nen aan de oostkust. Het blijkt nader dat op het leven van den Japanschen ministerpresident I o geen aanslag is gepleegd. Wel is tereebtertijd eensamenzwering tegen hem ontdekt. De japansche regeering heeft, naar Reuter meldt, nog geen antwoord gegeven op de laatste voorstellen van Rusland en Frankrijk betreffende de ontruiming van het Liautong-schier- eiland. Een telegram der Novoya Vreirya uit Vladivostock meldt, dat nadat de nieuwbenoemde Japansche gezant, de heer Miura in Korea te Seoul aangekomen en door den koning ont vangen wap, de afgetreden gezant graal Iaonye in het midden van September vertrokken is. Er zouden volgens het blad in Korea gewich tige dingen op handen zijn; het aan zien van Japan zou zeer zijn gedaald. STADSNIEUWS. Haarlem, 1 October. Posterijon. De directeur van het postkantoor alher getft hierbij kennis, dat de dienstlijsten waarop s aan vermeld de uren van vertrek der verschil lende posten gedurende den winter- dienst op de spoorwegen, vanaf he den verkrijgbaar zijn ten postkantore tegen betaling van 10 cents. Maandagavond werd vanwege de afd. Haarlem van de Ned. Ver. van Spoorweg ambtenaren in een der zalen van café Brinkmann eene gezellige bijeenkomst gegeven, waarop door den heer L. Janseu Fan. een viertal stukjes werden voorgedragen, t.w. „Lena", van Werumëus Beuning, „Een bestelling van het hof' van Jan C. de Vos, „Een heel lieve verras sing"' van Justus van Maurik Jr. en „Een massagekuur" van denzelfde, 't Waren, zooals men ziet, stukjes van ter goeder naam bekend staande schrijvers en de heer Jansen wist ze met veel talent voor te dragen, zoodat het vrij talrijk auditorium, waaronder vele dames, menigmaléu een lach niet onderdrukken kon. In éen woord 't was een recht gezellige avond, waarop velen met genoegen zullen terugzien en die hen naar eene her haling er van zal doen verlangen. Weldadigheid naar Vermogen. Maandelijksch overzicht der uitga ven van de vereeniging. Aan behoeftigen werd in Nov., Dec., Jan., FebrMaart, April Mei, Juni, Juli, Aug. en Sept. na onderzoek uit gereikt Aan brood en levensmiddelen Nov. '94 f 481.08*. Dec. '94 f586.01. Jan. '95 f 677,05, Febr. '95 1 660.69,. Maart i 539.83», April 191,20,. Mei f210,28, Juni f217,78», Juli 1173.58». Augus tus f 146 86 en Sept. f 1S9.13, totaal van 1 Nov. '94 tot 30 September '95 f4064.52. Aan brandstoffen f62,98, f214,55 f 101,16, f299 65, f31,57, f0 61, en f 1.18 totaal f711,70. Aan ligging en kleeding f68.77», f 94,82,, f 130,92*. f54.22*, f 85, f5,90, f2.20. f6,f3,60 en f5.90, totaal f407,35. In geld f965.45, f 1057,91, f1176,65s 11156.70, f 839,02», f484,45, f505.52, f503.07*. f467.35, f360.20 en 1424.30, totaal f7940.63». Totaal in Nov. '94 f 1578,29 in Dec. '94 f 1953.29», in Jan. '95 12085.78* in Febr. '95 f2171.27, in Mrt. f 1445.43, in April '95 f682.16», in Mei 1719,184, in Juni f726.86, in Juli 1644.53% in Augustus f507.0S, in September f610 33. Totaal van 1 Nov. '94 tot 30 Sspt. '95 f 13124,20*. Bovendien werd eene groote hoe veelheid ten geschenke ontvangen kleedingstukken, brandstoffen, enz. uitgereikt. Gedurende de maand September zijn op de Aardappelen- en Botermarkt alhier. mm. varïoclit laaïsiekooïs.Di. Boter 629 Kg. 629 Kg. f 1 20 f 1,40 Biggen 709 st. 561 st. f2.50 f8, Schramm. 383 st. 329 st. f5.f 18, Aardapp.2266HL.1887 HL. 1,20 f3.— Appelen 1564HL. 1377 HL. f 1.— f5.— Peren 1332 H.L. 1205 H.L. f 1.50 f9.— Zie vervolg Stadsnieuws de pagina. BINNENLAND. Leger de3 Heils. Het Leger des Heils maakt zich gereed tot het houden van zijne Week van Gebed en Zelfverloochening, die in Nederland zal gehouden worden van den 6den tot en met den 12ien October. Elk lid van het Leger zoowel jals elke vriend van zijn inrichtingen l wordt gevraagd voor deze week zich j eenige of alle overtollige weelde te ontzeggen en in sommige gevallen besluiten zelfs officieren en soldaten rich vrijwillig uitgaven te ontzeggen, die in de meeste gevallen als nood zakelijk beschouwd wordvn, zoodoende gelden bijeen te brenzen om het Leger te steunen in zijn vele, verschillende afdeelingen. Gedurende de laatsfe 12 maanden zijn vele nieuwe aideelingen en uit breidingen tot stand s e komen. De maatschappelijke Afdeeling heeft hare grenzen verwijd en een Landkolonie is in wording en als een natuurlijk gevolg van al die uitbreidingen wor den de fondsen voortdurend sterker aangesproken. Nieuwe en bijzondere pogingen zijn in het werk gesteld tot opheffing van de gevallenen, een Ziekenverpleging is geopend te Am sterdam en Barmhartigheidspcsten zijn in die Btad en in Utrecht inge richt: al drze gewaardeerde inrich tingen worden beheerd door mannen en vrouwen, die goede betrekkingen hebben verlaten, anderen hebben bun tehuis van weelde verlaten om te werken onder de armen en de onge- lukkigen, blijmoedig zich nacu en dag wijdende aan hun plicht zonder te vragen naar belooning ot gemak. Het leger (schonk gedurende de wintermaanden aan de arme kinde ren duizenden ontbijten per week en aan de onbehuisden eveneens i 127.451 maaltijden en slaapgelegen- heden gedurende het jaarover de 1100 gevallen vrouwen z.jn opgeno- i men en voor haar welzijn is zorg j gedragen ia de Reddingshuizen te Amsterdam en te Hilligersberg. In het afgeloopen jaar zijn niet minder dan 917.300 bijeenkomsten gehouden terwijl 6550 meetings voor de kin deren zijn geleid door bekwame ver antwoordelijke officieren. Er zijn nu in Nederland: 10 Toe- vluchten, 6 Werkplaatsen, 1 Arbeids beurs, 2 Reddingshuizen, 1 Landko lonie, 2 Barmhartigheidsposten, 1 Ziekenverpleging, 1 Rustoord en 74 Korpsen voor geestelijk werk, waar mede in verband 319 officieren en helpers aan het werk zijn. Eiken avond van de Zelfverlooche- ningsweek zai als altijd in elk korp3 van ons land een bijeenkomst ge houden worden en een bijzondere oollekte zal d aarin gehouden worden voor .het Zelfverloocheningfonds, bij zondere geadresseerde enveloppen zijn rondgebracht in de voornaamste stra ten van alle steden in de provinciën en ook in Ameterdam. Oud-Hollandt. Oud Roll. Nieust. weet me le te deelen, dat Oud-Hollandt na 1 No vember niet zal blijven voortbestaan. „Troosten wy or.s met de gedachte dat sy sal leeven oook na haren ondergangk in eene aengename her- inneringhe by inwoonders so wel als by vremden en dat een plotselinghe doodt vry verheevener is dan een kwynend voortbestaea", zegt de re dactie. Zoo zij het! De diamantbewerkers te Amsterdam. Maandagmorgen kwamen de dia mantbewerkers in groote getale bij een op het Jonas Daniël Meijer- plein om een wandeling door de stad te maken. Kaar het engelseh van MAX PEMBERTON. 43) TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK XHI. Het gevecht. „Irwin, lieve man 1" zeide zij, „ik mag je niet vra gen hier te blijven moge God je tot my doen terug- keeren 1" Als antwoord nam ik haar in mijne armen en hield haar zoo vast en na haar herhaaldelijk te hebben ge kust begaven wij beiden ons naar buiten, waar allen op het grasveld verzameld stonden. Ongeveer veertig mannen waren komen aansnellen, sommigen van de wachtposten op de heuvels, eenigen uit de barakken en uit de stad en allen wisten zij wat mede te deelen. Het grootste aantal hunner had echter geen wapens, en de geweren, die wjj bezaten, waren reeds lang uitgedeeld. Het gevaar en het door elkaar spreken, de kreten om licht en wapenen, de bevelen en tegenbevelen, die bij de deur gehoord werden, deden de verwarring van het verbijsterde groepje nog toenemen. Terwijl velen heen en weer liepen om wapens te zoe ken waarmee zij zich zouden kunnen verdedigen, rie pen anderen dat wij de grot moesten opzoeken, ande ren weer, dat wij de vrouwen naar de heuvels moesten brengen. Overal was de paniek groot tengevolge van den waanzinnigen angst. De vrouwen, uit haar slaap opgeschrikt om onmiddellijk een dergelijk afschuwelijk schouwspel en geschreeuw waar te nemen, hadden geen ooren voor raad en troost. Sommigen namen hare kin deren in de armen en vluchtten snikkend naar de hoogtenanderen hurkten neer bij de vuren in de grot en smeekten om hen dood te schieten, sommigen ba den zenuwachtig, anderen weer zwegen in baar wan hoop. En te midden van de ontsteltenis kwamen drie soldaten aanrijden met de mededeeling, dat ai de on vertrouwbare eilandbewoners, ma.r in hoofdzaak de mannen, die in de mynen hadden gewerkt en de lei ders der ontevredenen van de maand van het beleg, zich by de gevangenen hadden sangesloten en in de stad en het kamp bezig waren met moorden en branden. Tot dusverre had ik geen woord van den graaf ge hoord, die in ons midden als verbijsterd stond. Maar bij het vernemen (dat velen der zijnen zioh ook tegen hem hadden gekeerd, soheen hy te ontwaken en sprak hy de aanwezigen toe: „Mannen!" zeide hij, „ge hebt gehoord wat er gezegd is. Wilt ge u als weerlooze dieren laten dooden met uwe vrouwen, die op u rekenen, of wilt ge veohten voor God en een goed werk Zij antwoordden, dat zij zich lisver dood wilden vech ten en velen, die eerst raddoos van angst waren, schaarden zich nu rondom hem als kinderen, luisterend naar zijne woorden. „Geef daarvan dan het bewijs," zeide hij, „en de Heer behoede ons allen 1 Laten degenen, die geweren hebben zich opstellen op het platform van het groote vertrek; de anderen vormen eene tweede lijn voor de vrouwen, terwijl wij hen in veiligheid brengen. Kapi tein Adam, ik leken op u; mannen op u vertrouw ik." Het was merkwaardig om te zien, welk een invloed de moed van een man bij deze woorden bleek te heb ben, zoodat weldra alle veertig dien moed deelden. De behoefte aan koele hoofden en vlugge handen was dan ook bizonier groot. Terwijl wij op den heuvel stonden en ik, wat mij betreft, er aan dacht Fortune bij m;j te houden, was de stad beneden het tooneel van een bloedbad en plunde ring geworden. In het helle lioht der brandende huizen konden wij de duivels aan liun werk ziensommigen liepen met fakkels rond om de gebouwen ia brand te steken, an deren vervolgden de ongelukkigen, die uit hun slaip waren gewekt doordat zij het mes op hun keel voel den sommigen sneden en verminkten de lijken der dooden, anderen sleepten kisten met drank weg, die brandende over den weg stroomde. Het geraas van bij het krakende hout en de springende ruiten veegde zich het knallen der geweersohoten, de wanhopige kreten om genade, het doordringende gillen der vrouwen, het luidruchtige geschreeuw der mannen. De stad brandde bijna van het begin tot het einde. Men kon iederen boom van het bosch onderscheiden; het diohterbij gelegen park was verlicht door den roo- den gloed, zoodat de vijver daarin een vijver vol bloed scheen te zijn. En toen ten slotte het snel zich versprei dende vuur het hoofdgebouw aantastte en de vlammen uit het dak en de ramen barstten had de bloedige chaos zijn hoogte punt bereikt. Zooals ik gezegd heb sloegen wij dit schouwspel gademaar niettemin werd onze arbeid geen oogen- blik vertraagd. Terwijl ia de stad beneden ons de on- geb ndenheid toenam, de straten van bloed stroomden de huizen ineenstortten en de menschen dronken waren van bloeddorst en drank, stelden wij de vrouwen zooveel mogelijk gerust en verdeelden de wapens, die wij konden vinden. Ik kon de gedachte niet van mij zetten welk een noodlottige omstandigheid het was, dat juist ia dezen nacht van wapenstilstand de meeste vertrouwbare man nen nair hunne woningen wa-en teruggekeerd en een aantal vrouwen met zich hadden genomen, die naar lucht en vrijheid verlangden. Ik mocht er niet aan twijfelen, dat dezen allen gedood waren zonder zioh te hebben kunnen verdedigenwij konden tenminste ons leven geven voor hen, die op ons vertrouwden. Ik geloof ook niet, dat er onder de mannen, die hier wachtten met droefheid in hoofd en hart waren, die meenden nog een dag ja nog een uur meer te leven. Wat mij betreft ik kan u niet zeggen welke droeve gedaohten my bezighielden. Had ik alleen gestaan dan had ik gebeefd kunnen hebben by het denkbeeld wat er gebeuren zou, maar met myne jonge vrouw naast mij, hare koude hand in de myue en haar bleek gelaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1