AUFLUUTffl.
Voor osizö ïeisters.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J. C.
FEUILLETON.
a' 13a Jaargang
Dinsdag 15 October 1895.
No. 3769
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOTnsTBMElSrTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. „1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
ADVERTBlTTIBlSr:
i 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, jbij de TolRaar lemmer meer, C. JDOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP
Tiandvoort, J. ZWEMMER; Vel sen, L. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE!, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
BILJETTEK voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen etc kan men
ter Stoomdrukkerij vai» dit (glad
tot hoogst billijken pi ,js laten
drukken.
Klcuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
j. c.
Bovengenoemde Oleographiën kun
nen weder tegen afgifte van den Bon
en betaling van f 0,25 voor de twee,
aan het Bureau worden afgehaald.
De Directeur Uitgever,
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd:
De begrafenis van Pasteur (3 af b.)
1. Het vertrek van den lijkstoet.
2. Het uitdragen van de lijkkist
uit het instituut-Pasteur.
3. M. Poiacaré, minister van bin-
nenl. zaken, eene rede uitsprekende
na de godsdienstige pleohtigheid.
Omnium II* winner van den „Grand
Prix" te Longchamps.
De expeditie van Madagascar (11
platen).
1. Het vervoer der gewonde solda
ten bij het optrekken van generaal
Duchesne naar Tanatanarivo van de
oostzijde.
2. Panorama op Tananarivo van de
oostzijde.
3. Eene straat in Tananarivo.
4. Een gezicht op een hoog gedeelte
van Tananarivo.
5. Prins Rahomatra, hoofd van de
troepen der Hova's.
6. Gebouw van den Franschen
resident-generaal te Antanarivo zuid
gevel.
7. De werkkamer van den resi^
dent.
8. De groote receptie-salon in het
gebouw.
9. Ranavalo IU, koningin van Ma
dagascar.
10 Ingang van het paviljoen be
woond door de koningin van Mada
gascar.
11. De galeislaven te Antanarivo
aan het werk.
Kermistypen te Puteaux, nabij
Parijs.
Norwich in vogelvlucht.
Een moeilijke tocht.
Op jacht.
Ophijsohen van torpedo's.
Eone manoeuvre van zee cadetten.
Een muziekgezelschap in de haven
van Napels bij een Australischen
maibtoomer.
Italiaansche waschvrouw (uit „Ei
gen Haard").
Een Chïneesoh bruidspaar.
Manoeuvres van land-en zeemacht
gehouden in het Zuiderfrontier, Sep-
ter 1895 (5 afb.)
1. Ververschingstent.
2. Seinpost.
3. Loopgraven.
4. Veldkeuken.
5. Het inpakken der planjes.
Politieke platen en portretten.
Politiek Overzicht.
Wij hebben reeds gemeld, dat de
Armeniërs, die zioh in hunne kerken
te Konstantinopel halden verscholen,
eindelijk zoo verstandig zijn geweest,
die op herhaald aandringen te ver
laten en hunne vrees te laten varen.
Zij schijnen hiertoe eerst te zijn over
gegaan na herhaald aandringen van
de dragomans der gezanten van de
zes groote europeesche mogendheden.
De eerste po gingen stuitten af op
den onwil en den angst der Arme
niërs, die eerst voor den aandrang
bezweken, toen de gezantschappen
lieten verklaren, dat hunne eischen
onredelijk waren en de Armeniërs
bij langer aanhouden nietop de hulp
der mogendheden behoefden^ te reke
nen. De ontruiming ging zeer orde
lijk in haar werk.
Frankrijk geniet niet alleen de eer
van het bezoek van prins Lobanoff,
den russischen minister.
Nadat deze eenigen tijd in Frank
rijk heeft vertoed en daar als Rus
natuurlijk uitstekend is ontvangen,
heeft hij zieh naar Berlijn begeven,
alwaar hij tot Woensdag blijft. Zon
dagavond was hy de gast van den
rijkskanselier. Ook zal bij een onder
houd hebben met keizer Wilhelm.
P. litieke waarde moet dit bezoek niet
hebbenalleen is het van beteekenis,
waar het geldt het wegnemen in
Duitschland van den eenigszins on-
aangenamen indruk, dien het bezoek
van den russischen minister aan
hunne fransohe naburen moest ma
ken.
De fransche minister van oorlog
ontving Zondagavond eene officieele
dépêche uit Port Louis van dien dag
met berichten van generaal Duchesne
uit Tananarivo van 1 Oot. Hij meldt
daarin het volgende
Nadat de voor- en achterhoede op
28 tn 29 Sept. in heftige gevechten
waren gewikkeld geweest, werden op
30 dezer de buitengewone versterkte
borstweringen ten oosten van Tana
narivo aangetast. Ik vormde twee
colonnes, waarvan de linker werd
aangevoerd door generaal Metzinger
en de rechter door generaal Voiron.
De aanval was heftig en werd be
moeilijkt door aanvallen op onze
achterhoede. Eerst (e 2 uur werd een
deel der vooruitgeschoven werken
ingenomen door de eerste brigade,
terwijl generaal Voiron die ten noor
den bezette. Batterijen werden toen
opgesteld in de richting van hetj
paleis on noordwaarts van de stad.
Ik gaf bevel het vuur te openen en
met het bombardement een aanvang
te maken en was juist voornemens
aan zes colonnes ce bestorming te
gelasten, toen uit de stad parlemen
tairen verschenen, met het verzoek
de vijandelijkheden te staken.
Ik stemde hierin toe, onder voor
waarde dat de stad door ons zou worden
bezet. Terwijl de batterijen met de
afdeeling van generaal Metzinger de
stad binnentrokken, bezette Voiron
de borstweringen.
Hedenoohtend deed ik mijn offici-
cieele intocht in Tananarivo en heb
er mijn hoofdkwartier gevestigd.
Reeds des avonds werd het verdrag
geteekend.
Aan onze zijde zijn 4 officieren
gewond, 3 Algerijnsche tirailleurs, 2
Aoessa's, 1 soldaat van het 200ste
regiment en 1 van het legioen gedood,
en ongeveer 5gewond.
Vier kanonnen zijn met de bajonet
genomen.
De koningin heeft reeds des avonds
het verdrag bekrachtigd. Ook is het
door de gevolmachtigden geteekend.
Verder wordt nog uit Port Louis
gemeld, dat den lOden dezer door de
franschetroepenTarafatrais genomen,
welks krijgsbedrijf een schitterend
succes wordt genoemd.
Volgens een telegram uit Massouah
zijn de troepen van Ras MaDgasja
Vrijdag op de vlucht gegaan voor de
Italiaansche troepen. Deze deden
vervolgens nog een aanval op 1300
man en versloegen ze. De vijand liet
20 dooden en ettelijke gewonden
achter, de Italianen hadden 11 dooden,
allen inboorlingen, en 30 gewonden.
De spaansche Imparcial bevat een
dépê he uit Havana, waarin het vol
gende wordt gemeld de insurgenten
maakten zien meester van een handels
vaartuig, dat door de Spaansche re
geering was gehuurd en bemand met
12 mariniers, onder bevel van een luite
nant. De insurgenten maakten een
mitrailleuse buit en verlieten daarop
het vaartuigde bemanning werd
ontwapend en verder in vrijheid
gelaten.
STAuSMËU W 8
eerste en derde pagina.
Haarlem14 October.
Naar men ons meldt is in de Don
derdagavond alhier gehouden verga
dering van het alhier bestaande
locaal-oomité voor de Vrije Universi
teit te Amsterdam, tot voorzitter ge
kozen in de plaats van den heer ds.
J. Langhout, die dezer dagen naar
Groningen vertrekt, de heer D. Ho-
genbirk. alhier.
Parklaan tot aansluiting aan den
Jansweg
2o. den hoek van de Jansstraat
aansluitende aan lijn I, Groote Markt,
Zylstraat, Zijlbrug, Zylweg tot aan
de grens der gemeente Bloemendaal
3e. de Amsterdamsche poort,
Spaarnwouderstraat, Hoogstraat tot
aan de Melkbrug
4e. het Wilsonsplein tot aan het
einde der Leidschestraat
Dit is slechts een voorloopige ken
nisgeving, maar adressanten stellen
zich voor, de uitgewerkte plannen
en teekeningen bij den Raad vóór
den 26sten Februari in te zenden en
vragen tot dien datum den voorkeur.
Voorstel van B. en W. tot goed
keuring van het door den heer W. F.
Doeglas namens de bouwvereeniging
Recht en Plicht ingediende plan tot
bebouwing met 72 woningen van een
terrein ten westen van de Oraoje-
boomstraat. Tevens stellen B. en W.
voor om afwijzend te besohikken op
een verzoek van den heer Doeglas
om in de Zonnesteeg twee huizen te
mogen verbouwen tot een hoogte,
die anderhalf maal de breedte van
die steeg te boven gaat.
Adviezen van de Comm. van
financiën.
lo. tot goedkeuring van een aan
koop door de gemeente van een aan
L. Allard behoorenden strook gronds
aan de Van Marumstraat, maar niet
voor f6.per M3. zooals gevraagd
wordt, doch voor f3.
2o. tot goedkeuring van eene ver
huring van land en water in den
Veerpolder aan A. Visser, doch voor
4 ji-.ar en 2 maanden en tot eenigs
zins lageren prijs, dan B. en W.
voorsteilen.
3o. tot goedkeuring van de be-
grootiDg voor 1896 van de d.d. schut
terij ad f8173 25, waarbij een sub
sidie uit de gemeentekas van f7953 25.
Voorstel van B. en W. om gunstig
te besohikken op een adres van den
heer C. L. M. Robbers, namens mevr.
Muller-Brands, tot het maken van
eene veranda bij een tuinhuisje van
het perceel Prinsenbolwerk 3 A-B.
Wegens het bedanken van den
heer H. C. Tombergh worden voor
de vacature in het College van zetters
voorgedragen de heeren
II. C. Louwerse Jr.
G. K. J. H. Claassen.
Naar wij vernemen hebben zich
tot deelneming aan den avondteeken-
cursus, opgericht door de haarlem-
sche Ambachtsschool, 75 jongens
spuiten juist bezig waren flink water
in de brandbare massa te werpen,
woedde het vuur het hevigst en had
ook de ten noorden aangrenzende
bleekerij van den heer Breed aan
getast.
De wind ging toen tpoelig liggen
wat een groot geluk was, aangezien
de tegenover de b'eekerij van den
heer Visser liggende boerderij en
voornamelijk de goedgevulde hooiberg
aldaar, groot gevaar liep en men bezig
was de vonken, die den hooiberg
spoedig in brand hadden kunnen zet
ten uit te dooven.
De hooiberg etc. bleef eohter ge
lukkig bespaard. By den heer Visser
schijnt de brand te zyn begonnen in
of nabij de machinekamer. Deze en de
aangrenzende droogzolders en strijk-
kamer zijn geheel uitgebrand.
De hooge schoorsteen is blijven
staan. Bij den heer Breed i9 groote
schade aangerichtde droogzolders
en strijkkamer brandden geheel uit.
Een aantal wassohen zijn een prooi
der vlammen geworden, terwijl ook
vele zijn gered.
Da burgemeester was bu'ten de
Stukken van den Raad.
Door de heeren C. J. van Vassen
en J. Korevaar P. Az. is ingediend
een gewijzigd plan tot het leggen
van eleclrische trams in de gemeente.
Het bevat 4 lijnen, die ontworpen
zijn als volgt:
le. Het Stationsplein der H. S M.
Jansweg, Jansstraat, Riviervisoh-
markt, Klokhuisplein, Damstraat,
Spaarne, Kampervest, Gasthuisvest,
Raamvest, Wilsonsplein, Wilhelmina-
straat, Zijlvest, Raaks, GedempteOude
Gracht, Zijlstraat, Nassaulaan, Nas-
sauplein, Na^saubrug, Kenaupark,
Het zijn voor een belangrijk deel
joDgens, die vakken beoefenen welke
aan de school praktisch niet worden
onderwezen en die toch aan teeken-
onderwijs behoefte hebben.
Brand te Heeme ede.
Men meldt ons uit Heemstede
Zaterdagavond tegeu twaalf uur
ontstond er alhier een zeer hevige
brand in de bleekerij van den heer
Visser aan den Bleekersvaart bij de
Heerenlaan.
Geweldig tastten de vlammen om
zich heen en legden de heele bleekerij
in een puinhoop.
Om 12!'ï uur toen de beide gemeente
De eerste spuit kon Zondagmor
gen omstreeks 8 uur inrukken.
De andere bleef daarna nog water
geven, totdat het gevaar geheel ge
weken was, omstreeks 12l/s uur.
Een woord van lof kan aan de
mannen der spuiten niet worden
onthouden, daar er zeer goed te dien
opzichte gewerkt is.
De oorzaak van den brand kan
men niet gissen.
De eigendommen van den heer
Visser waren op beurspolis en die
van den heer Breed bij de Bataaf-
sche Brandwaarborg-Maatschappij
te 's-Gravenhage verzekerd.
BINNENLAND,
Haagsehe Brieven.
XLII.
Ich weiss, sie tranken heimlick
(Wein
Und predigten öffentlioh Was er
Gij kent het versje van Heine wel.
Ik zal de laatste zijn om te beweren
dat het ook op onze Nederlandsohe
geheel-onthouders van toepassing is.
Maar toch denk ik niet gunstig over
die heeren en dames.
Ik ben noch geheel onthouder, noch
zelfs matigheidsgenootschapper, maar
ik drink niet, omdat ik spiritualiën
niets lekker vind en den moed heb,
dat overal en ronduit te verklaren.
Als ik eens, for company-sakeaan
een tlaasje oude „Volkskanker" nip,
dan behaal ik een overwinning op
myn smaak- en reukorganen. Gy
zult wel willen toegeven, dat indien
velen deden zooals ik, de drank-
quaestie voor een groot stuk zou
zijn opgelost Ieder die, op zijn wijze,
bijdraagt tot beteugeling vau drank
misbruik, of liever nog van de drank-
gewoonte, doet een verdienstelijk
j werk. Hij helpt de maatschappij beter
i worden.
En nu vind ik het zoo by uitstek
jammer, dat de geheel-onthouders
zoo exolusivistisch te werk gaan.
Hun te onzent gehouden vergadering
gaf treffende blijken van onverdraag
zaamheid. In een paar redevoeringen,
die den bijval van de meerderheid
hadden, werd zoo fulminant te velde
getrokken tegen de katholieken, dat
'twel scheen alsof draDkbestrydiLg
een van de protestantsche leerstellin
gen was. Ik zie volstrekt niet in,
wat het geloof met deze zaak heeft
te maken en het wil mij voorkomen,
dat men, de vergaderingen openende
en sluitende met een gebed dat de
tint van éen bepaalde godsdienstige
gezindheid droeg, de zaak meer
schaadt dan voordeel brengt.
Wie wil medewerken om maat
schappelijke euvels te bestryden,
misstanden weg te nemen, nnetniet
eenzijdig te werk gaan, maar toonen
een ruimen blik te hebben.
Men kan dat getuigen van de meeste
onzer philantropisohe instellingen, die
bijv. niet vragen naar het geloof van
den hulpzoekende. Zoo doet ook de
groote vereeniging Armenzorg. Er is
in den laatsten tijd veel over haar
gesproken en het heeft vooral de
aandacht getrokken, dat zy f5000,
d. w. z. een vierde gedeelte harer
inkomsten, voor administratiekosten
gebruikt. Toch vind ik het afkeu
rend oordeel hierover niet geheel
billijk bij ondervinding weetik.dat
administratiekosten in soortgelijke
vereenigingen hoog zijn. Maar aan
den anderen kant is het waar, dat
een groot deel van de ui gaven be
stemd is voor de salarieering van
bezoldigde personen, lerwyl .men,
terecht, aldus redeneert, dat wie lief
dadigheid wil uitoefenen dat moet
doen zonder eenige aanspraak op
belooning, zelfs moreele, maar ver
plicht is de payer de sa personne Be
zoldigde b ambien hebben, geloof ik,
ook niet gelegen in de bedoeling der
opriohters van Armenzorg. Maar in
dit opzicht, gelijk in menig ander, is
de vereeniging een teleurstelling ge
worden. De oorspronkelijke bedoeling
washet tegengaan van bedelarij
elk lid zou een bord aan de deur
krijgen, dat de bedelaars wel zou
afschrikken. Welnu, de bordjes wer
den zoo talrijk, dat een Franschman
i na een bezoek aan den Haag kon
J schrijven: „la familie Armenzorg pa-
rait trés répandue a la Haye"
maar de bedelaars zijn niet minder
i „trés répandus."
O k het systeem van wekelijksche
bedeeling, door Armenzorg toegepast,
heeft mijn sympathie niet. Doch dit
staat natuurlijk in verband met een
algemeene opvatting eener regeling
van armverzorging, waarvoor het
hier niet de plaats is in détails te
treden. Alleen is het wel bevreem
dend, dat de vereeniging juist geen
hulp versohaft aan de personen van
wie men zou meenen, dat zij het
meest die hulp noodig hebben, nl.
degenen die meer dan 60 jaren oud
zijn.
j En het is dus betrekkelijk jammer,
dat een nieuw gestichte vereeniging
die voor de ouderen van dagen
zorgen wil, zioh heeft beperkt tot
hen die meer dan 80 jaren oud zijn.
Tooh belooft de werkzaamheid van
het Koningin-Emma fonds zeer loo-
nend en zegenrijk ie zullen wezen.
De armverzorging, zoowel de bur-
Het kind van de heide.
door
H. Th. CHAPPUIS.
Te Berkdijk is het nacht. Dikke duisterr i3 bedekt Je
aarde. In de kwartieren der cavalerie is het stil. Alles
slaapt. Óok de gevangene. Van het peinzen en mijmeren
moede, is hij op zijn strooleger ingesluimerd. Met de
sabel in den arm staat de schildwacht voor de gevan
genis te geeuwen op zijn post. Het sTaat drie. Weldra
zal het beginnen te schemeren. „Nog een uurtje,"
denkt de man, „dan i3 't afiossen," en langzaam begint
hij weder op en neer te stappen.
Wat schuift daar onhoorbaar als een schim langs de
heg. Wat sluipt daar, stil als een muis, naar den ach
terkant der oude kapel? Een donkere gedaante is't,
doch de schildwacht ziet ze niet.
Een wijle blijft alles stil. Dan begint de gedaante zich
met ellebogeD, knieën en vuisten langzaam en voorzich
tig naar boven te werken tegen de gootpijp der kapel
open van tijd tot tijd kan een geoefend, scherp luis
terend oor het geluid opvaDgen van een beitel of een
scherp mes, dat in de voegen van oud metselwerk wordt
gestoken.
De gedaante bereikt de dakgoot en legt zich plat op
het dak neder.
Nu wordt behoedzaam en geruisehloos een dakpan
uitgelicht en even behoedzaam en geruisehloos in de
goot gelegd. Een tweede pan volgt, en eeu derde, en
nog een. In 'tdak is tbans een gat, groot genoeg om
een mensch door te laten.
Nog altijd hoort de schildwacht nietsdoch de ge
vangene is ontwaakt. Een raadselachtig,onverklaarbaar
gedruisch heeft hem gewekt. Me' gloeiende oogen tracht
hij de duisternis te doorboren. Wat hoort hij daar toch
bij 'tdak? Zijn het ratten, die langs de zoldergeb'mten
loopen en knagen aan 'thout? Och, wat [zou het anders
kunnen wezen
Achteloos laat de jonge soldaat zich weder op zijn
strooleger vallen en sluit de oogen opnieuw.
De laatste uren van den dag en het begin van den
nacht heelt hij verkeerd in een onbeschrijfelijken staat
van twijfel en spanning. Achterdocht is zijn hart bin
nengeslopen. Tusschen hetgeen door heen gehoord en
door hem ondervonden is, den vorigen dag en dien mor
gen, is hij begonnen verband te zoeken.
Versohillende raadsels en vraagstukken zijn voor hem
bij rijper nadenken onopgelost gebleven. Dien geheelen
dag had Hanneke zich bij hem niet aan de wacht vertoond.
Toch had hij haar dit door zijn pleegvader zoo ernstig
en zoo nadrukkelijk doen verzoeken. Maar jawel 1
Geen Hanneke was komen opdagen. Toen hij het meisje
zelf later in den tuin hiervan de reden had gevraagd,
had zij aanvankelijk geaarzeld en toen een ontwijkend
antwoord gegeven. Ook den voLenden morgen had zij zich
niet op het marktplein vertoond. Toen had zij toch
stellig en zeker tijd en gelegenheii te over gshad. Doch
van Hanneke was geen spoor te ontdekken geweest._
Ocb, wel neen! Waartoe? Die wachtmeester met zijn
radde tong en zijn mooie, zilvereu strepen had haar
zoolang aan de praat gehcuien zeker, dat de tijd was
verloopen. En toen had zij zich zeker op klaarlichten
dag niet meer aan hem durven vertoonen. Ja,|zoo was
het stellig gegaan. Die wachtmeester had niet gebluft,
had niet gelasterd. Hij had slechts waarheid gespro
ken en hij Hij was zoo stom geweest dit geheele
spelletje niet te begrijpen en nog partij te trekken voor
die meid, die hem zoo goed als vergeten had. In acht
maanden had zij niets van hem gezien, en uit het oog,
uit het hart! O, stommeling, driedubbele ezel, die hij
was geweest 1
Van 'L Spoor richtte zich eensklaps op.
„Weder dat vreemde geluidNu bijna vlak boven
hem. En wat is dat? Ziet hij wel goed?" hij
wrijft zich de oogen. „Blinkt daar niet een ster door
de pannen?"
Doch tijd tot vragen heeft hij niet meer. Een eind
touw valt eensklaps naast hem neder op 't stroo. Een
zwarte gedaante glijdt er pijlsnel langs naar beneden en
komt naast he n neder op den grond, zoo dichtbij, dat
hij ze kan aanraken, dat hij ze hoort hijgen.
„Frans 1 Frans 1" fluistert een stem. Twee armen
strekken zich naar hem uit en omstrengelen zijn haie.
Een mond zoekt den zijne. Doch hij weert haar af.
„Weg slet! Laat mij losl"
„O, God, Frans 1 Jij ook al dat woord Kun jij ge-
looveu, dat
„Gelooven? Ik heb niets te gelooven. Geel antwoord.
Heelt die schoft waarheid gesproken, heeft hij je ge
zoend
„Ja."
Kortaf, flink en kordaat werd dit antwoord gegeven.
„Ga dan terug naar hem en laat mij met vrede."
„Denk jij duj, dat ik een slechte meid ben geweest
Zeg ja; en 't mes, dat ik hier in den zak heb, jaag ik
me door het hart," klonk het schier toonloos door
hartstochte ijke smart van Hanneke'slipptn 1 „Zeker!
Een kus heb ik mij door hem laten geven, omdat hij
ons had beluisterd en beloerd, hij je verraden wou en
hij dien kus vorderde tot loon voor zijn zwijgen. Nu
weet je de waarheid. Mevrouw noemde mij een slet. Jij
thans ook! 'tls wel. Last van mij zul je niet meer
hebben."
Reeds strekte Hanneke den arm uit naar het touw,
toen Frans haar vastgreep.
„Wat kwam je hier doen?"
„Vraag je dat neg? Redden kwam ik je. Van meneer
stat ik een paard. Hier vlak bij staat het aan de heg.
Klim langs dit touw door het dak, laat je zakken langs
de gcotpijp
Buiten hoorde men 't geluid van voetstappen. Had
de schildwacht onraad bespeurd? Een sleutel werd
omgedraaid in 't slot. Bliksemsnel trok Hanneke Frans
achter de deur. Deze werd geopend. De commandant
der wacht, Roben, trad, door een huzaar gevolgd, met
een lantaarn in de band het cachot binnen.
Bonsl Daar trof tem een vuistslag, dat de vonken,
hem uit de oogen spatten. De lantaarn viel op den