naar de kerk rijdende een wielryder tegemoet reed. Al zyn roepen en wenken tot stilstaan baatte niets. De wielrijder reed door, het paard sohrikte en alles ging te water. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor, wel materieele schade. Tijdelijk is te Zandvoort als onder wijzer werkzaam gesteld de heer A. Zijderveld te Haarlem. BINNENLAND. De schatkist. In de maand September is er twee ton minder in de schatkist gevloeid dan verleden jaar. Van de groep der directe belastingen is 2.2 ton, van die der indirecte belastingen 3 ton, van de loodsgelden 1 18,500 minder ontvangen. Daarentegen gaven de gezamenlijke accijnzen ruim 1 ton meer; wijzen de invoerrechten een vooruitgang aan van f 148,S00heeft de posierij f 62 700, de telegrafie f 10,800 meer afgeworpen, en staan de domeinen f 15,100 hooger. Het bij den eersten aanblik door deze cijfers verwekte vermoeden dat, on danks het lagere totaalcijfer, de uit komsten der maand over het alge meen niet eigenlijk ongunstig zyn, vindt bevestiging als men de groepen van middelen nader ontleedt. Bij de directe belastingen ligt de hoofdoor zaak der vermindering in de vermo gensbelasting. Tegen f 690 873, ver leden jaar, is hiervan thans slechts f 571,370 binnengekomen,dus f 119,500 minder. Op zich zelve aanzienlijk, is toch deze vermindering geen veront rustend verschijnsel. Ten eerste volgt, bij vergelijking met het vorige jaar, uit de „splitsing" aan den voet van het overzicht dat het bedrag, in Sep tember geïnd op rekening van het loopende dienstjaar 1895 96 nagenoeg gelijk is aan dat hetwelk in Septem ber 1894 verkregen werd voor den dienst 1894 95. Voorts blijkt uit de cyfeis over het tijdvak 1 Mei tot 30 September dat in dit jaar ontvangen is f 990,500, tegen verleden jaar f 932, 300. In aanmerking nemend dat September geen maand is. waarin een termijn van de vermogensbelas ting verschuldigd is, kau van eene inkrimping der opbrengst derhalve naar aanleiding van de bijna 2 ton, in de afgeloopen maand minder ont vangen, niet gesproken worden. By het personeel valt eenige achterlijk heid waar te nemen daar tegenover eohter staat, voor September, eene vermeerdering van f 13,400 bij de bedrijfsbelasting, terwijl bovendien nog eenige invloed is g-oefend door de vervallen patenten, op rekening waarvan in September 1894 nog een klein sommetje binnenkwam. Wat de directe belastingen betreft, daarvan heeft het successiereoht al leen f 332,000 minder afgeworpen. De zegel-rechten zija vooruitgegaan met f 10,000, de registratierechten met f 21,000van de hypotheekrech ten was de opbrengst nagenoeg de zelfde. Kan er bij deze groep van sterk sprekenden vooruitgang niet worden gewaagd, ongunstig zijn do cijfers niet. Van eenige beteekenis i zou de vermindering der loodsgelden (12.4 pet.), kunnen schijnen, vooral omdat voor dit middel het totaal over de 9 maanden ook lager is dan in 1804, maar ten eerste beloopt dit ongunstig verschil slechts 3pct. en bij de raming voor Jis de opbrengst nog f 61,000"vooruit. De aanzienlijk hoogere som, van de invoerrechten ontvangen (bijna 31 pet.), vindt klaar blijkelijk weder hare oorzaak in de nieuwe wet, welker kiachtige uitwer king ongetwijfeld als een verblydend verschijnsel mag worden gekenschetst. By het vorige jaar zijn nu de in voerrechten reeds f 296,000 vooruit, d. i. 6.6 pet. Niet alleen de eigenlyk gezegde invoerrechten, maar ook van het formaatzegel is de opbrengst stygende. Bij de accijnzen springt het eerst die op do suiker in het oog f 1,024,800 tegen f 903,300, dus ditmaal 1.2 ton meer. In verband gebraobt mot de achterlijkheid in de voorafgegane maanden, is deze stijging klaarblij kelijk een gevolg van min of meer toevallige oorzaken, waaraan geen eigenlijke beteekenis kan worden ge hecht-, van meer waarde scbyut het, naar verhouding, ruim vloeien van den accijns op wijn (f 12,400 meer), op zout (f 14,200 meer) en op bioren en accijnzen (f 23,000 meer). Het gedistilleerd vertoont ook ditmaal weder eene slinkingvoor de maand f 66,000 minder, zoodat over de 9 maanden het nadeelig ve: schil ruim 2 ton beloopt, terwijl er bij de raming voor reeds een verschil is van byna 6 6 ton. De behoedzame raming van het volgend jaar wordt door zulke cijfers gerechtvaardigd. Het bovenstaande samenvattend, kan slechts worden herhaald dat de uitkomsten van September niet bo paald ongunstig zijn te noemen. Wat de middelen betreft waarin zich eeni- germate do gang van zaken by han del en nijverheid weerspiegelt, kan ton aanzien van de meeste niet wor den geklaagd en valt by enkele zelfs van flinken vooruitgang te gewagen; voor het overige is in de afgeloopon maand het totaalcijter het sterkst be- heersoht door die middelen, bij wel ke het meest de invloed werkt van toevallige omstandigheden. Over 9 maanden heeft de schatkist f 83,538,727 ontvaogeD, of f 1,173,500 meer dan in hetzelfdo tijdvak van het vorige jaar. Maandagmiddag werd door Mr. J. E. Houwing, benoemd tot gewoon hoogleeraar in het Burgerlijk Hecht en de Burgerlijke Rechtsvordering, zijn Hocgleeraarsambt aanvaard met het uitspreken eener rede in de Aula der Universiteit te Amsterdam. Het onderwerp door spr. voor zijn rede gekozen was Wet en Reohter. Zeven jaren geledeD, begon spr., vond hij gelegenheid op to merken, dat het artikel in het Burgerlijk Wet boek, waarin het leerstuk der dwa ling is beliobaatnd, door de recht spraak stelselmatig als niet geschre ven wordt be-chouwd, en dat de rechter dit met een gerust geweten kan doen, omdat hij zioh bewust mocht zijn aan het recht te vergoe den, wat hij aan het wetboek te kort deed. Kort daarop werd de verhouding tusschen wet en reohter weder een voorwerp van hernieuwd onderzoek. Spr. betoogde dit niet alleen in de gevallen, waarvan de wet zwygt, maar ook in die waarin de wet spreekt; de leer faalt, als zou de rech ter slechts bet mondstuk des wetge vers zijn. Door anderen is er dan ook reeds op gewezen, dat sedert de invoering van ons wetboek zulk een verschil in rechtstoepassing door verschil in interpretatie is ontstaan, dat een uitlegging naar de opvattin gen van weleer, schromelijke ver warring en rechtsonzekerheid zou veroorzaken, 's Rechters taak is dus verwant aan die des wetgevershij is het levend orgaan der wet, en sohept in zekeren zin zoo goed recht ala de wetgever. Het verschil ligt hierin, dat de wetgever algemeene regels stelt en de rechter zich niet buiten de grens der feiten heeft te bewegen. De rechter is gebonden aan de wet, maar heeft op het stuk der uitlegging volslagen vrijheid. Het feit, dat de rechterlijke macht bezwijkt, wanneer de wet met het rechtsbewustzijn des volks niet in overeenstemming blijkt, is psycholo gisch te verklaren, maar niet te ver dedigen. Dagelijks leert de ervaring dat in den strijd op sociaal en ge loofsgebied door de een als hoogste gerechtigheid wordt beschouwd, wal door den ander als het schreeuwende onrecht wordt uitgekreten. Onder 1 die omstandigheid ligt het gevaar voor de hand, dat de rechter door zijn rechtsgevoel in den steek wordt gelaten; en althans door de verlie zende partij voor onrechtvaardig wordt gehouden. De geschiedenis leert, dat, waar de levensverhoudin gen zich ontwikkelen, wetten worden uitgevaardigd om ter wille der on- i partijdigheid in de plaats te treden van het objectief rechtsgevoel. Op den bodem dier wetten behoort de rechter zich dan te plaatsen. Langs den weg der analogie en interpretatie de klove tusschen wet en gerechtig heid te dempen is zijn plicht, gelijk ook die des wetgevers. Hervorming in ons B. W. is noodig en wordt dan ook niet betwist. Mei name de reactie tegen de overdre ven en eenzijdige toepassing der Man chester-leer heeft het gevoelen, dat het recht geroepen is het evenwioht te bewaren tusschen de verschillende krachten die elkaar in de maatschappij bestoken algemeen doen worden. Hier te lande wees de juristen-ver- eeniging den weg, toen zij den wet gever het recht toekende om in te grijpen in de verhoudingen door de overeenkomst der burgers in het le ven geroepen. Wetgever en rechter beiden tot de vervulling hunner taak in de gele genheid te stellen is de plicht der wetenschap. Daarom mag dezo zioh niet in wetskennis en wets-exegese oplossen. Daarom moet ook de uni versiteit den toekomstigen rechtsge leerde opwekken tot zelfstandig on derzoek en nadenken, en practisch werkende zijn oordeel en onderschei dingsvermogen ontwikkelen door de zoogenaamde juridische polikliniek. Vierde Algemeene jaarverga dering van de Vereeniging van Nederlandeche Patroons „Boaz." Heden werd te Amsterdam in het paviljoen in het Vondelpark de 4e alg. jaarverg. van do Ver. van Nederl. Patroons „Boaz" gehouden. Zij werd des voormiddags te 10' a ure door den voorzitter, den heer A. E. Van Kem pen met eene uitvoerige rede geopend. In het kort herinnerde de heer Van Kempen aan wat in het afgeloopen jaar door „Boaz" was verricht en welke resultaten men had verkregen. Vervolgens behandelde spr. de verzekering tegen werkeloosheid, welke hij een der vele droevige ver schijnselen noemde, die de veel be sproken, maar aitijd onopgeloste so ciale quaestie deden ontstaan. Ver zekering tegen werkeloosheid achtte hij nog oneindig veel belangrijker dan eene regeling in de noodige behoefte in de toestanden van ziekte, ongeval en ouderdom van den werkman, daar door verzekering tegen werkeloosheid de kosten van armenzorg zeer be langrijk zullen verminderen en de arbeider niet vernederd zal worden door het ontvangen van een aalmoes. Bovendien zal het ambacht er meer door in eere komen, daar de werk man die zijn vak verstaat, de zeker heid zal hebben, dat zijn arbeid hem op waardige wijze het levensonder houd zal verschaffen, ook al wordt hij door onvoorziene omstandigheden tijdelijk buiten werk gesteld. Het leven bij de gratie van zijn patroon houdt dan op en het discrediet waarin het ambacht is gebracht zal niet meer bestaan. Naar zijné meening schuilt de fout juist daarin, dat men de zaak niet wil. De gelden aan bedelaars gegeven, gevoegd bij die welke door den werkman onnoodig aan drank worden gegeven, zeide spr., zullen ongelwyfeld voldoende zijn om eene regeling der werkeloosheid mogelijk te maken, waarna hij mededeelde wat in Zwitser land op het gebied van verzekering tegen werkeloosheid in den laatsten tijd geschiedt. De Staat, meende sprmoet het lidmaatschap der vereeniging tot ver zekering tegen werkeloosheid ver plichtend stellen. Verzekering is mogelijk door privaat initiatief van den arbeider of wel als staatsinstelling. Arbeiders, werkgevers en verbrui kers zullen te zamen de lasten moeten dragen 1 Deze rede verwierf veel toejuiching. Daarna was aan de orde het verkiezen van 4 bestuursleden, in de plaats van de heeren H. H. van Dijk, A. van Nameü Hzn., J. G. van Schaardenburg ^n J. A. Wormser. Allen werden herkozen. Ter vervanging van den heer J. J. van Hoeken, die optrad in de plaats van den heer H. Waller, welke .zijn ontslag nam, werd gekozen de heer H. J. de Waal Malefijt. Hierna ving de pauze aan. Na de pauze leidde de heer A. Dingemanse de bespreking van het ontwerp land pacht in. Tijdens deze bijeenkomst werd nog besloten een telegram van hulde te zenden aan H.M. de Koningin-Regen tes, ia de overtuiging van de belang stelling die zij voor de vereeniging koestert. Een manifest. De R.K. werkliedenvereeniging St. Joseph te Utrecht heeft het volgende manifest vastgesteld: Manifest. Aan de werklieden van Utrecht 1 Uit naam van de achthonderd werk lieden welke de R. K. werklieden vereeniging St. Joseph telt, achten wij ons verplicht te protesteeren tegen de daad van lichtzinnigheid en dwin gelandij waaraan de afdeeling Utrecht van den Ned. Tabakbewerkers Bond zich alhier heeft schuldig gemaakt. By den heer Jac. Schuit, firma Ypes en Posthumus, is eene werk staking geproclameerd op losse ver moedens steunend. Wij protesteeren omdat de staking van Amsterdam eene oorlogsverkla ring is aan alle vereenigingen en orga nisaties. Wij protesteeron omdat de werk man het onvervreemdbaar recht heeft zich te vereenigen zonder dien Bond. Wij protesteeren tegen het broo deloos maken van hen, die hunne heilige overtuiging vasthouden. In naam van vrijheid en recht. Namens het bestuur, A. J. O VERDIJK, Th. DE WIT. Naar men mededeelt heeft jl. Zater dag te 's Gravenhage een combinatie haar beslag gekregen tot bebouwing van het uitgestrekte, thans nog als weiland gebruikte terrein, gelegen achter den Bezuidenhoutsohen weg tusschen de Engelsche kerk en de Laan van Nieuw Oosteinde aldaar. Het plan bestaat er 1300 panden, deels heerenhuizen, deels villa's te bouwen. Een knaapje van elf jaren bevond zioh te Borne op een korenmolen. In een onbewaakt oogenb'.ik geraakte de knaap met den hals verward in het touw, waarmede de molen in beweging gebracht wordt. Toen de molenaar hem kwam zoekea vond hij den knaap dood in het touw hangen. Als een bizonderheid kan ge meld worden, dat de vorige week bij de loting der nationale militie te Kampen een loteling uit de gemeente Veecaten tot vrijstelling inbracht. dat hij weduwnaar was en vader van één kind. Een boeren Zaterdag in Utrecht Men schrijft uit Utreohtdd. 12 dezer aan de N. R. Ct. Het was heden weer de van ouds gerenommeerde, algemeen bekende Boeren -Zaterdag 1 Van alle dopen en hofsteden uit den omtrek was bet landvolk opgekomen en ofschoon niet meer, zooals vroeger nieuwe diea sten werden aangeboden en aange nomen och Heer, die tijden zijn lang voorbijook de boeren sluiten tegenwoordig: arbeidscontracten zoo werd toch, als weleer, nog vroo- lijk gedanst en gezongen door de flinke, jonge borsten, die in de stad kennis maakten of de kennis her nieuwden met de biozende boeren deerns, die ook al, „om een dienst te zoeken," met of zonder hare moeders naar de stsd waren geko men. Het ging er jolig toe op onze marktpleiuen en in de aangrenzende straten en al kon men soms zoo'n boerenjongen er zich tegenover zijn kameraad op hooren beroemen dat hij „er eene een schop had gegeven dat zij hem vooreerst wel van zijn liji zou blijven" over het algemeen waren de heeren toch vry galant jegens hunne dames. Met den groven duim tusschen de vingers hunner dulcinea's gekneld liepen zij langen tijd rustig paar aan paar, langs de straten, om eensklaps in een aanval van verliefdheid het voorwerp hun ner min dat in den regel maar weinig tegenstribbelde in de ste vige boerenarmen te knellen en aan den boerenboezem te verbergen en daarna na eenigen tyd voorzeker de wandeling weer voort te zetten als ware er niets gebeurd. Maar van de onhebbelijke toonee- len voor de ramen der talrijke her bergen, waarnaar het publiek vroeger stond te kijken alsof In t in een bees tenspel was, zag men beden, als1 reeds jaren niets meer, geen spoor Van tijd tot tijd zag men slechts een dronken boer, die wat al te veel drukte maakte, naar des kas teleins zin, uit een herberg gooien of door een paar politieagenten mede- nemen naar het naastbij zijnde poli tiebureau, maar in het algemeen liep de boerenzaterdag zoo kalm af dat hij grond geeft voor de beste ver wachtingen ten opzichte van den Jutjes- of boerinnen-Zaterdag, die nu aanstaande is. Als oude bewoners van de Elisa- bethstraat Latijn konden spreken zouden zij zeker zeggenSie transtt gloria mundi 1 Een ODtzettendo dood. Het gerucht, dat een soldaat, die by de onlangs gehouden manoeuvres op de Zeister Heide vermist werd, in een groote kuil aldaar als lijk is teruggevondeD, heeft zich helaas be waarheid. Telken jare eisohen de manoeuvres eenige slachtoffers. Ook dit jaar hoor den we meermalen, dat een der man schappen gekwetst was. Wat ons nu ter oore is gekomen, overtreft al het voorgaande. Zooals de meesten onzer lezers wel zullen vernomen hebben was nog steeds een der manschappen zoek. Niemand wist over hem eenige in lichtingen te geven. Men dacht niets anders of bedoelde persoon was ge deserteerd. De vermiste is echter weer tereoht gekomen. Maar in welK een toestand? Meer dan verschrikkelijk. Men vond hem nog geheel gekleed en gewapend als lijk. Hij had blijk baar bij een val zijn been gebroken en is daar onder pijn en smart aan den hongerdood bezweken. Vijfweken lang heeft het liohaam daar gelegen. Naar men zegt, moet gebleken zijn, dat hij reeds begonnen was zijn vinger toppen te eten. Men kan zioh dien toestand, toen hij met volle bewustzijn zich daar verlaten zag zonder zich te kunnen bewegen, niet voorstellen. Zij gaat alle beschrijving te boven. Naar wij vernemen behoorde hy bij het 7e Regiment te Hoorn in garnizoen; zijn naam vras Langeveld. Aldus luiden de bijzonderheden, zooals we die in eenige bladen ver meld vinden. Ook de Nieuwe Amers- foortsche Courant, een blad dat op de hoogte kan zyn van het gebeurde, daar het in de onmiddellijke nabij - heid van Amersfoort plaats had, maakt van een en ander als van een feit gewag. Intusschen wordt aan de Telegraaf vermeld, dat het verhaal onwaar is. En zijn Utrechtsche correspondent schrijft d.d. 12 Oct.: „Indien het nog noodig mocht zijn, kan ik u mededeelen, dat ik heden avond een kort onderhoud had met den ohef van het militair hospitaal te Utreoht, wien niets bekend was omtrent den vermisten infanterist van het 7e regiment. Ook te Amersfoort werwaarts het lyk zou zijn vervoerd, is bij de be voegde autoriteit niets bekend." Dat de ohef van het Utr. Hospitaal verklaard heeft, dat hem „niets be kend" was van het gebeurde, is zeker nog geenszins een afdoende tegen spraak. Naar aanleiding der tegenspraak van de Telegraaf hebben wij inmid dels langs telegrafischen weg infor matie ingewonnen te Amersfoort. Ons wordt van daar geseind dat het bericht „feitelijk waar" is. Rest alleen nog de verklaring, hoe bet mogelijk is dat een soldaat, die tijdens een manoeuvre vermist wordt, niet is wedergevonden. Het zal, dunkt ons, noodig zijn, dat indien ook de hierboven medegedeelde byzon- derheden juist moohten blijken te zijn meegedeeld gepubliceerd worde welke maatregelen zijn genomen om den vermiste na te sporen, opdat zelfs het geringste spoor van twijfel aan genoegzame activiteit van de betrokken autoriteiten bij voorbaat worde weggenomen. Utr. Ot. Toen Maandagavond ongeveer 6 uur de stoomtram ZeistDriebergen Arnhem, door het dorp Driebergen reed, geraakte door 't schrikken van zyn paard, een 30-jarig koetsier aldaar van zijn rijtuig onder de tram, die hem onmiddellijk doodde. Eerst na de komst van den burgemeester kon de tram verder gaan. De vorige week werd vermeld, dat bij eene vrouw te Numansdorp geld, goud en juwoolen waren gestolen en daarvan aangifte by de politie was gedaan. Na een scherp onderzoek door de politie is gebleken, dat de d efstal door de vrouw maar verzonnen was. Zekere D., oud 18 jaar en woon achtig op het zoogenaamde „Oud Kerkhof', gelegen aan den straatweg tusschen Tolen en Poortvliet, beging Vrijdagavond de onvoorzichtigheid, om, gezeten op een zwaar beladen wagen met suikerbieten, op den Zuid- dijk den wagen te keeren met het gevolg, dat deze omsloeg en van den dijk tuimelde. D. kwam ia een sloot tereoht en kreeg do volle lading op het lichaam, zoodat de ongelukkige, totaal verpletterd, onmiddellijk een lijk was. In de afgeloopen week zijn te Velp negen nieuwe gevallen van dysenterie aangegeven, terwijl vier personen geheel hersteld zijn en eén persoon aan die zieate is overleden. Pers Overzicht. Het Handelsblad bespreekt het thans verschenen wetsvoorstel van de Re geering tot inrichting van Kamers van Arbeid, dat zich volgens het blad nagenoeg geheel aansluit by het bekende voorstel over Kamers van Arbeid van het kamerlid Pyttersen. Het doel der Kamers van Arbeid is, zegt het blad, volgens beide ontwer pen tweeledig en laat zioh samen vatten in twee woordenvoorlichting en verzoening. Voorlichting zullen do Kamers van Arbeid, 't zij desgevraagd, 't zij uit eigen beweging, verleenen aan het bestuur van Rijk, provincie of ge meente over alle onderwerpen, welke de belangen van den arbeid raken. Om dit met kennis van zaken te kunnen doen, moeten zy beginnen met het „verzamelen van inlichtingen over arbeidersaangelegenheden". Die beide roepingen adviseeren en zelf standig onderzoeken, worden dan ook tot haar taak gebracht. Wat men hierbij mist, is het streven jnaar eenheid." Het Handelsblad verwondert zich er over, dat in het wetsvoorstel niet sprake is van een „Raad van Arbeid" die de verzamelde inlichtingen van de Kamers van Arbeid ordent en beoordeelt. Veel verwacht het blad van de tweede taak der arbeiderskamers, nl. haar verzoenend optreden, gelijk het in het wetsontwerp heet: „tot het voor komen en vereffenen van geschillen over arbeidsaangelegenheden, oofc, voor zoover noodig, door te bewer ken dat eene scheidsrechterlijke uit spraak tusschen de partijen, die zij niet kunnen verzoenen, tot stand kome." „Niet altijd zal de bemiddeling slagen. Niet altijd zal de „verzoe- ningsraad", door de afdeeling te benoemen en uit een gelijk getal patroons en werklieden bestaande, zijn oordeel ingang doen vinden bij beide partijen. Ook zal het in zulk een ongunstig geval niet steeds gelukken beide partyen bereid te vinden zioh aan een scheidsrechterlijke uitspraak te onderwerpen. Toch zal in een groot aantal gevallen die tusschen- komst wel tot het doel leiden. Er zal althans niets onbeproefd worden gelaten om de geschillen niet tot het uiterste te doen overslaan." Zeer juist is, meent het Handelsblad, in het ontwerp mede de bepaling overgenomen van het voorstel Pyt tersen, dat ook de commissaris der koningin on de burgemeester bevoegd zijn de tusschenkomst van den ver- zoeningsraad in te roepen, als een ge schil dreigt te ontstaan of ontstaan is. Een andere goede bepaling is het voorschrift dat de Raad zijn oordeel openbaar kan maken. In veïe gevallen zal dit, door den invloed der open bare meening, welke zich dan uiten kan tot beöindiging van geschillen bijdragen." Aan het einde van zijn artikel wijst het Handelsblad er op dat een van de voornaamste grondslagen van het ontwerp is, „bevordering der belangen van patroons en werklieden in onderling samenwerking", en dat er daarom geen sprake is van afzon derlijke kamers of secties van patroons en afzonderlijke van werklieden. J/r. van Bouten aan critiek onderworpen. Het Centrum herinnert er aan. boe mr. van Houten, toen hy nog geen minister was, als de Groniuger afge vaardigde, bijna elk kabinet aanviel en hoe thans, nadat nauwelijks een jaar hem drukt de last aan het regee- ren verbonden, het zwaard der oppositie reeds tegen hem opgeheven wordt. „De consorvalieven vinden hem niet oonservaiief genoeg meer, terwijl de geavanceerden zijne kiesrecht plannen reactionnair noemen. En daarbij komt, dat, om met den Resi dentiebode te spreken, de „bondge- nooten van '94" zijn teleurgesteld," zegt het blad. Het Centrum acht, dat het steeds duidelijker wordt, dat de heer Van Houten vele tegenstanders heeft, tegenstanders in en buiten het Par lement, vijanden die er blijkbaar niet tegen opzullen zien, den draad van zijn ministerieel leven af te snijden. Onbetwistbaar is het, volgens het blad, dat de arbeid des heeren Yan Houten, tot ernstige critiek volop stof geeft. Uit hetgeen Prof. van Geer over het kiswetontworp in de Vragen des Tijds heeft geschreven, blijkt ten duidelijkste, dat oeu regeling op de ongewijzigde „kenteekenen" van mr. van Houten gebaseerd onder vele opzichten een willekeurige regeling zou zijn, terwijl bovendien de moge lijkheid niet is uitgesloten, dat per sonen, die thans het kiesrecht bezitten, dit zullen verliezen, wanneer het ontwerp wet wordt. Ook van andere zijden heeft men zeer gegrondo bezwaren tegen het ontwerp ingevoerd. „Zoo kan het gebeuren," schrijft het Centrum„dat een werkman het kiesrecht verliest, omdat hij en hoevele redenen kannen daartoe lei den? buiten werk raakt, of zelfs van patroon moot verwisselen. En eveneens zal de kiesbevoegdheid van sommigen gevaar loopen bij een simpele verhuizing! De kenteekenen van den heer Van Houten hebben dus in vele gevallen weinig of geen waarde en de heer Yan Geer heeft o. i. volkomen gelijk, wanneer hij als zijn gevoelon uitspreekt, dat hot ontwerp-Tak gunstig afsteekt bij het werk van zijn opvolger. De thans voorgestelde regeling dreigt allerlei ongelijkheden te zullen scheppen en een grillige lijn te trekken door de lagere standen. Terwijl A. op den een of anderen titel een spaar bankboekje of iets dergelijks het kiesreoht bezit, zal zijn buurman en maat8chappelijk-gelijke B. datzelft' recht missen om redenen, die gehe toevallig kunnon zyn en met zi positie in de Maatschappij. of z(t welstand niets uilstaande hebben, ii v h Intusschen, ondanks deze ze! ernstige bezwaren, zou het blad to<) niet durven adviseeren tot afsteq rning van het ontwerp, tenzij mod blijken, dat de vermeerdering va kiezers even onbeduidend of mi onbeduidender zal zijn, dan prof. Va Geer voorspelt, en de minister oug) negen is eenige verbetering in zij ontwerp aan te brengen. 1 Bovenal is het thans zaak, meei het Centrum voorts, te voorkomei 1 dat de conservatieven ten tweede male de kiesrechtregeling doen mil lukken. 1 „De hulp der vooruitstrevenden, d| 1 om g.heel andere redenen bezwas hebben tegen de kieswet, zullen 2 zonder schroom aanvaarden tot b< reiking van hun doel. - Maar voor deze laatsten zou d - bondgenootsohap al zeer weini vrucht opleveren en het rssultai ware misschien, dat de uitbreidiq der kiesbevoegdheid „ad calenda graeoas" werd verschoven en onz politieke toestand nog langen tij onzuiver bleef." Ten slotte trekt het Centrum hieï uit de conclusie, dat oppassen el nauwkeurig het voor en tegen va:. Van Houten's ontwerp wikken op wegen, dus thans de boodschap is Met de leuze „alles of niets" kon) men onder de tegenwoordige omstan dighedon niet ver I De radicale Amsterdammer be spreekt dit art kei van het satholieki Centrum. Het blad onderschrijft he advies van het Centrum om he kieswetontwerp niet af te stemmen waar het Centrum echter schreef: j „Bovenal is het thans zaak t| voorkomen, dat de conservatieve} ten tweeden male de kiesrecht-rege ling doen mislukken. De hulp dej vooruitstrevenden, die om geheel ah dere redenen bezwaar hebben tegei de kieswet, zullen zij zonder schroori aanvaarden tot bereiking van hu( doel," zon de Amsterdammer liever heb| ben gesproken van zouden zij zondei schroom aanvaarden. „Want de vooruitstrevenden, zegl het blad, zullen^zioh wel tweemaa: bedenken, stellen wij ons voo', eej zij zulk een bondgenootschap mei de conservatieven, die tegen alle kies- reohtuitbreiding zich kanten, aan vaarden. „Ook om wat hot Centrum aanvoert; dat het resultaat van zulk een bond- genootBohap misschien warever' schuiving „ad calendas graecas" van de uitbreiding der kiesbevoegdheid en bestendigheid van den onzuiverer politieken toestand. „Daarom: het Centrum heeft gelijk, als het besluit: Oppassen en nauwkeurig het voor en tegen van Van Houtea's ontwerp wikken en wegen is dus thans de boodschap Met de leuze „alles o niets" komt men onder de tegen woordige omstandigheden niet verl Flesschentrekkers. In een slotartikel verklaart de Utr Courant, dat de drie wetsontwerper betreffende de flesschentrekkers, hoe wei zij de bepalingen hier en daar iets soherper zou wenschen gefor muleerd te zieD, ons een heel eind weegs in de goede richting zullen brengen. Doch behalve do wetgever meent het blad, moet ook het publiek zich zelf grondig herzien, waarna het er op aandringt, dat de handel het stel sel van informaties grondiger door voert en dat als regel gelde: „geen oredietvaardigheid bij den leveran cier, zonder oredietwaardigheid bij; den besteller." De oprichting van onderlinge informatiebureaus juicht; de Utr. Crt. toe. Ook beschouwt het; blad, de bekende waarschuwingen in bladen als „Handelsbelangen" en „Mutua Confidentia" en de signale menten in het Alg. Politieblad, als een goed middel tot bestrijding van de flesschentrekkerij. „Vuorts de oprientine eener Ver eeniging tot bestrijding der flesschen trekkerij die de middelen beschik baar stelt, om nu en dan een fles-; schentrekker failliet te doen ^erkla-' ren, en hem dan wegens bedriegelijke bankbreuk te vervolgen, zóo dat de schrik er een beeije onder komt ook dit schijnt ons in hooge mate wensohelijk en, als een paar mannen van naam en gezag het initiatief ne men, zeer goed uitvoerbaar toe. „Maatschappelijk Belang" of eene der groote Nijverheids vereenigingen geve het sein 1" Ten slotte, meent de Utr. Crt., dient ook de strafwet verscherpt te worden en daarbij zou het blad tevens wil len aandringen op een reeds elders aanbevolen maatregel, dat van hoo- gerhand aan de officieren van justi tie de opdracht werd verstrekt tot een gestrenge vervolging van allen,' die in de termen vallen van een proces wegens flesschentrekkerij. Aan het einde van dit slotartikel legt de Utr. Ctr. den nadruk er op, dat het voor de vereenigingen van leden uit den handelsslandzaak zal zijn, het onderwerp der flesschen trekkerij en de maatregelen daarte gen op hunne agenda en de aandacht er voor wakker te houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2