naar de kerk rijdende een wielryder
tegemoet reed. Al zyn roepen en
wenken tot stilstaan baatte niets. De
wielrijder reed door, het paard sohrikte
en alles ging te water.
Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor, wel materieele schade.
Tijdelijk is te Zandvoort als onder
wijzer werkzaam gesteld de heer A.
Zijderveld te Haarlem.
BINNENLAND.
De schatkist.
In de maand September is er twee
ton minder in de schatkist gevloeid
dan verleden jaar. Van de groep
der directe belastingen is 2.2 ton,
van die der indirecte belastingen 3 ton,
van de loodsgelden 1 18,500 minder
ontvangen. Daarentegen gaven de
gezamenlijke accijnzen ruim 1 ton
meer; wijzen de invoerrechten een
vooruitgang aan van f 148,S00heeft
de posierij f 62 700, de telegrafie
f 10,800 meer afgeworpen, en staan
de domeinen f 15,100 hooger. Het
bij den eersten aanblik door deze
cijfers verwekte vermoeden dat, on
danks het lagere totaalcijfer, de uit
komsten der maand over het alge
meen niet eigenlijk ongunstig zyn,
vindt bevestiging als men de groepen
van middelen nader ontleedt. Bij de
directe belastingen ligt de hoofdoor
zaak der vermindering in de vermo
gensbelasting. Tegen f 690 873, ver
leden jaar, is hiervan thans slechts
f 571,370 binnengekomen,dus f 119,500
minder. Op zich zelve aanzienlijk, is
toch deze vermindering geen veront
rustend verschijnsel. Ten eerste volgt,
bij vergelijking met het vorige jaar,
uit de „splitsing" aan den voet van
het overzicht dat het bedrag, in Sep
tember geïnd op rekening van het
loopende dienstjaar 1895 96 nagenoeg
gelijk is aan dat hetwelk in Septem
ber 1894 verkregen werd voor den
dienst 1894 95. Voorts blijkt uit de
cyfeis over het tijdvak 1 Mei tot 30
September dat in dit jaar ontvangen
is f 990,500, tegen verleden jaar
f 932, 300. In aanmerking nemend
dat September geen maand is. waarin
een termijn van de vermogensbelas
ting verschuldigd is, kau van eene
inkrimping der opbrengst derhalve
naar aanleiding van de bijna 2 ton,
in de afgeloopen maand minder ont
vangen, niet gesproken worden. By
het personeel valt eenige achterlijk
heid waar te nemen daar tegenover
eohter staat, voor September, eene
vermeerdering van f 13,400 bij de
bedrijfsbelasting, terwijl bovendien
nog eenige invloed is g-oefend door
de vervallen patenten, op rekening
waarvan in September 1894 nog een
klein sommetje binnenkwam.
Wat de directe belastingen betreft,
daarvan heeft het successiereoht al
leen f 332,000 minder afgeworpen.
De zegel-rechten zija vooruitgegaan
met f 10,000, de registratierechten
met f 21,000van de hypotheekrech
ten was de opbrengst nagenoeg de
zelfde. Kan er bij deze groep van
sterk sprekenden vooruitgang niet
worden gewaagd, ongunstig zijn do
cijfers niet. Van eenige beteekenis i
zou de vermindering der loodsgelden
(12.4 pet.), kunnen schijnen, vooral
omdat voor dit middel het totaal over
de 9 maanden ook lager is dan in
1804, maar ten eerste beloopt dit
ongunstig verschil slechts 3pct. en
bij de raming voor Jis de opbrengst
nog f 61,000"vooruit. De aanzienlijk
hoogere som, van de invoerrechten
ontvangen (bijna 31 pet.), vindt klaar
blijkelijk weder hare oorzaak in de
nieuwe wet, welker kiachtige uitwer
king ongetwijfeld als een verblydend
verschijnsel mag worden gekenschetst.
By het vorige jaar zijn nu de in
voerrechten reeds f 296,000 vooruit,
d. i. 6.6 pet. Niet alleen de eigenlyk
gezegde invoerrechten, maar ook van
het formaatzegel is de opbrengst
stygende.
Bij de accijnzen springt het eerst
die op do suiker in het oog f 1,024,800
tegen f 903,300, dus ditmaal 1.2 ton
meer. In verband gebraobt mot de
achterlijkheid in de voorafgegane
maanden, is deze stijging klaarblij
kelijk een gevolg van min of meer
toevallige oorzaken, waaraan geen
eigenlijke beteekenis kan worden ge
hecht-, van meer waarde scbyut het,
naar verhouding, ruim vloeien van
den accijns op wijn (f 12,400 meer),
op zout (f 14,200 meer) en op bioren
en accijnzen (f 23,000 meer). Het
gedistilleerd vertoont ook ditmaal
weder eene slinkingvoor de maand
f 66,000 minder, zoodat over de 9
maanden het nadeelig ve: schil ruim
2 ton beloopt, terwijl er bij de raming
voor reeds een verschil is van
byna 6 6 ton. De behoedzame raming
van het volgend jaar wordt door
zulke cijfers gerechtvaardigd.
Het bovenstaande samenvattend,
kan slechts worden herhaald dat de
uitkomsten van September niet bo
paald ongunstig zijn te noemen. Wat
de middelen betreft waarin zich eeni-
germate do gang van zaken by han
del en nijverheid weerspiegelt, kan
ton aanzien van de meeste niet wor
den geklaagd en valt by enkele zelfs
van flinken vooruitgang te gewagen;
voor het overige is in de afgeloopon
maand het totaalcijter het sterkst be-
heersoht door die middelen, bij wel
ke het meest de invloed werkt van
toevallige omstandigheden.
Over 9 maanden heeft de schatkist
f 83,538,727 ontvaogeD, of f 1,173,500
meer dan in hetzelfdo tijdvak van
het vorige jaar.
Maandagmiddag werd door Mr. J.
E. Houwing, benoemd tot gewoon
hoogleeraar in het Burgerlijk Hecht
en de Burgerlijke Rechtsvordering,
zijn Hocgleeraarsambt aanvaard met
het uitspreken eener rede in de Aula
der Universiteit te Amsterdam.
Het onderwerp door spr. voor zijn
rede gekozen was Wet en Reohter.
Zeven jaren geledeD, begon spr.,
vond hij gelegenheid op to merken,
dat het artikel in het Burgerlijk Wet
boek, waarin het leerstuk der dwa
ling is beliobaatnd, door de recht
spraak stelselmatig als niet geschre
ven wordt be-chouwd, en dat de
rechter dit met een gerust geweten
kan doen, omdat hij zioh bewust
mocht zijn aan het recht te vergoe
den, wat hij aan het wetboek te kort
deed. Kort daarop werd de verhouding
tusschen wet en reohter weder een
voorwerp van hernieuwd onderzoek.
Spr. betoogde dit niet alleen in de
gevallen, waarvan de wet zwygt,
maar ook in die waarin de wet
spreekt; de leer faalt, als zou de rech
ter slechts bet mondstuk des wetge
vers zijn. Door anderen is er dan
ook reeds op gewezen, dat sedert de
invoering van ons wetboek zulk een
verschil in rechtstoepassing door
verschil in interpretatie is ontstaan,
dat een uitlegging naar de opvattin
gen van weleer, schromelijke ver
warring en rechtsonzekerheid zou
veroorzaken, 's Rechters taak is dus
verwant aan die des wetgevershij
is het levend orgaan der wet, en
sohept in zekeren zin zoo goed recht
ala de wetgever.
Het verschil ligt hierin, dat de
wetgever algemeene regels stelt en
de rechter zich niet buiten de grens
der feiten heeft te bewegen.
De rechter is gebonden aan de wet,
maar heeft op het stuk der uitlegging
volslagen vrijheid.
Het feit, dat de rechterlijke macht
bezwijkt, wanneer de wet met het
rechtsbewustzijn des volks niet in
overeenstemming blijkt, is psycholo
gisch te verklaren, maar niet te ver
dedigen. Dagelijks leert de ervaring
dat in den strijd op sociaal en ge
loofsgebied door de een als hoogste
gerechtigheid wordt beschouwd, wal
door den ander als het schreeuwende
onrecht wordt uitgekreten. Onder
1 die omstandigheid ligt het gevaar
voor de hand, dat de rechter door
zijn rechtsgevoel in den steek wordt
gelaten; en althans door de verlie
zende partij voor onrechtvaardig
wordt gehouden. De geschiedenis
leert, dat, waar de levensverhoudin
gen zich ontwikkelen, wetten worden
uitgevaardigd om ter wille der on-
i partijdigheid in de plaats te treden
van het objectief rechtsgevoel. Op
den bodem dier wetten behoort de
rechter zich dan te plaatsen. Langs
den weg der analogie en interpretatie
de klove tusschen wet en gerechtig
heid te dempen is zijn plicht, gelijk
ook die des wetgevers.
Hervorming in ons B. W. is noodig
en wordt dan ook niet betwist. Mei
name de reactie tegen de overdre
ven en eenzijdige toepassing der Man
chester-leer heeft het gevoelen, dat
het recht geroepen is het evenwioht
te bewaren tusschen de verschillende
krachten die elkaar in de maatschappij
bestoken algemeen doen worden.
Hier te lande wees de juristen-ver-
eeniging den weg, toen zij den wet
gever het recht toekende om in te
grijpen in de verhoudingen door de
overeenkomst der burgers in het le
ven geroepen.
Wetgever en rechter beiden tot de
vervulling hunner taak in de gele
genheid te stellen is de plicht der
wetenschap. Daarom mag dezo zioh
niet in wetskennis en wets-exegese
oplossen. Daarom moet ook de uni
versiteit den toekomstigen rechtsge
leerde opwekken tot zelfstandig on
derzoek en nadenken, en practisch
werkende zijn oordeel en onderschei
dingsvermogen ontwikkelen door de
zoogenaamde juridische polikliniek.
Vierde Algemeene jaarverga
dering van de Vereeniging
van Nederlandeche
Patroons „Boaz."
Heden werd te Amsterdam in het
paviljoen in het Vondelpark de 4e
alg. jaarverg. van do Ver. van Nederl.
Patroons „Boaz" gehouden. Zij werd
des voormiddags te 10' a ure door den
voorzitter, den heer A. E. Van Kem
pen met eene uitvoerige rede geopend.
In het kort herinnerde de heer Van
Kempen aan wat in het afgeloopen
jaar door „Boaz" was verricht en
welke resultaten men had verkregen.
Vervolgens behandelde spr. de
verzekering tegen werkeloosheid,
welke hij een der vele droevige ver
schijnselen noemde, die de veel be
sproken, maar aitijd onopgeloste so
ciale quaestie deden ontstaan. Ver
zekering tegen werkeloosheid achtte
hij nog oneindig veel belangrijker dan
eene regeling in de noodige behoefte
in de toestanden van ziekte, ongeval
en ouderdom van den werkman, daar
door verzekering tegen werkeloosheid
de kosten van armenzorg zeer be
langrijk zullen verminderen en de
arbeider niet vernederd zal worden
door het ontvangen van een aalmoes.
Bovendien zal het ambacht er meer
door in eere komen, daar de werk
man die zijn vak verstaat, de zeker
heid zal hebben, dat zijn arbeid hem
op waardige wijze het levensonder
houd zal verschaffen, ook al wordt
hij door onvoorziene omstandigheden
tijdelijk buiten werk gesteld. Het
leven bij de gratie van zijn patroon
houdt dan op en het discrediet waarin
het ambacht is gebracht zal niet meer
bestaan.
Naar zijné meening schuilt de fout
juist daarin, dat men de zaak niet
wil. De gelden aan bedelaars gegeven,
gevoegd bij die welke door den
werkman onnoodig aan drank worden
gegeven, zeide spr., zullen ongelwyfeld
voldoende zijn om eene regeling der
werkeloosheid mogelijk te maken,
waarna hij mededeelde wat in Zwitser
land op het gebied van verzekering
tegen werkeloosheid in den laatsten
tijd geschiedt.
De Staat, meende sprmoet het
lidmaatschap der vereeniging tot ver
zekering tegen werkeloosheid ver
plichtend stellen.
Verzekering is mogelijk door privaat
initiatief van den arbeider of wel als
staatsinstelling.
Arbeiders, werkgevers en verbrui
kers zullen te zamen de lasten moeten
dragen 1
Deze rede verwierf veel toejuiching.
Daarna was aan de orde het verkiezen
van 4 bestuursleden, in de plaats van
de heeren H. H. van Dijk, A. van
Nameü Hzn., J. G. van Schaardenburg
^n J. A. Wormser. Allen werden
herkozen. Ter vervanging van den
heer J. J. van Hoeken, die optrad in
de plaats van den heer H. Waller,
welke .zijn ontslag nam, werd gekozen
de heer H. J. de Waal Malefijt.
Hierna ving de pauze aan. Na de
pauze leidde de heer A. Dingemanse de
bespreking van het ontwerp land
pacht in.
Tijdens deze bijeenkomst werd nog
besloten een telegram van hulde te
zenden aan H.M. de Koningin-Regen
tes, ia de overtuiging van de belang
stelling die zij voor de vereeniging
koestert.
Een manifest.
De R.K. werkliedenvereeniging St.
Joseph te Utrecht heeft het volgende
manifest vastgesteld:
Manifest.
Aan de werklieden van Utrecht 1
Uit naam van de achthonderd werk
lieden welke de R. K. werklieden
vereeniging St. Joseph telt, achten
wij ons verplicht te protesteeren tegen
de daad van lichtzinnigheid en dwin
gelandij waaraan de afdeeling Utrecht
van den Ned. Tabakbewerkers Bond
zich alhier heeft schuldig gemaakt.
By den heer Jac. Schuit, firma
Ypes en Posthumus, is eene werk
staking geproclameerd op losse ver
moedens steunend.
Wij protesteeren omdat de staking
van Amsterdam eene oorlogsverkla
ring is aan alle vereenigingen en orga
nisaties.
Wij protesteeron omdat de werk
man het onvervreemdbaar recht heeft
zich te vereenigen zonder dien Bond.
Wij protesteeren tegen het broo
deloos maken van hen, die hunne
heilige overtuiging vasthouden.
In naam van vrijheid en recht.
Namens het bestuur,
A. J. O VERDIJK,
Th. DE WIT.
Naar men mededeelt heeft jl. Zater
dag te 's Gravenhage een combinatie
haar beslag gekregen tot bebouwing
van het uitgestrekte, thans nog als
weiland gebruikte terrein, gelegen
achter den Bezuidenhoutsohen weg
tusschen de Engelsche kerk en de
Laan van Nieuw Oosteinde aldaar.
Het plan bestaat er 1300 panden,
deels heerenhuizen, deels villa's te
bouwen.
Een knaapje van elf jaren bevond
zioh te Borne op een korenmolen.
In een onbewaakt oogenb'.ik geraakte
de knaap met den hals verward in
het touw, waarmede de molen in
beweging gebracht wordt. Toen de
molenaar hem kwam zoekea vond
hij den knaap dood in het touw
hangen.
Als een bizonderheid kan ge
meld worden, dat de vorige week
bij de loting der nationale militie te
Kampen een loteling uit de gemeente
Veecaten tot vrijstelling inbracht.
dat hij weduwnaar was en vader van
één kind.
Een boeren Zaterdag in
Utrecht
Men schrijft uit Utreohtdd. 12
dezer aan de N. R. Ct.
Het was heden weer de van ouds
gerenommeerde, algemeen bekende
Boeren -Zaterdag 1 Van alle dopen en
hofsteden uit den omtrek was bet
landvolk opgekomen en ofschoon niet
meer, zooals vroeger nieuwe diea
sten werden aangeboden en aange
nomen och Heer, die tijden zijn
lang voorbijook de boeren sluiten
tegenwoordig: arbeidscontracten
zoo werd toch, als weleer, nog vroo-
lijk gedanst en gezongen door de
flinke, jonge borsten, die in de stad
kennis maakten of de kennis her
nieuwden met de biozende boeren
deerns, die ook al, „om een dienst
te zoeken," met of zonder hare
moeders naar de stsd waren geko
men.
Het ging er jolig toe op onze
marktpleiuen en in de aangrenzende
straten en al kon men soms zoo'n
boerenjongen er zich tegenover zijn
kameraad op hooren beroemen dat
hij „er eene een schop had gegeven
dat zij hem vooreerst wel van zijn
liji zou blijven" over het algemeen
waren de heeren toch vry galant
jegens hunne dames. Met den groven
duim tusschen de vingers hunner
dulcinea's gekneld liepen zij langen
tijd rustig paar aan paar, langs de
straten, om eensklaps in een aanval
van verliefdheid het voorwerp hun
ner min dat in den regel maar
weinig tegenstribbelde in de ste
vige boerenarmen te knellen en aan
den boerenboezem te verbergen en
daarna na eenigen tyd voorzeker
de wandeling weer voort te zetten
als ware er niets gebeurd.
Maar van de onhebbelijke toonee-
len voor de ramen der talrijke her
bergen, waarnaar het publiek vroeger
stond te kijken alsof In t in een bees
tenspel was, zag men beden, als1
reeds jaren niets meer, geen spoor
Van tijd tot tijd zag men
slechts een dronken boer, die wat al
te veel drukte maakte, naar des kas
teleins zin, uit een herberg gooien of
door een paar politieagenten mede-
nemen naar het naastbij zijnde poli
tiebureau, maar in het algemeen liep
de boerenzaterdag zoo kalm af dat
hij grond geeft voor de beste ver
wachtingen ten opzichte van den
Jutjes- of boerinnen-Zaterdag, die nu
aanstaande is.
Als oude bewoners van de Elisa-
bethstraat Latijn konden spreken
zouden zij zeker zeggenSie transtt
gloria mundi 1
Een ODtzettendo dood.
Het gerucht, dat een soldaat, die by
de onlangs gehouden manoeuvres op
de Zeister Heide vermist werd, in
een groote kuil aldaar als lijk is
teruggevondeD, heeft zich helaas be
waarheid.
Telken jare eisohen de manoeuvres
eenige slachtoffers. Ook dit jaar hoor
den we meermalen, dat een der man
schappen gekwetst was. Wat ons nu
ter oore is gekomen, overtreft al het
voorgaande.
Zooals de meesten onzer lezers wel
zullen vernomen hebben was nog
steeds een der manschappen zoek.
Niemand wist over hem eenige in
lichtingen te geven. Men dacht niets
anders of bedoelde persoon was ge
deserteerd. De vermiste is echter weer
tereoht gekomen. Maar in welK een
toestand? Meer dan verschrikkelijk.
Men vond hem nog geheel gekleed
en gewapend als lijk. Hij had blijk
baar bij een val zijn been gebroken
en is daar onder pijn en smart aan
den hongerdood bezweken. Vijfweken
lang heeft het liohaam daar gelegen.
Naar men zegt, moet gebleken zijn,
dat hij reeds begonnen was zijn vinger
toppen te eten.
Men kan zioh dien toestand, toen
hij met volle bewustzijn zich daar
verlaten zag zonder zich te kunnen
bewegen, niet voorstellen. Zij gaat
alle beschrijving te boven. Naar wij
vernemen behoorde hy bij het 7e
Regiment te Hoorn in garnizoen; zijn
naam vras Langeveld.
Aldus luiden de bijzonderheden,
zooals we die in eenige bladen ver
meld vinden. Ook de Nieuwe Amers-
foortsche Courant, een blad dat op
de hoogte kan zyn van het gebeurde,
daar het in de onmiddellijke nabij -
heid van Amersfoort plaats had,
maakt van een en ander als van een
feit gewag.
Intusschen wordt aan de Telegraaf
vermeld, dat het verhaal onwaar is.
En zijn Utrechtsche correspondent
schrijft d.d. 12 Oct.:
„Indien het nog noodig mocht zijn,
kan ik u mededeelen, dat ik heden
avond een kort onderhoud had met
den ohef van het militair hospitaal
te Utreoht, wien niets bekend was
omtrent den vermisten infanterist van
het 7e regiment.
Ook te Amersfoort werwaarts het
lyk zou zijn vervoerd, is bij de be
voegde autoriteit niets bekend."
Dat de ohef van het Utr. Hospitaal
verklaard heeft, dat hem „niets be
kend" was van het gebeurde, is zeker
nog geenszins een afdoende tegen
spraak.
Naar aanleiding der tegenspraak
van de Telegraaf hebben wij inmid
dels langs telegrafischen weg infor
matie ingewonnen te Amersfoort.
Ons wordt van daar geseind dat
het bericht „feitelijk waar" is.
Rest alleen nog de verklaring, hoe
bet mogelijk is dat een soldaat, die
tijdens een manoeuvre vermist wordt,
niet is wedergevonden. Het zal, dunkt
ons, noodig zijn, dat indien ook
de hierboven medegedeelde byzon-
derheden juist moohten blijken te
zijn meegedeeld gepubliceerd worde
welke maatregelen zijn genomen om
den vermiste na te sporen, opdat
zelfs het geringste spoor van twijfel
aan genoegzame activiteit van de
betrokken autoriteiten bij voorbaat
worde weggenomen. Utr. Ot.
Toen Maandagavond ongeveer 6
uur de stoomtram ZeistDriebergen
Arnhem, door het dorp Driebergen
reed, geraakte door 't schrikken van
zyn paard, een 30-jarig koetsier
aldaar van zijn rijtuig onder de tram,
die hem onmiddellijk doodde. Eerst
na de komst van den burgemeester
kon de tram verder gaan.
De vorige week werd vermeld, dat
bij eene vrouw te Numansdorp geld,
goud en juwoolen waren gestolen en
daarvan aangifte by de politie was
gedaan.
Na een scherp onderzoek door de
politie is gebleken, dat de d efstal
door de vrouw maar verzonnen was.
Zekere D., oud 18 jaar en woon
achtig op het zoogenaamde „Oud
Kerkhof', gelegen aan den straatweg
tusschen Tolen en Poortvliet, beging
Vrijdagavond de onvoorzichtigheid,
om, gezeten op een zwaar beladen
wagen met suikerbieten, op den Zuid-
dijk den wagen te keeren met het
gevolg, dat deze omsloeg en van den
dijk tuimelde. D. kwam ia een sloot
tereoht en kreeg do volle lading op
het lichaam, zoodat de ongelukkige,
totaal verpletterd, onmiddellijk een
lijk was.
In de afgeloopen week zijn te Velp
negen nieuwe gevallen van dysenterie
aangegeven, terwijl vier personen
geheel hersteld zijn en eén persoon
aan die zieate is overleden.
Pers Overzicht.
Het Handelsblad bespreekt het thans
verschenen wetsvoorstel van de Re
geering tot inrichting van Kamers
van Arbeid, dat zich volgens het blad
nagenoeg geheel aansluit by het
bekende voorstel over Kamers van
Arbeid van het kamerlid Pyttersen.
Het doel der Kamers van Arbeid is,
zegt het blad, volgens beide ontwer
pen tweeledig en laat zioh samen
vatten in twee woordenvoorlichting
en verzoening.
Voorlichting zullen do Kamers van
Arbeid, 't zij desgevraagd, 't zij uit
eigen beweging, verleenen aan het
bestuur van Rijk, provincie of ge
meente over alle onderwerpen, welke
de belangen van den arbeid raken.
Om dit met kennis van zaken te
kunnen doen, moeten zy beginnen
met het „verzamelen van inlichtingen
over arbeidersaangelegenheden". Die
beide roepingen adviseeren en zelf
standig onderzoeken, worden dan ook
tot haar taak gebracht.
Wat men hierbij mist, is het streven
jnaar eenheid."
Het Handelsblad verwondert zich
er over, dat in het wetsvoorstel niet
sprake is van een „Raad van Arbeid"
die de verzamelde inlichtingen van
de Kamers van Arbeid ordent en
beoordeelt.
Veel verwacht het blad van de
tweede taak der arbeiderskamers, nl.
haar verzoenend optreden, gelijk het
in het wetsontwerp heet: „tot het voor
komen en vereffenen van geschillen
over arbeidsaangelegenheden, oofc,
voor zoover noodig, door te bewer
ken dat eene scheidsrechterlijke uit
spraak tusschen de partijen, die zij
niet kunnen verzoenen, tot stand
kome."
„Niet altijd zal de bemiddeling
slagen. Niet altijd zal de „verzoe-
ningsraad", door de afdeeling te
benoemen en uit een gelijk getal
patroons en werklieden bestaande,
zijn oordeel ingang doen vinden bij
beide partijen. Ook zal het in zulk een
ongunstig geval niet steeds gelukken
beide partyen bereid te vinden zioh
aan een scheidsrechterlijke uitspraak
te onderwerpen. Toch zal in een
groot aantal gevallen die tusschen-
komst wel tot het doel leiden. Er zal
althans niets onbeproefd worden
gelaten om de geschillen niet tot
het uiterste te doen overslaan."
Zeer juist is, meent het Handelsblad,
in het ontwerp mede de bepaling
overgenomen van het voorstel Pyt
tersen, dat ook de commissaris der
koningin on de burgemeester bevoegd
zijn de tusschenkomst van den ver-
zoeningsraad in te roepen, als een ge
schil dreigt te ontstaan of ontstaan is.
Een andere goede bepaling is het
voorschrift dat de Raad zijn oordeel
openbaar kan maken. In veïe gevallen
zal dit, door den invloed der open
bare meening, welke zich dan uiten
kan tot beöindiging van geschillen
bijdragen."
Aan het einde van zijn artikel
wijst het Handelsblad er op dat een
van de voornaamste grondslagen van
het ontwerp is, „bevordering der
belangen van patroons en werklieden
in onderling samenwerking", en dat
er daarom geen sprake is van afzon
derlijke kamers of secties van patroons
en afzonderlijke van werklieden.
J/r. van Bouten aan critiek
onderworpen.
Het Centrum herinnert er aan. boe
mr. van Houten, toen hy nog geen
minister was, als de Groniuger afge
vaardigde, bijna elk kabinet aanviel
en hoe thans, nadat nauwelijks een
jaar hem drukt de last aan het regee-
ren verbonden, het zwaard der
oppositie reeds tegen hem opgeheven
wordt.
„De consorvalieven vinden hem
niet oonservaiief genoeg meer, terwijl
de geavanceerden zijne kiesrecht
plannen reactionnair noemen. En
daarbij komt, dat, om met den Resi
dentiebode te spreken, de „bondge-
nooten van '94" zijn teleurgesteld,"
zegt het blad.
Het Centrum acht, dat het steeds
duidelijker wordt, dat de heer Van
Houten vele tegenstanders heeft,
tegenstanders in en buiten het Par
lement, vijanden die er blijkbaar niet
tegen opzullen zien, den draad van
zijn ministerieel leven af te snijden.
Onbetwistbaar is het, volgens het
blad, dat de arbeid des heeren Yan
Houten, tot ernstige critiek volop
stof geeft.
Uit hetgeen Prof. van Geer over
het kiswetontworp in de Vragen des
Tijds heeft geschreven, blijkt ten
duidelijkste, dat oeu regeling op de
ongewijzigde „kenteekenen" van mr.
van Houten gebaseerd onder vele
opzichten een willekeurige regeling
zou zijn, terwijl bovendien de moge
lijkheid niet is uitgesloten, dat per
sonen, die thans het kiesrecht bezitten,
dit zullen verliezen, wanneer het
ontwerp wet wordt.
Ook van andere zijden heeft men
zeer gegrondo bezwaren tegen het
ontwerp ingevoerd.
„Zoo kan het gebeuren," schrijft
het Centrum„dat een werkman het
kiesrecht verliest, omdat hij en
hoevele redenen kannen daartoe lei
den? buiten werk raakt, of zelfs
van patroon moot verwisselen. En
eveneens zal de kiesbevoegdheid van
sommigen gevaar loopen bij een
simpele verhuizing! De kenteekenen
van den heer Van Houten hebben dus
in vele gevallen weinig of geen
waarde en de heer Yan Geer heeft
o. i. volkomen gelijk, wanneer hij als
zijn gevoelon uitspreekt, dat hot
ontwerp-Tak gunstig afsteekt bij het
werk van zijn opvolger. De thans
voorgestelde regeling dreigt allerlei
ongelijkheden te zullen scheppen en
een grillige lijn te trekken door de
lagere standen. Terwijl A. op den
een of anderen titel een spaar
bankboekje of iets dergelijks het
kiesreoht bezit, zal zijn buurman en
maat8chappelijk-gelijke B. datzelft'
recht missen om redenen, die gehe
toevallig kunnon zyn en met zi
positie in de Maatschappij. of z(t
welstand niets uilstaande hebben, ii
v
h
Intusschen, ondanks deze ze!
ernstige bezwaren, zou het blad to<)
niet durven adviseeren tot afsteq
rning van het ontwerp, tenzij mod
blijken, dat de vermeerdering va
kiezers even onbeduidend of mi
onbeduidender zal zijn, dan prof. Va
Geer voorspelt, en de minister oug)
negen is eenige verbetering in zij
ontwerp aan te brengen. 1
Bovenal is het thans zaak, meei
het Centrum voorts, te voorkomei 1
dat de conservatieven ten tweede
male de kiesrechtregeling doen mil
lukken. 1
„De hulp der vooruitstrevenden, d| 1
om g.heel andere redenen bezwas
hebben tegen de kieswet, zullen 2
zonder schroom aanvaarden tot b<
reiking van hun doel. -
Maar voor deze laatsten zou d -
bondgenootsohap al zeer weini
vrucht opleveren en het rssultai
ware misschien, dat de uitbreidiq
der kiesbevoegdheid „ad calenda
graeoas" werd verschoven en onz
politieke toestand nog langen tij
onzuiver bleef."
Ten slotte trekt het Centrum hieï
uit de conclusie, dat oppassen el
nauwkeurig het voor en tegen va:.
Van Houten's ontwerp wikken op
wegen, dus thans de boodschap is
Met de leuze „alles of niets" kon)
men onder de tegenwoordige omstan
dighedon niet ver I
De radicale Amsterdammer be
spreekt dit art kei van het satholieki
Centrum. Het blad onderschrijft he
advies van het Centrum om he
kieswetontwerp niet af te stemmen
waar het Centrum echter schreef: j
„Bovenal is het thans zaak t|
voorkomen, dat de conservatieve}
ten tweeden male de kiesrecht-rege
ling doen mislukken. De hulp dej
vooruitstrevenden, die om geheel ah
dere redenen bezwaar hebben tegei
de kieswet, zullen zij zonder schroori
aanvaarden tot bereiking van hu(
doel,"
zon de Amsterdammer liever heb|
ben gesproken van zouden zij zondei
schroom aanvaarden.
„Want de vooruitstrevenden, zegl
het blad, zullen^zioh wel tweemaa:
bedenken, stellen wij ons voo', eej
zij zulk een bondgenootschap mei
de conservatieven, die tegen alle kies-
reohtuitbreiding zich kanten, aan
vaarden.
„Ook om wat hot Centrum aanvoert;
dat het resultaat van zulk een bond-
genootBohap misschien warever'
schuiving „ad calendas graecas" van
de uitbreiding der kiesbevoegdheid
en bestendigheid van den onzuiverer
politieken toestand.
„Daarom: het Centrum heeft gelijk,
als het besluit:
Oppassen en nauwkeurig het voor
en tegen van Van Houtea's ontwerp
wikken en wegen is dus thans de
boodschap Met de leuze „alles o
niets" komt men onder de tegen
woordige omstandigheden niet verl
Flesschentrekkers.
In een slotartikel verklaart de Utr
Courant, dat de drie wetsontwerper
betreffende de flesschentrekkers, hoe
wei zij de bepalingen hier en daar
iets soherper zou wenschen gefor
muleerd te zieD, ons een heel eind
weegs in de goede richting zullen
brengen.
Doch behalve do wetgever meent
het blad, moet ook het publiek zich
zelf grondig herzien, waarna het er
op aandringt, dat de handel het stel
sel van informaties grondiger door
voert en dat als regel gelde: „geen
oredietvaardigheid bij den leveran
cier, zonder oredietwaardigheid bij;
den besteller." De oprichting van
onderlinge informatiebureaus juicht;
de Utr. Crt. toe. Ook beschouwt het;
blad, de bekende waarschuwingen in
bladen als „Handelsbelangen" en
„Mutua Confidentia" en de signale
menten in het Alg. Politieblad, als
een goed middel tot bestrijding van
de flesschentrekkerij.
„Vuorts de oprientine eener Ver
eeniging tot bestrijding der flesschen
trekkerij die de middelen beschik
baar stelt, om nu en dan een fles-;
schentrekker failliet te doen ^erkla-'
ren, en hem dan wegens bedriegelijke
bankbreuk te vervolgen, zóo dat de
schrik er een beeije onder komt
ook dit schijnt ons in hooge mate
wensohelijk en, als een paar mannen
van naam en gezag het initiatief ne
men, zeer goed uitvoerbaar toe.
„Maatschappelijk Belang" of eene der
groote Nijverheids vereenigingen geve
het sein 1"
Ten slotte, meent de Utr. Crt., dient
ook de strafwet verscherpt te worden
en daarbij zou het blad tevens wil
len aandringen op een reeds elders
aanbevolen maatregel, dat van hoo-
gerhand aan de officieren van justi
tie de opdracht werd verstrekt tot
een gestrenge vervolging van allen,'
die in de termen vallen van een
proces wegens flesschentrekkerij.
Aan het einde van dit slotartikel
legt de Utr. Ctr. den nadruk er op,
dat het voor de vereenigingen van
leden uit den handelsslandzaak zal
zijn, het onderwerp der flesschen
trekkerij en de maatregelen daarte
gen op hunne agenda en de aandacht
er voor wakker te houden.