openbare zitting, waarin ook de wet tot invoering van die op het faillis sement werd goedgekeurd. Evenwel niet dan nadat de heer de Savornin Lohman verklaard had haar te zullen aannemen, omdat nu tooh eenmaal het hem tegeestaande stelsel van ge lyke behandeling van koopman en niet-koopman bij de wet was be- kraohtigd. Een standpunt dat, vol gens den Min. van Just., volkomen juist was. Langdurig debat werd uitgelokt door de suppletoirs begrooting van Binnenlandsohe Zaken, dienstjaar 1895, waarby aan de Landbouwsohool te Wageningen een tuinbouwschool wordt toegevoegd. Die toevoeging mishaagde den heer Viruly Verbrugge. Al wat 't tuin- bouwonderwyskon bevorderen, onzen tuinbouw verbeteren, had zijn sym pathie. Want de tuinbouw maakte, hij herinnerde er aan, deel uit van Nederland's historischen roem. Maar de toevoeging aan de sohool te Wa geningen laakte hijlo. om het ad ministratief verband2o. om de minder geschikte plaats van vestiging (in en om Wageningen is weinig tuinbouw)3o. om het verband in het onderwijs, dat geheel zelfstandig, onder zelfstandig beheer van een volkomen zelfstandigen directeur, be hoorde te zijn geregeld. Weinig voe lende voor het finantieel bezwaar 's ministers regeling is nl. op zuinig heid gebaseerd scheen hij van voornemen een amendement in te dienen, tenzy de min. te voren nog eens zijn adviseurs wilde raadple gen. Tegen den gewraakten band maak ten ook de heeren Pijnaoker Hordijk en Kerdijk bezwaar, de eerste voor namelijk in het belang van het Indi- soh landbouwonderwijs beiden sohe- nen van oordeel, dat, wilde het on derwys aan den nieuwen 2jarigen tuinbouwcursus doeltreffend zijn, de H. B. S. met 3jarigen cursus te Wa geningen in een öjarige moest worden veranderd, waaraan bedoelde cursus dan kon aansluiten. Het bezwaar, dat de Indische oursus onvoldoende was geregeld, werd door den heer Cremer nader aangedrongen. De jongelieden door de landbouw school tot hu aan Indië „geloosd" hadden daar weinig nut afgeworpen, omdat hun opleiding onvoldoende was gebleken. Trouwens door andere sprekers was, ook in de stukken en in 't algemeen weinig voldoening uitgesproken over de resultaten van het onderwijs der Wageningsohe sohool, voor de praotijk wel te verstaan. De samenkoppeling was voor den heer Heemskerk een reden om deze uitgave voor het lager onderwys te weigeren, ook opgrond van het wettig argument, dat het tuinbouw-onder- wys alleen te accepteeren kon zijn als onderdeel van het landbouwonderwijs; zoodat hy deze regeling in strijd met de wet aohtte. Trouwens dat de nieuwe regeling zioh bij het lager onderwys moest aansluiten, was ook een be zwaar van den heer Kerdijk. Bij de heeren Van Basten Baten burg, De Boer en Hesselink van Suchtelen, Wageningen's burgemees ter, vond het ontwerp warme ver dediging en de Min. van Binnenl. Zaken heeft in hunne betoogen krach- tigen steun voor de Donderdag door hem te voeren verdediging van zijn veelbestreden voordraoht. G. JR. Een valsch bericht. Zooals te verwachten was is aan het departement van buitenlandsche zaken geen enkel feit bekend ter staving van het door de „Indépen- dance Beige" medegedeelde telegram omtrent het binnenrukken van En- gelsohe troepen in Nederlandsch Guyana. Uit de Engelsohe bladen blijkt, dat over Rio Janeiro te New-York een telegraphisoh bericht uit Para is ont vangen, waarin gezegd wordt, dat Engelsohe troepen over Braziliaansoh grondgebied op weg zijn naar de etwiste streek in Venezuela. In dit telegram van „Central News" wordt er bij gevoegd, dat de Engelsohen de Takulu (Takutu) rivier reeds waren overgetrokken. Waarschijnlijk is dit hetzelfde telegram, dat onjuist aan de „Indépendance Beige" is overge- braoht. De Rijke telegraaf in Nederland. Het dezer dagen verschenen verslag over 1894 betreffende den Ryks- telegraafdienst hier te lande vermeldt het volgende Het telegraafnet bestond uit 5580,1 kilometer en 199622 kilometer draad, waarvan in yzeren buizen 13221,6, in asphalt buizen 5947,0, in aarden buizen 1483,0 en in kabels 143453,5 Meter, benevens 185756,0 Meter in kabels onder water. In 1894 werden 3 telegraaf- en 19 telefoonkantoren geopend, zoodat einde 1895 geopend waren 242 gewone telegraafkantoren, 256 rijkstelephoonkantoren, 7 sema phorekantoren en 336 kantoren van bijzondere ondernemingen. In gebruik waren 54S Morse- en 73 Hughetoe- stellen benevens 2 duplex-Hughetoe- stellen en 420 telephonen. Het beurskantoor te Amsterdam wisselde 193,082 telegrammen. In dienst waren 21,550 gewone elementen Leolanché (met poreusen pot), 626 elementen met saamgeperste kool- bruinsteenplaten en 3087 elementen Leolanché-Barbier. Hiervan werden in den loop van het jaar afgekeurd 1313 Leclanché's met een gemiddelden duur van 3111 dagen en 55 Leohanché-Barbier's met een gemiddelden duur van 468 dagen. Het intercommunale telephoonnet bestond 1 Januari 1S95 uit 468,1 kilo meter lyn en uit 1790,1 kilometer draad, te zamen vormende 22 afzon derlijke intercommunale verbindingen met dubbele draden en 3 intercom munale verbindingen met een enkelen draad. Het aantal gevoerde gesprek ken bedroeg 85,147 of 5733 meer dan in 1893. Bovendien werden nog een aanzienlijk getal gesprekken in abonnementen gevoerd. Het aantal werkelijk gevoerde gesprekken kan veilig op lloOOO worden gesohat(in 1390 bedroeg dit 49,531). Het ryk genoot, na afrekening met de ex- ploiteerende maatschappij in 1S94 f 37,213,68. Het personeel van den aotieven dienst bestond uit 2098 ambtenaren. De opbrengst per telegram bedroeg f 0,319 tegen f 0,318 in 1893- In het verkeer met Indië werden 637 tele grammen met 6986 woorden voor de dagbladpers tegen verminderd tarief verzonden. Het gebruik der telegram- zegels neemt af. In 1894 werden ver- kocht 93 217 tegen 100.462 in 1893 De gezamenlijke opbrengst, die in 1892 f49,784,00' lager was dan in 1S91, klom in 1892 weer eenigermate In 1893 was zij 143.442,49 hooger dan in 1892 en de opbrengst van 1894 ging die van 1893, doch slechts met f4,395,387s te boven. De op brengst van het binnenlandsch ver keer was in 1S94 weder slechts weinig hooger dan in 1893. In 1893 bedroeg zij f 699,675,69' 3« in 1894 f 700,210,037*in het laatste jaar dus slechts f534 34 meer. Bij de beoordeeling der mate van vooruit gang van het telegraafverkeer moet ook gelet worden op het steeds klimmen van het bedrag van het Rijksaandeel in de opbrengst der intercommunale telefoonverbindingen welk aandeel in 1894 het oijfer van f37,213,68 had bereikt. De uitgaven gingen in 1894 die van 1S93 met sleohts f 12,413,85 te boven. Hierby moet echter in aanmerking worden genomen, dat dit bedrag is het verschil tussohen het meer uitge- gevene a f 112,167,85 en het minder uitgegevene a f99 754 en dat onder dit laatste bedrag is f 91,012,40 wegens het in 1894 sleohts uitgeven van f 17,246,50 voor de stichting van een nieuw telegraafgebouw te Amsterdam. Onder de meerdere uitgaaf voor tele graphic in 1894 is begrepen f 39 293,14, voor personeel, f 30,897,45 voor lijnen en f40,759,41 voor gebouwen. Vereeniging Boaz. Vergadering van Woensdag. Woensdagochtend te 10 uur kwam Boaz weder bijeen. Aan de orde was bespreking van pensioenregeling, naar aanleiding van de punten op gegeven door de commissie in de vorige jaarvergadering daartoe be noemd. Voordat de besprekingen aanvingen drong de Voorzitterde heer Van Kempen, er op aan in de discussie vooral kort te zijn. Het eerste punt luidde aldus: Pen sioen behoort verkrijgbaar te zijn door een ieder, voor cf door wien gestort wordt, naar den maatstaf der stortingenook voor kleine nering doenden [en daarmede gelijk te stel len personenmits tot zeker nader te bepalen maximum. Dc heer de Waal Male fijt, die het eerst het woord verkreeg Btelt voor achter [het woordje «ieder," „werk man" te voegen en verder «ook voor kleine neringdoenden" weg te laten. De heer Jac. van Oversteeg wil het begin aldus lezen: „pensioen is ver krijgbaar." Na nog eenige bespreking wordt punt 1 aangenomen in dier voege, dat in plaats van „kleine neringdoenden," wordt gelezen „ieder loontrekkende." Punt 2 luidde„De staat is kas sier en administrateur van het fonds." De heer de Waal Malefijtburge meester van Westbroek, stelt voor: a. inplaats van „staat" het woord „overheid" te zetten en b destelling danaldu8|te veranderen: „De overheid waarborge eene richtige administra tie van het fonds en eene uitbetaling van de overgedragen bijdragen." De Voorzitter stelt voor, voor „staat," „Ned. Regeering" te plaatsen. De heer de Waal Malefijt hand haaft echter zijn amendement en na nog eenige bespreking, waarby de heer Brummelkamp Jr. er o. a. op wees dat men nooit goedkooper kas sier kan hebben dan de staat, werd e daarbij op voorstel van den heer v. d. Borch aldus veranderd zijnde „alle directe belasting betalende bur gers in den vorm vanj degressieve belasting. De uitslag is dat punt 3 aldus gewijzigd wordt aangenomen. Voorts wordt ook het 2e gedeelte van het amendement-de Waal Malefijt aangenomen. Ook wordt nog eene vierde stelling op voorstel van ds. Talma aange nomen, waarin de wensohelykheid wordt uitgesproken van pensionnee- ring van kleine neringdoenden, om dat eene pensionneering van loon- trekkenden, zonder tevens eene naar de zelfde beginselen vao kleine ne ringdoenden, eenzijdig werkt en daar om onrechtvaardig is. Alsnu wordt op voorstel van het hoofdbestuur bepaald, dat de volgende alg. vergadering in Den Haag zal worden gehoudenéén voorstel van den heer Van Dijk om haar in wolle te houden, vond niet genoeg bijval. In deze middagvergadering bracht verder de commissie tot het nazien het le gedeelte van het amendement der rekening rapport uit, die de reke- van den heer de Waal Malefijt aan-ning accoord had bevonden, sluitende genomen. Op verzoek van den heer ds. Tal- ma, wordt voordat men het 2e ge deelte van het amendement-de Waal Malefijt zal gaan behandelen, eerst punt 3 besproken, dat aldus luidde: De stortingen gesohieden door a. be langhebbenden, b. patroons, o. alle burgers in den vorm van degres sieve belasting." Luitenant Duymar van Twist van met een nadeelig saldo. De voorzitter bracht den penningmeester dank voor zijn goed beheer, daarbij den wensch uitende, dat hij nog lange jaren die waardigheid mocht vervullen en deelde mede, dat waarsohijnlyk het volgende jaar de kas niet met oen nadeelig saldo zou sluiten. De heer Van Dijk deelde enkele middelen mede, wélke naar zijne meening de kas zouden doen stijven. Gouda, spreekt de wensohelijkheid Het hoofdbestuur beloofde die in over- uit om in plaats van alle burgers, alle werkgevers te sohrijven en stelt verder voor dat op het' biljet van de bedrijfsbelasting eene rubriek worde geplaatsthoeveel wordt jaarlijks in uw huis verwerkt, en dat daarvan dan 1 pCt. in het pensioenfonds worde gestort. De heer v. d. Borch v. Verwolde wil in plaats van alle burgers „alle belastingbetalende burgers" lezen. weging te zullen nemen; evenzoo een voorstel van den heer P. Verkuijl van Haarlemmermeer, om ten einde de boeren beter op de hoogte zouden worden gesteld met beschermende rechten, brochures over deze kwestie van de heeren Van Leeuwen en Meyer voor rekening van „Boaz" kosteloos te laten verspreiden. Voor de behandeling van het refe raat van den heer Brummelkamp Jr. De heer IF. Hovy zegt, dat de pa- bleef na al deze besprekingen geen troon als de natuurlijke beschermer j tyd meer over. van den arbeider voor deze zaak j Ten laatste sloot de Voorzitter, de heer moet zorgen en dat het niet overeen-1 Van Kempente 4 uur met eene korte komt met eene ohristelijke coDScien- toespraak de vergadering, waarin hij tie om den arbeider op zekeren leef-op Zondagsrust aandrong en allen tyd weg te zenden en te zeggenep het gemoed drukte den eersten „het ga u wel." Daarom is echter dag der week tot een zegenaanbren- eene wettelijke regeling noodig om genden dag te maken en zoo tot een de concurrentie te kunnen volhouden met hen, die de arbeiders wel weg zenden. Voorts wil spreker in alinea c. voor „degressieve belasting" be lastingpenningen" geplaatst zien. Thans stelt de voorzitter voor, daar de zaak nog niet rjjp is om in stem ming gebraoht te worden en het dringend noodig is, dat „Boaz" zioh in het publiek over de zaak uit- spreke, de discussie na de pauze te 2 uur voort te zetten, om, als er dan nog tijd overblijft het referaat van den heer A. Brummelkamp Jr. over „beginselen, die de bespreking van minimumloon en maximum arbeids duur behooren te beheersohen" aan te hooren. Al zou spr. het betreuren, wanneer dit referaat niet in behan deling kwam, tooh meende hij, dat eerst deze zaak moest worden afge handeld. De heer vdVelde verklaart zioh tegen dit voorstel en de heer Duymar van Twiststelt voor de discussie tot de volgende vergadering u!t te stellen. Na nog eenige bespreking wordt het voorstel van den voorzit ter met 37 tegen 21 stemmen aan genomen. Hierna wordt eene commissie be staande uit de heeren v. d. Berg, van den Haag; Huizinga, van Leeu warden en Koekkoek van Amster dam, benoemd tot het nazien der rekening. Na de pauze leest de voorzitter voor een motie van de heerenDs. Talma, Krab, de Waal Malefijt en van Sohaardenburg om in plaats van o. te lezen „De overheid met het doel om pensionneering mogelijk te ma ken van die arbeiders wier leeftijd by invoering der pensioenplioht de bijdragen onder a. en b, te bezwarend zou maken." Eene uitgebreide discussie wordt voorts in de middagvergadering over punt 3 en de motie Talma e. a. ge houden. Eindelijk wordt de motie in stemming gebraoht en verworpen met 30 tegen 26 stemmen. Hierna worden de 3 alinea's van punt 3 in stemming gebracht, alinea verzoeningsdag der standen, tot eene verademing voor de vermoeiden in het midden eener maatschappy, die nog meer lijdt onder gebrek aan rust dan onder gebrek aan werk. Voorts dankte spr. allen die de ver gadering hadden bijgewoond. „Ook in de toekomst" dus ein digde spr. „zy onze hoop gericht niet op onze zwakke kraohten, maar op Hem, die den zwakke sterkte geeft. O God, onze helper in tijden van ouds, Onze hoop in de dagen, die komen, Onze steun, als de stormen zich om on-< verheffen, Wij vlieden tot U zonder sohroom." (Een gedeelte van dit verslag, dat voor ons vorig nummer bestemd was, konden wij toen wegens te late ont vangst en gebrek aan plaatsruimte niet plaatsen.) Uit Amsterdam. Dinsdagavond in den Stadsschouw burg Aïda van Verdi door de Ned. Opera. Als gast trad op mevrouw May Nororosse van de Opera in Covent- Garden Theatre te Londen. Van een gast verwacht men iets bijzonders, iets wat die gast doet uitmunten boven de andere optre denden. Niet aldus May Nororosse zang noch spel waren boven het mid delmatige, het spel was zelfs in som mige scènes door overdrijving slecht. Voor de mezzo-sopraan partij van Amnares had ik veel liever een ander gezien dan deze „gast". Me vrouw Engelen Sewing zong hare partij (Aïda) over htt geheel zeer goed. al was zij ook in sommige ge deelten wat zwak, haar stem klonk dan als was zy vermoeidhaar eoht- genoot de heer Engelen gaf blijken, dat zijn stem niet meer het fraaie timbre van vroeger heeft. Ik acht het overbodig te wijzen op de uitnemende vertolking van de partijen van Radumir en Amonazzo, resp. door de heeren Pauwels en Orelio, die als byna altijd uitstekend gedis poneerd waren. De opvoering in haar geheel be schouwd heelt het talrijk publiek blijkbaar zeer voldaan, waartoe zeker koren en orkest, die Dinsdag zeer goed waren, het hunne hebben by gedragen. B. A. B. De diamantbewerkers te Amsterdam. De 7000 molens der vijftig fabrie ken, die geene bondefabrieken zijn geworden, staan nog stil, hoewel overal „stoom op" is gemaakt. In 't geheel toonden slechts S man, van wie nog 6 eigenwerkmakers, den wil aan den arbeid te gaan. Voor dit luttel aantal eohter stelden defabrieks- eigenaars hunne machines niet in beweging, zoodat ook deze lieden onverrichter zake huiswaarts keerden. Ongeregeldheden zyn niet voorge komen. Hier en daar verzamelden zich Woensdag in den vroegen mor gen stakers voor den ingang der fa brieken door oomiléleden werden zij tot orde en kalmte aangemaand. Het bondsoomité beeft het plan voortaan aan de vier bondsfabrieken door drie ploegen met 8 urigen arbeidstijd te laten werken. Er zyn thans vier bondsfabrieken. Zy, die naar Amerika willen oversteken, zyn gewaarschuwd, dat daar geene werk lieden kunnen worden aangenomen, die niet voorzien zyn van een bewijs van het hoofdcomité van den A. N. D. B., dat zij lid der organisatie zyn en aan alle verplichtingen als zoodanig hebben voldaan. Buitendien is mede- leeld, dat de toestand voor den diamantbewerker op dit oogenblik zeer ongunstig is. De nieuwe bill heeft eenen uitgebreiden smokkel handel doen ontstaan, die den juwe liers den nek breekt. Van beide zijden is thans de hou ding eene afwachtende. De fabriekseigenaars hebben een parig besloten geene voorstellen in behandeling te nemen, zoo de werk lieden den eisch van het „verplichte lidmaatschap" niet laten varen. Heden wordt waarsohijnlijk geene meeting gehouden, ook al wegens het oneunstige weer. Woensdagochtend is, naar men aan het Hbld. mededeelde, een der voor naamste werkgevers in het diamant vak met 25 gezellen naar Antwerpen vertrokken, om daar den arbeid te hervatten, welke door de staking te Amsterdam onmogelijk is geworden. Reens bij den burgemeester van Amsterdam. Naar aanleiding van het feit, dat Maandag j.l. op het Amstelveld te Amsterdam aan Reens en Hermans, die daar sigaren verkoohten ten voor- deele der stakende sigarenmakers, belet was door een inspeoteur met tien agenten om hun waren aan te prijzen, had Reens Woensdagmor gen vergezeld van Speelman, den administrateur van het comité, een onderhoud met den burgemeester ten Stadhuize. Reens doet ons daarvan het vol gende verslag. Toen hy den burgemeester zijne voorstelling van het geval gegeven had, zeide deze U hebt zeker nog wel iets anders gedaan dan uw waren aanprijzen. ReensVolstrekt niet. BurgU hebt propaganda gemaakt voor deze of gene politieke party en dat komt op het Amstelveld niet te pas. ReensIk heb alleen dat loopje genomen, dat mij noodzakelijk scheen om veel sigaren te verkoopen. Burg.U bent voldoende met de termen van de wet op de hoogte om te weten wat u doen of laten moet. ReensWaarom wordt aan ande ren wel toegestaan redevoeringen uit te spreken en aan mij niet? Burg.Daar behoef ik u geen ant woord op te geven. ReensDan zal ik Maandag maar weer op dezelfde manier aan den gang gaan. Burg.: Dan zal ik voor voldoende politiemacht zorgen, en wanneer u de grenzen der wet overtreedt, pro cesverbaal laten opmaken, opdat de rechter beslissen kan of u zioh al of niet aan overtreding der wet schuldig maakt. ReensZoover ik mij de markt herinner, was het altijd aan ieder toegestaan om door blazen op de trompet of ander lawaai volk tot zioh te lokken. Waarom werd my dit door den inspecteur belet. Burg.Ik zit hier niet om u te vertellen, wat u zoo al doen en laten mag in de maatschappy. U is bekend genoeg met de voorschriften der wet. ReensMaandag zal ik het dus weer herhalen. Burg.: Wanneer uw instrument zoo scherp is, dat het aanleiding geeft, dat de rust en de orde verstoord worden, dan geef ik u de verzeke ring, dat het u belet zal worden. Ik heb u niets meer te zeggen. Door den gemeente-secretaris werd opgeteekend al wat Reens zeide. Vo'.ksdgbld. De Heldersche onderwijzera- quaestie. De heer dr. Frowein interpelleerde in den Helderschen gemeenteraad Dinsdag B. eu W.J over de schor sing der onderwijzers Janzen en Reitsma op 31 Augustus li. Volgens art. 30 der wet op het 1. o. hidden B. en W. van die schorsing kennis moeten geven aan den Raad op 3 Sept. zulks gesohiodde niet wat spreker nu aanleiding gaf te beweren, dat de wet was ondermijnd en met voeten getreden, wat hy hoopte dat zich niet zou herhalen. De wethouder Vos antwoordde namens het Dag. Bestuur dat geen sohorsing heeft plaats ge had, aangezien op 31 Augustus geen sohool werd gehoudener werd feest gevierd in de soholen en nu ontvingen de genoemde onderwyzers van B. en W. het verbod daarbij tegenwoordig te zyn. De heer Frowein ontkende nog dat de 31e Augustus vaoantiedag wasware dat wel het geval geweest, dan moesten de hoofden der soholen daaromtrent eene aanschrijving heb ben ontvangen. De heer Vos beweerde dat, waar dit niet was gebeurd, het niet meer was dan een gebrek in den vorm. Daarover het D. B. hard te vallen, achtte hij spijkers op laag water zoeken. De heer Frowein, die zich van het stellen eener motie ont hield, zeide dat hij sleohts heeft willen constateeren dat de „wethouder" bier de wet niet houdt. Woensdagmiddag is te 's-Graven- hage door de recherche van bet hoofd-commissariaat eeD vreemdeling aangehouden die by een bankiershuis geld trachtte te krijgen op valsohe wissels. De aangehoudene, die fransch spreekt, zegt Engelsohman te zyn. Te Nijmegen is een acrobaat van het gezelsohap Vleugels, dat tijdens de kermis aldaar in de sociëteit „Burgerlust" voorstellingen gaf op een aanzienlijke hoogte van een tra peze gevallen en tussohen de muzi kanten tereoht gekomen, zonder dat een hunner letsel kreeg. De acrobaat zelf werd ernstig gekneusd, zoodat hy moest worden weggedragen. Een brug ingestort. Voor de tweede maal is binnen het jaar de klapbrug, liggende over het Winschoterdiep op de grensscheiding tusschen Soheemda en Eexta, naar beneden gestort. De zware balans, waaraan de brug hing, is voor het grootste gedeelte verbrijzeld, terwijl de zuilen zyn afgeknapt. De brugwachter, het gevaar bemer kende, waarin hy zich bevond, wist door een koenen sprong in bet kanaal zich het leven te redden, waaruit eenige rappe handen hem spoedig op het droge konden halen. De dienstbode van den landgebrui- ker Zijlker kwam ook met den schrik vrij. Zy stond juist voor de brug toen deze instortte; een harer melk emmers werd totaal verbrijzeld. De vaart is door dit ongeval geheel gestremd. Pers Overzicht: Het aantal kiezers. In het Handelsblad is opgenomen een schrijven van prof. van Geer, in antwoord op een hoofdartikel, dat genoemd blad eenige dagen geleden bevatte en dat handelde over het bekende opstel van dezen hoogleeraar over het kieswet-ontwerp. Prof. van Geer verdedigt in zijn sohrijven de betrekkelijke vertrouwbaarheid van zyne schatting van het aantal kiezers, die de nieuwe wet ons zal brengen en schrijft ten slotte dit: „Steunt het vermoedelijk getal kiezers te Leiden op berekeningik geef toe dat het aantal kiezers voor het geheele land berust op schatting. Hierbij wil ik sleohts opmerken, dat niet gerust. Hij bevond zich tusechen twee jonge, flinke mannen en het zou dwaasheid zijn geweest te trachten met hen te worstelen. Behalve dat zij gewapend wa ren zagen beiden er vastberaden en onverschrokken uitzij waren blijkbaar aan dergelijke ondernemingen gewoon, zoodat zij zich door tegenstand nietzjuden laten afschrikken. Your purse, if you pleasezeiden de twee straatroo- v rs met eene zekere beleefdheid, ongetwijfeld door het stilzwijgen en de onbewegelijkheid van hun elachtoffer aangemoedigd. „U vraagt mijn beurs?" stamelde de Bretagner in zyne landstaal; „ik zal ze u geven," voegde hij er gelaten bij." „Wel, zijt ge een Franschman 1" riep een der dieven uit. „Een landgenoot, bravo 1" voegde de ander er bij met eene uitbarsting van vroolijkheid. „Zoo, zoo 1" zeide Kerven en zag hen verbijsterd aan, terwijl hij werktuigelijk glimlachtte. „Ik ben dus in gezelschap van brave landgenooten Dan hoop ik dat de heeren mij niet als een Engelscbman zullen behan delen en mij tenminste de helft van den inhoud van mijn beurs zullen laten." „Laat maar eens zien, daarna zullen wij wel kijken of het de moeite- waard ia om den inhoud te ver doelen." En onder het slaken van een diepe zucht zocht hij uit de ruime plooien van zijne jas een klein, rond zakje te voorsohyn en toonde het aan de beide ban dieten, wier lange dolkmessen hem nog Bteeds bedreig den. Een hunner rukte het haastig uit zijne banden en na het nauwkeurig op zijne hand te hebben gewo gen, zeide hij op een tevreden toon „Het schijnt mij nog al de moeite waard te zijn." Vervolgens richtte hij zich tot zijn makker en vroeg hem waar zij de buit z >uden verdoelen. „By ons thuis," antwoordde dexe kalm. „Ja waarlijk, waarom ook niet?" antwoordde de eerste op luchtigen toon. En bij zeide tot Philip Kerven „Volg ons." „Waarheen?" riep deze bevende van angst uit. „Hier dichtbij naar onze woning. Wij kunnen daar veilig het geld tellen, het in drie gelijke deelen verdeelen en u u w derde part geven. Wij zijn toch goede vrienden hé „Wanneer het u hetzelfde is, zou ik mijn geld liever hier ontvangen, goede vrienden." „Onmogelijk, de politie zou ons waarschijnlijk komen lastig vallen. Bovendien zal het ons aangenaam zijn eens met een landgenoot te klinken." „Maar „Weigert ge met ons te drinken. Welnu dan wenschen wij u goeden nacht." „Nu dan volg ik u!" antwoordde Kerven vastbe raden. Hij bedacht dat bij niets le verliezen had en hoopte eenige geldstukken terug te züllen krijgen, die bij noodig had om naar Frankrijk terug te keeren waar men hem met ongeduld wachtte. De drie mannen begaven zich op weg. Na New Bridge Street te zijn doorgegaan liepen zij met geregelden tred Hay Market langs. Een oogenblik bewaarden zij bet stilzwijgen, daarna zeide degene die de jongste was zacht en haastig: „Wij zullen stellig wel een paar politieagenten ont moeten. Eene diepe stilte zal dan noodzakelijk zijn. Anders „Anders," vervolgde de ander, die ongetwijfeld dik wijls in een humeur was om te spotten, „zullen wij in de droeve noodzakelijkheid verkeeren u opnieuw de kleine instrumenten te toonen, welke ge reeds kent en waarvan wij ons met veel gratie en behendigheid be dienen." „Ik dank u voor de waarschuwing heeren en zal voorzichtig zijn," antwoordde de Bretagner op denzelfden toon. „Uwe handelwijze verdient echter erkentelijkheid van mijn kant. Ik zal zwijgen wees daarvan verzekerd." Dit antwoord geviel ongetwijfeld aan de twee dieven, want zij glimlachten en zetten hunne wandeling voort als gewone burgers die wat laat naar huis terugkeeren. Onderweg dacht Philippe Kerven over zijn toestand na. Hij bedacht, dat hij een paar zonderlingen had ontmoet, meer onbesohaamd dau slecht, die behoorden tot de groote dievenklas8e. Bij het matte maanlicht, dat door da mist drong, keek hij hen scherp aan en zag tot zijne verbazing dat zij zeer netjes gekleed waren, en dat hunne manieren ook niets te wenschen over lieten. De oudste waB niet boven de dertig jaar. Ondanks zijn jeugdigen leeftijd was hij reeds tamelijk gezet. Hij had gevulde, blozende wangen en om zijne dikke lippen speelde een spottende glimlach, aan vro olijke menechen eigen. Men zou hem aangezien hebben voor een welgestel- den koopman uit de City, te meer daar hij zich het uiter lijk van een Engelscttamn gaf. Da jongste was blond, slank, en kon niet ouder zijn dan vier en twintig jaar. Eene matte bleekheid verleende aan zijn gelaat iets droefgeestigs. Eene sentimenteels engelscne dame zon, hem als ze hem zag, hehb n vergeleken bij den een of anderen held van een gedicht van Byron. Deze jonge man had inderdaad in zijn verschijnen iets van den Manfred en Philippe Kerven sloeg hem met stijgende belangstelling gade, toen een zijner gidsen tot hem zeide„Halt I" Daarna klopte hij driemaal haastig tegen de deur van een buis met een net uiterlijk. Onmiddellijk werd de deur geopend, die toegang gaf tot eene vestibule, verlicht door het flauwe lioht eener albasten lamp. Een neger in roode liverei ging hen voor naar eene kamer op de eerste verdieping, stak twee kaarsen aan en verdween op een wenk van de twee beschaafde dieven. Dit vertrek was eene spreekkamer, eenvoudig maar net gemeubileerd en er was volstrekt niets verdachts te zien. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2