Tweede Editie.,
PPLAKBILJETTEI
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
j. c.
FEUILLETON.
De stem van het geweten.
13) Jaargang
Donderdag 24 October 1895.
No. 3777
HAARLEMS DAGBLAD
^BOzsnsr^nvcEiisrTsn^icrs:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), pèr 3 maanden1.80
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post
AnVEBTEOSTTIËN":
l 1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauxKleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM
Hoofdagenten voor fiet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. UBE Co. JOHN F. JONES, Suce., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omt-ek rijn: Bloanendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, .bij de] Tol; BaxrUmmermeer, C. DOEKES; >paarndam, C. HaRTENDORP];
Zandnoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuidtnJ. .T. TJADEN; Beverioijk, H. JUNGKRIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
BILJETTEN voor Veilingen en
anbcsledingen, voor Feestelijk-
eden, Concoursen etc a men
Stocsadrulikcr'J d£t BSad
hoogst billijken pi,j3 laten
rukken.
Meuwste Lettersoorten. Spoe-
ige aflevering.
De Directeur Uitgever
Politiek Overzicbf.
Langzamerhand beginnen de wet-
evende liohamen in de verschillende
,nden hunne winterwerkzaamheden
eer. Dinsdag was dan ook op poli-
ek gebied een belangrijke dag, wijl
p dezen datum zoowel de fransche
[amers als deoostenrijksohe zijn ge
pend.
By de opening van de Fransche
amer hield Brisson, de voorzitter,
jne lofrede op de troepen, die de
adagascar-expeditie hebben meege
aakt. Door luide toej uichingen stemde
e Kamer met zijne woorden in.
Llvorens de zitting werd opgeheven
ferd nog bepaald, dat de interpellatie
iver de gebeurtenissen te Carnaux
)onderdag zal plaats hebben.
In den Senaat was het de vioe-
'oorzitter Challemet, die eene lofrede
jield op de troepen op Madagascar.
De opening van de oostenrijksche
[amer was belangrijker en heeft meer
ie aandacht get.okken, omdat het
evens de eerste gelegenheid was,
lat de minister-president Badeni in
iet openbaar als zoodanig optrad
Jij hield eene redevoering, waarin
q sprak over den strijd der natio-
aliteiten.
Alle waarlijk reohtvaardige en wet-
ge eischen, zeide hij, zouden naar
ehooren onderzooht worden. Men
ou rekening houden met den over-
eleverden toestand, gelijk hy gescha-
en was door de historische ontwik-
eling en het overwicht van het
hitsche ras. De regeering had volle
ertrouwen in het Tsjeohische volk
zag van alle bestraffing af. Van
are welwillendheid had zij reeds
gegeven in de opheffing van
le uitzonderingsmaatregelen in Bo
em en.
Zijne rede besluitende, zeide Ba-
eniDe regeering zou onafhanke-
jk blijvenzou leiden maar zioh
iet laten leiden en du3 handelen
aar beginselen, in theorie juist en
n de praktijk. Zy deed een beroep
ip de partijen, die zich op zedelyken
(rondslag hadden gevormd en die
len ideaal doel op practischen grond
tastreefden. De regeering zou zich
iet begeven op de onvruchtbare
'en, die naar de vernietiging der
chelijke maatsohappij voerden,
rnder echter reaotionair te wezen
zou voor de handhaving van den j
odsdienst en van godsdienstig-zede-1
lijk waken. De natie zou zich heb
ben bezig te houden met de verbe
tering van den oeconomisohen toe
stand, vooral in de landen die in
ongunstige omstandigheden verkee-
ren en de Kamer met de begrooting,
het vergelijk „met Hongarije, eene zeer
vrijzinnige kiesrechther vorming,maat
regelen om het lot van de misdeelde
klassen te verheffen en met voort
gezette belastinghervorming. De re
geering zou tegenover geen enkele
party het verdeel-en-heersoh toepas
sen, en rechtvaardigheid als haar
hoogsten plicht beschouwen.(Herhaald
applaus).
De Kamer heeft besloten Donder
dag de regeeringsboodschap te be
handelen
In het Heerenhuis hiold de minis
ter dezelfde rede, waarmee hom veel
geluk werd gewonscht. Hij deed in
vol vertrouwen een beroep op steun
van het Huis.
Zooals bekend is hebben deKroa
ten in Agram H ngarye, belee-
digd door eene hongaarsche vlag te
verbranden. Hierover en nog meer
andere voorvallen van gelijke betee-
keois heeft in de hongaarsche Ka
mer Frans Kossutz de regeeringj ge
ïnterpelleerd.
Hij stelde haar verantwoordelijk
voor het gebeurde en gispte scherp
den brief van den Keizer aan den
banus van KroatR Waarom had de
regeering, zoo vroeg hy, niet de vol
doening gevraagd, waarop da natie
wegens hot beleedigen van de Hon
gaarsche vlag recht had. Hij viel de
regeering en de liberale party hevig
aan, en verweet der regeering gemis
arn energie (gemompel aan de rech
terzijde). Hy eischte dat deHongaar-
scho vlag geplant zou worden daar
waar zij be eedigd was en dat de
troepen en de autoriteiten er voor
defileeren zouden. Hij verlaügde dat
de eisch van genoegdoening voor de
beleediging in de volgende vergade
ring behandeld zou worden.
De voorzitter van den ministerraad
verwierp de beschuldiging, tegen de
regeering ingebraoht, als zou zy de
gebeurtenissen niet aangedurfd heb
ben. Het Agramsche schandaal moest
behandeld worden. De regeering zou
op de vragen welke men haar stelde
antwoorden.
Josipowitsj spoorde tot gematigd
heid aan.Hetvoorstel van den president
om het wetsontwerp op het strafge
richt te Boedapest te behandelen,
werd aangenomen met 133 tegen 94
stemmen.
Apponyi interpelleerde daarna
Banffy over de stappen, die deze
genomen had, om genoegdoening
voor de beleediging der vlag te ver-
krygen. Hy vroeg of Banffy den in
vloed gebruikt had, dien hem de
grondwet op de toespraken van den
keizor te Agram en zijn brief aan den
banus van Kroatië geeft. Hij stelde
voor toespraken en brief de regee-
ring aansprakelijk. Wy zullen deze,
zaak met den min.-president regelen," j
voegde hy er bij, „als het mogelijk'
is en zoo noodig zonder hem."
Uit Koustantinopel wordt nog ge-|
meld, dat nieuwe troebelen zijn voor- j
gevallen in drie dorpen in het dis- s
triot Iswiot. Door Circassiërs zijn 100
Armeniërs vermoord, terwijl de troe-1
pen onmachtig zijn de troebelen te
herstellen.
De hardnekkige veldtocht tegen
den Pruisischenminister VonBötticher
heeft eindelijk dit resultaat gehad, dat
zelfs de gematigde bladen volkomen
inlichtingen over de kwestie verlan
gen. Waarsohijnlyk zal de zaak in
de volgende zitting van den Rijksdag
ter sprake worden gebraoht. De wijze,
waarop de minister enkele onderdoo
ien van de gebeurtenissen tracht te
verbergen, begunstigt de aanvallen,
die zich reeds tot de geheele regee
ring uitstrekken.
Volgens een bericht aan het Nowoje
Wremja uit Wladiwostok zullen wel
dra meerdere Japanscho havens voor
den internationalen handel worden
opengesteld, en wel Sjimonoseki,
Jokkaitsji, Tokio, Sendai, Aomori en
Otaroonai.
Een van Formosa ontvangen
telegram meld dat het hoofd
der Zwartvlaggen te Taiwanfoe stel
ling heeft genomen tegen de Japansche
troepen. Men gelooft dat do Zwart
vlaggen zich eindelyk zullen onder
werpen en de Japanners heden Am-
ping zullen bezetten.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 23 October.
Naar wy vernemen zal Dinsdag
a.s. in Weten en Werken alhier eene
ledenvergadering worden gehouden
van de anti-rev. kiesvereeniging „Ned.
en Oranje" ter bespreking van de
voorgestelde grensregeling tusschen
Haarlem en Heemstede.
Naar men ons meldt werd in eene
Dinsdagavond alhier gehouden open
bare vergadering van de Geref. jon-
gelingsvereeniging te dezer stede o.a.
door den heer J. van den Brink,
onderwijzer aan de Gr. v. Prinste-
rerschool, alhier, eene lezing gehou
den over de „jongeling en het kazerne
leven."
Spreker deed zioh kennen als een
sterk voorstander van persoonlijken
dienstplioht en waar er geklaagd
wordt over onzedelijkheid in de ka
zerne, daar meende hij, dat daar ook
oorzaken voor waren, voornamelijk
deze, dat geen welopgevoede jon
gelui in dienst traden, maar personen
die nadeeligen invloed op het kazerne
leven uitoefenden. Toch behooren
niet alle plaatsvervangers tot die
slechte lui, daar veleu remplacanten
worden, omdat zij zich in de maat
schappij geene positie kunnen ver
werven. Kraohtig drong spr. aan om
de pogingen van den anti-dienstver-
vangingsbond te steunen, daar het
zedelijk lot van den soldaat dan beter
zou worden. Ook moet meer dan tot
nog toe van Regeeringswege alles
gedaan worden, wat mogelyk is, om
een behoorlijk leven voor den soldaat
in de kazerne mogelyk te maken.
De rechtstoestand van den soldaat
moet verbeterd, meer toezicht op zijne
zedelijke vorming gehouden, het mis
bruik van sterken drank gestraft en
het vloeken van meerderen verboden
worden. En waar de Regeeriag na
latig blijft iets te doen voor de ver
betering van het lot van den soldaat
moeten anderen iets doen om zyn toe
stand te verbeteren. De opriohting van
Militaire Tehuizen beval spr. aan, die
hy in aller belangstelling opdroeg.
Zoo kwam spr. tot de slotsom, dat
de plaatsvervanging het gehalte van
het leger bederft en niet overeenkomt
met de anti rev. beginselen en dat
men een andere houding tegenover
den soldaat moet aannemen, daarbij
der jongelingen plicht uiteenzettende.
Aanbssteding.
Naar men ons meldt werd bij de
Dinsdag te Hillegom gehouden aan
besteding van een woonhuis voor den
heer R. Veldhuizen van Zanten aldaar,
door den architect W. de Vluoht van
Amsterdam, als volgt ingeschreven
J. D. Tilburg, Oegstgeest 19190
J. H. Sohepens, Amsterdam f9400
A. Guldemond, Hillegom f9695
M. v. Deutekom, Amsterdam f9742
J. Gozen, f9850
J. J. Guldemond, Haarlem f9999
Zandvoort.
Door lusschenkomst van den bur
gemeester heeft iemand, die onbekend
wenscht te blijven, f 100 aan de armen
van Zandvoort geschonken.
In eea door de feestcommissie te
Zandvoort gehouden vergadering is
een reglement vastgesteld en aange
nomen. Het bestaande bestuur werd
herkozen nl. de heer Th. J. Schu
macher tot pres. en de heer C. H. N.
Tates tot penningmeester. Voor den
heer J. A. W. Hïebondaal, secr., die
niet meer als zoodanig in aanmorking
weüsohte te komen, werd gekozen
de heer J. v. d. Werff. Daar or vol
gens hot nieuwe reglement dat ter
stond na goedkeuring in werking
trad, twee bestuursleden meer moesten
zyn, werd de heer Ant. Bakels ge
kozen als vice voorzitter en de heer
Jb. van der Werff tot bibliothecaris.
De varkensziekte (besmettelijke
vlekziekte) kan te Zandvoort als ge
ëindigd beschouwd worden. Sedert
26 Sept- jl. hebben zich geen nieuwe
gevallen voorgedaan en het aan
tal heeft zich bepaald tot 17.
BINNENLAND,
ParlementairPraatjes.
Het ging zooals ik verwaoht had.
Nauwelijks had de Kamer besloten
dat Woensdagochtend de heer Van
Stirum zou interpelleeren over den
dynamietopslag op Rozenburg was
de Kamer over het onteigeningswetje
van den spoorweg Schagen-Wognum
heengewipt; was het algemeen
debat over de Indische begrooting
voor 1S96 gelijktydig met dat over
de wjjziging van het Indisch tarief
van invoerrechten geopend, of de
stroomen van welsprekendheid vloei
den met ongetemde kracht.
Ja er waren er zelfs die, als de
heeren van Stirum en Bahltnann,
klaagden over de onvolledigheid van
Mem. van Toel. en Voorl. Verslag.
De heer Cremer, voorzitter der Comm.
van Rspp., trok zioh van het laatste
verwijt niet al te veel aanhij vond,
dat die soort staatstukken al lang
genoeg waren en al te veel gelegen
heid tot praten openden. Of hij gelijk
had 1
Nu, te veel pralen wilde de heer
Van Gennep niet. Hy wilde den Min.
geen zaken aanbevelen, als decentra
lisatie, waarvan deze toch niet gediend
was In de huidige politieke omstan
digheden kon de Min. niet anders
zijn dan een administratief beheerder
en aangezien bij goed beheerde, wilde
de heer Van Gennep den Min. gaarne
steunen. Maar niet voor de verhoo
ging der invoerrechten. Daar zag hij
geen reden voor. Want z. i. waren
de financiën niet sleoht, zelfs niet als
men de buitengewone werken uit de
middelen betaalde. Maar dat was z. i.
nog niet eens noodig, want voor die
werken waarvan hij de producti
viteit iu het lioht stelde (irrigatie,
spoorwegen enz.) mocht gerust ge
leend worden. Evenmin zag üy reden
voor verhooging van belasting om
gaten te stoppen die wellioht konden
komen, maar er nog niet waren.
Waren ze er eenmaal, dan was 't nog
tijd genoeg. Ook zou belastingver-
hooging nog gerechtvaardigd worden
door uitgaven voor hervormingen,
maar alles bleef by 'toude. Ea dus
geen tariefverhoogiog.
De tariefverhooging en de fiaanci
eele toestand waren natuurlijk het
alpha en omega van de meeste rede
voeringen.
Enkele sprekers weken evenwel
van deze lyn af. Zoo de heeren Cre
mer en vau Vlymon, die't over Atjeh
hadden; de eerste er op aandringende,
dat leger en vloot zoo min mogelyk
aan hun bestemming werden onttrok
ken; de tweede toejuichende de hand
having van ons gezag, de oonsolidee-
ring van den toestand, ook op Borneo
en Celebes en de andere Soenda-
eilanden. Beiden brachten evenwol
nog zaken ter sprake, waarop ik bij
het antwoord van den Min. toch weer
moet terugkomen en waarover ik dus
nu maar zwyg. De heer van Limburg
Stirum nam 't voor de zendelingen op
en spoorde den Min. overigens, ge
heel afgescheiden van de politiek, tot
oeeonomisohe hervormingen in Indië
aan.
Konden de heeren Cremer on Pijn-
acker Hordijk er zich, hoewel noode,
by neerleggen, dat de Min. daar niet
aan wilde, de heer Bastert prees dit
in dezen Min., in wien hy blijkbaar
de vleeschgeworden voorzichtigheid
en hot gepersonifieerd administratief
beleid zag.
Deze spreker gaf dan nog, evenals
de heeren Bool en Hordijk, enkele
wenken op speciale punten waar
over de Kamer nog niet is uitge
praat.
En nu terug naar de financiën en
het tarief.
Wat de heer van Gennep er van
zeide weet men. Evenmin als hij wilde
de heer Bool van de verhooging we
ten, vooral omdat die in 't bizonder
de inlandsohe bevolking drukken
zou ('t was altyd „pik op den kleinen
jongen" had de heer van Gennep
gezegd). Men moest naar vermeerde
ring der inkomsten z. i. streven door
ontginning der natuurlijke bronnen
van Indië (mijnen, petroleum). En
als 't op leenen aankwam, voor kas
te korten wilde hij dat niet toestaan.
Ook de heer Bahlmann niet, maar
deze wilde het evenmin voor de z.g.
buitengewone werken, waarvan z.i.
de productiviteit moest bewezen wor
den. Eu liever dan nog geld te be
steden aan Indië, wilde hij dat het
een bijdrage, byv. van 10 millioen,
aan Nederland schonk. Hij vond den
financieelen toestand zoo mooi niet,
want de koffiebaten zouden spoedig
verdwynenvoor de opruiming van
do duitenquaestie, voor de opiumre
gie zou veel geld noodig zijn. Ver
hooging van het tarief wilde hy ech
ter niet, omdat de Ned. industrie
(manufacturen) daaronder zeer zou
lijden. Maar er kon wel bezuinigd
worden, voornamelijk op te hooge
tractementen en pensioenen en ook
uit petroleumbronnen en mijnen was
wel geld te slaan. Spr. zon echter
alvast probeeron hoofdstuk II, „uit
gaven in Iodië," wat te besnoeien.
De heer Bastert (die 't vrywel met
den heer Bahlmann eens was) scheen
genegen den Min. te volgeD, maar
niet alzoo de heer Cremer die meer
bepaaldelijk ren heerBahlmanD punt
voor punt bestreedbetwistte dat de
toekomst vooral met het oog op de
koffie, zorg baardewees op de toe
name van de opbrengst van verschil
lende middelen in het lioht stelde
de produotiviteit van spoorwegen en
irrigatiewerken, waarvoor z. i. met
gerustheid mocht worden geleend.
Tegen een verhooging van het alge
meen tarief was spr. ernstig gekeerd.
Hij meende dat daarvoor thans geen
reden was en dat dc buitenbezittingen
het ontbrekende konden geven zoo
kondon op Sumatra's oostkust de
aoojjnzen voor luoifers en petroleum
verhoogd worden zonder eenig be
zwaar. Aan do zijde van den heer
Cremer sohaardeztohde heer Pynaoker
Hordijk, terwijl de heer van Viymen
zich, eveneons om de onzekerheid
van de koffiebaten, ten aanzien waar
van hy het standpunt van den heer
Bahlmann innam, tegenover dezen
vóór de tariefverhooging verklaarde.
Na de interpellatie-van Stirum zal
de Min. aan het woord zijn. Veel
kans schijnt zyn tarief niet te hebben.
G. Jr.
De diamant be werkera te
Amsterdam,
Dinsdagmiddag 2 uur ving in het
Paleis voor Volksvlijt een meeting
aan, waar het voorstel van het hoofd
comité in bespreking zou komen en
aan geheime stemming zou onder
worpen worden. Dinsdagoohtend was
een manifest verspreid van den vol
genden inhoud, waaruit men den
aard van het voorstel kan na
gaan
Daar het ons gebleken is dat op
dit oogenblik de doorvoering van het
verpliobte lidmaatschap langs den
voorgenomen weg ondoenlijk is, is
het zaak, dat het beoogde doel toch
bereikt wordt, en dus de staking
niet zonder resultaat eindige. Hebben
wy geen volmaakte overwinning op
onze tegenstanders kunnen beveohten,
zoo dienen wy allen, zonder uitzon
dering, een overwinning op ons zei
ven te behalen, en het verplichte
lidmaatschap in te voeren door eigen
Naar het fransch
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK II.
Zooals men reeds zal hebben vermoed was Simplice
jen arm wezen, wiens verstandelijke vermogens grooten-
leels waren verdwenen. Hy was gek, maar zijnwaan-
tin was van een zoo zachtzinnig, onschuldig karakter,
Jat deze in hoofdzaak deernis en sympathie wekte.
Uien in den omtrek hielden van hem, vooral de eige-
laar van Stalanga, die hem tot zich had genomen.
Sedert pijn en berouw hem begonnen te kwellen op
sijn leeftijd, had hij de noodzakelijkheid leeren inzien
verpleger iemand te hebben, die geen spion was.
begiftigd met eene instinctmatige dienstvaardigheid en
m genoegzaam ontwikkeld verstand om een bevel te be-
djpen en te kunnen uitvoeren, toonde Simplice Bteeds
Itxellde humeur, was kalm en ijverig, voelde zich ge
lukkig als hij vaa dieast kon zijn, en glimlachte droef
geestig als hij yoor het een of ander werd bedankt.
Als men zag bos hij er steeds op uit was om dewen-
schen van Tréhouart te voorkomen, zou men zeggen,
dat hij zich bewust was, wat hij hem door dankbaar
heid was verschuldigd. Deze had hem eens zonder be
wustzijn aan den raad v»n een afgrond gevonden en
hem op Iet kasteel gebracht. Reeds twaalf jaar woonde
hij hier, terwijl bij hem zeer gemakkelijk naar eene in
richting had kunnen zenden en hem gehe-.l op koeten
van den staat laten opvoeden. Dit was overigens eene
goede daad, die de berouwhebbende gevoegd had bij de
reeks zijner weldaden, waarover de voldoening in zijne
ziel het tegenwicht moe3t vormen tegen den zwaren
last der misdaad, waaraan hij zich voor jaren had
sohuldig gemaak.
„Ook jou niet mijn jongen," zeide hij en legde zijne
hand lietkoozend op het voorhoofd van den zachtzin-
nigen idioot, „ook jou zal ik niet vergeten. Je zult eene
lijfrente hebben, die je voor gebrek zal vrijwaren. Bo
vendien zal ik je aan mijn erlgenaam aanbevelen en als
hij een goed hart heeft zal hij je onder zijne bescher
ming nemen."
Simplice scheen slechts eene omstandigheid te besef
fen, namelijk, dat men tevreden over hem was. Hij
keerde terug naar het hoekje bij den schoorsteen, zijne
gewone plaats, en b'aderde voor de honderdste maal
een mooi geïllustreerd bcekdoor„Paulen Virginia", dat hy
voortdurend weer overlas en waarover hij echter sprak
alBof het iets nieuws voor hem was. Eene der eigenaar
digheden van dit gekrenkte brein was dat hij spoedig
en volkomen alles vergat. Ook had hij geen enkele
herinnoring uit zijne eerste jeugd overgehouden. Sedert
hij cp het kasteel wconde had hij nooit eenige aanwij
zing kunnen geven over zijne familie, noch kunnen
zeggen hoe jhij door zijne ouders genoemd werd. Dit
had zijn weldoener op het denkbeeld gebracht hem
Simplico te noemen.
Toen hij de kleine secretaire voor den ouden Tré
houart had neergezet, maakte deze zich gereed om zijn
testament te gaan schrijven. Hij haalde uit eene lade
een stuk gezegeld papier te voorschijn benevens eene
mooie, pas versneden pen, die hij met bevende vingers
beproefde, toen een nieuw persoon de kamer binnen
trad zonder zijne kom3t eerst aan te kondigen.
Het was een man van acht en twintig a dertig jaar,
groot, gebruind, met een langen zwarten knevel, een
open gelaat, gekleurde tint en fonkelende oogen. Hij
was iemand van een driftigen, hartstochtelijken aard.
Zijne manieren spraken van vastberadenheid en zijn op
treden kenmerkte zich door stoutmoedigheid. Zonder
dik te zijn had hij een forsch gebouwd lichaam; aan
eene herculische kracht paarde hij eenfraaien lichaams
bouw. Zijne trekken hadden de regelmatigheid vaneen
gebeeldhouwd gelaathet hooge,breede voorhoofd droeg
het kenmerk van schranderheid maar de ronding van
de forsche kin verried geweldige kracht Kortom, hij
was wellicht de schoonste man uit het geheele depar
tement.
„Zoo, ben jij daar Maxime," zeide de grijsaard en
legde de pen op den inktkoker.
„Hoe gaat het oom?' vroeg de jonge man levendig en
drukte de magere, beenige vingers, die de zieke hem
toestak.
„Van morgen heb ik een vreeselijken aanval gehad
maar nu voel ik mij beter."
„Goddank, het doet mij genoegen dat te hooren,
want ik heb u eete belangrijke mededeeling te doen."
„A, zoo! je komt van het landgoed „les Ravines"
waarde neef, het kost mij niet veel moeite dat te be
grijpen. Je hebt vader Bamalec gesproken en hem on
getwijfeld om de hand van zijne dochter gevraagd?-'
hebt het goed geraden oom."
„Dus je bemint Camille?"
„Ik heb haar lief tot gek wordens toe 1" riep Maxime
met vuur uit. „Zij is zoo goed, zoo schoon, zoo be
minnelijk-"
„Ja, ik weet het, zoo is zij altijd die men liefheeft."
„Maar ik bezweer u, dat er geen lieftalliger schepsel
op de geheele wereld is. Ik zou mij voor haar willen
laten verbranden. En hoort u eens, ik heb bijna dien
onbeschaamden Scaër uitgedaagd, die mij haar durft
betwisten."
„Zoo, waar al ziet hij er niet zoo goed uit als jij,
hij heeft in ieder geval zoo iets van vijf en twintig a
dertig duizend francs rente. Daarmee is een man nooit
leelijk."
„Wat hindert zijn rijkdom! Zon Camille dan geluk
kig kunnen zijn met dien vent? Zij heeft hem met lief
heeft zij mij gezegd! Ik had den klank van hare stem
by deze woorden gaarne steeds in mijn ooren om er
mijn hart mee te streelen."
„Wat eene opgewondenheid! Maar wat heelt Bamalec
je geantwoord? Stemt hij er in toe je zijn kind ten
huwelijk to geven?''
„Ja oom, hij stemt er in toe. Ik ben dan ook de