Tweede Editie., PPLAKBILJETTEI NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. j. c. FEUILLETON. De stem van het geweten. 13) Jaargang Donderdag 24 October 1895. No. 3777 HAARLEMS DAGBLAD ^BOzsnsr^nvcEiisrTsn^icrs: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), pèr 3 maanden1.80 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post AnVEBTEOSTTIËN": l 1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauxKleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM Hoofdagenten voor fiet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. UBE Co. JOHN F. JONES, Suce., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad in den omt-ek rijn: Bloanendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, .bij de] Tol; BaxrUmmermeer, C. DOEKES; >paarndam, C. HaRTENDORP]; Zandnoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuidtnJ. .T. TJADEN; Beverioijk, H. JUNGKRIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. BILJETTEN voor Veilingen en anbcsledingen, voor Feestelijk- eden, Concoursen etc a men Stocsadrulikcr'J d£t BSad hoogst billijken pi,j3 laten rukken. Meuwste Lettersoorten. Spoe- ige aflevering. De Directeur Uitgever Politiek Overzicbf. Langzamerhand beginnen de wet- evende liohamen in de verschillende ,nden hunne winterwerkzaamheden eer. Dinsdag was dan ook op poli- ek gebied een belangrijke dag, wijl p dezen datum zoowel de fransche [amers als deoostenrijksohe zijn ge pend. By de opening van de Fransche amer hield Brisson, de voorzitter, jne lofrede op de troepen, die de adagascar-expeditie hebben meege aakt. Door luide toej uichingen stemde e Kamer met zijne woorden in. Llvorens de zitting werd opgeheven ferd nog bepaald, dat de interpellatie iver de gebeurtenissen te Carnaux )onderdag zal plaats hebben. In den Senaat was het de vioe- 'oorzitter Challemet, die eene lofrede jield op de troepen op Madagascar. De opening van de oostenrijksche [amer was belangrijker en heeft meer ie aandacht get.okken, omdat het evens de eerste gelegenheid was, lat de minister-president Badeni in iet openbaar als zoodanig optrad Jij hield eene redevoering, waarin q sprak over den strijd der natio- aliteiten. Alle waarlijk reohtvaardige en wet- ge eischen, zeide hij, zouden naar ehooren onderzooht worden. Men ou rekening houden met den over- eleverden toestand, gelijk hy gescha- en was door de historische ontwik- eling en het overwicht van het hitsche ras. De regeering had volle ertrouwen in het Tsjeohische volk zag van alle bestraffing af. Van are welwillendheid had zij reeds gegeven in de opheffing van le uitzonderingsmaatregelen in Bo em en. Zijne rede besluitende, zeide Ba- eniDe regeering zou onafhanke- jk blijvenzou leiden maar zioh iet laten leiden en du3 handelen aar beginselen, in theorie juist en n de praktijk. Zy deed een beroep ip de partijen, die zich op zedelyken (rondslag hadden gevormd en die len ideaal doel op practischen grond tastreefden. De regeering zou zich iet begeven op de onvruchtbare 'en, die naar de vernietiging der chelijke maatsohappij voerden, rnder echter reaotionair te wezen zou voor de handhaving van den j odsdienst en van godsdienstig-zede-1 lijk waken. De natie zou zich heb ben bezig te houden met de verbe tering van den oeconomisohen toe stand, vooral in de landen die in ongunstige omstandigheden verkee- ren en de Kamer met de begrooting, het vergelijk „met Hongarije, eene zeer vrijzinnige kiesrechther vorming,maat regelen om het lot van de misdeelde klassen te verheffen en met voort gezette belastinghervorming. De re geering zou tegenover geen enkele party het verdeel-en-heersoh toepas sen, en rechtvaardigheid als haar hoogsten plicht beschouwen.(Herhaald applaus). De Kamer heeft besloten Donder dag de regeeringsboodschap te be handelen In het Heerenhuis hiold de minis ter dezelfde rede, waarmee hom veel geluk werd gewonscht. Hij deed in vol vertrouwen een beroep op steun van het Huis. Zooals bekend is hebben deKroa ten in Agram H ngarye, belee- digd door eene hongaarsche vlag te verbranden. Hierover en nog meer andere voorvallen van gelijke betee- keois heeft in de hongaarsche Ka mer Frans Kossutz de regeeringj ge ïnterpelleerd. Hij stelde haar verantwoordelijk voor het gebeurde en gispte scherp den brief van den Keizer aan den banus van KroatR Waarom had de regeering, zoo vroeg hy, niet de vol doening gevraagd, waarop da natie wegens hot beleedigen van de Hon gaarsche vlag recht had. Hij viel de regeering en de liberale party hevig aan, en verweet der regeering gemis arn energie (gemompel aan de rech terzijde). Hy eischte dat deHongaar- scho vlag geplant zou worden daar waar zij be eedigd was en dat de troepen en de autoriteiten er voor defileeren zouden. Hij verlaügde dat de eisch van genoegdoening voor de beleediging in de volgende vergade ring behandeld zou worden. De voorzitter van den ministerraad verwierp de beschuldiging, tegen de regeering ingebraoht, als zou zy de gebeurtenissen niet aangedurfd heb ben. Het Agramsche schandaal moest behandeld worden. De regeering zou op de vragen welke men haar stelde antwoorden. Josipowitsj spoorde tot gematigd heid aan.Hetvoorstel van den president om het wetsontwerp op het strafge richt te Boedapest te behandelen, werd aangenomen met 133 tegen 94 stemmen. Apponyi interpelleerde daarna Banffy over de stappen, die deze genomen had, om genoegdoening voor de beleediging der vlag te ver- krygen. Hy vroeg of Banffy den in vloed gebruikt had, dien hem de grondwet op de toespraken van den keizor te Agram en zijn brief aan den banus van Kroatië geeft. Hij stelde voor toespraken en brief de regee- ring aansprakelijk. Wy zullen deze, zaak met den min.-president regelen," j voegde hy er bij, „als het mogelijk' is en zoo noodig zonder hem." Uit Koustantinopel wordt nog ge-| meld, dat nieuwe troebelen zijn voor- j gevallen in drie dorpen in het dis- s triot Iswiot. Door Circassiërs zijn 100 Armeniërs vermoord, terwijl de troe-1 pen onmachtig zijn de troebelen te herstellen. De hardnekkige veldtocht tegen den Pruisischenminister VonBötticher heeft eindelijk dit resultaat gehad, dat zelfs de gematigde bladen volkomen inlichtingen over de kwestie verlan gen. Waarsohijnlyk zal de zaak in de volgende zitting van den Rijksdag ter sprake worden gebraoht. De wijze, waarop de minister enkele onderdoo ien van de gebeurtenissen tracht te verbergen, begunstigt de aanvallen, die zich reeds tot de geheele regee ring uitstrekken. Volgens een bericht aan het Nowoje Wremja uit Wladiwostok zullen wel dra meerdere Japanscho havens voor den internationalen handel worden opengesteld, en wel Sjimonoseki, Jokkaitsji, Tokio, Sendai, Aomori en Otaroonai. Een van Formosa ontvangen telegram meld dat het hoofd der Zwartvlaggen te Taiwanfoe stel ling heeft genomen tegen de Japansche troepen. Men gelooft dat do Zwart vlaggen zich eindelyk zullen onder werpen en de Japanners heden Am- ping zullen bezetten. STADSNIEUWS eerste en derde pagina. Haarlem, 23 October. Naar wy vernemen zal Dinsdag a.s. in Weten en Werken alhier eene ledenvergadering worden gehouden van de anti-rev. kiesvereeniging „Ned. en Oranje" ter bespreking van de voorgestelde grensregeling tusschen Haarlem en Heemstede. Naar men ons meldt werd in eene Dinsdagavond alhier gehouden open bare vergadering van de Geref. jon- gelingsvereeniging te dezer stede o.a. door den heer J. van den Brink, onderwijzer aan de Gr. v. Prinste- rerschool, alhier, eene lezing gehou den over de „jongeling en het kazerne leven." Spreker deed zioh kennen als een sterk voorstander van persoonlijken dienstplioht en waar er geklaagd wordt over onzedelijkheid in de ka zerne, daar meende hij, dat daar ook oorzaken voor waren, voornamelijk deze, dat geen welopgevoede jon gelui in dienst traden, maar personen die nadeeligen invloed op het kazerne leven uitoefenden. Toch behooren niet alle plaatsvervangers tot die slechte lui, daar veleu remplacanten worden, omdat zij zich in de maat schappij geene positie kunnen ver werven. Kraohtig drong spr. aan om de pogingen van den anti-dienstver- vangingsbond te steunen, daar het zedelijk lot van den soldaat dan beter zou worden. Ook moet meer dan tot nog toe van Regeeringswege alles gedaan worden, wat mogelyk is, om een behoorlijk leven voor den soldaat in de kazerne mogelyk te maken. De rechtstoestand van den soldaat moet verbeterd, meer toezicht op zijne zedelijke vorming gehouden, het mis bruik van sterken drank gestraft en het vloeken van meerderen verboden worden. En waar de Regeeriag na latig blijft iets te doen voor de ver betering van het lot van den soldaat moeten anderen iets doen om zyn toe stand te verbeteren. De opriohting van Militaire Tehuizen beval spr. aan, die hy in aller belangstelling opdroeg. Zoo kwam spr. tot de slotsom, dat de plaatsvervanging het gehalte van het leger bederft en niet overeenkomt met de anti rev. beginselen en dat men een andere houding tegenover den soldaat moet aannemen, daarbij der jongelingen plicht uiteenzettende. Aanbssteding. Naar men ons meldt werd bij de Dinsdag te Hillegom gehouden aan besteding van een woonhuis voor den heer R. Veldhuizen van Zanten aldaar, door den architect W. de Vluoht van Amsterdam, als volgt ingeschreven J. D. Tilburg, Oegstgeest 19190 J. H. Sohepens, Amsterdam f9400 A. Guldemond, Hillegom f9695 M. v. Deutekom, Amsterdam f9742 J. Gozen, f9850 J. J. Guldemond, Haarlem f9999 Zandvoort. Door lusschenkomst van den bur gemeester heeft iemand, die onbekend wenscht te blijven, f 100 aan de armen van Zandvoort geschonken. In eea door de feestcommissie te Zandvoort gehouden vergadering is een reglement vastgesteld en aange nomen. Het bestaande bestuur werd herkozen nl. de heer Th. J. Schu macher tot pres. en de heer C. H. N. Tates tot penningmeester. Voor den heer J. A. W. Hïebondaal, secr., die niet meer als zoodanig in aanmorking weüsohte te komen, werd gekozen de heer J. v. d. Werff. Daar or vol gens hot nieuwe reglement dat ter stond na goedkeuring in werking trad, twee bestuursleden meer moesten zyn, werd de heer Ant. Bakels ge kozen als vice voorzitter en de heer Jb. van der Werff tot bibliothecaris. De varkensziekte (besmettelijke vlekziekte) kan te Zandvoort als ge ëindigd beschouwd worden. Sedert 26 Sept- jl. hebben zich geen nieuwe gevallen voorgedaan en het aan tal heeft zich bepaald tot 17. BINNENLAND, ParlementairPraatjes. Het ging zooals ik verwaoht had. Nauwelijks had de Kamer besloten dat Woensdagochtend de heer Van Stirum zou interpelleeren over den dynamietopslag op Rozenburg was de Kamer over het onteigeningswetje van den spoorweg Schagen-Wognum heengewipt; was het algemeen debat over de Indische begrooting voor 1S96 gelijktydig met dat over de wjjziging van het Indisch tarief van invoerrechten geopend, of de stroomen van welsprekendheid vloei den met ongetemde kracht. Ja er waren er zelfs die, als de heeren van Stirum en Bahltnann, klaagden over de onvolledigheid van Mem. van Toel. en Voorl. Verslag. De heer Cremer, voorzitter der Comm. van Rspp., trok zioh van het laatste verwijt niet al te veel aanhij vond, dat die soort staatstukken al lang genoeg waren en al te veel gelegen heid tot praten openden. Of hij gelijk had 1 Nu, te veel pralen wilde de heer Van Gennep niet. Hy wilde den Min. geen zaken aanbevelen, als decentra lisatie, waarvan deze toch niet gediend was In de huidige politieke omstan digheden kon de Min. niet anders zijn dan een administratief beheerder en aangezien bij goed beheerde, wilde de heer Van Gennep den Min. gaarne steunen. Maar niet voor de verhoo ging der invoerrechten. Daar zag hij geen reden voor. Want z. i. waren de financiën niet sleoht, zelfs niet als men de buitengewone werken uit de middelen betaalde. Maar dat was z. i. nog niet eens noodig, want voor die werken waarvan hij de producti viteit iu het lioht stelde (irrigatie, spoorwegen enz.) mocht gerust ge leend worden. Evenmin zag üy reden voor verhooging van belasting om gaten te stoppen die wellioht konden komen, maar er nog niet waren. Waren ze er eenmaal, dan was 't nog tijd genoeg. Ook zou belastingver- hooging nog gerechtvaardigd worden door uitgaven voor hervormingen, maar alles bleef by 'toude. Ea dus geen tariefverhoogiog. De tariefverhooging en de fiaanci eele toestand waren natuurlijk het alpha en omega van de meeste rede voeringen. Enkele sprekers weken evenwel van deze lyn af. Zoo de heeren Cre mer en vau Vlymon, die't over Atjeh hadden; de eerste er op aandringende, dat leger en vloot zoo min mogelyk aan hun bestemming werden onttrok ken; de tweede toejuichende de hand having van ons gezag, de oonsolidee- ring van den toestand, ook op Borneo en Celebes en de andere Soenda- eilanden. Beiden brachten evenwol nog zaken ter sprake, waarop ik bij het antwoord van den Min. toch weer moet terugkomen en waarover ik dus nu maar zwyg. De heer van Limburg Stirum nam 't voor de zendelingen op en spoorde den Min. overigens, ge heel afgescheiden van de politiek, tot oeeonomisohe hervormingen in Indië aan. Konden de heeren Cremer on Pijn- acker Hordijk er zich, hoewel noode, by neerleggen, dat de Min. daar niet aan wilde, de heer Bastert prees dit in dezen Min., in wien hy blijkbaar de vleeschgeworden voorzichtigheid en hot gepersonifieerd administratief beleid zag. Deze spreker gaf dan nog, evenals de heeren Bool en Hordijk, enkele wenken op speciale punten waar over de Kamer nog niet is uitge praat. En nu terug naar de financiën en het tarief. Wat de heer van Gennep er van zeide weet men. Evenmin als hij wilde de heer Bool van de verhooging we ten, vooral omdat die in 't bizonder de inlandsohe bevolking drukken zou ('t was altyd „pik op den kleinen jongen" had de heer van Gennep gezegd). Men moest naar vermeerde ring der inkomsten z. i. streven door ontginning der natuurlijke bronnen van Indië (mijnen, petroleum). En als 't op leenen aankwam, voor kas te korten wilde hij dat niet toestaan. Ook de heer Bahlmann niet, maar deze wilde het evenmin voor de z.g. buitengewone werken, waarvan z.i. de productiviteit moest bewezen wor den. Eu liever dan nog geld te be steden aan Indië, wilde hij dat het een bijdrage, byv. van 10 millioen, aan Nederland schonk. Hij vond den financieelen toestand zoo mooi niet, want de koffiebaten zouden spoedig verdwynenvoor de opruiming van do duitenquaestie, voor de opiumre gie zou veel geld noodig zijn. Ver hooging van het tarief wilde hy ech ter niet, omdat de Ned. industrie (manufacturen) daaronder zeer zou lijden. Maar er kon wel bezuinigd worden, voornamelijk op te hooge tractementen en pensioenen en ook uit petroleumbronnen en mijnen was wel geld te slaan. Spr. zon echter alvast probeeron hoofdstuk II, „uit gaven in Iodië," wat te besnoeien. De heer Bastert (die 't vrywel met den heer Bahlmann eens was) scheen genegen den Min. te volgeD, maar niet alzoo de heer Cremer die meer bepaaldelijk ren heerBahlmanD punt voor punt bestreedbetwistte dat de toekomst vooral met het oog op de koffie, zorg baardewees op de toe name van de opbrengst van verschil lende middelen in het lioht stelde de produotiviteit van spoorwegen en irrigatiewerken, waarvoor z. i. met gerustheid mocht worden geleend. Tegen een verhooging van het alge meen tarief was spr. ernstig gekeerd. Hij meende dat daarvoor thans geen reden was en dat dc buitenbezittingen het ontbrekende konden geven zoo kondon op Sumatra's oostkust de aoojjnzen voor luoifers en petroleum verhoogd worden zonder eenig be zwaar. Aan do zijde van den heer Cremer sohaardeztohde heer Pynaoker Hordijk, terwijl de heer van Viymen zich, eveneons om de onzekerheid van de koffiebaten, ten aanzien waar van hy het standpunt van den heer Bahlmann innam, tegenover dezen vóór de tariefverhooging verklaarde. Na de interpellatie-van Stirum zal de Min. aan het woord zijn. Veel kans schijnt zyn tarief niet te hebben. G. Jr. De diamant be werkera te Amsterdam, Dinsdagmiddag 2 uur ving in het Paleis voor Volksvlijt een meeting aan, waar het voorstel van het hoofd comité in bespreking zou komen en aan geheime stemming zou onder worpen worden. Dinsdagoohtend was een manifest verspreid van den vol genden inhoud, waaruit men den aard van het voorstel kan na gaan Daar het ons gebleken is dat op dit oogenblik de doorvoering van het verpliobte lidmaatschap langs den voorgenomen weg ondoenlijk is, is het zaak, dat het beoogde doel toch bereikt wordt, en dus de staking niet zonder resultaat eindige. Hebben wy geen volmaakte overwinning op onze tegenstanders kunnen beveohten, zoo dienen wy allen, zonder uitzon dering, een overwinning op ons zei ven te behalen, en het verplichte lidmaatschap in te voeren door eigen Naar het fransch van ETIENNE ENAULT. HOOFDSTUK II. Zooals men reeds zal hebben vermoed was Simplice jen arm wezen, wiens verstandelijke vermogens grooten- leels waren verdwenen. Hy was gek, maar zijnwaan- tin was van een zoo zachtzinnig, onschuldig karakter, Jat deze in hoofdzaak deernis en sympathie wekte. Uien in den omtrek hielden van hem, vooral de eige- laar van Stalanga, die hem tot zich had genomen. Sedert pijn en berouw hem begonnen te kwellen op sijn leeftijd, had hij de noodzakelijkheid leeren inzien verpleger iemand te hebben, die geen spion was. begiftigd met eene instinctmatige dienstvaardigheid en m genoegzaam ontwikkeld verstand om een bevel te be- djpen en te kunnen uitvoeren, toonde Simplice Bteeds Itxellde humeur, was kalm en ijverig, voelde zich ge lukkig als hij vaa dieast kon zijn, en glimlachte droef geestig als hij yoor het een of ander werd bedankt. Als men zag bos hij er steeds op uit was om dewen- schen van Tréhouart te voorkomen, zou men zeggen, dat hij zich bewust was, wat hij hem door dankbaar heid was verschuldigd. Deze had hem eens zonder be wustzijn aan den raad v»n een afgrond gevonden en hem op Iet kasteel gebracht. Reeds twaalf jaar woonde hij hier, terwijl bij hem zeer gemakkelijk naar eene in richting had kunnen zenden en hem gehe-.l op koeten van den staat laten opvoeden. Dit was overigens eene goede daad, die de berouwhebbende gevoegd had bij de reeks zijner weldaden, waarover de voldoening in zijne ziel het tegenwicht moe3t vormen tegen den zwaren last der misdaad, waaraan hij zich voor jaren had sohuldig gemaak. „Ook jou niet mijn jongen," zeide hij en legde zijne hand lietkoozend op het voorhoofd van den zachtzin- nigen idioot, „ook jou zal ik niet vergeten. Je zult eene lijfrente hebben, die je voor gebrek zal vrijwaren. Bo vendien zal ik je aan mijn erlgenaam aanbevelen en als hij een goed hart heeft zal hij je onder zijne bescher ming nemen." Simplice scheen slechts eene omstandigheid te besef fen, namelijk, dat men tevreden over hem was. Hij keerde terug naar het hoekje bij den schoorsteen, zijne gewone plaats, en b'aderde voor de honderdste maal een mooi geïllustreerd bcekdoor„Paulen Virginia", dat hy voortdurend weer overlas en waarover hij echter sprak alBof het iets nieuws voor hem was. Eene der eigenaar digheden van dit gekrenkte brein was dat hij spoedig en volkomen alles vergat. Ook had hij geen enkele herinnoring uit zijne eerste jeugd overgehouden. Sedert hij cp het kasteel wconde had hij nooit eenige aanwij zing kunnen geven over zijne familie, noch kunnen zeggen hoe jhij door zijne ouders genoemd werd. Dit had zijn weldoener op het denkbeeld gebracht hem Simplico te noemen. Toen hij de kleine secretaire voor den ouden Tré houart had neergezet, maakte deze zich gereed om zijn testament te gaan schrijven. Hij haalde uit eene lade een stuk gezegeld papier te voorschijn benevens eene mooie, pas versneden pen, die hij met bevende vingers beproefde, toen een nieuw persoon de kamer binnen trad zonder zijne kom3t eerst aan te kondigen. Het was een man van acht en twintig a dertig jaar, groot, gebruind, met een langen zwarten knevel, een open gelaat, gekleurde tint en fonkelende oogen. Hij was iemand van een driftigen, hartstochtelijken aard. Zijne manieren spraken van vastberadenheid en zijn op treden kenmerkte zich door stoutmoedigheid. Zonder dik te zijn had hij een forsch gebouwd lichaam; aan eene herculische kracht paarde hij eenfraaien lichaams bouw. Zijne trekken hadden de regelmatigheid vaneen gebeeldhouwd gelaathet hooge,breede voorhoofd droeg het kenmerk van schranderheid maar de ronding van de forsche kin verried geweldige kracht Kortom, hij was wellicht de schoonste man uit het geheele depar tement. „Zoo, ben jij daar Maxime," zeide de grijsaard en legde de pen op den inktkoker. „Hoe gaat het oom?' vroeg de jonge man levendig en drukte de magere, beenige vingers, die de zieke hem toestak. „Van morgen heb ik een vreeselijken aanval gehad maar nu voel ik mij beter." „Goddank, het doet mij genoegen dat te hooren, want ik heb u eete belangrijke mededeeling te doen." „A, zoo! je komt van het landgoed „les Ravines" waarde neef, het kost mij niet veel moeite dat te be grijpen. Je hebt vader Bamalec gesproken en hem on getwijfeld om de hand van zijne dochter gevraagd?-' hebt het goed geraden oom." „Dus je bemint Camille?" „Ik heb haar lief tot gek wordens toe 1" riep Maxime met vuur uit. „Zij is zoo goed, zoo schoon, zoo be minnelijk-" „Ja, ik weet het, zoo is zij altijd die men liefheeft." „Maar ik bezweer u, dat er geen lieftalliger schepsel op de geheele wereld is. Ik zou mij voor haar willen laten verbranden. En hoort u eens, ik heb bijna dien onbeschaamden Scaër uitgedaagd, die mij haar durft betwisten." „Zoo, waar al ziet hij er niet zoo goed uit als jij, hij heeft in ieder geval zoo iets van vijf en twintig a dertig duizend francs rente. Daarmee is een man nooit leelijk." „Wat hindert zijn rijkdom! Zon Camille dan geluk kig kunnen zijn met dien vent? Zij heeft hem met lief heeft zij mij gezegd! Ik had den klank van hare stem by deze woorden gaarne steeds in mijn ooren om er mijn hart mee te streelen." „Wat eene opgewondenheid! Maar wat heelt Bamalec je geantwoord? Stemt hij er in toe je zijn kind ten huwelijk to geven?'' „Ja oom, hij stemt er in toe. Ik ben dan ook de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1