Marseillaise en het Ttaliaansohe volks
lied.
De zilveren medailles door H.H.
M.M. uitgeloofd zijn toegekend o a. aan
A. Driessen te Rotterdam, A. BikkerB
en Zn. aldaar; de Nederlandsohe
Gist- en Spiritusfabriek te Delft; J.
v. Kerkhoff te Amsierdam.
Bronzen medailles aan Beiersch
bierbrouwerij „De Amstel', Amster
dam; George Wilson te 's Gravenhage
Imp. Cont. Gas Ass., Amsterdam
Becker en Zn., te Rotterdam.
Daarna wordt voorgelezen het aantal
bekroningen in de verschillende af-
deelingen behaald, (deze vermeldden
wij reeds giBteren veor wat Neder
landsohe exposanten betreft).
Thans neemt de heer Calisoh het
woord om hulde en dank te brengen,
aan de Koninginnen, den burgemees
ter, Jbr. den Tex, aan de leden der
jury, aan de ministers die als ver
tegenwoordigers van H.H. M.M. de
plechtigheid door hunne tegenwoor
digheid opluisterden en ten slotte aan
de exposanten, die de Tentoonstelling
hebben doen slagen.
Hij wenscht tevens hen geluk, die
als overwinnaars uit dezen vreedza-
men strijd zijn getreden.
Jhr. den Tex zegt spr. dank voor
de hem gebraohte hulde.
De vergadering gaat hierna uiteen,
terwijl eenige exposanten (leest vooral
niet „de" exposanten) des middags
aan Comité, Jury en genoodigden in
den Huize Couturier een diner aan
boden.
Zij. die niet met een koninklijke
medaille werden vereerd, zullen wel
dra de diploma's hunner onderschei
dingen ontvangen, terwyl deze zelf
in Januari pleohtiglijk zullen worden
uitgereikt.
B. A* B.
Gepakt,
Een brutale dief is dezer dagen te
Amsterdam op handige wijze door
particulieren gepakt.
Eenige jongelui bevonden zich
's avonds bij kennissen toen de heer
des huizes werd weggeroepen omdat
iemand hem wenschte te spreken, die
zeide „een notaris te zijn uit de pro
vincie." „Als hij mijn parapluie maar
niet meeneemt," zei een der gasten
nog schertsend, en toen de gastheer
terugkwam, verzekerde hg gerust
stellend dat de parapluie er nog
stond. Maar dan was zij juist weg,
want er moesten er twee staan I
Het was inderdaad zooDe „nota
ris" had het regenscherm meegeno
men.
Toen de bestolene het geval thuis
mededeelde, zeide zijn vader, dat ook
big hem een „notaris uit de provin
cie" was geweest, wiens signalement
vrijwel klopte met dat van den dief
alleen had hij hier een anderen
naam opgegeven. GeBtolen had hij
hier niets, want er stond niets in de
gang. Hg zou nog terugkomen.
Werkelijk kwam de man terug en
wel juist toen de (elders) bestolene
thuis was met zijn broeder. Hg wa
pende zich voor alle zekerheid met
een revolver, verzocht der dienstbode,
horde van ongeveer veertig kerels
met knuppels gewapend door de
Warmoesstraat en naburige straten,
en toen was 't in dat gedeelte van
de stad voor wandelaars bepaald on
veilig. Een elkeen werd aangehouden
of omvergeloopen en dan van geld
of kostbaarheden beroofd. Een koop
man, die ook tegen den grond ge
gooid werd, beroofden de bandieten
van f40.
De enkele politieposten, welke de
bende op haar weg ontmoette, ver-
moohten natuurlijk niets tegen den
woesten troepde roovers stoorden
zich volstrekt niet aan hun aanwe
zigheid en gingen deze agenten, zoo
dra zij zich met hun daden inlieten,
te lijf. Op het laatst trokken zeer
sterke detachementen agenten naar
de bedreigde punten en aan dezen
mocht 't gelukken, met de sabel de
gevaarlijke bende uiteen te jagen.
De heor Julius van Straaten, Ach
terburgwal 38 te Amsterdam, deelt
mede, een nieuw pantser te hebben
gevonden, dat in lichtheid en ondoor
dringbaarheid het Dowe-pantser moet
overtrt-ffen.
De heer Van Straaten zal van deze
week zijn vinding to men aan de mi
litaire autoriteiten en aan de pers.
ACt.)
Verscheiden gezinnen van deAm-
sterdamsche werkstakende sigaren
makers namen Maandagochtend plaats
op de Meppelerboot om hun geluk
elders te beproeven. Groningen is
hun bestemming. Het laten varen van
den eisoh van bondsfabrielten gaf
hun daartoe de gelegenheid.
Maandag is te Utrecht het stoffelijk
overschot van prof. Moltzer ter aarde
besteld. Negentien rijtuigen volgden
den lijkwagen.
Behalve de familie, den Senaat en
de curatoren der Hoogeschool, den
Senaat van het etudentenkorps en
tal van professoren, zag men bij de
groeve nog deputation uit andere
universiteiten. Op de baar lagen
kransen van den academischen se
naat enzvan het studentenkorps,
de litterarische faculteit en de vereeni-
ging „Arii et Litteris."
Een zoon van den overledene dank
te allen voor de hulde, zijnen vader
bewezen en bracht een laatsten groet
aan zijne vrienden en leerlingen.
De nieuwe booten der Maat
schappij „Zeeland"
De eerste der nieuwe mailbooten
Koningin Wiihelmina, die voor re
kening van de Maatschappij „Zee
land" bij John Elder te Glasgow
werd gebouwd en zooals bekend
is bij de proeftochten de gecon
tracteerde mijlenvaart niet heeft kun
nen behalen, is verleden week van de
buiten- in de binnenhaven le Vlissin-
gen gebracht.
Aangezien deze boot breeder is dan
de bestaande mailbooten, zijn, om
door de sluis te kuonen, de kast-
istooae. j balken tijdelijk moeten worden afge-
het grijs, den volgenden dag deftig
in het zwart gekleed.
Oud-Hollandsche broodjes.
Uit Kampen wordt geschreven aan
het Hbld
„Bij het bezoek der Koninginnen
te Kampen liet de commandant der
dienstdoende schutterij de wacht,
honderd man sterk, toen deze een
uur rust had. ieder twee kadetjes
met vleesch geven.
„Elk kadetje kostte by den bakker
twee centen, en toen de commandant
van een en ander de rekening bij
burgemeester en wethouders inzond
(de gemeenteraad had voor die ont
vangst f 10,000 beschikbaar gesteld)
word door dat college de burge
meester was afwezig de nota aan
den oommandant teruggezonden met
de opmerking, dat Z. H. E. G. de
kadetjes wel zes voor een dubbeltje
had kunnen krijgen."
„De oommandant heeft dat sohrij
ven in handen gesteld van de bak-
kers-leveranoiers van de tweehonderd
kadetjes, met verzoek om in deze
aangelegenheid te willen dienen van
bericht."
„De bakkersleveranciers van de
tweehonderd kadetjes hebben daarop
een vergadering belegd, waarop be
sloten is, den heer commandant te
antwoorden, dat zij meenden bij d
gelegenheid kadetjes te moeten leve
ren, volgens Oud-Hollands Tentoon
stelling."
„De commandant heeft van dit
schrijven afsohrift gezonden aan
Burgemeester en "Wethouders. Het
is nog niet bekend of dezen de zaak
hierbij zullen laten."
Het komt ons voor, dat deze ge
wichtige zaak niet mag worden beslist
zonder tusschenkomst van Gedepu
teerde Staten, Raad van State, Tweede
Kamer en Regeering. Het zou zeer
bedenkelijk zjjn haar nog vóór het
jaar 1900 te doen eindigen.
O >k te Deventer zal thans deelec-
trische ver'iehtirg word-u ingevoerd.
Een paar ingezetenen zullen die laten
aanbrengen en gelegenheid geven aan
de bewoners van enkele straten om
met hunne woonhuizen aan te sluiten.
Een jongeling te Amersto!, die zich
i Donderdag als eenige zoon naar de
loting dacht te begeven, werd, even
vóór zijn vertrek uit de ouderlijke
woning, veirast met de geboorte van
eeu broertje.
Ongelukken.
Aan het in aanbouw zynde nieuwe
station te 's Hertogenbosch viel Maan
dag morgen de schilder F. Rosenstein
van den stijger. De ongelukkige was
terstond dood. Hij laat eene vrouw
met 5 kinderen na.
Zondag-avond is door de Gelder-
sohe Stoomtram bij Uit overreden
zekere Jansen uit Anholt. De man is
aan de gevolgen gestorven.
Een knecht van den bierbrouwer
W. te Vliermaal is nabij Maeseijck
den man in de spreekkamer uumeu - - -----
en r^jn broeder zoo spoedig mogelgk |""ga d() ,wc0 n;6Uwe booten fan zijn kar gevallen en" overreden,
politie te halen In de spreekkamerde 'Koni„g;n.Resmtes en de Prins""-J
x-nnri hu con -racr net (rob-loon hpp»r
vond hij een zeer net gekleed heer
met een allerkeurigste damespara-
pluie in de hand. Hij hield den man,
die wederom de bewuste „notaris
uit de provincie" heette te zijn,
eenigen tijd aan de praat, voorge
vend dat zijn vader bezig was maar
zoo aanstonds hem te woord zou
staan. De „notaris" werd wat onrus
tig en misschien had zijn bewaker
(die in de deuropening stond) nog
tot krasse middelen zijn toevlucht
moeten nemen, wanneer hij niet bij
tijds zijn broeder had hooren terug
komen met de meeste welwillend
heid liet hij nu den „notaris" uit de
kamer, die terstond daarop in de
armen van een politieagent viel
's Mans verbazing laat zich denken.
Bij onderzoek bleek dat hij een ont
slagen gemeenteontvanger was en
reeds een zestal kleine diefstallen had
gepleegd.
De onveiligheid te
Amsterdam.
„Het volkje, dat in de bekende
beruchten en stegen van de War
moesstraat en omstreken huist, be
gint hoe langer hoe driester op te
treden, verhaalt Het Nieuws.
„In den voornacht van Zaterdag,
zoo omstreeks den tijd dat de koffie-
Hij was terstond dood.
Hendrikdie Daar dezelfde constructie
als de Koningin Wiihelmina eveneens
te Glasgow gebouwd zijn en ook de
gecontracteerde mijlenvaart niet
konden behalen, moet gebleken zijn,
dat de raderbladen te kort waren,
waardoor te weinig vaart werd ver
kregen.
Naar men verneemt moet de Prins
Hendrik reeds van langere raderbla
den zijn voorzien en toon by de
proeftooht voldaan hebben.
De Prins Hendrikdie binnenkort
te Vlissingen verwacht wordt, zal
voor de Koningin Wiihelmina nieuwe
langere raderbladen medebrengen.
Men schryft uit Biervliet aan de
Midd. Ct
Vrydag en Zaterdag kreeg de bui-
tenbevolking een bezoek van een heeten in het ontwerp goed getrok-
brutaal heerschap, dat onder voor- ken is.
geviDg doofstom te zijn, gelijk een „Patroons zijn, zegt de N. R. Ct
gedrukt biljet te lezen gaf, zijn koop- alleen de hoofden of de bestuurders,
waar presenteerde. de directeuren dus en leden van raden
Zij die kochten noch een aalmoes van beheer. Werklieden zijn alle
gaven werden met de vuist zelfs anderen, die tegen genot van loon in
met een groot mes bedreigd. Een een bedrijf werkzaam zijn, dus ook
arbeidersvrouw werd in het gezicht de onderdirecteuren, de werkbazen,
gespuwdby een nietkoopende boerin de meesterkneohts. Al zijn tegen deze
werden de geschonken twee centen I grenslijn bedenkingen te maken, zij j
over de straat geworpen. Grootereschijnt ons theoretisch juist enprac-;
giften werden aanvaard. Den eenen j tisch zonder bezwaar, waar immers
Pers Overzicht.
Kamers van Arbeid.
De N.R.Ct. bespreekt thans ook het
ingediende wetsontwerp tot oprichting
van Kamers van Arbeid. Het blad,
dat over het algemeen met het ont
werp is iDgenomen, dringt met het
oog op hetgeen aan dit voorstel voor
afgegaan is, aan op eene spoedige
behandeling, eene spr edige vaststel
ling en eene spoedige invoering.
Aan het slot van zijn artikel maakt
de N.R.Ct. nog een paar opmerkingen.
Het blad meent, dat de moeielijk
te trekken grenslijn tusschen wie
patroons en wi9 arbeiders moeten
werklieden-kiezers hunne vertegen
woordigers juist niet behoeven te
kiezen uit hun eigen kring.
„Dat ook vrouwen zoowel kiezers
als gekozenen kunnen zijn, is ook in
dit ontwerp aangenomen en behoeft
geene verdediging. De algemeene
denkbeelden zijn gelukkig Diet achter-
lyk meer."
Het blad heeft voorts eene beden
king tegen het uitsluiten van vreem
delingen. Voor medewerking aan de
samenstelling der Kamers, althans
wat de kiezers betreft dus komt
het de N.R. Ct. voor kan wel de
eisch van ingezetenschap worden
gesteld,die van Nederlanderschap niet.
De organisatie der verzoeningsra
den schijnt de N.R.Ct. praotisoh toe;
eenvoudig en van goede waarborgen
omringd.
Ook het uitsluiten van de open
baarheid der vergaderingen is, vol-
genB het blad, aanvankelijk althans,
aan te prijzen. De geheele zaak
draagt min of meer het karakter van
proefneming.
„In eene herhaling van den wensoh,
dat het voorgestelde spoedig werke
lijkheid moge worden, dus eindigt
het blad zijn artikel, is ten slotte de
indruk, dien de leziDg by ons ach
terliet, het best weer te geven.
Over het artikel van het Kamerlid
H. Pyltersen Fz., die, zooals men
weet indertijd ook een wetsvoorstel
had ingediend tot opriohtiDg van
Kamers van Arbeid, en die thans in
de Haagsche Avondpost over het re-
geeringsontwerp sohrijft in ons vol
gend nummer iets.
Een Tuinbouwschool.
De Nederlander (anti-rev.) voert
een warm pleidooi voor de oprichting
van een tuinbouwschool, als zelfstan
dige afdeeliDg der landbouwschool
cp initiatief van het tegenwoordige
kabinet ontworpen en door alle
partijen goedgekeurd.
Het blad wijst er op, dat we op
het gebied van den tuinbouw ach
terlijk zijn bij sommige andere lan
den en dat de industrieën, die met
den tuinbouw in verband staan zich
uitbreiden.
Waarom zouden wij niet," vraagt
de Nederlander„van onzen goeden
bodem en de schranderheid onzer
landbouwers en tuinlieden gebruik
maken, om met andere volken ook
ook op dit gebied te conourreeren
Onze geschiktheid voor dat deel
van industrie zal geen kenner be
twisten."
Voorts zegt het blad, dat men
thans onzen kweekers gelegenheid
geven zal zich meer bepaald op hun
vak toe te leggen, alles te leereu wat
voor de ontwikkeling der industrie
noodig is.
Of hetgeen men beoogt gelukken,
of het reeds nu gelukken zal, dat
meent de Nederlander kan
niemand vooruit zeggen, omdat zoo
veel afhangt van de mannen, die met
de leiding belast worden.
Het blad wijst er ten slotte op,
dat ondanks de pogingen, die som
migen aanwenden orn het plan te
doen mislukken, de dingen toch hun
gang gaan, maar dat zy die aan de
spotters geloof slaan ten slotte ach
terblijven by anderen, die wijzer zyn,
daarbij den wenBch uitende dat van
de oprichting van de nieuwe tuin
bouwschool, onze gedrukte landbou
wersstand eenigvoordeel moge trekken
rond getal) dan komt men tot de
volgende verhoudingen
In ronde cijfers.
Nederland heeft 16 inw. op 1 kiez.
Distr. Leiden 20 „1
Weert 28 „1
Gem. Meiel 35 „1
Prof. Van Geer schat de toene
ming der kiezers in Leiden in de
reden van 100 150 en maakt daaruit
de gevolgtrekking dat het aantal
kiezers met het wetsontwerp Van
Houten zal toenemen van 300,000 tot
450,000.
Tegenover dit resultaat staat de
uitkomst van een onderzoek naar de
vermoedelijke gevolgen der voorge
stelde kieswet in de kleine gemeente
Meiel.
Naar eene nauwkeurige opneming
uit de kadastrale registers bedraagt
op het oogenblik het aantal manne
lijke 25-jarige ingezetenen dier ge
meente, die minstens f 1 in de rijks
grondbelasting betalen 147
Het aantal huurders die op
het oogenblik wegens het per
ceel dat zij bewonen kiezers
zijn 13
huizen verlaten worden, trok een I dag was de onwelkome bezoeker in i de patroons-kiezers zoowel als de
Kieswet- Cijfers.
De ingediende kieswet doet ons
zien welke bekwame cijferaars wij
hebben. Eerst heeft prof Van Geer
uitgerekend dat door het ontwerp
niet meer dan 450.000 kiezers zou
den komen. Nu weer is de heer Van
Truyen aan het cijferen gegaan en
hij komt tot een heel andere uit
komst. Hy sohrijft
„Naar den Staatsalmanak voor 1895
was in
de kiescist. de gem.
Leiden Weert Meiel.
De bevolking
op 1 Jsd. '94 44,340 44,240 15S5
Het aant. kie
zers voor de
2de Kamer in
1894. 2,267 1.604 46
Als nu met prof. Van Geer wordt
aangenomen dat het aantal kiezers
iu Nederland 300,000 bedraagt (de
bevolking was in 1S94 4,733 000 in
Totaal 160
Dus voor deze alleen reeds eene
toeneming van 46 tot 160 of eene
prooentsgewijze vermeerdering van
100 tot 348."
Zoo komt de heer Van Truyen tot
de slotsom, dat op het platteland het
aantal kiezers sterk zal toenemen.
Varia.
Patrimoniumsprekende over de
departementen van oorlog en Marine
zegt:
„Die beide departementen sleepen
een beduidend deel van ons jaar-
lijksoh budget weg. Het zijn dure
paarden op sta'. Marine alleen 15
millioen.
„Nu is dit het ergste niet. Als we
maar de verzekering hebben, dat
waarlijk onze verdediging er door
verhoogd wordt. Maar och arme, wat
moeten we daaromtrent al niet slechte
noten hooren kraken.
„De groote manoeuvres op de Zeis-
terheide waren dit jaar niet verhef
fend, 't Kon wel eens zijn, dat als
we wezenlyk tegenover een vijand
stonden, we van een slechte markt
zouden thuiskomen.
„En dan Marine. Laat onzen hui
digen Minister van marine spreken.
Het geheele materiaal der marine is
oud; van een verouderd type en dus
van geringe Btrydswaarde. De stoom
ketels en vele machines zullen spoe
dig onbruikbaar worden.
Met den Varus der oudheid zou
den wij kunnen vragen: „Waar, o
Ministers, htbt gij onze millioenen
gelaten
De Standaard acht het besluit der
Tweede Kamer, om toch nog.t-vóor
de begrooting aan de orde komt,
met het personeel te beginneD, een
niet ongelukkig levensteeken.
Het blad zegt o.a.
„Er spreekt de zucht uit, om den
steeds meer onhoudbaren toestand
niet noodeloo3 te verlengen.
„Dit zou anders gestaan hebben,
indien de Kamer te bewegen ware
geweest om des noods de kisswet
vóór het personeel te behandelen.
„Maar nu de overtuiging vaststond,
dat het personeel vóór de kieswet
moeBt gaan, zou uitstel van het per
soneel tot in Februari ongetwijfeld
de behandeling van de kieswet vor-
traagd hebben.
„Aan den voorzitter, die dit be
greep, en dit gevaar zocht af te wenden,
komt voor zijn moedig voorstel dan
ook dank toe.
In de Maas en Merwebode wordt
door den heer W. Kooijman, een
landbouwer, het denkbeeld geopperd
om, tot instandhouding van onzen
kwijnenden land- en tuinbouw, eene
landorganisatie in het leven te roepen.
Naar zijne meening zouden bij
goede organisatie millioenen meer uit
onzen landbouw te halen zijD, daar
duizenden H.A. goed bouwland als
't ware verloren gaan door ondoel
matige bewerking en bemesting.
Sta Palweekblad gewijd
de
toepassing der beginselen van der
Oranjebond van Orde, onder hoofd
redactie van Jhr. J. Hora van Siooama
van Harkstede, een der vole planner
besprekende, ontworpen om H.M. d<
Koningin een huldeblijk bijhare troons
bestijging aan te bieden geeft daarbi
tevens haar eigen plan.
Sta Pal wil de aan moeder
dochter te brengen hulde beliohamer
in dezen vorm, dat Haar do recht
matige belangstelling in de vader-
landsohe heide aangeboden worde ei
in en door die mooie blauw-bruim
heide, zóó lang miskend, zóó langii
slaap gelaten, een nieuwe bron var
welvaart en geluk en rust voor he
volk, waarover Koningin Wiihelmina
dat God het geve! eenmaal den soep
ter voeren zal.
Letteren en Kuost
De heer Jack T. Grein, die als be
heerder van het Independent Theatn
te Londen is afgetreden wordt opge
volgd door miss Dorothy Leighton
(mrs. Ashton—Jonson) en de heer
Charles Charrington, terwijl de heer
Alex. Teixeira de Mattos, secretaris
der directie en vertaler der stukken
blijft. De abonnementen worden af
geschaft en de voorstellingen missohiei
verminderd in aantal, maar zekei
niet in waarde. Dit seizoen zullei
o a. worden opgevoerd: mrs. WarrenU
profession door G. B. Shaw, Lonelt,
Souls door Gerhard Hanptmann, enz.
Uit Amsterdam.
Hollandsche Schouwburg le Oras en
Haspels „De VlindersTooneel
spel in 4 bedrijven van
Sudcrmann.
Wanneer ik hier een paar woorden
zeg over bovengenoemd stuk, dan
geschiedt dat niet omdat het een
tooneelwerk 'betreft, dat belangrijk
genoeg is om te worden besproken,
maar hoofdzakelijk om niet stilzwij-
gend£voorbij te gaan de tooneelspelers
die door hun spel dit minste alei
producten van Sudermann's pen heb
ben gered.
Nemen wij eens aan, dat er iemanc
in de zaal is, die op de hoogte is
van de moderne tooneellitteratuur
doch niet weet dat wij dit overdreven
en beslist onwaar stuk aan Sudermann
te danken hebben (lees: te wij ter
hebben), dan zal hij reeds wanneer
hy het 1ste bebrijf heeft geslikt, heb
ben bemerkt, wie de schrijver is,
alleen door de bijna in al zijne stuk
ken voorkomendeburgermans intriges)
Altijd weer is het de in de Maat
schappij hooger geplaatste man, die
het meisje uit burgerkringen verleidt
of verlaat, of bemint of niet mag of
kan beminnen en zulke kost, van
nature toch al flauw, wordt hoe langer
hoe minder hartig en gaat eindelijk
tegen staan.
Zooals ik zei hebben de optredenden
ervan gemaakt, wat ervan te maken
viel; in de eerste plaats dient genoemd
te worden de heer Brondgeest als
Kessler, de wereldreiziger, de echte
grand-poenige commis-voyageur, de
overal zich indringende, de altijd
opsnijdende, brutale handelsreiziger.
Mevrouw Beersmans, als altyd goed,
heeft mij vooral door haar spel ge
troffen in het laatste bedrijf, als zij,
die met zooveel moeite en zorgen
heeft te kampen gehad, die met hare
drie dochters zoo dapper zonder de
buitenwereld iets te doen merken
van hare fatsoenlijke armoede, deze
heeft bestreden, als de arme moeder,
wie ten slotte alles tegenloopt en de
laatste kans om nog eens zondei
zorgen te leven verkeken is, den
ouden Winkelmann de waarheid zegt.
Mevr. v. Eysden, Rika Haspels, Alida
Klein vervulden hunne rollen naar
behcoren, terwijl ook de heeren Eys
den, Farssen, van Kerckhoven mede
hielpen om door hun spel te ver
goeden, wat het publiek miste, dooi
de onbelangrijkheid van dit stuk.
Spoedig hoop ik het bekwame ge
zelschap te zien optreden in een stuk,
zijner meer waardig. -f
De heer Hugo Nolthenius schrijf
in het Weekbl. voor Muziek
„Bij gelegenheid van een verslag
van een Woensdagavond concert in
„Tivoli" te Utrecht, veroorloofde zich
de verslaggever van het Ulrechtschi
Dagblad (de redacteur van dit blad]
een klacht over de leDgte der pauzt
die geregeld plm. een halfuur duurt
„Naar aanleiding daarvan verscheer
de kracht, heb gehad weerstand >te bieden aan eene af
schuwelijke opwelling, laat ik dan tenminste de geest
kracht hebben den last er van te dragen zonder te
bezwijken! Alleen eene zwakke ziel klaast eeuwig na
eene slechte daad te hebben verricht. Waartos dient
een vergeef-ch berouw Geen kwellingen, geen berouw
meer! laat ik die inwendige stem verstikken. Het hoofd
omhoog geheven en moedig het geluk gezocht dat mij
toelacht. Omdat ik rqk moet zijn om gelukkig te wezen,
welnu 1 Ik zal rijk zijn, ik zal gelukkig wezen
Deze redeneering verdreef in den begiane de instinct
matige begrippen omtrent eerlijkheid en eer, die Msxime
in zijn geschokt gemced bewaarde. Hij had stellig geen
slechten aard. De druk der omstandigheden, gevoegd
bij eene buitengewone opgewondenheid, hadden hem
deze daad doen begaan, welke hem zoo zwaar drukte.
Zijn zedelijkegevoel kon zich due niet vergissen w*t
betreft het schuldige, dat stak in de gewaagde begin
selen, waarnaar hij zijn gedrag wilde regelen. Zonder
moeite moest bij de overwinning behalen bij zijne
overwegingen: de logica van het goede verwierp ge
makkelijk het eophisme van het kwade. Maar dan zag
de ongelukkige zich in de zekere noodzakelijkheid de
erfenis over te dragen aan hem, voor wien ze bestemd
was en misschien voor altijd af te zien van zijn schoo-
nen droom van hemelsch geluk, in verband met zijn
huwelijk met Camille. Na dit herstel, maar ook alleen
daarr a zou gewetensrust voor hem zijn te herkrijgen. Voor
hem was er slechts absolutie tot dien prijs. Misschien was
deze poging niet tegen zijn rechtschapenheid, zijn moed op
gewassen. Hij zocht zelfs naar een geschikt voorwendsel om
ze te bewerk stelligen zonder zich ,bloot te Btellen aan de
schande zijne misdaad te bekennen, toen hij op zekeren mor
gen ronddolende in den omtrex van „les Ravines," waar
heen de geheimzinnige aantrekkingskracht van zijn
hart hem onwillekeurig trok, Camille bij den ingang
zag staan en hij onmiddellijk zijn voornemen voelde
verdwijnen. Zij was bleek en somber en st'ond met den
rug tegen een boom, haar gelaat in de richting van
Stangala gekeerd. Zij hield haar hoofd voorovergebogen
en haar hand scheen een traan weg te vegen. Bij dit
gezicht beefde de jonge man. Hij snelde op haar toe en
fluisterde opgewonden
„Ik heb het geraden! ja ik heb het geradenZij lijdt
omdat ik zoo lang ben weggebleven. Zij denkt stellig,
dat ik haar niet meer liefheb nu ik rijk ben geworden.
Ja! Ik zal haar het tegendeel toonen. Mijn leven,mijn
troost behoort haar toe en ik ben bereid alles voor
haar op te offeren tot zelfs de achting voor mijzelf en
mijn zielsrust
Hij liet 2ich nog steeds op dezelfde hartstochtelijke
-wijze uit, toen hij „les Ravines" had bereikt.
In haar droefgeestig gepeins verzonken had Camille
hem niet op den heuvel zien aankomen. Nog voortdu
rend in gedachten was zij het huis binnengetreden.
Toen Maxime na haar den drempel betrad, zocht zijn
blik haar. Zij zette zich juist neer met een borduur
werkje in de hand op eene vensterbank in de salon,
toen hij haar zag.
Hij wilde juist op haar toetreden, toen eene hand
krachtig op zijn schouder werd gelegd. Hij keerde zich
om en stond tegenover Bamalec.
„Zoo, zijt gij het?" zeide deze half spottend half har
telijk. „Drommels ik verwachtte je hier niet meer. Hebt
ge een lange reis gemaskt na uw herstel?"
„Duid het mij niet ten kwade mijnheer, dat u
niet eerder ben gekomen om u te bedanken. Dat ik zoo
laat kom moet niet worden toegeschreven aan gebrek aan
dankbaarheid wees daarvan verzekerd. Het komt door
dat ik het slachtoffer ben geworden van een langduri-
gen vlaag van melancholie, d'e tot heden geduurd en
mij niet ia staat gesteld heeft mij van mijne plichten
te kwijten. De sombere wolk is nu Goddank wegge
drevennn ben ik hier om u te zeggen welk een diepen
indruk het op mij heelt gemaakt, dat u tijdens mijne
ziekte zoo goed voor mij zijt geweest."
„Laten wij als 't u blieft daarover niet spreken. Ik
heb in deze omstandigheden slechts natuurlijk gehan
deldge hebt geen familie meer, ik was de vriend van
den ouden Tréhouart, zelfs ook eenigszins de uwe, on
danks de wanklank in de harmonie onzer wederzijd-
sche verhouding. Het was dus niets meer dan gewoon,
dat ik u kwam verplegen. Iedereen bad dat in mijne
plaats ook gedaanu bent mij dus volstrekt geen
dankbaarheid schuldig."
„U vergeet mijnheer, dat u Camille aan mijn ziekbed
heelt gebracht. De tegenwoordigheid dezer zachte liefde
zuster heeft niet weinig tot mijn herstel bijgedragen,
dat verzeker ik u. Dank, duizendmaal dank dus voor
deze hartelijkheid J"
„Altijd nog zoo en-thousiastisch jonge man! Nu, dat
is een gebrek, dat wel zal verdwijnen bij de aanraking
met de ervaringen des levenp. De jaren die over onzen
hoofden heengaan zij maken ons koel. Hoe het ook
zij, ik zal mijne dochter de uitdrukking uwer gevoe
lens overbrengen en ik twijfel er niet aan, of zij zal er
zeer door getroffen zijn, want ik laat mij niet gemak
kelijk bedriegen door hare houding van eene brave
raak-mij-niet-aan. Haar hoofdje is al even dwaas ah
het uwe, waarde vriend."
„Camille mijnheer, is de kalmte van geest gepaard
aan den adel van hart. C mille is het id aal
„Ta, ta, ta, zij is een duivolinnetje in de gestalte
van een engeltje. Dat begin ik tenminste te vermoeden
Zij heeft ongetwijfeld onzichtbare angels aan de uitein
den van hare zachte vingertjes, dat zal de toekomsi
ons misschien wel leereD. Laten wij intrsschen ever
over onze zaken spreken; vindt ge dat goed?"
Maxime verbleekte wat Bamalec niet opmerkte. Zij
traden op dat oogenblik het priëel binnen en namer
plaats.
„Ik denk nog aan den dag," vervolgde Camillei
vader, „waarop uw oom is gestorven en toen ge rut
iets heb medegedeeld. Hebt ge me toen niet gezegd, da;
hij van plan was u te onterven
Wordt vervolgd)