f 25 extra zal moeten betaleD, als werd men lid van een sooieteit. Maar mijn bezwaren gelden de wijze vaD behandeling. In het [antwoord op het verslag van de raads-afdeeliDgen betreffende het onderzoeken der gemeentebegroo- ting zeiden B. en W. over de tele- foonquaestie: «op deze zaak blgftde aandacht gevestigd." Dat zeiden zy op 11 Oot. Let om den datum s. v p.l Welnu op8 Oct. te voren had de gemeenteraad in geheime zitting het nieuwe telefoonoontraot goedge keurd. Dat nu noem ik: het publiek verlakken! En in elk geval is dus danige wijze van behandeling der gemeentelijke aangelegenheden, met voorbijgang van de burgerij en haar organen, een persiflage op Thor- beoke'a: „de publieke zaak behoort publiek behandeld te worden." Er is een ander ataatsmane-woord waaraan onze gemeenteraad ons dezer dagen heeft herinnerd: .Kunst is geen regeeringszaak." Het betrof een verzoek van Arnhem om de vierde te mogen zgn in den bond der steden (Amsterdam, Rotterdam, den Haag) die tot nu toe de „Driejaarlijksche" stedelijke schilderijen-tentoonstellin gen doen houden, althans subsidieeren. Welnu bij het debat over deze quaestie liet de jongste wethouder, de heer Gevaerls van Simonshaven, zich onvoorzichtiglijk ontvallen, dat B. en W. eigenlijk wel heelemsa! van de drie;aarlijksche afwilden. En waar om denkt ge? Om de f700 sub sidie die we eens per drie jaren daaraan besteden. Heerlijk argument voorwaar, waar net betreft de kunst en de kunstenaren, onder wie de Haagsche school toch zoo uitmunt, te steunen. Indien men nog de kunstwaarde dier exposities besproken had. Ik wil wel erkennen, dat voor mij de waarde achteruitgaat naarmate ik de goede schilders van do oudere Bchool zie wegblijven en plaats maken voor groen en rijp (o, veel groen van de jongeren en de jongsten. In dit op zicht ben ik het volmaakt oneens met verschillende confrères die, als van Dam bijv in de Controleur, steeds het jongste schildersgeslacht glorfi- ren. Maar op het oordeel van dezen collega die als mr. van B in het zelfde blad met zijn eigen schrijfwijze (als v. Dam) den draak steekt, zullen ernstige menschen wel niet te veel afgaan. Kunst geen regeeringszaakZal de gemeente dan blijven voortgaan j aai- Iijks ongeveer 170.000 subsidie te geven aan den schouwburg'? Die vraag is bij de behandeling der be grooting gesteld. Wel is waar loopen de bestaande contracten tot 1897 zoodat voor oen principieele beslissing nog ruim tijd is, wel is waar kan het gebouw eerst in 1901 (volgens een oud contract) aan zijn tegenwoordige bestemming worden onttrokken, doch sedert jaren is de bovengestelde quaestie een open vraag. Inzonder heid sedert de antirev. partij zich hier ter stede heeft georganiseerd en van haar gemeenteraadscandidaten vorderde, dat zij zich tegen een ge meentelijke ondersteuning van den schouwburg zouden verklaren. Voor deze heeren toch zgn blijkbaar alle publieke vermakelijkheden uit den booze. Dit is een standpunt waarover niet te twisten valt. Wel geloof ik weinig aan de „opvoedende kracht" van het tooneel, inzonderheid van het hedendaagsohe tooneel, maar ik kan moeilijk toegeven, dat het hoo- ren van een of ander schoon toon werk, van een opera als Manon, Samson, Cavalleria (ik grijp in den blinde) een mensch sleohter zou ma ken. Integendeel van den verede lenden invloed der toonkunst heb ik de vaste overtuigicg en ik denk al tijd aan het woord van den dichter 1lose Menschen haben keine Lieder Maar er is in de schouwburg- qoaestie een andere vraag, meer dan een zelfs. trekken kan, niet iets over hebben graphie 41e kl. J. A. Polderman, A, om het vreemdelingenverkeer te be- Jonas, A. P. Kooy en F. Bouwman, houden en te versterken j allen thans telegrafist Waar ik nu de eerste vraag niet j b. bevorderd tot commies der tele- gaarne grifweg toestemmend zou be- j graphie le kl. H. J. P. van Baten- antwoorden, durf ik dat wel te doen [burg, thans commies der telegraphie met de tweede. Inderdaad, een stad 2e kl. en tot commies der telegraphie als den Haag kan 't niet doen zonder 2de kl. F. Ketner, thans oommies der opera. Maar moet zij daaraan pl. m. telegraphie 3e kl. 70.000 gld. besteden? Dat is ietsr geheel anders. Mg dunkt, dat metl een subsidie van hoogstens f25.000 Het Lombokkruia. De hoofdvraag ia wel dezeis een gemeente verantwoord uit de alge- meene kas een zeer belangrgke som af te staan voor publieke vermake lijkheden waarvan slechts de zeer geringe minderheid der belastingbeta lende bevolking kan genieten En een vraag van bijkomenden aard is dezemoet niet een residentie-stad, verblijfplaats van het Hof, zetel der regeoring, zetel ook van een uitge- nog genoeg soliede concessionaris sen zich zouden opdoen. En de som van f25.000 ia ook niet willekeurig gekozeD, maar met het oog op de subsidies, die in het buitenland in de theatres de province en van dien rang is onze sohouwburg gegeven worden. Nu ik toch over de publieke verma kelijkheden spreek, wil ik even doen uitkomen iets waarop ik in een vorig nummer reeds doelde: de moordende ooncurrentie die deze instellingen in het aangevangen seizoen weder wacht. Een kleine opsomming. In den Sohouwburg 7 maal in de veert:en dagen Fransohe Opera en welhaast ook 's Woensdag om de veertien dagen, vervolgens 5 maal in de veertien dagen. Het Nederlandsoh Tooneel, plus ééa Woensdag in de 14 dagen. In het Gebouw voor K. en W. een paar keer 's weeks een of andere voorstelling, maar in elk geval steeds des Zondags. In Casino idem idem. In den Dierentuin de Nederland sohe Opera, operetten, voorstellingen van Chrispijn, en andere gezelschap pen; niet geregeld, maar toch elke week wat en bijna geregeld d s Zon dags. Dit, afgescheiden van de concer ten, bals, enz. waarvan de leden van het genootschap gratis of tegen geringe betaling gebruik kunnen maken. Voeg by dit alles nu de gewone concerten en uitvoeringen van ver eenigingen: Diligentia-concerten. ka- mermuzieksoirée's enz. Voeg daarby de voordrachten-avonden van «Oefe ning kweekt kennis", het .Nut", den Protestantenbond, het natuurkundig genootschap Diligentia en ge zult toegeveD, dat de gelegenheid tot uitgaan" niet ontbreekt. Maar ge zult mij tevens toegeven als ik do vraag stel hoe al de publieke vermakelgkheden zich zullen bedrui pen. Zondagavond bijv.opera en drie café-chantants. Woensdagavond a.s. Nederlandsche Opera, eerste voor dracht avond van Oefeniog (optreden van Marcellus Ecnants' particulier gezelschap Utile et Laetumeerste kamermuziek-soirée en optreden van mevr. SegondWeber „in les Jacobi- 1" als dat niet Vembarras du choix is, dan weet ik het niet. Ra, rawaar zal het 'tleegst zijn? H. A. GANUS Jr. Men verwacht in den loop der vol gende week ronddeeling van het voor- loopig verslag der Tweede Kamer over de kieswet. Het zal niet lang meer duren of het Lombokkruis het eereteeken voor degenen, die op eenige wgze aan de expeditie naar Lombok heb ben deelgenomen zal aan de recht hebbenden kunnen worden uitgereikt. De opdracht is gegeven tot het ver vaardigen van 8000 stuks van die eereblijken en het drukken der bij- behoorende brevetten is toevertrouwd aan 's lands drukkerij. De inhoud van het brevet komt te staan in een rand saamgesteld uit militaire emble men en geziohten op het oorlogstoo- neel. Het hoofdmotief is het tegen een palmengroep rustend Nederlandsche wapen, van welks schild do aan het lint vastgehechte Lombok-decoratie nederhangt, prijkende in een bundel gouden zonnestralen. Aan weerszijden van dit kroonstuk zyn afbeeldingen aangebracht van de muren en poorten der paleizen en sterkten van Tjakra Negara. De zijranden stellen voor staande tropeën, saamgesteld uit vaandels, geweren, eeresabels, andere wapens en oorlogsbenoodigdheden, smaakvol doorstrengeld met bladerenen takken van tropisoh geboomte en groen. De versiering aan den voet geeft te zien een stuk veldgeschut in bat terij, geflankeerd rechts door een bidtempel, links door een teekening van een bamboeversterking in Mata- ram. De omlijsting is ten hoogste karak teristiek en de afdrukken, langs autotypischen weg verkregen, zgn fraai van toon en kleur, in éea woord met artistieke zorg bewerkt. Familie w? por s. Op de daarvcor bestemde schilden in de wachtkamer van h6t Raadhuis t9 Amsterdam is het wapen van den wethouder Treub niet onder zgn naam aangebracht. Waarschijnlijk heeft de heer Treub, evenmin als duizenden anderen geen familiewapen en wilde hij er geen laten maken. Dit laatste doet zich evenwel soms voor. Zoo vertelt de Arnh. Ct. het volgende „Een onzer medewerkers onder vond het vele jaren geleden. Op een morgen kreeg hg, in Den Haag zijnde, een bezoek van een paar landbouwers eener andere provincie. De een deelde hem mede dat de ander een dialect sprak, dat onze overal waar men gewoon is familie wapens aan te brengen. „Dit is een historisch feit." Volgens van de Ned.-Am. Stoom vaartmaatschappij ontvangen berioht werd het stoomschip Obdam op 31 Oct. met gebroken sohroefas door de Pennland op sleeptouw genomen en Zaterdag te Halifax binnengebracht De passagiers zijn gedeeltelijk per Pennland en gedeeltelijk per spoor verder gereisd. De Obdam heeft een waarlooze schroefas aan boord en kan to Halifax dokken. Onder de per stoomsohip Burge meester den Tex terugkeerendo Oost- Tod. militairen, die a.s. Donderdag of Vrijdag te Amsterdam verwacht wor den, repatrieert o m. de infanterist le kl. J. B. Chr. Ruijter, die wegens kranig gedrag te Atjeh onlangs werd gedecoreerd met de Militaire Willemsorde 4e klasse. Dit ridder- teeken is ham nog niet uitgereikt; waarsohgnlgk zal die plechtigheid plaats hebben daar ter stede, onmid dellijk na aankomst van de stoomboot. "V erlichting In de Zaanl. Ct. komt een inge zonden stuk voor, waarvan de sohry- ver den Raad van Zaandam hulde betuigd voor het uitgesproken begin sel van gelijke waardeering en dus gelijke belooniug voor gelijke dien sten. De heer Zwaardemaker, merkt de sohrijver op, tooh had uitgere kend, dat een lantaarnopsteker 44 a 45 ct. verdiende per werkuur. Dat was z.i. genoeg. En eene school meester, die ook voor verliobting zorgt, verdient eveneens 40 tot 45, soms wel 50 cent per uur. Hij komt dus bij zoo'n lantaarnopsteker niets te kort en do Raad had groot gelijk hem geen verhooging toe te Djor de mand gevallen. Een bierhuishouder in Den Haag, tegen wien dezer dagen proces-verbaal werd opgemaakt, omdat hg zonder vergunning sterken drank had ver kocht, ontkende dit bij zyn verhoor op het commissariaat ten stelligste. De ambtenaar van politie toonde hem daarop esn fleschje en vroeg herinnert gg u dit fl33chje? waarop de man antwoordde: „hoe kan ik mij dat flescbje herinneren? Ze komen bij mij in zooveel fleschjes drank halen. (Vad). Ongeluk. Te Atnmerzoden had een treurig ongeluk plaats. Toen de landbouwer G. v. D. met behulp van eenige per sonen een koe uit de weide wilde drijven, teneinde haar op stal te zet ten, verzette zich het dier tegen zyn achtervolgers en liep woedend op in dezen tijd van het jaar op eene ruime verdienste had gerekend Zelfs bestaat in eene der fabrieken het voornemen om een groot gedeelte van het werkvolk binnen een paar dagen te ontslaan, terwijl in vorige jaren zij tot j het einde van het jaar volop werk hadden. De stoomtram Oldambt—Pekela is te Winschoten—Zuiderveen aan oen groot gevaar ontkomen. Een schip per, die aldaar bij 't doortrekken de klapbrug omhoog had getrokken, had vergeten deze weder neer te laten. Door de duisternis was dit door den machinist niet opgemerkt en zoo doende ging de brug met donderend geraas naar beneden en bleef geluk kig door de zwaarte liggen. Ware de tram naar Winsohoten gereden, dan was de tram met passagiers en al in 't water tereoht gekomen. Uit do Staataeotirant Bij kon. besluit is aan jhr. mr. J L. Stern, op zijn daartoe gedaan ver zoek, eervol ontslag verleend als lid en voorzitter gvan het college van regenten over het huis van bewaring te Helder, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen dien sten. Bij kon. besluit is benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Oud-Beierland mr. J. W. de Feyfer, notaris te Oud Beierland. Bij kon besluit zijn de qeeren L A. C. vau Wely en J. G. Detmers, artsen, met ingang van 6 dezer, be noemd tot officier van gezondheid 2e kl. bij de zeemacht. Bij kon. besluit is, mot ingang van de dagteekening van dit besluit, be noemd tot directeur van de rijschool der bereden artillerie de majoor D. Kromhout, van den staf der artillerie. Bij kon. besluit is benoemd, bij het personeel van den geneeskundigen dienst, tot paardenarts der 2de klasse do paardenarts der 3de klasse D H. Goossen, van dat personeel. Bij kon. besluit is benoemd in de orde van Oranje Nassau, tot ridder (met de Zwaarden) de kapitein L. J. ïlioolen, van den staf der genie, eerst aanwezend ingenieur te 's-Graven- breid corps diplomatique, een stad hago. die zoowel in den winter als in den Bg kon. besluit zijn, met ingang zomer, juist omdat zij de residentie van 1 dezer, jg een aantal vreemdelingen trekt ena. benoemd tot commies der tele- medewerker wel niet best zou ver- j hen los. Na achtereenvolgens eenige staan, waarom hij het woord maar personen omver te hebben geworpen, zou voeren. De (zwijgende) landbou- wer had eene zuster, die op het punt stond in het huwelijk te treden met een adellijk heer, die een [wapen had en de broer van de zuster (de zwij gende landbouwer) zou nu gaarne ook een wapen hebben. Hij droeg denzelfden Joaam als onze medewer ker en vroeg of deze bezwaar maakte zgn wapen ook aan de familie van de aanstaande ter beschikking te stellen, zoo noodig tegen nader te bepalen voorwaarden. „Ik heb geen ander bezwaar, zeide onze medewerker, dan dat ik geen wa pen heb.Mijn vader is ambtenaar, maar mijn grootvader was molenaar. Op de zakken, die hij in zijn bedrijf behoefde, stond P. K. Kan ik u hiermee dienen dan zgn die letters tot uw besohikking gratis. «Natuurlijt beantwoordde deze aanbieding niet aan de bedoeling. De medewerker zag dit zelf in, en hij raadde daarom den landbouwer aan zich tot zijn vriend J. B. Rietstap, den heraldicus, te wenden. Die kende en bezat de wapens van alle adel lijke famüiön, ook die der naamge- nooten van den medewerker en bij zou wel wat moois voor de bruid uitzoeken. „Hij schreef een briefje aan Riet stap en deze verhaalde hem later dat hij een prachtig wapenschild voor de familie had in orde laten brengen trof het beest genoemden G. v. D., die zoodanig werd verwond, dat men hem meer dood dan levend naar huis moest dragen. Men vreest zeer voor het behoud van zijn leven. Brand. Vrijdagavond ontstond te Stryp bij Eindhoven brand in de boerderg, bewoond door Chr. Paassen (tevens de eigenaar). Het was to ongeveer 10 uur en de bewoners waren reeds ter ruste, toen de brand door eenige buren werd ontdekt. Het vuur schijnt in den stal te zijn ontstaan en nam zoo snel in omvang toe, dat de huis- genooten zich slechts met moeite konden redden, al hunne roerende bezittingen ten prooi latend aan het vernielende vuur. Bijna de geheele inboedel, de oogst, hooi, stroo, akkergereedschappen benevens al het vee verbrandde. 1 paard, 4 stuks rundvee 6 varkens een 40ial kippen werden eene prooi der vlammen. Men vreest, dat eene som aan zilver, naar men zegt van f 1100, welke in een „opkamer" geborgen was, mede door het vuur geleden zal hebben. Het huis was verzekerd, het vee echter niet. Hoe de brand ontstond, is niet bekend. Te Bergen-op-Zoom zyn alle sui kerfabrieken, op een enkele na, sinds Met de hem eigen belangloosheid geruimen lijd door gebrek aan water had hij er niets voor gerekend. Het j tot stilstand genoodzaakt De schade, wapen werd dankbaar aangenomenwelke hierdoor geleden wordt, is voor en prijkte later vereenigd met datde fabrikanten zeer groot, maar niet van den toen aanstaanden bruidegom,1 minder voor den minderen man, die Pers Overzicht. De eenheid der Liberalen. Het Centrum had onlangs betoogd dat tengevolge van de onderwijsplan nen van Minister Van Houten de Takkiaansche en anti-Takkiaansohe liberalen door hem onder één hoed gevangen zijn. Het liberale weekblad de Neder lander plaatst over deze beschouwing een artikel onder hot opschrift ver zoening. „Laat het Centrum gerust zgn," sohrgft het blad, „haar vrees voor hereeniging van hen, die eens te zamen de voormalige liberale partij vormden, mist deugdelijken grond. Evenals het jongste verleden al zeer onjuist is geteekend met de voorstel ling, als zouden zich slechts twee fracties ééner partij hebben gevormd, als zou men „niet defiaitief zijn uit eengegaan", en als zou ook dezerzijds beweerd zijn, dat „voor een soheuring vooralsnog geen termen bestonden"; evenals het een miskenning der waar heid is, te meenen, dat het verschil alleen loopt over het kiesrecht-vraag stuk, terwijl de diepste grond der scheuring veeleer te vinden is in de beiderzydsche opvattingen omtrent hetgeen den wetgever te doen staat opzichtens maatschappelijke vraag stukken evenzoo durven wij be tuigen, dat er, ten aanzien van de kiesrecht-regeling, van vangen onder een hoed geen sprake is. Het blad betoogd verder, dat naar mate de regeering aan haar bondge nootschap met conservatieve elemen ten, ter linker en ter rechterzijde van de Kamer, zioh méér onttrekt, en het kiesrecht-ontwerp méér wijzigt in de richting van grootere uitbreiding, de kans verhoogd wordt dat zij voor haar voorstel de stemmen krijgt van hen, die in den stembus-strijd van 1894 zgn verslagen. Ten laatste zegt het blad „De waarheid is, dat de scheuring, indien zy niet reeds voltrokken ware, tengevolge van bet stelsel der kies- reoht-voordraoht. door de conservatief- liberale medestanders der regeering beaamd, zou voltrokken zijn. Die scheuring zal niet worden hersteld door concession in de uitwerking van het stelsel Allerminst zal zij uit de wereld worden gebracht door eenige maatregelen van betrekkelijk onder geschikte beteekenis op ander ge bied. Natuurlijk zullen deze maat regelen steun vinden bg allen, die ze goed en nuttig keuren. Maar daar door en daarna zal in do politieke verhoudingen niets zijn veranderd." alle stormen heen, zeer goed en zeer vlug werken kan op wetgevend ge bied Trouwens een vergelijking van onze wetten met die van onze naburige staten valt waarlijk niet in ons voor deel uit. «Maar wel mag gezegd worden, dat ons parlement zich niet mot den Franschon slag er door helpt." Het Nieuwsblad voor Nederland besprekende de aanvallen uit het kamp der anti-liberalen tegen Mi nister van Houten in zake de onder- wysvoorstellen, zegt: «Ons deert voor 't oogenblik die storm nog niet. Zy die van 's heeren Van Houtens geavanceerde begrippen niet gediend zijn, hadden dit mogen bedenken, toen zij ,zyn optreden in de hand werkten door hunne bostrij- ding van Tak's kieswet. «Ernstiger zou het zijn, wanneer de verbolgenheid der anti-liberalen ook deze kieswet weer in gevaar zou brengen, ingeval de Veegena—Kerdijt Borgesius —groep in de Tweede Ka mer met de voorgestelde kiesrecht- hervorming niet zou willen meegaan of door amendeering het hoofd beginsel zou willen aantasten, wat wel eens is beweerd, ja voorspeld door de tegenpartij. „Daarvoor bestaat, als we goed zien, echter geen gevaar. „Het eenige middel om te komen tot een finale uitbreiding van hei kiesrecht, is aanneming der niet finale uitbreiding door den minister Van Houten voorgesteld, en dat ziet de Takkiaansche Kamerminderheid zeker even goed als zoovelen, die zich noode met dit ontwerp vereenigen. „Hoe fel de storm dan ook moge waaien, hy zal den minister Vani Houten, noch zijn onderwijsposten, nooh zijn kieswetontwerp weg blazen."! De kalh. Grondwet vindt in togen-j stelling met de conservatieve bladen niets vreemd in de voorstellen van den Min. Van Houten. De Grondwet meent dat Van Hou- ten van 't oogenblik af, dat hy den j strijd tegen Tak begon, tot heden toe, zich volkomen gelijk gebleven j is. Het blad zegt: Hij had met dieuj strijd ééa doel: het behoud der libe rale partij. Er is bijna geeo voorbeelc van een staatsman, die zgn streven zoo onbewimpeld heeft verkondigd en die zoo meesterlijk aanstuurt op het land,' dat hij bezeilen wil. Daj nu de conservatieven, die zoo vreeselyk luchthartig en lichtzinnig hebben medegewerkt tot den val var Tak, zeggen: dat alles hebben wij niet kunnnen voorzien, getuigt, ineenl de Grondwet van eene betreurens waardige kortzichtigheid. Zy geeft in overweging uit hot ge beurde de les te trekken, dat in om land de aangewezen weg voor eon< goede gezonde katholieke staatkunde die is, «waarop wy vereenigd met de geloovige protestanten tegen he liberalisme als den vijand optreden.' Varia Patrimonium schryft onder het opschrift„ons parlement" het volgende: «Wat werken onze Kamerleden toch uiterst langzaam. Nu weer tot 12 Nov. naar huis. Meer dan twee weken vaeantie. En dan, ja waarlyk, 't wetje ter wijziging van ons personeel en de Staatsbegrooting. Dan komt nieuw jaar, weer een week of zes of acht verlof, en dande kieswet. „Alles gaat den slakkengang. «En let eens op, als straks Justitie aan de orde komt, wat a! niet ge vraagd wordt, regelingen, alle zeer noodzakelijk, maar die uitblijven jaar in jaar uit. „Het Fransohe parlement maakt zich vaak belachelijk door zyn opge wonden standjes, maar heeft men er wel eens aan gedacht, dat het door Letteren en Kunst Uit Amsterdam. Nederl. Tooneelver. Dir. L. II. Chrispijn Vrijdagavond voor een volle zaa Huiohelaars en Weerhanen" naai het Fransch „les faux bonhommes" van Barrière en Capendu. Chrispy: eigenlyk voor elk gonre gesohiktj1 voelt zich tooh maar het beste thuis in rollen, waarin hij het levend ge worden sarcasme is, zooals in boven i genoemde comedie als Edgard Thé- véaot. Hij neemt zoo heerlijk een i loopje met Peponet, Anatcle en a die anderen, die hij heeft vereeuwigt in zyn schetsboek, datlangzamerhanc een galerij van „huichelaars en weer hanen" is gewordenzooals het ook behoort is hij de man, die aan hef slot van het 4e bedrijf alle3 op zijq pootjeB terecht do9t komen en ver-, eent wat lang gescheiden was. Ales Faassen Jr. was vooral goed als dé geldman, die wel over zyn huwelijk wil spreken maar „Zondag alsjeblief! dan is er geen beurshet zenuw achtige, gejaagde, dat bij hem anders een gebrek is, kwam hem nu goea van pas. Ik zag dezen avond een lid van het gezelschap, dat ik sedert geruij men tijd niet hier op de planken heb Toen hij deze daad van beleefdheid verrichtte, keek hij haar zoo teeder aan en drukte hare hand zachtjes, zoo veelbeteekenend, dat zij er verlegen door werd en tot achter hare ooren bloosde. Haar twee nieuwe reisgezel len namen naast haar plaats. Suzette klom op de ach terste bank, waar de neger zat, de bediende der schelm- scbe heeren. De koetsier klapte met de zweep en de paarden reden in galop verder. Intnsschen en terwijl de reiskoets den afstand aflegde, die haar van „le3 Ravines" scheidde, vulde zich de salon van Balamec's huis met bloedverwanten en kennissen. Het huwelijkscontract tusachen Maxime en Canaille zou geteekend worden en een feestmaaltijd was aangericht ter viering van dit lelt. De burgerlijke en kerkelijke plechtig'hei 1 zou den volgenden dag plaats hebben. Men wachtte nog slechts ééne gast, eene vriendin van de bruid, Antonin Louvet. Maar hoewel zij had gemeld dezen dag te zullen komen, rekende men niet stellig op hare aanwezigheid. Heeft men ooit zekerheid omtrent de komst van iemand, die meer dan honderd mijlen moet afleggen alvorens het einde der reis te hebben bereikt, vooral als die persoon eene bekoorlijke vrouw is? Van tijd tot tijd verlieten Maxime en Camille de salon, gingen dwars over het grasveld tot aan den weg om dien op te zien tot zoover hun horizont reikte, maar niets kondigde nog de komst van hunne gast aan. „Zij zal niet komen," zeide Maxime. Parijs ligt zoo ver van „le3 Ravines"." „Zij zal komen," zeide Canaille, „Antonine is niet iemand om tegen een afstand op te zien." ;u- Karianb- Tnri Hat *-i iinc al roman tisch, een beetje dwaas is. De avonturen van eene reis zullen haar toelachen. Ja, ik twijfel er niet meer aan, of wij zullen haar hier zien." „Ondeugd l Wij zullen haar hier zien omdat zij mij lief heeft on weet hoezeer ik er naar verlang haar te omhelzen." Terwijl zij dit zeide glimlachte zij en haar glimlach was een weerspiegeling van haar geluk. Nooit was zij m'sschien zoo schoon geweest. Eene wit mousseline jurk deed de schoonheid van hare gestalte op haar voordee- ligst uitkomen. De leliën en rozen op hare wangen, zoo fis onze oude dichters zeggen, gaven aan haar teint die reine en zachte bekoring, die het ideaal nabij komt. In fraaie krullen lagen hare licht blonde lokken op haar voorhoofd en vormden op haar kruin een grooien wrong, waarin een roos schitterde. Aldus gehuld in de zen eenvoudigea, jonkvrouweiijken toon, zag zij er be- tooverend mooi uit; hare oogenrein als die der engelen, uitstralend jeugd en liefde. Maxime kon zich niet verzadigen in haar aanblik terwijl zij haar arm door den zijne had gestoken. Het was hem gelukt de stem van zyn geweten te sussen en hij ging gebeel op in het geluk, dat hem wachtte enjhad daarop zijn denken gevestigd en zijn hart was slechts vervuld van droombeelden over het geluk, dat hy ook haar zou trachten te brengen. Mooht nu en dan de ge dachte aan het testament zijne onbezorgdheid komen verdrijven dan haastte hij zich zich daaraan te onttrek ken en ze te verjagen. Dien morgen had nog geen en kele kreet van zijn geweten de kalme rust van zijn geest gestoord. Zonder bijgedachte, zonder bitterheid genoot hii van het vooruitzicht op de veelbelovende verbinte nis, die door de menschen en door God geheiligd en gezegend zou worden. Het is echter den schuldigen ni6t gegeven langen tijd met zich zelf in ru^t te leven. Het noodlot heeft geheimzinnige stemmen, die hem plotseling wei r tegen over zijne misdaad plaatsen en hem op die wijze van zijne zielsrust berooven. Terwijl de twee minnenden langzaam den weg op liepen, de vriendin tegemoet, die teverg efs op zich liet wachten, voerden zij ongestoord een gesprek. De natuur scheen in hun leest te deelende hemel was blauw, de zon scheen vol luister, de velden bloeiden en duizenden vogels zongen op de twijgen. „Wat is God toch goed, dat Hij dezen feestdag voor ons zoo sohoon doet zijn l-1 zeide de bruid weldra met aandoening. „God hee't je lief Canaille, en hij bewijst het je," antwoordde Maxime en vestigde een blik vol innigheid op zijne bruid. „Hij heeft jou ook lief, en heeft het je bewezen ook." „Hoe zoo, lieveling?-' „Heeft Hij de hinderpaal, die ons scheidde, niet uit den weg geruimd Heeft hij jou den rijkdom niet gege ven, waarop je niet hadt gerekend Maxime huiverde, alsof hij plotseling met schrik ont waakte. „Het is waar," vervolgde Camille, zonder acht te slaan op den indruk, dien hare woorden hadden gemaakt, „dat ik aan je groot fortuin niets hecht. Ik geloof zelfs, dat het ons eenigszins in den weg zou staan, als er niet zooveel ellende te verhelpen was. Niettemin erken ik, dat het je te rechter tijd te beurt is gevallen, en het is eene gunst, die de Voorzienigheid je op het naeeËi geschikte oogenblik heeft bewezen." „Deze gunst Camille, waardeer ik alleen omdat iü! jon daardoor tot vrouw krijg," stamelde Maxime. Zijae wangen waren bleek, zijn blik was somber ge worden. Idacht hij, „tevergeefs tracht ik te veij ren3" nooc,lot wil dat ik mij alles blijf herinne) __„Het was toch een zonderling idéé van je oom, oii zijn erfenis aan een Engelschman te vermaken," merkt! Camille op, te zeer verdiept in hare tevreden gedaeW ten om de pijnlijke ontroering van haar bruidegom o) te merken. „Weet jo ook, hoe hij aan dat denkbeelJ kwam „Naar het schijnt heeft de familie van dien man hen vroeger een grooten dienst bewezen, zoodat dankbaar heid hem dat besluit deed nemen." „O, juist! Dau heeft mijnheer Tréhouart zich doq eene edele gedachte laten leiden. Maar waarom heelt hl dat denkbeeld niet verwezenlijkt?" Omdat hij plotseling is gestorven." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2