nam. Weigert hij, dan is men onte en eindelijk: het zal een propaganda* vreden en heeft hij toe, dan is niet middel voor de spaarbank zijn. zelden de instructie een beletsel, die Het Soc. Weekbl. merkt hierbij op, het reoht om te straffen, hoe noodig dat de maatregel ook aanbeveling dit ook moge zijn, beperk'. Daarbij i verdient, omdat er door het gebruik komt dat de leiding thuis dikwerf maken van militairen, dus goedkoope veel te wenschen laat. j krachten een deloyale ooncurrentie is Zou, vraagt de 'Wekker, de band ontstaan, waartoe het rijk het voor- tusschen buisgezin en school niet nauwer toegehaald kunnen worden door de ouders in een nadere betrek king tot de school te brengen Daartoe geeft zij in overweging bij 't begin van ieder kwartaal vergade ringen te houden van de onderwijzers met de ouders der leerlingen, onder voorzitterschap van een gedelegeerde van het gemeentebestuur. De ouders zouden hun wenschen kunnen mede- deelen, en de onderwijzers zouden zich daarnaar kunnen richten of wel de bezwaren in het licht stellen. Men zal spoedig arbeidsraden krijgen, waarom zou men ook geen school raden hebben? Men moet den school' raden vrijheid geven de sohool in te richten zooals het meest strookt met de locale belangen. Varia. De Echo kan zich niet vereenigen met het denkbeeld tet kazerneering der politie. „De politic-agent is," zegt het blad »in deu regel huisvader. Hij moet zijn vrijen tijd kunnen wijden aan zyn gezin, en eiken naoht, die door hem Diet behoeft te worden gewijd aan den dienst, moet hij kunnen doorbrengen in zijn eigenhuis. Hij be hoort ia staat te worden gesteld, een gewoon maatschappelijk leven te leiden, hij, die zijn werkkring vindt midden in de maatsohappij." En waar men wijst op het voor beeld van de brandweer, merkt het blad op; „Zeker, de brandweer is gekazerneerd, doch ook slechts in zekeren zin. De braadwachts slapen wanneer zij dienst hebben, in de brandweerpost, doch zij zijn niet zoo als soldaten aan het gemeenschappe lijk kazerne-leven gebonden, niot aan gemeenschappelijke voeding, omdat ook zij veelal gehuwd zyn. „Deze toestand is tweeslachtig, is inderdaad, niet gewenscht. Waar hg vermeden kan worden moet hij wor den vermeden. Bij de Brandweer is de gedeeltelijke kazerneering nood zakelijk om de onregelmatigheid van het werk, ook des nachts. Er moet worden gerekend op de mogelijk heid, dat op vele plaatssn tegelyk brand uitbreekt. Dit is niot vooruit te berekenen. „De dienst, van de politie is vrij wel geregeld. Bizondere omstandigheden die bizondere maatregelen noodig maken, zijn zeldzaam, en zij zijn bij kans altgd vooruit te voorzien. „Hier is dus het stelsel van kazerne plicht niet noodig, od, omdat het uit zijn aard geen aanbeveling verdient, moet het niet worden ingevoerd waar het niet bepaald noodzakelijk is." beeld niet mag geven. pCt. Finanoieele ïïededeellngen. Het Weekblad van Broekman en Houders bevat o. a. de volgende op gave van minder courante of incou rante fondsen, in de week, tot den datum van 5 N >v. 1895, door hun tusschenkomst verhandeld. Aand. Algemeene Bouw- Maatschappij f8 Maats, tot expl. van het American-Hotel 1334 Crediet-Vereeniging 1165 Panorama -Maatsch. 15 Oblig. Java Spoorweg Mij. te 's Hage 100 Aand. Westl. Stoomtram weg-Maatschappij 101 Delftsohe Distilleer derij, Gist- en Spi ritusfabriek 38 Kon. Ned. Beiersoh Bierbrouwerij Cert. Granada Heotares Opr. Bew. Kon. Pakketv,- Maatschappij Singkep Tin- Maatschappij Aand. Venn. „Nederland" (Maatsch. tot verz. op het leven). 70 7 Ct. f335 340, f90 79 pCt. De Alkmaarsche Courant, er op wijzende, dat ons volk bijna niets van de geschiedenis van Iudië weet, geeft in overweging een commissie van bevoegde mannen uit te noodï- gen, een onpartijdige geschiedenis samen te stellen, die tevens een fraai geschenk zou zij a, der jonge Koningin by haar troonsbestijging aan te bieden Een gemakkelijk en leesbaar boek, waarin de thans verspreide koloniale Letteren en Kunst. Da Nederl&n&sehe Opera. Groote finaDoieele moeilijkheden staan bij de Nederlandsche Opera voor de deur, die haar met den on dergang dreigen, zoo ze niet uit den weg geruimd kunnen worden. Dit blijkt uit eene door de vereeuiging verspreide circulaire, waarin om financieeien steun wordt gevraagd. Aan deze circulaire ontleenen wij hei volgende: Door het bespelen van den Stads schouwburg en het Paleis voor Volks vlijt tezamen, verviel grootendeels de noodzakelijkheid tot reizen on is daardoor meer tijd beschikbaar voor voldoend instudeeren der op te voeren werken, terwijl evenals ten vorigen jare de hearen Van der Lin den en de la Fuente beiden met de muzikale leiding belast werden, zoo dat overlading van werkzaamheden niot de oorzaak kan worden van on voldoende voorbereiding. Wij kun nen dan ook met groote voldoening wyzen op de opvoeringen in de maanden September en Ootober, die volgens het eenstemmig oordeel van publiek en criiiek duidelijk blyk ga ven, van eene belangrijke schrede voorwaarts, terwijl in de maand No vember Richard Wagner's Tannbau- ser zal worden opgevoerd, met bij zondere zorg voorbereid'en schitte rend gemonteerd. Dubbel jammer is het daarom, dat wij reeds dadelijk dit seizoen groote teleurstellingen ondervonden. Het met zorg ingestudeerde werk van Hum- perdinek (Hans en Grietje), dat overal elders een enorm suuces had, bleek hier zonder attractie; bovendien ont vielen ons verschillende toezeggin gen voor het waarborgfonds; zoodat wij ons genoodzaakt zien thans met digen invloed uitoefend op de opvoe-tend onderdak te verschaffen. Een ding van ons volk, zijn aan haar dehoeve heeft haar deuren reeds voor belangen verbonden van meer dan 200 personen, die daarin hun bestaan vinden. Wij meenen daarom te mogen ver wachten dat dit beroep op uwen kunstzin en mildheid niet vruchte loos zal zijn. Mochten wij hierin te leurgesteld worden, dan zal onze Ver- eeniging hare ontbinding nabij zijn en zal de Nederlandsche Opera, die ten koste van zware offers in het leven geroepen en tot heden in stand gehouden is, op 15 November a. s. tot het verleden behooren en, naar wij vermoenen reden hebben te ver onderstellen, zal daardoor ook de Koninklijke Vereeniging „HetNeder- landsch Tooneel" ernstig in haar be staan bedreigd worden. Wij vertrou wen, dat het zoo ver niet zal komen, en dat door eendrachtige samenwer king van alle gegoeden, en wel elk in verhouding tot zijn middelen, onze pogingen met goeden uitslag bekroond zullen worden, zoodat onze Vereeni ging door flinken financieeien steun in staat zal worden gesteld de Ne derlandsche Opera in stand te hou den en tot eene hoogte te verheffen, waarop wij haar wenschen. Wij teekenen hierbij aan, dat elke bijdrage, die u zult meenen te kun- atzonderen tot instandhouding onzer Vereeniging, dankbaar door ons zal worden aanvaard, en brengen daarbij in herinnering, dat luidens art. 7 der statuten elke bijdrage tot het waar borgfonds ad f500 in eens, reoht geeft tot het bespreken en innemen van een plaats op een der eerste rangen, gedurende eenmaal 's weeks, te Amsterdam of elders, waar voor stellingen gegeven worden. Leger en Vloot. Zaterdag vertrekt van Rotterdam per stoomschip „Ardjoeno" naar Oost- Indië een detachement der koloniale reserve ter sterkte van 103 onder officieren en minderen, onder bevel van den le luit. O. W. Gobius en onder medegeleid9 van den le luit. R. H. Laman Eyssonius Wichers en den 2e luit. J. H. C. Vastenou. gezin en have geopend. Op 29 Octo ber ontvingen wij van den beheerder het draadbericht„Heden ochtend kon men op de hoeve Vooruit het geloei der koeien hooren." (get.) In 'tVelt., waarop wij het antwoord niet schuldig mochten blijven en dan ook terugseinden „Hoera voor Voor uit kostelyk geluk „Het moet gezegd worden, dat dit telegram veel indruk op on9 gemaakt heeft. Vooruit, ja vooruit is de leus' En nu is de hoeve, die dezen zinrijken naam draagt, er als de kippen bij geweest om de eerste te zijn. 29 October 1895 is een datum in de geschiedenis van onzen Bond, die aaa de balk gesohreven mag worden. van Vooruit de Viotorie litteratuur werd samengevat, zegt het klem een beroep op uwen steun te blad. zou een aanwinst zijn voor de geheele Natie, en tevens een hulde aan de nagedachtenis van 's lands trouwe dienaren, die het leven hebben opgeofferd bij de verdediging van onze eer en belangen, Het koloniaal werf dépot. Voor den militairen dienst in onze overzeesche bezittingen zijn in Oo tober jl. bij het kol. Werfdepot te Harderwijk aangenomen 86 personen, nl. 43 Nederlanders, 29 Duitschers, 7 Balgen, 4 Luxemburgers en 3 Zwiesers en zijn van de land- en zeemacht overgenomen 12 militairen, t. w., 4 van de inf., 1 van de artillerie, 2 van de genie, 2 van de koloniale re-erve en 3 van de Kon1 Ned. ma rine. Het totaal dier werving bedroeg dus 88, aan wie aan handgelden en gratificatiën werd uitbetaald f 19.410. Voor de landmacht in West-Indië werden bestemd 5 soldaten. Van het Werfdepot werden in genoemde maand naar Oost Iudië uitgezonden 3 detachementen, sterk 7 officieren, 9 onderofficieren en 120 korporaals en manschappen, terwijl afzonderlijk vertrokken 3 officieren en 3 onder officieren. Naar West-Indië werden in Oct, geen militairen uitgezonden. Uit Oost- Indië keerden bij meergenoemd depot terug 6 militairen, nl. 5 onderoffioie ren en 1 milicien, die allen na hunne detacheering bij het leger aldaar, naar hunne korpsen teruggingen. De overige uit Oost-Indië gerepa- trieerden werden te Amsterdam en In hst Soc. Weekbl lezen we de mededeeling, die door een der amb tenaren bij de -Rijkspostspaarbank en den directeur dier instelling in overweging is gegeven, voor de werk zaamheden der bijschrijving van ren ten niet meer van militairen, doch van particuliere krachten gebruik te maken. Dit zal, meent de adressant, werk- gebrek doen verminderenhet loon zal ten goede komen aan de klasse van burgers voor wie de inrichting eigenlijk in het leven is geroepen men zal niet meer als „gunst" de Land- en Tuinbouw. Van do Erica-stichting. £loen Rotterdam door de commissarissen Hoevelen uwer geven niet jaar- *an afmonstering aldaar uit den lrjks belangrijke èeranea uit om dlenst ontslagen. in den vreemde genot te smaken, terwijl u, dcor een deel dier gelden voor onze vereeniging af te zonderen, baar in staat zult stollen, het ver- j langde kunstgenot in uw eigen va derland door Nederlandsche kunste-1 naars aan u te versohaffen. j Wij lezen in Sta Palhet narol- Eu zoudt gij, die het doen kunt,gende achter willen blijven, waar al onze; „Op 20 Maart 1S95 kocht het hoofd solo-artisten van hun veelal karig bestuur van den Oranjebond van Balaris een vierde gedeelte opofferenOrde, 25,40,30 Hectare heidegrond om te helpen onze Vereeniging in 1 in de Wormingermate. Slechts zeven stand te houden. i maanden zijn sedert veretreken en Wel weien wij, dat er in Nederlandreeds is dat terrein voor de cultuur veel wordt gevorderd voor liefdadige1 gereed niet alleen, maar vindt men doeleinden; toch meenen wij dat er zelfs vijf kampen weiland, elk groot onze muzikaal-dramatische instelling 1L. Hectare, groen als gras, heel mooi recht hoef: op een steun, die haar'groen, gezond groen, want er groeit j toekomst waarborgt en de Neder-gras en klaver, (er is'al klaver1 Rechtszaken De postzegeldiefstal. De gerechtelijke instructie in de zaak van den postzegeldiefstal aan het departement van koloniën duurde Maandagavond tot ongeveer 6 ure. Gehoord werden 2 ambtenaren, de concierge van het departement en een werkvrouw. De verklaringen van den verdaohte waren van d^en aard dat het ver trouwen in zijne beweringen aan merkelijk is gedaald en er termen zijn gevonden om hem in voorloopige hechtenis Je houden. In hoofdzaak blijft de verdaohte bij zijne verklaring, de zegels ten verkoop van een ander ontvangen te hebben, wiens naam hy weigert op te geven. Gevaar voor ontploffing. Dinsdag werd voor de arr.-reoht- bank (4e kamer) te Amsterdam de behandeling voortgezet tegen H. N. Walraven, den le hofmeester aan boord der Oranje-Nassau, die Dinsdag vóór 14 dagen heeft tereoht gestaan ter zake van k9t door schuld doen ontstaan van gemeen gevaar voor personen en goederen, door een kist met ontplofbare stoffen met kracht in de piek van het schip te werpen, ze vervolgens gedeeltelijk open te hakken en er vuur bij te brengen. De zaak werd, gelijk men zich her innert, tot Dinsdag uitgesteld wegens de afwezigheid van een paar getuigen die buitengaats waren. Dinsdag was kapitein J. J. de Bruyn< versohenen, die verklaarde, dat hij de kist met patronen in ontvangst heeft genomen, waarop te Hellevoet door de politie beslag is gelegd. De beklaagde, nogmaals door den voorzitter ondervraagd, erkent eene ontploffing te hebben willen doen ontstaan, maar ontkent te hebben geweten dat er patronen in de kist waren. Hij houdt vol te hebben ge meend dat er kruit in was, en het was hem bekend, dat dit ontploft door er vuur bij te brengen. Het O. M., waargenomen doormr. R. Rogout, verzocht vervolgens op nieuw schorsing, daar getuige, kapi tein Niemann, blijkens door Z.E.A. ontvangen bericht, niet voor medio December zal zijn teruggekeerd, en getuige Sjoerd Jansen niet vóór Ja nuari. Z E A. requireerde mitsdien opnieuw schorsing, voor onbepaalden tijd, met verlenging van de preven tieve hechtenis vau den beklaagde. Mr. Lamberts Hurrelbrinck, advo caat van beklaagde, verzette zich tegen dit requisitoir. PI. wees er op, dat zijn cliënt reed3 een jaar in preven tieve hechtenis verkeert, De rechtbank begaf zich hierop in raadkamer. Teruggekeerd, doelde de voorzitter mede, dat de rechtbank de verdere behandeling der zaak voor onbepaal den tijd heeft uitgesteld, en dat de rechtbank beklaagdo9 onmiddellijke invrijheidstelling gelastte. In de'' zaak der mishandeling van den jongen Robbemond op Neer bosch heeft de Arnhemsohe rechtbank uitspraak gedaan en het viertal schuldigen onderscheidenlijk veroor deeld tot een maand, 14, 7 en dagen gevangenisstraf. Gemengd N i e u ws. Bö werkstaking to Gout. Er is weinig verandering in den landsche Opera niet ten gronde mag in bloei geweest) en staan er nu vijftoestand er zijn nog omtrent 200 gaan uit gebrek aan belangstelling, flinke boerenwoningen kant eri klaar stakende letterzetters. Stappen zijn militairen behoeven aan te vragen,1 Behalve dat deze kunst een welda- gereed om de bewoners een uitmun-1 gedaan om een werkstaking te doen uitbreken in de drukkerijen van Brus sel of Antwerpen die hulp zouden verleenen aan de Gentsche confraters. De Indépendant en het Vaderland zijn Dinsdagmiddag versohenen in autographie. Onder de werkstakers der Flandre libérale is een candidaafc van de liberale lijst voor de aan staande gemeenteverkiezing. De on derhandelingen die Dinsdag gevoerd zijn, zijn zonder uitslag gebleven. Uit Brussel wordt gemeld, dat by den openbaren verkoop van onbe stelbare, aangeteekende^ zendingen door de Belgische Staatsspoorweg maatschappij, een kist werd gevonden, die de lijken bevatte van een jonge vrouw en van een twaalfjarigen jon gen. Nader wordt echter gemeld Deze geheimzinnige vondst is spoe dig opgehelderd en van oen misdaad is geen sprake. Toen men de zoo genaamde lijken wat nader bekeek, bleken het twee mummies te zijn, die op kermissen waren vertoond. De eigenaar der mummies, een kermis reiziger, is een paar maanden geleden in het St. Janshospitsal te Brussel overledenzijn weduwe had de kist opgevraagd aan het bureau van on bestelbare colli, maar men had haar die niet willen afgeven, omdat zij niet bewijzen kon er reoht op te hebben. De kooper van de kist heeft haar nu de mummies afgestaan. Zaterdag heeft men te Bruchsal, in het groothertogdom Baden, iemand in vrijheid gesteld, die was veroor deeld tot levenslangen dwangarbeid en twee en dertig jaar in de cel had doorgebracht. Voor de deur der gevangenis werd de man aangereden door een rijwiel. Hij heeft twee uur noodig gehad om van zijn verbazing te bekomen. {De taak der geii3e8lioeren. Er zijn te Hannover en Leipzig weer 420 brieven van Billroth aan verschillende personen in druk ver schenen. Zeer merkwaardig is wat de groote chirurg in een dier brieven over het beroep van geneesheer schrijft aan een vriend, wiens zoon dokter zou worden „De vreugden van den dokter zijn niet velenu en dan trouwe aanhankelijkheid van pa tiënten soms, niet dikwijls, ook met stoffelijke bewijzenmaar zelden dankbaarheid voor de getrouwste plichtsvervulling en zelfs voor offers. Blijdsehap over een gelukte genezing, het bewustzijn dat men zijn plicht gedaan heeft, da! is meestal het hoogste wat de geneesheer kan be reiken. Gij denkt misschien dat ik te donker sohilder, maar als uw Robert eens over twintig jaar deze regels in handen krijgt, zal hy mij gelijk geven. Voelt hij echter een bepaalde roeping om dokter te worden, dan moet dat alles hem niet tegenhouden. Ge wilt, dat ik u eerlijk en uitvoerig hier over schrijf. Maar wees niet bang dat het zoo verder zal gaanhet ergste is gezegd en ten slotte is hei ook niet ve6l erger, dan in els ander beroep. Wat is de voornaamste eigenschap, die noodig is om, een goed dokter te zijn? „Myn collega Nothnagel zeide het in zijn inaugureela rede als professor: „Slechts een goed mensoh kan een goed dokter zijn". Dat ben ik eens, het is de eerste voorwaarde om te slagen als geneesheer, niet alleen voor zich zelf, maur meestal ook om succes te hebben by de buitenwereld. Ik zou bij „een goed mensoh" nog willen voegen „goed opgevoed", dat wil [zeggen in een familie, waar een welwillende geest jegens alle men- sohen heersoht. De aanstaande dokter moet eea onweerstaanbaren drang hebben tot het helpen van andere ongelukkigen dan komt hij later ook langs den weg van gelouterde onder vinding en levenservaring door na denken tot de overtuiging, dat de welopgevoede mensch, hoe hij ook naar het geluk jaagt, hot toch ten slotte alleen vindt wanneer hy ande ren zooveel hij kan gelukkig maakt". Dat laatste geldt niet alleen voor aanstaande dokters, dunkt ons. Ec-ne spookgeschiedenis. Uit zijne kindsheid vertelt iemand aan de Weser Ztg.Mijne ouders be woonden to S. in den Eizas oen zeer groot, overoud huis, dat met zyne dikke muren, groote keidergew elven, kamertjes en zalen, trappen en zijn drie verdiepingen hoogen zolder, te midden van hooge hoornen, nabij een oud kerkhof en de kloosterkerk me| hare krassende kraaien en hare deE naohts fladderende uilen, voor menig spook een zeer aangenaam verblij scheen. En zoo fluisterde men inder daad in de geheele stad, dat er spo ken in het sombere gebouw rond. waarden. Toen wij het huis betrok ken, sprak men ons met een geheim zinnig gezicht van een wezen, da nachten aohtereen in een hoekkamei zat te schryven, tot des morgent luide voetstappen het uit zijn ruste loos geschrijf opschrikten. Ik were zyn buurman; den eersten naehi ging ik moedig naar bed. Alles werd stil in huis. Maar hoor! Duidelijk vernam ik, hoe eene pen krassend over papier ging. Even snel als ik mij opgericht had, verdween ik ondei de kussens, die ik vast tegen mijnt ooren drukte. Toen ik van den schrik wat bekomen was, kroop ik onder d( kussens weg en luisterdeNog dezelf de haast by het schrijven, met korff tusschenpoozen, als om de gedach ten te ordenen. Daarop wekte ik mynen broeder, en.met verdubbelden moed en licht drongen wij in de kamer, onze studeerkamerNiets te zi en. Het spook moest zich snel ver wijderd hebben. Ik werd uitgelachen totdat het later anderen ook zoo ging als mij. Eene gruwzame geschiede nis, die men elkander van het spook vertelde, verontrustto nog langen tijd onze jonge gemoederen; ook ouderen schudden wel het hoofd. Langza merhand joeg mijn vlijtige buurmar my geen angst meer aan: alleen im-- poneerde mij nog zijn onvermoeide schrijfmanie. Zoo gingen jaren voorbij. Toen heette het op zekeren dag, dal voor het gemak van de gang uil eene deur in de bewuste spookkamer gebroken zou worden. De timmerlui kwamen en sloegen in den dikken muur. De moeite werd hun vergemakkelijkt, want zij stootten: onverwachts op een sedert lang bui ten dienst gestelden schoorsteen, die hier begon. En zie hier ontdekten zij het spook. Doar lagen en stonden mot uitgespreide vleugels tegen den muur geleund, vele skeletten van arme kraaien en uilen en ook van andere vogels, die hier levend hun graf gevonden hadden. Hier hadden zij zich dood geflad derd, want, eenmaal gevangen, was het hun onmogelijk, door direct naar i boven te vliegen uit den nauwen schoorsteen te ontkomen. Deze ge schiedenis schoot mij weer te binnen, toen ik dezer dagen ineen tijdschrift! eene mededeeling las over schoorstee-1 nen als vogel vallen, welke de verkla- ring geeft, dat de dieren boven insla-1 pen en aan naar beneden storten. „Lq roi ©n exil." De bedoelde koning is hier de koning Bohanzin ,'van Dahomey, diej zich volgens een mededeeling aan een Duitsoh blad ten zeerste verveelt. Hij is verbannen, zooals men weet, naar-; het eiland Martiniquede vroegere! gouverneur van 't eiland bemoeiden zich veel met hem en bezocht hemp eiken dag. De nieuwe gouverneurj- wil den ex-koniDg echter niet eensfe; ontvangen of dat is op last derp regeering of uit eigen beweging, Is k twijfelachtig. Nu heeft de gevangen r vorst geen andere verstrooiingen dan p zyn korte bezoeken in de stad ofj) zijn wandelingen in den omtrek vang het fort Ta'terson, waarbij zijn drie-I vrouwen hem vergezellen. De eene[ rechts draagt een nap, waarin hij n spuwt, als zijn majesteit dat verkiest, j< een tweede links 3toot telkens de j( asch van de koninklijke sigaar ofj- sigarqtjë, de derde achter hem draagt i, zijn kolossaal zonnescherm. Devroe-| gere vorst van Dahomey heeft zeker jj een afschuw van de Fransche taal, L want sÏDds zijn verbanning naar het fort heeft hy maar drie woorden ge- jj leerdFrancais, ami, bon, welke hij l met een handdruk bezigt bij alle bezoeken, bij eiken voorbijganger, jj De eerste minister van Behanzin ligt thans ziek in het hospitaal, waar zyn negerachtige woestheid dikwijls de rustige stilte van het gesticht ver breekt. Wordt in zijn nabijheid de naam van den koning genoemd, dan werpt hy zich telkens op den grond en kust verscheidene malen de aarde. Jonge gebraden hoenders versmaadt hy niet alleen, maar hij geraakt ook, zoo spoedig men hem daarvan een stukje geeft, in waanzinnige woede en werpt alles, wat hem voor de hand komt, iu stukken. Onlangs ver klaarde hy aan de directrice van het de hersenschim van het kinc), „wij zullen baar stellig niet voor heden in den namiddag zien." „Ja, ja, wij zullen haar in den namiddrg zien," her- haa'd} Simplice, op een zeer bedreef len toon, „het zou mij zoov el verdriet doen als ik haar niot zag!" Toen zij do salon binnentraden, vonden zy daar alle gasten gezeten en gereed om de voorlezing -van het contract te hoeren. De notaris nana heel spoedig een aanvang en las met de baast en eentonigheid, welke nu eenmaal bij eene dergelijke bezigheid behooren. Toen hij echter bet belangrijke punt \va3 genaderd, waarin de toekomBt'ge echtuenoot de helft van zijn eigen for tuin ais huwelijkscadeau aan sijn bruid schonk, drukte hij welgevallig op ieder woord en dit gedeelte wc-rd door een algemeen gemompel van bewondering be groet. Alleen Martin Sctö: bewaarde het stilzwijgenhij boog at-lfs niet. Toen be: voorlezen was afgeloopen, zetten de aanwe zigen hunne handteek en ing onder bet contract, waarna Baroalec, met stralend gelaat, een teeken gaf en men de eetzaal ging opzoeken. Allen nam:-n plaats rondom eene fraai versierde, rijk voorziene taiel. Op dat oogen- blik sloeg de koekoeksklok van het huis twaalf uur, het gewone uur voor het middagmaal op :het land. Plotseling deed zich buiten het knallen van eene zweep hooren, vergezeld van bot rollen van een rijtuig. Daar komt Antonine zeide Canaille verheugd. „Zij is helZij ia het I" nep Simplice opgewonden uit. „Ik wist het wel, dat zij komen zou Bamalec en zijne dochter, Maxime en Simplice ston den van taiel cp om de jonge weduwe te verwelkomen. Een reiskoets had de schaduw vau bet geboomte op hel landgoed opgezocht en hield nu stil voor het huis. HOOFDSTUK VI. Het portier werd geopend en Antonine sprong in de armen van Ca mille. Er heerschte een oogenblik ver warring, waarna de jonge vrouw zich. tot de twee En gelachen wendde, die ook uitgestapt waren en hen roet een glimlach voorstelde als hare redders. „Ik heb het aan deze heerea te danken," zeide zij, „dut u mij nu op „les Ravines" ziet. Zonder hunne vriendelijke tusschenkomst zou ik mij op ditoogenblik nog midden op den weg bevinden met eer. onbruikbare reiskoets." Met een paar woorden deelde zij mede welk ongeluk baar onderweg had getroffen en dat de heeren toen eensklaps waren verschenen en met vriendelijken aan drang haar hunne dienstc-n hadden aangeboden orn haar te redden uit de verlegenheid. Zij legde op dit laatste den nadruk en wierp daarbij een blik vol dank baarheid op hare reisgezellen, welke bij voorkeur op William was gericht. Deze bracht zyne hand naar zijn hart &!s wilde hij het hevige kloppen daarvan doen oi houden. Hierna zeide hij met eene st6m, waarvan het accent een zweem van het engelsch verried, en die van aandoening trilde, dat hij het gelukkig toeval zegende, dat hem vergund had eene zoo beminnens waardige dame var dienst te zijn. „Mijn neef cn ik mevrouw," antwoordde hij, „durven hopen, dat deze ontmoeting niet de laatste zal zijn en dat wij nog meer het onuitsprekelijk genoegen mogen hebben u onze hulde te brengen hetzij in .Bretagno of te Parijs." „Aóh 1 yes, wij durven hopen dat bizon der," voegde Richard Larmcr er bij, op een toon, zoo ernstig en lachwekkend mogelijk. „Dan zal het Bteeds voor mij eene g >ede gelegenheid zijn heeren, om u opnieuw mijne dunkbaarheid te be toenen," antwoordde Antonine." Ik denk hier eene maand te blijven. Als uwe reisplannen u niet te ver vun hier voeren en u lust hebt mij te bezoeken, dan zullen mijn gastheer en ik u gaarne ontvangen." „Waarom zouden de heeren niet eenige dagen hier blijven?" vroeg Bamalec. „Zij zouden ons dan de eer kunnen aandoen het hu wol ijk van mijne dochter bij te wonen en het contract mede te onderteekenen." „Inderdaad," zeide Antonine en bloosde van genoe gen, „als u geen haast hebt heeren en lust hebt deze uitnoodiging aan te nemer, dan zult u mijn geluk, dat ik ondervind nu ik mij te midden van vrienden bevind, nog vérgrooten," Zij logde nadruk op dat woord „vrienden" met gro->te innemendheid. „Zooveel goedheid maakt mij verlegen," antwoordde William, die handig genoeg was om zich te laten noo- digen," en het is werkelijk met leedwezen, dat mijn neef en ik afscheid van u moeten, nemen. U zijt „en familie," zoodat wij u als vreemdelingen niet hinderlijk zullen zijn." „Aö'a I Lot, wij zullen niet hinderlijk zijn aan u 1" riep de onverstoorbare Richard L.irmor uit. „ft should be shocking." „Verwacht m6n u dan ergens?" vroeg Bamalec weer. „Ne^n, volstrekt niet." „Not at all," voegde de oudste er bij, zonder dezen keer zijne eeuwige „aöh I yes" of „aöhl no" te doen hooren. Dan houd ik u met geweld hier, heeren. Mon zal niet kunnen zeggen, dat u de boezemvriendin van mij ne dochter een dienst hebt bewezen, en dat ik u heb laten vertrekken zonder u als gasten in mijn lxuïa te hebben ontvangen." „Maar, waarde heer „Geen maren als 'tu blieft. Als u nog langer tegen stribbelt, dan zal ik bevelen, dat men alle deuren sluit en alle uitgangen aizet, zoodat ik u als vijanden en gevangenen behandel." „Wij geven- ons over om als vrienden te worden behandeld," zeide William met nadruk op deze woor den. „Aöh 1 yee, wij wenschen liever veel liever te worden behandeld als goede vrienden van u," merkte zijn broeder op met den laoh van een echten Londenaar. Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2