nam. Weigert hij, dan is men onte en eindelijk: het zal een propaganda*
vreden en heeft hij toe, dan is niet middel voor de spaarbank zijn.
zelden de instructie een beletsel, die Het Soc. Weekbl. merkt hierbij op,
het reoht om te straffen, hoe noodig dat de maatregel ook aanbeveling
dit ook moge zijn, beperk'. Daarbij i verdient, omdat er door het gebruik
komt dat de leiding thuis dikwerf maken van militairen, dus goedkoope
veel te wenschen laat. j krachten een deloyale ooncurrentie is
Zou, vraagt de 'Wekker, de band ontstaan, waartoe het rijk het voor-
tusschen buisgezin en school niet
nauwer toegehaald kunnen worden
door de ouders in een nadere betrek
king tot de school te brengen
Daartoe geeft zij in overweging bij
't begin van ieder kwartaal vergade
ringen te houden van de onderwijzers
met de ouders der leerlingen, onder
voorzitterschap van een gedelegeerde
van het gemeentebestuur. De ouders
zouden hun wenschen kunnen mede-
deelen, en de onderwijzers zouden
zich daarnaar kunnen richten of wel
de bezwaren in het licht stellen. Men
zal spoedig arbeidsraden krijgen,
waarom zou men ook geen school
raden hebben? Men moet den school'
raden vrijheid geven de sohool in te
richten zooals het meest strookt met
de locale belangen.
Varia.
De Echo kan zich niet vereenigen
met het denkbeeld tet kazerneering
der politie.
„De politic-agent is," zegt het blad
»in deu regel huisvader. Hij moet
zijn vrijen tijd kunnen wijden aan
zyn gezin, en eiken naoht, die door
hem Diet behoeft te worden gewijd
aan den dienst, moet hij kunnen
doorbrengen in zijn eigenhuis. Hij be
hoort ia staat te worden gesteld, een
gewoon maatschappelijk leven te
leiden, hij, die zijn werkkring vindt
midden in de maatsohappij."
En waar men wijst op het voor
beeld van de brandweer, merkt het
blad op; „Zeker, de brandweer is
gekazerneerd, doch ook slechts in
zekeren zin. De braadwachts slapen
wanneer zij dienst hebben, in de
brandweerpost, doch zij zijn niet zoo
als soldaten aan het gemeenschappe
lijk kazerne-leven gebonden, niot aan
gemeenschappelijke voeding, omdat
ook zij veelal gehuwd zyn.
„Deze toestand is tweeslachtig, is
inderdaad, niet gewenscht. Waar hg
vermeden kan worden moet hij wor
den vermeden. Bij de Brandweer is
de gedeeltelijke kazerneering nood
zakelijk om de onregelmatigheid van
het werk, ook des nachts. Er moet
worden gerekend op de mogelijk
heid, dat op vele plaatssn tegelyk
brand uitbreekt. Dit is niot vooruit
te berekenen.
„De dienst, van de politie is vrij wel
geregeld. Bizondere omstandigheden
die bizondere maatregelen noodig
maken, zijn zeldzaam, en zij zijn bij
kans altgd vooruit te voorzien.
„Hier is dus het stelsel van kazerne
plicht niet noodig, od, omdat het uit
zijn aard geen aanbeveling verdient,
moet het niet worden ingevoerd waar
het niet bepaald noodzakelijk is."
beeld niet mag geven.
pCt.
Finanoieele ïïededeellngen.
Het Weekblad van Broekman en
Houders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week, tot den
datum van 5 N >v. 1895, door hun
tusschenkomst verhandeld.
Aand. Algemeene Bouw-
Maatschappij f8
Maats, tot expl. van
het American-Hotel 1334
Crediet-Vereeniging 1165
Panorama -Maatsch. 15
Oblig. Java Spoorweg Mij.
te 's Hage 100
Aand. Westl. Stoomtram
weg-Maatschappij 101
Delftsohe Distilleer
derij, Gist- en Spi
ritusfabriek 38
Kon. Ned. Beiersoh
Bierbrouwerij
Cert. Granada Heotares
Opr. Bew. Kon. Pakketv,-
Maatschappij
Singkep Tin-
Maatschappij
Aand. Venn. „Nederland"
(Maatsch. tot verz.
op het leven).
70
7 Ct.
f335 340,
f90
79 pCt.
De Alkmaarsche Courant, er op
wijzende, dat ons volk bijna niets
van de geschiedenis van Iudië weet,
geeft in overweging een commissie
van bevoegde mannen uit te noodï-
gen, een onpartijdige geschiedenis
samen te stellen, die tevens een fraai
geschenk zou zij a, der jonge Koningin
by haar troonsbestijging aan te bieden
Een gemakkelijk en leesbaar boek,
waarin de thans verspreide koloniale
Letteren en Kunst.
Da Nederl&n&sehe Opera.
Groote finaDoieele moeilijkheden
staan bij de Nederlandsche Opera
voor de deur, die haar met den on
dergang dreigen, zoo ze niet uit den
weg geruimd kunnen worden. Dit
blijkt uit eene door de vereeuiging
verspreide circulaire, waarin om
financieeien steun wordt gevraagd.
Aan deze circulaire ontleenen wij
hei volgende:
Door het bespelen van den Stads
schouwburg en het Paleis voor Volks
vlijt tezamen, verviel grootendeels de
noodzakelijkheid tot reizen on is
daardoor meer tijd beschikbaar voor
voldoend instudeeren der op te
voeren werken, terwijl evenals ten
vorigen jare de hearen Van der Lin
den en de la Fuente beiden met de
muzikale leiding belast werden, zoo
dat overlading van werkzaamheden
niot de oorzaak kan worden van on
voldoende voorbereiding. Wij kun
nen dan ook met groote voldoening
wyzen op de opvoeringen in de
maanden September en Ootober, die
volgens het eenstemmig oordeel van
publiek en criiiek duidelijk blyk ga
ven, van eene belangrijke schrede
voorwaarts, terwijl in de maand No
vember Richard Wagner's Tannbau-
ser zal worden opgevoerd, met bij
zondere zorg voorbereid'en schitte
rend gemonteerd.
Dubbel jammer is het daarom, dat
wij reeds dadelijk dit seizoen groote
teleurstellingen ondervonden. Het met
zorg ingestudeerde werk van Hum-
perdinek (Hans en Grietje), dat overal
elders een enorm suuces had, bleek
hier zonder attractie; bovendien ont
vielen ons verschillende toezeggin
gen voor het waarborgfonds; zoodat
wij ons genoodzaakt zien thans met
digen invloed uitoefend op de opvoe-tend onderdak te verschaffen. Een
ding van ons volk, zijn aan haar dehoeve heeft haar deuren reeds voor
belangen verbonden van meer dan
200 personen, die daarin hun bestaan
vinden.
Wij meenen daarom te mogen ver
wachten dat dit beroep op uwen
kunstzin en mildheid niet vruchte
loos zal zijn. Mochten wij hierin te
leurgesteld worden, dan zal onze Ver-
eeniging hare ontbinding nabij zijn
en zal de Nederlandsche Opera, die
ten koste van zware offers in het
leven geroepen en tot heden in stand
gehouden is, op 15 November a. s.
tot het verleden behooren en, naar
wij vermoenen reden hebben te ver
onderstellen, zal daardoor ook de
Koninklijke Vereeniging „HetNeder-
landsch Tooneel" ernstig in haar be
staan bedreigd worden. Wij vertrou
wen, dat het zoo ver niet zal komen,
en dat door eendrachtige samenwer
king van alle gegoeden, en wel elk
in verhouding tot zijn middelen, onze
pogingen met goeden uitslag bekroond
zullen worden, zoodat onze Vereeni
ging door flinken financieeien steun
in staat zal worden gesteld de Ne
derlandsche Opera in stand te hou
den en tot eene hoogte te verheffen,
waarop wij haar wenschen.
Wij teekenen hierbij aan, dat elke
bijdrage, die u zult meenen te kun-
atzonderen tot instandhouding onzer
Vereeniging, dankbaar door ons zal
worden aanvaard, en brengen daarbij
in herinnering, dat luidens art. 7 der
statuten elke bijdrage tot het waar
borgfonds ad f500 in eens, reoht
geeft tot het bespreken en innemen
van een plaats op een der eerste
rangen, gedurende eenmaal 's weeks,
te Amsterdam of elders, waar voor
stellingen gegeven worden.
Leger en Vloot.
Zaterdag vertrekt van Rotterdam
per stoomschip „Ardjoeno" naar Oost-
Indië een detachement der koloniale
reserve ter sterkte van 103 onder
officieren en minderen, onder bevel
van den le luit. O. W. Gobius en
onder medegeleid9 van den le luit.
R. H. Laman Eyssonius Wichers en
den 2e luit. J. H. C. Vastenou.
gezin en have geopend. Op 29 Octo
ber ontvingen wij van den beheerder
het draadbericht„Heden ochtend
kon men op de hoeve Vooruit het
geloei der koeien hooren." (get.)
In 'tVelt., waarop wij het antwoord
niet schuldig mochten blijven en dan
ook terugseinden „Hoera voor Voor
uit kostelyk geluk
„Het moet gezegd worden, dat dit
telegram veel indruk op on9 gemaakt
heeft. Vooruit, ja vooruit is de leus'
En nu is de hoeve, die dezen zinrijken
naam draagt, er als de kippen bij
geweest om de eerste te zijn. 29
October 1895 is een datum in de
geschiedenis van onzen Bond, die
aaa de balk gesohreven mag worden.
van Vooruit de Viotorie
litteratuur werd samengevat, zegt het klem een beroep op uwen steun te
blad. zou een aanwinst zijn voor de
geheele Natie, en tevens een hulde
aan de nagedachtenis van 's lands
trouwe dienaren, die het leven hebben
opgeofferd bij de verdediging van
onze eer en belangen,
Het koloniaal werf dépot.
Voor den militairen dienst in onze
overzeesche bezittingen zijn in Oo
tober jl. bij het kol. Werfdepot te
Harderwijk aangenomen 86 personen,
nl. 43 Nederlanders, 29 Duitschers,
7 Balgen, 4 Luxemburgers en 3
Zwiesers en zijn van de land- en
zeemacht overgenomen 12 militairen,
t. w., 4 van de inf., 1 van de artillerie,
2 van de genie, 2 van de koloniale
re-erve en 3 van de Kon1 Ned. ma
rine. Het totaal dier werving bedroeg
dus 88, aan wie aan handgelden en
gratificatiën werd uitbetaald f 19.410.
Voor de landmacht in West-Indië
werden bestemd 5 soldaten. Van het
Werfdepot werden in genoemde
maand naar Oost Iudië uitgezonden
3 detachementen, sterk 7 officieren,
9 onderofficieren en 120 korporaals
en manschappen, terwijl afzonderlijk
vertrokken 3 officieren en 3 onder
officieren.
Naar West-Indië werden in Oct,
geen militairen uitgezonden. Uit Oost-
Indië keerden bij meergenoemd depot
terug 6 militairen, nl. 5 onderoffioie
ren en 1 milicien, die allen na hunne
detacheering bij het leger aldaar, naar
hunne korpsen teruggingen.
De overige uit Oost-Indië gerepa-
trieerden werden te Amsterdam en
In hst Soc. Weekbl lezen we de
mededeeling, die door een der amb
tenaren bij de -Rijkspostspaarbank
en den directeur dier instelling in
overweging is gegeven, voor de werk
zaamheden der bijschrijving van ren
ten niet meer van militairen, doch
van particuliere krachten gebruik te
maken.
Dit zal, meent de adressant, werk-
gebrek doen verminderenhet loon
zal ten goede komen aan de klasse
van burgers voor wie de inrichting
eigenlijk in het leven is geroepen
men zal niet meer als „gunst" de
Land- en Tuinbouw.
Van do Erica-stichting.
£loen Rotterdam door de commissarissen
Hoevelen uwer geven niet jaar- *an afmonstering aldaar uit den
lrjks belangrijke èeranea uit om dlenst ontslagen.
in den vreemde genot te smaken,
terwijl u, dcor een deel dier gelden
voor onze vereeniging af te zonderen,
baar in staat zult stollen, het ver- j
langde kunstgenot in uw eigen va
derland door Nederlandsche kunste-1
naars aan u te versohaffen. j Wij lezen in Sta Palhet narol-
Eu zoudt gij, die het doen kunt,gende
achter willen blijven, waar al onze; „Op 20 Maart 1S95 kocht het hoofd
solo-artisten van hun veelal karig bestuur van den Oranjebond van
Balaris een vierde gedeelte opofferenOrde, 25,40,30 Hectare heidegrond
om te helpen onze Vereeniging in 1 in de Wormingermate. Slechts zeven
stand te houden. i maanden zijn sedert veretreken en
Wel weien wij, dat er in Nederlandreeds is dat terrein voor de cultuur
veel wordt gevorderd voor liefdadige1 gereed niet alleen, maar vindt men
doeleinden; toch meenen wij dat er zelfs vijf kampen weiland, elk groot
onze muzikaal-dramatische instelling 1L. Hectare, groen als gras, heel mooi
recht hoef: op een steun, die haar'groen, gezond groen, want er groeit j
toekomst waarborgt en de Neder-gras en klaver, (er is'al klaver1
Rechtszaken
De postzegeldiefstal.
De gerechtelijke instructie in de
zaak van den postzegeldiefstal aan
het departement van koloniën duurde
Maandagavond tot ongeveer 6 ure.
Gehoord werden 2 ambtenaren, de
concierge van het departement en een
werkvrouw.
De verklaringen van den verdaohte
waren van d^en aard dat het ver
trouwen in zijne beweringen aan
merkelijk is gedaald en er termen
zijn gevonden om hem in voorloopige
hechtenis Je houden. In hoofdzaak
blijft de verdaohte bij zijne verklaring,
de zegels ten verkoop van een ander
ontvangen te hebben, wiens naam
hy weigert op te geven.
Gevaar voor ontploffing.
Dinsdag werd voor de arr.-reoht-
bank (4e kamer) te Amsterdam de
behandeling voortgezet tegen H. N.
Walraven, den le hofmeester aan
boord der Oranje-Nassau, die Dinsdag
vóór 14 dagen heeft tereoht gestaan
ter zake van k9t door schuld doen
ontstaan van gemeen gevaar voor
personen en goederen, door een kist
met ontplofbare stoffen met kracht
in de piek van het schip te werpen,
ze vervolgens gedeeltelijk open te
hakken en er vuur bij te brengen.
De zaak werd, gelijk men zich her
innert, tot Dinsdag uitgesteld wegens
de afwezigheid van een paar getuigen
die buitengaats waren.
Dinsdag was kapitein J. J. de Bruyn<
versohenen, die verklaarde, dat hij
de kist met patronen in ontvangst
heeft genomen, waarop te Hellevoet
door de politie beslag is gelegd.
De beklaagde, nogmaals door den
voorzitter ondervraagd, erkent eene
ontploffing te hebben willen doen
ontstaan, maar ontkent te hebben
geweten dat er patronen in de kist
waren. Hij houdt vol te hebben ge
meend dat er kruit in was, en het
was hem bekend, dat dit ontploft
door er vuur bij te brengen.
Het O. M., waargenomen doormr.
R. Rogout, verzocht vervolgens op
nieuw schorsing, daar getuige, kapi
tein Niemann, blijkens door Z.E.A.
ontvangen bericht, niet voor medio
December zal zijn teruggekeerd, en
getuige Sjoerd Jansen niet vóór Ja
nuari. Z E A. requireerde mitsdien
opnieuw schorsing, voor onbepaalden
tijd, met verlenging van de preven
tieve hechtenis vau den beklaagde.
Mr. Lamberts Hurrelbrinck, advo
caat van beklaagde, verzette zich
tegen dit requisitoir. PI. wees er op,
dat zijn cliënt reed3 een jaar in preven
tieve hechtenis verkeert,
De rechtbank begaf zich hierop in
raadkamer.
Teruggekeerd, doelde de voorzitter
mede, dat de rechtbank de verdere
behandeling der zaak voor onbepaal
den tijd heeft uitgesteld, en dat de
rechtbank beklaagdo9 onmiddellijke
invrijheidstelling gelastte.
In de'' zaak der mishandeling van
den jongen Robbemond op Neer
bosch heeft de Arnhemsohe rechtbank
uitspraak gedaan en het viertal
schuldigen onderscheidenlijk veroor
deeld tot een maand, 14, 7 en
dagen gevangenisstraf.
Gemengd N i e u ws.
Bö werkstaking to Gout.
Er is weinig verandering in den
landsche Opera niet ten gronde mag in bloei geweest) en staan er nu vijftoestand er zijn nog omtrent 200
gaan uit gebrek aan belangstelling, flinke boerenwoningen kant eri klaar stakende letterzetters. Stappen zijn
militairen behoeven aan te vragen,1 Behalve dat deze kunst een welda- gereed om de bewoners een uitmun-1 gedaan om een werkstaking te doen
uitbreken in de drukkerijen van Brus
sel of Antwerpen die hulp zouden
verleenen aan de Gentsche confraters.
De Indépendant en het Vaderland
zijn Dinsdagmiddag versohenen in
autographie. Onder de werkstakers
der Flandre libérale is een candidaafc
van de liberale lijst voor de aan
staande gemeenteverkiezing. De on
derhandelingen die Dinsdag gevoerd
zijn, zijn zonder uitslag gebleven.
Uit Brussel wordt gemeld, dat by
den openbaren verkoop van onbe
stelbare, aangeteekende^ zendingen
door de Belgische Staatsspoorweg
maatschappij, een kist werd gevonden,
die de lijken bevatte van een jonge
vrouw en van een twaalfjarigen jon
gen.
Nader wordt echter gemeld
Deze geheimzinnige vondst is spoe
dig opgehelderd en van oen misdaad
is geen sprake. Toen men de zoo
genaamde lijken wat nader bekeek,
bleken het twee mummies te zijn, die
op kermissen waren vertoond. De
eigenaar der mummies, een kermis
reiziger, is een paar maanden geleden
in het St. Janshospitsal te Brussel
overledenzijn weduwe had de kist
opgevraagd aan het bureau van on
bestelbare colli, maar men had haar
die niet willen afgeven, omdat zij
niet bewijzen kon er reoht op te
hebben. De kooper van de kist heeft
haar nu de mummies afgestaan.
Zaterdag heeft men te Bruchsal, in
het groothertogdom Baden, iemand
in vrijheid gesteld, die was veroor
deeld tot levenslangen dwangarbeid
en twee en dertig jaar in de cel had
doorgebracht.
Voor de deur der gevangenis werd
de man aangereden door een rijwiel.
Hij heeft twee uur noodig gehad om
van zijn verbazing te bekomen.
{De taak der geii3e8lioeren.
Er zijn te Hannover en Leipzig
weer 420 brieven van Billroth aan
verschillende personen in druk ver
schenen. Zeer merkwaardig is wat
de groote chirurg in een dier brieven
over het beroep van geneesheer
schrijft aan een vriend, wiens zoon
dokter zou worden „De vreugden
van den dokter zijn niet velenu en
dan trouwe aanhankelijkheid van pa
tiënten soms, niet dikwijls, ook met
stoffelijke bewijzenmaar zelden
dankbaarheid voor de getrouwste
plichtsvervulling en zelfs voor offers.
Blijdsehap over een gelukte genezing,
het bewustzijn dat men zijn plicht
gedaan heeft, da! is meestal het
hoogste wat de geneesheer kan be
reiken. Gij denkt misschien dat ik te
donker sohilder, maar als uw Robert
eens over twintig jaar deze regels in
handen krijgt, zal hy mij gelijk geven.
Voelt hij echter een bepaalde roeping
om dokter te worden, dan moet dat
alles hem niet tegenhouden. Ge wilt,
dat ik u eerlijk en uitvoerig hier over
schrijf. Maar wees niet bang dat het
zoo verder zal gaanhet ergste is
gezegd en ten slotte is hei ook niet
ve6l erger, dan in els ander beroep.
Wat is de voornaamste eigenschap,
die noodig is om, een goed dokter
te zijn?
„Myn collega Nothnagel zeide het
in zijn inaugureela rede als professor:
„Slechts een goed mensoh kan een
goed dokter zijn". Dat ben ik eens,
het is de eerste voorwaarde om te
slagen als geneesheer, niet alleen
voor zich zelf, maur meestal ook om
succes te hebben by de buitenwereld.
Ik zou bij „een goed mensoh" nog
willen voegen „goed opgevoed", dat
wil [zeggen in een familie, waar een
welwillende geest jegens alle men-
sohen heersoht. De aanstaande dokter
moet eea onweerstaanbaren drang
hebben tot het helpen van andere
ongelukkigen dan komt hij later ook
langs den weg van gelouterde onder
vinding en levenservaring door na
denken tot de overtuiging, dat de
welopgevoede mensch, hoe hij ook
naar het geluk jaagt, hot toch ten
slotte alleen vindt wanneer hy ande
ren zooveel hij kan gelukkig maakt".
Dat laatste geldt niet alleen voor
aanstaande dokters, dunkt ons.
Ec-ne spookgeschiedenis.
Uit zijne kindsheid vertelt iemand
aan de Weser Ztg.Mijne ouders be
woonden to S. in den Eizas oen zeer
groot, overoud huis, dat met zyne
dikke muren, groote keidergew elven,
kamertjes en zalen, trappen en zijn
drie verdiepingen hoogen zolder, te
midden van hooge hoornen, nabij een
oud kerkhof en de kloosterkerk me|
hare krassende kraaien en hare deE
naohts fladderende uilen, voor menig
spook een zeer aangenaam verblij
scheen. En zoo fluisterde men inder
daad in de geheele stad, dat er spo
ken in het sombere gebouw rond.
waarden. Toen wij het huis betrok
ken, sprak men ons met een geheim
zinnig gezicht van een wezen, da
nachten aohtereen in een hoekkamei
zat te schryven, tot des morgent
luide voetstappen het uit zijn ruste
loos geschrijf opschrikten. Ik were
zyn buurman; den eersten naehi
ging ik moedig naar bed. Alles werd
stil in huis. Maar hoor! Duidelijk
vernam ik, hoe eene pen krassend
over papier ging. Even snel als ik
mij opgericht had, verdween ik ondei
de kussens, die ik vast tegen mijnt
ooren drukte. Toen ik van den schrik
wat bekomen was, kroop ik onder d(
kussens weg en luisterdeNog dezelf
de haast by het schrijven, met korff
tusschenpoozen, als om de gedach
ten te ordenen. Daarop wekte ik
mynen broeder, en.met verdubbelden
moed en licht drongen wij in de
kamer, onze studeerkamerNiets te
zi en. Het spook moest zich snel ver
wijderd hebben. Ik werd uitgelachen
totdat het later anderen ook zoo ging
als mij. Eene gruwzame geschiede
nis, die men elkander van het spook
vertelde, verontrustto nog langen tijd
onze jonge gemoederen; ook ouderen
schudden wel het hoofd. Langza
merhand joeg mijn vlijtige buurmar
my geen angst meer aan: alleen im--
poneerde mij nog zijn onvermoeide
schrijfmanie. Zoo gingen jaren voorbij.
Toen heette het op zekeren dag, dal
voor het gemak van de gang uil
eene deur in de bewuste spookkamer
gebroken zou worden.
De timmerlui kwamen en sloegen
in den dikken muur. De moeite werd
hun vergemakkelijkt, want zij stootten:
onverwachts op een sedert lang bui
ten dienst gestelden schoorsteen, die
hier begon. En zie hier ontdekten
zij het spook. Doar lagen en stonden
mot uitgespreide vleugels tegen den
muur geleund, vele skeletten van
arme kraaien en uilen en ook van
andere vogels, die hier levend hun
graf gevonden hadden.
Hier hadden zij zich dood geflad
derd, want, eenmaal gevangen, was
het hun onmogelijk, door direct naar i
boven te vliegen uit den nauwen
schoorsteen te ontkomen. Deze ge
schiedenis schoot mij weer te binnen,
toen ik dezer dagen ineen tijdschrift!
eene mededeeling las over schoorstee-1
nen als vogel vallen, welke de verkla-
ring geeft, dat de dieren boven insla-1
pen en aan naar beneden storten.
„Lq roi ©n exil."
De bedoelde koning is hier de
koning Bohanzin ,'van Dahomey, diej
zich volgens een mededeeling aan een
Duitsoh blad ten zeerste verveelt. Hij
is verbannen, zooals men weet, naar-;
het eiland Martiniquede vroegere!
gouverneur van 't eiland bemoeiden
zich veel met hem en bezocht hemp
eiken dag. De nieuwe gouverneurj-
wil den ex-koniDg echter niet eensfe;
ontvangen of dat is op last derp
regeering of uit eigen beweging, Is k
twijfelachtig. Nu heeft de gevangen r
vorst geen andere verstrooiingen dan p
zyn korte bezoeken in de stad ofj)
zijn wandelingen in den omtrek vang
het fort Ta'terson, waarbij zijn drie-I
vrouwen hem vergezellen. De eene[
rechts draagt een nap, waarin hij n
spuwt, als zijn majesteit dat verkiest, j<
een tweede links 3toot telkens de j(
asch van de koninklijke sigaar ofj-
sigarqtjë, de derde achter hem draagt i,
zijn kolossaal zonnescherm. Devroe-|
gere vorst van Dahomey heeft zeker jj
een afschuw van de Fransche taal, L
want sÏDds zijn verbanning naar het
fort heeft hy maar drie woorden ge- jj
leerdFrancais, ami, bon, welke hij l
met een handdruk bezigt bij alle
bezoeken, bij eiken voorbijganger, jj
De eerste minister van Behanzin ligt
thans ziek in het hospitaal, waar zyn
negerachtige woestheid dikwijls de
rustige stilte van het gesticht ver
breekt. Wordt in zijn nabijheid de
naam van den koning genoemd, dan
werpt hy zich telkens op den grond
en kust verscheidene malen de aarde.
Jonge gebraden hoenders versmaadt
hy niet alleen, maar hij geraakt ook,
zoo spoedig men hem daarvan een
stukje geeft, in waanzinnige woede
en werpt alles, wat hem voor de
hand komt, iu stukken. Onlangs ver
klaarde hy aan de directrice van het
de hersenschim van het kinc), „wij zullen baar stellig
niet voor heden in den namiddag zien."
„Ja, ja, wij zullen haar in den namiddrg zien," her-
haa'd} Simplice, op een zeer bedreef len toon, „het zou
mij zoov el verdriet doen als ik haar niot zag!"
Toen zij do salon binnentraden, vonden zy daar alle
gasten gezeten en gereed om de voorlezing -van het
contract te hoeren. De notaris nana heel spoedig een
aanvang en las met de baast en eentonigheid, welke
nu eenmaal bij eene dergelijke bezigheid behooren. Toen
hij echter bet belangrijke punt \va3 genaderd, waarin
de toekomBt'ge echtuenoot de helft van zijn eigen for
tuin ais huwelijkscadeau aan sijn bruid schonk, drukte
hij welgevallig op ieder woord en dit gedeelte wc-rd
door een algemeen gemompel van bewondering be
groet.
Alleen Martin Sctö: bewaarde het stilzwijgenhij
boog at-lfs niet.
Toen be: voorlezen was afgeloopen, zetten de aanwe
zigen hunne handteek en ing onder bet contract, waarna
Baroalec, met stralend gelaat, een teeken gaf en men
de eetzaal ging opzoeken. Allen nam:-n plaats rondom
eene fraai versierde, rijk voorziene taiel. Op dat oogen-
blik sloeg de koekoeksklok van het huis twaalf uur,
het gewone uur voor het middagmaal op :het land.
Plotseling deed zich buiten het knallen van eene zweep
hooren, vergezeld van bot rollen van een rijtuig.
Daar komt Antonine zeide Canaille verheugd.
„Zij is helZij ia het I" nep Simplice opgewonden
uit. „Ik wist het wel, dat zij komen zou
Bamalec en zijne dochter, Maxime en Simplice ston
den van taiel cp om de jonge weduwe te verwelkomen.
Een reiskoets had de schaduw vau bet geboomte op
hel landgoed opgezocht en hield nu stil voor het huis.
HOOFDSTUK VI.
Het portier werd geopend en Antonine sprong in de
armen van Ca mille. Er heerschte een oogenblik ver
warring, waarna de jonge vrouw zich. tot de twee
En gelachen wendde, die ook uitgestapt waren en hen
roet een glimlach voorstelde als hare redders.
„Ik heb het aan deze heerea te danken," zeide zij,
„dut u mij nu op „les Ravines" ziet. Zonder hunne
vriendelijke tusschenkomst zou ik mij op ditoogenblik
nog midden op den weg bevinden met eer. onbruikbare
reiskoets."
Met een paar woorden deelde zij mede welk ongeluk
baar onderweg had getroffen en dat de heeren toen
eensklaps waren verschenen en met vriendelijken aan
drang haar hunne dienstc-n hadden aangeboden orn
haar te redden uit de verlegenheid. Zij legde op dit
laatste den nadruk en wierp daarbij een blik vol dank
baarheid op hare reisgezellen, welke bij voorkeur op
William was gericht. Deze bracht zyne hand naar zijn
hart &!s wilde hij het hevige kloppen daarvan doen
oi houden. Hierna zeide hij met eene st6m, waarvan
het accent een zweem van het engelsch verried, en
die van aandoening trilde, dat hij het gelukkig toeval
zegende, dat hem vergund had eene zoo beminnens
waardige dame var dienst te zijn.
„Mijn neef cn ik mevrouw," antwoordde hij, „durven
hopen, dat deze ontmoeting niet de laatste zal zijn en
dat wij nog meer het onuitsprekelijk genoegen mogen
hebben u onze hulde te brengen hetzij in .Bretagno of
te Parijs."
„Aóh 1 yes, wij durven hopen dat bizon
der," voegde Richard Larmcr er bij, op een toon, zoo
ernstig en lachwekkend mogelijk.
„Dan zal het Bteeds voor mij eene g >ede gelegenheid
zijn heeren, om u opnieuw mijne dunkbaarheid te be
toenen," antwoordde Antonine." Ik denk hier eene
maand te blijven. Als uwe reisplannen u niet te ver
vun hier voeren en u lust hebt mij te bezoeken, dan
zullen mijn gastheer en ik u gaarne ontvangen."
„Waarom zouden de heeren niet eenige dagen hier
blijven?" vroeg Bamalec. „Zij zouden ons dan de eer
kunnen aandoen het hu wol ijk van mijne dochter bij
te wonen en het contract mede te onderteekenen."
„Inderdaad," zeide Antonine en bloosde van genoe
gen, „als u geen haast hebt heeren en lust hebt deze
uitnoodiging aan te nemer, dan zult u mijn geluk, dat
ik ondervind nu ik mij te midden van vrienden bevind,
nog vérgrooten,"
Zij logde nadruk op dat woord „vrienden" met
gro->te innemendheid.
„Zooveel goedheid maakt mij verlegen," antwoordde
William, die handig genoeg was om zich te laten noo-
digen," en het is werkelijk met leedwezen, dat mijn neef
en ik afscheid van u moeten, nemen. U zijt „en familie,"
zoodat wij u als vreemdelingen niet hinderlijk zullen
zijn."
„Aö'a I Lot, wij zullen niet hinderlijk zijn aan u 1"
riep de onverstoorbare Richard L.irmor uit. „ft should
be shocking."
„Verwacht m6n u dan ergens?" vroeg Bamalec
weer.
„Ne^n, volstrekt niet."
„Not at all," voegde de oudste er bij, zonder dezen
keer zijne eeuwige „aöh I yes" of „aöhl no" te doen
hooren.
Dan houd ik u met geweld hier, heeren. Mon zal
niet kunnen zeggen, dat u de boezemvriendin van mij
ne dochter een dienst hebt bewezen, en dat ik u heb
laten vertrekken zonder u als gasten in mijn lxuïa te
hebben ontvangen."
„Maar, waarde heer
„Geen maren als 'tu blieft. Als u nog langer tegen
stribbelt, dan zal ik bevelen, dat men alle deuren sluit
en alle uitgangen aizet, zoodat ik u als vijanden en
gevangenen behandel."
„Wij geven- ons over om als vrienden te worden
behandeld," zeide William met nadruk op deze woor
den.
„Aöh 1 yee, wij wenschen liever veel liever te
worden behandeld als goede vrienden van u,"
merkte zijn broeder op met den laoh van een echten
Londenaar.
Wordt vervolgd)