valiergeret fO.aO.—Duivenboonen
f5.50 it f 5.75, Paardenboonen 14.75.
a f5.Wintergeret 13,50 a 13,75.
Groene erwten 14.a f7,25. Capu-
cijners 10a fO.Kanariezaad
16.a f6 50. Karweizaad fl4.— a
f 14.50 inclusief.Geel mosterdzaad 10.
a 10.Bruin mosterdzaad fO.a
fO.Bruine boonen 19,a f6 90.
Blauw Maanzaad 10,a f0,
Op de veemarkt waren Donderdag
aangevoerd 16 Paarden, 10 Hitten, 5
koeien, 6 Vaarsen en 1 graskalf.
a f4,25, Haver f5.25, a 15.75, Che-regeling. Sprekers slandpuDttegen-
__i; -rv—i oyer wet wer(j bepaald door een
vergelijking van vcor- en nadeelen
en deze laatste waren overwegend.
Het verlies van 2 millioen gaf geen
verbetering. Twee millioen De
Min. had dat oijfer in het geheel niet
aannemelijk gemaakt. Spr.'s eigen
berekening voor den aftrek van kin
deren bv. maakte het verlies nog groo-
ter dan de heer Treub het had geraamd
Ontlasting van de door de bedrijfs
belasting gedrukten had spr. ver
wacht, geen uitzonderingsbepalingen,
gelyk de Min. wil voor de winkeliers
een doel waarvoor spr. het geld
van de sohatkist niet over heeft. En
ook om eenigen te ontlasten zoovelen
meer aan te slaan die vroeger vry
waren, kon spr. niet bekoren. De
middel- en de lagere klassen zullen
't zwaarst worden gedrukt, speciaal
ten plattelande, dank zij ook de ge
brekkige classifioatie der gemeenten.
Ook de uitkeeringen aan de ge
meenten achtte hij verderfelijk. Sum-
ma summarumtegen de wet.
Replieken van de heeren Pijnappel
en Roessingh. Dan een kort maar
geserreerd betoog van den heer
Drucker over het verband met de
bestaande kiesrechtregeling. Voor
1896 en 1897 achtte hij, wordt deze
wet aangenomen, een regeling mo
gelijk. Maar voor 1898 verviel de
grondslag van het kiesreoiit geheel.
Moet men die nu opheffen zonder
correctief te stellen Dan werd
BINNENLAND.
Parlementaire Praatjes.
Een groote redevoering moest het
wel zijD, die van den Minister van
Fmanoiën. De heer Sprenger van
Exjk had aardig wat te beantwoorden.
Hij moest wel optimistisoh geBtemd
zijn zeide de Min. om een werk
te hernemen waartoe in 30 jaren nog
alle pogingen waren mislukt, de her
ziening eener gebrekkige wet, ge
brekkig werkend, drukkend tevens
door de hooge opcenten 1 En nu de
Min. dit barre werk aandurfde kwam
men met bergen van bezwaren. Nie
mand kon 't met alle détails eens
zijn. Er moesten offers gebracht
worden, misschien aan dezen belasting
schuldige wat meer, genen wat min
der druk opgelegd, 't Verband met
het kiesrecht liet de Min. voor zyn
ambtgenoot van Binnenlandsche zaken
over. Hy had meer peezen op zijn
boogde financieele gevolgen voor
het Rijk. Allereerst dan geloofde de
Mm. niet aan de pessimistische raming
van 4 millioen van den heer Treub;
deze volgde z.i. een verkeerde methode
van berekening. De Min. ging die
methode even na en wees op de
onjuistheden. Maar hij moest erken
nen zelf geen juiste raming te kunnen
geven. Hij schatte het verlies op 2
millioen, wat er onder, misschien wat
er boven. Doch alles was vermoeden.
Zekerheid geven kon hij niet.
Wat de financieele gevolgen voor
de gemeenten betreft die immers
nu een vaste som krijgen onafhan
kelijk van de opbrengst de be
doeling is door de subsidieering, en
ook rekening houdende methetacciès,
den status quo te handhaven. Ver
warring was niet te duchten. Afstand
van het personeel aaa de gemeenten
zou den druk niet verminderen. Bij
de te bespoedigen indiening eener
definitieve regeling zou de quaestie
van de heffing van opcenten ter
sprake komen. Uitzonderingsbepalin
gen ten behoeve van een maatschap-
pelyken stand waren niet te recht
vaardigen. Opdrijving van de progres
sie bij de huurwaarde zou weinig
batenook te dien aanzien wilde de
Min. niet te veel in het bestaande
ingrijpen. De classificatie der ge
meenten verdedigde de Min.; zij berust
op nauwkeurig onderzoek en is een
verdienstelijk werk der ambtenaren.
Zij kan niet anders berusten dan op
de draagkracht der belastingschuldi
gen. De Min. verdedigde vervolgens
den aanslag van een aantal thans
vrijgestelde personen en vervolgens
de aanslagen voor het platteland, waar
het leven goedkooper is en dus
de druk minder zal worden ge
voeld, zoodat voor verlaging van
het minimum geen reden was. Een
paar punten liet de Min. rusten. Hij
verklaarde ten slotte de verantwoor
delijkheid van een verwerping zijner
wet niet le willen dragen.
Nadat aldus de portefeuille-kwe3tie
was gesteld, kwam de Minister van
Houten aan het woord, die een paar
vragen over de kwestie van verwer
ping, in verband met de plannen der
Reg., ais niet te beantw ..orden terug
wees. Verwerping dezer wet, dat
hoorden wij van hem, tastte het stelsel
der kieswet volstrekt niet aan. En wat
de Kamer verplicht elke kiesrecht
regeling, welke ook, aan te nemen.
Ongeoorloofde pressie z. i. Daarom
moest men op deze zaak bij deze wet
bedacht zijn.
Nu zullen we den heer Gerritsen
hooren.
G. Jr.
Door het Turksche gezantschap te
's Gravenhage wordt de volgende
mededeeling verstrekt:
„Z. K. M. de Sultan heeft, als her
nieuwd bewijs van zyne edelmoedige
gevoelens, de noodige orders gegeven
opdat allen, zoowel Muzelmannen als
Christenen, die in den laatsten tijd
in verschillende provinciën van het
rijk, door de plaats gehad hebbende
onlusten, te lyden hebben gehad, op
kosten van den staat zullen worden
gevoed eD gehuisvest. De vereischte
bevelen daartoe zijn verstrekt aan
de valis (gouverneurs) derprovinciën."
De toestand der rijksmiddalen
De maand October 1895 is voor de
schatkist zeer voordeelig geweest.
Ofschoon de accijnzen, posterijen en
loodsgelden te zamen f 118,000 min
der inbrachten dan in Ootober 1894,
is de gezamenlijke opbrengst der mid
delen toch 14Vs ton hooger geweest
en overtrof 1 u der raming voor het
geheele jaar met ruim 5J( millioen. Dit
laatste vindt vooral daarin zijn ver
klaring, dat op het personeel en de
vermogensbelasting, als 'gewoonlijk,
in Ootober een groot deel der aan-
"igen is aangezuiverd.
De aanmerkelijke hoogere op
brengst boven 1894 vindt eohter haar
oorsprong in een minder gewone
oorzaak, namelgk een bijzonder groote
ontvangst -uit de successierechten
19Ü ton tegen 7 in 1894, waarbij nog
1% ton meer kwam uit de invoer
rechten en 1130,000 meer uit de di
recte belastingen.
Ten gevolge van de ruime inkom
sten van October is ook het cijfer
an de 10 eerste maanden des jaars
zeer gunstig geworden. Het bedraagt
reeds 11 ton boven 10 j; der raming
voor het geheele jaar en 26 ton meer
dan in 1894.
De successierechten komen daarbij
slechts voor 5*[ ton in aanmerking^daar
zij tot 1 October minder ruim waren
geweest dan in 1894. De andere indi
recte belastingen gaven echter ook
3£ ton meer, de directe belastingen
ton, de invoerrechten 4'/. ton, de
domeinen 2 ton, de posterijen IV.» ton
ton, alles boven
het verband met het huidig kiesrecht
betrof, voor 1896 zou in geen geval
een speciale regeling noodig zijn. de telegraphie
En voor latere dienstjaren, bij ver-! 1894.
werping van deze en van de kies-1 Alleen de loodsgelden bleven
wet, zullen de bezwaren slechts zeer i f 60,000 minder dan het vorig jaar.
gering zijn. I Deaccijzen gaven slechts f24,000 meer
En nu begonnen de replieken met i en dit nagenoeg alleen uit de suiker,
een nieuwe redevoering van den heer j welke 4i ton meer afwierp, terwijl het
Borgesius, geen absoluut tegenstander j gedestilleerd bijna 3 ton, het geslacht
dezer voordracht, geen voorstander,ruim lü en het zout f 60,000 minder
op dit oogenblik, van overdracht van j gaven.
het personeel aan de gemeenten. Hij j Daar de opbrengst van het succes-
wilde liever een goede dan een slechte siereoht altijd wisselvallig is en op
rijksbelasting. Overdracht, vooral! de directe belastingen reeds veel is
waar die het Rijk niets kosten zou,konafbetaald, bestaat nog geen zekerheid
altijd nog gesohieden, ook na dezedat de avans van 31 October ook nog
op 31 December ten volle aanwezig
zal zijn.
Het Etknographische Museum
te LeideD.
Aan de Tweede Kamer is een adre;
geriohl door het Leidsch studenten-
korps, om ook van zijne zijde het
'behoud van het Ethnographisch Mu
seum voor Leiden te bepleiten. Hoe
zeer ook het korps eene betere huis
vesting voor dat tot nu toe verwaar
loosd Museum wensoht, het zou ten
diepste betreuren, indien deze elders
dan in Leiden verstrekt werd.
Het Museum van Ethnographie
heeft zijn ontstaan te danken aan de
behoefte van het onderwijshet is
voor de beoefening der ethnologie
even noodig als eene biblotheek voor
den taalgeleerde. Eene verplaatsing
naar 's Gravenhage zou het aan zyne
bestemming onttrekken en het van
wetenschappelijke inrichting allengs
tot rariteiten-verzameling doen wor
den.
Men kan niet met redelijken grond
beweren, dat in Leiden geen geschikte
plaats te vinden is. In het twee hec
taren groote Van der Werff-park is
nog wel voor twee musea plaats. En
ten overvloede heeft de Leidsche Ge
meenteraad nog een zeer geschikt
terrein elders aangeboden voor het
geval dat de regeering de geheele
voormalige Ruïne voor een ander
doel zou wenechen te reserveeren.
Tentoonetellin gsplannen.
Mocht het plan tot het houden
eener nationale tentoonstelling in 1898
doorgaan, dan geeft De Nijverheid
in overweging een koninklijk paviljoen
te stichten, waaraan en waarin niets
mag voorkomen dat van buitenland-
schen oorsprong is. Een wedstrijd
van Nederlandsohe architecten zoude
dienen gehouden te worden om te
komen tot het beste plan. Dit zoude
eigenaardig moeten bestaan uit eene
Nederlandsche, eene Oost-Indisohe en
eene West-Indische afdeeling. Daarbij
moet rekeniDg gehouden worden met
het dubbele doello. het leveren
eener keurcollectie van het beste wat
de Nederlandsche (Europeesche en
koloniale) kunst-, ambachts- en fa
brieksnijverheid in staat is te leveren;
2o. het aanbieden eener gelegenheid
waar vorstelijke tentoonstellingsbe
zoekers gedurende eenigen tijd kun
nen vertoeven.
Dit paviljoen zou dan kunnen dienen
als inzending op de wereldtentoonstel
ling in 1900 te Parijs.
Dat Nederland aan die tentoonstelling
niet zal deelnemen, is een praatje
dat men altijd hoort wanneer wereld
tentoonstellingen in uitzicht zijn en
dan wordt op het laatste oogenblik
met haast- en vliegwerk een en ander
bijeengebracht dat niet fraai is. Men
heeft thans den tijd iets goeds te
leveren.
De expeditie van de ten
toonstelling.
De Kostverloren Wetering, die aan
het tentoonstellingsterrein te Am
sterdam grenst, heeft reeds dezen
genen exposant in staat ge
steld, de oorspronkelijke bepalin
gen nopens het vervoer der goe
deren na te leven en hunnen
eigendom aan de zorgen der trans-
portmaatschappij te onttrekken. Het
heimelijk verschepen aan deze zijde
van het terrein bleek lichter uitvoer
baar dan het forceeren der barrière
aan de Hobbemastraat.
Ook de exploitant van den Olifant
die eene partij stoelen aan zijn collega
van het „Wiener Café" had verkocht,
maakte Zaterdag jl. aanstalten om
volgens zijn oorspronkelijk contract
deze artikelen voor eigen rekening
en risico weg te voeren hij koos den
weg te water.
De toeleg werd ditmaal evenwel ont
dekt en mislukte.
D e tentoonstellingspolitie trad kracht
dadig op, dreef den exploitant van
den olifant met zijne dienstknechten
en stoelen terug en bewaakt de be
dreigde punten sedert dat oogenblik
nauwlettender dan te voren.
De tegenpartij nam de 9 stadspoli-
tiemannen in den arm en heelt van deze
belemmering der vrijheid een proces
verbaal doen opmaken. Buitendien
zal in verband met dit voorval eerst
daags een request bij den procureur-
generaal worden ingediend.
De heer Baudin, voorzitter der
Société Internationale in de War
moesstraat te Amsterdam, waarover
wij gisteren eenige bijzonderheden
mededeelden, verzekert aan het Ebld.
dat in het bedoelde huis geen roulette
is of geweest is en ook geen tafels
zijn met gummi kussentjes er onder.
Niets dan gewone baccarat- en an
dere speeltafeltjes.
Volgens het Nieuws is de verhuurder
van het huis in de Warmoesstr&at een
lid van den gemeenteraad. Deze me
dedeeling is in zooverre niet van
belang ontbloot, wijl in art. 456 van
het wetboek van strafrecht ook straf
wordt bedreigd tegen hem, die tot
het houden van een huis van hazard
spel een plaats verstrekt.
Eene aanhouding.
Naar men verneemt, is te 's-Gra-
venhage aangehoudenen ter beschik
king van den hoofdcommissaris van
politie aldaar gesteld een daar ter
stede vertoevende Rumeensohe prins.
Deze aanhouding moet verband
houden met eene buitenslands ge
pleegde oplichting.
De vreemdeling is aangehouden in
een pension aan den Bezuidenhout
en is genaamd Constantin Mavra-
cardato. Hoewel hij dien naam aan
vankelijk ontkende, moet de politie
hem overtuigd hebben niet alleen
dat hij zoo heette, maar ook dat hij
eenige jaren geleden in België we
gens oplichting tot gevangenisstraf
is veroordeeld, toen naar Frankrijk
vluchtte, dooh door dat rijk weder
aan België is uitgeleverd. Na bet
ondergaan "van zijn straf leidde hij
een zwervend leven.
Hij bljjft voorloopig ter beschik
king van de bevoegde autoriteit om,
wanneer het in het buitenland inge
stelde onderzoek niet ten zgnen na-
deele mocht eindigen, waarschijnlijk
als vreemdeling zouder wettig middel
van bestaan uit het rijk te worden
verwijderd.
Eeno brandstichting.
Al dadelijk na het brandje, dat in
den laten avond van Zondag in de
Iepenlaan te Bussum een huis ge
deeltelijk vernielde, rezen er vermoe
dens, dat de omgevallen petroleum
lamp, die als oorzaak was opgegeven,
niet, bij ongeluk den brand had
veroorzaakt. Een streng onderzoek,
door de politie ingesteld, had tot
resultaat, dat hier werkelijk brand
stichting heeft plaats gehad.
De schuldigen twee oude mensch-
jes van by de zeventig jaar zijn
daarop gevankelijk naar Amsterdam
overgebracht.
Een onlangs gokozen lid van den
Utrechtachen gemeenteraad ontving
een niet onderteekend biljet, hetwelk
na onderzoek bleek te zijn van de
hand van eender professoren der
Rijks-Universiteit, waarin hem werd
medegedeeld, dat „aangezien hij tegen
het toestaan van een subsidie voor
den schouwburg had gestemd, hem
de klandizie voortaan zoude worde
onthouden."
Leve de liberale vrijheid
(Maasbode).
Behalve de reeds vermelde legaten
door wijlen den heer O. Soheltus Jzn.,
in leven wijnhandelaar te Amersfoort,
gemaakt, bestemde deze nog een som
van f175.000 tot stichting van een
Gereformeerd Burger Weeshuis te
Amersfoort. Daaraan werden door hem
bovendien nog vermaakt versohillende
van zyne aldaar gelegen onroerende
van schotels medegenomen na er deze
eerst van te hebben verwijderd. Nie
mand der bewoners heeft iets gehoord.
Bij een daarop gevolgd bezoek aan
■de nevenwoningen was het succes
minder. Overal zijn intusechen sporen
van inbraak merkbaar. Bij de familie
G. stelde men zich tevreden een stel
tafelzilver als aandenken mede te
nemen. In een der vertrekken, waar
zij binnendrongen, eliep een hondje,
doch ook dit stoorde hen niet bij hun
onderzoek.
De brutaliteit, waarmede hier opge
treden is, is slechts denkbaar bij een
nagenoeg totaal gemis aan politietoe
zicht in deze dichtbevolkte welvarende
wijk. Wellicht dient men de dadere.
want er waren er kennelijk meerdere,
te zoeken ondei het groot aantal vei -
dachte individuen, die alhier nog
sedert de kermis der vorige week
rondzwerven. De justitie was heden
morgen reeds vroeg in actie.
Feestvreugde
Een zanggezelschap te Nieuweburg
(Fr.) hield een feestavond. Het slot
van het feest was [een algemeene
vechtpartij onder de leden. Het ging
er zoo erg toe, dat de marechaussee
geen kans zag de vechtenden met de
sabel te scheiden en genoodzaakt
was met de revolver te dreigen. Met
flesschen, stoelen en banken sloeg
men als razenden op elkander in.
Inbraak te Breda.
Men schrijft uit Breda, dato 14
November
Nadat de Bredaeche inbrekers, na
eene goed geslaagde campagne, eenige
maanden op hunne lauweren gerust
hadden, hebben zij in den afgeloopen
nacht wederom een gedachten slag
Als terrein was ook nu uitgekozen
hetzelfde blok heerenhuizen, waar zij
vroeger succeB hadden, n.l. aan den
straatweg naar Ginnexen nabij het
café „Flora."
Eerst werd langs de achterzijde,
door het indrukken eener glasruit,
toegang verschaft tot de woning van
dr. H. Aan zilverwerk, kostbaarheden
en voorwerpen van waarde werd alles
medegenomen, wat zich in de voor
naamste vertrekken bevond, een en
ander tot eene zeer groote waarde.
Alles is blijkbaar doodbedaard ver
richt. Zoo waren de zilveren hengsels
Pers Overzicht.
Politiek en Democraten.
Het Volksdagblad zet uiteen, dat het
wetsontwerp tot wijziging van liet
personeel onaannemelijk is voor alle
democraten. Het blad meent, dat de
democratie niet anders kan doen, dan
den arbeid van den heer Sprenger
van Eijk afwijzen zonder er over in
debat te treden.
„Het komt er voor ons niets op
aan," gaat het blad hierop voort, „of
sommige onderdeelen van deze wet
wat voor hebben boven de bestaande,
wij wenschen de keus niet te doen
tusschen een zeer slechte en een slechte
belastingwet, want een rijksverterings
belasting blijft voor ons ten allen
tijde uit den booze. En dit om deze
redenen
,Een rechtvaardige verteringsbelas
ting is niet te maken, omdat men
nimmer weet wat de aangeslagene
verteert, dooh er naar moet gissen
„Een rechtvaardige verteringsbelas
ting is niet te maken, dewijl de man,
die met een ülein inkomen moet rond
komen, over dat geheele inkomen
wordt aangeslagen, omdat hy wel ge
dwongen is, het geheel te verteren
wie echter overhoudt wordt, voor wat
hij niet verteert, niet aangeslagen.
De rijke betaalt dus naar verhouding
minder dan de arme."
Voorts meent het Volksdagbladdat
deze verteringsbelasting ook onaan
neembaar is, omdat zij een politiek
karakter draagt. Zij is behalve een
belastingwet nog iets anders, nl. een
stuk kieswet, want volgens dit ont
werp moet de aangeslagene in het
personeel zijn belasting hebben be
taald, of hij verliest zijn kiesreoht.
En wat nog erger is: wie de belasting
wet wil verbeterenversleoht de
kieswet.
Het Katholieke Centrum teekent
hierbij aan
..Het is wel jammer, dat een orgaan
als het Volksdagblad, hetwelk de
belastingwet bestrijdt, ook omdat zij
eigenlijk een deel der kieswet bevat
niet beter op de hoogte is van den
inhoud dor voorgestelde belasting
wetten. Vooreerst had het blad dan
geweten, dat daarbij van de lagere
klassen, zoowel feitelijk als verhou
dingsgewijs, eene zeer minieme som
op den huurprijs der wODing zal
worden gelegd en dat overigens,
door den aftrek van met veel kinderen
gezegende huisvaders van de Neder
landsohe gemeenten soms de kleinste
stukjes zullen moeten uitgezocht, om
het j juiste bedrag der belasting te
betalen.
Maar ook verder is hetonjuiet, dat
van niet verteerd inkomen geen be
lasting wordt betaald. Zoodra het
overgespaarde geld van „den rijke"
de som van f13.000 bedraagt, valt
het in de vermogensbelasting en
wordt bij verkoop als grondbezit
en voorts bij overgang in geval vani
overlijden, welken vorm het ook als
„bezit" heeft aangenomen, door de i
successiebepalingen voor een deel
door den Staat genaast.
Het is mogelyk, dat het 't etrevei
is van de „democraten" van he
Volksdagbladom een categorie vai
personen in het leven te roepen, di|
geheel van alle lasten worden on
heven en voor wie alles gratis doo
anderen wordt gesticht en onderhou
den, Het is mogelijk. Maar het blaj
zal deze categorie dan dienen af tl
scheiden van den zelfbewusten, fierei
werkman, die streeft naar lolsverbé
tering, maar alleen om hetgeen h]
voor zich en de zijnen behoeft 1
betalenook aan de Gemeenscha]
en aan den Staat."
Personeel en Kiesrecht.
De radioale Amsterdammer bespré
kende de bezwaren tegen het wetsj
ontwerp op het personeel in verbanij
met de kieswet en het kiesreoht, ei
do oplossing, die de N. JR. Cour,
aangaf, vraagt
„Hoe zal de Kamer uit dezei
doolhof zaken? Zal van den kant de
Regeering de draad haar wordei
gereikt? Of zal zij de Volks vertegen
woordiging laten tobben en zioh in he
geziobt der tobbers vermeien, gelijk ii
den Doolhof op het Tentoonstellings
terein het publiek deed, dat veilig
en wel uit de hoogte op hen nee
zag en er vermaak in schepte hei
steeds verder in het labyrinth ti
lokken
,Wèl mag men der Tweede Ivame
die heden haar werk hervat, kaïn
overleg en kloek beraad toewenscheD
hoe meer de Regeering in goed be
leid te kort blykt te schieten."
De Katholieke Noord Brabantei
spreekt de hoop uit, dat de Kame
haar vrijheid zal weten te handhaven
en dat van een invoering der nieuw*
wet op het personeel geen sprak'
zal wezen voor omtrent een regeling
der gemeentelijke financiën en ooi
omtrent die van het kiesrecht za
beslist zijn.
„Er is zulk een direct verband tus
schen deze drie ontwerpen, zegt he
blad, „dat men het eene niet kan
aannemen zonder het andere volledig
te kennen.
„Hier toch zou het met recht wezen
wie A. gezegd heeft moet ook B.
zeggen en dat zou wel eens onmoge
lijk kunnen zyn om zeer ernstige redej
nen.
De Tweede Kamer moet haai
vrijheid van oordeel boven alles
stellen en dat kan zij niet, als zij
nu zich voor de toekomst de hander
bindt."
Varia.
De Standaard besprekende de uit'
gereikte ridderorden aan het comifi
van de Wereldtentoonstelling te Am-
sterdam zegt, dat de vraag rijst o)
het met de waardigheid der hoogj
Regeering strookt, aldus eene natio|
nale eerebetooning te geven, vool
wat èn een geheel particulier karaktei
droeg èn van een serieus karakte:
nauwelijks de schaduwzijden ver
toonde.
Het blad dunkt, dat deze regeering
stellig hiermede te ver ging.
De Katholieke Noord-Brabant er ii
een slotartikel over Kamers van Ar
beid haar indruk nogmaals resumes-
rende, spreekt zich uit als een voor
standster van het regeeringsontwerj
hefzij dan al of niet gewijzigd.
„Wij hopen van ganscher harte
zegt zij", dat met bekwamen spoed
gezorgd zal worden dat het krach
van wet krijge, opdat het strekkei
moge tot heil van zoovele duizende^
die hetzij als patroon hetzij als ar
beider bij een goede, gezonde rege
ling van den arbeid het hoogste be
lang hebben."
Koloniën,
Atjeh.
Uit Atjeh werd aan het Bat. Hbló
van den 22en September geschreven
Het is hier tegenwoordig saaie
dan ooit. Er gebeurt wel een ei
ander, dat stof tot nadenken geef
maar een bepaalde, op argumente
steunende meening, ten aanzien de
algemeene gedragslijn, kan ik u no
niet mededeelen. De posten wordei
om de veertien dagen afgelost en zo
gaat alles zijn gangetje. Zóo sa
Teen hij de waarden der papieren een voor een had
opgenoemd, hield hij er een oogenblik zijne oogen strak
starend op gevestigd. De twee broeders voelden hun
bloed verstijven door een plotselinge, angstige span
ning. Bij beiden kwam het denkbeeld op, Maxime te
vermoorden, maar nauwelijks hadden zij de hand in
hun borstzak gestoken om het dolkmes te grijpen, dat
zij daar gewoonlijk verborgen hielden, of eene plotse
linge beweging van hun gastheer voorkwam dit nood
lottig voornemen. Hij overhandigde William al de kost
bare papieren en deze nam ze aan, koortsachtig opge
wonden.
„Aoh! aöh! söh!" riep Richard uit, door vreugde
meegesleept. „Noen, nooit is er onder den hemel zoo
iets schoons verricht!"
„Laat er ons een einde aan maken," vervolgde Maxi
me, met ingehouden gramschap„ik heb door den
notaris een acte van overdracht laten opmaken, waar
door het landgoed Stangala te uwer beschikkig woidt
gesteld. Ziehier de acte. U hebt niets anders te doen dan
te l69kenen. Wees zoo goed deze formaliteit te ver
richten."
Hij nam een pen van een inktkoker, die op het tafeltje
Btond, reikte die aan William over en wees hem de
plaats, waar hij moest teekenen.
„Dat is gebeurd," zeide deze laatste na een flinken
haai onder zijn geleenden naam te hebben gezet,
„Uitstekend. Morgen kunt u het kasteel in bezit
komen nemen, want dan heb ik het reeds verlaten.
Sta mij toe, dat ik er tot zoolang nog meester op
ben en mijne toebereidselen voor mijn vertrek ga
maken."
Dat was een duidelijke wenk om heen te gaan. Da
genen voor wie hij bedoeld was haastten zich er gehoor
aan te geven. Een. vurig verlangen maakte zich van
hen meester om alleen te zijn en uiting te geven aan
de vreugde, die zy nog moesten verheimelijken.
Na eenige aanbiedingen om diensten te bewijzen,
welke niet werden aangenomen enjeenige gelukwenschen
voor den vorm, waarnaar niet werd geluisterd, bestegen
zij weer hunne paarden en galoppeerden den weg op
naar „les Ravines".
Toen zij Stangala zoo goed als uit het oog hadden
verloren, matigden zij den snellen gang hunner paarden,
keken elkaar een oogenblik als verbijsterd aan en
barstten vervolgens gelijktijdig in een snijdenden, dui-
velschen, waanzinaigen lach uit.
„Een millioen! een millioen!" riep Richard uit nog
steeds met dien dolzinnigen lach. „Als ik er aan denk,
dat wij een millioen of tenminste bijna een millioen
in onze handen hebben."
„Hier, hier, in mijn zak!" liet William er op volgen
en sloeg zich onstuimig op de borst.
„Het is alsof wij droomen of ons verstand hebben
verloren."
„En toch, het is alles werkelijkheid en geen hersen-
bedrog."
„Ja, ja, het hangt slechts van ons zeiven af om op
dit oogenblik het stoffelijk bewijs er van voor onze
blikken te vertoonen."
„Welnu, laten wij het geld aanraken, evenasnraken,
vindt je het goed, William
„Ik vind het best. Ik moet bekennen, dat ik zelf ver
teerd word van verlangen om dat te doen.
En hij stak zijne hand in een der zakken van zijn
jas, waar hij onmiddellijk met bevende vingers het
kleine pakje papieren- van waarde uit te voorschijn
haalde, dat Maxime hem had overhandigd. Hij hield
het zoo krampachtig vast, dat hij bevreesd scheen, dat
het hem ontstolen zou worden.
„Houd het goed vast, Williamhoud het goed vast,
mijn vriendzeide Richard op vroolijken toon. „Laat
niets verloren gaan"
„Stel je gerust, ik houd het stevig vast."
Zijne vingers beefden dan ook, zoo krampachtig hiel
den deze het omklemd. Richard bemerkte dit.
„Is het electrisch alB een kolom van Volta vroeg hij.
„Ik geloof werkelijk van wel."
„Geef mij dat sidderaaltje eens hier, dat ik het op
mijn beurt ook eens kan voelen."
Met bizondere omzichtigheid liet William het pakje
in de hand van zijn broeder glijden, die of het toeval
dan wel eene werkelijk electrische aandoening was, op
hetzelfde oogenblik een schok kreeg.
„Wel drommels!" riep hij half schertsend, half ern
stig uit, „in dat papier zit leven, want ik voelde ook
iets als een schok in mijn arm. „Kom I" vervolgde hij
vroolyk, „het is natuurlijk dat papieren met eene waarde
van een millioen altijd een duivelschen invloed op een
mensch hebben. Mijn hoofd wil ik er onder verwedden
dat de Satan in eigen persoon de millioenen heeft
uitgevonden."
„Te dekselniets is zoo klaar als de dag als dat,
want zij zijn dikwijls de beweegredenen tof de duivel-
achtigate daden."
„Dat is zoo waar," merkte Richard spottend op, „dat
als wij op dit oogenblik een goed gewapenden ker«
tegen kwamen en, hij wist, dat wij voor achthonderd
duizend francs bij ons hadden, hij in groote verzoe
king zou komen om ons onschadelijk te maken, d
snoodaard I"
„O zeg dat niet, dat vind ik beklagenswaardig," vei
volgde William, met de houding van een eerlijk mar
die verontwaardigd [is. „Wil je gaan verkondigen, da
men geen flink fortuin, op eerlijke wijze verworven, ka
bezitten, zonder het mikpunt te zijn van de afschu w<
lijkste hebzucht, en snoodBte plannen!"
„Dat zou iemand een afkeer inboezemen om in ovei
vloed te leven, op mijn woord van eer."
„Wat zal ik je zeggen; wij kunnen niet beletten,da
de ondeugd blijft bestaan. Wij moeten de gevolgen va
onze nieuwe positie maar goedschiks dulden. Wij zulle
de haat van naijverigen trotseeren en ons verdec"
tegen de dolken van booswichten."
„Met alle kracht der deugd zeide Richard, en deei
deze woorden van een heldhaftig gebaar vergezel
gaan.
Bij deze woorden barstten beiden opnieuw in lachen ui
Wordt vervolgd).