valiergeret fO.aO.—Duivenboonen f5.50 it f 5.75, Paardenboonen 14.75. a f5.Wintergeret 13,50 a 13,75. Groene erwten 14.a f7,25. Capu- cijners 10a fO.Kanariezaad 16.a f6 50. Karweizaad fl4.— a f 14.50 inclusief.Geel mosterdzaad 10. a 10.Bruin mosterdzaad fO.a fO.Bruine boonen 19,a f6 90. Blauw Maanzaad 10,a f0, Op de veemarkt waren Donderdag aangevoerd 16 Paarden, 10 Hitten, 5 koeien, 6 Vaarsen en 1 graskalf. a f4,25, Haver f5.25, a 15.75, Che-regeling. Sprekers slandpuDttegen- __i; -rv—i oyer wet wer(j bepaald door een vergelijking van vcor- en nadeelen en deze laatste waren overwegend. Het verlies van 2 millioen gaf geen verbetering. Twee millioen De Min. had dat oijfer in het geheel niet aannemelijk gemaakt. Spr.'s eigen berekening voor den aftrek van kin deren bv. maakte het verlies nog groo- ter dan de heer Treub het had geraamd Ontlasting van de door de bedrijfs belasting gedrukten had spr. ver wacht, geen uitzonderingsbepalingen, gelyk de Min. wil voor de winkeliers een doel waarvoor spr. het geld van de sohatkist niet over heeft. En ook om eenigen te ontlasten zoovelen meer aan te slaan die vroeger vry waren, kon spr. niet bekoren. De middel- en de lagere klassen zullen 't zwaarst worden gedrukt, speciaal ten plattelande, dank zij ook de ge brekkige classifioatie der gemeenten. Ook de uitkeeringen aan de ge meenten achtte hij verderfelijk. Sum- ma summarumtegen de wet. Replieken van de heeren Pijnappel en Roessingh. Dan een kort maar geserreerd betoog van den heer Drucker over het verband met de bestaande kiesrechtregeling. Voor 1896 en 1897 achtte hij, wordt deze wet aangenomen, een regeling mo gelijk. Maar voor 1898 verviel de grondslag van het kiesreoiit geheel. Moet men die nu opheffen zonder correctief te stellen Dan werd BINNENLAND. Parlementaire Praatjes. Een groote redevoering moest het wel zijD, die van den Minister van Fmanoiën. De heer Sprenger van Exjk had aardig wat te beantwoorden. Hij moest wel optimistisoh geBtemd zijn zeide de Min. om een werk te hernemen waartoe in 30 jaren nog alle pogingen waren mislukt, de her ziening eener gebrekkige wet, ge brekkig werkend, drukkend tevens door de hooge opcenten 1 En nu de Min. dit barre werk aandurfde kwam men met bergen van bezwaren. Nie mand kon 't met alle détails eens zijn. Er moesten offers gebracht worden, misschien aan dezen belasting schuldige wat meer, genen wat min der druk opgelegd, 't Verband met het kiesrecht liet de Min. voor zyn ambtgenoot van Binnenlandsche zaken over. Hy had meer peezen op zijn boogde financieele gevolgen voor het Rijk. Allereerst dan geloofde de Mm. niet aan de pessimistische raming van 4 millioen van den heer Treub; deze volgde z.i. een verkeerde methode van berekening. De Min. ging die methode even na en wees op de onjuistheden. Maar hij moest erken nen zelf geen juiste raming te kunnen geven. Hij schatte het verlies op 2 millioen, wat er onder, misschien wat er boven. Doch alles was vermoeden. Zekerheid geven kon hij niet. Wat de financieele gevolgen voor de gemeenten betreft die immers nu een vaste som krijgen onafhan kelijk van de opbrengst de be doeling is door de subsidieering, en ook rekening houdende methetacciès, den status quo te handhaven. Ver warring was niet te duchten. Afstand van het personeel aaa de gemeenten zou den druk niet verminderen. Bij de te bespoedigen indiening eener definitieve regeling zou de quaestie van de heffing van opcenten ter sprake komen. Uitzonderingsbepalin gen ten behoeve van een maatschap- pelyken stand waren niet te recht vaardigen. Opdrijving van de progres sie bij de huurwaarde zou weinig batenook te dien aanzien wilde de Min. niet te veel in het bestaande ingrijpen. De classificatie der ge meenten verdedigde de Min.; zij berust op nauwkeurig onderzoek en is een verdienstelijk werk der ambtenaren. Zij kan niet anders berusten dan op de draagkracht der belastingschuldi gen. De Min. verdedigde vervolgens den aanslag van een aantal thans vrijgestelde personen en vervolgens de aanslagen voor het platteland, waar het leven goedkooper is en dus de druk minder zal worden ge voeld, zoodat voor verlaging van het minimum geen reden was. Een paar punten liet de Min. rusten. Hij verklaarde ten slotte de verantwoor delijkheid van een verwerping zijner wet niet le willen dragen. Nadat aldus de portefeuille-kwe3tie was gesteld, kwam de Minister van Houten aan het woord, die een paar vragen over de kwestie van verwer ping, in verband met de plannen der Reg., ais niet te beantw ..orden terug wees. Verwerping dezer wet, dat hoorden wij van hem, tastte het stelsel der kieswet volstrekt niet aan. En wat de Kamer verplicht elke kiesrecht regeling, welke ook, aan te nemen. Ongeoorloofde pressie z. i. Daarom moest men op deze zaak bij deze wet bedacht zijn. Nu zullen we den heer Gerritsen hooren. G. Jr. Door het Turksche gezantschap te 's Gravenhage wordt de volgende mededeeling verstrekt: „Z. K. M. de Sultan heeft, als her nieuwd bewijs van zyne edelmoedige gevoelens, de noodige orders gegeven opdat allen, zoowel Muzelmannen als Christenen, die in den laatsten tijd in verschillende provinciën van het rijk, door de plaats gehad hebbende onlusten, te lyden hebben gehad, op kosten van den staat zullen worden gevoed eD gehuisvest. De vereischte bevelen daartoe zijn verstrekt aan de valis (gouverneurs) derprovinciën." De toestand der rijksmiddalen De maand October 1895 is voor de schatkist zeer voordeelig geweest. Ofschoon de accijnzen, posterijen en loodsgelden te zamen f 118,000 min der inbrachten dan in Ootober 1894, is de gezamenlijke opbrengst der mid delen toch 14Vs ton hooger geweest en overtrof 1 u der raming voor het geheele jaar met ruim 5J( millioen. Dit laatste vindt vooral daarin zijn ver klaring, dat op het personeel en de vermogensbelasting, als 'gewoonlijk, in Ootober een groot deel der aan- "igen is aangezuiverd. De aanmerkelijke hoogere op brengst boven 1894 vindt eohter haar oorsprong in een minder gewone oorzaak, namelgk een bijzonder groote ontvangst -uit de successierechten 19Ü ton tegen 7 in 1894, waarbij nog 1% ton meer kwam uit de invoer rechten en 1130,000 meer uit de di recte belastingen. Ten gevolge van de ruime inkom sten van October is ook het cijfer an de 10 eerste maanden des jaars zeer gunstig geworden. Het bedraagt reeds 11 ton boven 10 j; der raming voor het geheele jaar en 26 ton meer dan in 1894. De successierechten komen daarbij slechts voor 5*[ ton in aanmerking^daar zij tot 1 October minder ruim waren geweest dan in 1894. De andere indi recte belastingen gaven echter ook 3£ ton meer, de directe belastingen ton, de invoerrechten 4'/. ton, de domeinen 2 ton, de posterijen IV.» ton ton, alles boven het verband met het huidig kiesrecht betrof, voor 1896 zou in geen geval een speciale regeling noodig zijn. de telegraphie En voor latere dienstjaren, bij ver-! 1894. werping van deze en van de kies-1 Alleen de loodsgelden bleven wet, zullen de bezwaren slechts zeer i f 60,000 minder dan het vorig jaar. gering zijn. I Deaccijzen gaven slechts f24,000 meer En nu begonnen de replieken met i en dit nagenoeg alleen uit de suiker, een nieuwe redevoering van den heer j welke 4i ton meer afwierp, terwijl het Borgesius, geen absoluut tegenstander j gedestilleerd bijna 3 ton, het geslacht dezer voordracht, geen voorstander,ruim lü en het zout f 60,000 minder op dit oogenblik, van overdracht van j gaven. het personeel aan de gemeenten. Hij j Daar de opbrengst van het succes- wilde liever een goede dan een slechte siereoht altijd wisselvallig is en op rijksbelasting. Overdracht, vooral! de directe belastingen reeds veel is waar die het Rijk niets kosten zou,konafbetaald, bestaat nog geen zekerheid altijd nog gesohieden, ook na dezedat de avans van 31 October ook nog op 31 December ten volle aanwezig zal zijn. Het Etknographische Museum te LeideD. Aan de Tweede Kamer is een adre; geriohl door het Leidsch studenten- korps, om ook van zijne zijde het 'behoud van het Ethnographisch Mu seum voor Leiden te bepleiten. Hoe zeer ook het korps eene betere huis vesting voor dat tot nu toe verwaar loosd Museum wensoht, het zou ten diepste betreuren, indien deze elders dan in Leiden verstrekt werd. Het Museum van Ethnographie heeft zijn ontstaan te danken aan de behoefte van het onderwijshet is voor de beoefening der ethnologie even noodig als eene biblotheek voor den taalgeleerde. Eene verplaatsing naar 's Gravenhage zou het aan zyne bestemming onttrekken en het van wetenschappelijke inrichting allengs tot rariteiten-verzameling doen wor den. Men kan niet met redelijken grond beweren, dat in Leiden geen geschikte plaats te vinden is. In het twee hec taren groote Van der Werff-park is nog wel voor twee musea plaats. En ten overvloede heeft de Leidsche Ge meenteraad nog een zeer geschikt terrein elders aangeboden voor het geval dat de regeering de geheele voormalige Ruïne voor een ander doel zou wenechen te reserveeren. Tentoonetellin gsplannen. Mocht het plan tot het houden eener nationale tentoonstelling in 1898 doorgaan, dan geeft De Nijverheid in overweging een koninklijk paviljoen te stichten, waaraan en waarin niets mag voorkomen dat van buitenland- schen oorsprong is. Een wedstrijd van Nederlandsohe architecten zoude dienen gehouden te worden om te komen tot het beste plan. Dit zoude eigenaardig moeten bestaan uit eene Nederlandsche, eene Oost-Indisohe en eene West-Indische afdeeling. Daarbij moet rekeniDg gehouden worden met het dubbele doello. het leveren eener keurcollectie van het beste wat de Nederlandsche (Europeesche en koloniale) kunst-, ambachts- en fa brieksnijverheid in staat is te leveren; 2o. het aanbieden eener gelegenheid waar vorstelijke tentoonstellingsbe zoekers gedurende eenigen tijd kun nen vertoeven. Dit paviljoen zou dan kunnen dienen als inzending op de wereldtentoonstel ling in 1900 te Parijs. Dat Nederland aan die tentoonstelling niet zal deelnemen, is een praatje dat men altijd hoort wanneer wereld tentoonstellingen in uitzicht zijn en dan wordt op het laatste oogenblik met haast- en vliegwerk een en ander bijeengebracht dat niet fraai is. Men heeft thans den tijd iets goeds te leveren. De expeditie van de ten toonstelling. De Kostverloren Wetering, die aan het tentoonstellingsterrein te Am sterdam grenst, heeft reeds dezen genen exposant in staat ge steld, de oorspronkelijke bepalin gen nopens het vervoer der goe deren na te leven en hunnen eigendom aan de zorgen der trans- portmaatschappij te onttrekken. Het heimelijk verschepen aan deze zijde van het terrein bleek lichter uitvoer baar dan het forceeren der barrière aan de Hobbemastraat. Ook de exploitant van den Olifant die eene partij stoelen aan zijn collega van het „Wiener Café" had verkocht, maakte Zaterdag jl. aanstalten om volgens zijn oorspronkelijk contract deze artikelen voor eigen rekening en risico weg te voeren hij koos den weg te water. De toeleg werd ditmaal evenwel ont dekt en mislukte. D e tentoonstellingspolitie trad kracht dadig op, dreef den exploitant van den olifant met zijne dienstknechten en stoelen terug en bewaakt de be dreigde punten sedert dat oogenblik nauwlettender dan te voren. De tegenpartij nam de 9 stadspoli- tiemannen in den arm en heelt van deze belemmering der vrijheid een proces verbaal doen opmaken. Buitendien zal in verband met dit voorval eerst daags een request bij den procureur- generaal worden ingediend. De heer Baudin, voorzitter der Société Internationale in de War moesstraat te Amsterdam, waarover wij gisteren eenige bijzonderheden mededeelden, verzekert aan het Ebld. dat in het bedoelde huis geen roulette is of geweest is en ook geen tafels zijn met gummi kussentjes er onder. Niets dan gewone baccarat- en an dere speeltafeltjes. Volgens het Nieuws is de verhuurder van het huis in de Warmoesstr&at een lid van den gemeenteraad. Deze me dedeeling is in zooverre niet van belang ontbloot, wijl in art. 456 van het wetboek van strafrecht ook straf wordt bedreigd tegen hem, die tot het houden van een huis van hazard spel een plaats verstrekt. Eene aanhouding. Naar men verneemt, is te 's-Gra- venhage aangehoudenen ter beschik king van den hoofdcommissaris van politie aldaar gesteld een daar ter stede vertoevende Rumeensohe prins. Deze aanhouding moet verband houden met eene buitenslands ge pleegde oplichting. De vreemdeling is aangehouden in een pension aan den Bezuidenhout en is genaamd Constantin Mavra- cardato. Hoewel hij dien naam aan vankelijk ontkende, moet de politie hem overtuigd hebben niet alleen dat hij zoo heette, maar ook dat hij eenige jaren geleden in België we gens oplichting tot gevangenisstraf is veroordeeld, toen naar Frankrijk vluchtte, dooh door dat rijk weder aan België is uitgeleverd. Na bet ondergaan "van zijn straf leidde hij een zwervend leven. Hij bljjft voorloopig ter beschik king van de bevoegde autoriteit om, wanneer het in het buitenland inge stelde onderzoek niet ten zgnen na- deele mocht eindigen, waarschijnlijk als vreemdeling zouder wettig middel van bestaan uit het rijk te worden verwijderd. Eeno brandstichting. Al dadelijk na het brandje, dat in den laten avond van Zondag in de Iepenlaan te Bussum een huis ge deeltelijk vernielde, rezen er vermoe dens, dat de omgevallen petroleum lamp, die als oorzaak was opgegeven, niet, bij ongeluk den brand had veroorzaakt. Een streng onderzoek, door de politie ingesteld, had tot resultaat, dat hier werkelijk brand stichting heeft plaats gehad. De schuldigen twee oude mensch- jes van by de zeventig jaar zijn daarop gevankelijk naar Amsterdam overgebracht. Een onlangs gokozen lid van den Utrechtachen gemeenteraad ontving een niet onderteekend biljet, hetwelk na onderzoek bleek te zijn van de hand van eender professoren der Rijks-Universiteit, waarin hem werd medegedeeld, dat „aangezien hij tegen het toestaan van een subsidie voor den schouwburg had gestemd, hem de klandizie voortaan zoude worde onthouden." Leve de liberale vrijheid (Maasbode). Behalve de reeds vermelde legaten door wijlen den heer O. Soheltus Jzn., in leven wijnhandelaar te Amersfoort, gemaakt, bestemde deze nog een som van f175.000 tot stichting van een Gereformeerd Burger Weeshuis te Amersfoort. Daaraan werden door hem bovendien nog vermaakt versohillende van zyne aldaar gelegen onroerende van schotels medegenomen na er deze eerst van te hebben verwijderd. Nie mand der bewoners heeft iets gehoord. Bij een daarop gevolgd bezoek aan ■de nevenwoningen was het succes minder. Overal zijn intusechen sporen van inbraak merkbaar. Bij de familie G. stelde men zich tevreden een stel tafelzilver als aandenken mede te nemen. In een der vertrekken, waar zij binnendrongen, eliep een hondje, doch ook dit stoorde hen niet bij hun onderzoek. De brutaliteit, waarmede hier opge treden is, is slechts denkbaar bij een nagenoeg totaal gemis aan politietoe zicht in deze dichtbevolkte welvarende wijk. Wellicht dient men de dadere. want er waren er kennelijk meerdere, te zoeken ondei het groot aantal vei - dachte individuen, die alhier nog sedert de kermis der vorige week rondzwerven. De justitie was heden morgen reeds vroeg in actie. Feestvreugde Een zanggezelschap te Nieuweburg (Fr.) hield een feestavond. Het slot van het feest was [een algemeene vechtpartij onder de leden. Het ging er zoo erg toe, dat de marechaussee geen kans zag de vechtenden met de sabel te scheiden en genoodzaakt was met de revolver te dreigen. Met flesschen, stoelen en banken sloeg men als razenden op elkander in. Inbraak te Breda. Men schrijft uit Breda, dato 14 November Nadat de Bredaeche inbrekers, na eene goed geslaagde campagne, eenige maanden op hunne lauweren gerust hadden, hebben zij in den afgeloopen nacht wederom een gedachten slag Als terrein was ook nu uitgekozen hetzelfde blok heerenhuizen, waar zij vroeger succeB hadden, n.l. aan den straatweg naar Ginnexen nabij het café „Flora." Eerst werd langs de achterzijde, door het indrukken eener glasruit, toegang verschaft tot de woning van dr. H. Aan zilverwerk, kostbaarheden en voorwerpen van waarde werd alles medegenomen, wat zich in de voor naamste vertrekken bevond, een en ander tot eene zeer groote waarde. Alles is blijkbaar doodbedaard ver richt. Zoo waren de zilveren hengsels Pers Overzicht. Politiek en Democraten. Het Volksdagblad zet uiteen, dat het wetsontwerp tot wijziging van liet personeel onaannemelijk is voor alle democraten. Het blad meent, dat de democratie niet anders kan doen, dan den arbeid van den heer Sprenger van Eijk afwijzen zonder er over in debat te treden. „Het komt er voor ons niets op aan," gaat het blad hierop voort, „of sommige onderdeelen van deze wet wat voor hebben boven de bestaande, wij wenschen de keus niet te doen tusschen een zeer slechte en een slechte belastingwet, want een rijksverterings belasting blijft voor ons ten allen tijde uit den booze. En dit om deze redenen ,Een rechtvaardige verteringsbelas ting is niet te maken, omdat men nimmer weet wat de aangeslagene verteert, dooh er naar moet gissen „Een rechtvaardige verteringsbelas ting is niet te maken, dewijl de man, die met een ülein inkomen moet rond komen, over dat geheele inkomen wordt aangeslagen, omdat hy wel ge dwongen is, het geheel te verteren wie echter overhoudt wordt, voor wat hij niet verteert, niet aangeslagen. De rijke betaalt dus naar verhouding minder dan de arme." Voorts meent het Volksdagbladdat deze verteringsbelasting ook onaan neembaar is, omdat zij een politiek karakter draagt. Zij is behalve een belastingwet nog iets anders, nl. een stuk kieswet, want volgens dit ont werp moet de aangeslagene in het personeel zijn belasting hebben be taald, of hij verliest zijn kiesreoht. En wat nog erger is: wie de belasting wet wil verbeterenversleoht de kieswet. Het Katholieke Centrum teekent hierbij aan ..Het is wel jammer, dat een orgaan als het Volksdagblad, hetwelk de belastingwet bestrijdt, ook omdat zij eigenlijk een deel der kieswet bevat niet beter op de hoogte is van den inhoud dor voorgestelde belasting wetten. Vooreerst had het blad dan geweten, dat daarbij van de lagere klassen, zoowel feitelijk als verhou dingsgewijs, eene zeer minieme som op den huurprijs der wODing zal worden gelegd en dat overigens, door den aftrek van met veel kinderen gezegende huisvaders van de Neder landsohe gemeenten soms de kleinste stukjes zullen moeten uitgezocht, om het j juiste bedrag der belasting te betalen. Maar ook verder is hetonjuiet, dat van niet verteerd inkomen geen be lasting wordt betaald. Zoodra het overgespaarde geld van „den rijke" de som van f13.000 bedraagt, valt het in de vermogensbelasting en wordt bij verkoop als grondbezit en voorts bij overgang in geval vani overlijden, welken vorm het ook als „bezit" heeft aangenomen, door de i successiebepalingen voor een deel door den Staat genaast. Het is mogelyk, dat het 't etrevei is van de „democraten" van he Volksdagbladom een categorie vai personen in het leven te roepen, di| geheel van alle lasten worden on heven en voor wie alles gratis doo anderen wordt gesticht en onderhou den, Het is mogelijk. Maar het blaj zal deze categorie dan dienen af tl scheiden van den zelfbewusten, fierei werkman, die streeft naar lolsverbé tering, maar alleen om hetgeen h] voor zich en de zijnen behoeft 1 betalenook aan de Gemeenscha] en aan den Staat." Personeel en Kiesrecht. De radioale Amsterdammer bespré kende de bezwaren tegen het wetsj ontwerp op het personeel in verbanij met de kieswet en het kiesreoht, ei do oplossing, die de N. JR. Cour, aangaf, vraagt „Hoe zal de Kamer uit dezei doolhof zaken? Zal van den kant de Regeering de draad haar wordei gereikt? Of zal zij de Volks vertegen woordiging laten tobben en zioh in he geziobt der tobbers vermeien, gelijk ii den Doolhof op het Tentoonstellings terein het publiek deed, dat veilig en wel uit de hoogte op hen nee zag en er vermaak in schepte hei steeds verder in het labyrinth ti lokken ,Wèl mag men der Tweede Ivame die heden haar werk hervat, kaïn overleg en kloek beraad toewenscheD hoe meer de Regeering in goed be leid te kort blykt te schieten." De Katholieke Noord Brabantei spreekt de hoop uit, dat de Kame haar vrijheid zal weten te handhaven en dat van een invoering der nieuw* wet op het personeel geen sprak' zal wezen voor omtrent een regeling der gemeentelijke financiën en ooi omtrent die van het kiesrecht za beslist zijn. „Er is zulk een direct verband tus schen deze drie ontwerpen, zegt he blad, „dat men het eene niet kan aannemen zonder het andere volledig te kennen. „Hier toch zou het met recht wezen wie A. gezegd heeft moet ook B. zeggen en dat zou wel eens onmoge lijk kunnen zyn om zeer ernstige redej nen. De Tweede Kamer moet haai vrijheid van oordeel boven alles stellen en dat kan zij niet, als zij nu zich voor de toekomst de hander bindt." Varia. De Standaard besprekende de uit' gereikte ridderorden aan het comifi van de Wereldtentoonstelling te Am- sterdam zegt, dat de vraag rijst o) het met de waardigheid der hoogj Regeering strookt, aldus eene natio| nale eerebetooning te geven, vool wat èn een geheel particulier karaktei droeg èn van een serieus karakte: nauwelijks de schaduwzijden ver toonde. Het blad dunkt, dat deze regeering stellig hiermede te ver ging. De Katholieke Noord-Brabant er ii een slotartikel over Kamers van Ar beid haar indruk nogmaals resumes- rende, spreekt zich uit als een voor standster van het regeeringsontwerj hefzij dan al of niet gewijzigd. „Wij hopen van ganscher harte zegt zij", dat met bekwamen spoed gezorgd zal worden dat het krach van wet krijge, opdat het strekkei moge tot heil van zoovele duizende^ die hetzij als patroon hetzij als ar beider bij een goede, gezonde rege ling van den arbeid het hoogste be lang hebben." Koloniën, Atjeh. Uit Atjeh werd aan het Bat. Hbló van den 22en September geschreven Het is hier tegenwoordig saaie dan ooit. Er gebeurt wel een ei ander, dat stof tot nadenken geef maar een bepaalde, op argumente steunende meening, ten aanzien de algemeene gedragslijn, kan ik u no niet mededeelen. De posten wordei om de veertien dagen afgelost en zo gaat alles zijn gangetje. Zóo sa Teen hij de waarden der papieren een voor een had opgenoemd, hield hij er een oogenblik zijne oogen strak starend op gevestigd. De twee broeders voelden hun bloed verstijven door een plotselinge, angstige span ning. Bij beiden kwam het denkbeeld op, Maxime te vermoorden, maar nauwelijks hadden zij de hand in hun borstzak gestoken om het dolkmes te grijpen, dat zij daar gewoonlijk verborgen hielden, of eene plotse linge beweging van hun gastheer voorkwam dit nood lottig voornemen. Hij overhandigde William al de kost bare papieren en deze nam ze aan, koortsachtig opge wonden. „Aoh! aöh! söh!" riep Richard uit, door vreugde meegesleept. „Noen, nooit is er onder den hemel zoo iets schoons verricht!" „Laat er ons een einde aan maken," vervolgde Maxi me, met ingehouden gramschap„ik heb door den notaris een acte van overdracht laten opmaken, waar door het landgoed Stangala te uwer beschikkig woidt gesteld. Ziehier de acte. U hebt niets anders te doen dan te l69kenen. Wees zoo goed deze formaliteit te ver richten." Hij nam een pen van een inktkoker, die op het tafeltje Btond, reikte die aan William over en wees hem de plaats, waar hij moest teekenen. „Dat is gebeurd," zeide deze laatste na een flinken haai onder zijn geleenden naam te hebben gezet, „Uitstekend. Morgen kunt u het kasteel in bezit komen nemen, want dan heb ik het reeds verlaten. Sta mij toe, dat ik er tot zoolang nog meester op ben en mijne toebereidselen voor mijn vertrek ga maken." Dat was een duidelijke wenk om heen te gaan. Da genen voor wie hij bedoeld was haastten zich er gehoor aan te geven. Een. vurig verlangen maakte zich van hen meester om alleen te zijn en uiting te geven aan de vreugde, die zy nog moesten verheimelijken. Na eenige aanbiedingen om diensten te bewijzen, welke niet werden aangenomen enjeenige gelukwenschen voor den vorm, waarnaar niet werd geluisterd, bestegen zij weer hunne paarden en galoppeerden den weg op naar „les Ravines". Toen zij Stangala zoo goed als uit het oog hadden verloren, matigden zij den snellen gang hunner paarden, keken elkaar een oogenblik als verbijsterd aan en barstten vervolgens gelijktijdig in een snijdenden, dui- velschen, waanzinaigen lach uit. „Een millioen! een millioen!" riep Richard uit nog steeds met dien dolzinnigen lach. „Als ik er aan denk, dat wij een millioen of tenminste bijna een millioen in onze handen hebben." „Hier, hier, in mijn zak!" liet William er op volgen en sloeg zich onstuimig op de borst. „Het is alsof wij droomen of ons verstand hebben verloren." „En toch, het is alles werkelijkheid en geen hersen- bedrog." „Ja, ja, het hangt slechts van ons zeiven af om op dit oogenblik het stoffelijk bewijs er van voor onze blikken te vertoonen." „Welnu, laten wij het geld aanraken, evenasnraken, vindt je het goed, William „Ik vind het best. Ik moet bekennen, dat ik zelf ver teerd word van verlangen om dat te doen. En hij stak zijne hand in een der zakken van zijn jas, waar hij onmiddellijk met bevende vingers het kleine pakje papieren- van waarde uit te voorschijn haalde, dat Maxime hem had overhandigd. Hij hield het zoo krampachtig vast, dat hij bevreesd scheen, dat het hem ontstolen zou worden. „Houd het goed vast, Williamhoud het goed vast, mijn vriendzeide Richard op vroolijken toon. „Laat niets verloren gaan" „Stel je gerust, ik houd het stevig vast." Zijne vingers beefden dan ook, zoo krampachtig hiel den deze het omklemd. Richard bemerkte dit. „Is het electrisch alB een kolom van Volta vroeg hij. „Ik geloof werkelijk van wel." „Geef mij dat sidderaaltje eens hier, dat ik het op mijn beurt ook eens kan voelen." Met bizondere omzichtigheid liet William het pakje in de hand van zijn broeder glijden, die of het toeval dan wel eene werkelijk electrische aandoening was, op hetzelfde oogenblik een schok kreeg. „Wel drommels!" riep hij half schertsend, half ern stig uit, „in dat papier zit leven, want ik voelde ook iets als een schok in mijn arm. „Kom I" vervolgde hij vroolyk, „het is natuurlijk dat papieren met eene waarde van een millioen altijd een duivelschen invloed op een mensch hebben. Mijn hoofd wil ik er onder verwedden dat de Satan in eigen persoon de millioenen heeft uitgevonden." „Te dekselniets is zoo klaar als de dag als dat, want zij zijn dikwijls de beweegredenen tof de duivel- achtigate daden." „Dat is zoo waar," merkte Richard spottend op, „dat als wij op dit oogenblik een goed gewapenden ker« tegen kwamen en, hij wist, dat wij voor achthonderd duizend francs bij ons hadden, hij in groote verzoe king zou komen om ons onschadelijk te maken, d snoodaard I" „O zeg dat niet, dat vind ik beklagenswaardig," vei volgde William, met de houding van een eerlijk mar die verontwaardigd [is. „Wil je gaan verkondigen, da men geen flink fortuin, op eerlijke wijze verworven, ka bezitten, zonder het mikpunt te zijn van de afschu w< lijkste hebzucht, en snoodBte plannen!" „Dat zou iemand een afkeer inboezemen om in ovei vloed te leven, op mijn woord van eer." „Wat zal ik je zeggen; wij kunnen niet beletten,da de ondeugd blijft bestaan. Wij moeten de gevolgen va onze nieuwe positie maar goedschiks dulden. Wij zulle de haat van naijverigen trotseeren en ons verdec" tegen de dolken van booswichten." „Met alle kracht der deugd zeide Richard, en deei deze woorden van een heldhaftig gebaar vergezel gaan. Bij deze woorden barstten beiden opnieuw in lachen ui Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2