Tweede Editie,
AASFLAKBILJETTEH.
ïoor onze lenstra.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
De stem van het geweten.
13e Jaargang
Woensdag 27 November 1885
No. 3806
HAARLEM'S DAGBLAD
AB 03ST1\TE J"S
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
.Afzonderlijke nummersn 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
n de omstreken en franco per post 0.37J/2
.ALDVTE^TIEJIsrTUIIËJIN":
1—5 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertcntiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicity Etrangêre ff. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Su<p.t Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKE3; Spaarndam, C. HARTENDORP;
Zandvoort, J. ZWEMMER; VeUen, L. VENUS; IJmuidm, J. J. TJADBN; BeverwijkH. JUNGERIEf, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
BILJETTEN voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen etc kan men
ter Stoomdrukkerij vai> dit Blad
tot hoogst billijken pi<j9 laten
drukken.
Nieuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
J. C. PSERIB00H.
Officiëele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem doen te weten, dat bij hunne
beschikking van 21 November jl. aan
A. van Dam vergunning is verleend
tot oprichting van eene slachterij en
rookerij in het perceel aan de Oranje-
boomrtraat 133.
Haarlem, 23 Nov. 1895.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
de Secretaris,
C. M. RASCH.
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd:
Grina). Gezicht op de oude kaai
en de kaai Juillet-
Bonneville. De brug over de Arve.
Arton verschijnende den 16n No
vember voor den politie-reohter in
Bowstreet te Londen.
Het huwelijk van den hertog van
Marlborough met Miss Consuelo Van
der Bilt.
De allegorische teekening van den
keizer van Duitsobland.
Het herstel van de Olympisohe
spelen in Griekenland.
Een groep militaire wielrijders in
Frankrijk.
Khalil Rifaet Pasha, de nieuwe
turksche grootvizier op weg naar de
Verheven Porte om zyn post te aan
vaarden.
Manier van reizen in Columbia.
In den Congo. Nieuwsgierige in
landers.
De expeditie naar As j anti.
In den Transvaal1. Gezioht op
Johannesburg in 1889, 2. Commis-
sionerstreet te Johannesburg in 1892,
3. Paul Kruger, 4. Johannesburg in
1892: de markt.
De Engelschen in Zuid-Afrika.
Tooneelen in en om het Tanganyika-
meer.
De Indisoh-Afghaansohe grens-
commissie.
De moord op de zendelingen te
Kuoheng1. De vestiging der ame-
rikaanechemethodisten. 2 Het verhoor
der moordenaars.
Een schildeismodel.
Het Fabricius-gedenkteeken te
Osteel.
Ruw weer. (Naar de schilderij van
G. v. d. Laan. Deze 2 uit „Eigen
Haard".)
Politieke platen en portretten.
Politiek Overïieht.
De italiaacsche minister van finan
ciën deelde in de Kamer Maandag
een en ander mede over de begroo
ting. De voornaamste van die
mededee!ingen was, dat de begrooting
van het jaar 1895,96 sluit met een
batig saldo van 1.270.000 lire en het
budget van 1896/97 een saldo van
ruim 8 millioen zal opleveren, terwijl
geen uitgifte van nieuwe schuldbrie
ven wordt vereischt. Dit luidt dus
nogal gunstig, maar en dit kan
zeker geen verwondering baren bij de
herinnering aan de groote, langdurige
financieele moeilijkheden, die Italië
achter zich heeft voorzichtigheid is
nog zeer noodig, heelt do minister er
bij verklaard. Maar een feit is het
toch dat de toestand der schatkist
iets is verbeterd.
De toestand in de Aziatisohe pro
vincies sohynt rustiger te zijner
wordt van ongeregeldheden verder
geen melding gemaakt. Hoewel de
Pcrte het recht der mogendheden
erkent om een tweede schip te sta-
tionneeren, meent zij toch dat de aan
wezigheid daarvan een aan de ver-
waohting tegenovergestelde uitwer
king zal hebben. De mohamedaan-
bevolking wordt, naar aanleiding
van dat verzoek betreffende het ver
dubbelen van het aantal schepen, on-
noodig ongerust gemaakt,onnoodig om
de maatregelen, die door de Porte tot
handhaving der orde worden geno
men. Een verklaring in dezen geest
is aan baron de Calice, den oudsten
gezant, en verder aan de vertegen
woordigers der Turksche regeering
in het buitenland verzonden, om
daarvan mededeeling te doen aan de
regeeringen, en hierby is de last ge
geven om aan dezen het verzoek
over te brengen dat zij het gedaan
verzoek zullen intrekken.
Naar de Times uit Konstantinopel
verneemt duurt de onverklaarbaar
schijnende paniek der Armeniërs
aldaar voort, Vermogende Armeniërs
uit Skoetari steken dagelijks den
Bosporus over om in Pera, voorstad
van Konstantinopel, te overnachten.
In de kringen der diplomaten te Kon
stantinopel wordt een nieuwe Euro-
peesche conferentie naar aanleiding
vaD den toestand in Turkije onver
mijdelijk geachthet samengaan der
groote mogendheden zou alleen be
treffen eenige bepaalde politieke
quaesties, die onmiddellijk na afdoe
ning zouden plaats maken voor an
dere. De wederopkomende Macedo-
nisohe quaestie alleen zou een der
gelijke oonferentie noodzakelijk ma
ken.
De Times verneemt uit Athene, dat
bij Canea op Kreta Woensdag een
bloedig geveoht is geleverd tusschen
de bewoners en Turksche troepen.
De Turken hadden 16 dooden en 20
gewonden, onder wie hun bevelheb
ber. De opstand der Kretensers schijnt
een beslissend tijdperk in te gaan:
er heerscht groote opwinding in de
kringen der Kretensers die in Grie
kenland wonen.
Rusland wil gaarne een vloot- of
kolenstation hebben voor den Indi-
schen of Stillen Oceaan, vooral tegen
over de maoht van Engeland en
volgens het russische blad de Nowoje
Wrenijais daarvoor zeer geschikt
het eiland Way aan den ingang der
Malakkastraat, dat tot de nederland-
sche bezittingen behnort. Dit eiland
zou Rusland vooral zoo goed passen,
met het oog op de goede steenkolen,
die niet ver vandaar, in het zuiden
van Sumatra, zyn te krijgen. Met het
oog op Atjeh en ook om een moree-
len steun tegenover Engeland te heb
ben, zou deze nabuurschap den Ne
derlanders aangenaam kunnen zijn,
gezien van de sympathieën die
Rusland zioh verzekerd mag houden
in Nederland te vinden. In het Ne-
derlandsohe parlement zouden zeker
genoeg leden wezen die Rusland in
dezen ter wille zouden zyn.
De Vos8. Ztg. laat zich zeer scep-
tisoh uit over dit plan maar ze
begint tooh met het Petersburger
idee voor ernst op te nemen. Rusland
zegt het blad zou zioh in zqn
verwachtingen deerlijk teleurgesteld
kunnen zien, want de Nederlanders
stellen ook op de kleinste eilandjes
van hun koloniaal gebied den hoog-
sten priis, en zullen niet gesteld zijn
op een vreemde mogendheid die een
.kolenstation" als brandpunt van
agitatiën tegen Engeland zou gebrui
ken. Juist Rusland dat zoo voortref
felijk met de Mohammedanen weet
om te gaan en over sterke Moham-
medaansohe krachten besohikt, zou
in den Maleischen arohipel dubbel
gevaarlijk zijn, ook voor Nederland
en de tot nu sleohts van tijd tot tijd
voorkomende vijandelijkheden der
inlanders zouden veel grootere be-
teekenis erlangen, als zoo iets ge
beurde. Nederland heeft geen en
kele reden om Rusland in zijn doen
tegen Engeland te helpen.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina-
Haarlem, 26 November.
Nijverheid.
Maandagavond trad in de haar-
lemeche afdeeling van de Nederl.
Maats, tot bevordering van Nijver
heid op de heer F. C. Dufour van
Amsterdam, met het onderwerp elee-
trische verlichting en krachtoverbren
ging. Vele belangstellenden waren
aanwezig.
Aan de wanden waren verschillende
afbeeldingen opgehangen tot ophel
dering van het gesprokene. Na een
kort woord over de voordeelen van
het electri8ch licht voor verlichting
van besloten ruimten (geen warmts,
geen ontploffingsgevaar, geen lastig
aansteken) kwam spreker tot de ver
schillende systemen waarmee men
steden kan verlichten, en noemde
daarbij allereerst serieschakeling,
welk systeem h-1 nadeel heeft
dat bij kleine stoornis de geheele
serie onbruikbaar is en dat men niet
een lamp kan uitschakelen. Het wordt
dan ook alleen nog gebruikt op
groote emplacementen a's b.v. het
station te Amsterdam.
Dan heeft men het tweeleidernet,
dat het groote voordeel heeft, dat men
else lamp met een afsluiter kan uit
schakelen, zcodat dan ook voor elke
lamp minder de machine minder
stroom heeft te leveren. De draden
voeren naar verschillende verdeel
punten en eerst vandaar uit wordt
de stroom gevoerd in de straten. Van
dit systeem was het groote nadeel
dat het te duur werd. Bg grooter
spanning, wanneer men altijd twee
lampen achter elkaar liet branden,
had men slechts den halven stroom
noodig, hetgeen koper bespaarde. Dit
was ook niet altijd geschikt, omdat
als dan een Lmp brak in een kamer,
ook de andere uitging. Daarna vond
Hopkinson het drieleidernet met 2
dynamo's uit.
Om in groote stations, waar het
verbruik des zomers zeer gering, des
winters zeer groot is, in de eerste
periode kracht op te zamelen om die
in de tweede periode te gebruiken,
heeft men de accumulatoren in ge
bruik genomen.
Hierdoor kan men kleinere ma
chines gebruiken onder voortdurende
dagelykeche belasting. Bij het drie-
'eidernet dienen de accumulatoren
verder tot gelijkmatige verdeeling
van den stroom.
Naast het gelijkatroomsysteem heeft
men voor zeer uitgebreide netten het
wisselstroomsysteem.
Deze bereiken evenwel een te hooge
spanning, dan dat men die in de
huizen zou kannen toelaten. Tot
10,000 volts kan die stroom worden
opgevoerd, maar voor hij in de
huizen komt wordt hg door een
transformator gemaakt tot een van
_e spanning. Van dit systeem is
het nadeel, dat men daarbij geen
aocumulatoren kan gebruiken.
Waarvoor kan men dezen stroom
gebruiken Aanvankelijk eerst voor
verlichting, later ook voor beweeg-
kraoht, z. g. eleotromotoren voor
kleine industrie en voor werktuigen
verspreid over groote terreinen. In
de laatste jaren vooral in Duitschland
zijn deze motoren zeer in zwang ge
komen. Het zijn slechts kleine dyna
mo's die bij insohakeling dadelijk
draaien, geen toezioht noodig hebben,
geen heen- en weergaande deelen
hebben en geen smeren behoeven,
omdat ze loopen in zelfsmerende
kussenblokken. Hunne belangrijkste
toepassing hebben ze gekregen in
trams. Daarbij onderscheidt men
het aooumulatoren-systeem, waarbij
elke wagen een zekere hoeveelheid
drijfkracht meeneemt en het systeem
van stroomtoevoer. Het eerste tjs-
teem, hoe mooi ook theoTetiEch,
in de praktijk onbruikbaar, om
dat men zulk een enorm gewicht
mee moet voeren. Daarna bracht
men toevoer van beweegkracht
door de rails en van bjven af door
draden of wel dcor pijpen. Deboven-
grondeche geleiding is tot dusver de
meest praktische gebleker, wat men
dan ook van ontsiering der wegen
moge zeggen.
Door vereohillende aanwezigen
werden den inleider vragen gedaan,
die door dezen werden beantwoord.
Ten slotte bracht de voorz. Mr. Joh.
Enschedé een woord van dank aan
den spreker.
Verpachting van vischwater.
Door Burgemeester en Wethouders
dezer gemeente zya de navolgende
vischwateren voor den tijd van vyf
jaren verpacht.
1 de vissoherij in het Spaarne, van
het punt waar de zuiderboom heeft
"egen tot de Spoorwegbrug, de
grachten binnen en de grachten om
de stad, aan W. Kok te Spaarndam
voor f 80 's jaars
2. de vissoherij in de trekvaart
tusschen Haarlem en Halfweg-Amster-
dam aan P. J. Jukes te Spaarndam
voor f105 'sjaars;
3. de vissoherij in het Spaarne, ten
zuiden van deze gemeente beginnende
aan het punt, waar de zuiderboom
heeft gelegen tot de Ringvaart, de
Gasthuievaart van hot Zuider Buiten
Spaarne tot het blaauw bruggetje, de
Zomervaart. beginnende aan het
Spaarne en de Fuikvaart tot de
Ringvaart aan W. Kok te Spaarndam
voor f 100 's jaars
4. de vissoherij in het Spaarne ten
noorden van de gemeente Haarlem,
van de Spoorwegbrug tot de afsohei-
ding van het water, hetwelk steeds
door Rijnland wordt verpaoht, zijnde
tot de paal staande in den westelijken
oever op 340 meter uit den Spaarn-
damsohen dijk aan W. Kok te Spaarn
dam voor f400 'sjnars;
5. de vissoherij in den Mooijenhel
loopende van het Spaarne tot aan
het Penniugsveer, daarin begrepen
het Rak en de Lïede loopende van
het Penningsveer tot onder de Spoor
wegbrug aan de Amsterdamsohe vaart
en van die vaart tot aan de Ringvaart
van den Haarlemmermeerpolder enz.,
aan W. Kok te Spaarndam voor
f1050 's jaars
6. de vissoherij in de trekvaart tus
schen Haarlem en Leiden van het
begin der vaart tot aan de Brouwers
vaart tot aan de Barnaartsbrug aan
W. Kok te Spaarndam voor f85
's jaars.
en 7 de visscherij in de trekvaart
tusschen Haarlem en Leiden van de
Barnaartsbrug tot Halfweg Leiden
aan W. Akersloot alhier voor f 75,
s jaars.
BINNENLAND,
Bij koninklijk besluit is tot hoofd
commissaris van politie te Amster
dam benoemd de heer Franoken,
commissaris van politie te Maastrioht.
De heer J. A. Franken werd te
Delft geboren en is thans 35 jaren
oud. Hij genoot zijne opleiding tot
offioier aan de K.M.A. en werd in
182 lot luitenant benoemd.
Van zijn diensttijd bracht hy 5
jaar in Indië door, waar hy zich in
Atjeh onderscheidde.
In 1S90 werd de luitenant Franken
weder bij het regiment grenadiers in
gedeeld; het volgend jaar trad hij
op als luitenant-adjudant te Doesburg
by de infanterie.
In Sept. 1893 werd hy gepension-
neerd en genoot zijn opleiding voor
het politievak bij den heer Voormo
len te Rotterdam.
Sedert December des vorigen jaars
was de heer Franken commissaris
van politie te Maastrioht.
Het koniafclyk besluit zfiner benoe
ming (van 23 Nov. no. 27) is opge
nomen in de Staatscourant van 26
dezer.
Uit de Staatscourant.
By Kon. besluit is aan mr. A. F.
L. graaf van Reohteren Limburg,
gezantschapssecretaris 2e kl. in al-
gemeenen dienst, vergunning verleend
tot het aannemen der versierselen
van ridder 3e kl. der Pruisische
Kroonorde, hem door Z. M. den
Keizer van Duitsohland, Koning van
Pruisen, geschonken.
Bij Kon. besluit is benoemd tot
offioier van justitie by de arr.-reoht-
bank te Alkmaar, mr. J. C. baron
Baud, thans subst. offioier van justitie
by de arr. reohlbank te Amsterdam.
By Kon. besluit zyn benoemd, tot
kantonrechter-plaatvervangerin het
kanton Eist, N G. Francken, notaris
te Eistin het kanton Ter-NeuzeD,
J. N. J. Boom, inapeoteur der dir.
belast., invoerr. en aco. te Ter-Neu
zen.
By Kon. besluit is benoemd (ot
notaris binnen het arr. Amsterdam,
ter standplaats Amsterdam, J. A.
Ritman J.-Hz. cand.-notaris aldaar.
Hartjesdag.
Gerrit sohryft in zijn Tooneelcau-
serie „Uit de Koffiekamer" in de
2 elegraaf
ln het buitenland beklagen ze zioh
soms, wanneer in een stuk een naam
voorkomt, die toevallig ook de naam
van een nog lovend raensch is. Dat
geval heeft zioh du ook te Amster
dam voorgedaan. Buderman zat met
eeu voor deze dagen nog al vrien
delijk gezicht op z'n kantoor, toen
er binnenkwam een roode, vleezige
gezonde fabrieksmeidpaars jak,
zwarte rok, roode kousen, zwarte
pantoffels, glimmend baar en haar
krulletjes op hot voorhoofd geplakt.
Buderman keek op.
„Wat blieft u?„
Ze begon te snikken„Meheer,
je hebt me geschandaliseerd."
„Wat blief?"
'tls 'n' sohandaal, meheer I We
binne met z'n veertigen op de Wa>
kaarsenfebriek, waarom mot je mijn
alleen verbaüsoeren
„Ik begriip je niet, kind!"
„Je speelt nou 'n stuk van den
Hartjesdag en je zet op 't biljet, dat
Kee van de Waskaarsenfebriek mee
doet D'r binne bij ons wel tien Mie's
en vyf Trui's, maar d'r is maar een
Kee en dat ben ik
„Ben jy Kee
„Zoo waaraohtig as ik hier sta!"
„Maar, wat zou dat nou?"
„Wat dat zou Dat de meiden van
de febriek me in veiling nemen, zal
me zorg zyn. Dat binne tooh 1
Maar ik heb twee jaar verkeering
aan 'n marinier Die heit me
gezeid: „ze hebben je op de plan
ken gebraohtl En nou iaat ie me
zitten. Dat heb-je d'r nou vanDat
heb-je d'r van"
Ze kreeg een half zenuwtoeval.
„Kind* zei Buderman, vaderlijk
„hier heb je twee vrijbiljetten voor
Naar het fransch
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK IX.
30)
Eenige minuten later kwam langzaam eene gedaante
te voorschijn uit een gat, in de helling van den weg
gegraven, en dat den herders tot schuilplaats diende.
Deze gedaante sloeg denzelfden weg in als Msxime. Het
was Simplice. De jonge idioot had 6enige uren in de
schuilplaats geslapen en keerde kalm naar Stangala terug.
HOOFDSTUK X.
Zes weken na deze gebeurtenissen waren Maxime en
Camille gehuwd. Met eene reis door Frankrijk, Zwit
serland en Italië werden de eerste maanden van het
huwelijk doorgebracht, Maxime had deze reis gewild,
eenigezins tegen het verlangen van Camille, die er de
voorkeur aan zou hebben gegeven onmiddellijk op Stan
gala te komen wonen en het goud, dat haar echtgenoot
rondom zich zou uitzaaien, in goede daden om te
zetten.
De echcone natuurtafereelen in du Midi, de majes-
tueuse pracht der Alpen, de schilderachtige steden in
Lombardije, Toscane en den Romeinschen Staat, deden
haar achtereenvolgens de ruwe berglandschappen van
Bretagne vergeten. Zonder eenige tegenwerping te ma
ken, liet zij zich tot in Sicil leiden, waar zij vol geest
drift eene uitbarsting van de Etna aanschouwde. Maar
toen Maxime haar te Palermo voorstelde om nog tot
Konstantinopel door te gaan, beklaagde zij zich glim
lachend over een aanval van heimwee en onmiddellijk
werd besloten terug te keeren. Met welk eene vreugde
was de jonge man van Bretagne naar het italiaaneche
schiereiland gereisd 1 Met welk eene vervoering had hij
zijne liefde voor Camille doen deelen met de bewonde
ring voor de meesterstukken van natuur en kunst, die
hij had kunnen bewonderen 1 Het is zoo genotvol om
zich hand in hand te laten meevoeren door haar, die
men liefheett, te midden van de drukte of de een
zaamheid en met haar alle aandoeningen te deelen, de
landstreken en de bewoners rondom zich te zien ver
anderen, terwijl ons hart alleen niet verandert. Tot op
het oogenblik, dat deze reis in den vreemde ophield,
had Maxime zich steeds vroolijk en levendig betoond.
Zijne vurige liefde hield gelijken tred met de levendig
heid van zyn geest. Dikwijls hadden zijne oorspronke
lijke opmerkingen, en zijne geestige woorden Camiller ge
woonlijk van ernst sprekende lippen tot een lach ge
plooid. Blijkbaar werd zijn geluk door geen enkele j
kwellende, angstige gedachte verstoord. Zijn wil had op
zijn geweten het overwicht behaald. Maar nauwelijks
was de terugreis aangevangen, nauwelijks moest hij aan j
zijne aanstaande terugkomst op Stangala denken, of 1
sombere schaduwen gleden over zijn gelaat en een zwaar
moedige ernst openbaarde zich in zijn toon en houding.
Deze verandering van humeur, die in den beginne bijna
onmerkbaar was, deed zich steeds duidelijker gevoelen
naarmate het jonge paar verder in Frankrij k doordrong,
gezeten in hun reiswageD. Vooral in de nabijheid 5
van het kasteel, dat zij zouden gaan bewonen werd de 1
verandering op Maximes gelaat duidelijk zichtbaar. Ca
mille maakte er zich ongerust over.
„Scheelt je iets Maxime?" vroeg zij en drukte lij)
hand.
„Mij niets," gaf hij ten antwoord met een eeniga- 1
zins gedwongen lach.
„Spijt het je dan, dat onze reis niet langer heeft ge-
duurd
„In jou gezelschap Camille, kan ik niets betreuren." j
„Is dat volkomen waar
„Zeer zeker."
„Dat is zonderling! Het schijnt mij juist toe, alsof
je iet« van je vroolijkheid op Sicilië hebt achtergelaten.
Als dat zoo is, laten wij dan spoedig terugkeeren om
het op te sporen, dan zullen wij het tot Konstantinopel
met ons meevoeren."
„Onnoodig lieveling, wij zullen het hier wel terugvin
den en het bewaren," antwoordde Maxime en omhelsde
Camille teeder.
„Dank je. Nu ben ik gerustgesteld," antwoordde de
jonge vroaw zachtjes.
De postkoet?, voortgetrokken door twee goede, bre-
tagnische paarden, daalde op dat oogenblik eene helling
at, vanwaar men het gezicht had op Stangala met zijn
witten voorgevel en zijn omgeving van geel gebladerte
der boomen in herfstdos.
Maxime was do eerste die het zag. Er ging eene ril
ling door zijne leden.
„Wij zullen er weldra zijD," zeide hij met een onhoor-
baren zucht. „Ziedaar onze woning, nog ongeveer twee
mijlen van hier."
Hij strekte zijne hand in de richting uit van het
kasteel. Camille boog zich uit het portier.
„Ja, ja," zeide zij vrcolijfr. „Ik zie het wat is hel
mooi! wat een prachtig huis! en zulk een groot
park 1 en wat een prachtig uitzichtHier de
bergen en ginds de zee."
M xime verzonk in gedachten.
„Les Ravines" ligt aan don linkerkant," vervolgde
Camille. „Wij kunnen het niet zien, de berm van den
weg beneemt ons het uitzicht. Dat doet er echter niet
toe, ik breng het van verre een hartelijken groet, want
ik ben er bijna even gelukkig geweest.1'
„Gelukkig!" mompelde Maxime verstrooid.
„Zeker; als ik het tijdstip toen mijnheer Bamalec
mij kwelde met dat huwelijksplan betreffende Martin
Scaër uitzonder, heeft myn vader zich bijna altijd zeer
goed en toegevend jegens mij betoond."
„Hij is niet slecht, dat geef ik toe, alleen hebzuchtig.
Het was ook niet omdat wij „les Ravines" passeerden,
dat ik het woord „gelukkig" herhaalde."
„Waar dacht je dan toen aan?"