vanavond. Ga jig nou 's kijken met je
marinier, dan kun je zien, dat je d'r
niks mee te maken hebt."
's Avonds bij den uitgang zag Buder-
man het verzoende paar„Nou Kee
„Hg heit 't zeivers gezien. 'tWas
wat lolligWe hadden wel mee
willen doen."
Op last van de justitie te Amster
dam is onderzoek ingesteld naar het
overlijden van een kind van een
bewoonster van de Rozenstraat al
daar.
Na opening van het lijkje is een
scheikundig onderzoek gelast. De
reden daarvan is vermoedelijk dat
het kind dat frisch en gezond was,
plotseling is overleden door het toe
dienen van aftreksel van zoogenaam
de papaverbollen.
Eerstdaags zal voor de eerste maal
in Amsterdam arriveeren het oirous-
gezelschap-Corfy Althoff bestaande
uit artiesten van den eersten rang
en met zioh voerend een 100 tal
paarden van het edelste ras en 4
olifanten.
Het gezelsohap, dat van Christiania
komt, zal zgn voorstellingen geven
in het circusgebouw van de maat-
sohappg „Arena".
Zondagavond heeft aan het station
te Weesp een vreeselgk ongeluk
plaats gehad. In den looaaltrein, die
om ongeveer 7 uur te Weesp arriveert
bevond zich een inwoner dier plaats,
die, daar hg was gaan slapen, niet
had gemerkt, dat de trein aan het
station Weesp had gestopt. De trein
was al in gang toen hg zgn verzuim
bemerkte. Wellicht nog slaapdronken,
traohtte hij toen uit den trein te
springen, met het ongelukkig gevolg
dat hij de waggons midden over zijn
lichaam kreeg. De ongelukkige
onmiddellijk een lijk. Daar een wagen
door den schok was gederailleerd,
had de trein een oponthoud van een
uur.
Zaterdagmiddag jl., ter gelegenheid
van een kindervoorstelling viel door
een misstap de beer P. Stadegaard van
,,'t Kalf' te Zaandam, van een der
trappen van bet café „Neuf", van
den heer J. de Boer, aldaar. De heer
S. had het ongeluk daarbij op het
hoofd te vallen, waardoor bij onmid
dellijk door een beroerte werd ge
troffen, tengevolge waarvan hg na
verloop van een paar uur is overle
den. De heer Stadegaard is een te
Zaandam algemeen geacht en gezien
ingezetene.
Het vijfjarig doohtertje van den
heer de Boer, dat zioh juist aan de
trap bevond, kreeg den heer S. in
zijn volle zwaarte op zioh, waardoor
het kind eon been brak.
Maandagmiddag omstreeks 3 uur
zwaaide de uit Rotterdam vertrekken
de Harwichboot Vieona. De veerboot
op CharloiB, Katendrecht I, trachtte
er nog voorbij te komen, maar raakte
bekneld tusschen de Vienna, en een
andere Harwichbcot, die, met een
lichter op zij, vaslgemeerd lag. De
veerboot werd letterlijk gekraakt.
Eenige der passagiers sprongen over
op den lichter. Onmiddellijk kwamen
de bootwerkers, die de Vienna gela
den hadden, te hulp zij trokken de
Katendrecht I naar het veerhoofd
de overige passagiers sprongen aan
wal, en dadelijk zonk het bootje. De
Vienna beschadigde haar roer, zoodat
ze weer naar den steiger terug moest.
De goederen moesten gelost worden,
en overgeladen in de Harwichboot
Amsterdam, die juist was aangeko
men. Door uiterste krachtsinspanning
met een leger bootwerkers, kon de
Amsterdam desavonds te halftien in
plaats van de Vienna vertrekken.
Persoonlijke ongelukken zgn niet
voorgekomen. Van de Katendrecht I
moeite van onder de locomotief ver
wijderd en op last van den burge
meester, die dadelijk op de pla-tts
van het onheil wa°, gekist en naar
het daarvoor aangewezen gebouwtje
op de begraafplaats gebracht. De man
laat eene weduwe met vijf kinderen
achter.
De machinist was bezig met kolen
scheppen, toen het ongeluk plaats
greep, en schijnt daardoor den man
niet gezien te hebben.
Door de gemeentepolitie te Roer
mond zijn aangehouden en ter be-
sohikking der justitie gesteld J.
Kirsch uit Brazilië en J. Rusing uit
Rusland, wegens het uitgeven van
een biljet van 50 dollar, weik papier
niet meer geldig is.
Men vond bg hen voor eene som
van f1250 van dat papier, verborgen
in hunne kousen.
Het kasteel „De Haar.'*
De herstelling van het kasteel De
Haar geeft aanleiding tot het afbre
ken der woningen welke de kom
vormden der gemeente Haarzuylen.
Aangezien bijna alle woningen thans
toebehoorea aan baron E. van Zuylen
van Nijevelt en ook weer op zgn
gronden zullen worden herbouwd, za!
de herbouw van dit dorp geschieden
in denzelfden geest die geleid heelt
bij de herstelling van het kasteel,
Het Rechthuis, tevens herberg, ont
werpt n door den architect Joseph
Ccyper.", de pachthoeven, bruggen en
arbeiderswoningen, onder Riding der
architecten Jac. van B raaten te
Utrecht en Jac. van Gi s te Rotter
dam, zullen een ond-Nederlandsch
karakter dragen, en op die wijze zal
daar een blijvend Oud-B-, lland in
leven worden geroepen.
De aardwerken van grachten 1
wallen werden in dit najaar reeds
voltooid. Vtor 1 November 1896
moeten alle inwoners naar hun nieuwe
woningen verhuisd zijo.
Architectura
ATJEH.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het gou-
nement Atjeh en Onderhoorigheden,
loopende van 29 Sept. jl. tot en met
12 Oot., wordt door de Jav. Cthet
volgende ontleend
G r o o t-A t j e h. Kleine benden
gaven nu en dan bewijs van hun
aanwezen door het doen van enkele
schoten op of nabij onze buitenste
versterkingen, zonder ons eohter
eenig nadeel te berokkenen.
Door het volk van Toekoe Djohan
zgn drie aohterlaadgeweren ontnomen
aan, en twee paoglima's gedood van
de kwaadwilligen.
Toekoe Kadli Malikoel Adil, hoe-
loebalang van Masdjid Raja keerde
of koningstijger tot f 100, en een'eens een buitenkansje voor de^bevol-
gevlekten of zwarten* tgger tot f 30. j king, die zeker niet na zal laten de
Ook heeft de Regeering aan onzen J uitgeworpen zwavel te verzamelen en
resident opgedragen om hen, die voor i voor een aardig duitje van de hand
het dooden van tijgers de premiën te zetten. In gevallen als deze Bobijnt
wenschen te ontvangen, eigenaars te j 't lang niet onvoordeelig te zijn, om
laten van de huiden, maar maatre
gelen te nemen om te voorkomen
dat de premies meer dan eens voor
het dooden van hetzelfde dier worden
uitbetaald.
Om de bevolking zooveel mogelijk
aan te moedigen tot het dooden van
tijgers, is bovendien nog besloten ook
den administratieven omslag, welke
veelal aan de uitbetaling van premie's
voorafgaat en waardoor de belang
hebbenden dikwijls geruimen tijd op
de bun toekomende gelden moeten
van de Westkust met 13 gezinnen I waohteB, te verminderen. Na vertoon
(uitmakende 62 personen), welke j 7an ^et vel van het gedoode dier
vroeger waren uitgeweken, weder
naar hunne oude woonplaatsen, in
de onmiddellijke nabijheid van Kota-
Radja terug. Meerdere familiün zullen
volgen.
P o e 1 o e-W e h. Met het bouwen
kan men nu de premie dadelijk uit
betaald krijgen. Wachten, zooals
voorheen, totdat de regent en de
assistent resident gehoord zgn, behoeft
niet meer.
Ook wordt de bevolking door het
Koloniën,
LOMBOK.
Aan de Soeo\ Ct. wordt geschreven
Niemand, die hier komt, zal zioh
een begrip kunnen vormen van den
oorlog dio gewoed heeft. Wel liggen
aan het strand duizenden klapper-
boomen geveld en hebben vele, die
zijn blijven staan, hun kruin verloren,
maar toch ziet men zelfs daar reeds
een menigte woningen herrijzen vao
planken of Kadjang matten en met
zinken afdaken. Woningen meesten
tijds door Arabieren en Chineezen,
die handel komen drgven, daar ge-
stioht Zij zullen wel spoedig vervan
gen worden door grootere toko's.
In het binnenland is de rust vol
komen. weergekeerd. De Sawahs
worden beplant en de levensmiddelen
zgn, nu de bevolking beveiligd wordt1
door onze soldaatjes, tot het normale,
dat is een zeer mati=( peil, gedaald.
Een kuiken kost hier 25 pengs of 5
cents, een volwassen kip het dubbele.
Een sappie met kalf krijgt men voor
f 15 een picol rijst voor f2 en de
rijst is zeer goed. Klappers heeft
men om zoo te zeggen voor het
plukken en voor 20 gulden rgdt men
met een span paarden, al zgn het
dan ook maar Biameesji
van sohroefpaleu voor den tweeden Europeesoh en iulandsch bestuur
steiger werd voortgegaan. Zeven en aangemoedigd om de plaag te be-
twintig palen werden in de afgeloo-
pen maand ingedraaid, waardoor het
totaal der geplaatste palen 33 be
draagt en 9 vakken geheel konden
worden gemonteerd. Met het plaat
sen der meerpalen werd een aanvang
Onderhoorigheden. Noord
kust. Door de slechte ontvangst den
pretendent Sultan in de Gigienstreken
ten deel gevallen, gat deze, op raad
zijner vertrouwden, het plan voor
den tocht naar Kemala voorloopig
op.
Oostkust. Geene bijzonderheden.
T~\ i ixwfc ll/gOLUUUlUiaUUl,
Westkust. Nabg Poeloe Dawoewer- zes maanden door hem was waarge-
m aQnirra Kanna anronmon oft7T\m_ t -
strijden door vergif, wali kambiog.
vallen en rentjoes.
Op 24 Ootober des oohtends 9 uur,
waren de officieren der garnizoenen
Batavia en Mr. Cornelis, onder bevel
van generaal Segov, vereenigd in de
voorgalerij van den leger-comman-
dant, ook de officieren der schutterij
waren daar tegenwoordig.
Het Bat. Nieuwsblad deelt omtrent
de overgave van het legerbestuur het
volgende mede
Nadat generaal Segov had doen
uitkomen, dat het legeroommando
den eenige handelsprauwen, afkom
stig van Raboean Hadji, door Toean
koe Abdulmadjid, neef van den
pretendent Sultan beroofd. Deze werd
hiervoor gestraft door vernietiging
van zijn vaartuig, hetwelk door Hr.
Ms. Nadura voor de monding der
Bakongan-rivier werd stuk gescho
ten.
Ook de door den vorstelijken zee-j
roover vermeesterde prauwen werden
door dit oorlogsschip hernomen en aan
de eigenaars teruggegeven.
De weersgesteldheid kenmerkte
zioh door veel regen vooral in het
gebergte, waardoor de ri\ ieren zwol
len en sohade aanriohtten.
De gezondheidstoestand was over
het algemeen ODgunstig. Het gemid
delde ziekteojjfer bedroeg 27 tegen
26 en dat van de beri-beri 16 legen
15 gedurende den vorigen verslagtgd.
Het sterfteogfer was lager.
Aan een Bohrijven uit Ned.-Indië
is het volgende ontleend
„Onlangs had ik gelegenheid ver
schillende posten in Atjeh te bezoeken
waar ik sedert een paar jaren niet
geweest was. Mgn indruk is, dat men
alleszins reden heeft zich te verheu
gen, dat de tegenwoordige politiek
verder zal worden gevolgd.
nomen, bedankte hij alle officieren
voor den hem verleenden steun, als
mede die der d.d. sohutterij voor hun
aanwezigheid, en verklaarde hij, dat
het commando mits deze overging op
den aanvankelijk met dien rang ge-
pensionneerden, maar sedert in ao-
tieven dienst herstelden luitenant
generaal Velter.
Deze nam nu het woord. Hij deelde
mede, dat hij niet gedacht had in
Indië terug te keeren, toen hij naar
Nederland vertrok, maar dat hij zich
door de omstandigheden genoodzaakt
bad gezien, om aan den drang dor
Regeering toe te geven. Nu was hg
weer blijde, dat hij zich opnieuw te
midden van de Indische offioieren
zag. Het is de gewoonte, zeide de
generaal, om bg gelegenheden als
deze een beroep te doen op de me
dewerking en de plichtsbetrachting
der officieren, maar ik acht dit niet
noodig, omdat het mij bekend is, dat
de Indische officieren altijd hun plicht
doen.
De generaal wees echter op de
noodzakelijkheid der kameraadschap.
Niet, dat hij aan haar afwezigheid in
het indische leger twijfelde, maar hij
geloofde toch wel, dat er aan die
kameraadschap, die te velde zoo dik
werf duidelijk zichtbaar was, in het
„We moeten eohter niet stilzitten garnizoen iets haperde. Z. E. bedoelde
i i!a V TT WAütima rraKoal uon Hn 1
en de XXII Moekims geheel van de
XXVI afsluiten door twee nieuwe
bentings Tjot Madi en Ketapang
Meot (beoosten Kroeng Gloempang).
Binnen betrekkelijk korten tijd zal
het dan in de XXVI Moekims even
veilig wezen als nu in de XXV.
„Het ongeluk van Atjeh was de
zeer verklaarbare zucht van iederen
in ook maar ciameesjes. cuoiou
De bevolking gaat sober gekleed.bewindsman om aan den oorlog in
De meeste mannen en vrouwen dra- korten tijd een einde te maken. Ik
steekt alleen een stuk van de pijp schrijft
boven water uit. Heden zou ze wor- jn een mijner
den gelicht. N. B. Ct.
gen het bovenlijf geheel ontbloot. De
eenige weelde, die men kan opmer
ken, is te vinden in de krissen, die
somtijds waarlijk prachtig zgn. Te
midden van klatergoud, rood en
groen email, zgn robijnen en niet
zelden diamanten aangebracht. Zulke
wapens, die een waarde van twee a
drie honderd rijksdaalders vertegen
woordigen zgn geen zeldzaamheid.
Een correspondent van het B.Hbld.
Zondagochtend waren in de nabij
heid van Ilpendam eenige hengelaars
aan bet prijsvisschen in het Noord-
Hollandeche kanaal. Een hunner ving
een baars. Verheugd liep hij achter
uit, doch kwam tusschen de rails
van de stoomtram terecht juist op
vorige corrospon-
dentiën schreef ik reeds het een en
ander omtrent het graf van wijlen den
generaal Van Ham Het doet me
genoegen thans te kunnen mededeelen
dat het gereed is niet alleen, doch
dat het ook een goed stuk werk is.
Het is 8 M. lang en 8 M. breed,
zoodat allen, d. w. z. de luitenant
Musquetier en 18 minderen, er ,'ook
het oogenblik, dat een trein in de! in rusten. Het wordt netjes onder-
onmiddellijke nabijheid kwam aan-[houden en de militairen doen het
8toomen. De ongelukkige visscherallen, zonder uitzondering, met ge
werd door de machine neergeworpen j noegen, want v. Ham was bemind
en was terstond een lijk. Het akelig bij ieder die hem kende,
verminkte lichaam werd met veel
echter overtuigd dat er nog
menige Gouverneur-Generaal te Bui
tenzorg zal optreden, alvorens in
Atjeh de toestand van orde en rust
zal gevestigd zijn, welke men in vele
streken van den Arohipel aantreft.
Tooh gaan wij vooruitlangzaam
maar zeker, op de oud-Hollandsche
wijs, de beste.
..Óp Poeloe Weh vorderen de
werkzaamheden goed. Als er slechts
kapitaal gevonden wordt, om de
zaken flink aan te pakken, kan daar
een flink station van beteekenis ont-
staaD. Of dat het geval zal wezen?'»
Uit Japara wordt geschreven aan
Da Loc.
In het district Bandjaran wemelt
het van tijgers. Hun roofzucht en
stoutmoedigheid kennen geen perken,
zij zijn de schrik der bevolking.
Daarom is de premie voor het vangen
eigenlijk die soort van hoogere ka
meraadschap, die den mindere ver
trouwen doet stellen in den meerdere
of oudere, want dat vertrouwen, dat
uit een ridderlijk en ferm voorbeeld
ontsproot, dat was het, waaraan men
die hoogere kameraadschap kende.
Vervolgens richtte do generaal het
woord tot den overste Penn en zgn
officieren Hun had hij niets van dien
aard te zeggen hg kende den overste
en ziju korps en zij kenden hem. Hij
hoopte, dat de overste nog lang de
eer zou mogen hebben om aan het
hoofd van dat kranige korp3 te
staan.
Daarna nam de generaal het com
mando op zioh, den generaal Segov
bedankende voor de waarneming.
Ten slotte vielen de gebruikelgko
saluutschoten en werden alle offioieren
bedankt.
De zoo eenvoudig uitgesproken
woorden van Z. E. maakten op de
aanwezigen een goeden indruk.
dicht bg een vuurberg te wonen,
ofschoon wij van onzen kant liever
op een eerbiedigen afstand van een
in werking zgnden krater wensohen
te big ven.
Omtrent de aardbeving van Zondag
namiddag 20 Ootober wordt nog
medegedeeld, dat de beweging veel
langer heeft geduurd, dan men over
het algemeen kon waarnemen. Merk
waardig was de zachte trilling, die
aan de sterkere sohokken voorafging.
De aardbeving is zelfs te Djokja,
dooh in mindere mate, gevoeld.
Uit Soekaboemi sohrgft men aan
de Jar a Bodedat Zondag jl. ook daar
de aardbeving is gevoeld en wel om
4.15 namiddags; de schokken duurden
onafgebroken 76 seconden en waren
hevig.
Het Bat. Nieuwsblad meldt, dat de
milde overvloed van regen, als een
reactie gevolgd op de langdurige
felle droogte, aanhoudt. Dat het ook
in de bovenlanden goed geregend
heeft, bewijst de hooge waterstand in
de rivieren.
Letteren en Kunst.
Johanua Van Woude.
Laten wij in deze voor haar zoo
droevige dagen niet vergeten dat de
sohrijfster van „Hollandsch Binnen-|ren vervuld en van het stuk gemaakt
24 Nov. 1895.
Uit Amsterdam.
Hollandsche SchouwburgDirectie
le Gras Haspels. Een ontaard
Vaderklucht in 3 bedrijven van Hans
Fischer in Joseph Jar no, door M.
Hoefnagels.
Willem Van Zuylen's naam op het
programma, ergoeen volle zaal
tenminste stalles en baloons uitver-
kooht. Als Van Zuylen optreedt in
de een of andere kluoht, die in Ber
lijn opgang heeft gemaakt (deze werd
den 18en September van dit jaar in
het Residenz Theater aldaar voor
het eerst opgevoerd) dan maakt
het goedlaohsche publiek zioh op naar
den schouwburg, waar dit monster van
„komiekigheid" te zien is en laoht den
laoh der onnoozelen; lacht om de onmo
gelijkste onmogelijkheden, laoht om
de olown-achtige grappen der optre
denden en zegt later dat het „zioh
geamuseerd heeft."' Zoo ook hier
weder. De inhoud van „Een ontaard
Vader" na te vertellen is, zonder
vervelend te worden, onmogelijk; het is
de oude geschiedenis van verwarring
op verwarring ;Jde verwarringen, di§ in
alle kluchten voorkomen. En tooh valt
het te loven, dat verdienstelijke too-
neelspelers, als de meeslen bij dit
gezelschap zijn, hun taak ernstig op
vatten, als gold het niet een stuk, dat
wordt opgevoerd om den Mammon te
dienen, maar ais dienden zij de kunst.
En van Zuylen, Rosier Faassen, Tar-
taud en Alex Faassen, mevr. v. E ijs
denVink. Rika Haspels eu mevr.
BurlageVerwoert hebben hunne
(helaas 1 dankbare) taak naar behoc-
huisje" een niet te loochenen aan
spraak heeft op de genegenheid en
dankbaarheid van geheel Nederland;
laten wij niet vergeten, dat zij met die
liefelijke sohepping een afdoend be
wijs heeft geleverd van hare hooge
reine opvatting van het huwelijks
leven, en dat „Hollandsoh Binnen
huisje" bewust of onbewust een open
baring is van haar eigen gelooven
en hopeD.
Zij heeft getoond, dat het haar niet
te doen was om een financieel voor-
deebg huwelijk. Zij heeft als de hoofd
persoon in „Hollandsch Binnenhuisje"
met allen eenvoud genoegen willen
nemen, en heeft steeds als zuinige
huisvrouw en trouwe moeder haar
plicht betracht, om zioh onderwijl op
letterkundig gebied verder te ontwik
kelen en ook op die wijze welvaart
over haar huisgezin te brengen.
Aan welk nameloos lijden moet zij
ten prooi zijD, nu zij, die door haar
letterkundig talent fijngevoeliger en
ontvankelijker voor indrukken is dan
wie ook, zioh te verdedigen heeft
tegen een besohuldiging van misdaad,
den reohter van instructie als
eenig mensohelijk wezen ziet te mid
den van de verschrikkingen van het
jvangenisleven
Men zegt dat de aanleiding tot de
oneenigheid in het huishouden van
de schrijfster gelegen is in het feit,
dat haar echtgenoot, notaris gewer
den, niet meer passend vond, dat
zijn vrouw verder schreef en haar
dit wilde beletten. Maar wie vermag
aan een roos verbieden om te bloeien,
of aan een vogel ontzeggen om te
zingen
Nog laat het zioh aanzien, dat zg
part nooh deel heeft aan de daad,
waarvan men haar besohuldigd heeft,
maar zou deze kwestie in elk geval
geen vingerwijzing zijn om de wet
ten gunste der vrouw wat te veran
deren, en in de eerste plaats zoo
spoedig mogelijk het scheiden wat
gemakkelijker te maken
En indien het onverhoopt toch
waar mocht zijn, dat zg tot die
wanhopige daad haar toevlucht heeft
genomen, laten wij dan bedenken
ïoeveel lijden en strijden aan dat
besluit zal ziju voorafgegaan, laten
wij bedenken, dat zg als trouwe
moeder, als flinke huisvroaw, als
gevierd auteur en als dochter van
een geëerd man, wel bitter door den
nood gedrongen moet zgn geweest
vóór zij tot zoo iets kwam.
Zij moet als een gejaagd hert in
haar radeloosheid en vertwijfeling
niet meer hebben geweten wat zg
deed; want dat het ontdekt zou wor
den en wel direot, lag voor de hand.
Maar bovenal laten wg bedenken,
De vulkanen in onzen arohipel
schijnen thans als bij afspraak te
willen toonen, dat zij nog lang niet
uitgedoofd zijn, zegt het Bat. Nieuws
blad. Wg' vernemen nu datdewelbe- dat de notaris steeds gezond en levend
kende GoenoengDerapo gelegen op op zgn beenen is gebleven en wel
de grens van Benkoelen en Palem- j erg vlug is geweest, om een zoo
„aa[um Bbang weder in werking is en tot twee gruwzaam schandaal te maken, en
of dtoden van tijgers aldaar bij spe-[ malen toe groote hoeveelheden zwa-jdat nog wel nu de echtscheiding aan-
oiaal besluit van het gouvernement vel heeft uitgeworpen, gepaard met1 staande was. Tel.
verhoogd, wat betreft een gestreeptenonderaardsch gerommel. Dit is nog I
wat er van te maken viel. Zoolang
deze soort stukken in den smaak
van het publiek blijft vallen, is er
geen Loop, dat van ons tooneel nog
eens een verheffende, veredelende in
vloed zal uitgaan.
Vooraf ging „Liever niet", een niet
onaardig lever de rideau van Henrici
(Beijer's Tooneelbibliotheek le serie
No. 4) dat ik hun, dis in de tooneel-
speelkunst „lielhebberen" ten zeerste
kan aanraden. Zij zuilen suoces heb
ben bg hun welwillend auditorium.
T
AfscheidsvoorsteJling van den
Scandinavischen Circus.
Sohumann heeft Maandagavond af
scheid genomen van het cirouslievend
publiek, dat hem zulk een warm hart
toedraagt. Voor een klein, maar en-
thousia8lisoh publiek heeft hg voor de
laatste maal in dit seizoen de hooge-
school gereden jen zijn acht in vrij
heid gedresseerde rapbeDgsten voor
gesteld, maar op de programma's
heeft hij zijn vrienden een tot weer
ziens toegeroepen. Zwart op wit heeft
hij verklaard, dat hij sleohis tijdelijk
Amsterdam verlaat, waar „hij zioh
mocht verheugen in een buitengewoon
talrijk bezoek en een bijna voorbeel-
deloozen bijbal."
In de stallen alleen de paarden,
die voor deze dank- en afscheidsvoor-
stelling noodig zijn en op het dienst
rooster alleen mededeeliDgen, waar
en hoe laat alle artisten met hunne
bagage moeten aanwezig zijn om naar
Dresden te vertrekken, waar het ge
zelsohap "Woensdagmorgen aankomt.
Hetgeen Sohumann met zijn gezel
sohap in het afgeloopen seizoen „ge-
leistet" hebben, al het fraais dat hg
op equestrisoh gebied ons heeft ver
toond, geeft mij aanleiding mg' aan
te sluiten bij de hulde, die Sohumann
dien avond door zijne vele vrienden
werd gebracht zich uitende in de
aanbieding van twee bronzen groepen
op zijn vak betrekking hebbende en
een fraaie lauwerkrans. Aan mevrouw
Clara Schumann werd een kunstig
van was vervaardigde tak orohideëen
op spiegel vereerd. Mogen wij
spoedig dezen oirous weder het wel
kom in Amsterdam toeroepen.
Tot Maandag is voor de Ned. Opera
steun toegezegd voor circa f14.000.
De Londensche tooneelspeler Pen-
ley is dezer dagen voor de duizend
ste maal als Charley's Tante opge
treden. Bijna drie jaar lang heeft hij
avond aan avond en nog tweemaal
per week een middag extra, dezelfde
rol gespeeld.
Een telegram uit Newyork meldt
het overlijden van den zeeschilder
Maurits Frederik Hendrik de Haas,
in den ouderdom van 63 jaar.
De Haas wa3 te Rotterdam gebo
ren, studeerde aldaar en te 's Graven-
hage, en ging in 1851 naar Londen.
„Aan Stangaia."
„Verklaar mij die geheimzinnigheid als 't je blieft?"
„Gaarne, lieve Camille. Ik vroeg mijzelf af, of je
na een paar jaar in dit huis zoo eenzaam te hebben
gewoond, nog zoudt kunnen uitroepenik b9n geluk
kig geweest! en hieraan twijfelde ik ondanks mijzelf."
„Wat een denkbeeld Heb ik dan op „les Ravines"
meer afleiding gehad dan Stangaia mij kan aanbieden
„Dat zeker niet."
„Welnu dan?"
„WelnuWat zal ik je zeggen de smaak verandert
dikwijls met de omstandigheden. Eene jonge vrouw is
niet altijd tevreden met hetgeen voor het jonge meisje
volstaat."
„Het is mogelijk," antwoordde Camille met een
glimlach. „Als jong meisje leefde ik afgezonderd op eene
soort landhoeve, op den top van een heuvel, als jonge
vrouw heb ik tot woonplaats een kasteel, in een be-
kocfrlijk dal gelegen. Je zult tooh moeten bekennen,
dat ik zeer slecht te voldoen zon zijn, als deze veran
dering in mijne positie niet voldoende was."
„Je hebt het recht nog veel meer dan dat te wen
schen en te verkrijgen, lieveling."
„Ik verzeker je Msxime, dat ik je niet begrijp.'^
Bij het uitspreken van deze woorden vestigde zij op
hnar echtgenoot een blik vol verbazing en nieuwsgie
righeid. Deze dacht een oogenblik na, wierp een snellen,
somberen blik in de richting van Stangaia, en ant
woordde toen:
„Je bent ieng, je bent schoon en rijk. Dat zgn wel
wat te kostbare gaven voor de eenzaamheid. Het is
onmogelijk, dat eene vrouw, die dat alle3 bezit, vroeger
of later niet de eerzucht bij zich voelt opkomen om in
de wereld te verschijnen, te schitteren en te genieten."
„Ik vind dat integendeel zeer goed mogelijk."
,.Pas op. Sta niet in voor de toekomst!"
„Ik sta in voor mijne gevoelens, dat is het a-leen en
ik weet zeker, dat de wereld met haren glans en ge
noegens mij nooit zal aantrekken."
Zij gaf dit antwoord met de kalme waardigheid en
overtuiging, die hare schoonheid zoozeer verhoogden.
Maxime druktft haar teeder de hand.
„Dus," antwoordde hij, „is het je wensen niet om in
de een of andere groote stad te gaan wonen, waar al
lerlei vermaken te genieten zijn
„Neen zeker niet."
„Maar als ik tot je zeide Camille, dat ik het aange
naam zou vinden in Parijs te wonen, tenminste des
winters, zou je daar zeer op tegen zijn?"
„Openhartig gesproken ja."
„Waarom
„Omdat wij zamen een droom van geluk hebben ge
droomd, dien ik gaarne wilde zien verwezenlijkt."
„En welke droom is dat?"
„Herinner je je hem niet meer
,,K»m mijn herinneringsvermogen wat te hulp."
„Het zij zoo. Het was op den dagwaarop
ons huwelijk voor de eerste maal was bepaald. Wij lie
pen onze vriendin Antonine te gemoet. Onder die ge
zellige wandeling zeide ik tot jou Als je er in toestemt
Maxime, zullen wij op Stangaia eenvoudig leven, zoodat
ons budget voor liefdadige doeleinden steeds groot ge
noeg zij om de ongelnkkigen te helpen. Herinner je het
je nu?"
„Ja, ja, ik herinner het mij."
„Dat is nog niet alle-'. Ifc heb toen gezegd, dat ik
zelf hulp en troost in de hulpbehoevende gezinnen zou
komen brengen en gij gaatt toen ten antwoord Ik
zal je daarbij dikwijls vergezellen. Camille. Ik ben er
van overtuigd, dat je dit niet vergeten zult hebben."
„Neen, lieve engel 1"
„Je begrijpt dus wel, dat wij, al was het alleen des
winters, niet in Parijs zonden kunnen gaan wonen, want
vooral in dat seizoen zullen de armen en ongelnkkigen
hier buiten ons het meest noodig hebben."
„Dat is waar. Wij zullen dus op Stangaia blijven."
„Heerlijk Maxime. Maar misschien spijt het je zeer
mij deze belofte te doen?"
„Mij volstrekt niet," gaf' hij ten antwoord. „Met
jou bij mij is het mij onverschillig waar ik woon. Jou
liefde is mij het dierbaarste van allee."
„En die zal tot mijn dood met je zijn," antwoordde
de jonge vrouw met beminnelijke kalmte.
Maxime sloot haar in zijne armen en drukte haar
tegen zijne borst.
„Als ooit de verveling je in onze eenzaamheid op
Stangaia mocht komen storen, lieveling," zeide hij,
„aarzel dan geen oogenblik met het mij te zeggen
wij zullen dan gaan wonen waar je wilt."
„Welnu, dat beloof ik je. Maar daar ik in eene stille
omgeving ben opgegroeid en er geheel aan gewend ben
geraakt," zeide zij met een zweem van scherts,
„weet ik vooruit nooit tot je goeden wil mijn toevlucht
te zullen moeten nemen."
„Ik wensch het van harte Camille, maar toch vreeB
ik
„Vrees niets. Bedenk toch eens aat iK een buiten
bloem benik heb lucht en zon noodig. De atmos
feer van die verwarmde serres, die men Groote Steden
noemt, zou noodlottig voor mij zijn als ik ze moest
inademen."
„Laten wij er dan niet verder over spreken," zeide
Maxime met eenige moeite.
„Juist, ma: r nog iets. Op reis hebben wij verschil
lende steden bezocht. Welnutelkens als ik mij te
midden van die groote steenen muren bevond, langs
die nauwe, naast elkaar loopende straten, werd mijn
hart door droefheid bewogen.
„Hoe nu," zeide ik dan tot mijzelf. „God heeft
de velden, de weiden en den oneindigen hemel ge
schapen en er zgn schepselen, welke aan verblijf
plaatsen vol stof, slijk en duisternis de voorkeur
geven."
Wordt vervolgd).