Tweede Editie. Yoor onze Teisters. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 13e Jaargang Donderdag 5 December 1895 No. 3813 HAAHLEM'S DAGBLAD Jk-ZBOï^KTIEn^iElirSTTSIPIRDLTS Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden 1t30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 Directeur-Uitgever ADVEBTBlTTIËlsr: Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Püblicité Etrang'ere G. L. DAUBE d- Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORR Zandvoort, J. ZWEMMER; Vehen, L. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE!, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. In de étalage voor de vensters van het Bureau van dit Blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd: De afgezanten uit Bechuanaland op audiëntie bij koningin Victoria. De engeleche expeditie naar Asjanti: Taireelen op de Goudkust. SI a ven meisjes water puttende bui ten de stad Antananarivo op Mada gascar. Athletische sport te Palapye, Zuid AfrikaEen spannende finish van een wedstrijd n et hindernissen. De genoegens der overwinning: Een straattsfxeel in Japan na den oorlog. Gemzenjacbt in het „Cascada" ge bergte in Columbia. „Cornelia met hare kinderen" (lady Cockburr.) naar een schilderij. Onaangename verrassingen in een landhuis (naar historische gebeurte nissen). Het slot Oranienburg. Standbeeld van Louise Henriette, keurvorstin van Brandtnburg, gebo ren Prinses van Oranje te Oranien burg. Polichinel (naar de schilderij van Meissoniei). (Deze 3 uit Eigen Haard.") Politieke Platen en Portretten. Politiek Overzicht. Dinsdag is de Duitsohe Rijksdag geopend bij welke gelegenheid de Rijkskanselier de troonrede voorlas. Hierin wordt herinnerd aan den groo- ten tijd, vijf en twintig jaar geleden, toen het Rijk werd gegrondvestde Rijksdag wordt opgeroepen om, ge meenschappelijk met de verbonden regeeringen, op de voor 25 jaar ge legde grondslagen voort te bouwen, tot bescherming en ontwikkeling van het nationale recht en tot bevorde ring der welvaart van het Duitsohe volk. De troonrede kondigt het indienen aan van een wetsontwerp regelende het Burgerlyk Wetboek, een wets ontwerp tot aanvulling der wet om trent de gerechtelijke inrichting, een ander regelende het strafproces, en verderven aantal voorstellen voor de welvaart der arbeidende klassen. Tot het instellen van Plan delska mers zal worden overgegaan ten bate van het handwerk, welks vooruitgang te bevorderen, de verbonden regee ringen een harer eerste plichten achten. Verder werden aangekondigd een beurswet, benevens een ontwerp over het handelsdepot-wezen, een tot be strijding vau oneerlijke concurrentie en een andere betreffende de surro gaten van boter. De hervorming der suikerbelaating wordt door de regeering in overwe ging genomen. De troonrede wijst verder op het doorvoeren van de Zondagsrust zonder nadeel der daar bij betrokken belangen. Het loopende begrooticgejaar be looft een gunstig saldo; maar tooh blijft het een der eerste plichton van de wetgeving om het ryk en de ver schillende leden in financieel oog punt meerdere onafhankelijkheid van elkaar te verzekeren. De troonrede wijst op de goede verstandhoudingen tot allo mogend heden, herinnert aan het succes van de bemoeiingen in gemeenschap met Rusland en Frankrijk ter voorkoming van meerdere verwikkelingen in Oost- Azië, en aan de gebeurtenissen in Turkije. Voortgaande op de beproefde grondslagen der Duitsche politiek zal het rijk steeds bereid zijn, aldus heet het verder, om samen te werken met de mogendheden, die door haar be langen daarioe het eerst geroepen zijn, ten einde de zaak des vreaes te dienen. De eensgezindheid der mogendhe den om de verdragen te eerbiedigen en de regeering des sultans te on dersteunen bij het herstellen der rust, geeft hoop op suoces. Te Breslau, heeft keizer Wilhelm een toespraak gehouden aan het di ner, hetwelk gegeven werd door het corps officieren van het „Leib-Curas- sier-regiment", daarin wees de keizer op de samenwerking en de feame- raadsehappelijkheid, welke bij de regimentsfeesten van dit jaar niet alleen door het oorps offioieren maar ook door de manschappon waren ge toond. Daarop berust het gansche leger. Vele duizenden trouwe soldaten,som migen, zonder middeieD, sommigen in hoogen ouderdom, bezochten de velden, waar zij gestreden hadden en zochten aansluiting by het oude re giment. Wij kunnen den dag van heden niet beter vieren, aldus ver volgde de vorst, dan door de gelofte af te leggen, dat wij zullen behouden en verdedigen wat de groote keizer en zijn aanvoerders hebben vol bracht. Hoe meer men zich verbergt achter machtspreuken en partybelangen, des te zekerder reken ik op mijn leger, en ik hoop dat het zoowel naar bin nen als naar buiten op myue bevelen zal wachten. Ik herinner daarbij aan de woorden van mijn grootvader tot het oorps officieren, toen hij in 1848 te Coblenz aan land steegdat zijn heeren op wie ik mij verlaat." Z. M. eindigde met een driewerf „hoara", cp het „Leib-Curassier-Re giment." Wat eerst als een los gerucht werd beschouwd wint steeds aan waar schijnlijkheid en neemt meer en meer een vasten vorm aan, nml. het be richt dat de pruisische minister van binnenlandsche zaken von Köfier als zoodanig zal aftreden. Het heet reeds, dat de keizer de ontslagaanvrage heeft aangenomen en met de offioi- cieele kennisgeving wordt gewacht, aangezien neg geen opvolger is ge vonden. Er loopen verschillende lezingen over de onmiddellijke aanleiding tot zijn aftreden. Vooral spreekt men van versohil van meening met den minister van oorlog zulk een verschil bestaat zeker maar ook wordt als reden opgegeven, dat hij zijn maatregel tegen de socialisten niet eerst met den rijkskanselier besproken heeft. Dat v. Köller bij de opening van den Rijksdag nog in uniform verscheen, bewijst slechts dat zijn ontslag nog niet offioieel verleend is. Door de italiaansche Kamer werd in de zitting van Dinsdag de disous- sie over de politiek der regeering voortgezet. De afgevaardigde Fortis stelde de volgende motie voor „De Kamer, voor kennisgeving aan nemende de verklaringen, door de re geering afgelegd over de algemeene gedragslijn, wslke zij bij haar binnen landsche en buitenlandsche politiek wil volgen en haar vertrouwen in de regeering uit-prekende, erkent tevens de nood akeïijkheid van eoonomische en administratieve hervormingen, welke beantwoorden aan de behoef ten des lands en waardoor de rust zal worden verzefierd." Nadat hierover gedebatteerd was werd ten slotte de door Muratori voorgestelde motie van vfrtrouwen aangenomen met ru"m 100 stemmen meerderheid. Over Konstantinopel komen weer berichten over botsingen tusschen Mohamedanen en Armeniërs. FEUILLETON. Dg stem van het geweten. Naar het fransch van E,1|IENNE ENAULT. HOOFDSTUK XL 36) „Des te beter, ik zie j9 liever met een glimlach op het gelaat en vroolijk. „En nu," vervolgde Camille, „haast je mijn vaders voorbeeld te volgen." „Wat voert hij dan uit?" „Hij kijkt aohter alle boomen aan den linkerkant van den weg, doe jij nu hetzelfde met de boomen aan den rechterkant." „Waarom „Wel, heel eenvoudig, om te weten 0i er ook iemand achter verborgen is." „O, dat ia waar ik had het vergeten." En hij verwijderde zich haastig in de hem aangewe zen richting. Zijne bewegingen kenmerkten zich door iets STADSNIEUWS eerste, tweede en derde pagina Haarlem, 4 December. Het Museum vau Kunstnijverheid te Haarlem, werd gedurende de maand November door 559 personen bezocht. Naar wij vernemen zijn de timmer lieden en metselaars aioier, die leden van „Patrimonium" zijn, op Vrijdag a.s. des avonds 8 uur opgeroepen tot eene vergadering in „Volksbelang" ter bespreking van de vraag„Is loonsverhooging voor timmerlieden noodig? Zoo j°, welke pogingen moe ten aangewend worden om daartoe te komen Part. Arbeidsraad. Maandagavond hield de Particuliere Arbeidsraad in „Weten en Werken" zijne gewone maandelijksche vergade ring onder voorzitterschap«»van den heer A. Resink. De heer Mr. H. Pb. de Kanter rechtskundig adviseur was tegen woordig. In de vacature van vioe-voorzitter en secretaris werd voorzien door de benoeming resp. van de heeren J. W. G. Droste en C. G. Koen. Mededeeling en voorlezmg werd gedaan van een adres aao de Tweede Kamer der Siaten-Generaal naar aan leiding van de in het voorloopig ver slag der Kamer over Hoofdstuk IV der Slaatsbegrootiug gemaakte op merking, dat in de bestekken voor het uitvoeren van werken ten behoeve van het Departement van Justitie de bepaling gemist wordt, dat gesohillen tussohen aannemer en directie door arbitrage zullen worden beBlist, inhou dende het verzoek om in het belang l van patroon en werklieden, bij den I minister van Justitie aan te dringen bruske, wat de jonge vrouw niet natuurlijk vond. „Mijn echtgenoot heeft iets op het gemoed," zeidezij en schudde droefgeestig het hoofd, „wat hem kwelt." Bamalec was het eerst terug. „Ik heb zelfs niet de staart van een kat gezien," zeide hij tot Camille. Maxime voegde zich al spoedig bij hen. „Welnu „Niets?" „Wij zijn te laat gaan zoeken," merkte Bamalec op. „Terwijl wij er nog over beraadslaagden heeft men den tijd gehad te vluchten. „Dat is waarschijnlijk," zeide Maxime. „Wij zullen in het geheele park een klopjacht moeten laten houden. Misschien zijn er stroopere." „Stroopers houden zich verborgen en bewaren het stilzwygen," merkte Camille op. „Dat is waar. Maar wie zou zich dan veroorloofd hebben? „Een bediende van het kasteel ongetwijfeld, die ons bij wijze van grap angst heeft willen aanjagen. Daaraan moet u geen gewicht hechten." „Je hebt gelijk mijn kind, zooals altijd, en wij be kommeren ons te veel om zulk eene kinderachtigheid. Wat dunkt jou daarvan Maxime?" „Ik denk ik denk er over zooals u," antwoordde hij met moeite. De dri6 wandelaars keerden om en begaven zich weer naar het kasteel. Nauwelijks hadden zij ongeveer twee honderd schre den afgelegd of Simplice liet zich uit den top van een eik glijden, die de plek, waar Maxime, Camille en Ba- dat een dergelijke bepaling voortaan in de bestekken worde opgenomen, evenals zulks geschiedt by het Depar tement van Waterstaat, Handel en Ny verheid. Van dat adres werden afschriften izonden aan de Arbeidsraden in andere gemeenten en adhesiebetui ging verzooht, en werden reeds een paar antwoorden in gunstigen zin voorgelezen. Genoemd adres luidt als volgt: Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal geven eerbiedig te kennen, de onder- geteekenden, voorzitter en secretaris van den Particulieren arbeidsraad te Haarlem „dat zij met belangstelling in het „voorloopig verslag der Kamer over „Hoofdstuk IV der Staatsbegrooting „hebben cezien, hoe vry algemeen in „de af deelingen er bij den minister >op is aangedrongen, om in de Al „getneene Voorwaarden voor het „maken van werken voor het Depar tement van Justitie alsnog de be maling te willen opnemen, dat arbi trage moet plaats hebben als er „zich geschillen voordoen tusschen „aannemer en directie „dat in eene Vergadering van den „gezegden Arbeidsraad dit punt is „ter sprake gekomen, en algemeen „aan dien wensch adhaesie is betuigd „in het belang van patroons en „werklieden beiden en tot onderge- „teekenden daarom het verzoek is „gericht, deswege een verzoekschrift cby Uwe vergadering in te dienen; „dat zy, aan dit verzoek voldoende, „thans uit eigen hoofde zich tot Uwe vergadering wenden met eerbiedig „verzoek om op dit punt zooveel „mogelijk bij den Minister van Justitie „tot wijziging van het bestaande aan „te dringen en Zijne Exellentie te „bewegen de mildere voorwaarden, „die h8t ministerie van Waterstaat „Handel en Nijverheid deswege reeds „heeft voorgesteld, over te nemen." 't Welk doende: (w. get) J. W. G. DROSTE. J. MACHIELSE. Datum 31 Oct. '95. Ter tafel kwam verder het in de voïige vergadering behandelde wets voorstel van den Minister v. Justitie betreffende de oprichting van Kamers van Arbeid en nam de heer De Kanter op zioh om van de bespre king van ait door hem toen ingeleide onderwerp eene memorie op te maken, welke zal worden opgenomen in het jaarverslag, uit te brengen in de Algemeene Vergadering te houden op Maandag den 23en dezer. Met groote waardeering van de zijde der aanwezigen verklaarde do 'hoer De Kanter zich nog bereid, om dit' voor werkgevers en werknemers zoo belangrijke wetsvoorstel te be handelen in eene openbare bijeen komst. Werd besloten om deze bijeenkomst to houden op Woensdag den llen dezer in de Kroon en in de plaatse lijke bladen alle belangstellenden en belanghebbenden tot bijwoning öaar- van uit te noodigeD. 1 De opmerking werd gemaakt dat de Arbeidsraad nog niet die waar deering ondervond bij patroons en werklieden, waarop eene instelling als deze aanspraak kan maken en men schreef dit toe aan te weinige bekendheid. Daarom werden de aanwezigen verzocht, doel en werking meer al gemeen te verspreiden en vooral by de werklieden vertrouwen te wekken om eventueele bezwaren of klachten by den Raad voor te brengen, waar toe men zich zal kunnen wenden tot den voorzitter of wel tot een der leden. Patrimonium". De heer Jacob de Jong, hoofdon derwijzer der Groen van Prinsterer- school alhier, hield Dinsdagavond voor de leden van „Patrimonium"' van de afd. Haarlem eene lezing over het „wetsvoorstel van de Regeering tot instelling van Kamers van Arbeid." In het begin van zyne goed be werkte rede, zette spr. uiteen hoe een groot deel onzer wetten 50 a 60 jaar geleden in den bloeitijd der Liberalen was gemaakt, waarin eerst de aristocratie en daarna da bour geoisie en de p utooratie heersohlen, onder welke laatste heerschappij wij nog verkeeren. En daar nu elke wet eenigszius het karakter draagt van de personen, die ze uitvaardigen, werd in deze wetten geene rekening gehouden met den arbeidersstand. Zoo zijn we nu dan op arbeiders- wetgevend gebied verre ten aohter bij andere landen, wat niet alleen aan de regeeriDg, maar ook aan den iangzamen gang van de Ned. Staats machine is te wijten. In 1892 eerst dienden de heeren Sohimmelponnicck van der Oye en Pyttersen voorstellen in bij de Re geering tot oprichting van Kamers van Arbeid, welke echter niet in behandeling kwamen, maar waarmede de Regeering tooh bij het huidige ontwerp rekening heeft gehouden. Hierna deed spr. u tkomen, dat men volgens het rogeeringsontwerp eigenlijk geen Kamers van Arbeid verkrijgt, zoodat de titel dan niet goed is. Wat „Patrimonium" in zijn sooiaal program heeft gezegd aan gaande een arbeidscontract is in het wetsvoorstel niette vindeD. De Regee riDg heeft steeds het advies van Mr Levy van Arasterdam opgevolgd, die i arbeidsraden voorstaat. Doch daartoe, merkte spr. op, hebben we geen j wetsvoorstel meer noodig, in vele steden, 0 a. ook hier, zijn reeds part. I arbeidsraden. j Het hoofdmotief van deze Kamers, ging spr. voort, is gesohillen bij te 1 leggen tusschen patroons en werklie- I den, eu daar de patroon bij eene werkstaking minder lijdt dan een werkman, zijn deze kamera dus ten nadeele van de patroons. Vele be zwaren ontwikkelde de spreker verder tegen art. 3 van het ontwerp, waatin wordt omschreven wat patroons en wat arbeiders zijn. Zy die geen knechts hebben zijn buitengesloten, en dat is onrechtvaar dig, want velen, die geen knechts in dienst hebben, hebben toch belang bij de Kamers van Arbeid. Ook worden onder-directeuren, op- ziohters en onderbazen gelijk met de knechts gesteld; in de vergaderingen zullen die echter toch waarschijnlijk wel aan de zyde van de patroons staan en wanneer het dan tot stem ming komt zullen de arbeiders het verliezen. Voorts zette spr. het nadeel van het gezamenlijk bijeenkomen uiteen. De arbeiders, zeide Bpr., zullen wei een goeden patroon, een, wat men noemt sul" kiezen en de patroons arbeiders die met hen meegaan. Doch zal de stemming dan ter een goed einde worden gebracht? Eerst wan neer de arbeiders in afz. secties hunne vertegenwoordigers en ookde patr. in afz. de hunne hebben, zal het goed gaan. Ook had spr. er bezwaar tegen dat de verzoeoingsraad "niet permanent was, maar gekozen moest worden, als er reeds een verschil is; eveneens tegen het uitbrengen van advies by het lot, waardoor een eenzijdig ver slag kan worden verkregen. Zeer bejammerde spr. het, dat de RegeeriDg in het wetsvoorstel ook de vrouwenarbeid erkent, welke vol gens spr. de kanker der maatschappij is. De plaats van de vrouw is in het huisgezin. De oude gilden kenden dan ook aan de vrouw geen invloed toe. Gaat de regeering echter zoo voort, dan kan den vrouwen later ook wei het kiesreoht voor de 2e Kamer en den gemeenteraad worden verleend. Ten laatste zette de spr. uileen, dat de verzoeningsraad niets kan doen, wat helpt, daar hij de kraoht daartoe mist. Hy zal publiceeren en in alle bladen vermelden, dat de patroon of de arbeider ongelijk hoeft, doch dat helpt niet. Voor Zondagsrust of Zondagsheiliging zal hy niets kunnen doen, evenmin zal hij belangryke vraagstukken als byv. het leerling stelsel kunnen oplossen. Het hoofd motief van de Kamers van Arbeid is slechts gesohilleu bij te leggen, wat echter een part, a beidsraad even goed kan en waarvoor geen wets voorstel noodig is. Na eenig debat nam de vergadering met algemeene Bteminen do navolgende motie aan, die op verzoek der verga dering door den spreker was opge maakt „Het Ned. Werkl.-Verb. „Patrimo nium" afd. Haarlem, is na onderlinge bespreking in hare vergadering vau 3 Dec. van oordeel, dat zij volstrekt geen heil ziet in de aannemiog van het aanhangige wetsvoorstel op Kamers van Arbeid en mitsdien verzoekt zy den leden der 2e Kamer dit voorstel niet aan te nemen." Hierna werd de druk bezoohte ver gadering gesloten. Door de politie alhier is aange houden de 22 jarige P. S. (idioot) die zioh had schuldig gemaakt aan diefstal van duiven door middel van overklimming eener schutting van een bewoond erf aan de Delftstraat. Eenige inwoners van Zandvoort hebben het plan opgevat een ijsbaan aan te leggen pp een stuk land, ge legen achter de Burgerschool, in de nabijheid van de halte „Dorp-Zand- voort." Esn drietal pompen zijn er geplaatst 'om het land onder water te zetten malee een oogenblik te voren verbijsterd waren blijven staan, overschaduwde. Het was een dunne, hoog opge schoten eik. Langzaam en voorzichtig liet de idioot zich naar be neden glijden. In de eene hand hield hij bij de uiteinden een zakdoek vast, waarin twee tortelduiven, in haar slaap verrast, gevangen zaten. Toen hij den grond had bereikt, overtuigde hij zich dat de gevangenen niet uit hunne beweeglijke gevan genis konden ontsnappen, gaf hun wat meer lucht door een der plooien wat losser te houden en sloeg vervol gens een pad in dwars door het geboomte en dat t cht op het kasteel aanliep. Verheugd over zijn kostbare buit liep hij haastig voort. Terwijl hij achter in de ver-tibule bezig was zijne tortelduiven ie bewonderen, die hij in een kooi had geplaatst, trad Camille binnen, gevolgd door Maxime en Bamalec. Zij zag hem en trad haastig op hem toe. „Wel Simplice, waar kom jij vandaan vroeg zij hem met een glimlach. „Is dat nu netjeB om je zoo lang schuil te houden Hij keek haar zonder eenige verwondering aan alsof het een dag in plaats van twee maanden geleden was, dat hij haar had gezien; daarna antwoordde hij vroolijk terwijl hij de twee vogels liet zien: „Ik heb ze zooeven gevangen ginds, ginds op den hoogsten tak." „O, wat een paar lieve tortelduiven Kijk eens, welke prachtige veeren Maxime naderde de kooi maar het waB een verstrooi de blik, dien hij op de vogels vestigde. „Voor wie heb je ze bestemd, Simplice vroeg Camille. „Voor do kleine fee Autonine." „Wij zullen haar misschien spoedig hier zien, mijn j0CgfD." „O, ja 0, ja ik wacht reedB op haar." Camille glimlachte. „Ik hoop, dat men het mij vergeeft," zeide zij, „maar ik geloot dat ik j iloersch word op mijne vriendin, dat zij /Alike mooie tortelduiven uit het bosch krijgt." „Mevrouw kan ze ook zoo krijgen," zeide een bedien de in de vestibule; „er zijn er velen in de groote eiken, en daar heelt Simplice ze zeker gevangen." Maxime wilde juist Bamalec in de salon volgen toen bij deze woorden hoorde en plotseling staan bleef. „Is Simplice dan zooeven bij de eiken geweest?" vroeg hij met heimelijken angst. Ja stellig mijnheer. Ik heb hem een oogecblik ge leden het pad zien afkomen, dat daar recht heen leidt." „Had hij toen deze duiven bij Ach?" „Ja mijnheer, in zijn zakdoek." „En denk je dat hij ze uit een van de groote eiken gebaald heeft?" „Ik ben er van overtuigd mijnheer." Het was een onrustige, argwanende blik, dien Maxi me op Simplice vestigde. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1