Tweede Editie.
Yoor onze Teisters.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
13e Jaargang
Donderdag 5 December 1895
No. 3813
HAAHLEM'S DAGBLAD
Jk-ZBOï^KTIEn^iElirSTTSIPIRDLTS
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden 1t30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
Directeur-Uitgever
ADVEBTBlTTIËlsr:
Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Püblicité Etrang'ere G. L. DAUBE d- Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORR
Zandvoort, J. ZWEMMER; Vehen, L. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE!, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd:
De afgezanten uit Bechuanaland op
audiëntie bij koningin Victoria.
De engeleche expeditie naar Asjanti:
Taireelen op de Goudkust.
SI a ven meisjes water puttende bui
ten de stad Antananarivo op Mada
gascar.
Athletische sport te Palapye, Zuid
AfrikaEen spannende finish van
een wedstrijd n et hindernissen.
De genoegens der overwinning: Een
straattsfxeel in Japan na den oorlog.
Gemzenjacbt in het „Cascada" ge
bergte in Columbia.
„Cornelia met hare kinderen" (lady
Cockburr.) naar een schilderij.
Onaangename verrassingen in een
landhuis (naar historische gebeurte
nissen).
Het slot Oranienburg.
Standbeeld van Louise Henriette,
keurvorstin van Brandtnburg, gebo
ren Prinses van Oranje te Oranien
burg.
Polichinel (naar de schilderij van
Meissoniei).
(Deze 3 uit Eigen Haard.")
Politieke Platen en Portretten.
Politiek Overzicht.
Dinsdag is de Duitsohe Rijksdag
geopend bij welke gelegenheid de
Rijkskanselier de troonrede voorlas.
Hierin wordt herinnerd aan den groo-
ten tijd, vijf en twintig jaar geleden,
toen het Rijk werd gegrondvestde
Rijksdag wordt opgeroepen om, ge
meenschappelijk met de verbonden
regeeringen, op de voor 25 jaar ge
legde grondslagen voort te bouwen,
tot bescherming en ontwikkeling van
het nationale recht en tot bevorde
ring der welvaart van het Duitsohe
volk.
De troonrede kondigt het indienen
aan van een wetsontwerp regelende
het Burgerlyk Wetboek, een wets
ontwerp tot aanvulling der wet om
trent de gerechtelijke inrichting, een
ander regelende het strafproces, en
verderven aantal voorstellen voor de
welvaart der arbeidende klassen.
Tot het instellen van Plan delska
mers zal worden overgegaan ten bate
van het handwerk, welks vooruitgang
te bevorderen, de verbonden regee
ringen een harer eerste plichten
achten.
Verder werden aangekondigd een
beurswet, benevens een ontwerp over
het handelsdepot-wezen, een tot be
strijding vau oneerlijke concurrentie
en een andere betreffende de surro
gaten van boter.
De hervorming der suikerbelaating
wordt door de regeering in overwe
ging genomen. De troonrede wijst
verder op het doorvoeren van de
Zondagsrust zonder nadeel der daar
bij betrokken belangen.
Het loopende begrooticgejaar be
looft een gunstig saldo; maar tooh
blijft het een der eerste plichton van
de wetgeving om het ryk en de ver
schillende leden in financieel oog
punt meerdere onafhankelijkheid van
elkaar te verzekeren.
De troonrede wijst op de goede
verstandhoudingen tot allo mogend
heden, herinnert aan het succes van
de bemoeiingen in gemeenschap met
Rusland en Frankrijk ter voorkoming
van meerdere verwikkelingen in Oost-
Azië, en aan de gebeurtenissen in
Turkije.
Voortgaande op de beproefde
grondslagen der Duitsche politiek zal
het rijk steeds bereid zijn, aldus heet
het verder, om samen te werken met
de mogendheden, die door haar be
langen daarioe het eerst geroepen
zijn, ten einde de zaak des vreaes
te dienen.
De eensgezindheid der mogendhe
den om de verdragen te eerbiedigen
en de regeering des sultans te on
dersteunen bij het herstellen der rust,
geeft hoop op suoces.
Te Breslau, heeft keizer Wilhelm
een toespraak gehouden aan het di
ner, hetwelk gegeven werd door het
corps officieren van het „Leib-Curas-
sier-regiment", daarin wees de keizer
op de samenwerking en de feame-
raadsehappelijkheid, welke bij de
regimentsfeesten van dit jaar niet
alleen door het oorps offioieren maar
ook door de manschappon waren ge
toond. Daarop berust het gansche
leger.
Vele duizenden trouwe soldaten,som
migen, zonder middeieD, sommigen
in hoogen ouderdom, bezochten de
velden, waar zij gestreden hadden en
zochten aansluiting by het oude re
giment. Wij kunnen den dag van
heden niet beter vieren, aldus ver
volgde de vorst, dan door de gelofte
af te leggen, dat wij zullen behouden
en verdedigen wat de groote keizer
en zijn aanvoerders hebben vol
bracht.
Hoe meer men zich verbergt achter
machtspreuken en partybelangen, des
te zekerder reken ik op mijn leger,
en ik hoop dat het zoowel naar bin
nen als naar buiten op myue bevelen
zal wachten. Ik herinner daarbij aan
de woorden van mijn grootvader tot
het oorps officieren, toen hij in 1848
te Coblenz aan land steegdat zijn
heeren op wie ik mij verlaat."
Z. M. eindigde met een driewerf
„hoara", cp het „Leib-Curassier-Re
giment."
Wat eerst als een los gerucht werd
beschouwd wint steeds aan waar
schijnlijkheid en neemt meer en meer
een vasten vorm aan, nml. het be
richt dat de pruisische minister van
binnenlandsche zaken von Köfier als
zoodanig zal aftreden. Het heet reeds,
dat de keizer de ontslagaanvrage
heeft aangenomen en met de offioi-
cieele kennisgeving wordt gewacht,
aangezien neg geen opvolger is ge
vonden.
Er loopen verschillende lezingen
over de onmiddellijke aanleiding tot
zijn aftreden.
Vooral spreekt men van versohil
van meening met den minister van
oorlog zulk een verschil bestaat
zeker maar ook wordt als reden
opgegeven, dat hij zijn maatregel
tegen de socialisten niet eerst met
den rijkskanselier besproken heeft.
Dat v. Köller bij de opening van den
Rijksdag nog in uniform verscheen,
bewijst slechts dat zijn ontslag nog
niet offioieel verleend is.
Door de italiaansche Kamer werd
in de zitting van Dinsdag de disous-
sie over de politiek der regeering
voortgezet.
De afgevaardigde Fortis stelde de
volgende motie voor
„De Kamer, voor kennisgeving aan
nemende de verklaringen, door de re
geering afgelegd over de algemeene
gedragslijn, wslke zij bij haar binnen
landsche en buitenlandsche politiek
wil volgen en haar vertrouwen in de
regeering uit-prekende, erkent tevens
de nood akeïijkheid van eoonomische
en administratieve hervormingen,
welke beantwoorden aan de behoef
ten des lands en waardoor de rust
zal worden verzefierd."
Nadat hierover gedebatteerd was
werd ten slotte de door Muratori
voorgestelde motie van vfrtrouwen
aangenomen met ru"m 100 stemmen
meerderheid.
Over Konstantinopel komen weer
berichten over botsingen tusschen
Mohamedanen en Armeniërs.
FEUILLETON.
Dg stem van het geweten.
Naar het fransch
van
E,1|IENNE ENAULT.
HOOFDSTUK XL
36)
„Des te beter, ik zie j9 liever met een glimlach op
het gelaat en vroolijk. „En nu," vervolgde Camille,
„haast je mijn vaders voorbeeld te volgen."
„Wat voert hij dan uit?"
„Hij kijkt aohter alle boomen aan den linkerkant van
den weg, doe jij nu hetzelfde met de boomen aan den
rechterkant."
„Waarom
„Wel, heel eenvoudig, om te weten 0i er ook iemand
achter verborgen is."
„O, dat ia waar ik had het vergeten."
En hij verwijderde zich haastig in de hem aangewe
zen richting. Zijne bewegingen kenmerkten zich door iets
STADSNIEUWS
eerste, tweede en derde
pagina
Haarlem, 4 December.
Het Museum vau Kunstnijverheid
te Haarlem, werd gedurende de
maand November door 559 personen
bezocht.
Naar wij vernemen zijn de timmer
lieden en metselaars aioier, die leden
van „Patrimonium" zijn, op Vrijdag
a.s. des avonds 8 uur opgeroepen tot
eene vergadering in „Volksbelang"
ter bespreking van de vraag„Is
loonsverhooging voor timmerlieden
noodig? Zoo j°, welke pogingen moe
ten aangewend worden om daartoe
te komen
Part. Arbeidsraad.
Maandagavond hield de Particuliere
Arbeidsraad in „Weten en Werken"
zijne gewone maandelijksche vergade
ring onder voorzitterschap«»van den
heer A. Resink.
De heer Mr. H. Pb. de Kanter
rechtskundig adviseur was tegen
woordig.
In de vacature van vioe-voorzitter
en secretaris werd voorzien door de
benoeming resp. van de heeren J. W.
G. Droste en C. G. Koen.
Mededeeling en voorlezmg werd
gedaan van een adres aao de Tweede
Kamer der Siaten-Generaal naar aan
leiding van de in het voorloopig ver
slag der Kamer over Hoofdstuk IV
der Slaatsbegrootiug gemaakte op
merking, dat in de bestekken voor
het uitvoeren van werken ten behoeve
van het Departement van Justitie de
bepaling gemist wordt, dat gesohillen
tussohen aannemer en directie door
arbitrage zullen worden beBlist, inhou
dende het verzoek om in het belang
l van patroon en werklieden, bij den
I minister van Justitie aan te dringen
bruske, wat de jonge vrouw niet natuurlijk vond.
„Mijn echtgenoot heeft iets op het gemoed," zeidezij
en schudde droefgeestig het hoofd, „wat hem kwelt."
Bamalec was het eerst terug.
„Ik heb zelfs niet de staart van een kat gezien," zeide
hij tot Camille.
Maxime voegde zich al spoedig bij hen.
„Welnu
„Niets?"
„Wij zijn te laat gaan zoeken," merkte Bamalec op.
„Terwijl wij er nog over beraadslaagden heeft men den
tijd gehad te vluchten.
„Dat is waarschijnlijk," zeide Maxime.
„Wij zullen in het geheele park een klopjacht moeten
laten houden. Misschien zijn er stroopere."
„Stroopers houden zich verborgen en bewaren het
stilzwygen," merkte Camille op.
„Dat is waar. Maar wie zou zich dan veroorloofd
hebben?
„Een bediende van het kasteel ongetwijfeld, die ons
bij wijze van grap angst heeft willen aanjagen. Daaraan
moet u geen gewicht hechten."
„Je hebt gelijk mijn kind, zooals altijd, en wij be
kommeren ons te veel om zulk eene kinderachtigheid.
Wat dunkt jou daarvan Maxime?"
„Ik denk ik denk er over zooals u," antwoordde
hij met moeite.
De dri6 wandelaars keerden om en begaven zich weer
naar het kasteel.
Nauwelijks hadden zij ongeveer twee honderd schre
den afgelegd of Simplice liet zich uit den top van een
eik glijden, die de plek, waar Maxime, Camille en Ba-
dat een dergelijke bepaling voortaan
in de bestekken worde opgenomen,
evenals zulks geschiedt by het Depar
tement van Waterstaat, Handel en
Ny verheid.
Van dat adres werden afschriften
izonden aan de Arbeidsraden in
andere gemeenten en adhesiebetui
ging verzooht, en werden reeds een
paar antwoorden in gunstigen zin
voorgelezen.
Genoemd adres luidt als volgt:
Aan
de Tweede Kamer der Staten Generaal
geven eerbiedig te kennen, de onder-
geteekenden, voorzitter en secretaris
van den Particulieren arbeidsraad te
Haarlem
„dat zij met belangstelling in het
„voorloopig verslag der Kamer over
„Hoofdstuk IV der Staatsbegrooting
„hebben cezien, hoe vry algemeen in
„de af deelingen er bij den minister
>op is aangedrongen, om in de Al
„getneene Voorwaarden voor het
„maken van werken voor het Depar
tement van Justitie alsnog de be
maling te willen opnemen, dat arbi
trage moet plaats hebben als er
„zich geschillen voordoen tusschen
„aannemer en directie
„dat in eene Vergadering van den
„gezegden Arbeidsraad dit punt is
„ter sprake gekomen, en algemeen
„aan dien wensch adhaesie is betuigd
„in het belang van patroons en
„werklieden beiden en tot onderge-
„teekenden daarom het verzoek is
„gericht, deswege een verzoekschrift
cby Uwe vergadering in te dienen;
„dat zy, aan dit verzoek voldoende,
„thans uit eigen hoofde zich tot Uwe
vergadering wenden met eerbiedig
„verzoek om op dit punt zooveel
„mogelijk bij den Minister van Justitie
„tot wijziging van het bestaande aan
„te dringen en Zijne Exellentie te
„bewegen de mildere voorwaarden,
„die h8t ministerie van Waterstaat
„Handel en Nijverheid deswege reeds
„heeft voorgesteld, over te nemen."
't Welk doende:
(w. get) J. W. G. DROSTE.
J. MACHIELSE.
Datum 31 Oct. '95.
Ter tafel kwam verder het in de
voïige vergadering behandelde wets
voorstel van den Minister v. Justitie
betreffende de oprichting van Kamers
van Arbeid en nam de heer De
Kanter op zioh om van de bespre
king van ait door hem toen ingeleide
onderwerp eene memorie op te maken,
welke zal worden opgenomen in het
jaarverslag, uit te brengen in de
Algemeene Vergadering te houden op
Maandag den 23en dezer.
Met groote waardeering van de
zijde der aanwezigen verklaarde do
'hoer De Kanter zich nog bereid, om
dit' voor werkgevers en werknemers
zoo belangrijke wetsvoorstel te be
handelen in eene openbare bijeen
komst.
Werd besloten om deze bijeenkomst
to houden op Woensdag den llen
dezer in de Kroon en in de plaatse
lijke bladen alle belangstellenden en
belanghebbenden tot bijwoning öaar-
van uit te noodigeD.
1 De opmerking werd gemaakt dat
de Arbeidsraad nog niet die waar
deering ondervond bij patroons en
werklieden, waarop eene instelling
als deze aanspraak kan maken en
men schreef dit toe aan te weinige
bekendheid.
Daarom werden de aanwezigen
verzocht, doel en werking meer al
gemeen te verspreiden en vooral by
de werklieden vertrouwen te wekken
om eventueele bezwaren of klachten
by den Raad voor te brengen, waar
toe men zich zal kunnen wenden
tot den voorzitter of wel tot een der
leden.
Patrimonium".
De heer Jacob de Jong, hoofdon
derwijzer der Groen van Prinsterer-
school alhier, hield Dinsdagavond
voor de leden van „Patrimonium"'
van de afd. Haarlem eene lezing over
het „wetsvoorstel van de Regeering
tot instelling van Kamers van Arbeid."
In het begin van zyne goed be
werkte rede, zette spr. uiteen hoe een
groot deel onzer wetten 50 a
60 jaar geleden in den bloeitijd der
Liberalen was gemaakt, waarin eerst
de aristocratie en daarna da bour
geoisie en de p utooratie heersohlen,
onder welke laatste heerschappij wij
nog verkeeren. En daar nu elke wet
eenigszius het karakter draagt van
de personen, die ze uitvaardigen,
werd in deze wetten geene rekening
gehouden met den arbeidersstand.
Zoo zijn we nu dan op arbeiders-
wetgevend gebied verre ten aohter
bij andere landen, wat niet alleen
aan de regeeriDg, maar ook aan den
iangzamen gang van de Ned. Staats
machine is te wijten.
In 1892 eerst dienden de heeren
Sohimmelponnicck van der Oye en
Pyttersen voorstellen in bij de Re
geering tot oprichting van Kamers
van Arbeid, welke echter niet in
behandeling kwamen, maar waarmede
de Regeering tooh bij het huidige
ontwerp rekening heeft gehouden.
Hierna deed spr. u tkomen, dat
men volgens het rogeeringsontwerp
eigenlijk geen Kamers van Arbeid
verkrijgt, zoodat de titel dan niet
goed is. Wat „Patrimonium" in zijn
sooiaal program heeft gezegd aan
gaande een arbeidscontract is in het
wetsvoorstel niette vindeD. De Regee
riDg heeft steeds het advies van Mr
Levy van Arasterdam opgevolgd, die
i arbeidsraden voorstaat. Doch daartoe,
merkte spr. op, hebben we geen
j wetsvoorstel meer noodig, in vele
steden, 0 a. ook hier, zijn reeds part.
I arbeidsraden.
j Het hoofdmotief van deze Kamers,
ging spr. voort, is gesohillen bij te
1 leggen tusschen patroons en werklie-
I den, eu daar de patroon bij eene
werkstaking minder lijdt dan een
werkman, zijn deze kamera dus ten
nadeele van de patroons. Vele be
zwaren ontwikkelde de spreker verder
tegen art. 3 van het ontwerp, waatin
wordt omschreven wat patroons en
wat arbeiders zijn.
Zy die geen knechts hebben zijn
buitengesloten, en dat is onrechtvaar
dig, want velen, die geen knechts in
dienst hebben, hebben toch belang
bij de Kamers van Arbeid.
Ook worden onder-directeuren, op-
ziohters en onderbazen gelijk met de
knechts gesteld; in de vergaderingen
zullen die echter toch waarschijnlijk
wel aan de zyde van de patroons
staan en wanneer het dan tot stem
ming komt zullen de arbeiders het
verliezen.
Voorts zette spr. het nadeel van
het gezamenlijk bijeenkomen uiteen.
De arbeiders, zeide Bpr., zullen wei
een goeden patroon, een, wat men
noemt sul" kiezen en de patroons
arbeiders die met hen meegaan. Doch
zal de stemming dan ter een goed
einde worden gebracht? Eerst wan
neer de arbeiders in afz. secties
hunne vertegenwoordigers en ookde
patr. in afz. de hunne hebben, zal
het goed gaan.
Ook had spr. er bezwaar tegen dat
de verzoeoingsraad "niet permanent
was, maar gekozen moest worden,
als er reeds een verschil is; eveneens
tegen het uitbrengen van advies by
het lot, waardoor een eenzijdig ver
slag kan worden verkregen.
Zeer bejammerde spr. het, dat de
RegeeriDg in het wetsvoorstel ook
de vrouwenarbeid erkent, welke vol
gens spr. de kanker der maatschappij
is. De plaats van de vrouw is in het
huisgezin. De oude gilden kenden
dan ook aan de vrouw geen invloed
toe.
Gaat de regeering echter zoo voort,
dan kan den vrouwen later ook wei
het kiesreoht voor de 2e Kamer en
den gemeenteraad worden verleend.
Ten laatste zette de spr. uileen,
dat de verzoeningsraad niets kan doen,
wat helpt, daar hij de kraoht daartoe
mist. Hy zal publiceeren en in alle
bladen vermelden, dat de patroon of
de arbeider ongelijk hoeft, doch dat
helpt niet. Voor Zondagsrust of
Zondagsheiliging zal hy niets kunnen
doen, evenmin zal hij belangryke
vraagstukken als byv. het leerling
stelsel kunnen oplossen. Het hoofd
motief van de Kamers van Arbeid
is slechts gesohilleu bij te leggen,
wat echter een part, a beidsraad even
goed kan en waarvoor geen wets
voorstel noodig is.
Na eenig debat nam de vergadering
met algemeene Bteminen do navolgende
motie aan, die op verzoek der verga
dering door den spreker was opge
maakt
„Het Ned. Werkl.-Verb. „Patrimo
nium" afd. Haarlem, is na onderlinge
bespreking in hare vergadering vau
3 Dec. van oordeel, dat zij volstrekt
geen heil ziet in de aannemiog van het
aanhangige wetsvoorstel op Kamers
van Arbeid en mitsdien verzoekt zy
den leden der 2e Kamer dit voorstel
niet aan te nemen."
Hierna werd de druk bezoohte ver
gadering gesloten.
Door de politie alhier is aange
houden de 22 jarige P. S. (idioot)
die zioh had schuldig gemaakt aan
diefstal van duiven door middel van
overklimming eener schutting van
een bewoond erf aan de Delftstraat.
Eenige inwoners van Zandvoort
hebben het plan opgevat een ijsbaan
aan te leggen pp een stuk land, ge
legen achter de Burgerschool, in de
nabijheid van de halte „Dorp-Zand-
voort."
Esn drietal pompen zijn er geplaatst
'om het land onder water te zetten
malee een oogenblik te voren verbijsterd waren blijven
staan, overschaduwde. Het was een dunne, hoog opge
schoten eik.
Langzaam en voorzichtig liet de idioot zich naar be
neden glijden. In de eene hand hield hij bij de uiteinden
een zakdoek vast, waarin twee tortelduiven, in haar
slaap verrast, gevangen zaten.
Toen hij den grond had bereikt, overtuigde hij zich
dat de gevangenen niet uit hunne beweeglijke gevan
genis konden ontsnappen, gaf hun wat meer lucht door
een der plooien wat losser te houden en sloeg vervol
gens een pad in dwars door het geboomte en dat t cht
op het kasteel aanliep. Verheugd over zijn kostbare
buit liep hij haastig voort.
Terwijl hij achter in de ver-tibule bezig was zijne
tortelduiven ie bewonderen, die hij in een kooi had
geplaatst, trad Camille binnen, gevolgd door Maxime en
Bamalec. Zij zag hem en trad haastig op hem toe.
„Wel Simplice, waar kom jij vandaan vroeg zij
hem met een glimlach. „Is dat nu netjeB om je zoo
lang schuil te houden
Hij keek haar zonder eenige verwondering aan alsof
het een dag in plaats van twee maanden geleden was,
dat hij haar had gezien; daarna antwoordde hij vroolijk
terwijl hij de twee vogels liet zien:
„Ik heb ze zooeven gevangen ginds, ginds op
den hoogsten tak."
„O, wat een paar lieve tortelduiven Kijk eens, welke
prachtige veeren
Maxime naderde de kooi maar het waB een verstrooi
de blik, dien hij op de vogels vestigde.
„Voor wie heb je ze bestemd, Simplice vroeg Camille.
„Voor do kleine fee Autonine."
„Wij zullen haar misschien spoedig hier zien, mijn
j0CgfD."
„O, ja 0, ja ik wacht reedB op haar."
Camille glimlachte.
„Ik hoop, dat men het mij vergeeft," zeide zij, „maar
ik geloot dat ik j iloersch word op mijne vriendin,
dat zij /Alike mooie tortelduiven uit het bosch krijgt."
„Mevrouw kan ze ook zoo krijgen," zeide een bedien
de in de vestibule; „er zijn er velen in de groote
eiken, en daar heelt Simplice ze zeker gevangen."
Maxime wilde juist Bamalec in de salon volgen toen
bij deze woorden hoorde en plotseling staan bleef.
„Is Simplice dan zooeven bij de eiken geweest?"
vroeg hij met heimelijken angst.
Ja stellig mijnheer. Ik heb hem een oogecblik ge
leden het pad zien afkomen, dat daar recht heen
leidt."
„Had hij toen deze duiven bij Ach?"
„Ja mijnheer, in zijn zakdoek."
„En denk je dat hij ze uit een van de groote eiken
gebaald heeft?"
„Ik ben er van overtuigd mijnheer."
Het was een onrustige, argwanende blik, dien Maxi
me op Simplice vestigde.
Wordt vervolgd.)