geving was volstrekt niet schadelijk.
Toelating van ons vee in België zou
wel spoedig komen en eveczoo in
Duitsc'nland. België wilde varkens
invoeren maar de Reg. heeft vooraf
invoer in België voor onze varkens
gevraagd.
Dat in Duitschlaud de ui'voer-
preui'ëa voor suiker zouden verhoogd
worden was officieel niet bekend.
Voor en door onze vertegenwoor
diging in China zou alles worden
gedaan in het belang van ODzen
handel. Evenzoo in Japan, waar de
vertegenwoordiging z. i. voldoende
was.
VaD arbitrage had de Min. zich
meermalen een voorstander betoond.
Op opheffing van de paardenkeu-
riDg aan de Duitsche grenzen was
aangedrongen.
Een regeling gevolg van de in
ternationale conferentie hetzy dan
met enkele mogendheden, was een
2aak van gewicht, waarop de aan
dacht steeds bleef gevestigd.
De zaak der Octrooiwetgeving hield
de Reg. bezigeen wet toezeggen
kon zij niet.
By de artikelen werden enkele spe-
oiale punten behandeld. Zoo noemde
de heer S'aalman de tractementen
onzer gezanten te hoog, omdat hij
van de meening was, dat zij die toch
maar alleen aan feesten en diners
besteden een meening die het den
Min. geen moeite k stte te weerleg
gen. Geheel in tegenovergestelden
zin vroeg de heer Beelaerts meer
geld dan nu (f12000) voor den con
sul-generaal te Pretoria. Ook de Min.
noemde het tractement te laag en zou
het een volgend jaar hooger uit
trekken.
Tegen de begrooting stemde alleen
de heer Staalman in isolement
kraoht zoekende.
En nu kwamen we tot de supple-
toire begrooting van Justitie voor
1806 (invoering van het Bertillon-
stelsel).
Bij het algemeen debat behandel
den de heeren Everts, Beelaerts,
E. S oidt, de Kanter en Tydeman de
voorgedragen regeling tot invoering
van het stelsel van Bertillon (casiers
judiciaires) en van de anthropome-
trische opneming van gevangenen en
misdadigers. Bet nut van dat stelBöl
werd door geen der sprekers ont
kend, maar zg gaven verschillende
wenken in overweging; zco meende
de heer de Kanter, tegenover de
heeren Beelaerts en Tydeman, dat
de Reg. niet al te zeer gebonden
moest zijn ia het overleggen van de
zg. strafbladen aan het buitenland,
in het belang van de justitie in den
vreemde, terwijl die twee te dien
aanzien restrictie aanbevalen.
Vooral omdat naar ons land dik
werf vreemde misdadigers ontwijken,
wilde de Min. door een verklaring
zijn opvolgers niet te zeer binden.
Hij voor zich wilde wel zeggen, dat hij
de extracten uitsluitend voor de jus
titie wilde bestemmen. Het opnemen
van verdachten naar dit stelsel een
der wenken achtte de Min. onge
raden. Overigens behoefde hij zyn
voorstel niet te verdedigen, omdat
het niet bestreden was.
Het ontwerp werd zonder hoofde
lijke stemming g edgekeurd.
G. Jr.
Uit de Staatscourant.
Bij kon. besluit is in rang en an
ciënniteit overgeplaatst bij het wapen
der koninklijke marechaussee, en
wel bij de 3e divisie, de le-luit. H.
A. Mos, van het escadron ordon
nansen.
Bij kon. besluit zijn benoemd: by
het wapen der genie, bij den staf van
het wapen, tot majoor de kapitein
jhr. V. A. Gevers Deynoot, van het
2e regiment veldartillerie; bij het
korps pantserfort-artillerie, tot eerste-
luitenant de tweede-luitenant J. P. E.
van Reysen, van het korps.
H. M. de Koningin-Regentes be"
zooht Woensdag (begrafenisdag van
wijlen den Koning) vergezeld van
eene hofdame den Koninklijken graf
kelder te Delft en heeft een krans en
bloemstuk op het graf van Haren
Gemaal nedergelegd.
De levering der nieuwe
geweren.
De minister van oorlog heeft in
zijn memorie van antwoord zeer uit
voerige mededeelingeu gedaan over
de gesohiedenis der gewerenleveran-
tie. De tusschen 30 Juli en 12 Au
gustus gevoerde briefwisseling wordt
daarbij overgelegd. Daaruit blijkt,
dat den minister op 30 Juli door
eea (niet met name aangeduid) gep.
kapiteinlluitenant ter zee het aanbod
werd g6daan, 52,000 geweren vau
6 5 mM. kaliber in ons land te doen
vervaardigen, met een gemiddelde
produotie van 100 stuks daags, waar
mede 6 maanden na het sluiten der
overeenkomst zou worden aangevan
gen, en wel door een Ned. Maat
schappij met een kapitaal van 1 mil-
lioen gulden. Een verklaring van een
syndicaat, dat zich gevormd had, was
er bijgevoegd.
De Minister wees 1 Aug. op het
ontbreken van de onontbeerlijke gege
vens omtrent de fabriek, het perso
neel en de werktuigen, en voegde
er by, dat de aanmaak van
100 stuks per dag veel te gering
was. De fabriek te Steyr had in de
le maand 5000, in de 2e 10.000, in
de volgende maanden 15,000 toege
zegd.
De aanvrager verzooM daarna eerst
opgaaf van het minimum dat de Mi
nister per week of per dag wiide ge
leverd hebben, en vei klaarde dat op
100 per dag gerekend was in ver
band met de cijfers door den Minis
ter in offieieele stukken genoemd.
De Minister antwoordde 5 Aug
dat in de eerste plaats genoegzaam
alle waarborgen vau deugdelijkheid,
door hem in de zitting van 14 Maart
jl. gesteld, bij de aanbieding ontbra
ken. en dat eerst in 's lands belang
de levensvatba irheid van het aanbod
moest blijken. Hij wees er tevens op,
dat de cijfers, door hem vroeger ge
noemd, op een veel hooger produc
tievermogen wezen om nog in 1895
30,000 geweren geleverd te krygen.
Bij schrijven van 7 Aug. trok
daaroij de aanbieder zich terug, om- noodig is. Vrij algemeen kwam men,
dat „de opnieuw gemaakte bereke-'D& fie* betoog van den heer Van
ningen hem de volst-ekste zekerheid nnnnliimA
hadden verschaft, dat de oprichting
van een wapenfabriek met grooter
productievermogen dan 100 geweren
per dag, voor hem onmogelijk was".
Hij gaf dienzelfden dag daarvan ken
nis aan het syndicaat.
De Minister, die wegens ambtsbe
zigheden bij het ontvangen van dit
schrijven afwezig was, antwoordde
nog op 10 Aug. dat hy met groote
teleurstelling had ontwaard, dat het
uitstel van 6 maanden, door hem
verleend om de binnenlandsche nij
verheid gelegenheid te geven tot me
dedinging, geheel zonder vrucht was
gebleven. Hij kon niet weten dat het
aanbod het eenige bij hem uit het
binnenland ingekomen stond of
viel met de levering van 100 siuks
per dag. Hij wilde nog het uiterst
u.ogelijke doen, en vroeg daarom
onverwijld opgaaf van het tijdstip,
waarop, bij een levering van 100 ge
weren daags, het laatste honderdtal
voor 17 Jan. 1897, dus in ell maan
den. De onderstelde binnenlandsche
fabriek (100 per dag) zou beginnen
17 Aug. 1896 en de laatste leveren
eerst na 17 Nov. 1S99, dus in 3^'jaar.
Voor de 88,000 wapenen die nog voor
vesting-artillerie, schutterij-reserve
enz. vereischt worden, komen dan
n"g by de fabriek te Steyr minder
dan 9, by de binnenlandsche meer
dan 36 maanden. Een opbrengst ver
mogen van slechts 100 wapens per
dag was dus volstrekt geen onver
schillige zaak.
Gemeenteraad te Amsterdam.
In de Woensdag gehouden raads
vergadering werd op zijn verzoek
eervol ontslag verleend om gezond
heidsredenen aan E. A. Sunier, leeraar
in de Fransche taal aan het gymna
sium.
Met 29 tegen 2 stemmen werd de
voordracht goedgekeurd tot benoe
ming tot gewoon hoogleeraar in de
oogheelkunde van dr. Straub, thans
buitengewoon hoogleeraar.
De voordracht tot het aangaan eener
geldleening van f 12,000,000 nominaal,
om daaruit aan de Duinwater Mij. te
voldoen de schadeloosstelling voor de
intrekking harer concessie, werd zon
der hoofdelijke stemming goedge
keurd.
De voordracht tot reorganisatie van
het burgerlyk armbestuur lokte be
schouwingen uit, met name de in de
nieuwe verordening opgenomen be
paling, waarbij dubbele bedoeling niet
wordt uitgesloten. Ten vorigen jare
is door de meerderheid van den Raad
verklaard, dat dubbele bedeeliog niet
in strijd is met art. 21 der armenwet.
Na langdurig debat werd door ('en
Raad toen gehandhaafd de in de zit
ting van 15 Februari 1894 door de
meerderheid aangenomen interpreta
tie van art. 21 der Armenwet waarbij
verklaard wordt dat dubbele bedee
ling door dat art. niet wordt uitge
sloten.
Da bandeloosheid der jeugd
Onder leiding van den vioe-voor-
zitter, den heer H. J CalkoeD, bur
gemeester van Edam, is te Amster
dam de driemaandelijksche vergade
ring gehouden der „Vereeniging van
Burgemeesters en Secretarissen in
Noord-Holland."
Na de afdoening van administra
tieve werkzaamheden werd door mr.
H. J. C. v. Tienen, burgemeester van
Zaandam, ingeleid De bandeloos
heid der jeugd."
Op uitnemende wijze werd door
den spreker betoogd, dat verbeterin:
De eerste proefneming in Europa
j om spoorwegrijtuigen door middel
(van gas te verwarmen i3 Dinsdag
I begonnen met een rytuig der Staats
spoor, op de lijn Don Haag—Utrecht
De uitvinding is van twee werk
meesters der Staatsspoor, die reeds
patent genomen hebben in Frankrijk,
Duitschlaud en Engoland.
Antipyrine.
Zooals reeds door ons gemeld is,
werd door eenige amsterdamsche
bladen bestreden onze bewering, op
gezag van een medicus hier ter stede
verkondigd, dat het gebruik van
antipyrine bij eene tamelijke dosis
den dood kan veroorzaken.
In de Amst. Ct. van heden lezen
wij over deze quaestie het volgende,
wat door een „geaoht medicus", zoo
als hot blad schrijft, aan de redactie
wordt gemeld
„Ik lees in no. 3986, le blad, blz.
3 van uw geëerd blad, dat u inlich
tingen verstrekt zijn omtrent de gif
tigheid der antipyrine, waarbij u,
onder meer, ia medegedeeld, dat die
stof, voor zoover bekend, nog nim
mer den dood had veroorzaakt. D t
is niet geheel juistin no. 2, 1894
van het «Brit. Med." Journal wordt
een doodelijk vergiftigingsgeval ver
meld. Ook in de dagbladen kan men
van tijd tot tijd van dergelijke geval
len lozen, en er is geen reden, om
aan de waarheid van die berichten
te twijfelen, omdat door het publiek
op eigen gezag, op de meest roeke
looze wijze van dit en dergelijke
middelen gebruik wordt gemaakt.
Ook te Berlijn is voor korten tijd
iemand gestorven tengevolge van een
verkeerd gebruik van phenacetine.
Ik aohtte mij verplicht, hierop te
Wijzen."
Dierlijk in tiact.
Een merkwaardig geval van slim
heid bij runderen, anders op dat ge
bied nog al tamelijk ongunstig aan
geschreven, deed zich dezer dagen
te Schagen voor. Door een drietal
veehouders werden op de markt 4
gras-kalveren aan een landbouwer
in de Anna-Paulownapolder, ongeveer
2% uur van Schagen gelegen, verkocht.
Des naohts wisten de beesten de
alsluiting van het hok, waarin men
ze tijdelyk had opgesloten, te ver
breken, waarna ze den terugtocht
naar Schagen hebben ondernomen,
's Morgens in de vroegte vond ieder
der verkoopers zyngewezeneigendom
loeiend voor de hoeve staan.
zou worden afgeleverd, in de ver-
L. J. Hioolen, van dim staf; totI wachting dat bij een ernstig aanbod
kapitein de le-luit. G C. Makkink, al het overige gereed lag. Hij was
mede van dien staf; bij het korps I dan bereid na te gaan, of 's land-
genietroepen tot le-luit. de 2e-luit. j belang meebracht den tyd van 6
P. J. van der Steur, van het korps. maanden te verlengen.
Bij kon. besl. zijn benoemd: bij! Daarop kwam ten slotte op 21 Aug.
het wapen der artillerie, by het 2e het antwoord, dat het syndicaat reeds
regiment vesting-artillerie, tot kapi-1 aan de verschillende inschrijvers be-
tein de eerste-Initenant C. J. M. I richt had dat hun inschrijvingen niet
Coilette, van bet korps, gedetacheerd j konden worden aangenomen en het
by den artillerie cursus, met bepalingzelf ontbonden was. De ontwerper
tevens, dat genoemde officier in zijnenwas daarom niet meer bij machte
nieuwen rang voorloopig als leeraar j eenige aanbieding te doen.
bij gemelden cursus zal gehandhaafdDe Minister voegt bij de uiteen-
blijven bij het 3e regiment vesting-zetting van deze zaak nog belangrijke j
artillerie, tot kapitein de eerste-luite-gegevens over de fabriek te Steyr, Woensdagochtend is te 's-Graven-
nants J. K. van Hoogstraten, van het aan welke de levering is gegund, j hage overledenjhr. W.L.van Spengler,
2e regiment veld-artillerie, en F. Dell Die fabriek heeft 4 maanden van j gepansionneerd generaal-majoor der
van den staf van het wapen, werk- voorbereiding noodig en begint de j infanterie, adjudant van wijlen Z. M.
zaam by de Koninklijke Militaire levering van 95,000 wapenen voor j Koning Willem III en buitengewoon
^cademie; bij het 4e regiment ves-Oorlog, Marine en Koloniën op 17 j adjudant van H. M. de Koningin.
ng»artillerie, tot majoor de kapitein Febr. 1896 en levert de laatste af'
Tienen, tot de conclusie
lo. Dat het wenschelijk is, in elke
gemeente een politie rechter aan te
stellen, .die eerst een berisping zou
kunnen geven en daarna lichte straf
2o. dat snellere procedure noodig
is en dat bij herhaling of by zwaar
dere vergrijpen kinderen voor den
strafrechter behooren gebracht te
wordenen
3o. dat dergelijke organisatie wen
schelijk is van de particuliere ver
pleging (onder streng staa(stoezicht)
in inrichtingen, waar kinderen kunnen
worden opgenomen, die door den
reohter gevonnist zijn.
Tot lid van het bestuur is gekozen
mr. H. J. C. van Tienen, burgemees
ter van Zaandam.
De uitslag van de verkiezing van
een lid voor de provinciale staten in
het district Nieuwer-Amstel (vacature
Ledeboer) is dat van de 1647 geldige
stemmen uitgebracht werden 452 op
den heer C. v. Blaaderen (anti-rev.j,
629 cp den heer P. J. Raaymakers
(kath.), en 542 op den heer O. v. d.
Bout (üb.), zoodat eene herstemming
moet plaats hebben tusschen de beide
laatsten.
In den ouderdom van bijna 66 jaren
is Woensdag in den Haag overleden
dr. F. J. van Leent, inspecteur van
den geneeskundigen dienst der marine,
schout bij nacht, en ridder ran den
Nederlandschen leeuw en verschillen
de buitenlandsche orden.
Da moord te Rotterdam.
Nadat het verhoor van W. van
Berkel Woensdagmiddag door den
hoofdcommissaris van pol'tie te Rot
terdam gesloten is, is hy in overleg
met den rechtercommissaris, den heer
mr. L H. van Meurs, en den officier
van justitie, des namiddags op last
van laatstgenoemde, per rijtuig onder
geleide van den inspeoteur van po
litie H. Brinkman naar de strafge
vangenis aan den Noordsingel over
gebracht.
Aan Van Berkel, die gedurende zijn
verhoor en ook Wo.nsdag uiterlijk
zeer kalm was, is toegestaan afschrift
van de verklaringen, door hem aan
den hoofdcommissaris afgelegd, te
nemen. Woensdagmiddag hield hij
zioh daarmede onledig.
Uit Amsterdam meldt men nog:
Omtrent den meergenoemden Van
Dijk, die gedurende 24 uren verblijf
hield op een kamer op de Gedempte
Rozengracht no. 70 en zich zoo
vreesachtig gedroeg, moet nog ge
meld worden, dat een der leden van
het gezin, waar de kamer gehuurd
werd, inderdaad Dinsdagochtend
aan het politie-bureau bij de Raam
poort geconfronteerd is mpt een man
die door de politie als de bedoelde
Van Dijk was opgespoord. Het bleek
echter aanstonds dat deze man, een
boertje, dat eveneens den naam Van
Dijk droeg, niet de zonderlinge man
wa3 die de kamer op de Rozengracht
heeft gehuurd. Sedert is geen der
leden nog met een ander persoon
geconfronteerd, zoodat het schijnt dat
de politie den rechten persoon nog!
niet gevonden heeft.
De politie te Rotterdam spoort twee
meisjes op, die er haar werk van
maken kleine meisjes het haar af te
snijden. Dit gebeurt voornamelijk in
de Weste Wagenstraat.
Men schrijft uit Utrecht aan de
N. R. Ct.
Herhaalde ongevallen die de paar
den van de Utrechtsche Trammaat-
sc'uappy troffen, wanneer zy voor het
rijtuig vallende, vaak door den rem-
stang van den niet zoo direct tot stil
stand te brengen wagen,zwaar gewond
werden, hadden den directeur der
Mij. reeds lang doen uitzien naar een
middel om de paarden tegen dergelijke
kwetsuren te behoeden. Aan derem-
beschermers, zooals die van caout
chouo of plaatijzer te Amsterdam en
elders in gebruik zijn, waren vooral
om de hooge kosten bezwaren ver
bonden, zoodat naar een ander min
der kostbaar middel werd uitgezien.
Toen nu voor eenigen tijd een paard
tengevolge van zulk een verwonding
s ierf, kwam de directeur De Jongh
toevallig op een papierfabriek van
den heer "VVarendorf alhier en zag
daar het op die fabriek vervaardigde
geperst papier, dat bij eenige elasti
citeit een zoodanige hardheid bezit
dat er behalve doosjes en andere
voorwerpen zelfs hakken van laarzen
en schoenen van worden vervaardigd.
Een sameospreking tussohen de
heeren de Jongh en Warendo.f had
tengevolge, dat laatstgenoemde heer
platen van dit papier vervaardigde
die in een halven oirkel gebogen, in
een ijzeren beugel aan de rijtuigen
werden bevestigd om den remstang,
zoodat de punt van deze als het paard
valt, het beest niet treffen en verwon
den kan. Genomen proeven voldeden
zoo goed en de prys van de rem
besohermers is zoo gering, dat alle
rijtuigen dm Uvrechtsche tram gelei
delijk daarvan voorzien zullen worden.
Een drietal stroopers uit Terwispel
wilden om den weg te bekorten een
wijk passeeren. Daarvoor werden
eenige daar aanwezige planken ge
nomen en over de wijk gesmeten De
planken wilden zij toen terecht 1
met de geweren, die geladen in de
hand werden gehouden. Een van hen
had den loop in plaats van de kolf
in de handtoen hij op het onvoor
zichtige daarvan werd gewezen door
zijn makkers, haalde hij het geweer
naar boven, doch de haan, die open
stond, haakte achter de plank het
schot ging af en drong hem in de
borst. Hij had nog de kracht om
over de plank te gaan, maar zakte
toen ineen en was bijna onmiddellijk
dood.
De vermiste milicien.
Over het vermissen van een mili
cien tijdens de manoeuvres nabij
Amersfoort, heeft de minister van
oorlog aan de Tweede Kamer h et
volgende bericht.
Uit ae terzake van de betrokken
militaire autoriteiten ontvangen in
lichtingen, zoowel als uit de ambts
berichten, door den minister van jus
titie aan liet departement van oorlog
ter kennisneming gezonden, is geble
ken, dat alle ten deze in de dagbladen
medegedeelde teiten onwaar zijD.
Tot toelichting diene het vol/ende.
De bedoelde milicien-plaatsvervan-
ges Langeveld, van hst 7de regiment
infanterie, van de lichting 189ö, werd
voor straf van Amsterdam naar Hoorn,
overgeplaatst" Hij was van een hoogst'
onverschillig karakter, maakte zich
schuldig aan ernstige overtredingen,
zoodat hij, in zijn korten diensttijd
o. a. 24 dagen provoost hacl onder
gas n.
Gedurende de najaaremanoeuvres
heeft hij zich geen enkele maal ziek
gemeld.
In den morgen van 10 September
1895, bij het aantreden voor den af
marsch uit het tent bivak op de
Zeisterheïde nasr het station te Amers
foort, waar het bataljon, voor Hoorn
bestemd, in den spoortrein zou wor
den geladen, verscheen de bedoelde
milicien gekleed in zijn ka pot jas,
waarvan hij een geheele rij knoopen,
op de onderste na, had afgesneden.
Hij zag er bovendien zeer onzindelijk
uit. Zijn compagnies-commandant
zeide hem dan ook, dat hij daarvoor
zou worden gestraft.
By aankomst van het bataljon aan
het station te Amersfoort, was de:
bedoelde milicien niet meer bij de j
compagnie present. Uit een ingesteld
onderzoek bleek, dat hy op ODgeveer j
een half uur afstand van Amersfoort
langzamerhand was achtergeraakt, j
aan een korporaal, die tijdelijk zija:
geweer droeg, zeggende, dat hij zulke
pynlijke voeten had.
Met het oog op den nog beschik
baren tijd voor het vertrek van den
trein vermeende de milicien Lacge-
ve'd, dat hij het bataljon nog wel
zou inhalen on hij werd dan ook cp
zeer korten afstand van Amersfoort
nog op ongeveer 20 pas achter de
hoofdcolonne gezien.
Gelet rp het onverschillig gedrag
van den vermiste en op zijn veelvul
dige straffen, doet het afsnijden van
de knoopen van zyn kapotjas het
vermoeden ontstaan, dat de milicien
Langeveld reeds vóór den afmarsch
uit de Legerplaats, het voornemen
had om te deserteeren. aan welk
voornemen by kort voor het binnen
komen van de stad Amersfoort ge
volg schijnt te hebben gegeven.
Uit Beesd meldt men aan de Tiel-
sche Courant
Welke ernsige gevolgen het ver
oorzaken van een sohrik kan hebben,
is hier dezer dagen op treurige wijze
gebleken. Een jong meisje, kraohtig
en gezond, struikelde voor enkele
weken op een donkeren avond over
een zwart voorwerp, dat later bleek
een jongen te zijo, die zich opzette-
telijk op den grond had gelegd, om
schiik aan te jagen.
Nog denzelfden avond moest e6ii
geneesmiddel aangewend worden, om
haar geschokte zenuwen tot rust te
brengen. Niets mocht echter baten.
Hare zenuwachtigheid giDg over in
krankzinnigheid en den lsten dezer
maand is zij overleden.
Pers Overzicht.
Stemplicht in de praktijk.
Zooals men weet, schreef voor een
paar maanden de hoogleeraar Fruin
een brochure over stemplicht, naar
aanleiding waarvan tal van artikelen
in de verschillende bladen verschenen.
De heer A. Kerdijk schrijft thans
in het jongste nummer van de Vragen
des lijds een artikel over „stemplicht
in de praktijk", waarin bij o.a. ver
klaart, professor Fruins brochure zoo
weinig betekenend te vinden, dat zij
„ganBchelijk onopgemerkt zou zijn
voorbijgegaan, indien niet des heeren
Fruin's naam op den omslag had
gestaau." Deze bewering wordt door
Mr. Kerdijk echter niet verdedigd,
alleenlijk deelt bij een en ander mede
omtrent de werfcing van den door
prof. Fruin bepleiten maatregel in
het buitenland.
De schrijver herinnert er terloops
,n, dat in Frankrijk in 1849. in
1893, in 1894 en in 1895 getracht is
de deelneming aan het verkiezings-
werk verplicht ie stellen, tot nu toe
echter tevergeefs Thans is het laatste
door Gauthier de Clagny ingediende
wetsontwerp dat echter volgens
den heer Gauthier zelt weinig kans
heeft wet te worden en dat van
Guillemot naar eene oommissie ver
wezen.
Verder merkt bij op, dat in de
Zwitsersche kantons Sohaffhausen.
Aargau, Thurgau en St. Gallen stem
plicht bestaat en d -t zij in Solothurn
heeft bestaan, waar op niet-stemmen
een boete van 70 centimes gesteld was
en waar zij in 1887 weer werd afge
schaft, terwijl ook in eenige gemeen
ten van Zürich een soort stemplioht
heeft bestaan en thans een is ingevoerd
die geen stemplicht heeten mag.
Het resultaat van de invoering yan
den Btemplieht in de vier bovenge
noemde kantons was echter zoo
zooals de heer Kerdijk doet uitkomen
dat er daar ook een heel verschii
is in de opkomst naarmate de aanhan
gige vraagstukken meer of minder
selangstelliDg wekken, hetgeen hem
doet vragen of het stelsel daar niet
is gebleken niet te beantwoorden aan
de verwachting?
Hierna behandelt Mr. Kerdijk Bel
gië, waar de invoering van stemplicht,
volgens hem, werkelijke beteekenis
alleen had voor die districten, waar
een groot aantal kiezers vroeger zich
onthield, omdat er voor hun richting
toch geen kans van slagen was; voor
de overige was hij niet noodig, en
moest hij dus zonder noemenswaar-
digen invloed blijven?
„Daarbij vergete men niet," zegt
hij, „dat na een zoo aanzienlijke uit
breiding van het kiesrecht, als bij
onze zuidelijke naburen heeft plaats
gehad, de partijen aanvankelijk om
haar krachten te meten, tot het
uiterste zich inspannen; ook in die
districten, waar zij tot nu toe ver in
de minderheid waren. Zal intus3chen
ook in het vervolg aan de wettelijke
goei mij dezen keer onmiddellijk te antwoorden, wat
ik u verzoek niet te verzuimen, want ik heb haast
om weer vlot te komen, waarbij ik mg als laatste
redmid lel aan uwe bankbiljetten moet vastklemmen.
„Uw dienstwillize dienaar
PHILIP KERVEN."
Men begrijpt, dat zulk een brief voor Maxime een
vrecselijke slag was. Niet allem bewees deze hem dat
zijn goede naam aan de genade was overgeleverd van
een man, die hem verscheidene malen zijn stilzwijgen
zou laten afaoopen, maar vooral toonde hij hem de
afschuwelijke bron van het fortuin, welks b9zit, dooi
de wijze waarop hij het had geërfd, hem van zijne
kalmte en zielsrust beroofd had. Tevergeefs trachtte
hg de nagedachtenis van zijn oom onbevlekt te hou
den tevergeefs dwong hij zichzelf te gelooven, dat
Poi ip Kerven de geschiedenis over dien diefstal had
uitgedacht om hem gemakkelijker geld af te kunnen
persen. Instinctmatig begreep hij, dat het volkomen
waarheid Was en na de vlnchtigste overdenking bleef
hem geen twijfel hieromtrent over. En wat zonder deze
openbaring onverklaarbaar was, werd dat hierna niet
volkomen duidelijk? Als het geld werkelijk gestolen
was, was het dan niet gemakkelijk te begrijpen, dat
het gestolene moe3t worden teruggegeven, al kwam die
vergording wat laat? Was het in dat geval ook niet
eene logische en natuurlijke daad om een testament
ten gunste van William Maxwell te maken? Maxime
was dus overtuigd, dat de eude factotum in deze geen
leugenaar was, maar terzelfder tijd dreigde het zware
gew.'cht van de mededeeling, welke die brief bevatte,
zijn geestkracht te verpletteren.
Een diefstal met misbruik van vertrouwen en een
verbrand testament, ziedaar hetgeen in de oogen van
Maxime verbonden was aan het hem ten deel gevallen
fortuin. Zelfs de troostrijke gedachte, dat zijo oom het
eerlijk met werken had verdiend was hem voortaan
onthouden. Ongetwijfeld werkten alle omstandigheden
voor hein verschillend mee om den schuldigen, trot-
schen maar niet verharden man, ontzettend te doen
lijden.
Na dan ook den brief van Philip Kerven te hebben
gelezen kon hij een krampachtig sniaken niet weerhou
den en was hij gevlucht door schaamte en angst over
stelpt.
Dleuzelfden avond, toen zij met hun beiden alleen waren,
zeide Camille met zachte, ernstige stem
„Je bewaart ongetwijfeld een geheim in je binnenéte,
dat je belet gelukking te zijn. Waarom vertrouw je
het mij niet toe Als je het met je vrouw deelt mis
schien valt het je dan minder moaielijk het te dragen.
Als ik je vertrouwen uitlok, geloof mij, dan is het niet
uit nieuwsgierigheid. Mijn hart heeft goddank geen
plaats voor eea dergelijk "gevoel. Maar ik koester den
vurigen wensch om je mijne liefde te toonen, en welk
een genot het voor mij zou zijn in je zorgen te deelen,
vooral die, welke om ze te doen verdwijnen, eene on
begrensde toewijding en vurige genegenheid noodig
maken."
Terwijl zij dit zeide, boog zij zich over den rug van
den fauteuil, waarin hij zat met het hoofd voorover ge
bogeD, met doften blik en vochtige wangen. Alvorens
antwoord te geven bleef hij esn oo,;enblik in dezelfde
houding zitten. Maar zijn gelaat kreeg woer leven en
scheen een inuerlijken strijd te weerspiegelen. Plotse
ling stond hij op, deed haastig eenige schreden in de
kamer, waar zij zich bevonden en zuchtte met angstige
ontroering
„Onmogelijk! onmogelijk! Ik zal nooit bekennen.
Dan liever sier ven
Hierna wendde hij zich tot zijne vrouw, wier open
gelaat door eene sombere wolk werd verduisterd, greep
hare handen en zeids zoo kalm als hij maar eenigszins
kon spreken
„Welnu Camille, ja er rust een geheim op mijn
leven, maar dit geheim wil'ik aan niemand toever
trouwen, zelfs niet aan jou, die toch de grootste plaat9
in mijn hart ei gemoed inneemt."
„Het is dus eea bizonder geheim?"
„Ja wel bizonder," antwoordde hij met moeite.
„Zou het dan ons beiden bedreigen, Maxime?"
„O neen, neen, stel je gerust Camille."
„Bevindt zich onze lief ie niet in gevaar?"
„Volstrekt niet, dat bezweer ik je. Niets kan daaraan
iets veranderen, tenminste wat mijn hart betreft, want
zelfs de dood zou, door ze eeuwigdurend te doen wor
den, ze reiner maken."
„Heb dank voor die goede woorden Maxime. Ik ge
loof inderdaad dat ik op het punt stond jaloersch te
worden. Hos kinderachtig!"
„Jij jaloersch? Zijn eugelen dan ook jaloersch?"
„Ongetwijfeld, als zij een vrouwehart hebben.
Maar vertel mij eens," vervolgde zij met een matten
glimlach, „heeft die brief, dien je nauwelijks een kwar
tier geleden hebt ontvangen, iets te maken met je ge
heim
„Ja," stamelde Maxime.
„Is het ook onbescheiden o n te vragen, vanwaar hij
komt?
„Zeer ver hier vandaan... van Ban Fraucisco."
„Van San Francisco Maar dan dan komt
hg stellig van den vroegeren rentmeester op Stangala
Philip Kerven
„Van Philip Kerven dit ontken ik niet."
„Hoe heeft een brief van dien man je zoo heftig
kunnen aandoen
„Dat komt, omdat mij daarin iets ongehoords is ge
openbaard, iets o, vraag mij niets meer," vervolgde
Maxime zenuwachtig. „Ik kan ik mag je niets meer
vertellen. Zwijgen is mijn plicht Camille, een stellige
plicht."
Op dat oogenblik dacht hij slechts aan den diefstal
door Jean Tiéhouart begaan.
Wordt vervolgd).