geving was volstrekt niet schadelijk. Toelating van ons vee in België zou wel spoedig komen en eveczoo in Duitsc'nland. België wilde varkens invoeren maar de Reg. heeft vooraf invoer in België voor onze varkens gevraagd. Dat in Duitschlaud de ui'voer- preui'ëa voor suiker zouden verhoogd worden was officieel niet bekend. Voor en door onze vertegenwoor diging in China zou alles worden gedaan in het belang van ODzen handel. Evenzoo in Japan, waar de vertegenwoordiging z. i. voldoende was. VaD arbitrage had de Min. zich meermalen een voorstander betoond. Op opheffing van de paardenkeu- riDg aan de Duitsche grenzen was aangedrongen. Een regeling gevolg van de in ternationale conferentie hetzy dan met enkele mogendheden, was een 2aak van gewicht, waarop de aan dacht steeds bleef gevestigd. De zaak der Octrooiwetgeving hield de Reg. bezigeen wet toezeggen kon zij niet. By de artikelen werden enkele spe- oiale punten behandeld. Zoo noemde de heer S'aalman de tractementen onzer gezanten te hoog, omdat hij van de meening was, dat zij die toch maar alleen aan feesten en diners besteden een meening die het den Min. geen moeite k stte te weerleg gen. Geheel in tegenovergestelden zin vroeg de heer Beelaerts meer geld dan nu (f12000) voor den con sul-generaal te Pretoria. Ook de Min. noemde het tractement te laag en zou het een volgend jaar hooger uit trekken. Tegen de begrooting stemde alleen de heer Staalman in isolement kraoht zoekende. En nu kwamen we tot de supple- toire begrooting van Justitie voor 1806 (invoering van het Bertillon- stelsel). Bij het algemeen debat behandel den de heeren Everts, Beelaerts, E. S oidt, de Kanter en Tydeman de voorgedragen regeling tot invoering van het stelsel van Bertillon (casiers judiciaires) en van de anthropome- trische opneming van gevangenen en misdadigers. Bet nut van dat stelBöl werd door geen der sprekers ont kend, maar zg gaven verschillende wenken in overweging; zco meende de heer de Kanter, tegenover de heeren Beelaerts en Tydeman, dat de Reg. niet al te zeer gebonden moest zijn ia het overleggen van de zg. strafbladen aan het buitenland, in het belang van de justitie in den vreemde, terwijl die twee te dien aanzien restrictie aanbevalen. Vooral omdat naar ons land dik werf vreemde misdadigers ontwijken, wilde de Min. door een verklaring zijn opvolgers niet te zeer binden. Hij voor zich wilde wel zeggen, dat hij de extracten uitsluitend voor de jus titie wilde bestemmen. Het opnemen van verdachten naar dit stelsel een der wenken achtte de Min. onge raden. Overigens behoefde hij zyn voorstel niet te verdedigen, omdat het niet bestreden was. Het ontwerp werd zonder hoofde lijke stemming g edgekeurd. G. Jr. Uit de Staatscourant. Bij kon. besluit is in rang en an ciënniteit overgeplaatst bij het wapen der koninklijke marechaussee, en wel bij de 3e divisie, de le-luit. H. A. Mos, van het escadron ordon nansen. Bij kon. besluit zijn benoemd: by het wapen der genie, bij den staf van het wapen, tot majoor de kapitein jhr. V. A. Gevers Deynoot, van het 2e regiment veldartillerie; bij het korps pantserfort-artillerie, tot eerste- luitenant de tweede-luitenant J. P. E. van Reysen, van het korps. H. M. de Koningin-Regentes be" zooht Woensdag (begrafenisdag van wijlen den Koning) vergezeld van eene hofdame den Koninklijken graf kelder te Delft en heeft een krans en bloemstuk op het graf van Haren Gemaal nedergelegd. De levering der nieuwe geweren. De minister van oorlog heeft in zijn memorie van antwoord zeer uit voerige mededeelingeu gedaan over de gesohiedenis der gewerenleveran- tie. De tusschen 30 Juli en 12 Au gustus gevoerde briefwisseling wordt daarbij overgelegd. Daaruit blijkt, dat den minister op 30 Juli door eea (niet met name aangeduid) gep. kapiteinlluitenant ter zee het aanbod werd g6daan, 52,000 geweren vau 6 5 mM. kaliber in ons land te doen vervaardigen, met een gemiddelde produotie van 100 stuks daags, waar mede 6 maanden na het sluiten der overeenkomst zou worden aangevan gen, en wel door een Ned. Maat schappij met een kapitaal van 1 mil- lioen gulden. Een verklaring van een syndicaat, dat zich gevormd had, was er bijgevoegd. De Minister wees 1 Aug. op het ontbreken van de onontbeerlijke gege vens omtrent de fabriek, het perso neel en de werktuigen, en voegde er by, dat de aanmaak van 100 stuks per dag veel te gering was. De fabriek te Steyr had in de le maand 5000, in de 2e 10.000, in de volgende maanden 15,000 toege zegd. De aanvrager verzooM daarna eerst opgaaf van het minimum dat de Mi nister per week of per dag wiide ge leverd hebben, en vei klaarde dat op 100 per dag gerekend was in ver band met de cijfers door den Minis ter in offieieele stukken genoemd. De Minister antwoordde 5 Aug dat in de eerste plaats genoegzaam alle waarborgen vau deugdelijkheid, door hem in de zitting van 14 Maart jl. gesteld, bij de aanbieding ontbra ken. en dat eerst in 's lands belang de levensvatba irheid van het aanbod moest blijken. Hij wees er tevens op, dat de cijfers, door hem vroeger ge noemd, op een veel hooger produc tievermogen wezen om nog in 1895 30,000 geweren geleverd te krygen. Bij schrijven van 7 Aug. trok daaroij de aanbieder zich terug, om- noodig is. Vrij algemeen kwam men, dat „de opnieuw gemaakte bereke-'D& fie* betoog van den heer Van ningen hem de volst-ekste zekerheid nnnnliimA hadden verschaft, dat de oprichting van een wapenfabriek met grooter productievermogen dan 100 geweren per dag, voor hem onmogelijk was". Hij gaf dienzelfden dag daarvan ken nis aan het syndicaat. De Minister, die wegens ambtsbe zigheden bij het ontvangen van dit schrijven afwezig was, antwoordde nog op 10 Aug. dat hy met groote teleurstelling had ontwaard, dat het uitstel van 6 maanden, door hem verleend om de binnenlandsche nij verheid gelegenheid te geven tot me dedinging, geheel zonder vrucht was gebleven. Hij kon niet weten dat het aanbod het eenige bij hem uit het binnenland ingekomen stond of viel met de levering van 100 siuks per dag. Hij wilde nog het uiterst u.ogelijke doen, en vroeg daarom onverwijld opgaaf van het tijdstip, waarop, bij een levering van 100 ge weren daags, het laatste honderdtal voor 17 Jan. 1897, dus in ell maan den. De onderstelde binnenlandsche fabriek (100 per dag) zou beginnen 17 Aug. 1896 en de laatste leveren eerst na 17 Nov. 1S99, dus in 3^'jaar. Voor de 88,000 wapenen die nog voor vesting-artillerie, schutterij-reserve enz. vereischt worden, komen dan n"g by de fabriek te Steyr minder dan 9, by de binnenlandsche meer dan 36 maanden. Een opbrengst ver mogen van slechts 100 wapens per dag was dus volstrekt geen onver schillige zaak. Gemeenteraad te Amsterdam. In de Woensdag gehouden raads vergadering werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend om gezond heidsredenen aan E. A. Sunier, leeraar in de Fransche taal aan het gymna sium. Met 29 tegen 2 stemmen werd de voordracht goedgekeurd tot benoe ming tot gewoon hoogleeraar in de oogheelkunde van dr. Straub, thans buitengewoon hoogleeraar. De voordracht tot het aangaan eener geldleening van f 12,000,000 nominaal, om daaruit aan de Duinwater Mij. te voldoen de schadeloosstelling voor de intrekking harer concessie, werd zon der hoofdelijke stemming goedge keurd. De voordracht tot reorganisatie van het burgerlyk armbestuur lokte be schouwingen uit, met name de in de nieuwe verordening opgenomen be paling, waarbij dubbele bedoeling niet wordt uitgesloten. Ten vorigen jare is door de meerderheid van den Raad verklaard, dat dubbele bedeeliog niet in strijd is met art. 21 der armenwet. Na langdurig debat werd door ('en Raad toen gehandhaafd de in de zit ting van 15 Februari 1894 door de meerderheid aangenomen interpreta tie van art. 21 der Armenwet waarbij verklaard wordt dat dubbele bedee ling door dat art. niet wordt uitge sloten. Da bandeloosheid der jeugd Onder leiding van den vioe-voor- zitter, den heer H. J CalkoeD, bur gemeester van Edam, is te Amster dam de driemaandelijksche vergade ring gehouden der „Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Noord-Holland." Na de afdoening van administra tieve werkzaamheden werd door mr. H. J. C. v. Tienen, burgemeester van Zaandam, ingeleid De bandeloos heid der jeugd." Op uitnemende wijze werd door den spreker betoogd, dat verbeterin: De eerste proefneming in Europa j om spoorwegrijtuigen door middel (van gas te verwarmen i3 Dinsdag I begonnen met een rytuig der Staats spoor, op de lijn Don Haag—Utrecht De uitvinding is van twee werk meesters der Staatsspoor, die reeds patent genomen hebben in Frankrijk, Duitschlaud en Engoland. Antipyrine. Zooals reeds door ons gemeld is, werd door eenige amsterdamsche bladen bestreden onze bewering, op gezag van een medicus hier ter stede verkondigd, dat het gebruik van antipyrine bij eene tamelijke dosis den dood kan veroorzaken. In de Amst. Ct. van heden lezen wij over deze quaestie het volgende, wat door een „geaoht medicus", zoo als hot blad schrijft, aan de redactie wordt gemeld „Ik lees in no. 3986, le blad, blz. 3 van uw geëerd blad, dat u inlich tingen verstrekt zijn omtrent de gif tigheid der antipyrine, waarbij u, onder meer, ia medegedeeld, dat die stof, voor zoover bekend, nog nim mer den dood had veroorzaakt. D t is niet geheel juistin no. 2, 1894 van het «Brit. Med." Journal wordt een doodelijk vergiftigingsgeval ver meld. Ook in de dagbladen kan men van tijd tot tijd van dergelijke geval len lozen, en er is geen reden, om aan de waarheid van die berichten te twijfelen, omdat door het publiek op eigen gezag, op de meest roeke looze wijze van dit en dergelijke middelen gebruik wordt gemaakt. Ook te Berlijn is voor korten tijd iemand gestorven tengevolge van een verkeerd gebruik van phenacetine. Ik aohtte mij verplicht, hierop te Wijzen." Dierlijk in tiact. Een merkwaardig geval van slim heid bij runderen, anders op dat ge bied nog al tamelijk ongunstig aan geschreven, deed zich dezer dagen te Schagen voor. Door een drietal veehouders werden op de markt 4 gras-kalveren aan een landbouwer in de Anna-Paulownapolder, ongeveer 2% uur van Schagen gelegen, verkocht. Des naohts wisten de beesten de alsluiting van het hok, waarin men ze tijdelyk had opgesloten, te ver breken, waarna ze den terugtocht naar Schagen hebben ondernomen, 's Morgens in de vroegte vond ieder der verkoopers zyngewezeneigendom loeiend voor de hoeve staan. zou worden afgeleverd, in de ver- L. J. Hioolen, van dim staf; totI wachting dat bij een ernstig aanbod kapitein de le-luit. G C. Makkink, al het overige gereed lag. Hij was mede van dien staf; bij het korps I dan bereid na te gaan, of 's land- genietroepen tot le-luit. de 2e-luit. j belang meebracht den tyd van 6 P. J. van der Steur, van het korps. maanden te verlengen. Bij kon. besl. zijn benoemd: bij! Daarop kwam ten slotte op 21 Aug. het wapen der artillerie, by het 2e het antwoord, dat het syndicaat reeds regiment vesting-artillerie, tot kapi-1 aan de verschillende inschrijvers be- tein de eerste-Initenant C. J. M. I richt had dat hun inschrijvingen niet Coilette, van bet korps, gedetacheerd j konden worden aangenomen en het by den artillerie cursus, met bepalingzelf ontbonden was. De ontwerper tevens, dat genoemde officier in zijnenwas daarom niet meer bij machte nieuwen rang voorloopig als leeraar j eenige aanbieding te doen. bij gemelden cursus zal gehandhaafdDe Minister voegt bij de uiteen- blijven bij het 3e regiment vesting-zetting van deze zaak nog belangrijke j artillerie, tot kapitein de eerste-luite-gegevens over de fabriek te Steyr, Woensdagochtend is te 's-Graven- nants J. K. van Hoogstraten, van het aan welke de levering is gegund, j hage overledenjhr. W.L.van Spengler, 2e regiment veld-artillerie, en F. Dell Die fabriek heeft 4 maanden van j gepansionneerd generaal-majoor der van den staf van het wapen, werk- voorbereiding noodig en begint de j infanterie, adjudant van wijlen Z. M. zaam by de Koninklijke Militaire levering van 95,000 wapenen voor j Koning Willem III en buitengewoon ^cademie; bij het 4e regiment ves-Oorlog, Marine en Koloniën op 17 j adjudant van H. M. de Koningin. ng»artillerie, tot majoor de kapitein Febr. 1896 en levert de laatste af' Tienen, tot de conclusie lo. Dat het wenschelijk is, in elke gemeente een politie rechter aan te stellen, .die eerst een berisping zou kunnen geven en daarna lichte straf 2o. dat snellere procedure noodig is en dat bij herhaling of by zwaar dere vergrijpen kinderen voor den strafrechter behooren gebracht te wordenen 3o. dat dergelijke organisatie wen schelijk is van de particuliere ver pleging (onder streng staa(stoezicht) in inrichtingen, waar kinderen kunnen worden opgenomen, die door den reohter gevonnist zijn. Tot lid van het bestuur is gekozen mr. H. J. C. van Tienen, burgemees ter van Zaandam. De uitslag van de verkiezing van een lid voor de provinciale staten in het district Nieuwer-Amstel (vacature Ledeboer) is dat van de 1647 geldige stemmen uitgebracht werden 452 op den heer C. v. Blaaderen (anti-rev.j, 629 cp den heer P. J. Raaymakers (kath.), en 542 op den heer O. v. d. Bout (üb.), zoodat eene herstemming moet plaats hebben tusschen de beide laatsten. In den ouderdom van bijna 66 jaren is Woensdag in den Haag overleden dr. F. J. van Leent, inspecteur van den geneeskundigen dienst der marine, schout bij nacht, en ridder ran den Nederlandschen leeuw en verschillen de buitenlandsche orden. Da moord te Rotterdam. Nadat het verhoor van W. van Berkel Woensdagmiddag door den hoofdcommissaris van pol'tie te Rot terdam gesloten is, is hy in overleg met den rechtercommissaris, den heer mr. L H. van Meurs, en den officier van justitie, des namiddags op last van laatstgenoemde, per rijtuig onder geleide van den inspeoteur van po litie H. Brinkman naar de strafge vangenis aan den Noordsingel over gebracht. Aan Van Berkel, die gedurende zijn verhoor en ook Wo.nsdag uiterlijk zeer kalm was, is toegestaan afschrift van de verklaringen, door hem aan den hoofdcommissaris afgelegd, te nemen. Woensdagmiddag hield hij zioh daarmede onledig. Uit Amsterdam meldt men nog: Omtrent den meergenoemden Van Dijk, die gedurende 24 uren verblijf hield op een kamer op de Gedempte Rozengracht no. 70 en zich zoo vreesachtig gedroeg, moet nog ge meld worden, dat een der leden van het gezin, waar de kamer gehuurd werd, inderdaad Dinsdagochtend aan het politie-bureau bij de Raam poort geconfronteerd is mpt een man die door de politie als de bedoelde Van Dijk was opgespoord. Het bleek echter aanstonds dat deze man, een boertje, dat eveneens den naam Van Dijk droeg, niet de zonderlinge man wa3 die de kamer op de Rozengracht heeft gehuurd. Sedert is geen der leden nog met een ander persoon geconfronteerd, zoodat het schijnt dat de politie den rechten persoon nog! niet gevonden heeft. De politie te Rotterdam spoort twee meisjes op, die er haar werk van maken kleine meisjes het haar af te snijden. Dit gebeurt voornamelijk in de Weste Wagenstraat. Men schrijft uit Utrecht aan de N. R. Ct. Herhaalde ongevallen die de paar den van de Utrechtsche Trammaat- sc'uappy troffen, wanneer zy voor het rijtuig vallende, vaak door den rem- stang van den niet zoo direct tot stil stand te brengen wagen,zwaar gewond werden, hadden den directeur der Mij. reeds lang doen uitzien naar een middel om de paarden tegen dergelijke kwetsuren te behoeden. Aan derem- beschermers, zooals die van caout chouo of plaatijzer te Amsterdam en elders in gebruik zijn, waren vooral om de hooge kosten bezwaren ver bonden, zoodat naar een ander min der kostbaar middel werd uitgezien. Toen nu voor eenigen tijd een paard tengevolge van zulk een verwonding s ierf, kwam de directeur De Jongh toevallig op een papierfabriek van den heer "VVarendorf alhier en zag daar het op die fabriek vervaardigde geperst papier, dat bij eenige elasti citeit een zoodanige hardheid bezit dat er behalve doosjes en andere voorwerpen zelfs hakken van laarzen en schoenen van worden vervaardigd. Een sameospreking tussohen de heeren de Jongh en Warendo.f had tengevolge, dat laatstgenoemde heer platen van dit papier vervaardigde die in een halven oirkel gebogen, in een ijzeren beugel aan de rijtuigen werden bevestigd om den remstang, zoodat de punt van deze als het paard valt, het beest niet treffen en verwon den kan. Genomen proeven voldeden zoo goed en de prys van de rem besohermers is zoo gering, dat alle rijtuigen dm Uvrechtsche tram gelei delijk daarvan voorzien zullen worden. Een drietal stroopers uit Terwispel wilden om den weg te bekorten een wijk passeeren. Daarvoor werden eenige daar aanwezige planken ge nomen en over de wijk gesmeten De planken wilden zij toen terecht 1 met de geweren, die geladen in de hand werden gehouden. Een van hen had den loop in plaats van de kolf in de handtoen hij op het onvoor zichtige daarvan werd gewezen door zijn makkers, haalde hij het geweer naar boven, doch de haan, die open stond, haakte achter de plank het schot ging af en drong hem in de borst. Hij had nog de kracht om over de plank te gaan, maar zakte toen ineen en was bijna onmiddellijk dood. De vermiste milicien. Over het vermissen van een mili cien tijdens de manoeuvres nabij Amersfoort, heeft de minister van oorlog aan de Tweede Kamer h et volgende bericht. Uit ae terzake van de betrokken militaire autoriteiten ontvangen in lichtingen, zoowel als uit de ambts berichten, door den minister van jus titie aan liet departement van oorlog ter kennisneming gezonden, is geble ken, dat alle ten deze in de dagbladen medegedeelde teiten onwaar zijD. Tot toelichting diene het vol/ende. De bedoelde milicien-plaatsvervan- ges Langeveld, van hst 7de regiment infanterie, van de lichting 189ö, werd voor straf van Amsterdam naar Hoorn, overgeplaatst" Hij was van een hoogst' onverschillig karakter, maakte zich schuldig aan ernstige overtredingen, zoodat hij, in zijn korten diensttijd o. a. 24 dagen provoost hacl onder gas n. Gedurende de najaaremanoeuvres heeft hij zich geen enkele maal ziek gemeld. In den morgen van 10 September 1895, bij het aantreden voor den af marsch uit het tent bivak op de Zeisterheïde nasr het station te Amers foort, waar het bataljon, voor Hoorn bestemd, in den spoortrein zou wor den geladen, verscheen de bedoelde milicien gekleed in zijn ka pot jas, waarvan hij een geheele rij knoopen, op de onderste na, had afgesneden. Hij zag er bovendien zeer onzindelijk uit. Zijn compagnies-commandant zeide hem dan ook, dat hij daarvoor zou worden gestraft. By aankomst van het bataljon aan het station te Amersfoort, was de: bedoelde milicien niet meer bij de j compagnie present. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat hy op ODgeveer j een half uur afstand van Amersfoort langzamerhand was achtergeraakt, j aan een korporaal, die tijdelijk zija: geweer droeg, zeggende, dat hij zulke pynlijke voeten had. Met het oog op den nog beschik baren tijd voor het vertrek van den trein vermeende de milicien Lacge- ve'd, dat hij het bataljon nog wel zou inhalen on hij werd dan ook cp zeer korten afstand van Amersfoort nog op ongeveer 20 pas achter de hoofdcolonne gezien. Gelet rp het onverschillig gedrag van den vermiste en op zijn veelvul dige straffen, doet het afsnijden van de knoopen van zyn kapotjas het vermoeden ontstaan, dat de milicien Langeveld reeds vóór den afmarsch uit de Legerplaats, het voornemen had om te deserteeren. aan welk voornemen by kort voor het binnen komen van de stad Amersfoort ge volg schijnt te hebben gegeven. Uit Beesd meldt men aan de Tiel- sche Courant Welke ernsige gevolgen het ver oorzaken van een sohrik kan hebben, is hier dezer dagen op treurige wijze gebleken. Een jong meisje, kraohtig en gezond, struikelde voor enkele weken op een donkeren avond over een zwart voorwerp, dat later bleek een jongen te zijo, die zich opzette- telijk op den grond had gelegd, om schiik aan te jagen. Nog denzelfden avond moest e6ii geneesmiddel aangewend worden, om haar geschokte zenuwen tot rust te brengen. Niets mocht echter baten. Hare zenuwachtigheid giDg over in krankzinnigheid en den lsten dezer maand is zij overleden. Pers Overzicht. Stemplicht in de praktijk. Zooals men weet, schreef voor een paar maanden de hoogleeraar Fruin een brochure over stemplicht, naar aanleiding waarvan tal van artikelen in de verschillende bladen verschenen. De heer A. Kerdijk schrijft thans in het jongste nummer van de Vragen des lijds een artikel over „stemplicht in de praktijk", waarin bij o.a. ver klaart, professor Fruins brochure zoo weinig betekenend te vinden, dat zij „ganBchelijk onopgemerkt zou zijn voorbijgegaan, indien niet des heeren Fruin's naam op den omslag had gestaau." Deze bewering wordt door Mr. Kerdijk echter niet verdedigd, alleenlijk deelt bij een en ander mede omtrent de werfcing van den door prof. Fruin bepleiten maatregel in het buitenland. De schrijver herinnert er terloops ,n, dat in Frankrijk in 1849. in 1893, in 1894 en in 1895 getracht is de deelneming aan het verkiezings- werk verplicht ie stellen, tot nu toe echter tevergeefs Thans is het laatste door Gauthier de Clagny ingediende wetsontwerp dat echter volgens den heer Gauthier zelt weinig kans heeft wet te worden en dat van Guillemot naar eene oommissie ver wezen. Verder merkt bij op, dat in de Zwitsersche kantons Sohaffhausen. Aargau, Thurgau en St. Gallen stem plicht bestaat en d -t zij in Solothurn heeft bestaan, waar op niet-stemmen een boete van 70 centimes gesteld was en waar zij in 1887 weer werd afge schaft, terwijl ook in eenige gemeen ten van Zürich een soort stemplioht heeft bestaan en thans een is ingevoerd die geen stemplicht heeten mag. Het resultaat van de invoering yan den Btemplieht in de vier bovenge noemde kantons was echter zoo zooals de heer Kerdijk doet uitkomen dat er daar ook een heel verschii is in de opkomst naarmate de aanhan gige vraagstukken meer of minder selangstelliDg wekken, hetgeen hem doet vragen of het stelsel daar niet is gebleken niet te beantwoorden aan de verwachting? Hierna behandelt Mr. Kerdijk Bel gië, waar de invoering van stemplicht, volgens hem, werkelijke beteekenis alleen had voor die districten, waar een groot aantal kiezers vroeger zich onthield, omdat er voor hun richting toch geen kans van slagen was; voor de overige was hij niet noodig, en moest hij dus zonder noemenswaar- digen invloed blijven? „Daarbij vergete men niet," zegt hij, „dat na een zoo aanzienlijke uit breiding van het kiesrecht, als bij onze zuidelijke naburen heeft plaats gehad, de partijen aanvankelijk om haar krachten te meten, tot het uiterste zich inspannen; ook in die districten, waar zij tot nu toe ver in de minderheid waren. Zal intus3chen ook in het vervolg aan de wettelijke goei mij dezen keer onmiddellijk te antwoorden, wat ik u verzoek niet te verzuimen, want ik heb haast om weer vlot te komen, waarbij ik mg als laatste redmid lel aan uwe bankbiljetten moet vastklemmen. „Uw dienstwillize dienaar PHILIP KERVEN." Men begrijpt, dat zulk een brief voor Maxime een vrecselijke slag was. Niet allem bewees deze hem dat zijn goede naam aan de genade was overgeleverd van een man, die hem verscheidene malen zijn stilzwijgen zou laten afaoopen, maar vooral toonde hij hem de afschuwelijke bron van het fortuin, welks b9zit, dooi de wijze waarop hij het had geërfd, hem van zijne kalmte en zielsrust beroofd had. Tevergeefs trachtte hg de nagedachtenis van zijn oom onbevlekt te hou den tevergeefs dwong hij zichzelf te gelooven, dat Poi ip Kerven de geschiedenis over dien diefstal had uitgedacht om hem gemakkelijker geld af te kunnen persen. Instinctmatig begreep hij, dat het volkomen waarheid Was en na de vlnchtigste overdenking bleef hem geen twijfel hieromtrent over. En wat zonder deze openbaring onverklaarbaar was, werd dat hierna niet volkomen duidelijk? Als het geld werkelijk gestolen was, was het dan niet gemakkelijk te begrijpen, dat het gestolene moe3t worden teruggegeven, al kwam die vergording wat laat? Was het in dat geval ook niet eene logische en natuurlijke daad om een testament ten gunste van William Maxwell te maken? Maxime was dus overtuigd, dat de eude factotum in deze geen leugenaar was, maar terzelfder tijd dreigde het zware gew.'cht van de mededeeling, welke die brief bevatte, zijn geestkracht te verpletteren. Een diefstal met misbruik van vertrouwen en een verbrand testament, ziedaar hetgeen in de oogen van Maxime verbonden was aan het hem ten deel gevallen fortuin. Zelfs de troostrijke gedachte, dat zijo oom het eerlijk met werken had verdiend was hem voortaan onthouden. Ongetwijfeld werkten alle omstandigheden voor hein verschillend mee om den schuldigen, trot- schen maar niet verharden man, ontzettend te doen lijden. Na dan ook den brief van Philip Kerven te hebben gelezen kon hij een krampachtig sniaken niet weerhou den en was hij gevlucht door schaamte en angst over stelpt. Dleuzelfden avond, toen zij met hun beiden alleen waren, zeide Camille met zachte, ernstige stem „Je bewaart ongetwijfeld een geheim in je binnenéte, dat je belet gelukking te zijn. Waarom vertrouw je het mij niet toe Als je het met je vrouw deelt mis schien valt het je dan minder moaielijk het te dragen. Als ik je vertrouwen uitlok, geloof mij, dan is het niet uit nieuwsgierigheid. Mijn hart heeft goddank geen plaats voor eea dergelijk "gevoel. Maar ik koester den vurigen wensch om je mijne liefde te toonen, en welk een genot het voor mij zou zijn in je zorgen te deelen, vooral die, welke om ze te doen verdwijnen, eene on begrensde toewijding en vurige genegenheid noodig maken." Terwijl zij dit zeide, boog zij zich over den rug van den fauteuil, waarin hij zat met het hoofd voorover ge bogeD, met doften blik en vochtige wangen. Alvorens antwoord te geven bleef hij esn oo,;enblik in dezelfde houding zitten. Maar zijn gelaat kreeg woer leven en scheen een inuerlijken strijd te weerspiegelen. Plotse ling stond hij op, deed haastig eenige schreden in de kamer, waar zij zich bevonden en zuchtte met angstige ontroering „Onmogelijk! onmogelijk! Ik zal nooit bekennen. Dan liever sier ven Hierna wendde hij zich tot zijne vrouw, wier open gelaat door eene sombere wolk werd verduisterd, greep hare handen en zeids zoo kalm als hij maar eenigszins kon spreken „Welnu Camille, ja er rust een geheim op mijn leven, maar dit geheim wil'ik aan niemand toever trouwen, zelfs niet aan jou, die toch de grootste plaat9 in mijn hart ei gemoed inneemt." „Het is dus eea bizonder geheim?" „Ja wel bizonder," antwoordde hij met moeite. „Zou het dan ons beiden bedreigen, Maxime?" „O neen, neen, stel je gerust Camille." „Bevindt zich onze lief ie niet in gevaar?" „Volstrekt niet, dat bezweer ik je. Niets kan daaraan iets veranderen, tenminste wat mijn hart betreft, want zelfs de dood zou, door ze eeuwigdurend te doen wor den, ze reiner maken." „Heb dank voor die goede woorden Maxime. Ik ge loof inderdaad dat ik op het punt stond jaloersch te worden. Hos kinderachtig!" „Jij jaloersch? Zijn eugelen dan ook jaloersch?" „Ongetwijfeld, als zij een vrouwehart hebben. Maar vertel mij eens," vervolgde zij met een matten glimlach, „heeft die brief, dien je nauwelijks een kwar tier geleden hebt ontvangen, iets te maken met je ge heim „Ja," stamelde Maxime. „Is het ook onbescheiden o n te vragen, vanwaar hij komt? „Zeer ver hier vandaan... van Ban Fraucisco." „Van San Francisco Maar dan dan komt hg stellig van den vroegeren rentmeester op Stangala Philip Kerven „Van Philip Kerven dit ontken ik niet." „Hoe heeft een brief van dien man je zoo heftig kunnen aandoen „Dat komt, omdat mij daarin iets ongehoords is ge openbaard, iets o, vraag mij niets meer," vervolgde Maxime zenuwachtig. „Ik kan ik mag je niets meer vertellen. Zwijgen is mijn plicht Camille, een stellige plicht." Op dat oogenblik dacht hij slechts aan den diefstal door Jean Tiéhouart begaan. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2