Tweede
UIFLU
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
i. c.
FEUILLETON.
De stem van het geweten.
I3e Jaargacg
AARL
Donderdag 12 December 1895
No. 819
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeentel, per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.37T2
ADVEH/TEHSTTIBNT
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letteis naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentién worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Êtmngère G. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3Ibis Foute,ur<j Mc
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bteemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; ^paarndam, C. HARTENDORP;
Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuidenJ. .T. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.-
iV L
BILJETTEN voor Veilingen en
Aanbestedingen, voorFeestelSJk-
beden, Concoursen etc a«n men
ter StooBdruhker|| vri. rise Bled
tot hoogst billijken pit|S letcn
Irukken.
Meuwste Lettersoorten. Rpoe-
lige aflevering.
De Directeur Uitgever
Politiek Overzicht.
De zoogenaamde onthullingen die
n een dee! der fransche pers zouden
rorden gedaan over den president der
republiek Felix Faure, blijken niets
mders te zijn dan een slag in de lucht,
lladen van verschillende richting als
Figaro, MatinPetite Republique enz.
;ijn er mee voor den dag gekomen
r wat zij vermelden is van dien aard,
lat het slechts geschikt is om de po-
Hilariteit, die de heer Faure over het
ilgemeen bez:t, nog te versterken.
Wijlen de schoonvader van den
'resident, zoo wordt dan ook gezegd,
s wegens strafwaardige handelingen
n zijn betrekking van procureur ge
ïfeegd, bij verstek (hy had do vlucht
enomen). tot tien jaar dwangarbeid
eroordeeld. Dit is gebeurd in 1811,
teven maanden voor de geboorte van
oaar die thans mevrouw Faure heet.
Mevrouw Belluot had scheiding ver
kregen en bij het overlijden van den
(rader in '48 had de familieraad uit
naam van het kind de opengevallen
nalatenschap verworpen. Felix Faure
heeft mejuffrouw Belluot in '65 zon
der huwelijksgift getrouwd.
Het bericht dat de Italiaansche
troepen op de grens van Eritrea door
ie Sjoanen overvallen en ia de pan
gehakt zijn, heeft in Italië begrijpe
lijkerwijs diepe verslagenheid teweeg
gebracht. Ofschoon geen wanbeleid
aan generaal Baratieri wordt verwe j
!en, erkent men toch dal de voorpos-1
jendienst bij de voorhoede alles te
3 onderofficieren en 300 soldaten ont
kwamen en werden opgenomen door
generaal Arimondi die tusschen Amba-
Alagi ot Ambalagi (waar hetgeveoht
plaats had) en Makaleh positie nam
en den vijand eemgen tijd tegenhield,
waarna hy in de grootste orde op
laatstgenoemde plaats terugtrok.
Makaleh kan het, naar men zegt,
maanden lang uithouden. Maar men
zegt ook dat het leger van den Negus
niet voornemens is, zich voor dien
versterkten post op te houden, maar
naar Adigrat doortrekt. Baratieri
rukt zoo spoedig mogelijk op die
plaats aan.
In de Italiaansche kamer moet het
Maandag *al heel. vreemd zyn toege
gaan. Den afgevaardigde Imbriani
ward door een journalist op de tribune
luidkeels toegeschreeuwdGy zijt
geen Italiaan, waarop natuurlijk een
geweldig rumoer ontstood-S De voor
zitter had de grootste moeite om te
beletten dat meer over de Afrikaan-
sche aangelegenheden gesproken
werd dan goed kon zijn, maar daar
er niet veel leden tegenwoordig wa
ren, gelukte het hem een eind te
maken aan het incident. Crispi was
wegens ongesteldheid afwezig.
De ministerraad heeft reeds bevel
egeven om 40G0 man naar Afrika
te zenden, met artillerie en ammunitie.
De mansohappen zullen zoo spoedig
mogelijk te Napels worden inge
scheept.
Ook wordt nog gemeld, dat de Sjoanen
zelf ook aanzienlijke verliezen hebben
geleden, welke worden geschat op
3000 man aan dooden en gekwetsten.
Volgens de „Italia Militare" gaan
er drie bataljons en twee batterijen
naar Afrika.
Vilgens de „Opinione Liberale"
hebben de Italianen ook Adoea ont
ruimd en trekken zij zich op Adigrat
samen.
In de zitting van Dinsdag gaven
verschillende afgevaard:gden hun
wensch te kennen de regeering over
den toestand in Afrika te mogen
interpelleeren, Deze interpellaties
zullen in verband met Crispi's ziekte
niet voor Zaterdag worden gehouden
In den duitschen Rijksdag heeft de
rijkskanselier Dinsdag ontkend, dat
de regeering niet eenstemmig was,
wat Kardorff den vorigen dag had
verklaard.
In zijn levendig toegejuichte rede
penschen overgelaten moet hebben, J verklaarde hy o. a. dat een krachtig
hu het mogelijk was dat een vijande- optredea der regeering eigenlijk
(ijk leger van 20,000 man de Italiaan-slechts mogelijk was met een Rijks-
lelie voorhoede insloot en dat terwijl dag die eene aaneengesloten meerder
den ras Makonnen allerminst ver-j beid bezat.
(rouwde! Toch zou de regeering voortgaan,
Men meldt nu uit Massowah dat j rust en welgesteldheid te bevorderen,
jeneraal Arimondi reeds herhaaldelijk de aanwezige gevaren tegemoetgaan,
Drders had gegeven aan majoor To (woelingen, die op de verwoesting van
selli om terug te trekken, maar deze,den staat en de maatschappelijke
bevelen schijnen den majoor niet
Dereikt te hebben. Het geheele Sjoaan-
iche leger viel toen op de troepen van
3en majoor aan, die 1500 man bij zich
orde gericht waren, bestrijden. Moes
ten de bestaande wetten toegepast
worden om de maatschappij te be
schermen en beklaagden zich de
aad, waaronder 20 Italiaansche olfioie sociaal-democraten daarover, zij drce
•en en 40 Italiaansche onderofficieren. gen daaraan zelf de schuld, wier pers
Jet bataillon werd ingesloten en neer-1 over het Duitsche volk hoon en spot
ïehouwen of gevangen genomen.uitstortte, o. a. bij de nationale
Tweeduizend geweren, een batterij j overwinningsfeesten. Dat had diep
Jerggeschut (dat echter door de inland-getroffen. Men moest niet vergeten,
iche troepen vernageld was), veel .dat aan iniet weinigen de toekomst-
krijgsvoorraad, levensmiddelen, enz. [staat niet als een rechtstaat maar
rielen den Sjoanen in handen. Sleohts i als een roofstaat voor oogen zweefde.
Als de jregeerirg nu de teugels strafier
aanhaalde, dan was zij diiarbij van de
gevoelens van alle welgezinde Duit
echers verzekerd.
Eindelijk heelt de sultan van Turkije
toegegeven en is hij voor den drang
der vereenigde mogendheden bezwe
ken. Diasdagavond heelt een iradé
uitgevaardigd, waarbij aan de vreemde
wachtschepen verlof wordt gegeven de
Dardenellen binnen te varen.
In het oostenrijksche Huis van
afgevaardigden heeft Badeni Dinsdag
een warme lofspraak op Taaffe
houden. Verder verzekerde de mi
nister, dat de regeering hare hoogste
taak zag in het bewaren van den
vrede (usschen de verschillende na
tionaliteiten. Het kieswetsontwerp zal.
hoewel het al uitgewerkt is, eerst
in Februari ingediend worden. Het
oogenblik is nu voor de behandeling
niet geschikt. Het ontbreekt aan tijd.
Volgens een telegram uit Havana
aan de Liberal zijn de opstandelingen
op Cuba de provincie Matanzas,
grenzende aan Havana, binnenge
drongen en verbieden zij er op straffe
des doods het binnenhalen van den
suikeroogst.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 11 December.
Dinsdagavond hield de heer W.
van Nes de door ons aangekondigde
letterkundige voordracht in de boven
zaal der sociëteit „Vereeniging".
Jammer dat slechts een twintigtal
personen blijk van hunne belang
stelling gaven. Zij die er niet geweest
zijn, hebben een waar genot moeten
missen. Als letterkundig redenaar
amuseerde de heer Van Ne3 zyn
auditorium, dat hem in gespannen
aandacht volgde, uitstekend.
Op gezellige, natuurlijke wijze liet
de heer Van Nes zijn held, Heinrioh
Willemsen zijn levensgeschiedenis,
die in velen opzichten merkwaardig
mag heeten, verhalen. Heinrioh Wil
lemsen mag met recht een Amster-
damsche type genoemd worden.
Meesterlijk wordt in dit verhaal
het leven van den handelaar in het
begin der 28 heitt onzer eeuw ge-
sohetst en aangetoond, hoe deze wel
aan poliitiek deed, doch zich uit het
politieke leven terugtrok, zoodra de
handel er gevaar onder zou loopen.
Een luid applaus was de welverdiende
dank van het auditorium.
De heer Van Nes zoide ons, dat
dit door hemzelf g schreven verhaal
zal verschijnen in eene serie van
boekjes getiteld„Bibliotheek voor
de huiskamer, portretten naar het
leven."
Het eerste deeltje van deze biblio
theek, een boekje van 95 bladzijden
is reeds verschenen. Het is getiteld
„Willem JanBen" en voorzien van 4
illustraties van de hand Van den zoon
van den schrijver.
In onderhoudenden trant geschre
ven zal dit werkje ongetwijfeld zyn
weg vinden en gelezen worden door
allen die van degelijke leotuur hou-
don. De schrijver stelt zich voor, wat
door elk weldenkende op prijs zal
worden gesteld, door zijne werkjes
het huiselijk leven te doen ontwaken
uit den doodslaap, waarin het gedom
peld schijnt. Zy zullen zioh kenmer
ken door reinheid van inhoud, zuiver
heid van taal en eenvoudigheid van
stijl."
Ned Ver-tot afsch. v. sterken
drank-
Dinsdagavond hield de Nederl
Ver: tot Afschaffing van Sterken
Drank, Afd. Haarlem een openbare
vergadering in het gebcuw der My
tot Nut van 't Algemeen, waarbij als
spreekster optrad Mevr. J. U. L.
Flothuis van Dommele, met hel on
derwerp .,De vrouw en de drank
bestrijding."
Na een inleidend woord van den
heer W. L. Schram Azo., waarin hij
als een verblijdend teeken des tijds
er op wees hoe het al luider wordt
uitgesproken, dat hervormingen op
maatschappelijk en geestelyk gebied
door drankgebruik worden tegenge
houden, betrad Mevr. Flothuis het
spreekgestoelte, om met een hel
dere, sympathieke stem. vaak niet
zonder gloed en bezieling, haar on
derwerp te behandelen.
Veel, zeide spreekster, wordt van
de vrouw bij de bestrijding van het
drankgebruik verwacht. I* ze physiek
zwakker dan de man, ze zal door
energie het menschdom vaak veel
meer van dienst kunnen bewijzen dan
mannen m8t zware hersenen. Veel
wordt van do vrouw verwach*, omdat
zij het is die het meest lijdt bij het
misbruik van sterken drank. Als de
man zich in de kroeg bevindt, terwijl
tehuis de maaltijd wacht, te huis ko
mende op alles aanmerking maakt,
de kinde.en onverdiend kastijdt, en
a!s hij straks zijn roes uitslaapt,
een bange stilte in huis heerscht,
als bij des Maandags door drankmis
bruik met gekneusde ledematen wordt
te huis gebracht, of ook van rijn
weekloon twee derde verdrinkt|en de
vrouw van hei overige een derde de
geheele we k moet huishouden. Als
cte j mgeling door drank verhit, ver
keerde stappan dort wie lijdt dan
het meest De vrouw, de moeder
G lukkig is drankgewoonte onder
de vrouwen nog zeldzaam. Toch kooit
zelfs bij ontwikkelde vrouwen
voor. Spreekster noemde hiervan
enkele treurige feiten. Daarom zeide,
ze, is de vrouw het meest geroepen
tot den strijd tegen de drankgewoon
ten. Wel wordt er veel tegen het op
treden der vrouw aangevoerd, en staat
haar veel in den weg.
Allereerst haar afhankelijke positie.
Zy mag volgens veler meening geen
lid zyn eener vereeniging. Dat is
alleen voor den man. Zij mag alleen
tehuis broekjes maken voor liefda
digheidsinstellingen of bijbels uitrei
ken. Toch gaan wij ook hierin voor
uit. De tijd is voorby dat de vrouw
een brief teekende „Uw onderdanige
vrouw", of de kerk vroeg„heeft de
vrouw een ziel", maar is het geen
schande dat zij die de schoone roe
ping heeft kinderen op te voeden,
niet zelve lichamelijk en zedelijk een
betere opvoeding geniet?
Ook staat haar in den weg de
weinige bekendheid met de tegen
woordige drankbestrijding en de ge
volgen ook van het matig drankge
bruik.
Die gevolgen werdeD door de
spreekster met sombere kleuren ge
schetst, en onder anderen hoe matig
drankgebruik het vermogen tot con
trole over ons oordeel aantast, geen
geestelijko opwekking te weeg brengt,
maar onzen geest doet inzinken, ja
hoe matig gebruik door de vrouw,
het kind waarvan zij moeder zal
worden, reeds voor de geboorte ver-
giftigt.
En als de vrouw dat alles nu weet,
aldus eindigde spreekster, dan zal
zij zich niet alleen van alle gebruik
onthouden, maar zelf mededoen aan
den strijd tegen den Alcohol. Dan
zal ze ook hare kinderen vroegtijdig
met het kwaad bekend maken. Maar
ze zal meer doen.
Voor de vooruitstrevende vrouw
is hiermede haar taak niet afgedaan,
maar doende wat haar hand vindt te
doen, zal zy arbeiden voor de vry-
making der vrouw opdat ze recht
streeks aan den strijd zal kunnen
deelnemen en zoolang wij nog geen
drankwetten hebben als in Amerika,
al haar invloed aanwenden tot ver
krijging van Kiesreoht en van een
wet die echtscheiding wegens drank
misbruik mogelijk maakt.
Bij het hierop volgend debat steldo
de heer Stroocloeck voor deze lezing
toe te zenden aan den Staat, om hem
in kennis te stellen met het kwaad
dat zij in de hand werkt.
Mevr. Flothuis verwachtte daar
niet veel van. Voor een verbod der
regeering is ons volk nog niet rijp.
Dat zou zoolang ons volk niet van
het kwaad doordrongen is, oproer
verwekken.
De heer Sohram zeide dat een wet
uit het hart en den geest van het
volk moet voorkomen. Het volk is
de Staat, wij moeten „doen door
laten."
De heer Schout is het niet eens
met mevr. Flothuis. Wij moeten be
strijden wat naar onze overtuiging
het verderf van het volk is, wat ook
de gevolgen zyn. Komt daardoor
oproer, dan hebben wij onzen plicht
Nadat mevr Flothuis den heer|
Schout nog heeft beantwoord en de
heer Schram nog heeft opgemerkt dat
alle vrucht een tijd van groeien moet
hebben, terwijl, al was er een drank
wet als de heer Sohout bedoelde,
er nog geen inannen zouden gevonden
worden om haar uit te voeren, sluit
de voorzitter de heer Schram
met een woord van dank aan de
spreekster, de, vooral door dames,
goed bezochte vergadering.
Vel8en.
In de plaats van den heer Hoekstra
die naar Haarlem vertrokken is, werd
in de vergadering van het Departe
ment Velsen der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen tot bestuurslid
gekozen de heer W. A. P. F. L
Bakker, die als secretaris van dit
Departement zal optreden in plaats
van den heer J van der Hoeve, die
de betrekking van penningmeester
van den heer Hoekstia zal overnemen.
IJmuiden.
Een onbekend heer deed Zondag
middag onderzoek met hoeveel per
sonen de reddingboot bemand was
geweest en toen men medegedeeld
had van elf steide hij den schipper
dier boot f55 ter hand, dus f5 voor
eiken man.
Men meldt ons uit Zandvoort
Dinsdagmiddag om half twee had
de openbare aanbesteding plaats van
het lossen der lading en het bergen
der tuigage en proviand van het ge
strande barkschip Forsele, door den
heer Steijger, als vertegenwoordiger
van den kapitein.
Iagekomen waren drie biljetten die
echter, hoewel de aanbesteding in het
openbaar zou plaats hebben, niet in
het bijzijn der insohrijvers werden
geopend en voorgelezen, wat de on
tevredenheid der aanwezigen opwekte.
Nadat bovengenoemde heer Steijger
zich met de hoeren Schuitenmaker
uit IJmuiden en Karstens verwijderd
had en daarna do biljetten geopend
had, werd aan het publiek mede-
deeling gedaan, dat de heer W. H.
van Konynenburg uit Noordwijk de
laagste inschryver was, die verzocht
werd by bovengemelde heeren te
komen.
Op eene vraag voor hoeveel de
heer v. Konynenburg aannemer was
geworden, weigerde arnvankelyk de
heer S. zulks te zeggen. Later deel
den de heeren Sobuitenmaker en
Karstens mede, dat was ingeschre
ven door
J. van Duivenboden te Zandvoort
voor 243/1 pCt. voor het bergen der
lading en 50 pCt. voor het bergen
der tuigage en van het proviand
M. Teekman te Zandvoort voor 26
pCt voor het bergen der lading en
voor 20 pCt. voor het bergen der
tuigageen
W. H. v. Konynenburg te Noord-
wijk voor 25 pCt. voor het bergen
der lading en tuigage.
Hoewel de aanbesteding in tweëen
zou geschieden (lading en tuigage
met proviand ieder afzonderlijk) en
aan de laagste inschry vers de werken
gegund zouden worden, zoo is on
danks dat. den heer v. K. alles ge
gund. Dat de Zandvoorters over de
wijze van handelen by de z g. open
bare aanbesteding niet zeer tevreden
waren, is licht te begrypen.
Te Aalsmeer is voor het jaar 1S96
met de armen practijk belast Dr. Wijs
man aldaar.
De raad der gemeente Alkemade
heeft de tractementen der ouderwij
zers vastgesteld op f 600, behoudens
voor hen die nu reeds meer genieten.
BINNENLAND,
Parlementaire Praatjes.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft zyn eerste échec geleden.
Hy had voorgesteld om de door het
vei trek -an het garnizoen uit Grave
vrijgekomen militaire gebouwen te
bestemmen tot een Rijkskrankzinni-
gengestioht voor rustige lijders, waar
het stelsel van prisons-asiles kon
Naar het franach
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK XII.
li)
i „Doet u maar open u moogt de deurtjes open zet
ten om ze vrijheid te geven."
Camille wierp een laatsten blik op de bekoorlijke ge
vangenen, duwde vervolgens de beide deurtjes van ijzer-
Iraad naar boven en deed eenige schreden achteruit om
Ie vogels gelegenheid te geven om te vluchten.
Deze schenen eerst eenigszins verbaasd te bemerken,
lat er eene opening was, waardoor zij konden vluchten.
De verbazing werd spoedig door groote vreugde gevolgd,
m merele, roodborstjes, meesjes, tortelduiven en win-
;erkoninkjes wilden van dezen uitgang gebruik maken.
D? vlugsten en stoutmoedigsten vlogen het eerst weg,
ie "anderen volgden zonder overhaasting. En gedurende
tAnioP mïTïll for) arc a 3a 1 nnl, »ftn3 Am Pamïl la 4 r. tanïna
ten Simpiice vervuld met vleugelklappen j en vroolijk
getjilp; eene treffende sy.nphonie die uitstekend de
liel le vcor ruimte en vrijheid weergaf.
„Laten wij nu aan de slachtoffers van den brand den
ken," zeide Antonice. „Wij moeten om de vogels de
menschen niet vergeten."
„Je zult dus heden twee goede dadon verrichten,"
zeide Camille. „Stemt je dat niet gelukkig
„Zeker. Wanneer gaan wij er heen
„Over een kwartiertje op zijn laatst."
Vervolgens wendde zij zich tot Simpiice:
„Beste jongen, wil je even gaan zeggen, dat de kalè3
moet voorkomen
„De kales voorkomen," herhaalde hij in gedach
ten. „O ja ja, ik zal gaan."
Ea zeer verheugd, dat hij van dienst kon zijn, liep hij
het grasperk over, niet zonder verscheidene malen om
te kijken naar Antonine, die hem uit de verte bleef
toelachen.
Toen hij verdwenen was, verdiepte zij zich een oogen
blik in gedachten en riep eensklaps uit
„Neeü. ik vergis mij niet! het is opvallend 1"
„Wat?' vroeg Camüle.
„Het verwondert mij, dat men het hier nog niet
heeft opgemerkt," vervolgde de jonge weduwe en vestig
de haar blik op het gelaat van hare vriendin.
„Maar vertel mij eens waar je het over hebt
„Wel, ik dacht aan de gelijkenis tusschen jou en
Simpiice."
„Zoo, vindt je dat ook
„Is die opmerking dan al meer gemaakt?"
en mijzelf maar wij zijn er nooit bij blijven stil
staan."
„Dezeltde zuivere trekkeD, dezelfde uitdrukking van
gelaat, eenigszins dezelfde gelaatskleur ea bovendien
Maar misschien heb je dat zeil notfit opgemerkt?
„Wat dan
„Wat ik heb zooeven getieD, dat Simpiice bij het be
gin van zijn hals met twee gitzwaite teekens gemerkt
ie, en onder de kant van je kraag kan ik duidelijk de
zelfde teekens onderscheiden."
„Dat heb ik nooit gezien," zeide Camille, zeer ont
roerd. „Weet je wel zeker, dat dit zoo is."
„Ja, zeker. Bovendien kan je jezelf er van overtuigen.
Maar waarom doet dat je zoo ontroeren
„Ten eerste zal je moeten toestemmen dat die gril
van het lot zoo 2 onderling is, dat ze indruk op mij
moet maken. Bovendien
„Bovendien Ga voort."
Maar Camille antwoordde niet. Zij bewoog zich niet
en scheen in diep nadenken verzonken.
„Waaraan denk je toch?" vroeg Antonine haar. „Je
veronderstelt toch zeker niet, dat Simpiice ie bloedver
want, je broer is?"
Camille ontwaakte uit haar gepeins.
„Integendeel," zeide zij, „ik begin het juist te geloo-
ven. Als je wist
„Wat dan?"
„Je moet dan weten, dat mijnheer Bamalec mijn va
der eigenlijk niet is," antwoordde Camille met zachte
stem. „Ik ben als kind op den weg gevonden, nu twaalf
jaar geleden. Mynheer Bamalec heeft zich over mij er-
„Dat is eene zonderlinge geschiedenis." mompelde
Antonine verbaasd. „Wie heelt dat gezegd?"
„Mijnheer Bima'ec zelf, in een vlaag van toorn."
„Dus zeker een uitvindsel van zijne woede."
„Neen. Ik kon mij niet vergissen omtrent de waar
heid."
„Maar hoe mark je daaruit de gevolgtrekking, dat
Simpiice misschien je broeder is?-'
„Ik vergelijk de data en kom daa tot de ontdekking
dat de arme jongen in een afgrond is gevonden door
mijnheer Jean Tiéhouart in denzelfden tijd toen mijnheer
Bamalec mij tot zich nam."
Een glans van vreugde straalde uit Antonine's oogen.
„Goede hemel riep zij uit, „als hij je broeder was,
wat zou ik dan veel van hem houden 1"
„Lieve Antonine lu
„Maar hoe zal je een bewijs kunnen vinden voor je
veronderstelling
„Dat weet ik niet."
„Dat is toch ergerlijk."
„God zal mij helpen."
„Daarvoor zal ik van ganscher harte bidden."
„Sstl" zeide Camille, „daar komt iemand."
Een bedi?nde kwam mededeelen, dat het rijtuig ge
reed was. De twee jonge vrouwen staken het grasveld
over toen zij Simpiice zagen, bezig met bloemen pluk
ken. Camille riep hem.
Hij snelde toe met de handen vol camelia's en
dahlia's. Zij legde hare beide handen op zijn schouder
en keek hem zoo doordringend in de oogen, dat de
arme idioot er verlegen door werd en zijn blik wilde