Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. Do slem van het geweten. !3e Jaargang Dinsdag 17 December 1895 No. 3823 HAARLEM'S DABBLAD ^^BOJsriNiii!^vd;jïiisrTS3PE;ia"S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3. maanden1.30 Franco door het gehede Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.STb'o ^IDN?rE!K,TE!JSrT'IE]ISr: Van 1—5 regels 50 Cts.; ie re r- gel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruii Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicité Etrangère Cr. L. DAUBE A Co. JOHX F. JONES, Succ., Parijs Sluis Faubourg Mont'martre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemerndaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP; Zandvoort, J. ZWEMMER; VelsenL. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Politiek Overzicht. Gisteren zijn in de italiaansche kamer ds interpellaties gehouden >etreffende den toestand in de afri- caansche kolonie Erythrea en het daar -oor eenige dagen gebeurde. De radicale afgevaardigde Imbriani /oerde het eerst hierover het woord >n betoogde dat de regeering niet de >eloften had vervuld, ten opziohte an de koloniale politiek aan het land ;n de Kamer gegeven. Daarna hield de heer Cavalotti me redevoering, welae herhaaldelijk evendig werd toegejuicht. Deze radi- sale afgevaardigde viel den heer jrispi heftig aan, en eischte, dat het tabmot zou aftreden. De heer Di Rudini (de leider der sonservalieve oppositie)betuigde zijne g nstemming met Cavalotti's rede. Deze verklaring maakte grooten indruk. De heer Crispi was door ongesteld heid verhinderd de vergadering bij'.e wonen. De minister van openbare werken, Saracco, zeide echter, dat de minister-president heden aanwezig sou zijn en dan waarschijnlijk reeds ;en ontwerp zou indienen, waarin de egeering haar plannen zal mede- deelen i Tengevolge van deze verklaren des ministers werd besloten, de verdere discussie tot heden uit te stellen. In de zitting van den vorigen dag is de qaaestie over den aankoop van granen in het buitenland behandeld. •Ten slotte werd een voorstel van den minister van oorlog aangenomen met 232 tegen 139 stemmen om deze zaak eene maand aan te houden. Met kracht worden de maatregelen genomen om de troepenmacht in Erythera te versterken. Tegen den 30sten dezer worden 25,000 man van de liohting 1893 er heen gezonden. Keizer Wilhelm heeft weer eens ;een t espraak gehouden en wel ter gelegenheid van de eedsaflegging der marine-recruten te Kiel, welke plech- igheid Zondag plaats had. De keizer zeide o.a. het volgende De rccruten moeten goede chris tenen blijven, den trcuw jegens kei zer en vaderland bewaren en den eed neilig houden, die hen allen verplicht zich te schikken naar éen wil, opdat jebandhaatd worde, wat onze vade ren hebben tot stand gebracht." Verder herinnerde de keizer aan de overwinningen, door de Duitsohe [roepen voor 25 jaar behaald en sprak de verwachting uit, dat jle recuten bereid zouden zyn hetzelfde te ver richten. Voorts betuigde de keizer zijne tevredenheid over de houding der Duitsche marine, zoowol iü Duitsohland als Ia andere landen, vooral bij de feesteD, die gegeven werden ter eere van de opening van het Noord-Oos'zee Kanaal. Moge de Duitsohe marine" aldus eindigde de keizer zijno rede „op dezen weg voortgaan 1" De commandant der marine, de vioe-admiraal Thorosen, gaf toen het sein tot een „Hurrah" voor den keizer, dat door alle aanwezigen tweemaal werd herhaald. Te Weenen is het gerucht in om loop, dat keizer Frans Jozef er over denkt de regeling der troonopvolging in Oostenrijk te wijzigen. Krachtens de Pragmatieke Sanctie van 1714 gaat, bij ontstentenis van een kroonprins, de kroon over op den naasten mannelijken agnaat des kei zers. Derhalve is nu 's keizers broeder, aartshertog Karl Ludwig, de vermoe- delyke troonopvolger, of, indien de reeds bejaarde aartshertog afstand mocht doen van zijne rechten, zijn oudste zoon, aartshertog Frans Fer dinand van Este. Naar men weet, is aartshertog Frans Ferdinand aangetast door eene ern stige borstziekte, welke hem nood zaakt den geheelen winter in Egypte door te brengen. Met het oog op den hoogen leeftijd van zijn broeder en de zwakke gezondheid van diens oudsten zoon aldus heet het is de keizer nu voornemens de Pragmatie ke Sanotie, welke vrouwelijke perso nen van den troon uitsluit, in te trekken en zijn jongste dochter Va lerie, de echtgenoote van aartshertog Frans Salvator tot zijne erfgename te benoemen. Het bericht is afkomstig van den Weenercorrespondent der,,New-York Herald" en verdient derhalve nog bevestiging. Trouwens het is niet de eerste maal, dat den keizer dergelijke plannen worden toegeschreven. Bijzonderheden worden gemeld over de paniek die Donderdag te Konstantinopel is veroorzaakt door verzonnen geruchten dat er in de Turksche wijken een slaohting werd aangericht. Er ontstond een alge meen sauve-qui-peut, dat een uur lang duurde. De politie en de troe pen trachtten tevergeefs den stroom van vluchtelingen tegen te houden de winkeliers sloten hun winkels, maar openden ze 's middags weer, toen gebleken was dat er geen reden bestond voor de paniek. Intussohen verneemt do correspondent van de Standard, dat het gebouw van het Engelsehe en andere gezantschappen worden versterkt, met het oog op een mogelijk beleg. De correspondent van de „Daily Chronicle" te Rome gelooft dat ette- lyke vreemde officieren, voornamelijk Russen, de Abessyniërs bij Arnba- 'Aladji hebben aangevoerd. In de diplomatieke kringen vindt men dat de toestand van Turkije veel verbeterd is. De mogelijkheid van het bijeenkomen van een Euro- peesch congres in het aanstaand j voorjaar, zou wellicht alleen nog blijven bestaan voor het geval dat er gedurende den winter nieuwe onge regeldheden plaats hadden. Uit Havana wordt gemeld: Een afdeeling Spaansche soldaten, 72 man tellende, werd door 800 Cubanen .overvallen. Van de Spanjaarden wer- den 29 man, waaronder een luitenant, gedood en S man gewond. Da overi- gen werden gevangen genomen, met uizondering van één kapitein en vier 'soldaten, wien het gelukte te ontsnap- 1 pen. STADSNIEUWS eerste en derde pagina. Haarlem, 16 December. Regen op Zondag. 't Was Zaterdag zulk mooi weer geweest, de straten waren bijna droog geraakt, 's avonds kwamen de sterren aan de luoht. De melkboer zoi dat het weer zich tot vriezen zette. Wat een genot zou dat wezen een dag met zoneen Zondag die zijn nasm eer zou aandoen. Waar gaan we morgen eens heen Naar Bennebroek wandelen of op 't wiel naar Bever wijk, om eeDS te kijken hoever de stoomtram al heen is. Er werd al gëinfurmeerd waar de schaatsen ge borgen waren. Hoe was 't ook weer: hebben we ze ingesmeerd of niet? Nu ja, morgen is er nog geen qaaestie vad, al vriest het vannacht ook nog zoo, maar als het eenmaal gaat vrie zen in de tweede helft van December dan is 't ijs er in een wip in. Nou hoor, wel te rusten 's Nachts eventjes wakker, door het slaan van de klok in de huiska mer of door een ander geluid, weet jik het. Wat is dat? 't Is net of er een droppel van de blinden valt. Och kom, dat kan immers niet 't Vriest toch Morgen is het bepaald mooi het woord „weer" bleet in don steek, dat was j de schuld van de omarming van Morpbeus. :s Morgeus uit het bed gesprongen en naar buiten getuurd. Ach, is dat nu vorstLoodkleurig en dik hangt het uitspansel over de aarde, heel laag als de zoldering boven een kleine kamer. Als je buiten staat is het of de wolken nog maar met moeite de regendruppels kunnen vasthouden, 'je voelt ze haast zonder dat ze er zijn. Maar het blijft droog. Zou de wind neg uitschieten en die regenwolken opruimen Hij denkt er niet aan. Daar begint het te regenen, 't is elf uur langzaam, heel langzaam, maar voort durend alsof er nooit een eind aau komen zal. De menschen komen i uit de kerken en draven naar huis totaal onder hunne parapluies ver borgen, als reusachtige-zwarte pad destoelen. De straten glimmen en: glanzen van den regen; de groote! 'keien worden zoo glad, dat een op- gescholen jongen, die pas uit de herberg komt, met zijn hoed scheef op zijn hoofd en een rooden das om 1 een in zwijm gevallen boord, er op uitglijdt en tegen een hek aan dui kelt. Hij zegt een paar dikke woorden en sukkelt dan weer verder naar de volgende kroeg. Twaalf uur. De menschen zitten aan de koffie en praten over de mis lukte plannen. Ze treuzelen en talmen met de koffie zoolang ze maar kun nen, maar er komt toch een eind aan. Wat gaan we nu doen zeggen zij die pas te vijf of zes uur eten. Ja wat Een gaat er pianospelen, een ander lezen, weer ee:i ander ook lezen, nog een ander ook lezeneen is er die visites moest gaan maken, maar ze zal nog maar een week wachten vandaag vind je iedereen thuis, zie je! Een paar gaan er een straatje om. Buiten is alles nat, nat, nat. Het regent niet frrm, flink, gedecideerd, maar zoo heel zachtjes, heel kalmpjes net een douche van warm water. De hoornen beginnen vettig te glim men, de huizen schijnen te schreien, de wolken zijn nog lager gezakt alsof ze voorneoieus waren op de aarde neer te vallen. Er is niemand op de straat, behalve hier en di-:r iemand op wiens vastberaden gezicht te lezen staat: „cn toch wil ik een straatje omio pen En dan do be zoekers van de herberg, die de vee- rende deur hard achter zich laten, dichtklappen als ze binnengaan, maar een beetje zachter als ze er uitkomen om niet de "aandacht ie trekken vau de buren. Telkens waait er als de deur opengaat, een warmejeneverlucht r.-aar buiten ja, 't is een goeie dag voor de ka teleme. Do middag kruipt voorbij, lang zaam, heel laugzaam. Die een straatje omiiepeD, zijn al lang weer binneD, die lazen spelen nu piano eD die pianospeelden zijn gaan lezen. Als het licht wordt aangestoken komt er weer meer leven het droevige weer wordt buitengesloten, de gesprekken worden vroolijker, straks gaat men eten. Misschien daarna hog een wan delingetje. Maar ook die laatste hoop wordt verijdeld. Het regent maar steeds door, zachtjes aan, zachtjes aan. De gaslantarens gloeien dof en beneveld in de druipende omgeving. Op straat blijft het stil. Nu en dan rolt er een rijtuig voorbij, soms boort men mannenstemmen lodderig zingen. En maar steeds ruischi de regen tegen de ruiten. Haif elf. De menschen gaan naar bed. Als ze een laatste maai nog eens naar buiten kijken, is het regenen opgehouden. De Zondag is om Maar Maandagmorgen was het helder en soheen de zon in al haar glans over het vochtige aardrijk. Zonoe, wees gegroet De bekende qaaestie met de Hil- legomsehe Spaarkas zal a. e. Don derdag voor het kantongerecht te Haarlemmermeer worden behandeld. Zooals men z:ch zal herinneren wei geren de beide commissarissen de nog te kort komende 1 30JO.aan te zuiveren. Uit bet verslag der tuinders com missariseen te Hiilegom is gebleken dat dit jaar aan cie zoogenaamde Hiliegommermarkt te Amsterdam voor f 2738I.36S aan tuinderege- waseen is verkocht, zijnde circa 17000 minder dan in 1894. Het bestuur der Buffet-Maatschappij schonk flOO als Kerstgave voor de armen te Wyk aan Zee en Duin. Met ingang van 1 Januari a s. zal aan de sluizen en brug in den Ring dijk van den Haarlemmermeerpolder bij Aalsmeer het goedgekeurde tarief 'tot heffing vau brug- en schutgelden worden toegepast. BINNENLAND. Haagsche Brieven. L. Van jubilea-vieringen ben ik geen bizondere voorstander. Als een amb tenaar aan een Ministerie 25 jaren of 50 in een der bureaux heeft gevege- teord, 50 jareu tractement ontvangen voor zijn arbeid dan zie ik daarin geen bizondere reden van geluk- wensch en vraag me alleen afhoe heeft de man het zoo lang volge houden? Maar nu vier ik zelf een jubileum Dit is mijn vijftigste brief. Ik heb echter den wensch te kennen gege ven (nederigheid is toch maar alles 1) om dezen dag onopgemerkt te zien voorbijgaan. En om niet in de ver zoeking te komen mija „bonderston" te vieren, stel ik voor om voortaan het cijfer boven deze epistels maar weg te laten. Dat bespaart den zetter moeite en ik hoop van mijn leven nog zooveel brieven aan het H. D. te schrijven, dat 't tellen, ik zeg niet, ondoenlijk, maar toch lastig zou worden. Laat ons een klein beetje over politiek praten. Een enkele opmer king. Mijn lezers hebben bemerkt, d t bij het begrootingsdebat de klappen tot' nu toe alleen gevallen zijn bij Bin- nenlandsche Zaken. Vier maai ten óekec voor den Minister Van Houten: geen krankzinnigengesticht te Grave, .geen Ethn grafisch museum, geen restauratie der grafelijke zalen, geen subsidie aan de Ila-igsche kookschool Iedereen voelt hoe de groote poli tiek, de hcogere, bij deze beslissingen een woord heelt medegesproken. Maar de Min. had vooraf gewaarschuwd, dat hij door geen enkel votutn zijn medewerking aan de komende kies- wit in den strijd zou laten. Jj/suis, j*y re stel he; ft de Minister gezegd. ;En Zijne Excellentie heeft oas par lementair woordenboek verrijkt met de uitdrukking „Huil maar toe!" een uitdrukking die, 't zij in pare? - thesis gezegd door een groot aa; - tal Nederlanders als minder parle mentair wordt beschouwd. Dat „huil maar toe" ware roet ëenig recht aan de Residentie toe te voegen, die er wat m-n noemt „be kaaid" is afgekomen. We hadden al zoo gevlast op dat nieuwe Etbnc- gr. fi3ch museum, dat aan hetBezui- deahout zou verrijzen. Wel niet bijster mooi uit oen architectonisch oog punt, omdat we maar ééo gevil zouden te zien krijgen en een geheel vrijstaand gebouw natuurlijk veel fraaier is maar omdat net een nieuwe aantrekkelijkheid voor Die Hflghe zou geworden zijn. Had mis schien ons gemeentebestuur het voor beeld van Amsterdam en Leiden ge volgd en een subidie aangeboden, hetzij in .geld, hetzij in grond dan ware wellicht de oppositie geringer ge weest. Maar dit geschiedde niet. En in do zitting van den Raad van 1 morgen komt in behandeling een praeadvies van B. en W., op een paar adressen, te kennen gevende dat B. en W. geen bijzondere reden zien om nader bij de Reg. aan te dringen op plaatsing van het Museum te 's Gravenhage. Als dat niet flink handelen is, dan weet ik het niet 1 Fink, oordaat handelen kunnen onze gemeentebeheerders leeren van een deel der Haagsche Coöperatoren. Men weet dat in den Haagde coöpe ratieve beweging 't sterkst is. Het district den Haag van „Eigen Hulp" telt bijna de helft van alle leden dier Vereemging in het geheele land enben ik wel ingelicht dan zal de omzet der Winkelvereeni- giüg in 1895 ver over het millioen bedragen. Van het district-den Haag is evenwel ook een sterke aandrang uitgegaan tot wijziging van de be staande inrichting der vereenigïng, nl. door de districten waar zelfstandige afdoelingen zyn te doen vervallen. Nu was er Zaterdagavond een ver gadering van het Haagsche district, waarbij de contributie voor het vol gend jaar moest worden vastgesteld. Teneinde nu in het daaromtrent te nemen besluit duidelijk te doen uit komen, dat men de opheffing der districten wenscht, besloot men de contributie vast te stellen op 25 cent, die tot nu toe fl was. Dit, na een vrij warm debat en na verzet van de zijde van het bestuur. Ook bij de stemming bleek van eon krachtige meerderheid (pi. m. 40 tegen pi. m. 60 van de ongeveer 100 aanwezigen). En te voren had men weliswaar een motie aangenomen waarbij uitgespro ken was, dat men niet wenschte te praejudioieoren op later te nemen besluiten omtrent de opheffing der districten, maar het zal toch duidelyk zij'n, dat de contributie-verlagiDg die motie feitelijk ter zijde stelde. Want men had daarbij nog een andere be doeling. Er was nl. een ruime kas. van bijna f5000, en nu bestaat de vrees, dat bij opheffing der districten de kassen zouden verhuizen naar de kas van het hoofdbestuur. Dat wilde men niet. En daarom redeneerde men: laat ons zorgen, dat de kas zoo klein mogelijk zij. Zonder party te kiezen in deze quaestie, wees ik alleen op het ge beurde als een voorbeeld vau cordaat optreden, dat, ik zeg het tot mijn spijt, geen specifiek Haagsche eigen schap is, althans niet in zaken van algemeen of gemeentelijk belang. Wie op het gebied van „durven" uitmunten dat zyn. ik zeide het reeds, onze coöperatoren, die nu ook plannen j in bewerking hebben tot het oprichten van een eigen wassoherij, naar het I beste model en met de beste werk tuigen en hun tegenvoeters, de neringdoenden, handelaren, nyveren. Men moet de energie bewonderen, waarmede deze laatste categorie van medeburgers op de duurste standen groote en fraaie magazijnen doen verrijzen en men duizelt een beetje als men hoort van do cijfers die het risico vertegenwoordigen. Met dat al gaat hier en daar het karakter van een stadsdeel verloren door winkel bouw. Zoo behoorde geruimen tijd lot de deftigste straten der siad de Parkstraat, waar o. m. deNederland- sche onderkoning, de overleden vice- president van den Raad van State, van Reenen, woonde. In de laatste jaren verrijzen in die straat tal van Naar het fransch van E TIEN NE ENAULT. HOOFDSTUK XIII. fe2) fcnoest „O MaximeMaximeheb je om genade gebeden je hebt tcch tenminste berouw getoond?" „Nog niet Canaille. MaDnen van mijn karakter ver klaren zich niet eer overwonnen dan wanneer zij mach teloos zijn neergeworpen." „Heb je dan niet b-'seft hoe onmogelijk de strijd was, toen je den valschen William Maxwell de erfenis over- droegt?" ,Ik bezweek toen meer voor den invloed van mijne liefde, dan voor dien der wroeging. Het bewijs daarvan i?, dat ik geen oogenblk geaarzeld heb den strijd te hervatten, zoodra ik opnieuw eigenaar werd van het fortuin." „Htlaas 1" „Maar nu gevoel ik, dat mijne krachten zijn uitge put, mijn gee-tkracht en trots zijn gebroken. Ik verklaar mij overwonnen!" Hij uitte deze woorden met een somberen nadruk, waarna hij vervolgde, terwijl hij zich met eene plot selinge beweging ophief: „Ja Canaille, je weet nog niet alleB, neen je weetniet, dat het noodlot mij nog onverwachts een slag heeft toegebracht, den ruwsten die voor mrj bestemd was." „Wat is er dan nog meer gebeurd? Spreek op." „Ik was van meening mijn oom had het mij zelf verklaard dat hij, door zijn fortuin aan de familie Maxwell te vermaken, zich van een oude schuld uit dankbaarheid kweet." „Welnu „WelnuJean Tréhouart had mij bedrogen, en ik was het slachtoffer van een leugen." n rroi-oii'hfo homo] waf. TYinAt. ilr r.ll nntr hooren 1" „Wat ik zelf eerst een maand geleden vernomen heb: dat mijn oom dat testament niet geschreven heett on der den invloed van een gevoel van dankbaarheid, maar onder den dwang van angst en wroeging." „Wat bedoel je daarmee?" „Ik wil daarmee te kennen geven, dat hij niets ar.- ders deed dan het millioen wat laat terug te geven, dat hij gestolen had Canaille maakte een gebaar van afschuwhet koude zweet parelde op haar voorhoof!. „O. vervloekt fortuin vervloekt fortuin riep zij uit. „Maxime, hoe heb je het kunnen aanzien, dat ik mijne handen bezoedelde door de aanraking van dat afschu welijk geld!" En zij barstte in snikken uir, terwijl haar echtgenoot voor hare voeten neerknielde, bevende en vol wanhoop, en zijne nagels in het vleeech van zijne handen drukte, terwijl hij die krampachtig balde. „Ik heb berouw! ik heb berouw!" zeile hij, ook he vig snikkend. Gedurende eenige minuten hoorde men slechts het gesmoorde snikken uit beider borst, die krampachtig schokten. „Slechts de dood blijft mij over, slechts de dood vervolgde Maxime weldra met gebroken stem. Bij deze woorden onderdrukte Camille hare uitingen van droelheid. Zij vestigde een vlammenden blik op den schuldige. „Sterven!" zeide zij met heftigheid. „Hoe ongelukkige, je spreekt van eterven 1 Moetje dan niet herstellen wat je misdaan hebt?" _Hoe?" stamelde hij verbysterd. „Door dat afschuwelijke millioen terug te geven!" „Er zijn geen erfgenamen van Maxwell meer, naar ik gehoord heb." „Daar zullen wij ons zeiven van moeten overtu'gen." „Ja, ja, wij zullen hemel en aar Ie bewegen niet waar? Maar als bewezen wordt dat de familie uitgestorven wat dan?" „Dan even wij alles aan de armen 1" antwoordde Camille plechtig. In eene opwelling van zenuwachtige vreugde- greep Maxime de beide handen van zijne vrouw en overdekte die met kussen. „Ja, ik had er wel een voorgevoel van,'' riep 'bij uit, „dat jij me zoudt troosten en redden O Camille, God zal mij vergiffenis schenken, als jou edele ziel ze Ilem afsmeekt." „Dat zal ik doen Maxime wanneer wij onzen- plicht hebben gedaan." „Laten wij dien dan zonder aarzelen of talmen vervullen 1" Plotseling schoot hem iets te binnen: „Maar maar ik bedenk daar stamelde, „Wat dan Maxime?" - „Ik bedenk dat het is zondërlings" veöwgde hij eensklaps en bracht zijne handen naar zijn'Jtyèöï- hoofd. „Het is alsof ik eene leegte'in èfijtf hö'ófei^el! Wat wilde ik je ook zeggen - „O jfl, nu beiHknqt'uuX> „Ga door." - „Aan het millioen dat ik heb gekrëgèn, ontbreken honderdduizend francs." „Dat is waarde honderdduizend francs, die aan Martin Scaër zijn betaald."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1