Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
Do slem van het geweten.
!3e Jaargang
Dinsdag 17 December 1895
No. 3823
HAARLEM'S DABBLAD
^^BOJsriNiii!^vd;jïiisrTS3PE;ia"S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3. maanden1.30
Franco door het gehede Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.STb'o
^IDN?rE!K,TE!JSrT'IE]ISr:
Van 1—5 regels 50 Cts.; ie re r- gel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruii
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicité Etrangère Cr. L. DAUBE A Co. JOHX F. JONES, Succ., Parijs Sluis Faubourg Mont'martre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemerndaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP;
Zandvoort, J. ZWEMMER; VelsenL. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
Gisteren zijn in de italiaansche
kamer ds interpellaties gehouden
>etreffende den toestand in de afri-
caansche kolonie Erythrea en het daar
-oor eenige dagen gebeurde.
De radicale afgevaardigde Imbriani
/oerde het eerst hierover het woord
>n betoogde dat de regeering niet de
>eloften had vervuld, ten opziohte
an de koloniale politiek aan het land
;n de Kamer gegeven.
Daarna hield de heer Cavalotti
me redevoering, welae herhaaldelijk
evendig werd toegejuicht. Deze radi-
sale afgevaardigde viel den heer
jrispi heftig aan, en eischte, dat het
tabmot zou aftreden.
De heer Di Rudini (de leider der
sonservalieve oppositie)betuigde zijne
g nstemming met Cavalotti's rede. Deze
verklaring maakte grooten indruk.
De heer Crispi was door ongesteld
heid verhinderd de vergadering bij'.e
wonen. De minister van openbare
werken, Saracco, zeide echter, dat de
minister-president heden aanwezig
sou zijn en dan waarschijnlijk reeds
;en ontwerp zou indienen, waarin de
egeering haar plannen zal mede-
deelen
i Tengevolge van deze verklaren des
ministers werd besloten, de verdere
discussie tot heden uit te stellen.
In de zitting van den vorigen dag
is de qaaestie over den aankoop van
granen in het buitenland behandeld.
•Ten slotte werd een voorstel van den
minister van oorlog aangenomen met
232 tegen 139 stemmen om deze zaak
eene maand aan te houden.
Met kracht worden de maatregelen
genomen om de troepenmacht in
Erythera te versterken. Tegen den
30sten dezer worden 25,000 man van
de liohting 1893 er heen gezonden.
Keizer Wilhelm heeft weer eens
;een t espraak gehouden en wel ter
gelegenheid van de eedsaflegging der
marine-recruten te Kiel, welke plech-
igheid Zondag plaats had. De keizer
zeide o.a. het volgende
De rccruten moeten goede chris
tenen blijven, den trcuw jegens kei
zer en vaderland bewaren en den eed
neilig houden, die hen allen verplicht
zich te schikken naar éen wil, opdat
jebandhaatd worde, wat onze vade
ren hebben tot stand gebracht."
Verder herinnerde de keizer aan
de overwinningen, door de Duitsohe
[roepen voor 25 jaar behaald en sprak
de verwachting uit, dat jle recuten
bereid zouden zyn hetzelfde te ver
richten. Voorts betuigde de keizer
zijne tevredenheid over de houding
der Duitsche marine, zoowol iü
Duitsohland als Ia andere landen,
vooral bij de feesteD, die gegeven
werden ter eere van de opening van
het Noord-Oos'zee Kanaal.
Moge de Duitsohe marine" aldus
eindigde de keizer zijno rede „op
dezen weg voortgaan 1"
De commandant der marine, de
vioe-admiraal Thorosen, gaf toen het
sein tot een „Hurrah" voor den keizer,
dat door alle aanwezigen tweemaal
werd herhaald.
Te Weenen is het gerucht in om
loop, dat keizer Frans Jozef er over
denkt de regeling der troonopvolging
in Oostenrijk te wijzigen.
Krachtens de Pragmatieke Sanctie
van 1714 gaat, bij ontstentenis van
een kroonprins, de kroon over op den
naasten mannelijken agnaat des kei
zers. Derhalve is nu 's keizers broeder,
aartshertog Karl Ludwig, de vermoe-
delyke troonopvolger, of, indien de
reeds bejaarde aartshertog afstand
mocht doen van zijne rechten, zijn
oudste zoon, aartshertog Frans Fer
dinand van Este.
Naar men weet, is aartshertog Frans
Ferdinand aangetast door eene ern
stige borstziekte, welke hem nood
zaakt den geheelen winter in Egypte
door te brengen. Met het oog op den
hoogen leeftijd van zijn broeder en
de zwakke gezondheid van diens
oudsten zoon aldus heet het is de
keizer nu voornemens de Pragmatie
ke Sanotie, welke vrouwelijke perso
nen van den troon uitsluit, in te
trekken en zijn jongste dochter Va
lerie, de echtgenoote van aartshertog
Frans Salvator tot zijne erfgename
te benoemen.
Het bericht is afkomstig van den
Weenercorrespondent der,,New-York
Herald" en verdient derhalve nog
bevestiging. Trouwens het is niet de
eerste maal, dat den keizer dergelijke
plannen worden toegeschreven.
Bijzonderheden worden gemeld
over de paniek die Donderdag te
Konstantinopel is veroorzaakt door
verzonnen geruchten dat er in de
Turksche wijken een slaohting werd
aangericht. Er ontstond een alge
meen sauve-qui-peut, dat een uur
lang duurde. De politie en de troe
pen trachtten tevergeefs den stroom
van vluchtelingen tegen te houden
de winkeliers sloten hun winkels,
maar openden ze 's middags weer,
toen gebleken was dat er geen reden
bestond voor de paniek. Intussohen
verneemt do correspondent van de
Standard, dat het gebouw van het
Engelsehe en andere gezantschappen
worden versterkt, met het oog op
een mogelijk beleg.
De correspondent van de „Daily
Chronicle" te Rome gelooft dat ette-
lyke vreemde officieren, voornamelijk
Russen, de Abessyniërs bij Arnba-
'Aladji hebben aangevoerd.
In de diplomatieke kringen vindt
men dat de toestand van Turkije
veel verbeterd is. De mogelijkheid
van het bijeenkomen van een Euro-
peesch congres in het aanstaand
j voorjaar, zou wellicht alleen nog
blijven bestaan voor het geval dat er
gedurende den winter nieuwe onge
regeldheden plaats hadden.
Uit Havana wordt gemeld: Een
afdeeling Spaansche soldaten, 72 man
tellende, werd door 800 Cubanen
.overvallen. Van de Spanjaarden wer-
den 29 man, waaronder een luitenant,
gedood en S man gewond. Da overi-
gen werden gevangen genomen, met
uizondering van één kapitein en vier
'soldaten, wien het gelukte te ontsnap-
1 pen.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 16 December.
Regen op Zondag.
't Was Zaterdag zulk mooi weer
geweest, de straten waren bijna droog
geraakt, 's avonds kwamen de sterren
aan de luoht. De melkboer zoi dat
het weer zich tot vriezen zette. Wat
een genot zou dat wezen een dag
met zoneen Zondag die zijn nasm
eer zou aandoen. Waar gaan we
morgen eens heen Naar Bennebroek
wandelen of op 't wiel naar Bever
wijk, om eeDS te kijken hoever de
stoomtram al heen is. Er werd al
gëinfurmeerd waar de schaatsen ge
borgen waren. Hoe was 't ook weer:
hebben we ze ingesmeerd of niet?
Nu ja, morgen is er nog geen qaaestie
vad, al vriest het vannacht ook nog
zoo, maar als het eenmaal gaat vrie
zen in de tweede helft van December
dan is 't ijs er in een wip in. Nou
hoor, wel te rusten
's Nachts eventjes wakker, door
het slaan van de klok in de huiska
mer of door een ander geluid, weet
jik het. Wat is dat? 't Is net of er
een droppel van de blinden valt.
Och kom, dat kan immers niet
't Vriest toch Morgen is het
bepaald mooi het woord
„weer" bleet in don steek, dat was
j de schuld van de omarming van
Morpbeus.
:s Morgeus uit het bed gesprongen
en naar buiten getuurd. Ach, is dat
nu vorstLoodkleurig en dik hangt
het uitspansel over de aarde, heel
laag als de zoldering boven een
kleine kamer. Als je buiten staat is
het of de wolken nog maar met moeite
de regendruppels kunnen vasthouden,
'je voelt ze haast zonder dat ze er
zijn.
Maar het blijft droog. Zou de wind
neg uitschieten en die regenwolken
opruimen Hij denkt er niet aan. Daar
begint het te regenen, 't is elf uur
langzaam, heel langzaam, maar voort
durend alsof er nooit een eind
aau komen zal. De menschen komen
i uit de kerken en draven naar huis
totaal onder hunne parapluies ver
borgen, als reusachtige-zwarte pad
destoelen. De straten glimmen en:
glanzen van den regen; de groote!
'keien worden zoo glad, dat een op-
gescholen jongen, die pas uit de
herberg komt, met zijn hoed scheef
op zijn hoofd en een rooden das om
1 een in zwijm gevallen boord, er op
uitglijdt en tegen een hek aan dui
kelt. Hij zegt een paar dikke woorden
en sukkelt dan weer verder naar de
volgende kroeg.
Twaalf uur. De menschen zitten
aan de koffie en praten over de mis
lukte plannen. Ze treuzelen en talmen
met de koffie zoolang ze maar kun
nen, maar er komt toch een eind aan.
Wat gaan we nu doen zeggen zij die
pas te vijf of zes uur eten. Ja wat
Een gaat er pianospelen, een ander
lezen, weer ee:i ander ook lezen, nog
een ander ook lezeneen is er die
visites moest gaan maken, maar ze
zal nog maar een week wachten
vandaag vind je iedereen thuis, zie
je! Een paar gaan er een straatje om.
Buiten is alles nat, nat, nat. Het
regent niet frrm, flink, gedecideerd,
maar zoo heel zachtjes, heel kalmpjes
net een douche van warm water.
De hoornen beginnen vettig te glim
men, de huizen schijnen te schreien,
de wolken zijn nog lager gezakt alsof
ze voorneoieus waren op de aarde
neer te vallen. Er is niemand op
de straat, behalve hier en di-:r
iemand op wiens vastberaden gezicht
te lezen staat: „cn toch wil ik een
straatje omio pen En dan do be
zoekers van de herberg, die de vee-
rende deur hard achter zich laten,
dichtklappen als ze binnengaan, maar
een beetje zachter als ze er uitkomen
om niet de "aandacht ie trekken vau
de buren. Telkens waait er als de
deur opengaat, een warmejeneverlucht
r.-aar buiten ja, 't is een goeie dag
voor de ka teleme.
Do middag kruipt voorbij, lang
zaam, heel laugzaam. Die een straatje
omiiepeD, zijn al lang weer binneD,
die lazen spelen nu piano eD die
pianospeelden zijn gaan lezen. Als
het licht wordt aangestoken komt er
weer meer leven het droevige weer
wordt buitengesloten, de gesprekken
worden vroolijker, straks gaat men
eten. Misschien daarna hog een wan
delingetje.
Maar ook die laatste hoop wordt
verijdeld. Het regent maar steeds
door, zachtjes aan, zachtjes aan.
De gaslantarens gloeien dof en
beneveld in de druipende omgeving.
Op straat blijft het stil.
Nu en dan rolt er een rijtuig voorbij,
soms boort men mannenstemmen
lodderig zingen. En maar steeds
ruischi de regen tegen de ruiten.
Haif elf. De menschen gaan naar
bed. Als ze een laatste maai nog eens
naar buiten kijken, is het regenen
opgehouden. De Zondag is om
Maar Maandagmorgen was het
helder en soheen de zon in al haar
glans over het vochtige aardrijk.
Zonoe, wees gegroet
De bekende qaaestie met de Hil-
legomsehe Spaarkas zal a. e. Don
derdag voor het kantongerecht te
Haarlemmermeer worden behandeld.
Zooals men z:ch zal herinneren wei
geren de beide commissarissen de nog
te kort komende 1 30JO.aan te
zuiveren.
Uit bet verslag der tuinders com
missariseen te Hiilegom is gebleken
dat dit jaar aan cie zoogenaamde
Hiliegommermarkt te Amsterdam
voor f 2738I.36S aan tuinderege-
waseen is verkocht, zijnde circa 17000
minder dan in 1894.
Het bestuur der Buffet-Maatschappij
schonk flOO als Kerstgave voor de
armen te Wyk aan Zee en Duin.
Met ingang van 1 Januari a s. zal
aan de sluizen en brug in den Ring
dijk van den Haarlemmermeerpolder
bij Aalsmeer het goedgekeurde tarief
'tot heffing vau brug- en schutgelden
worden toegepast.
BINNENLAND.
Haagsche Brieven.
L.
Van jubilea-vieringen ben ik geen
bizondere voorstander. Als een amb
tenaar aan een Ministerie 25 jaren of
50 in een der bureaux heeft gevege-
teord, 50 jareu tractement ontvangen
voor zijn arbeid dan zie ik daarin
geen bizondere reden van geluk-
wensch en vraag me alleen afhoe
heeft de man het zoo lang volge
houden?
Maar nu vier ik zelf een jubileum
Dit is mijn vijftigste brief. Ik heb
echter den wensch te kennen gege
ven (nederigheid is toch maar alles 1)
om dezen dag onopgemerkt te zien
voorbijgaan. En om niet in de ver
zoeking te komen mija „bonderston"
te vieren, stel ik voor om voortaan
het cijfer boven deze epistels maar
weg te laten. Dat bespaart den zetter
moeite en ik hoop van mijn leven
nog zooveel brieven aan het H. D.
te schrijven, dat 't tellen, ik zeg niet,
ondoenlijk, maar toch lastig zou
worden.
Laat ons een klein beetje over
politiek praten. Een enkele opmer
king.
Mijn lezers hebben bemerkt, d t bij
het begrootingsdebat de klappen tot'
nu toe alleen gevallen zijn bij Bin-
nenlandsche Zaken. Vier maai ten
óekec voor den Minister Van Houten:
geen krankzinnigengesticht te Grave,
.geen Ethn grafisch museum, geen
restauratie der grafelijke zalen, geen
subsidie aan de Ila-igsche kookschool
Iedereen voelt hoe de groote poli
tiek, de hcogere, bij deze beslissingen
een woord heelt medegesproken. Maar
de Min. had vooraf gewaarschuwd,
dat hij door geen enkel votutn zijn
medewerking aan de komende kies-
wit in den strijd zou laten. Jj/suis,
j*y re stel he; ft de Minister gezegd.
;En Zijne Excellentie heeft oas par
lementair woordenboek verrijkt met
de uitdrukking „Huil maar toe!"
een uitdrukking die, 't zij in pare? -
thesis gezegd door een groot aa; -
tal Nederlanders als minder parle
mentair wordt beschouwd.
Dat „huil maar toe" ware roet
ëenig recht aan de Residentie toe te
voegen, die er wat m-n noemt „be
kaaid" is afgekomen. We hadden al
zoo gevlast op dat nieuwe Etbnc-
gr. fi3ch museum, dat aan hetBezui-
deahout zou verrijzen. Wel niet bijster
mooi uit oen architectonisch oog
punt, omdat we maar ééo gevil
zouden te zien krijgen en een geheel
vrijstaand gebouw natuurlijk veel
fraaier is maar omdat net een
nieuwe aantrekkelijkheid voor Die
Hflghe zou geworden zijn. Had mis
schien ons gemeentebestuur het voor
beeld van Amsterdam en Leiden ge
volgd en een subidie aangeboden, hetzij
in .geld, hetzij in grond dan ware
wellicht de oppositie geringer ge
weest. Maar dit geschiedde niet.
En in do zitting van den Raad van
1 morgen komt in behandeling een
praeadvies van B. en W., op een paar
adressen, te kennen gevende
dat B. en W. geen bijzondere reden
zien om nader bij de Reg. aan te
dringen op plaatsing van het Museum
te 's Gravenhage.
Als dat niet flink handelen is, dan
weet ik het niet 1
Fink, oordaat handelen kunnen
onze gemeentebeheerders leeren van
een deel der Haagsche Coöperatoren.
Men weet dat in den Haagde coöpe
ratieve beweging 't sterkst is. Het
district den Haag van „Eigen Hulp"
telt bijna de helft van alle leden
dier Vereemging in het geheele
land enben ik wel ingelicht
dan zal de omzet der Winkelvereeni-
giüg in 1895 ver over het millioen
bedragen. Van het district-den Haag
is evenwel ook een sterke aandrang
uitgegaan tot wijziging van de be
staande inrichting der vereenigïng,
nl. door de districten waar zelfstandige
afdoelingen zyn te doen vervallen.
Nu was er Zaterdagavond een ver
gadering van het Haagsche district,
waarbij de contributie voor het vol
gend jaar moest worden vastgesteld.
Teneinde nu in het daaromtrent te
nemen besluit duidelijk te doen uit
komen, dat men de opheffing der
districten wenscht, besloot men de
contributie vast te stellen op 25 cent,
die tot nu toe fl was. Dit, na een
vrij warm debat en na verzet van de
zijde van het bestuur. Ook bij de
stemming bleek van eon krachtige
meerderheid (pi. m. 40 tegen pi. m.
60 van de ongeveer 100 aanwezigen).
En te voren had men weliswaar een
motie aangenomen waarbij uitgespro
ken was, dat men niet wenschte te
praejudioieoren op later te nemen
besluiten omtrent de opheffing der
districten, maar het zal toch duidelyk
zij'n, dat de contributie-verlagiDg die
motie feitelijk ter zijde stelde. Want
men had daarbij nog een andere be
doeling. Er was nl. een ruime kas.
van bijna f5000, en nu bestaat de
vrees, dat bij opheffing der districten
de kassen zouden verhuizen naar de
kas van het hoofdbestuur. Dat wilde
men niet. En daarom redeneerde men:
laat ons zorgen, dat de kas zoo klein
mogelijk zij.
Zonder party te kiezen in deze
quaestie, wees ik alleen op het ge
beurde als een voorbeeld vau cordaat
optreden, dat, ik zeg het tot mijn
spijt, geen specifiek Haagsche eigen
schap is, althans niet in zaken van
algemeen of gemeentelijk belang.
Wie op het gebied van „durven"
uitmunten dat zyn. ik zeide het reeds,
onze coöperatoren, die nu ook plannen
j in bewerking hebben tot het oprichten
van een eigen wassoherij, naar het
I beste model en met de beste werk
tuigen en hun tegenvoeters, de
neringdoenden, handelaren, nyveren.
Men moet de energie bewonderen,
waarmede deze laatste categorie van
medeburgers op de duurste standen
groote en fraaie magazijnen doen
verrijzen en men duizelt een beetje
als men hoort van do cijfers die het
risico vertegenwoordigen. Met dat al
gaat hier en daar het karakter van
een stadsdeel verloren door winkel
bouw. Zoo behoorde geruimen tijd
lot de deftigste straten der siad de
Parkstraat, waar o. m. deNederland-
sche onderkoning, de overleden vice-
president van den Raad van State,
van Reenen, woonde. In de laatste
jaren verrijzen in die straat tal van
Naar het fransch
van
E TIEN NE ENAULT.
HOOFDSTUK XIII.
fe2)
fcnoest
„O MaximeMaximeheb je om genade gebeden
je hebt tcch tenminste berouw getoond?"
„Nog niet Canaille. MaDnen van mijn karakter ver
klaren zich niet eer overwonnen dan wanneer zij mach
teloos zijn neergeworpen."
„Heb je dan niet b-'seft hoe onmogelijk de strijd was,
toen je den valschen William Maxwell de erfenis over-
droegt?"
,Ik bezweek toen meer voor den invloed van mijne
liefde, dan voor dien der wroeging. Het bewijs daarvan
i?, dat ik geen oogenblk geaarzeld heb den strijd te
hervatten, zoodra ik opnieuw eigenaar werd van het
fortuin."
„Htlaas 1"
„Maar nu gevoel ik, dat mijne krachten zijn uitge
put, mijn gee-tkracht en trots zijn gebroken. Ik verklaar
mij overwonnen!"
Hij uitte deze woorden met een somberen nadruk,
waarna hij vervolgde, terwijl hij zich met eene plot
selinge beweging ophief:
„Ja Canaille, je weet nog niet alleB, neen je weetniet,
dat het noodlot mij nog onverwachts een slag heeft
toegebracht, den ruwsten die voor mrj bestemd was."
„Wat is er dan nog meer gebeurd? Spreek op."
„Ik was van meening mijn oom had het mij zelf
verklaard dat hij, door zijn fortuin aan de familie
Maxwell te vermaken, zich van een oude schuld uit
dankbaarheid kweet."
„Welnu
„WelnuJean Tréhouart had mij bedrogen, en ik
was het slachtoffer van een leugen."
n rroi-oii'hfo homo] waf. TYinAt. ilr r.ll nntr hooren 1"
„Wat ik zelf eerst een maand geleden vernomen heb:
dat mijn oom dat testament niet geschreven heett on
der den invloed van een gevoel van dankbaarheid,
maar onder den dwang van angst en wroeging."
„Wat bedoel je daarmee?"
„Ik wil daarmee te kennen geven, dat hij niets ar.-
ders deed dan het millioen wat laat terug te geven,
dat hij gestolen had
Canaille maakte een gebaar van afschuwhet koude
zweet parelde op haar voorhoof!.
„O. vervloekt fortuin vervloekt fortuin riep zij uit.
„Maxime, hoe heb je het kunnen aanzien, dat ik mijne
handen bezoedelde door de aanraking van dat afschu
welijk geld!"
En zij barstte in snikken uir, terwijl haar echtgenoot
voor hare voeten neerknielde, bevende en vol wanhoop,
en zijne nagels in het vleeech van zijne handen drukte,
terwijl hij die krampachtig balde.
„Ik heb berouw! ik heb berouw!" zeile hij, ook he
vig snikkend.
Gedurende eenige minuten hoorde men slechts het
gesmoorde snikken uit beider borst, die krampachtig
schokten.
„Slechts de dood blijft mij over, slechts de dood
vervolgde Maxime weldra met gebroken stem.
Bij deze woorden onderdrukte Camille hare uitingen
van droelheid. Zij vestigde een vlammenden blik op
den schuldige.
„Sterven!" zeide zij met heftigheid. „Hoe ongelukkige,
je spreekt van eterven 1 Moetje dan niet herstellen wat
je misdaan hebt?"
_Hoe?" stamelde hij verbysterd.
„Door dat afschuwelijke millioen terug te geven!"
„Er zijn geen erfgenamen van Maxwell meer, naar
ik gehoord heb."
„Daar zullen wij ons zeiven van moeten overtu'gen."
„Ja, ja, wij zullen hemel en aar Ie bewegen niet waar?
Maar als bewezen wordt dat de familie uitgestorven
wat dan?"
„Dan even wij alles aan de armen 1" antwoordde
Camille plechtig.
In eene opwelling van zenuwachtige vreugde- greep
Maxime de beide handen van zijne vrouw en overdekte
die met kussen.
„Ja, ik had er wel een voorgevoel van,'' riep 'bij uit,
„dat jij me zoudt troosten en redden O Camille, God
zal mij vergiffenis schenken, als jou edele ziel ze Ilem
afsmeekt."
„Dat zal ik doen Maxime wanneer wij onzen- plicht
hebben gedaan."
„Laten wij dien dan zonder aarzelen of talmen
vervullen 1"
Plotseling schoot hem iets te binnen:
„Maar maar ik bedenk daar stamelde,
„Wat dan Maxime?" -
„Ik bedenk dat het is zondërlings" veöwgde
hij eensklaps en bracht zijne handen naar zijn'Jtyèöï-
hoofd. „Het is alsof ik eene leegte'in èfijtf hö'ófei^el!
Wat wilde ik je ook zeggen - „O jfl, nu beiHknqt'uuX>
„Ga door." -
„Aan het millioen dat ik heb gekrëgèn, ontbreken
honderdduizend francs."
„Dat is waarde honderdduizend francs, die aan
Martin Scaër zijn betaald."