Voor aïïze Veisters.
KWIKZILVER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Een Dokwerker.
FEUILLETON.
!3a Jaargang
Woensdag 1 Januari 18S6
No. 38? I
-AJBOnSTILTEIIVHIEIsrTSIF'IR/I J"S
Voor Haarlem per 3 maanden.f 1,20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1-3G
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummersr 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
r oe omstreken en franco per post0.87*
Directeur-Uitgever
ADVBSTBITTIËINr:
Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux. Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnir G'wrale de Publicité Etranghre G. L. DA UB F d- Co. JOUX F. JONES. Sucr., Parijs 31bis Fmthnmy Mmlmarlre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DO ff K ES; Spaarndam, C. HARTEN DORP
LundvooriJ. ZWEMMER; VeCm, L. VENUS; IJmunhnJ. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNG ERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
Wegens den Nieuw jaarsdag
wschijnt het eerstvolgend
timmer van dit blad JDON-
iERDAO AVOND
REDACTIE en ADMINISTRATIE
»n Haarlem''s Dagblad wetschen
ezers, Adv« rteerders en allen die op
migerlei wiize in het blad belang-
iellen, een gelukkig Nieuwjaar.
In hun aller aandacht en welwil-
inde yezindheid be\elen zij Haar
im'a Dagblad opnieuw aan. Van
unne zijde stellen Redactie en Ad-
ïinistratie zich gaarne zooveel in hun
ermogen is, ten dienste van het
iu bliek.
En hiermede nogmaals
Qelukkig Nieuwjaar.
Redactie en Administratie.
In de étalage voor de vensters van
ret Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd:
In hot oosteinde van Londen een
loitieagenl in eene lastige positie.
De Tzarewiich van Rusland en de
üoor hem bewoonde villa te Nizza.
Een straattooneel gedurende de
aatste paniek onder do Armeniërs in
Stamboul.
Eene revu; te Secunderabad voor
den onderkoning van Britsch Indië.
Een feestmaaltijd in Yildiz Kiosk,
het paieis van den turksohen sultan.
De grenscommissie voor Pamir: een
schietwedstrijd.
Het vinden van Mozes, naar de
bekroonde schilderij van II. R. Mile-
ham.
Op de zondaarsbank.
Abraham en de engelennaar eene
schilderij van Murillo.
Een godsdienstig gebruik in Thibet
Lepchi priesters voor eene feestelijk
heid g6kieed.
Eene eer6zaak.
De Donaubrug ,Carel 1" in Roe
menië.
Een schermles te Saint-Cyr.
Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet in
zijn studeervertrek.
In de kerk te Alkmaar. Naar de
schilderij van J. Bosboom. (Deze twee
uit E;gen Haard).
Het ijszsgen in den Boonervliet te
Maassluis. Naar de schilderij van C,
W. Smith
Politieke platen en portretten.
DOOR
INCA,
Oudejaarsavond. Vinnig koud. De
j lucht 'is ijltintelend. Rust
groote rust overal.
Een etherische d-lorschijnendheid
van :t firmament. Sterren die „enj
relief:' schijnen te schitteren op don
ker blauw fluweel. De maansikkel
scherp teekenend tegen den achter
grond van het heelal zonder
achtergrond, Geen sterveling op straat,
tenminste aan de haven. De Handels
kade ligt als één groote leegheid van
nie's doen vi-n het begin tr-t het
eindemathematisch intermittee-
renddonker, een gloe'ende spijker, en
dóór tot het eindigt heel in de verte in
een zee van lichtjes: het rangeerter
rein aan de Rietlanden. Immense
donkerdoorschynende stilte! Van tijd
tot tijd een vooibijsnorrende trein
met coupé reeksen, warm, verlicht!
Van onder de viaduct komend,
slentert een man, zwaar gebouwd,
waggelerd. Slecht schoeisel, slechte
kleeien. Ongunstig ongeschoren ge
laat. Gang en houding duiden den
verloopen matroos aan. Verliederlijkt
en ver„dronken". Type zooals men er
in onze havenstad'. n ongelukk gerwijze
te veel aantreft. Hij loopt met de
handen in den zak. Zonder doel voort-
schcmmelend. Scheip ziet hij uit ol
er soms iets „aan de hand" is....
Alles rust. Da loodsen zijn gesloten
Uit bet politiebureau schijnt Jicht.
Maar dat hindert hem niet.... hij
weet dat hem dat niet hinderen 1 an.
Voortsluipend, scharrelen^, tuurt bij
in de zwartheid, ziende of er niets te
stelen isuit een spoorwagen bij
voorbeeld. Maar neen plotseling,
bij toeval: em Hoon fluit, die even
beprceld wordt. Hij, al van plan om
texur te gaan, spitst de ooren, gaat
door, na eenige mi-., u ten gaar.s: een
waaigat, een boot, licht, rnenschen.
wer kOch wat 1 Werk Misschien
gelegenheid 01a ie eteleu
Hij loopt door. Schaduwen, door
een werklamp geworpen langs den
muur. Voortgaand tot aan den hoek:
hij bedenkt zich even, treedt in het
lichtvraagt.
Een stoomboot naar Engeland, die
nog geladen moet worden om den
volgenden morgen met daglicht te
vertrekken eenige consternatie een
man werd door kou bevangen en in
een verwarmd afgeschut gede lte van
de loods gebracht. De baas komt er
uit. Een flinke man. G ed ingewik
keld in bouffante en dikke jas. De
eerlijke oogen ferm open niettegen
staande vermoeienis en koude. Hij
weet dat hij zijn plicht doet en dat
over een paar uren. wanneer de boot
afgeladen zal zijn, hij heel gauw bij
zijn vrouw en de klantjes zal wezen.
Hè, een uurtje met oliebollen en
warme melk, en dan het klokje van
twaalven en d3 felicitatiesMaar
hij moet raad schaffen. De man moet
vervaDgen wo.den hij lenerkt
onzen slenteraar, die naar li6m toe
komt met verzoek om werk. Dö baas
monstert hem met een wantrouwend
oog, maar hij heeft handen noodig
en neemt hem aaa
Het sombere scheepsruim, ijzig
koud, zwart, slecht oï eigenlijk in het
geheel niet verlicht door een pelro-
leumhanglamp, die nauwelijks genoeg
licht geelt om de koopmansgoederen
te verstuwrn. Daar werkt onze „mité-
rable" een anderhalt uur en steelt
d. w. z. vult er zijn zakken met koffie
die naar Engeland moet. Koffie en
andere artikeleD. Prompt half elf
is de boot vol de luiken gaan dicht
het volk wordt betaald en gaat
haastig naar huis de lichten wor
den uitgedraaid en alles is
doodech
Hij slentert voort. De zakken vol,
nijdig en jaloersch op c'fé anderen,
d e naar huis gingen om al ia het
ook heel armoedig tenminste met
vrouw ea kind het nieuwe jiar in te
treder. Ha, Ld, id, het nieuwe jaar,
dat voor hen evenals voor hem een
reeks nieuwe ellenden zou vertegen
woordigen.
Hij mort, is ontevreden, denkt aan
zijn jonge jaren toen bij nog varens
gast was en ook vroolijk en welge
moed, al had hij het ook niet breed:
denkt aan de verleiding, het drinken,
waaiaan hij geen weersiand had kun
nen bieden.
Aan de „vrienden" die als bij aan
wal was de kroegen met hem afliepen
tot dat alles verzopen en verdobbeld
was Toen een tijd van ge
wone dieverij. Een paarmaal b8tr.pt,
gezeten, weer vrij gekomen en
nu het nieuwe middel van bestaan,
dokwerk r en ook de nieuwe manier
van stelen, die zeer loonenu was. Hij
wist vaar zijn waar te slijten. Hij
sukkelde er nu heen om van de
opbrengst weer een tijdje, misschien
éen dag, te kunnen leven. Hij gaat
de brug over. Het bevroren water van
de binnenhaven is zeer glad. De w nd
strijkt er over heen. Het licht in de
gaslantaarns flikkert en te midden
van die troostelooze verlatenheid, van
die barre leegte komt in zijn ver
stompte, verdierlijkte hersenen een
vaag, maar o. zoo uiterst vaag begrip
tp van wat had kunnen zijn, als niet
alles gekomen was zooals hetkwain.
Dat doffe, half onbewuste, onuitge
sproken protest tegen het noodlot,
die flauwe herinnering aan e n ander
beataan en toch in deze zelfde wereld,
vervliegt weer. Zijn geheele denkver
mogen concentreert zich weer op het
door de omstandigheden veroorzaakte
eenige puntdrinken, dobbelen, roes,
stelen en weer hetzelfde. Altijd door
in éen groote idiote monotoonheid
van niet anders kunnen, van niet
anders zijn. Toch is die man in den
grond niet zoo bedorven als zijn
eigen zwakheid hem gemaakt heelt.
Nu weet hij niet beter meer, nu is
het instinkt geworden.
Hij slaat rechte-, linksaf tn nog eens
een straat in Een kleine herberg,
laagst allooi. Hij treedt binnen.Vunze,
warme jeneverdamp en petroleum-
stank siaan hem tegemoet.
Het vertrok is laag, niet erg vol.
Een paar mannen van zijn soort
een paar vrouwen. Hij treedt op den
waard toe en beiden gaan naar achter
in het kleine kamertje achter de ge
lagkamer; na eenige minuten komen
zij weer te voorschijn: de zaken zijn
afgedaan.
Hij zet zich aan een hoek van de
tafel en begint met den drank en het
spel. In verpestende walmen van
slechtste tabak en jenever-foezel, ver
dierlijkt zich daar een deel van onze
menschheid Het slaat 12 uur
NieuwjaarRauwe kreten worden
uit estooten kreten, die gelukwen-
schen moeten vervangen: en de pret
gaat door
Wat z-.l het einde zijn?
Na een paar maanden, een jaar of
langer vindt men in het Oehlenblad
een allerleiberichtje„Hedennacht
werd door de politie een man in be
schonken slaat gearresteerd, die in
het bureau van de zooveelete sectie
aan delirium tremens stierf."
Tusschen twee slokjes thee „Ca
nailleCanaille Een verloren leven.
Een drama, niet gerecenseerd, een erg
ailedaassch gevalmaar zoo treu
rig Hij wa3 schuldig want hij liet
ziph meeslepen door alles en allen.
NASCHRIFT.
"En misschien droomt hij in dien
Nieuwjaarsnacht van vroegere dagen,
van betere tijden. Misschien rijst daar
in zijn benevelde en verstompte her
senen een beeld op, scherp omlijnd,
van wat had kunnen zijn en wat
niet is. Zie, daar komen ze, in den
donkeren nacht, de trokken van zijn
vader en moeder, de reeds lang niet
meer tot de levenden behooren, maar
die helaas lang genoeg hebben ge
leefd om zich te bedroeven over de
afdwalingen van hun zoon.
Ai hunne vermaningen baten niet,
hunne verwyten doen hem het ouder
lijk huis schuwen, omdat hij weet
.dat ze welverdiend zijn. Na een door-
geluierde jeugd is hij naar zee ge
gaan en daar 13 het steeds erger ge
worden, totdat aan het doodbed van
den vader een zoon stond, die dronk
aard geworden, verachtelijk wegge
jaagd was door zyn kapitein.
Hoe hij zoo diep gezonken is
'i Is begonnen op éen dag, ook een
Nieuwjaarsdag. Kameraden haddon
hem meegenomen, hy had zich laten
meenemen en op dien dag had hij
zijn eersten roes gehad. Toen als
een stern, die eenmaal van de
hoogte geworpen, steeds sneller er.
sneller valt, was ook iiij voortdurend
met grooter snelheid naar beneden
gestort, totdat de dronkaard ook een
dief was geworden
In den droom ziet hij het gelaat
van zijne ouders weer, h t is ol er
tranen vloeien langs hunne wangen
daar op eens schrikt hij op uit
den somberen droom en richt zich
op. Het daglicht schijnt door de
venster?. Klokgelui klinkt van buiten
en de stemmen van vroolijk e meü-
schen, die elkander een gelukkig
Nieuwjaar wenschen.
Het hcoid bonzend van de orgie
van den vorigen nacht staart de man
voor z'ch uit en helderder dan ooit
te voren staart de waarheid hem aan,
dat geen Noodlot, geen slechte vrien
den, geen omstandigheden hem heb
ben remaakt tot wat hij is, maar
zijn eigen \e Leilijka gemakzuchten
zwakheid. De hoofdbewerker van zijn
eigen jammer is hij zelf, hij alleen!
Nog is het tijd om terug te komen
op den heilloozen weg. Op dat oogen
blik wil hij terug, maar zal hij kun
nen Zal zijn verslapte energie de
overwinning behalen op zijn kwade
gewoonten, die bijkans tot een tweede
natuur zijn geworden?
Het is te hopen
Niet alleen voor misdadigers als
jhij, maar vcor ieder. Waaneer de
1 Oudejaarsavond voorbij en deNieuw-
jaarsdag aangebroken is. dan worden
i er veel plannen gemaakt tot verbe
tering van dit gebrek, van dat kwaad.
Willen is kunnen, ja maar alleen
ernstig willen laat odb dan elkaar
voor 1SP6 toewenschen veel heil en
zegen, voorspoed en gezondheid
en een ernstigen wil voor het
goedeF.
Politiek Overzicht.
De berichten over den stryd bij
de inneming van Zeitoen gevoerd
tusschen de TurkeD en Armeniërs,
luiden niet zeer eenstemmig. Volgens
de Armeniërs is de eerste lezing van
het gebeurde juist, nml. dat eenige
duizenden Armeniërs zijn gedood en
de anderen in machteloosheid} zijn
gevlucht. Volgens de turksohe lezing
moeten de Armeniërs nog eene zeer
sterke stelling handhaven tegen eene
macht van 10 000 Turken, maar moet
er groote verdeeldheid onder hen
heersohen naar aanleiding van de
voorstellen van den vijand om zioh
over te geven.
De engelsohe bladen behelzen een
brief van lord Rosebery, waarin hij
er op wyst, dat Engelands protesten
in de Armeensche quaestie, lord 6 a-
lisbury'a krachtige uitingen ten spijt,
ijdel zijn geweest. Wat Engeland in
deze gedaan heeft is nietig en op
zijne bedreigingen is niet gelet. Zijne
diplomatie schijnt hare krachten uit
geput te hebben. En intusschen gaan
de Armenische gruwelen voort. Do
regeering moet op haren weg hinder
palen gevonden hebben, had mis
schien te kiezen tusschen het in den
steek laten van de Armeniërs of een
Europsesohen oorlog. Ik moet al
dus besluit de edele lord haar
pleidooi hooren voor ik kan oordee-
len. Dus zal ik de bijeenkomst van
het parlement afwachten.
Het is wel eigenaardig, dat op het
oogenblik de politieke toestand door
drie voorname quaesties beheerschl
wordt en dat in alle Engeland, of
liever John Buil, de hoofdrol speelt,
Na de armeensche quaestie komt het
geschil met N -Amerika en Engeland
naar aanleiding der Venezolaansche
grensregeling en verder de trans va al-
sche quaestie.
In deze laatste zaak schijnen de
Boeren bij een eventueelen etrijd
tegen de Uitlandera, wi-.r hou ling
natuurlijk geheel door de engeleche
polit ek wordt geregeld, op den steun
van D itschland te kunnen rakene.
dat niet zal toestaan, dat Engeland
hare macht ook over dit gebied in
Zoid-Afrika uitstrekt.
Uit Johannesburg wordt nog het
volgende gemeldDe politieke span
ning blijft aanhouden: de uittocht
van vrouwen en kinderen neemt toe.
De triinen zijn met hen gevuld.
Hooge prijzen worden gevraag l voor
granen en meel. In een groot aantal
bijeenkomsten van de verschillende
klassen der bevolking wordt do toe
stand besproken.
Men verwachtte Maandag de slui
ting van ver.-chillende der voornaam
ste mijnen, tiet is nog niet duidelijk
wat do National Union zal doen,
doch verschillende oorlogszuchtige
geruchten worden verbreid. De regie
ring heeft den burgers last gegeven
zich gereed te houden, ingeval van
nood. In een bijeenkomst der Han-
lelsvereeniging, die Z jndag werd
gehouden, hetfl do vereer iging zich
geconstitueerd als een gewapend korps
de „Town Body Guard" ten einde op
alle gebeurlijkheden voorbereid ie
zijn; de openbare orde te handhaven, i
leven en goederen in de stad te be-
schermen, en uirde te werken tot
het verkrijgen van een grondwet' '"-j
waarin de grondslagen voorkomen
die tot het programma der vereeni-
ging behooren. De vereeniging zaItP
geen deel nemen aan onlusten
ol opstand van welken aard
ook. In de vergadering is besloten 7'
de regeering uit te noodigen de ver-
eenigicg van wapens te voorzien. In 1
een bijeenkomst van drie honderd
Duitschers is een comité gekozen oir.
een plan voor et n politieken veldtocht
op te stellen.
De Times verneemt uit Kaapstad
Kruger heeft zyne rondreis bekort.
Eenige burgers vun Bronkliorstspruit
hebben met den staatspresident een
onderhoud gehad. Een hunner, Botha,"
zeidezijn lichaam had reeds vele
kogels gekregen, maar hy kon er nog
meer bergen, als te Johannesburg ue
burgeroorlog loskwam. Kruger zeide
in geen burgeroorlog te gelooven,
maar alles was mogelyk. Wanneer
men een schildpad dooden wil, moet
men wachten tot hy zich bloot geelt.
Wat de oplossing betref', dor on-
eenigheid tusschen de Ver- Staten en
Amerika, de houding van Cleveland
zal hierbij van groot belang zyn. Wat
zijn inziohten in deze zyn is niet be
kend, de uitlatingen van zyn vriend
den senator Gray en den vice-preei-
dent der Unie, dat geen oorlog met
Engeland dreigt, noerr.; de oorrs-
pondent der Times wel interessant,
maar niet bindend voor Cloveland.
De oorrespondent blijft gelooven, dat
de president der Unie het geheoie
volk achter zioh hoeft, en dat hy zioh
weinig bekommert om het betoog der
New Yorksche dagbladen en de ver
zekeringen der hoogleeraren in het
recht; dat hij inéén woord zyn eigen
weg zal gaan.
Het wordt bevestigd, dat Menelik
de negus van Abessinió op voor
Italië zeer eervolle voorwaarden vrede
wil sluitenmaar verzekert hy. hij
zal tot zyn dood vechten voor zijne
onafhank lyfcheid. Men bereidt de
zending van nieuwe troepen, ten ge-
jtale van 10,000 man, voor.
Tweeduizend man troepen, zyn
Maandag met bestemming naar Cubj*
te Cadix ingesche pt.
In zake de k'looierijen in het ge
meentelijk beheer van Madrid, heeft
de rechter van instructie tegon negen
gemeenteraadsleden en drie oud-leden
«.en vervolging doen instellen.
STAD8NIEU ws.
eerste en tweede pagina.
Haarlem31 December.
Vaderlijke zorg.
Het beeft Zmdag me igeen ver
wonderd dat er geen baanvegers rp
ihet ijs waren, hoewel er wel sneeuw
weg te vegen wae. Dit ecbijnbaar
zonderling <:eval heeft een goede re
den. Baanvegers mogen namelijk hu
I be Irijf niet uitoefenen zonder bepaald
1 permissie van het hoofd der politl
Roman bewerkt naar het fransch
5)
PAUL SAUNIERE.
X-7 33.
Zoodra hij zijn zoon zag binnentreden, stond hij op
en liep hij hem vol hartelijkheid tegemoet. Zijne straks
nog pijnlijk verwrongen trekken helderden geheel en
ai op en een gulle glimlach ontplooide zijn mond.
Men zag aanstonds dat hij den jongeling zielslief had
dat hij trotsc-h was op zijn schoonheid en in éen woord
slechts voor en door hem leefde.
De arme man had echter evenmin kunnen nalaten
er zich rekenschap van te geven, dat Jean nférslachtig
was, het ministerie in den steek liet, en dat hij verteerd
werd door eene geheime droefheid, waarvan zijn vader
de oorzaak niet kende. Hij maakte zich bezorgd voor
dien voortdurenden weemoed, die al te rustige levens
wijze, die afgetrokkenheid, welke zoo weinig voegde by
jemand van vijf en twintig jaar. Vrij wat liever had
hij hem in weelde zien leven en desnoods dwaasheden
begaan. Was hijzell niet rijk genoeg om ze te betalen?
Wat kwam Jean bij hem doen Zou hij bem de
oorzaak van zijn kommer toevertrouwen, hem zeggen
welk leed zijn binnenste vervulde? Hij had immera
slechts te spreken, die beate jongenMichaud
vroeg niet liever dan hem alles te geven wat het geld
slechts verschaffen kon.
Heel zijne vaderlijke leederheid stond op ziju gelaat
te lezen, toen hij de hand van zijn zoon vastgreep en
hem zschtkens dwong aan zijne zijde plaats te nemen.
„Welnu, beEte kind," vroeg hij op vriendelijkon tooD,
„mag ik het ger.oegon hebben u met iets van dienst
te zijn?"
„Misschien wel," gaf Jean ten antwoord. „Gij zult er
zelf over oordeelen, vader, want ik weet waarlijk zelf
niet goed meer wat ik b-ginnen moet."
„Wat bedoelt gij?-' vroeg de grijsaard vol belangstelling.
„Dit éene, vader, dat ik een ondankbare beD, en, in
plaats van de goedheden te vergelden, waarmede gij
mij, van mijne vroegste jeu^d af, overladen hebt, vooral
sedert de fortuin u zoozeer toelachte, mij te vergeefs
moeite geef van mij te vergenoegen met de door u voor
mij gekozen loopbaan. Ik heb bij mijzelven mogen re
deneeren zooveel ik wilde, al mijne geestkracht aan die
taak kunnen VrijdeD, de cijfers, waar ik op tuur, ver
dwijnen voor mijne oogenhet is nog slechts een
onbestemde chaos, wat ik voor mij zie, en al die getal
len eindigen met een fantastiscnen dans voor mijne
oogen uit te voeren, zoodat ik ze onmogelyk meer
volgen kan."
„Maar waarom hebt ge dat niet eerder gezegd, niija
goede jongen 1 riep Michaud uit. „Ik sou u aanstonds
van die marteling hebbsn verlost."
„Ik heb meni -maal op het pact gestaan u dat te
belijden!" antwoordde de jongeman: „maar juist omdat
ik wiet boa eindeloos toegevend gij waart, vond ik er
den moed niet toe. Gij h udt zooveel v.in mij, en ik zeli
draag u zooveel gehechtheid ea dankbaarheid toe, dat
ik vreesde u een groot verdriet, of althans eene hevige
teleurstelling tc berokkenen."
„En geloolt gij dan," viel Michaud hem in de rede:
„dat ik u tot galeistraf zou willen veroordeelen Neen,
neen, ik wensoh bovenal uw geluk. De geld wereld trekt
u hoegenaamd niet aan, laat baar dan varen. Was het
dat wat u omber stemde? En gij hebt er niets van
gezegd? Ol d-mht gij misschien dat ik niets van uwe
droefgeestigheid bemerkt had? Maar mijn hart voelt
ail63 wat in het uwe omgaat. Wien anders heb ik om
lief te hebben op aarde dan gij Ea tot welke offers
is men nie^ bereid, als men aan iemand htcht? Kom
aan, spreek, wat verlangt gij H6t ontbreekt mij niet
aan geld, dat weet ge wel."
„Zeker, gij hebt mij dat dikwijls genoeg gezegd."
„En gij hebt daarvan ongelukkig geen gebruik ge
maakt," hernam M.chsud. „Waarom niet Dat geld
werd immers eerlijk verdiend? Ik heb u toch genoeg
zaam den oorsprong van dat reusachtig vermogen doen
kennen."
„Ik twijfel geen oogenblik aan uwe rechtschapenheid,
vader. ZMfa uwe benijders hebben er nooit aan geiaoht
een blaam op u le werpen."
„Laat de dubbeltjes van uw yyder dan ook] lustig
I rollen, myn jongenIk zelf kan er niet meer van ge-
nieten. Toon mij wat gij er mede uitvoeren kunt."
„Weinul dat beloof ik u," sprak Jean, die geheel
overwonnen was*door de gulle hartelijkheid, „maar ik
waarschuw u dat htt n^g zoo gemakkelyk niet zal 1
zijn."
„Betreft het dan iet3 dat men niet koopen kan
vroeg Michaud met plotseling bowolkt voorhoofd.
„Integendeel, het zal yeel, heel veel geld koeten. Ik
ben het nuttelooze leven moede, waarloa ik tot dusver
veioordeeld wae, en zou het land willou dienen, iny
opheffen in eigen oogen. Sedert lang gevoel ik eene
onweerstaanbare roeping om bij het lever te gaan."
„Zoudt gij militair wiilen worden stotterde de
kleermaker ontsteld.
„Ja, vader. Maar er zijn twee manieren om daartoe
te geraken vooreerst kan men eene compagnie, en
later een regiment koopen; wat echter vrij wat eenvou
diger en minder kostbaar is, het is gewoon dienst te
nemen bij de troepen zijner Majesteit."
Wordt vervolgd.)