Schipp r Blees u!t Z landarn, is op
den nieuwjaarsdag behouden te Am
sterdam aangebracht. Twee krachtige
sleepers zijn de Zuiderzee opgestoouid,
hebben het ijs gebroken, en den bot
ter tusschen Marken en Muiden los
gewerkt. Het eten van den schipper
was reeds opgeteerd, zooa'b en der
beambten van de Zuiderzee-polilie
rapporteerde.
Schipper Prins is nog zoek. De
beambten der Zuiderzee politie zetten
het onderzoek voort.
Naar men meldt, hebban de arbei
ders der firma N. ter Kuile Zn. te
Enschedé aan hunne patroons kennis
gegeven, dat zij verbetering van hun
lot wenschen, voornamelijk wat be
treft hun loon en het boetestelsel.
Is binnen enkele dagen niet aan
den gestelden ei ca voldaan, dan
wordt vcor eene werkttakir g gevreesd.
Een jeugdige fleascfcentrekker.
Onlangs ontving de uitgever, de
heer Noordhoff, onder de aanvragen
om present-exemplaren van zijne
schooluitgaven er eene, die hem wat
vreemd voorkwam. Op een blaadje,
uit een schoolschrijfbuek gescheurd,
was het volgende geschreven. De
namen laten wij hier oningevuld.
Mijnheer
Onderget ekende verzoekt vriende
lijk o: gij de goedheid wilt hebben
om mij een atlas van Bakker en
Doelstra gebonden in geheel linnen
van 11.75 present-exemplaar wilt
zenden.
Indien hij mij goed bevalt wil ik
er wel een dozijn hebben voor de
hoogste klas.
In spoedige afwachting blijf ik,
uwen vriend
-**■* hoold der fchool te
Stuurt hem bij waar hij wel
door mij zal gehaald worden."
Niet alleen het gebruikte blaadje
papier en de taal- en stijlfouten boe
zeurden den heer Noordhoff wantrou
wen in, doch ook het feit, dat het
hoofd der school, van wien dit briefje
heette afkomstig te zijn, juist kort
geleden van den genosmden atlas een
present-txemplaar had ontvangen.
Er werd das een onderzoek inge
steld en nu bleek, dat he een geheel
valsch briefje was met een valsche
onderteekening. Het bewuste hoofd
der Echool wist er niets /an eu kon
niet aDders veronderstellen dan dat
een der schooljongens, die wei eens
een briefaaaxt voor hein naar de post
gebracht had, waarin om een present
exemplaar van een schoolboek ge
vraag! werd, dit stukje had uitgehaald
om voor niet een mooien atlas te
krijgen. Aan het adies wa r de atlas
moest gezonden worden (een respec
tabel ingezetene der gemeente) wisi
niets Eiiaierh was1*00*5/ rffe/nktuï daar
geweest om n ar een atlas te vragen.
Het is mogelijk dat de gemaakte
veronderstelling juist ie, doch de schul
dige is nog niet gevonden. Het ge
beurde is in alle geval een waarschu
wing voor uitgevers en onderwijzers
om voorzichtig te zijn bij het zenden
en bij het aanvragen van present
exemplaren. Hat zou erg zijn als de
fiesschentrekkerij onder de school
jongens begon te heerschen.
Schoolblad
Een noodlottige brand.
Donderdagochtend is te Vlissingen
brand ontstaan in eene benedenwo
ning in de Breewatersiraat, bewoond
door den meubelmaker Born met
vrouw en 4 kinderen, waar/an het
ouds e 6, ei het jongste 1 jaar oud.
By het ontstaan van den brand was
de man afw-ezig. De vrouw was bezig
met boenwas te koken en vermoede
lijk is hierdoor de brand ontstaan.
De vrouw bekwam brandwonden
aan hoofd en handen en vluchtte de
deur uit, zonder in hare ontsteltenis
aan hare kinderen te denken.
Door den dichten rook waren de
kinderen niet te vinden, zoodat men
hen niet heeft kunnen redden. Zij
zijn in de vlammen omgekomen. De
verkoolde lykjes zijn naar het gast
huis overgebracht.
De bovenbewoners, eene vrouwen
10 kinderen, werden gered.
Het huis is geheel uitgebrand.
Aan de Middelb.
volgende ontleend
Ct. 16 nog het
Nadat de brand gebluscht was
omstreeks half twaulf werden van
uit de puinhoopen de verkoolde lijk
jes opgezocht en naar het gasthuis
overgebracht.
Het zijn die van Johanna Maria
Helena Geeitruida Bom, geb. 6 Aug,
18S9, Petrus Josephus Johannes Leo-
nardus Bom, geb. 22 Maart 1S91,
Wiliem Johannes Sophia Cornelia
Bom, geb. 3 Maart 1893, en Antonia
Susaur.a Jacoba Josephina Bom, geb.
26 Nov. 1891.
Op on-e vraag hoe het mogelijk
was, dat de ramp zoo'n omvang kon
hebben, wijl toch de katne", waarde
brand ontstond, gelijkvloers met do
stiaat was en de kindeken, die zich
nog te bed bevonden, om zoo te
zegden met de hand te grijpen waren
deelde een ooggetuige ons mede, dat
de vlam zoo hevig was, dat alle po
gingen om hulp te bieden levenege
vaarlijk warou het werd meer dan
eens beproefd, maar de vlammen
dwongen tot terugkeereD.
Een ijselijke bijzonderheid vernamen
wij nog, nl. dat het oudste meisje
van het gezin B. voor de ramen van
het brandende onderdeel van het
huis kwam en om hulp smeekte.
Men beproefde te redden, maar helaas
zonder succes. Het lijkje van het
zesjarig kind werd later onder het
raam gevonden.
Het huis was geassureerd, doch de
inboedel van de beide gezinnen, als
wij goed zijn ingelicht, r.i t.
De verslagenheid onder de omwo
nenden van het verbrande perceel is
groot.
Bij een bezoek, gebracht aan het
verbrande huis, bleek ons, dat het
beneden totalirer eene ruïne ie; alles
is verbrand.
Een oogenblik verwijlde onze ver
slaggever ook bij het ziekbed van
vrouwB., die deerlijk gebrand doo'i
helder van gee^t was. Zij i3 met haar
man bij familie overgebracht.
Haar toestand is niet zorgelijk, maar,
naast de diepe smart over het verlies
van haar kinderen, wordt door haar
zoowel als door haar mau, natuurlijk
diep gevoeld da zorg over het verlies
van alles wat zij bezat. Ü8 toekomst
ziet er voor hen zeer treurig uit.
Eenintorview op een rodactie-
bureau.
Eerlijk gesproken, een interview
was 't juist in alle opzichten niet.
Want daarby vooronderstelt men in
den regel bij de redeneerende per-
tonen zoo iets als een eenigszins
logischen gedachtengang, samenhang
tusschen vragen e- antwoorden, hel
derheid en verband in de mededee-
lingen, met mindere of meerdere
moeite aan den geïnterviewde ontlokt,
ten einde aldus te komen tot de
wetenschap, die de pers onder zekere
^S^'eval, dat
we hier op 't oog hebben, geen sprake.
De persoon, die dezer dagen 038
bureau kwam binnenstappen,behoefde
eigenlijk niet ondervraagd te worden.
De woorden rolden van zelf van hare
't was iemand van „'t zwakkere'
lippen, nu klagend en
weemoedig, dan weer driftig, hoonend
of scherp, soms zelfs met een spotten-
den lach Doch logi-oh verband was
er tussohen haar woorden nietals
hebben, wie ze was, zal
ieder dat begrijpen. Of ze jong
NeenSchoon Neen, neen 1
Interessant HmNu zy staat ten
minste in verband met iemand, die
in de laatste dagen door de geheele
Nederlandsche pers is besproken.
Ieder herinnert zich, hoe oniangs te
Wildervank de weduwe Bina Zuider-
hoek geboren Degenhart, stierf,
hoe er geld in hare woning werd
gevonden en op zekeren nacht on
verlaten doordrongen tot het niet
bewaakte sterfvertrok, om zelfs in de
kleederen van den doode te zoeken
naar rijksdaalders en guldens. Dit
alles is te zijner tyd uitvoerig door
de bladen vermeld.
Nu stond, kcrt geloden, op een
avond de zuster van de overledene
de zeker aan vele lezers van dil blad
niet onbekende Annechien D. voor
ons. Wat zij wilde? „U meneer, ik
wol wel groag, dat ie in joen krante
van kregen en ans niks. 't Is een
gekkenspan mit mekoar. Ze har zokke
mooie gollen droadwarkstiften, dei
wol ik an mien zuiveren ooriezer
douD, en nou krieg ik niks. Wie
binnen toch altemoal Gods kinder.
Twy woagens vol goud binnen der
nou al wegsleept. Doar was og's nog
een puntrom bie van Johannes Hoar-
Jem. Ik bin der hylemoal van in de
warrede kop lopt mie omme, ik
wos hijl nyt, dat 't van de weeke de
hillige doagen wassen. Wat dee ze
mit een bekledde kiste Ze har een
hijl mooi klyd an, met bottertjes om
de hannen en een mooie mutso op
dij mos ik had hobben. Ik heb altied
dachtAs ons Bine nog as dood
gait, den krier ik 'n mooie oeot van
heur. Moar dat is mi bie de rogge
op loopen. Ik bin der noakend en
gezond mit. Nou rau ik ook nijt om
heur, ik wol heur wat housten."
De redacteur, die eindelijk na den
stortvloed van woorden gelegenheid
vindt een vraag te doen .Is je zuster
getrouwd geweest?11
A. „Joa, moar ze har hom niks in
de reken. Hjj kreeg moer sloage as
eten. Levendige kinder hebben ze nijt
had. Ik bin bliede, dat ik non van
heur of bin. 'tis net of ze mie ge'd
geven hebben, zoo schier en makkelk
is mie 't tou. Ik bin nou gijn zusters
neudig. 'k Heb meer van dij onwieze
bruiers en zusters had, dy halfmallen.
Ons Bine was 'n peerooge, 'n fougel,
'n dikke rekelske. Mensohen maggen
nyt zoo woukern mit geld in't berre.
Ik duur nijt nau kerks, den schrijf
'k mie dood of domny stuurt mie der
uut. Op 't starfberre wol ze nog geld
in 'n puute wuilen. Ik bin ook al bie
de pokereur west, moar dij mijnt,
dat 'k nyt wies bin. Mit de stoci-
vrauluu har ze ook altied roezie;eik
wijt wel, dat 't mien ijgen zuster was.
Ons moe kreeg vrouger ook mennig
fleere van heur. Wat het dy Qepke
vrouger ook geld noaloaten. As
ik zoo wa9, den moggen ze mie de
handen wel ofdraaien. De dioakens
in de Wildervank hebben der doa-
delijk achteran zeten, dou ze ver-
uammen, dat er geld zat, want zy
kreeg allied ge'd van 't warkkuus,
zoo'n golfertb'
De redacteur. „Ik heb wel eens
gehoord, dat je ook geld hebt, Anne
chien. Is dat waar?"
A. .Dij dat zeggen, huiven mie
nyt weer tou te spreken. Ik mout
alles zulf bekrabben. Ik mos een
man hebben." (Tot een der heeren
van 't bureau). Wanneer goa ie as
trouwen
De aangesprokene: „komende voor
jaar Annechien, als de kou een beetje
uit de luoht is."
A. „Ik was der ook bie, dou ze
begroaven wuirik kreeg niks ans as
koffie'k was der flauw van."
Redaoteur. „Hoe oud was je zuster?"
A. „Zoo wat zeuventig joar."
i,,tb_ jy
A. „Ik bin wel al zestig; zoo seouur
wijt ik 't nyt."
Redacteur. „Wanneer ben je jarig?
A. „Om en bie 't Wilde, vanbster
mark."
Redacteur. „Ja, maar wanneer dan
omstreeks."
A. „'n Zetje noa 'teerdappelkrab-
ben."
Na deze duidelijke oommunicatie
verdwijnt Anneohien uit het bureau,
om weer anderen deelgenoot te maken
van haar verdriet over de verdwenen
erfenis. Veend. Crt.)
blad gegeven zal daarorr, meenen wij, naar rechts zal zien, dan zal zijn wet.
niet worden gevolgd. Anders luiddezoo ze al in het Staatsblad mocht
trouwens de (wel is waar niet al te j komen, geen andere beteekenis heb
s'.ellige slotsom waartoe het orgaan ben, dan dat ze, lange jaren nadat
der H.tf. Borgesius, Kerdijk e. a. j ze reeds weer door een andere kies-
kwam." j wet zal zijn vervangen, nog zal
Ook de Middelburgsche Courant worden aangehaaid als een bewya van
heeft het advies van inr. Treub, af- 's Ministers veranderlijkheid en ver-
gekeurd als niet in 's lands b-lang.
Mr. Treub noodigde daarop in het
Sociaal Weekblad dit blad uit, de
tegenstelling tusschen lands en par
tybelang nader uiteen te zetten.
De Middelburgsche Cour. hierop
antwoordende zegt, dat zij het met
Mr. Treub's betoog omtrent het ont
werp vrijwel eens ie, doch het ver
schil een quaestie is van taktiek. Hij
meent dat er van dit ontwerp niels
goeds is te inakendat de Midd. Cour.
door de door haar aangegeven taktiek
te volgenom er zooveel mogelijk
aan te verbeteren en er dan steun
aan te geven in de baart der
conservatieven zal spelen. En zoo
beweert hij door zich vierkant er
tegen te plaatsen zullen de demo
craten een flinker figuur maken in
de oogen van het Nederlandeche
volk.
De Midd. Cour. noemt het echter
eene il'ucie dat zulk een houding
de partij zal versterken.
„Ons volk is nu eenmaal voor een
groot deel, waaronder de tegenwoor
dige kiezers, op tal van punten be
houdend, merkt het blad op, en zal
zich over de houding der democraten
niet bijster warm maken. Ia het dan
niet een gcede politiek om in de
gegeven omstandighe len niet het
onmoge'ijke te ei-chen, maar met
het mogelijke zich tevreden te stellen?"
Voorts zegt de Midd. Cour. dat Mr.
Treub zelf tooh niet zal kunnen wen
schen met de tegenwoordige kiezers
voort te sukkelen.
„Zijn illusie dat het gros daarvan
zich meer aan onze zijde zal scharen,
wanneer het bemerkt dat er door ons
gestreden is, maar tevens den val
'van het ontwerp is in de hand ge
werkt, deelen wij in geen geval.
Integendeel, men zal het verwijt
doen hooren dat onze kamerleden
niet hebben willen medewerken en
dit als een wapen tegen de onzen
gebruiken."
De Amüerdamsche Courant merkt
nog op in haar artikel .Nederland in
1S25", na het hier boven gemelde,
dat men met tamelijke zekerheid kan
profieteeren dat 1896 ons kieswet en
personeel zal brengen.
„Twee belangrijke onderwerpen van
wetgeving, twee als „épineus" ge
brandmerkte vraagstukken vol voet
angels en kiemmen. Zeker zal de
kieswet niet allen voldoen. Hoe zou
zij dat kunnen Allen te behagen is
moeielijk, zei Sohiller, en dat geldt
ulue UCl Ulluat vbu ÜUU ITCl^OrDl.
Ook het Personeel zal allicht anders
uitvallen, dan sommigen zich voor
gesteld hadden. Maar rijzen niet tegen
elke belastingwijziging duizenden en
duizenden bezwaren In elk geval
een Kabinet, dat den moed gevoelt
die twee netelige zaken aan te pak
ken en dat genoeg beleid en volhar
ding heelt om haar ontwerpen door
het Parlement te doen aannemen,
zulk een Kabinet is niet te vergeefs
aan het bewind geweest. Te goeder
trouw doende wat het beloofd heeft,
doet het wat men daarvan kan vragen."
Pers Overzicht.
De kiesrechl-quae8iie.
Bij de beschouwingen, die de ver
schillende bladen over het jaar 1895
geven, staan zij inzonderheid stil bij
de kieswet.
De Amsterdamsche Ccurant (het
geeltje) zegt:
„Het ontwerp-Van Houten zal niet
worden verworpen, al was het alleen
om de negatieve reden dat na de
feiten van verleden jaar geert partij
verantwoordelijkheid van „zoo
«root een val" op zich nemen durft.
Wie altijd spreekt van „de booze
electorale
quaes tie", .wie kiesrecht
uitbreid ng een onmisbare voorwaarde
drokteu, dat ik wat hebben mout van I voor duurzame verbeteringen acht,
'tgold, 't zuiver en de klyroazie van kan niet meewerken om de afdoening
mien zuster, dy verleden weeke in I daarvan te verschuiven. Ook niet om
de Wildervank sturven is. Zy har de overweging dat deze oplosBirg z. i.
geld in 't berre wegstopt, maar ik geen finals is. Eiseh van p actische
heb der gijn voazel van kregen. Ik J politiek is het, ook hier te nemen
h8b wenscht van dat geld. Dou mienwat men krygen kan. Het advies,
bruir sturf, heb ik er 'n olie pampludoor mr. Treub ia het Sociaal Week-
Zal 1896 kiesrechthervorming
bezorg n
Zal nu eindelijk het jaar 1896 ons
de kiesrechthervorming brengen
vraagt het Vaderland en zij antwoordt
er op, dat zij zich niet aan eenige
roorspelliDg zal wagen. Men moet
blind zijn, om niet te zien de klippen,
die op den weg liggen, en die, zoo
de regeering niet tot het inzicht
komt, dat de tijd voorbij is om de
kiesbevoegdheid met mondjesmaat toe
te meten, stellig nog zullen vermeer
deren.
„Toch hopen wij" laat het Vad.
hier op volgen „dat 1896 op het
gebiel van het kiesrecht meer zal
geven dan een negatief resultaat.
Veel zal in deze afhangen van het
beleid van den minister van binnen-
landsche zaken. Gaat de minister
zeilen op het kompas van den heer
Vermeulen en zijn vrienden, die in
beleefde termen reeds den eisch
stelden, dat de Minister bij de be
handeling der kieswet voortdurend
zaking van beginselen toont daar
entegen de Minister reeds bij zijn
Memorie van Antwoord, dat hij bereid
is aan rechtmatige bedenkingen te
geraoet te komen en dat hy niet vast
wil houden aan zooveel kunstmatige
onderscheidingen en beperkingen,
waardoor in strijd met alle werke
lijkheid geheel willekeurige grenzen
worden getrokken tusschen personen
van denzelfden welstand en dezelfde
ontwikkeling, dan vermeerdert in niet
geringe mate de kans, dat hy een
kieswet tot stand zal kunnen bren
gen, die, ze moge dan al niet als
finaal worden beschouwd, tooh in dien
zin nationaal kan heeten, dat alle
partijen er haar medewerking aan
kunnen verleenen.'"
Letteren en Kunst.
De Oranjebloem.
Verschenen is het eerste nummer
van het orgaan van den Csntralen
Bond van Oranjeverenigingen „de
Oranjebloem."
In het hoofdartikel „Bij onze in
trede" lezen wij o. m. het volgende
„Wij wenschen, waar we ons schrap
zetten tegen elke ontaarding van onzen
volksaard, liefde te kweeken voor ons
vorstenhuis, en elke poging te onder
steunen die aangewend wordt, om
zcowel op zedelijk als op stoffelijk
gebied de belar.gen van allen te be
vorderen.
Ir.houd van de Revue générale des
Sciences pures et appliquéss" van 30
December
I. L ttre snr l'Energétique, M. W.
Ostwald, Pf ifesseur de Chimie phy-
e'que a l'Université de Leipzig.
II. Le Facteur therraique de Invo
lution, M. G. Mouret, Ingénieur en
Chef des Ponts et Chauscé98.
III. Le Développement de3 Myxos-
poridies, M. F. le Danteo, Maitre de
Conferences de Zoologie it la Faculté
des Sciences de Lyon.
IV. .Revue annuelle de Géologie,
M. E. Haug, Chef des travaux pra
tiques de Géologie a la Faculté des
Sciences de Paris.
V. Actualités scientifiques et indus-
triellesUn nouveau ey9tèrne de
Tramway a conducteur souterrain.
Nouveaux appareils de cébrayage et
freinage automatiques, M. A. Gay,
Ancien è7e de mooie Polytechnique.
VI. Notices et Comptes rendus
bib!iosraph-"ques.
VII. AeaJéur es et 8oc!é!és savantes
de la France eLde l'Eiranger—
Uit Amsterdam.
2 Jan. r96.
Revues uud kein EndeProt
Zoon hebben gisterenavond „MaaD-
daghoudertr' van Reyding, muziek
van R-mar-.l, voor het eerst opge
voerd, de „Vic" (oificieel „Calë-Con-
cert Victoria ininin de
in de Nef) welks Directie zich
speciaal op revues schijnt te gaan
toeleggen heeft „Eene Wereldstad
ten tooneele gebracht en in den
Stadsschouwburg wordt in „de Brui
loft van Kloris en Roosje" door Mevr.
Stoetz t n Jacques de Boer de tradi
tioneel Nieuwja rswenach uitgespro
ken, die eigenlijk ook onder de cate
gorie evues" moet worden gerang
schikt. En nu eerstdaags nog Kreeft
Buderir.an met hunneen nu
schrijf ik dat woord niet meer, anders
droom ik vannacht er van en droo-
men kunnen je in moeilijkheden
brengen, vooral als je ze opschrijft
en laat drukken i
De gebruikelijke trucs in het stuk
van Reijding, de gewone charges op
toestanden, die den schrijver niet naar
den zin zijnvermakelyk zijn de
verrichtingen van de personen van den
Schuttersmaaltijd, die heerlijk aan het
„Maacdaghouden" slaan en een be
zoek brengen aan de tentoonstelling
's presidents veelbesproken javaan-
sche bediende-is thans bij Prot waar
hij o. a. verklaart
Ik uit Java hier gekomen
En in dienst van hooge oome
Ikke blijf myn leven lang
Au service du présidang.
Van Prot ben je met een tramme-;
tje in éen kwartier in de ,,Vio", stamp-Of
vol en rookerig in de benauwde zaa'Je
met de leelijke rots-versiering eenkc
schouwburgzaaltje met boomen, die'o
op vele plaatsen het gezicht op het E
tooneel belemmerenveel verliest*"
men er niet aan. Philipp Paerls pro-'-5
duot is „dunnetjes" en al heeft het
die eigensohap ook met alle andere'
collega's gemeen, het valt nergens*1}
zoo op als in deze inrichting, beroemd
door hare worstelwedstrijden en de*^
sleohte oonsumptie die men er sohenkt.?
In den Stadsschouwburg kwam ikj"
juist genoeg bijtijds om den Nieuw-'6^
jaarswensch te hooren. Niet de oudeer
Spoor als Thomasvaer en als schrij-*6
▼er van den wensch, de rol than^e'
vervuld door Jacques de Boer, off®
zeer verdienstelijke wijze, zoodat menfiï
den ouden man, die thans bedenke-?*
lijk ziek ligt, tenminste als acteuij^
niet miste, maar als auteur....? Wel5v
wel wat een mannetje, die van den-
Berg, de dichter van dit jaarDat
permitteert zich de vrijheid de persr
in het ootje te nemen, neen, die uit-r,e
drukking is niet juisthij tapt hate-^6-
lijkheden aan het adres der „wereld-^8
macht" zooals hij haar schilderachtig^
noemt, spreekt bij het vermelden vairel
de feestelijke opening van het Kaiseiyf
Wilhelm Kanaal van een „wijncon-iSe
gres", waar voor eiken persman op
„honderd zes en veertig flesch" geOe
rokend werd. Neen maar! Tot 's mancdi
verontschuldiging moge dienen, dat'<
hij op dit gebied nog ,,'n jong broekje'd
is, een nieuw licht op dit terreiq O,
maar helaaseen walmend oliepitjeni:
De critiek gunstiger te sterumedeii
voor de vertooningen van het„Nêer|de(
landsch" is alleen mogelijk door eeire
sérieuser verzorging van die ver tod-
ningfn, r,iet door een rijnuLrijtje vaj
v. d. Berg. Een rijmelarij tjeWa
dunkt u van dit couplet: Q
De persDe persschei uitsche
uitE<
Ik weet wel, dat die heel wat beduid|)e
Toch zijn er nogenz.
En dan volgens een alleszins t<£ej.
oordeeh n bevoegd Amsterdamscf v'
kunstcriticus niet geheel oorepronke^
lijk 1 Foei, meneer van den Berg
Nu ik dat weet, zeg ik met LeseingLe~
„das neue daran ist nicht gut, da/'r
Gute nieht neu". i -e.
Hu 'l Is om over je toog te r-tru:°OI
kelen! Neen, nieuwbakken Nieuw^
jaarswenschdichter, b9ter régie, bet^, r
keuze vau stukken, betere verzorging
beter spelen en je zult eens zien, ws!:;.'
de „wereldmacht" van de „Leietangen^*e
van het Nederlandsen Tooneel zï jK
zeggen. Lj. -
Wij hebben in Amsterdam twe. J
volkstheaters, die naar het schijf.^
naar wensch flrreerea; érn in k\e
paleis voor Volksvlijt (heerlijkBeL"''
Leil, de Zoon vau den Nsoht, RogL,
de Schandvlek of de GeechandvJekL^K
enz) en het voormalig theater va v
iu dü Laan (nog heeL
lijker Aballino, Marino MarineljL*^
twee Weezen, die erg oud zyn gewCsr,!
den op hun tooht door alle mogelij I
en onmogelijke theaters en meer va|.,
deze veel gezochte soort.)
De Nieuwe Nederlandsche Toone£prT
vereeniging (in de Fransche Laa^r
speculeert op de vaderlandsliefde vL*
het Amsterdamsche volk, speelt --,1
Hollanders op Lombok" volkasfrao;1^
niet optochten en knaleffect, dat e*" iV
stormachtig gejuich en eeu gefluj
uitlokt en lascht een Nieuwjaaif
wensc'i iD, vervaardigd door Big
bef-
en uitgesproken door den Heer
Mevrouw Spree.
Al het goede, dat genoemde li^:r'
roeps-weuschers aan het publiek hd,eïle
ben geadresseerd, zend ik aan lezer
en redactie van dit blad. Dit H
hun naar den vleescae ga in '96. /e K
litter
t
Reclitszakexi.
Iet
gen, en gij houdt halt te Chantilly, om den anderen ge-
legenheid te geven u in te halen! Dat is waarlijk eene
mjoie manier om aan d'Aveyron en Barberousïe te ont
komen 1"
„Dat weet ik wel, maar wat zoudt gij in mijne plaats
d ei? Zijt gij niet van oordee! dat wij ten spoedigste
Parijs verlaten moeten?"
„Zonder twijfel, maar niet op zulk een onhandige wijze."
„Kunt gij ons dan miscshien een veiliger middel aan
de hand doen."
„Dat hoop ik."
„Zeg het dan gauw."
„Ziehier mijn plan", hernam Jean: „Wij vertrekken
van avond om negen uur, dat wil zeggen ais het donker
is. Ons po3trijtuig zal de barones en hare dochters
alhalen, en wij zullen haar te paard vergezellen naar
het kasteel van Neuville, dat mijn vader de goedheid
heelt mij at te staan."
„Dat zou inderdaad veel beter wezen," verklaarde de
jonge officier: „maar hebt gij dan aan uw vader gezegd...?"
„Iq het gehesl niets. Ik heb hem om zijn kasteel,
zijn rijtuig en zgne paarden gevraagd, en hij heeft ze
mij geleend, zonder eene enkele opheldering te eischen.
Zoo gij dus de voorkeur geeft aan myn plan boven
het uwe
„Dat doe ik stellig, maar het verandert onze afspraak
geheel en al, en ik moet nog weten of mevrouw de
(Jois8y daaraan hare goedkeuring zal hechten."
„Waarom niet 1 Het is immers veiliger en welvoe-
gelijker voor haar en hare dochters, onze gastvrijheid
aan te nemen, dan af te stappen in eene boerenher-
berg.''
„Dat ia zoo, maar ik moet het haar toch eerst voor
stellen."
„Ga dan terstond naar haar toe en breng mij het
antwoord, want als de Darone3 onze schikking goed
keurt, moet ik onverwijld een koerier naar Neuville
zenden, opdAt wij er bij onze aankomst eenig avondeten
en ook opgemaakte bedden zouden vinden."
„Gij hebt gelijk. Binnen het uur ben is terug," en
Julien verdween in allerijl.
Jean wachtte vrij onverschillig zijn antwoord af. Hij
bekommerde er zich weinig om of mevrouw de Cois-y
al dan niet zijn voorstel aan zou nemen, Hij had geen
ander oogmerk voor gehad dan zijn vriend een genoe
gen te doen. De barones was hem immers onbekend.
Wat den jongen officier betreft, hij had zich reed3
naar zijne moederlijke vriendin ge-poed, om haar de
plannen van Jean mede te deelen. Zy ook zag aanstonds
in hoe uitstekend deze schikking wasmaar zij aarzelde
aanvankelijk of zij zooveel goedheid wei van een vreemde
aan kon nemen.
Julien had echter spoedig deze gewetensbezwaren
overwonnen. Hij verzekerde haar dat Jean Mickaud
zijn beste vriend was, en dat er dus van geen onbe
scheidenheid sprake kon zijn. De M'chauds waren bui
tendien zoo rijk, voegde bij er bij, dat zij niet wisten
wat met bun geld en hunne landgoederen te beginnen.
De barones, die den jongen graaf dikwijls over
Kwikzilver had hooren spreken, maakte geen tegenwer
pingen meer. Zy liet aan Julien over het uur van ver
trek te bepalen en de geschikete wijkplaats voor haar
te kiezen.
Zoodra hij deze boodschap aan Jean had overgebracht,
Disfstal vau postzegels, nard;
ck b
Voor de Haagsche rechtbank j op
Donderdag de behandeling voortg haci
zei van den postzegeldiefstal bij ^ar v
depart, van koloniën. )(j
Als getuige wordt gehoord de Je
Eator, een ambtenaar die door den Ven
klaagde beschuldigd wordt hem e^ 'tr
deel der postzegels ten verkoop, rot)
hebben gegeven. |Q(j
Bekl.agde, vroeger adsistent-bcve2:et
hield dit vol, ofschoon de presidrjjjU(]
hem op de onwaarEchijniijkhe d zijij pa
verklaring wees. De ambtenaar, belt geD
met het bewaren der postzegel*, jjea
een omstandig verhaal hoe de diefc pags
is ontdekt, en verklaarde geen omei
minste verdenking te hebben tejyhea
kwamen de beide vrienden overeen zich, om klok lag Eenige oogenbikken later daalden zij de trappend va!
negen ure,;te paarden van het hoofd totjvoeten gewapend j Het was reeds donser, en eene kamenier lichtte hf.D£en
op de binnenplaats der woning van mevrouw de Coissy bij. Maar zoodra zij de binnenplaats overstaken, »e
te bevinden, terwijl het p jstrijtuig voor de deur hunne zich naar het rijtuig te begeven, slaakte Kwikzilver b!'
v\ O rr.t' O-I „nrr'ortvi fr/11. i -enwi.
bevelen opwachten zou.
Jean zond terstond een zendbode naar Neuville af, op
dat men aldaar de noodige toebereidselen zou makeD,
en koos toen zijne beste pistolen en een flinken degen
uit, lijn geld in een valies wegbergende.
Toen het avond geworden was, ging hij, kant en klaar,
de berst bedekt met een wambuis van bufielleder, en
met stevige rijlaarzen aan de voeten, afscheid nemen
van zijn vader, die niet weinig verbaasd was hem aldus
uitgedoscht te zien.
„Alle duivelsmen zou zeggen dat gij oorlog gaat
voeren!" riep by uit.
„Ja, ziet gij vader, sprak Jean glimlachend, „men
weet nooit wat er kan gebeuren, als men op reis
gaat."
Hij scheen overigens zoo vroolijk, zoo verheugd zich
op weg te begeven, dat Michaud er geen oogenblik
aan twijfelde, of het gold hier een eenvoudig uitstapje
ter verstrooiing.
Op het afgesproken uur, kwam Jean in de woning
der barones aan, waar Julien, die zijn ongeduld niet
had we'en te bedwingen, reeds op en neer liep.
De reiskoets stond voor de deur te wachten, bespan
nen met twee forsche appelbloesem-paarden, dia gewoon
waren aan vlug loopen en door den besten koetsier der
stallen bestuurd.
„Houd mijn paard vast," zeide Julien tot Jean. „Ik
ga de dames afhalen."
kreet van verrassing!
„Lieve Hemel! Zij zijn het!" riep hij uit.
En slechts gehoor gevende aan eene opwelling 'Berj
vreugde, spoorde hij plotseling zijn paard aan. P
„Heidaar! wat voert gij uit?" riep Julien, „wilt',1^
ons dan verpletteren?" a i
Jean hield zijn paard onmiddellijk in. -isqiTi
„Neen," stotterde hij, „het was het dier, datniet-iov> J
wilde staan." i8n, X
De jonge officier Ijielp de dames instijgen, spr?.61^
daarop in den zadel, gmg aan de zijde van zijn vri n
achter het rijtuig plaats nemen, en gaf den koet£^ op
bevel voort te rijden. '1:.,°,
Vijf minuten later hadden zij de bolwerken van'r v.:;
rijs achter zich liggen en draafden zij voort op den jn
naar Confiane.
Wordt
rein
vrjj
implas
paai
•t oi s
'0. vrij
liro er
vri
inden
Sus, ca
gsplaa