Schipp r Blees u!t Z landarn, is op den nieuwjaarsdag behouden te Am sterdam aangebracht. Twee krachtige sleepers zijn de Zuiderzee opgestoouid, hebben het ijs gebroken, en den bot ter tusschen Marken en Muiden los gewerkt. Het eten van den schipper was reeds opgeteerd, zooa'b en der beambten van de Zuiderzee-polilie rapporteerde. Schipper Prins is nog zoek. De beambten der Zuiderzee politie zetten het onderzoek voort. Naar men meldt, hebban de arbei ders der firma N. ter Kuile Zn. te Enschedé aan hunne patroons kennis gegeven, dat zij verbetering van hun lot wenschen, voornamelijk wat be treft hun loon en het boetestelsel. Is binnen enkele dagen niet aan den gestelden ei ca voldaan, dan wordt vcor eene werkttakir g gevreesd. Een jeugdige fleascfcentrekker. Onlangs ontving de uitgever, de heer Noordhoff, onder de aanvragen om present-exemplaren van zijne schooluitgaven er eene, die hem wat vreemd voorkwam. Op een blaadje, uit een schoolschrijfbuek gescheurd, was het volgende geschreven. De namen laten wij hier oningevuld. Mijnheer Onderget ekende verzoekt vriende lijk o: gij de goedheid wilt hebben om mij een atlas van Bakker en Doelstra gebonden in geheel linnen van 11.75 present-exemplaar wilt zenden. Indien hij mij goed bevalt wil ik er wel een dozijn hebben voor de hoogste klas. In spoedige afwachting blijf ik, uwen vriend -**■* hoold der fchool te Stuurt hem bij waar hij wel door mij zal gehaald worden." Niet alleen het gebruikte blaadje papier en de taal- en stijlfouten boe zeurden den heer Noordhoff wantrou wen in, doch ook het feit, dat het hoofd der school, van wien dit briefje heette afkomstig te zijn, juist kort geleden van den genosmden atlas een present-txemplaar had ontvangen. Er werd das een onderzoek inge steld en nu bleek, dat he een geheel valsch briefje was met een valsche onderteekening. Het bewuste hoofd der Echool wist er niets /an eu kon niet aDders veronderstellen dan dat een der schooljongens, die wei eens een briefaaaxt voor hein naar de post gebracht had, waarin om een present exemplaar van een schoolboek ge vraag! werd, dit stukje had uitgehaald om voor niet een mooien atlas te krijgen. Aan het adies wa r de atlas moest gezonden worden (een respec tabel ingezetene der gemeente) wisi niets Eiiaierh was1*00*5/ rffe/nktuï daar geweest om n ar een atlas te vragen. Het is mogelijk dat de gemaakte veronderstelling juist ie, doch de schul dige is nog niet gevonden. Het ge beurde is in alle geval een waarschu wing voor uitgevers en onderwijzers om voorzichtig te zijn bij het zenden en bij het aanvragen van present exemplaren. Hat zou erg zijn als de fiesschentrekkerij onder de school jongens begon te heerschen. Schoolblad Een noodlottige brand. Donderdagochtend is te Vlissingen brand ontstaan in eene benedenwo ning in de Breewatersiraat, bewoond door den meubelmaker Born met vrouw en 4 kinderen, waar/an het ouds e 6, ei het jongste 1 jaar oud. By het ontstaan van den brand was de man afw-ezig. De vrouw was bezig met boenwas te koken en vermoede lijk is hierdoor de brand ontstaan. De vrouw bekwam brandwonden aan hoofd en handen en vluchtte de deur uit, zonder in hare ontsteltenis aan hare kinderen te denken. Door den dichten rook waren de kinderen niet te vinden, zoodat men hen niet heeft kunnen redden. Zij zijn in de vlammen omgekomen. De verkoolde lykjes zijn naar het gast huis overgebracht. De bovenbewoners, eene vrouwen 10 kinderen, werden gered. Het huis is geheel uitgebrand. Aan de Middelb. volgende ontleend Ct. 16 nog het Nadat de brand gebluscht was omstreeks half twaulf werden van uit de puinhoopen de verkoolde lijk jes opgezocht en naar het gasthuis overgebracht. Het zijn die van Johanna Maria Helena Geeitruida Bom, geb. 6 Aug, 18S9, Petrus Josephus Johannes Leo- nardus Bom, geb. 22 Maart 1S91, Wiliem Johannes Sophia Cornelia Bom, geb. 3 Maart 1893, en Antonia Susaur.a Jacoba Josephina Bom, geb. 26 Nov. 1891. Op on-e vraag hoe het mogelijk was, dat de ramp zoo'n omvang kon hebben, wijl toch de katne", waarde brand ontstond, gelijkvloers met do stiaat was en de kindeken, die zich nog te bed bevonden, om zoo te zegden met de hand te grijpen waren deelde een ooggetuige ons mede, dat de vlam zoo hevig was, dat alle po gingen om hulp te bieden levenege vaarlijk warou het werd meer dan eens beproefd, maar de vlammen dwongen tot terugkeereD. Een ijselijke bijzonderheid vernamen wij nog, nl. dat het oudste meisje van het gezin B. voor de ramen van het brandende onderdeel van het huis kwam en om hulp smeekte. Men beproefde te redden, maar helaas zonder succes. Het lijkje van het zesjarig kind werd later onder het raam gevonden. Het huis was geassureerd, doch de inboedel van de beide gezinnen, als wij goed zijn ingelicht, r.i t. De verslagenheid onder de omwo nenden van het verbrande perceel is groot. Bij een bezoek, gebracht aan het verbrande huis, bleek ons, dat het beneden totalirer eene ruïne ie; alles is verbrand. Een oogenblik verwijlde onze ver slaggever ook bij het ziekbed van vrouwB., die deerlijk gebrand doo'i helder van gee^t was. Zij i3 met haar man bij familie overgebracht. Haar toestand is niet zorgelijk, maar, naast de diepe smart over het verlies van haar kinderen, wordt door haar zoowel als door haar mau, natuurlijk diep gevoeld da zorg over het verlies van alles wat zij bezat. Ü8 toekomst ziet er voor hen zeer treurig uit. Eenintorview op een rodactie- bureau. Eerlijk gesproken, een interview was 't juist in alle opzichten niet. Want daarby vooronderstelt men in den regel bij de redeneerende per- tonen zoo iets als een eenigszins logischen gedachtengang, samenhang tusschen vragen e- antwoorden, hel derheid en verband in de mededee- lingen, met mindere of meerdere moeite aan den geïnterviewde ontlokt, ten einde aldus te komen tot de wetenschap, die de pers onder zekere ^S^'eval, dat we hier op 't oog hebben, geen sprake. De persoon, die dezer dagen 038 bureau kwam binnenstappen,behoefde eigenlijk niet ondervraagd te worden. De woorden rolden van zelf van hare 't was iemand van „'t zwakkere' lippen, nu klagend en weemoedig, dan weer driftig, hoonend of scherp, soms zelfs met een spotten- den lach Doch logi-oh verband was er tussohen haar woorden nietals hebben, wie ze was, zal ieder dat begrijpen. Of ze jong NeenSchoon Neen, neen 1 Interessant HmNu zy staat ten minste in verband met iemand, die in de laatste dagen door de geheele Nederlandsche pers is besproken. Ieder herinnert zich, hoe oniangs te Wildervank de weduwe Bina Zuider- hoek geboren Degenhart, stierf, hoe er geld in hare woning werd gevonden en op zekeren nacht on verlaten doordrongen tot het niet bewaakte sterfvertrok, om zelfs in de kleederen van den doode te zoeken naar rijksdaalders en guldens. Dit alles is te zijner tyd uitvoerig door de bladen vermeld. Nu stond, kcrt geloden, op een avond de zuster van de overledene de zeker aan vele lezers van dil blad niet onbekende Annechien D. voor ons. Wat zij wilde? „U meneer, ik wol wel groag, dat ie in joen krante van kregen en ans niks. 't Is een gekkenspan mit mekoar. Ze har zokke mooie gollen droadwarkstiften, dei wol ik an mien zuiveren ooriezer douD, en nou krieg ik niks. Wie binnen toch altemoal Gods kinder. Twy woagens vol goud binnen der nou al wegsleept. Doar was og's nog een puntrom bie van Johannes Hoar- Jem. Ik bin der hylemoal van in de warrede kop lopt mie omme, ik wos hijl nyt, dat 't van de weeke de hillige doagen wassen. Wat dee ze mit een bekledde kiste Ze har een hijl mooi klyd an, met bottertjes om de hannen en een mooie mutso op dij mos ik had hobben. Ik heb altied dachtAs ons Bine nog as dood gait, den krier ik 'n mooie oeot van heur. Moar dat is mi bie de rogge op loopen. Ik bin der noakend en gezond mit. Nou rau ik ook nijt om heur, ik wol heur wat housten." De redacteur, die eindelijk na den stortvloed van woorden gelegenheid vindt een vraag te doen .Is je zuster getrouwd geweest?11 A. „Joa, moar ze har hom niks in de reken. Hjj kreeg moer sloage as eten. Levendige kinder hebben ze nijt had. Ik bin bliede, dat ik non van heur of bin. 'tis net of ze mie ge'd geven hebben, zoo schier en makkelk is mie 't tou. Ik bin nou gijn zusters neudig. 'k Heb meer van dij onwieze bruiers en zusters had, dy halfmallen. Ons Bine was 'n peerooge, 'n fougel, 'n dikke rekelske. Mensohen maggen nyt zoo woukern mit geld in't berre. Ik duur nijt nau kerks, den schrijf 'k mie dood of domny stuurt mie der uut. Op 't starfberre wol ze nog geld in 'n puute wuilen. Ik bin ook al bie de pokereur west, moar dij mijnt, dat 'k nyt wies bin. Mit de stoci- vrauluu har ze ook altied roezie;eik wijt wel, dat 't mien ijgen zuster was. Ons moe kreeg vrouger ook mennig fleere van heur. Wat het dy Qepke vrouger ook geld noaloaten. As ik zoo wa9, den moggen ze mie de handen wel ofdraaien. De dioakens in de Wildervank hebben der doa- delijk achteran zeten, dou ze ver- uammen, dat er geld zat, want zy kreeg allied ge'd van 't warkkuus, zoo'n golfertb' De redacteur. „Ik heb wel eens gehoord, dat je ook geld hebt, Anne chien. Is dat waar?" A. .Dij dat zeggen, huiven mie nyt weer tou te spreken. Ik mout alles zulf bekrabben. Ik mos een man hebben." (Tot een der heeren van 't bureau). Wanneer goa ie as trouwen De aangesprokene: „komende voor jaar Annechien, als de kou een beetje uit de luoht is." A. „Ik was der ook bie, dou ze begroaven wuirik kreeg niks ans as koffie'k was der flauw van." Redaoteur. „Hoe oud was je zuster?" A. „Zoo wat zeuventig joar." i,,tb_ jy A. „Ik bin wel al zestig; zoo seouur wijt ik 't nyt." Redacteur. „Wanneer ben je jarig? A. „Om en bie 't Wilde, vanbster mark." Redacteur. „Ja, maar wanneer dan omstreeks." A. „'n Zetje noa 'teerdappelkrab- ben." Na deze duidelijke oommunicatie verdwijnt Anneohien uit het bureau, om weer anderen deelgenoot te maken van haar verdriet over de verdwenen erfenis. Veend. Crt.) blad gegeven zal daarorr, meenen wij, naar rechts zal zien, dan zal zijn wet. niet worden gevolgd. Anders luiddezoo ze al in het Staatsblad mocht trouwens de (wel is waar niet al te j komen, geen andere beteekenis heb s'.ellige slotsom waartoe het orgaan ben, dan dat ze, lange jaren nadat der H.tf. Borgesius, Kerdijk e. a. j ze reeds weer door een andere kies- kwam." j wet zal zijn vervangen, nog zal Ook de Middelburgsche Courant worden aangehaaid als een bewya van heeft het advies van inr. Treub, af- 's Ministers veranderlijkheid en ver- gekeurd als niet in 's lands b-lang. Mr. Treub noodigde daarop in het Sociaal Weekblad dit blad uit, de tegenstelling tusschen lands en par tybelang nader uiteen te zetten. De Middelburgsche Cour. hierop antwoordende zegt, dat zij het met Mr. Treub's betoog omtrent het ont werp vrijwel eens ie, doch het ver schil een quaestie is van taktiek. Hij meent dat er van dit ontwerp niels goeds is te inakendat de Midd. Cour. door de door haar aangegeven taktiek te volgenom er zooveel mogelijk aan te verbeteren en er dan steun aan te geven in de baart der conservatieven zal spelen. En zoo beweert hij door zich vierkant er tegen te plaatsen zullen de demo craten een flinker figuur maken in de oogen van het Nederlandeche volk. De Midd. Cour. noemt het echter eene il'ucie dat zulk een houding de partij zal versterken. „Ons volk is nu eenmaal voor een groot deel, waaronder de tegenwoor dige kiezers, op tal van punten be houdend, merkt het blad op, en zal zich over de houding der democraten niet bijster warm maken. Ia het dan niet een gcede politiek om in de gegeven omstandighe len niet het onmoge'ijke te ei-chen, maar met het mogelijke zich tevreden te stellen?" Voorts zegt de Midd. Cour. dat Mr. Treub zelf tooh niet zal kunnen wen schen met de tegenwoordige kiezers voort te sukkelen. „Zijn illusie dat het gros daarvan zich meer aan onze zijde zal scharen, wanneer het bemerkt dat er door ons gestreden is, maar tevens den val 'van het ontwerp is in de hand ge werkt, deelen wij in geen geval. Integendeel, men zal het verwijt doen hooren dat onze kamerleden niet hebben willen medewerken en dit als een wapen tegen de onzen gebruiken." De Amüerdamsche Courant merkt nog op in haar artikel .Nederland in 1S25", na het hier boven gemelde, dat men met tamelijke zekerheid kan profieteeren dat 1896 ons kieswet en personeel zal brengen. „Twee belangrijke onderwerpen van wetgeving, twee als „épineus" ge brandmerkte vraagstukken vol voet angels en kiemmen. Zeker zal de kieswet niet allen voldoen. Hoe zou zij dat kunnen Allen te behagen is moeielijk, zei Sohiller, en dat geldt ulue UCl Ulluat vbu ÜUU ITCl^OrDl. Ook het Personeel zal allicht anders uitvallen, dan sommigen zich voor gesteld hadden. Maar rijzen niet tegen elke belastingwijziging duizenden en duizenden bezwaren In elk geval een Kabinet, dat den moed gevoelt die twee netelige zaken aan te pak ken en dat genoeg beleid en volhar ding heelt om haar ontwerpen door het Parlement te doen aannemen, zulk een Kabinet is niet te vergeefs aan het bewind geweest. Te goeder trouw doende wat het beloofd heeft, doet het wat men daarvan kan vragen." Pers Overzicht. De kiesrechl-quae8iie. Bij de beschouwingen, die de ver schillende bladen over het jaar 1895 geven, staan zij inzonderheid stil bij de kieswet. De Amsterdamsche Ccurant (het geeltje) zegt: „Het ontwerp-Van Houten zal niet worden verworpen, al was het alleen om de negatieve reden dat na de feiten van verleden jaar geert partij verantwoordelijkheid van „zoo «root een val" op zich nemen durft. Wie altijd spreekt van „de booze electorale quaes tie", .wie kiesrecht uitbreid ng een onmisbare voorwaarde drokteu, dat ik wat hebben mout van I voor duurzame verbeteringen acht, 'tgold, 't zuiver en de klyroazie van kan niet meewerken om de afdoening mien zuster, dy verleden weeke in I daarvan te verschuiven. Ook niet om de Wildervank sturven is. Zy har de overweging dat deze oplosBirg z. i. geld in 't berre wegstopt, maar ik geen finals is. Eiseh van p actische heb der gijn voazel van kregen. Ik J politiek is het, ook hier te nemen h8b wenscht van dat geld. Dou mienwat men krygen kan. Het advies, bruir sturf, heb ik er 'n olie pampludoor mr. Treub ia het Sociaal Week- Zal 1896 kiesrechthervorming bezorg n Zal nu eindelijk het jaar 1896 ons de kiesrechthervorming brengen vraagt het Vaderland en zij antwoordt er op, dat zij zich niet aan eenige roorspelliDg zal wagen. Men moet blind zijn, om niet te zien de klippen, die op den weg liggen, en die, zoo de regeering niet tot het inzicht komt, dat de tijd voorbij is om de kiesbevoegdheid met mondjesmaat toe te meten, stellig nog zullen vermeer deren. „Toch hopen wij" laat het Vad. hier op volgen „dat 1896 op het gebiel van het kiesrecht meer zal geven dan een negatief resultaat. Veel zal in deze afhangen van het beleid van den minister van binnen- landsche zaken. Gaat de minister zeilen op het kompas van den heer Vermeulen en zijn vrienden, die in beleefde termen reeds den eisch stelden, dat de Minister bij de be handeling der kieswet voortdurend zaking van beginselen toont daar entegen de Minister reeds bij zijn Memorie van Antwoord, dat hij bereid is aan rechtmatige bedenkingen te geraoet te komen en dat hy niet vast wil houden aan zooveel kunstmatige onderscheidingen en beperkingen, waardoor in strijd met alle werke lijkheid geheel willekeurige grenzen worden getrokken tusschen personen van denzelfden welstand en dezelfde ontwikkeling, dan vermeerdert in niet geringe mate de kans, dat hy een kieswet tot stand zal kunnen bren gen, die, ze moge dan al niet als finaal worden beschouwd, tooh in dien zin nationaal kan heeten, dat alle partijen er haar medewerking aan kunnen verleenen.'" Letteren en Kunst. De Oranjebloem. Verschenen is het eerste nummer van het orgaan van den Csntralen Bond van Oranjeverenigingen „de Oranjebloem." In het hoofdartikel „Bij onze in trede" lezen wij o. m. het volgende „Wij wenschen, waar we ons schrap zetten tegen elke ontaarding van onzen volksaard, liefde te kweeken voor ons vorstenhuis, en elke poging te onder steunen die aangewend wordt, om zcowel op zedelijk als op stoffelijk gebied de belar.gen van allen te be vorderen. Ir.houd van de Revue générale des Sciences pures et appliquéss" van 30 December I. L ttre snr l'Energétique, M. W. Ostwald, Pf ifesseur de Chimie phy- e'que a l'Université de Leipzig. II. Le Facteur therraique de Invo lution, M. G. Mouret, Ingénieur en Chef des Ponts et Chauscé98. III. Le Développement de3 Myxos- poridies, M. F. le Danteo, Maitre de Conferences de Zoologie it la Faculté des Sciences de Lyon. IV. .Revue annuelle de Géologie, M. E. Haug, Chef des travaux pra tiques de Géologie a la Faculté des Sciences de Paris. V. Actualités scientifiques et indus- triellesUn nouveau ey9tèrne de Tramway a conducteur souterrain. Nouveaux appareils de cébrayage et freinage automatiques, M. A. Gay, Ancien è7e de mooie Polytechnique. VI. Notices et Comptes rendus bib!iosraph-"ques. VII. AeaJéur es et 8oc!é!és savantes de la France eLde l'Eiranger— Uit Amsterdam. 2 Jan. r96. Revues uud kein EndeProt Zoon hebben gisterenavond „MaaD- daghoudertr' van Reyding, muziek van R-mar-.l, voor het eerst opge voerd, de „Vic" (oificieel „Calë-Con- cert Victoria ininin de in de Nef) welks Directie zich speciaal op revues schijnt te gaan toeleggen heeft „Eene Wereldstad ten tooneele gebracht en in den Stadsschouwburg wordt in „de Brui loft van Kloris en Roosje" door Mevr. Stoetz t n Jacques de Boer de tradi tioneel Nieuwja rswenach uitgespro ken, die eigenlijk ook onder de cate gorie evues" moet worden gerang schikt. En nu eerstdaags nog Kreeft Buderir.an met hunneen nu schrijf ik dat woord niet meer, anders droom ik vannacht er van en droo- men kunnen je in moeilijkheden brengen, vooral als je ze opschrijft en laat drukken i De gebruikelijke trucs in het stuk van Reijding, de gewone charges op toestanden, die den schrijver niet naar den zin zijnvermakelyk zijn de verrichtingen van de personen van den Schuttersmaaltijd, die heerlijk aan het „Maacdaghouden" slaan en een be zoek brengen aan de tentoonstelling 's presidents veelbesproken javaan- sche bediende-is thans bij Prot waar hij o. a. verklaart Ik uit Java hier gekomen En in dienst van hooge oome Ikke blijf myn leven lang Au service du présidang. Van Prot ben je met een tramme-; tje in éen kwartier in de ,,Vio", stamp-Of vol en rookerig in de benauwde zaa'Je met de leelijke rots-versiering eenkc schouwburgzaaltje met boomen, die'o op vele plaatsen het gezicht op het E tooneel belemmerenveel verliest*" men er niet aan. Philipp Paerls pro-'-5 duot is „dunnetjes" en al heeft het die eigensohap ook met alle andere' collega's gemeen, het valt nergens*1} zoo op als in deze inrichting, beroemd door hare worstelwedstrijden en de*^ sleohte oonsumptie die men er sohenkt.? In den Stadsschouwburg kwam ikj" juist genoeg bijtijds om den Nieuw-'6^ jaarswensch te hooren. Niet de oudeer Spoor als Thomasvaer en als schrij-*6 ▼er van den wensch, de rol than^e' vervuld door Jacques de Boer, off® zeer verdienstelijke wijze, zoodat menfiï den ouden man, die thans bedenke-?* lijk ziek ligt, tenminste als acteuij^ niet miste, maar als auteur....? Wel5v wel wat een mannetje, die van den- Berg, de dichter van dit jaarDat permitteert zich de vrijheid de persr in het ootje te nemen, neen, die uit-r,e drukking is niet juisthij tapt hate-^6- lijkheden aan het adres der „wereld-^8 macht" zooals hij haar schilderachtig^ noemt, spreekt bij het vermelden vairel de feestelijke opening van het Kaiseiyf Wilhelm Kanaal van een „wijncon-iSe gres", waar voor eiken persman op „honderd zes en veertig flesch" geOe rokend werd. Neen maar! Tot 's mancdi verontschuldiging moge dienen, dat'< hij op dit gebied nog ,,'n jong broekje'd is, een nieuw licht op dit terreiq O, maar helaaseen walmend oliepitjeni: De critiek gunstiger te sterumedeii voor de vertooningen van het„Nêer|de( landsch" is alleen mogelijk door eeire sérieuser verzorging van die ver tod- ningfn, r,iet door een rijnuLrijtje vaj v. d. Berg. Een rijmelarij tjeWa dunkt u van dit couplet: Q De persDe persschei uitsche uitE< Ik weet wel, dat die heel wat beduid|)e Toch zijn er nogenz. En dan volgens een alleszins t<£ej. oordeeh n bevoegd Amsterdamscf v' kunstcriticus niet geheel oorepronke^ lijk 1 Foei, meneer van den Berg Nu ik dat weet, zeg ik met LeseingLe~ „das neue daran ist nicht gut, da/'r Gute nieht neu". i -e. Hu 'l Is om over je toog te r-tru:°OI kelen! Neen, nieuwbakken Nieuw^ jaarswenschdichter, b9ter régie, bet^, r keuze vau stukken, betere verzorging beter spelen en je zult eens zien, ws!:;.' de „wereldmacht" van de „Leietangen^*e van het Nederlandsen Tooneel zï jK zeggen. Lj. - Wij hebben in Amsterdam twe. J volkstheaters, die naar het schijf.^ naar wensch flrreerea; érn in k\e paleis voor Volksvlijt (heerlijkBeL"'' Leil, de Zoon vau den Nsoht, RogL, de Schandvlek of de GeechandvJekL^K enz) en het voormalig theater va v iu dü Laan (nog heeL lijker Aballino, Marino MarineljL*^ twee Weezen, die erg oud zyn gewCsr,! den op hun tooht door alle mogelij I en onmogelijke theaters en meer va|., deze veel gezochte soort.) De Nieuwe Nederlandsche Toone£prT vereeniging (in de Fransche Laa^r speculeert op de vaderlandsliefde vL* het Amsterdamsche volk, speelt --,1 Hollanders op Lombok" volkasfrao;1^ niet optochten en knaleffect, dat e*" iV stormachtig gejuich en eeu gefluj uitlokt en lascht een Nieuwjaaif wensc'i iD, vervaardigd door Big bef- en uitgesproken door den Heer Mevrouw Spree. Al het goede, dat genoemde li^:r' roeps-weuschers aan het publiek hd,eïle ben geadresseerd, zend ik aan lezer en redactie van dit blad. Dit H hun naar den vleescae ga in '96. /e K litter t Reclitszakexi. Iet gen, en gij houdt halt te Chantilly, om den anderen ge- legenheid te geven u in te halen! Dat is waarlijk eene mjoie manier om aan d'Aveyron en Barberousïe te ont komen 1" „Dat weet ik wel, maar wat zoudt gij in mijne plaats d ei? Zijt gij niet van oordee! dat wij ten spoedigste Parijs verlaten moeten?" „Zonder twijfel, maar niet op zulk een onhandige wijze." „Kunt gij ons dan miscshien een veiliger middel aan de hand doen." „Dat hoop ik." „Zeg het dan gauw." „Ziehier mijn plan", hernam Jean: „Wij vertrekken van avond om negen uur, dat wil zeggen ais het donker is. Ons po3trijtuig zal de barones en hare dochters alhalen, en wij zullen haar te paard vergezellen naar het kasteel van Neuville, dat mijn vader de goedheid heelt mij at te staan." „Dat zou inderdaad veel beter wezen," verklaarde de jonge officier: „maar hebt gij dan aan uw vader gezegd...?" „Iq het gehesl niets. Ik heb hem om zijn kasteel, zijn rijtuig en zgne paarden gevraagd, en hij heeft ze mij geleend, zonder eene enkele opheldering te eischen. Zoo gij dus de voorkeur geeft aan myn plan boven het uwe „Dat doe ik stellig, maar het verandert onze afspraak geheel en al, en ik moet nog weten of mevrouw de (Jois8y daaraan hare goedkeuring zal hechten." „Waarom niet 1 Het is immers veiliger en welvoe- gelijker voor haar en hare dochters, onze gastvrijheid aan te nemen, dan af te stappen in eene boerenher- berg.'' „Dat ia zoo, maar ik moet het haar toch eerst voor stellen." „Ga dan terstond naar haar toe en breng mij het antwoord, want als de Darone3 onze schikking goed keurt, moet ik onverwijld een koerier naar Neuville zenden, opdAt wij er bij onze aankomst eenig avondeten en ook opgemaakte bedden zouden vinden." „Gij hebt gelijk. Binnen het uur ben is terug," en Julien verdween in allerijl. Jean wachtte vrij onverschillig zijn antwoord af. Hij bekommerde er zich weinig om of mevrouw de Cois-y al dan niet zijn voorstel aan zou nemen, Hij had geen ander oogmerk voor gehad dan zijn vriend een genoe gen te doen. De barones was hem immers onbekend. Wat den jongen officier betreft, hij had zich reed3 naar zijne moederlijke vriendin ge-poed, om haar de plannen van Jean mede te deelen. Zy ook zag aanstonds in hoe uitstekend deze schikking wasmaar zij aarzelde aanvankelijk of zij zooveel goedheid wei van een vreemde aan kon nemen. Julien had echter spoedig deze gewetensbezwaren overwonnen. Hij verzekerde haar dat Jean Mickaud zijn beste vriend was, en dat er dus van geen onbe scheidenheid sprake kon zijn. De M'chauds waren bui tendien zoo rijk, voegde bij er bij, dat zij niet wisten wat met bun geld en hunne landgoederen te beginnen. De barones, die den jongen graaf dikwijls over Kwikzilver had hooren spreken, maakte geen tegenwer pingen meer. Zy liet aan Julien over het uur van ver trek te bepalen en de geschikete wijkplaats voor haar te kiezen. Zoodra hij deze boodschap aan Jean had overgebracht, Disfstal vau postzegels, nard; ck b Voor de Haagsche rechtbank j op Donderdag de behandeling voortg haci zei van den postzegeldiefstal bij ^ar v depart, van koloniën. )(j Als getuige wordt gehoord de Je Eator, een ambtenaar die door den Ven klaagde beschuldigd wordt hem e^ 'tr deel der postzegels ten verkoop, rot) hebben gegeven. |Q(j Bekl.agde, vroeger adsistent-bcve2:et hield dit vol, ofschoon de presidrjjjU(] hem op de onwaarEchijniijkhe d zijij pa verklaring wees. De ambtenaar, belt geD met het bewaren der postzegel*, jjea een omstandig verhaal hoe de diefc pags is ontdekt, en verklaarde geen omei minste verdenking te hebben tejyhea kwamen de beide vrienden overeen zich, om klok lag Eenige oogenbikken later daalden zij de trappend va! negen ure,;te paarden van het hoofd totjvoeten gewapend j Het was reeds donser, en eene kamenier lichtte hf.D£en op de binnenplaats der woning van mevrouw de Coissy bij. Maar zoodra zij de binnenplaats overstaken, »e te bevinden, terwijl het p jstrijtuig voor de deur hunne zich naar het rijtuig te begeven, slaakte Kwikzilver b!' v\ O rr.t' O-I „nrr'ortvi fr/11. i -enwi. bevelen opwachten zou. Jean zond terstond een zendbode naar Neuville af, op dat men aldaar de noodige toebereidselen zou makeD, en koos toen zijne beste pistolen en een flinken degen uit, lijn geld in een valies wegbergende. Toen het avond geworden was, ging hij, kant en klaar, de berst bedekt met een wambuis van bufielleder, en met stevige rijlaarzen aan de voeten, afscheid nemen van zijn vader, die niet weinig verbaasd was hem aldus uitgedoscht te zien. „Alle duivelsmen zou zeggen dat gij oorlog gaat voeren!" riep by uit. „Ja, ziet gij vader, sprak Jean glimlachend, „men weet nooit wat er kan gebeuren, als men op reis gaat." Hij scheen overigens zoo vroolijk, zoo verheugd zich op weg te begeven, dat Michaud er geen oogenblik aan twijfelde, of het gold hier een eenvoudig uitstapje ter verstrooiing. Op het afgesproken uur, kwam Jean in de woning der barones aan, waar Julien, die zijn ongeduld niet had we'en te bedwingen, reeds op en neer liep. De reiskoets stond voor de deur te wachten, bespan nen met twee forsche appelbloesem-paarden, dia gewoon waren aan vlug loopen en door den besten koetsier der stallen bestuurd. „Houd mijn paard vast," zeide Julien tot Jean. „Ik ga de dames afhalen." kreet van verrassing! „Lieve Hemel! Zij zijn het!" riep hij uit. En slechts gehoor gevende aan eene opwelling 'Berj vreugde, spoorde hij plotseling zijn paard aan. P „Heidaar! wat voert gij uit?" riep Julien, „wilt',1^ ons dan verpletteren?" a i Jean hield zijn paard onmiddellijk in. -isqiTi „Neen," stotterde hij, „het was het dier, datniet-iov> J wilde staan." i8n, X De jonge officier Ijielp de dames instijgen, spr?.61^ daarop in den zadel, gmg aan de zijde van zijn vri n achter het rijtuig plaats nemen, en gaf den koet£^ op bevel voort te rijden. '1:.,°, Vijf minuten later hadden zij de bolwerken van'r v.:; rijs achter zich liggen en draafden zij voort op den jn naar Confiane. Wordt rein vrjj implas paai •t oi s '0. vrij liro er vri inden Sus, ca gsplaa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2