der tot half acht blyven spelen, en het is toch zoo heerlijk weer!" Ik mocht het gezag niet ondermij nen, maar myn hart deelde de te leurstelling der kleinen, en ik ging Muller in zyn portiershuisje de klaoh- ten der jeugd mededeelen. Hij haalde bedaard zijn almanak te voorschyn met het reglement en toonde my Zonsondergang 6 u. 50 m. Toen ik met hem overlegde of wij niet in het vervolg oonige rekening zouden kun nen houden met bet weder, de in vallende duisternis en het aan al aanwezige kinderen, vond hij my blijkbaar erg zwak en meende„op die manier weet een mensch niet meer waaraan by zich te houden heeft." Dit kleine onbeteekenende voorval teekent den ganschen mensen. Die onbuigzame stiptheid deed het hem wel eens te kwaad krijgen, en niet alleen met spelende kinderen, maar dwong toch tevens eerbied af. Ieder een wist wat bij aan Möller hadhij mocht directeur of spelend kind, in genieur of werkman heeten. Een goede vangst. Hadden er in den laatsten tijd meer ot min geslaagde pogingen tot inbraak plaats in de gemeente Zomeren, Zon dag is het gelukt aan twee mare- chaussefs van de brigade, gevestigd te Aeten, in het peel onder de ge meente Asten de hand te leggen op twee Belgische bandieten, beruchte inbrekers. Of deze schuldig zijn, ook aan de inbraken te Zomeren, zal epoedig zeker wel blijken. Intusschen ging het gevangennemen dezer ban dieten niet zoo heel gemakkelijk. Er was bericht ontvangen dat zij zich tot eohuilplaat3 hadden gekozen een onbewoonde arbeiderskeet in die peel. Twee maiéffiaustéis gingen er nu op los. Spoedig ontwikkelde zich een formeel gevecht. De geboden tegen stand was zóhevig, dat het een oogenblik scheen dat de bandieten zouden zegevieren Doch toen toonden de maréchausi is Burgers en Draaijer dat zij terecht waren opgenomen in het keurkorps. Met kalme krachten vastberaden moed volhardden zij en het einde wap, dat zij de overhand behielden. Doch niet dan nadat een hunner tegenstanders door een revol verschot onschadelijk was gemaakt. Later bleek, dat de wonde niet ge vaarlijk wap. Toen in de Torige week te Gieter veen, gemeente Gieten, de werkzaam heden vcor dan aanleg van een straatweg, door K. Hensema te Oude-Pekela voor f32 000 aangeno men met 40 arbeiders zou begin nen. kwamen daar ongeveer 200 werkloozen uit de omliggende plaatsen, met verzoek om mede aan het werk te worden geplaatst. Toen de aanne mer had te kennen gegeven, dat hij met zijne 40 arbeiders het werk wel afkon, ontving hij tot antwoord: „Dan zal er geen ééa werken," waarop de werkloozen met steenen en zand kluiten naar de arbeiders wierpen, die toen niet durfden doorwerken en het werk staakten. Aangezien een nog grooter getal werkloozen en her haling der ongeregeldheden werden verwacht, is Zaterdag de brigade marechaussee uit Nieuwe-Pekela te Gieterveen ter handhaving der orde gestationeerd. De orde is hierna niet weder verstoord. Een schrikkeljaar. De Amerikaansche correspondent van het Nieuws schrijft Zooals men weet, is dit het laatste fchrikkeljaar vcor acht jaren, en de dames, die in dit jaar zekere voor rechten hebben, geven zich natuur lijk veel moeite om zooveel mogelijk pleizier uit die voorrechten te halen. Eén daarvan ie zeer twijfelachtig, nl. het recht, dat iedere vrouw heeft, den man harer keuze ten huwelijk te vra gen. Zeer vele Amerikaansche meisjes schijnen hiervan gebruik te maken, vooral daar een weigering van den man gepaard moet gaan met een ge schenk. Een ander, minder gevaarlijk en on chuldig^r recht is dat, hetwelk de dames toestaat, de heeren meê te vragen naar den schouwburg en op partijtjes. Dan behandelen zij hun cavaliers evecals deze hen anders be handelen en ondervinden deze de be- teekenis van het spreekwoord „Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doejdat 0ok aan een ander niet." In het bij- nder was dit het geval op een „schrikkelpartij," die dezer dagen in Jersey City gegeven werd. De jongelui in zekere kringen in die stad hadden zich sedert eenigen tijd schandelijk gedragen tegenover de dames. Niet alleen weigerden zij hen te begeleiden raar leesten, maar daar aangekomen, waren zij ook niet tot dansen te krijgen en lieten de jongedames aan baar lot over. Toen dat eenigen tijd geduurd had, werd er onder debeleedigden een krijgsraad belegd, waarin besloten werd tot het schrikkeljaar te wachten en dan de schuldigen naar behooren te straflen. Toen dus 1896 aangebroken was, werd het plan voor een feest opgemaakt en een uitvoerend comité benoemd. Het leest ging geheel van de jonge dames uit, uitnoodigingen werden verzonden in haar naam, zij zonden d-: heeren bloemen en haalden hen af in rijtuigenop het bal vroegen zij hei ten dans en noodigden hen uit voor het souper dat is te zeg gen, hen, die dezelfde attenties tegen over de dames in acht hadden geno- meD. Maar zij, die dit niet gedaan hadden, kwamen er slecht af het was .leer om leer" en zij ondervon den ten volle, hoe prettig 'tis, ver onachtzaamd te worden. Hoe dat bal hun bekomen is en of zij hun leven gehete; d hebben, is nog niet bekend. Pers Overzicht. Neutrale geest in Noord-Brab int. Naar aanleiding van eene corres pondentie over den neutralen geest in Noord-Brabant, in de Maasbode (zie pers-overz. 25 Jan.) sobrijft Harrv in de Noord-Brabanler: „De Maasbode stempelt ons Noord- Brabanters dus tot stommerikkenl Vijf en twintig jaren achter zyn, wil wat zeggen in het laatst der verlichte 19e eeuw! Je moet het toch van je vrienden maar hebben! „Geen wonder dat zulke orakeltaal koren was op den molen van het Centrum, en dat het Amsterdamsch blad triomfantelijk uitriep„Zulke mededeelingen van de Maasbode geven toch wel iets te denken. Voor het minst wettigen zij de vraag„Hoe hebben wij het nu? Behooren „de noordelyker wonende katholieken" niet wat op hun tellen te passen by dien neutralen geest van beneden den Moerdijk En hoe rytnt men hiermede de verplichting die sommi gen der „Noordelijker wonenden" nog steeds willen opleggen, om van daar hun politieke wijsheid te halen? „Dat was raak van het Centrum en van zijn standpunt a propos. De Maasbodedie vroeger nog al wat met Brabant op had, gooit ons nu eens klaps in beschaving en ontwikkeling een kwart eeuw terug, en geeft daar- d or geducht op zich vat voor een aanval als het Centrum doet. „Maar is die insinuatie, wat het onderwijs betreft, waar? 'tGaat toch zoo moeilijk om te zeggen, dat men nog zoo dom niet is, als anderen wel meenen; dat zou pedant staan en pedant zijn de Noord-Brabanters nu juist zoo erg niet, of men moet voor onze gewestgenooten ook al de vreemdelingen aanzien die van de „Noordelyker wonenden" tot ons komen, zooals wel meer gebeurt. En dat op vele scholen, die neutraal hee en omdat zij „openbare" zijn, het onderwijs toch nog wel een Bra- bantschen tint beeft, datmaar men mag en kan niet alles in de krant schrijvenau bon entendeur salut. „Maar waar we wel tegen op ko men is, dat wij niets gedaan zouden hebben voor ons onderwijs, voor ons katholiek onderwijs. Wy willen geen vergelijking maken tussohen Brabant en Holland, maar vragen tooh eerbied, voor hetgeen de katholieken op on derwijsgebied tot stand braohten in Vechel, Eindhoven, Tilburg, Helmond, Breda, :s Bosch, enz. Zie er de Pius- almanak maar eens op na, het zal u nog mee vallen in het achterlijk Noord Brabant, en bovenden Moerdyk zullen ze nog wel 25 jaar noodig hebben, voor ze zoover zijn als wy nu 1" Wederinvoering der doodstraf. Zooals men weet, wordt te Rotterdam eene beweging op touw gezet tot we derinvoering der doodstraf. Het Volksdagblad is daar zeer ont stemd over. Op de volgende wyze uit het zich: „Het klinkt u toe als het moord geschreeuw eener op bloed beluste bende de moordenaars moeten voor beeldig gestraft worden veroordee- len moet men ze tot de straf des doods weg met hem die voor zijn slaohtoffer geen mededoogen had onderhoudt ze tooh niet op 's lands kosten, die lsge boosdoeners. „Straf voor den misdadiger, dat is het wat men wensoht. Om de on schuldig veroordeelden denkt men niet. Den gerechtelijken moord op onschuldigen gepleegd, men telt dien niet, als de schuldigen maar voor goed onschadelijk gemaakt zyn. De maatschappij moet zioh wreken op hen, die haar tot smet zijn. Den rechter wil men maken tot „iemand die in koelen bloede zioh er t e zet een ander van helleven te berooven." Om den moordenaar te treffen moet de rechter, het orgaan der maat- sohappij zelf, moordenaar worden. „Die wreede leer, wij deelen ze niet. Den krankzinnige, die in misdadigen hartstocht een medemensch naar het leven staat, dat hij als krankzinnige behandeld worde en in èen gesticht zijn gestoorde ziel tot rust kome. De maatschappij mag niet in huichelach tige verontwaardiging als wreekster optreden tegenover hen, die door haar eigen ellendigen toestand vaak tot dien staat van verwildering gekomen zyn, waarin de moordenaar verkeert. De maatschappij moet haar slechte en kranke leden verbeteren, genezen zoo mogelijk, maar niet dooden. „In naam der besohaving en der mensohenliefde protesteeren wij tegen dezen barbaarschen en wreeden toeleg van door godsdienstige dweepzucht ontzinden." De Haagsohe reobtbank veroor deelde Maandag den voddenraper S. K. te 's Gravenhage wegens mishan deling, die den dood van A. B. B. tengevolge heeft gehad, tot 2% jaar. Het vonnis overwoog o. a., dat niemand anders daD K. met den ver- slagene geworsteld heeft en niemand diarby tegenwoordig was. dat de doo- delyke steek tijdens het leven moest zijn toegebraoht, dat wanneer de wonde door een spijker in het riool deksel was ontstaan deze een ande ren vorm zou hebben gehad, en ook dat er geen reden was om te veron derstellen, dat K uit noodweer heeft gehandeld. Letteren en Kunst. De Ned. Opera. Door den raad van beheer der Ne- derlandsche Opera is ontworpen een financiëel plan ter verzekering van het voortbestaan der Opera gedurende een reeks van jaren. Nadere bijzonderheden daarom trent zullen eerlang bekend gemaakt worden. Iotusschen is het noodig, om het voortbestaan nog voor dit seizoen te verzekeren, dat alvast een waarborgfonds gevormd worde, het welk begroot is op f2S,000. Zoodra de eerstbedoelde operatie geplaatst zal zijn, zullen de gelden uit het voorloopig waarborgfonds, waarvan de aandeelen op f500 zijn gesteld, teruggegeven worden. Tot heden werd voor f7000 ingeschreven. De zoogenaamde sneeuwbal heeft tot heden f1700 opgebraoht, doch is nog rollende. Sport en Wedstrijden Wieler-wedstrijd. Zondag verdrongen de toeschouwers zich in het Vélodiöme d'hiver te Parijs, om den wedstrijd tusBchen Jacquelin en Michael te kunnen vol- geD. Eerst kwam een ander nummer, handicap, 920 meter, waaraan tal van bekende racers deelnamen GroBjean, Muricger Mordier, Thibaudin, Ber- naucourt, Maurice, enz. Er werd in acht series gereden. In de finale won Mordier in 1 min. 13Vs (in de derde serie had hij 1 min. 10s/» gemaaki), 2e was Bernaucourt, 3 e Muringer, 4e Renoux. Daarop kwamen Jacquelin en Mi- chaël tegen elkaar uit op 2K.M,en 10 K.M. met gangmakers. Michaël won de 2000 meter in 2 min. 28',sec., en eveneens de 10,000 meter in 12 min. 27 sec. Bij de laatste race gal Jacquelin bet op. Michaël sloeg er het record van de overdekte baan mee. In een scratch, 2000 m„ won hij de finale Durand in 2 min. 353,fr; 2e was Farm an, 3 Dary. Rechtszaken. De Hooge Raad handhaafde Maan dag de beslissing van het gerechtshof te Amsterdam, dat de bode van den schuttersraad bevoegd is den onwil- ligen schutter aan te houden tot het ondergaau van de hem opgelegde provooststraf, en dat dan een schutter die zich in zocdanig geval tegen den bode verzet, strafbaar is wegens wederspannigheid. SEMEN&D NIEUWS De waarde der X stralen. In Eogeland heeft men door de ontdekking van prof. Röntgen een matroos, die geheel verlamd was, ge nezen. flij lag reeds eenigen tijd in het gasthuis zonder dat men de oor zaak van zijn stijfheid had kunnen ontdekken. Met behulp der X-stralen werd nu gevonden, dat in zijn rug een vreemd voorwerp zat en met een kleine operatie kon dit een stuk van een mes worden verwijderd. Prof. Von Mosetig, uit Weenen, die op gelijke wijze een kogeltje in de hand en een vergroe ïag van een voetbeentje had ontdekt, zegt van deze nieuwigheid: „Wat deze hoogst belangrijke ontdekking voor de heel kunde te beteekenen healt, daarover kan mea thans nog niet voldoende oordeelen. Voor 't oogenblik echter nog niet veel, omdat men hetzelfde ook gewoonlijk langs anderen weg bereiken kan. Het is nog een spelletje. Maar wie zal zege en of niet bij voort gezet onderzoek die methode tot on gedachte uitkomsten zal leiden Haat togen Engelschen. De Times bevat een ingezonden stuk in het Fransch van een Franschman, die zijn antwoord geeft op de vraag, waarom Engeland in den vreemde gehaat is. De meesten zoeken de verklaring in afgunst; deze Franschman, die zich een Anglofiel noemt, echter ontkent dat in Frank rijk althans afgunst de oorzaak is. Neen, de reden, dat zich daar lang zamerhand bij den bediende, den boer, den kleinen koopman, vijandigheid tegen Engeland ontwikkeld heeft, is dat hun geregeld in üunne kranten korte berichten onder de oogen komen waarin Eogeland hun nationaal ge voel kwetst. De schrijver bedoelt b. v. de vragen, die telkens en telkens in het Lagerhuis aan de regeering gesteld worden, de uitlatingen van bekende staatslieden, van ministers zelf, alle welke beleedigend voor Frankrijk zijn. Die dingen worden trouw door de Fransche kranten oveigenomen, en vandaar eene stijgende antipathie tegen Eogeland. Sir Francis Soott brengt, terugkee- rende van zijn militaire wandeling naar de hoofds ad van het Asjantijn- sche ryk, eenige gevangenen mede, onder welke de ex koning Prempi en zyn moeder. Ze worden 4 Februari te Cape Coast Castle verwaoht, waar de gevangenen gevonnisd zullen worden. Er zijn 55 zieken bij de expeditietroepen, onder welke eenige ernstig. In de Libre Parole had het ge val komt meer voor een beleedigend artikel gestaan. Het was geschreven door Papillaud, en de senator Garran de Balzan had het zich aangetrokken. Hij is daarom Zaterdag naar het Paleis Bourbon gegaan, en heeft al daar den journalist twee schoppen toegediend. Dadelijk kwamen de aan wezigen tussohenbeide. De geschopte wendde zioh tot de quaestoren der Kamer, maar deze verklaarden dat het reglementsartikel, waarop hij zich beriep, niet tegenover een senator toepasselijk was. Daarop heeft Pa pillaud aan Garran zyn getuigen, Turoi en Viviani, gezonden. Maar de senator heeft geweigerd te duelleeren, zeggende dat de journalist de straf die hij verdiende, al beet had. Een eigenaardig geval heeft zich voorgedaan te Homburg. Een werk man, die eenigen tijd geleden was veroordeeld wegens majesteitsschen nis, meldde zich aan om zijn straf te ondergaan. Men zeide hem, dat zyn straf was vernietigd door de be- genadiging des keizers, doch de man antwoordde, dat by van de genade des Keizers niet was gediend. Toen do justitie zioh na onderzoek niet bevoegd verklaarde om aan den wensch van den sooialist te voldoen, ging deze mopperend zijns weegs. De rooftoohten aan de Russisoh Pruisische grens nemen een beden- kelijken omvang aan. In het grens stadje Stizemeszioe drong in den nacht een bende van veertig man alle winkels en kroegen binnen. Deze werden leeggeplunderd en in brand gestoken. Het geheele dorp geleek éen vlammenzee. Wie poogde zich tegen de bende te verzetten, werd neergeschoten. Twaalf personen wer den dientengevolge gedood, zeventien gekwetst. De omstandigheid, dat de kozakken slechts tot twaalf uur des nachts dienst doen, komt den roovers buitengemeen te stade. De kruiser Blenheim,de snelste krui ser der Engelsohe vloot, is Zaterdag uit Portland naar Madeira gestoomd, om daar het lyk van den prins van Battenburg van de blonde over te nemen en zoo snel mogelyk naar Engeland terug te bréngen. Belasting op de vrijgezellen. Door 25 leden van de Servische Kamer is een wetsontwerp ingediend, waarbij bepaald wordt dat ieder mannelijke ingezetene, die zijn der tigste jaar bereikt heeft en nog niet gehuwd is, tot zyn 56e jaar een dub bele personeele belasting betaalt. Aan weduwnaars, die hun vrouw na hun 36e jaar hebben verloren, wordt vijf jaar tijd gegeven om opnieuw te trouwen doen zij dat niet, dan betalen zij ook dubbel belasting. In de memorie van toelichting wordt gezegd, dat de maatregel vooral ten doel heeft vermeerdering van het Servische rasde opbrengst der belasting wordt op 150,000 fr. per jaar geraamd. Eea geruchtmakende misdaBd, Op het eind van het jaar 1894 werd een jonge vrouw, zeer bekend in de galante wereld te Breslau op een morgen vermoord in haar bed gevonden. De moordenaar bad haar na een wanhopige worsteling, zooals de wanorde van het vertrek aan- de keel afgesneden, en daarna haar prachtige juweelen gestolen, die haar den bijnaam hadden gege ven van Goud-Elsje". Een vriend van het slaohtoffer gaf haar een prachtige begrafenis, die groot op zien baarde in de stad en zelfs in den Rijksdag besproken werd als een voorbeeld van gebrek aan zedelijken zin. Wat de moordenaar aangaat, deze bleef onvindbaarmen nam weliswaar tachtig personen in hech tenis, maar allen wisten hun alibi te bewijzen. Te Breslau vertelde men evenwel, dat de moordenaar zeer goed bekend wss, dat men hem met opzet niet gevangen had genomen om een adel lijke familie niet te schandvlekken, maar men had hem laten ontsnappen naar den vreemde. Een incident bij de terechtzitting kwam dit gerucht nog versterken de politie te Breslau had prooes-verbaal opgemaakt tegen den directeur van een wassenbeelden museum, waaiin ook een afbeelding van „Goud Elsje" was opgenomen terwijl de officier van juBtitie zijn requisitoir nam, riep de advocaat van den beklaagde, een zeer gezien rechtsgeleerde hem in de re le val lend uit: „Het schandaal meneer de offioier van justitie, ligt niet in het feit van de tentoonstelling in een museum van een beeld van Goud- Elsje, maar wel in de ongehoorde zaak, dat de moordenaar, dien gij kent, op vrye voeten is, wijl men hem heeft laten ontsnappen naar Amerika, omdat men een voorname familie in Sflezië niet wil schand vlekken." Deze verklaring veroorzaakte groo te sensatie en werd nooit gelogen straft. Dezer dagen ontvingen de woorden van den Breslausohen advocaat een schitterende bevestiging. Graaf Ri chard von Halslingen, eigenaar van phet kasteel Quaitsch by Soheidnitz, kwam een klacht indienen tegen zyn eigen broeder, Bolko von Halslingen, als den moordenaar van Goud-Elsje. Graaf Riohard deelde mee, dat zij broeder, na zijn vaderlijk erfde verteerd te hebben, steeds lager wa gevallen. Overstelpt met schuldei bad hij zyn familie geld ontstolen e afgezet, en was hy naar Brazili vertrokken. Maar na verloop va een jaar kwam hy onder een va sohen naam in zyn vaderland teri en onherkenbaar dank zij een va sche pruik en een valsohen baar gelukte het hem toegang te krijgf tot Goud-Elsje en vermoordde h haar om haar goud en diamanten i stelen. Hij vertrok weer naar d Nieuwe Wereld, maar wijl de mooi in Duitschland en Oostenrijk geheii werd gehouden, waagde hy het ten te komen eD dreigde zijn broede ten einde dezen geld at te zette Na lang aarzelen kwam de broede bevreesd voor het leven der zijne er toe om hem aan te klagen by rechtbank. Maar men heeft hem n: nietbij is het laatst gezien te Has burg en Bremen. Uit Canada komt berioht van ei geweldigen storm, die Vrijdag i Zaterdag de telegraaf teisterde, spoc lijnen ontredderde en over het gehe groote sohade veroorzaakte. Te T ronto kwamen een paar mannen verscheiden paarden om, door aa raking met electrisohe geleiders. Uit Transvaal. Opgravingen. Aan den Dniepr in Zaid-Rusla; r< heeft men in den laatsten tijd ooi opgravingen gedaan en daarbij o overblijfselen ontdekt van de ouD Grieksche handelsstad Olbia, weliD door Herodotus is beschreven. E-o groot aantal munten, kunstwerk j (meest geschonden) en huisraad opgegraven, doch veel is reeds do onkundige landlieden weggehaal i De opgravingen geschieden thans vi a regeeringswege. Er zijn ook eecijel gralheuvels geopend, en in een das j van vond men een grafkamer vi rl eikenhout met witgeverfien bc-d31 s waar op een steenen plaat een g ji raamte lag met gouden versieraele 1 bezet met barnsteen en met een kok 3 gevuld met 30 pijlen, alles vermodi delijk uit den tijd der Scythen, di Tc P' Na het reeds medegedeelde uit nieuwsbladen van Zuid-Afrika ov den inval van dr. Jameson en z(j vrijbuiters in Transvaal is niet v, bc belaDg ontbloot het in de Cape Tim [o opgenomen interview met kapitep Thatoher, den engelschen officii die den tooht van Jameson mefc maakte en zooals men weet na nederlaag naar Kaapstad ontvluohtl b Kapitein Thatcher, die het opzii it over eenige goudhoudende 6igendo n men in het Malmani-distriot had, ve eenigde zich met Jameson's troep, to v deze op den gedenk waardigen Maa Ei dagmiddag de grenzen van Transvi r overlrok. „De troep was," zegt de kapite „600 man sterk, behalve 100 kaffe die reservepaarden leidden, drie \s gens met muilezel bespanning, acEH Maxim- en drie Whitworthkanounei Wy lassohen hier even tussohen dat het berioht, indertijd verspre in dat do manschappen niet zouden wel sis waarheen zij trokken, door den ka )n tein wordt tegengesproken. James >oi verleide hem het plan, evenals dit aan alle mansoh >ppen gedaan hl >e: Hun, die geen lust hadden mede ti gaan, werd zelfs de vrijheid gelat Né terug te keeren. „Den geheelen Maandag en Maa dagnacht", zoo vertelt de kapite ia „werd doorgereden, bijna zonder onthoud om te eten, ofschoon proviand genoeg was. Diusdagnai 1 om een uur, op ongeveer 20 mijl Krugersdorp, werd op den troept wijl de maan helder scheen, door J' boeren op 600 m. afstand het eerIrr" sohot gelost, van eenige tamelijk hocQ heuvels af. „Al spoedig vlogen ons de kog^ om de ooren," zoo vervolgt Thatcb ^e: „maar toen wij onze Maxims lie spreken, zweeg het vijandelijk vi en trokken de boeren af. Niem:sc' werd gewond. Wij trokken verder we legerden ons een vijf mijl voorbj stelling, van waaruit wij beschot- waren, maar bleven hier slechts t* uur en daar de meesten uitgehie" gerd waren, kwam er van slaj weinig. D By het krieken van den dag w nd het kamp opgebroken en in de richt P® van Krugerdorp gereden Na tie ut hasr gemaakt. Hoewel het mijne aandacht heeft ge trokken, dat Julien steeds met innige liefde over zijne moeder sprak, heb ik er bij hem nooit op aangedron gen, dat hij mij hare levensgeschiedenis zou vertellen." Jean wist dan cok niets anders van haar dan dat zij langer dan twintig jaar reeds een huiB in de Rue Culture-Sainte Catherine bewoonde, dat door een zeer mooien tuin was omringd, waarin mevrouw de Mont- bazin zeer geregeld, zoowel de3 zomers als des winters, eene lange wandeling maakte. Behalve op deze wandelingen die zij verrichtte ter wille van hare gezondheid, verliet zij nooit haar huis en maakte ncch ontving bezoek, behalve dat van me vrouw de Coissy. Dank zij de wederzijdsche vriendschap van meer dan dertig jaar, welke in het klooster was geboren had de barones bet voorrecht om inbreuk te maken op haar t vasten stelregel. Evenwel beantwoordde de gravin nooit j^re bezoeken, en liet dit aan Julien over. mevrouw de Coissy betreft, deze was geheel bekend* mtt f*100*6 ramPi die de vriendin harer ieuzd eetrc&en en zonc*er zi°h rekenschap te geven van die eeninlvi«he;d' behanddle zij mevrouw de Montbazin als e«? zl(*e ?n, bield baar dikwijls gezel schap, zoodat de vert® e J.an?6 dagen ™or de arme vrouw daardoor sneller \00r JglDg.e?* Nu en dan deed de barones vergezellen van hare twee dochters, maar niet "!0.0 dikwijls a s zij zelve wel wensch tezij was namelijk bevI® a f.aa" schouwen ba er beide dochters bij <u ,fra py y herinneringen zou opwekken. Julien daarentegen had bijna te allen tiju loe2anE tot het huis van mevrouw de Coissy, die hem geheel als kind des huizes beschouwde. In dezen dagelijkechen, vertrouwelijken omgang was zijne liefde voor Valentine geborenhij had om hare band gevraagd,[en de barones, die reeds lang een vermoeden had gehad, achtte zich gelukkig de banden van vriendschap, die haar aan de familie Montbazin hechtten, nauwer te kunnen toe halen. Welke rouw of droefheid drukte zoo zwaar op de gravin? Jean had het haar nooit durven vragen. Onge twijfeld lag er achter die innige droefheid een belangrijk familiegeheim verborgen, dat de jonge officier niet wilde pogen te doorgronden. Evenmin als den vorigen dag dacht Kwikzilver er nu aan het geheim te ontdekken. Hij wilde niets anders weton dan of Andrée z:ch te Parijs bevond en zoo ja, in welke omstandigheden. Hy bracht dezen langen dag door in eene gemakkelijk te begrijpen onrust. Tegen acht uur verliet hij, en wel door de huisdeur het huis en richtte zijne schreden naar de Rue Culture-Sainte- Catherine. Om deze te bereiken moest hij door zulke donkere en bevolkte wijken, dat hy het onnoodig achtte zich te vermommen. Na een omweg te hebben gemaakt om de rue Saint- Honoré te bereikeE, volgde hij deze geheel, liep vervol gens de rue des Lombards en de rue Saint-Antoine door en ongeveer te half negen klopte hij aan de deur van het hotel Montbazin. Julien was zeer laat huiswaarts gekeerd. Hij bevond zich met zijne moeder aan tafel en nog met zijn avond eten bezig. „Stoor hem niet," zeide Jean tot zijn bediende. „Ik zal wel in zijne kamer wachten." Hij trad dan ook de kamer van Julien binnen, maar nauwelijks had hij zich in een fauteuil neergevleid of de jonge officier trad binnen. „Waarde Jean," zeide deze, „het spijt mij zeer, dat ik u heb moeten lastig vallen, maar mijne moeder, aan wie ik heden morgen heb verteld, wat ge al voor de barones en mij hebt gedaan, heeft den wensch te ken nen gegeven met u kennis te maken. Daar het de eerste maal is sinds twee en twintig jaar, dat eene dergelijke nieuwsgierigheid zich van haar heeft meester gemaakt, hoop ik dat js niet zult weigeren aan haar verlangen te voldoen." „Ik ben tot uwe orders," zeide Kwikzilver, die on middellijk opstond. Julien ging hem voor naar de eetzaal, waar de gravin de Montbazin gezeten was aan een rijk voorzienen discb. Jean boog eerbiedig voor de gravin, die aan den hol meester het bevel gaf neg een couvert bij te zetten. Tevergeefs maakte hij tegenwerpingen door te zeggen, dat hij reeds gesoupeerd en geen eetlust had. „Nu, al was het alleen maar om ons gezelschap te houden," zeide zij, „zult u toch wel een beschuit en een glas malaga-wijn willen gebruiken." Dit nam hij zeer beleefd aan. „U zult mij voor mijne nieuwsgierigheid willen ver- onts?huldigen, mijnheer," vervolgde mevrouw de Mont bazin, „maar ik heb reeds zoo dikwijls over u hooren spreken door mijn zoon, dat u geen vreemde voor mij zijt, en de wensch om met u kennis te maken zeer sterk bij my werd. Bovendien heeft Julien mij van morgen verteld, hoe gij groole gevaren hebt getrotseerd ler re ^1 van zijn geluk en zoo edelmoedig mevrouw de Ci't\ uw steun hebt verleend. Toen ik dat wist stond ik op u mijne erkentelijkheid te betuigen. „U zijt al te goed, mevrouw. In mijne positie is vriendschap van Julien een te groote eer voor mij,( dat ik die niet zou trachten te doen bestendigen déigi al de middelen, die ik ter mijner beschikking heb.i 0^ waardeer ze nu nog des te meer, nu ze mij uit uw mc 1 zulke vleiende woorden van daok verschaft." p. Terwijl Jean naar de gravin luisterde en tot d jgi sprak, had hij haar steeds gadegeslagen. Zij was 0 w vrouw van hoogstens vijf en veertig jaar, groot en sis; o met zwart haar, een donkere gelaatskleur en zwarte, levendige oogen, ondanks het floers van somberheid, er den glans van scheen te omhullen. Zij had fijne, edele trekken, de uitdrukking van ere gelaat ademde zachtheid, hare gestalte was goed geëf redigd en fraai gevormd, maar dat gelaat en die lange rouwkleeding gehulde gestalte, spraken van 0 levensmoeheid, eene geestelijke afmatting, die de 1 ane niet had kunnen heélen. Deze vrouw had ongetwijfeld veel geleden en leed 1 onder een ongeneeslijke smart. Zij van haar kant had, toen zij Jean Michaud 1 ien binnentreden, zoo ongedwongen in zijne manieren Ee eenvoudig maar kostbaar gekleed, een gebaar van T iur bazing niet kunnen weerhouden. Klaarblijkelijk had iop zich Jean Michaud niet met zulk een innemend uiteri iits voorgesteld. Wordt vervolgi 1 lij li fen ki

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2