der tot half acht blyven spelen, en
het is toch zoo heerlijk weer!"
Ik mocht het gezag niet ondermij
nen, maar myn hart deelde de te
leurstelling der kleinen, en ik ging
Muller in zyn portiershuisje de klaoh-
ten der jeugd mededeelen. Hij haalde
bedaard zijn almanak te voorschyn
met het reglement en toonde my
Zonsondergang 6 u. 50 m. Toen ik
met hem overlegde of wij niet in het
vervolg oonige rekening zouden kun
nen houden met bet weder, de in
vallende duisternis en het aan al
aanwezige kinderen, vond hij my
blijkbaar erg zwak en meende„op
die manier weet een mensch niet
meer waaraan by zich te houden
heeft."
Dit kleine onbeteekenende voorval
teekent den ganschen mensen. Die
onbuigzame stiptheid deed het hem
wel eens te kwaad krijgen, en niet
alleen met spelende kinderen, maar
dwong toch tevens eerbied af. Ieder
een wist wat bij aan Möller hadhij
mocht directeur of spelend kind, in
genieur of werkman heeten.
Een goede vangst.
Hadden er in den laatsten tijd meer
ot min geslaagde pogingen tot inbraak
plaats in de gemeente Zomeren, Zon
dag is het gelukt aan twee mare-
chaussefs van de brigade, gevestigd
te Aeten, in het peel onder de ge
meente Asten de hand te leggen op
twee Belgische bandieten, beruchte
inbrekers. Of deze schuldig zijn, ook
aan de inbraken te Zomeren, zal
epoedig zeker wel blijken. Intusschen
ging het gevangennemen dezer ban
dieten niet zoo heel gemakkelijk. Er
was bericht ontvangen dat zij zich
tot eohuilplaat3 hadden gekozen een
onbewoonde arbeiderskeet in die peel.
Twee maiéffiaustéis gingen er nu op
los. Spoedig ontwikkelde zich een
formeel gevecht. De geboden tegen
stand was zóhevig, dat het een
oogenblik scheen dat de bandieten
zouden zegevieren Doch toen toonden
de maréchausi is Burgers en Draaijer
dat zij terecht waren opgenomen in
het keurkorps. Met kalme krachten
vastberaden moed volhardden zij en
het einde wap, dat zij de overhand
behielden. Doch niet dan nadat een
hunner tegenstanders door een revol
verschot onschadelijk was gemaakt.
Later bleek, dat de wonde niet ge
vaarlijk wap.
Toen in de Torige week te Gieter
veen, gemeente Gieten, de werkzaam
heden vcor dan aanleg van een
straatweg, door K. Hensema te
Oude-Pekela voor f32 000 aangeno
men met 40 arbeiders zou begin
nen. kwamen daar ongeveer 200
werkloozen uit de omliggende plaatsen,
met verzoek om mede aan het werk
te worden geplaatst. Toen de aanne
mer had te kennen gegeven, dat hij
met zijne 40 arbeiders het werk wel
afkon, ontving hij tot antwoord:
„Dan zal er geen ééa werken," waarop
de werkloozen met steenen en zand
kluiten naar de arbeiders wierpen,
die toen niet durfden doorwerken en
het werk staakten. Aangezien een
nog grooter getal werkloozen en her
haling der ongeregeldheden werden
verwacht, is Zaterdag de brigade
marechaussee uit Nieuwe-Pekela te
Gieterveen ter handhaving der orde
gestationeerd. De orde is hierna niet
weder verstoord.
Een schrikkeljaar.
De Amerikaansche correspondent
van het Nieuws schrijft
Zooals men weet, is dit het laatste
fchrikkeljaar vcor acht jaren, en de
dames, die in dit jaar zekere voor
rechten hebben, geven zich natuur
lijk veel moeite om zooveel mogelijk
pleizier uit die voorrechten te halen.
Eén daarvan ie zeer twijfelachtig, nl.
het recht, dat iedere vrouw heeft, den
man harer keuze ten huwelijk te vra
gen. Zeer vele Amerikaansche meisjes
schijnen hiervan gebruik te maken,
vooral daar een weigering van den
man gepaard moet gaan met een ge
schenk.
Een ander, minder gevaarlijk en
on chuldig^r recht is dat, hetwelk de
dames toestaat, de heeren meê te
vragen naar den schouwburg en op
partijtjes. Dan behandelen zij hun
cavaliers evecals deze hen anders be
handelen en ondervinden deze de be-
teekenis van het spreekwoord „Wat
gij niet wilt, dat u geschiedt, doejdat
0ok aan een ander niet." In het bij-
nder was dit het geval op een
„schrikkelpartij," die dezer dagen in
Jersey City gegeven werd.
De jongelui in zekere kringen in
die stad hadden zich sedert eenigen
tijd schandelijk gedragen tegenover
de dames. Niet alleen weigerden zij
hen te begeleiden raar leesten, maar
daar aangekomen, waren zij ook niet
tot dansen te krijgen en lieten de
jongedames aan baar lot over. Toen
dat eenigen tijd geduurd had, werd
er onder debeleedigden een krijgsraad
belegd, waarin besloten werd tot het
schrikkeljaar te wachten en dan de
schuldigen naar behooren te straflen.
Toen dus 1896 aangebroken was, werd
het plan voor een feest opgemaakt
en een uitvoerend comité benoemd.
Het leest ging geheel van de jonge
dames uit, uitnoodigingen werden
verzonden in haar naam, zij zonden
d-: heeren bloemen en haalden hen
af in rijtuigenop het bal vroegen
zij hei ten dans en noodigden hen
uit voor het souper dat is te zeg
gen, hen, die dezelfde attenties tegen
over de dames in acht hadden geno-
meD. Maar zij, die dit niet gedaan
hadden, kwamen er slecht af het
was .leer om leer" en zij ondervon
den ten volle, hoe prettig 'tis, ver
onachtzaamd te worden. Hoe dat bal
hun bekomen is en of zij hun leven
gehete; d hebben, is nog niet bekend.
Pers Overzicht.
Neutrale geest in Noord-Brab int.
Naar aanleiding van eene corres
pondentie over den neutralen geest
in Noord-Brabant, in de Maasbode
(zie pers-overz. 25 Jan.) sobrijft Harrv
in de Noord-Brabanler:
„De Maasbode stempelt ons Noord-
Brabanters dus tot stommerikkenl
Vijf en twintig jaren achter zyn, wil
wat zeggen in het laatst der verlichte
19e eeuw! Je moet het toch van je
vrienden maar hebben!
„Geen wonder dat zulke orakeltaal
koren was op den molen van het
Centrum, en dat het Amsterdamsch
blad triomfantelijk uitriep„Zulke
mededeelingen van de Maasbode geven
toch wel iets te denken. Voor het
minst wettigen zij de vraag„Hoe
hebben wij het nu? Behooren „de
noordelyker wonende katholieken"
niet wat op hun tellen te passen by
dien neutralen geest van beneden
den Moerdijk En hoe rytnt men
hiermede de verplichting die sommi
gen der „Noordelijker wonenden"
nog steeds willen opleggen, om van
daar hun politieke wijsheid te halen?
„Dat was raak van het Centrum en
van zijn standpunt a propos. De
Maasbodedie vroeger nog al wat met
Brabant op had, gooit ons nu eens
klaps in beschaving en ontwikkeling
een kwart eeuw terug, en geeft daar-
d or geducht op zich vat voor een
aanval als het Centrum doet.
„Maar is die insinuatie, wat het
onderwijs betreft, waar? 'tGaat toch
zoo moeilijk om te zeggen, dat men
nog zoo dom niet is, als anderen wel
meenen; dat zou pedant staan en
pedant zijn de Noord-Brabanters nu
juist zoo erg niet, of men moet voor
onze gewestgenooten ook al de
vreemdelingen aanzien die van de
„Noordelyker wonenden" tot ons
komen, zooals wel meer gebeurt. En
dat op vele scholen, die neutraal
hee en omdat zij „openbare" zijn, het
onderwijs toch nog wel een Bra-
bantschen tint beeft, datmaar men
mag en kan niet alles in de krant
schrijvenau bon entendeur salut.
„Maar waar we wel tegen op ko
men is, dat wij niets gedaan zouden
hebben voor ons onderwijs, voor ons
katholiek onderwijs. Wy willen geen
vergelijking maken tussohen Brabant
en Holland, maar vragen tooh eerbied,
voor hetgeen de katholieken op on
derwijsgebied tot stand braohten in
Vechel, Eindhoven, Tilburg, Helmond,
Breda, :s Bosch, enz. Zie er de Pius-
almanak maar eens op na, het zal u
nog mee vallen in het achterlijk
Noord Brabant, en bovenden Moerdyk
zullen ze nog wel 25 jaar noodig
hebben, voor ze zoover zijn als wy
nu 1"
Wederinvoering der doodstraf.
Zooals men weet, wordt te Rotterdam
eene beweging op touw gezet tot we
derinvoering der doodstraf.
Het Volksdagblad is daar zeer ont
stemd over.
Op de volgende wyze uit het zich:
„Het klinkt u toe als het moord
geschreeuw eener op bloed beluste
bende de moordenaars moeten voor
beeldig gestraft worden veroordee-
len moet men ze tot de straf des
doods weg met hem die voor zijn
slaohtoffer geen mededoogen had
onderhoudt ze tooh niet op 's lands
kosten, die lsge boosdoeners.
„Straf voor den misdadiger, dat is
het wat men wensoht. Om de on
schuldig veroordeelden denkt men
niet. Den gerechtelijken moord op
onschuldigen gepleegd, men telt dien
niet, als de schuldigen maar voor
goed onschadelijk gemaakt zyn. De
maatschappij moet zioh wreken op
hen, die haar tot smet zijn. Den
rechter wil men maken tot „iemand
die in koelen bloede zioh er t e zet
een ander van helleven te berooven."
Om den moordenaar te treffen moet
de rechter, het orgaan der maat-
sohappij zelf, moordenaar worden.
„Die wreede leer, wij deelen ze niet.
Den krankzinnige, die in misdadigen
hartstocht een medemensch naar het
leven staat, dat hij als krankzinnige
behandeld worde en in èen gesticht
zijn gestoorde ziel tot rust kome. De
maatschappij mag niet in huichelach
tige verontwaardiging als wreekster
optreden tegenover hen, die door haar
eigen ellendigen toestand vaak tot
dien staat van verwildering gekomen
zyn, waarin de moordenaar verkeert.
De maatschappij moet haar slechte en
kranke leden verbeteren, genezen zoo
mogelijk, maar niet dooden.
„In naam der besohaving en der
mensohenliefde protesteeren wij tegen
dezen barbaarschen en wreeden toeleg
van door godsdienstige dweepzucht
ontzinden."
De Haagsohe reobtbank veroor
deelde Maandag den voddenraper S.
K. te 's Gravenhage wegens mishan
deling, die den dood van A. B. B.
tengevolge heeft gehad, tot 2% jaar.
Het vonnis overwoog o. a., dat
niemand anders daD K. met den ver-
slagene geworsteld heeft en niemand
diarby tegenwoordig was. dat de doo-
delyke steek tijdens het leven moest
zijn toegebraoht, dat wanneer de
wonde door een spijker in het riool
deksel was ontstaan deze een ande
ren vorm zou hebben gehad, en ook
dat er geen reden was om te veron
derstellen, dat K uit noodweer heeft
gehandeld.
Letteren en Kunst.
De Ned. Opera.
Door den raad van beheer der Ne-
derlandsche Opera is ontworpen een
financiëel plan ter verzekering van het
voortbestaan der Opera gedurende
een reeks van jaren.
Nadere bijzonderheden daarom
trent zullen eerlang bekend gemaakt
worden. Iotusschen is het noodig,
om het voortbestaan nog voor dit
seizoen te verzekeren, dat alvast een
waarborgfonds gevormd worde, het
welk begroot is op f2S,000. Zoodra
de eerstbedoelde operatie geplaatst
zal zijn, zullen de gelden uit het
voorloopig waarborgfonds, waarvan
de aandeelen op f500 zijn gesteld,
teruggegeven worden. Tot heden
werd voor f7000 ingeschreven. De
zoogenaamde sneeuwbal heeft tot
heden f1700 opgebraoht, doch is nog
rollende.
Sport en Wedstrijden
Wieler-wedstrijd.
Zondag verdrongen de toeschouwers
zich in het Vélodiöme d'hiver te
Parijs, om den wedstrijd tusBchen
Jacquelin en Michael te kunnen vol-
geD. Eerst kwam een ander nummer,
handicap, 920 meter, waaraan tal van
bekende racers deelnamen GroBjean,
Muricger Mordier, Thibaudin, Ber-
naucourt, Maurice, enz. Er werd in
acht series gereden. In de finale won
Mordier in 1 min. 13Vs (in de derde
serie had hij 1 min. 10s/» gemaaki),
2e was Bernaucourt, 3 e Muringer,
4e Renoux.
Daarop kwamen Jacquelin en Mi-
chaël tegen elkaar uit op 2K.M,en
10 K.M. met gangmakers. Michaël
won de 2000 meter in 2 min. 28',sec.,
en eveneens de 10,000 meter in 12
min. 27 sec. Bij de laatste race gal
Jacquelin bet op. Michaël sloeg er
het record van de overdekte baan
mee.
In een scratch, 2000 m„ won hij
de finale Durand in 2 min. 353,fr;
2e was Farm an, 3 Dary.
Rechtszaken.
De Hooge Raad handhaafde Maan
dag de beslissing van het gerechtshof
te Amsterdam, dat de bode van den
schuttersraad bevoegd is den onwil-
ligen schutter aan te houden tot het
ondergaau van de hem opgelegde
provooststraf, en dat dan een schutter
die zich in zocdanig geval tegen den
bode verzet, strafbaar is wegens
wederspannigheid.
SEMEN&D NIEUWS
De waarde der X stralen.
In Eogeland heeft men door de
ontdekking van prof. Röntgen een
matroos, die geheel verlamd was, ge
nezen. flij lag reeds eenigen tijd in
het gasthuis zonder dat men de oor
zaak van zijn stijfheid had kunnen
ontdekken. Met behulp der X-stralen
werd nu gevonden, dat in zijn rug
een vreemd voorwerp zat en met een
kleine operatie kon dit een stuk
van een mes worden verwijderd.
Prof. Von Mosetig, uit Weenen, die
op gelijke wijze een kogeltje in de
hand en een vergroe ïag van een
voetbeentje had ontdekt, zegt van
deze nieuwigheid: „Wat deze hoogst
belangrijke ontdekking voor de heel
kunde te beteekenen healt, daarover
kan mea thans nog niet voldoende
oordeelen. Voor 't oogenblik echter
nog niet veel, omdat men hetzelfde
ook gewoonlijk langs anderen weg
bereiken kan. Het is nog een spelletje.
Maar wie zal zege en of niet bij voort
gezet onderzoek die methode tot on
gedachte uitkomsten zal leiden
Haat togen Engelschen.
De Times bevat een ingezonden
stuk in het Fransch van een
Franschman, die zijn antwoord geeft
op de vraag, waarom Engeland in
den vreemde gehaat is. De meesten
zoeken de verklaring in afgunst; deze
Franschman, die zich een Anglofiel
noemt, echter ontkent dat in Frank
rijk althans afgunst de oorzaak is.
Neen, de reden, dat zich daar lang
zamerhand bij den bediende, den boer,
den kleinen koopman, vijandigheid
tegen Engeland ontwikkeld heeft, is
dat hun geregeld in üunne kranten
korte berichten onder de oogen komen
waarin Eogeland hun nationaal ge
voel kwetst. De schrijver bedoelt b. v.
de vragen, die telkens en telkens in
het Lagerhuis aan de regeering gesteld
worden, de uitlatingen van bekende
staatslieden, van ministers zelf, alle
welke beleedigend voor Frankrijk zijn.
Die dingen worden trouw door de
Fransche kranten oveigenomen, en
vandaar eene stijgende antipathie
tegen Eogeland.
Sir Francis Soott brengt, terugkee-
rende van zijn militaire wandeling
naar de hoofds ad van het Asjantijn-
sche ryk, eenige gevangenen mede,
onder welke de ex koning Prempi en
zyn moeder. Ze worden 4 Februari
te Cape Coast Castle verwaoht, waar
de gevangenen gevonnisd zullen
worden. Er zijn 55 zieken bij de
expeditietroepen, onder welke eenige
ernstig.
In de Libre Parole had het ge
val komt meer voor een beleedigend
artikel gestaan. Het was geschreven
door Papillaud, en de senator Garran
de Balzan had het zich aangetrokken.
Hij is daarom Zaterdag naar het
Paleis Bourbon gegaan, en heeft al
daar den journalist twee schoppen
toegediend. Dadelijk kwamen de aan
wezigen tussohenbeide. De geschopte
wendde zioh tot de quaestoren der
Kamer, maar deze verklaarden dat
het reglementsartikel, waarop hij zich
beriep, niet tegenover een senator
toepasselijk was. Daarop heeft Pa
pillaud aan Garran zyn getuigen,
Turoi en Viviani, gezonden. Maar de
senator heeft geweigerd te duelleeren,
zeggende dat de journalist de straf
die hij verdiende, al beet had.
Een eigenaardig geval heeft zich
voorgedaan te Homburg. Een werk
man, die eenigen tijd geleden was
veroordeeld wegens majesteitsschen
nis, meldde zich aan om zijn straf
te ondergaan. Men zeide hem, dat
zyn straf was vernietigd door de be-
genadiging des keizers, doch de man
antwoordde, dat by van de genade
des Keizers niet was gediend. Toen
do justitie zioh na onderzoek niet
bevoegd verklaarde om aan den
wensch van den sooialist te voldoen,
ging deze mopperend zijns weegs.
De rooftoohten aan de Russisoh
Pruisische grens nemen een beden-
kelijken omvang aan. In het grens
stadje Stizemeszioe drong in den nacht
een bende van veertig man alle
winkels en kroegen binnen. Deze
werden leeggeplunderd en in brand
gestoken. Het geheele dorp geleek
éen vlammenzee. Wie poogde zich
tegen de bende te verzetten, werd
neergeschoten. Twaalf personen wer
den dientengevolge gedood, zeventien
gekwetst. De omstandigheid, dat de
kozakken slechts tot twaalf uur des
nachts dienst doen, komt den roovers
buitengemeen te stade.
De kruiser Blenheim,de snelste krui
ser der Engelsohe vloot, is Zaterdag
uit Portland naar Madeira gestoomd,
om daar het lyk van den prins van
Battenburg van de blonde over te
nemen en zoo snel mogelyk naar
Engeland terug te bréngen.
Belasting op de vrijgezellen.
Door 25 leden van de Servische
Kamer is een wetsontwerp ingediend,
waarbij bepaald wordt dat ieder
mannelijke ingezetene, die zijn der
tigste jaar bereikt heeft en nog niet
gehuwd is, tot zyn 56e jaar een dub
bele personeele belasting betaalt. Aan
weduwnaars, die hun vrouw na hun
36e jaar hebben verloren, wordt vijf
jaar tijd gegeven om opnieuw te
trouwen doen zij dat niet, dan betalen
zij ook dubbel belasting.
In de memorie van toelichting wordt
gezegd, dat de maatregel vooral ten
doel heeft vermeerdering van het
Servische rasde opbrengst der
belasting wordt op 150,000 fr. per jaar
geraamd.
Eea geruchtmakende misdaBd,
Op het eind van het jaar 1894
werd een jonge vrouw, zeer bekend
in de galante wereld te Breslau op
een morgen vermoord in haar bed
gevonden. De moordenaar bad haar
na een wanhopige worsteling, zooals
de wanorde van het vertrek aan-
de keel afgesneden, en daarna
haar prachtige juweelen gestolen,
die haar den bijnaam hadden gege
ven van Goud-Elsje". Een vriend
van het slaohtoffer gaf haar een
prachtige begrafenis, die groot op
zien baarde in de stad en zelfs in
den Rijksdag besproken werd als een
voorbeeld van gebrek aan zedelijken
zin. Wat de moordenaar aangaat,
deze bleef onvindbaarmen nam
weliswaar tachtig personen in hech
tenis, maar allen wisten hun alibi te
bewijzen.
Te Breslau vertelde men evenwel,
dat de moordenaar zeer goed bekend
wss, dat men hem met opzet niet
gevangen had genomen om een adel
lijke familie niet te schandvlekken,
maar men had hem laten ontsnappen
naar den vreemde. Een incident bij
de terechtzitting kwam dit gerucht
nog versterken de politie te Breslau
had prooes-verbaal opgemaakt tegen
den directeur van een wassenbeelden
museum, waaiin ook een afbeelding
van „Goud Elsje" was opgenomen
terwijl de officier van juBtitie zijn
requisitoir nam, riep de advocaat van
den beklaagde, een zeer gezien
rechtsgeleerde hem in de re le val
lend uit: „Het schandaal meneer de
offioier van justitie, ligt niet in het
feit van de tentoonstelling in een
museum van een beeld van Goud-
Elsje, maar wel in de ongehoorde
zaak, dat de moordenaar, dien gij
kent, op vrye voeten is, wijl men
hem heeft laten ontsnappen naar
Amerika, omdat men een voorname
familie in Sflezië niet wil schand
vlekken."
Deze verklaring veroorzaakte groo
te sensatie en werd nooit gelogen
straft.
Dezer dagen ontvingen de woorden
van den Breslausohen advocaat een
schitterende bevestiging. Graaf Ri
chard von Halslingen, eigenaar van
phet kasteel Quaitsch by Soheidnitz,
kwam een klacht indienen tegen zyn
eigen broeder, Bolko von Halslingen,
als den moordenaar van Goud-Elsje.
Graaf Riohard deelde mee, dat zij
broeder, na zijn vaderlijk erfde
verteerd te hebben, steeds lager wa
gevallen. Overstelpt met schuldei
bad hij zyn familie geld ontstolen e
afgezet, en was hy naar Brazili
vertrokken. Maar na verloop va
een jaar kwam hy onder een va
sohen naam in zyn vaderland teri
en onherkenbaar dank zij een va
sche pruik en een valsohen baar
gelukte het hem toegang te krijgf
tot Goud-Elsje en vermoordde h
haar om haar goud en diamanten i
stelen. Hij vertrok weer naar d
Nieuwe Wereld, maar wijl de mooi
in Duitschland en Oostenrijk geheii
werd gehouden, waagde hy het ten
te komen eD dreigde zijn broede
ten einde dezen geld at te zette
Na lang aarzelen kwam de broede
bevreesd voor het leven der zijne
er toe om hem aan te klagen by
rechtbank. Maar men heeft hem n:
nietbij is het laatst gezien te Has
burg en Bremen.
Uit Canada komt berioht van ei
geweldigen storm, die Vrijdag i
Zaterdag de telegraaf teisterde, spoc
lijnen ontredderde en over het gehe
groote sohade veroorzaakte. Te T
ronto kwamen een paar mannen
verscheiden paarden om, door aa
raking met electrisohe geleiders.
Uit Transvaal.
Opgravingen.
Aan den Dniepr in Zaid-Rusla; r<
heeft men in den laatsten tijd ooi
opgravingen gedaan en daarbij o
overblijfselen ontdekt van de ouD
Grieksche handelsstad Olbia, weliD
door Herodotus is beschreven. E-o
groot aantal munten, kunstwerk j
(meest geschonden) en huisraad
opgegraven, doch veel is reeds do
onkundige landlieden weggehaal i
De opgravingen geschieden thans vi a
regeeringswege. Er zijn ook eecijel
gralheuvels geopend, en in een das j
van vond men een grafkamer vi rl
eikenhout met witgeverfien bc-d31 s
waar op een steenen plaat een g ji
raamte lag met gouden versieraele 1
bezet met barnsteen en met een kok 3
gevuld met 30 pijlen, alles vermodi
delijk uit den tijd der Scythen,
di
Tc
P'
Na het reeds medegedeelde uit
nieuwsbladen van Zuid-Afrika ov
den inval van dr. Jameson en z(j
vrijbuiters in Transvaal is niet v, bc
belaDg ontbloot het in de Cape Tim [o
opgenomen interview met kapitep
Thatoher, den engelschen officii
die den tooht van Jameson mefc
maakte en zooals men weet na
nederlaag naar Kaapstad ontvluohtl b
Kapitein Thatcher, die het opzii it
over eenige goudhoudende 6igendo n
men in het Malmani-distriot had, ve
eenigde zich met Jameson's troep, to v
deze op den gedenk waardigen Maa Ei
dagmiddag de grenzen van Transvi r
overlrok.
„De troep was," zegt de kapite
„600 man sterk, behalve 100 kaffe
die reservepaarden leidden, drie \s
gens met muilezel bespanning, acEH
Maxim- en drie Whitworthkanounei
Wy lassohen hier even tussohen
dat het berioht, indertijd verspre in
dat do manschappen niet zouden wel sis
waarheen zij trokken, door den ka )n
tein wordt tegengesproken. James >oi
verleide hem het plan, evenals
dit aan alle mansoh >ppen gedaan hl >e:
Hun, die geen lust hadden mede ti
gaan, werd zelfs de vrijheid gelat Né
terug te keeren.
„Den geheelen Maandag en Maa
dagnacht", zoo vertelt de kapite ia
„werd doorgereden, bijna zonder
onthoud om te eten, ofschoon
proviand genoeg was. Diusdagnai 1
om een uur, op ongeveer 20 mijl
Krugersdorp, werd op den troept
wijl de maan helder scheen, door J'
boeren op 600 m. afstand het eerIrr"
sohot gelost, van eenige tamelijk hocQ
heuvels af.
„Al spoedig vlogen ons de kog^
om de ooren," zoo vervolgt Thatcb ^e:
„maar toen wij onze Maxims lie
spreken, zweeg het vijandelijk vi
en trokken de boeren af. Niem:sc'
werd gewond. Wij trokken verder we
legerden ons een vijf mijl voorbj
stelling, van waaruit wij beschot-
waren, maar bleven hier slechts t*
uur en daar de meesten uitgehie"
gerd waren, kwam er van slaj
weinig. D
By het krieken van den dag w nd
het kamp opgebroken en in de richt P®
van Krugerdorp gereden Na
tie
ut
hasr gemaakt. Hoewel het mijne aandacht heeft ge
trokken, dat Julien steeds met innige liefde over zijne
moeder sprak, heb ik er bij hem nooit op aangedron
gen, dat hij mij hare levensgeschiedenis zou vertellen."
Jean wist dan cok niets anders van haar dan dat
zij langer dan twintig jaar reeds een huiB in de Rue
Culture-Sainte Catherine bewoonde, dat door een zeer
mooien tuin was omringd, waarin mevrouw de Mont-
bazin zeer geregeld, zoowel de3 zomers als des winters,
eene lange wandeling maakte.
Behalve op deze wandelingen die zij verrichtte ter
wille van hare gezondheid, verliet zij nooit haar huis
en maakte ncch ontving bezoek, behalve dat van me
vrouw de Coissy.
Dank zij de wederzijdsche vriendschap van meer dan
dertig jaar, welke in het klooster was geboren had de
barones bet voorrecht om inbreuk te maken op haar
t vasten stelregel. Evenwel beantwoordde de gravin nooit
j^re bezoeken, en liet dit aan Julien over.
mevrouw de Coissy betreft, deze was geheel
bekend* mtt f*100*6 ramPi die de vriendin harer
ieuzd eetrc&en en zonc*er zi°h rekenschap te geven
van die eeninlvi«he;d' behanddle zij mevrouw de
Montbazin als e«? zl(*e ?n, bield baar dikwijls gezel
schap, zoodat de vert® e J.an?6 dagen ™or de arme
vrouw daardoor sneller \00r JglDg.e?*
Nu en dan deed de barones vergezellen van
hare twee dochters, maar niet "!0.0 dikwijls a s zij zelve
wel wensch tezij was namelijk bevI® a f.aa"
schouwen ba er beide dochters bij <u ,fra py y
herinneringen zou opwekken.
Julien daarentegen had bijna te allen tiju loe2anE
tot het huis van mevrouw de Coissy, die hem geheel
als kind des huizes beschouwde. In dezen dagelijkechen,
vertrouwelijken omgang was zijne liefde voor Valentine
geborenhij had om hare band gevraagd,[en de barones,
die reeds lang een vermoeden had gehad, achtte zich
gelukkig de banden van vriendschap, die haar aan de
familie Montbazin hechtten, nauwer te kunnen toe
halen.
Welke rouw of droefheid drukte zoo zwaar op de
gravin? Jean had het haar nooit durven vragen. Onge
twijfeld lag er achter die innige droefheid een belangrijk
familiegeheim verborgen, dat de jonge officier niet wilde
pogen te doorgronden.
Evenmin als den vorigen dag dacht Kwikzilver er nu
aan het geheim te ontdekken. Hij wilde niets anders
weton dan of Andrée z:ch te Parijs bevond en zoo ja,
in welke omstandigheden. Hy bracht dezen langen dag
door in eene gemakkelijk te begrijpen onrust. Tegen
acht uur verliet hij, en wel door de huisdeur het huis
en richtte zijne schreden naar de Rue Culture-Sainte-
Catherine.
Om deze te bereiken moest hij door zulke donkere
en bevolkte wijken, dat hy het onnoodig achtte zich
te vermommen.
Na een omweg te hebben gemaakt om de rue Saint-
Honoré te bereikeE, volgde hij deze geheel, liep vervol
gens de rue des Lombards en de rue Saint-Antoine
door en ongeveer te half negen klopte hij aan de deur
van het hotel Montbazin.
Julien was zeer laat huiswaarts gekeerd. Hij bevond
zich met zijne moeder aan tafel en nog met zijn avond
eten bezig.
„Stoor hem niet," zeide Jean tot zijn bediende. „Ik
zal wel in zijne kamer wachten."
Hij trad dan ook de kamer van Julien binnen, maar
nauwelijks had hij zich in een fauteuil neergevleid of
de jonge officier trad binnen.
„Waarde Jean," zeide deze, „het spijt mij zeer, dat ik
u heb moeten lastig vallen, maar mijne moeder, aan
wie ik heden morgen heb verteld, wat ge al voor de
barones en mij hebt gedaan, heeft den wensch te ken
nen gegeven met u kennis te maken. Daar het de eerste
maal is sinds twee en twintig jaar, dat eene dergelijke
nieuwsgierigheid zich van haar heeft meester gemaakt,
hoop ik dat js niet zult weigeren aan haar verlangen
te voldoen."
„Ik ben tot uwe orders," zeide Kwikzilver, die on
middellijk opstond.
Julien ging hem voor naar de eetzaal, waar de gravin
de Montbazin gezeten was aan een rijk voorzienen discb.
Jean boog eerbiedig voor de gravin, die aan den hol
meester het bevel gaf neg een couvert bij te zetten.
Tevergeefs maakte hij tegenwerpingen door te zeggen,
dat hij reeds gesoupeerd en geen eetlust had.
„Nu, al was het alleen maar om ons gezelschap te
houden," zeide zij, „zult u toch wel een beschuit en
een glas malaga-wijn willen gebruiken."
Dit nam hij zeer beleefd aan.
„U zult mij voor mijne nieuwsgierigheid willen ver-
onts?huldigen, mijnheer," vervolgde mevrouw de Mont
bazin, „maar ik heb reeds zoo dikwijls over u hooren
spreken door mijn zoon, dat u geen vreemde voor mij
zijt, en de wensch om met u kennis te maken zeer sterk
bij my werd. Bovendien heeft Julien mij van morgen
verteld, hoe gij groole gevaren hebt getrotseerd ler re ^1
van zijn geluk en zoo edelmoedig mevrouw de Ci't\
uw steun hebt verleend. Toen ik dat wist stond ik
op u mijne erkentelijkheid te betuigen.
„U zijt al te goed, mevrouw. In mijne positie is
vriendschap van Julien een te groote eer voor mij,(
dat ik die niet zou trachten te doen bestendigen déigi
al de middelen, die ik ter mijner beschikking heb.i 0^
waardeer ze nu nog des te meer, nu ze mij uit uw mc 1
zulke vleiende woorden van daok verschaft." p.
Terwijl Jean naar de gravin luisterde en tot d jgi
sprak, had hij haar steeds gadegeslagen. Zij was 0 w
vrouw van hoogstens vijf en veertig jaar, groot en sis; o
met zwart haar, een donkere gelaatskleur en zwarte,
levendige oogen, ondanks het floers van somberheid,
er den glans van scheen te omhullen.
Zij had fijne, edele trekken, de uitdrukking van ere
gelaat ademde zachtheid, hare gestalte was goed geëf
redigd en fraai gevormd, maar dat gelaat en die
lange rouwkleeding gehulde gestalte, spraken van 0
levensmoeheid, eene geestelijke afmatting, die de 1 ane
niet had kunnen heélen.
Deze vrouw had ongetwijfeld veel geleden en leed 1
onder een ongeneeslijke smart.
Zij van haar kant had, toen zij Jean Michaud 1 ien
binnentreden, zoo ongedwongen in zijne manieren Ee
eenvoudig maar kostbaar gekleed, een gebaar van T iur
bazing niet kunnen weerhouden. Klaarblijkelijk had iop
zich Jean Michaud niet met zulk een innemend uiteri iits
voorgesteld.
Wordt vervolgi 1
lij li
fen
ki