Tweede Editie.
'9
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
De IJzeren Zeeroover.
13e Jaargang
Zaterdag 29 Februari 18£6
No. 3884
^B03snsrsrMZEnsrTSFK,icrs:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. L. DAXJBE Co. JOHN F. JONESSua:., Perry's 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP
Zandvoort, J. ZWEMMER; Veleen, L. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIEj, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevat en
Een wonderlijk av ntuur. Haarlem
mer Halletjes CCLIJC1 V.Binnenen
Bui ten 'andse he berichten. Vstria.
Advertentiën enz.
NABETRACHTING
uit den
GEMEENTERAAD.
XXXLIX.
Woensdag heeft onze gemeenteraad
getoond, dat hij niet enkel lang pra
ten kan over kleiae zake i, maar ook
spoedig weet te beslissen over groote.
De overeenkomst met mevrouw Van
der Vliet beeft geen enkel bezwaar
uit elokt, die is met slaanden trom en
vliegende vaandels door de gelederen
der Raadsleden gemarcheerd.
Uit het voorstel, nooh uit de behan
deling daarvan krijgt de leek op het
gebied van gemeentezak n een helder
begrip van de beteekenis der over
eenkomst, die de gemeente nu met
mevrouw Van der Vliet heeft aange
gaan. Kosteloos ontvangt Haarlem
een groote uitgestrektheid duingrond,
waarvoor zy indien zij die met geweld
had moeten onhigenen, minstens
acderhalven ton zou hebben moeten
betalen. Ja zelfs is mij voorbij de
ooren gewaaid, dat mevrouw Va der
Vliet niet v; omemens was, deze terrei
nen voor tweemaal honderdduizend
gulden af te staan.
In de plaats van deze belangrijke
som kan un de gemeente het groote
terrein dat zij krygt, betalen meteen
klein stukje duingrond, gelegen aan
den Kolk eu waarop mevrouw Van
der Vliet bijzonder schijnt te zyn
gesteld.
Voor bare royale houding in deze
zaak verdient mevrouw Van der Vliet
een woord van hulde en tereoht werd
haar dit in de Raadsvergadering, eerst
door den heer Sneltjes en later door
den Burgemeester, gebracht. Namens
den Raad zeide de heer Sneltjes ook
Burgemeester en Wethouders dank
voor de ontzaglijke moeite, die zij
zioh voor de zaak getroost hebben
eu de burgerij zal zeker die loftuitiog
met instemming hebben gelezen.
Deze overeenkomst beteekent, dat
wij los zyn van de tirannie van Am
sterdams gemeentebestuur, dat aan
de Duin water-Maa1 schappij verboden
had, water te leveren in Haarlem,
dar w«ar geen hcofdbuiB lag; een
maatregel, die in de laatste jaren
geheele stadskwartieren van duinwater
verstoken houdt. Nu kan de aanleg
van de leiding beginnen en, overeen
paar jaar misechien, kan elk burger
die het betalen wil, duinwater krijgen.
Misschien vaart dan ook de gemeen
tes as er wel by door een batig saldo.
Ik onderschrijf den wensch van den
beer Suelfjts, dat deze overeenkomst
tal mogen strekken tot bevordering
van de hygiënische en fiaancie.de
belangen der gemeente.
Mevrouw van der Vliet heeft ons
ook aan een nieuwe schietbaan ge
holpen, die weliswaar met een uitgaaf
van f6000 zal moeten worden in
orde gebracht, maar waar de Minister
van Oorlog dan ook jaarlijks f 350
hnnr voor betaalt. Byna was daarbij
de voor velen onaangename bepaling
gemaakt, dat de baan op Zondag niet
zou worden gebruikt, maar B. en W.
hebben daaromtrent gelukkig nog
een achterdeurtje weten open te
houden, door de bepaling, dat voor
het gebrnik der baan op Zondag
hunne bijzondere vergunning noo-
dig is.
Natuurlijk trok de heer Klein hier
tegen te velde. Hem ergert dat schieten
op Zondag ja zelfs zeide bij, dat
het voor de burgerij een ergernis was,
maar dat kan dunkt mij de heer
Klei a niet meenen, daar hij het den
ingezetenen wel niet hoofdelijk kan
hebben afgevraagd. Ik ken bijvoor
beeld, laat ik het, getal laag nemen,
zeker wel vijf dozijn menschen, die
zich over dat Zondagschieten volstrek t
niet geraakt toonen als ze maar niet
geraakt worden.
En de heer 't Hooft, die de rede
neeringen van den heer Klein nooit
onder zich kan laten, schijnt ook nog
wel eenige lieden te kennen, die in
die schietoefeningen geen been zien.
Tel isc die lieden van den heer 't Hooit
bij mijn lieden, dan kom ik tot de
slotsom, dat de heer Klein zich vergist
heeft toen hij sprak van een „ergernis
voor de burgerij", hij zal bedoeld heb
ben „de burgerij, voor zoover ik die
ontmoet en spreek."
Hiermee stap ik af van dé duinen,
een stap van wat ben je roe en midden
in 't licht. Daar is ten eerste de ver
gunning van Burgemeester en Wet
houders vau de gaslabriek, om het
aantalgaegloellichtiantaarns (wie weet
een korter woord) uit te breiden tot
420.
Op zichzelf steekt daar niets bijzon
ders in, maar ine dunkt dat diever-
guuciug wel wat te veel gegeven werd
op een manier, altof de Gasfabriek de
bevoordeelde was en de Gemeente,
nu ja dat gloeilic'ut wel aardig vond,
maar er toch koud onder bleef, ot er
m- er gloeilichte kwarneD, al dan niet.
Nu vind ik en velen met mij, dat de
straatverlichting belangrijk verbeterd
is, sedert de gloeiapparaatjea hier en
daar in de straten op de lantaarns
zyn geplaatst. De pruef is door de
gasfabriek genomen op hare kosten
die kosten waren niet zoo gering,
omdat de lieve straatjeugd dadelijk
den oorlog aanbond met de gloeiap-
paraten en proefondervindelijk naging
of misschien steenen barder zijn dan
glas. Nu is de proef geslaagd en
wordt er leukjes medegedeeld, dat aan
de gasfabriek vergunning is verleeud,
om nog meer gloeilichten te plaat
sen.
De gasfabriek is een koopman, met
wien honderden zaken doen eu moe
ten doeD, tegen hun zin. 'tls zoo'n
razend dure koopman 1 Maar als nu
zoo'n koopman, ongevraagd, zijn waar
verbetert, zonder dat het den afne
mers ie:s kost, d&n ia het toch wei
billijk om te zeggen: „de koopman
is eens royaal geweest."
Vooral omdat, wanneer ik me (niet
zeer vergip, de gemeente niet het recht
heeft, het gebruik van gloeilicht op
straat voor te eohrijven. Had dus de
gasfabriek geweigerd het te doen, dan
nas het eenvoudig niet gekomen!
De tweede lichtquaestie was Jhet
adres van de firma W. Voet <fc Zonen
e. a. om te over <egeu of niet, iegelijk
met de waterleiding, een aanleg voor
electrisch licht kan worden gemaakt.
De Rsad stelde dit verzoek in han
den van B. en W. om advies en de
Raad scheen nog al waarde aan het
adres ie hechten. Maar de beer de
Kanter zei eens netjes en vierkant
waar 'top stond. Advies uitbrengen,
goed en wel, als dan de Raad maar
niet zoo deed als met het advies van
B. en W. over de gas-voorstellen,die
indertijd heelemaal niet ia behande
ling genomen waren. „Als jullie dat
weer op die manier denkt te trak-
teeren, ondeugende jongens, dan kun
nen we de moeite van een advies wel
sparen."
Ik vergis me: de heer de Kanter
zei niet ondeugende jongensmisschien
dacht hij het alleen. In ieder geval,
twee van de Raadsleden kwamen
tegen die beschouwing op en de heer
de Kanter antwoordde weer en we
hielden ons hart al vast voor een
debat, dat heelemaal niet aan de orde
was, teen gelukkig de burgemeester
zei„stilte in de klas, we hebben het
daar niet over 1"
Mij zal het benieuwen wat van dat
adres komen zal. Over de bedoeling
er van konden verschillende onder
teekenaars my geen Jicht verschaffen
en welbeschouwd is de meening van
het adres, zooals het daar in al zyn
kortheid ligt, en al is het een licht-
qnaestie, nog al duister.
Po'itie.k Oversioht.
De franeche Kamer heeft Donder
dag beraadslaagd over de interpellatie
betreffende Siam en het met Enge
land gesloten contract. Deville sprak
zijne goedkeuring uit over dit contract.
Zooals gemeld is heeft men voor
eenige dagen dit contract in deKamer
besproken in verband met de egyu-
tische quae8tie. Dit deed ook Don
derdag Deatourcelles weer, die klaagde
over het stilzwijgen der regeering
over dit vraagstuk, daar nu in En
geland de meening wordt geboren en
uitgesproken, dat Frankrijk zich niet
met dit belangrijk vraagstuk bemoeit.
De heer Floureos vroeg overlegging
van alle op Siam betrekking hebbende
documenten aan een commissie. Te
vens verlangde deze afgevaardigde
dat het ontwerp der overeenkomst
tusschen E geland en Tunis een
onderwerp van discussie in de Kamer
zou uitmaken.
De heer Berthelot verzekerde in
zijn antwoord, dat hij de onderhan
delingen, welke omtrent Siam nog
loopende waren, niet aan het oordeel
der Kamer kon onderwerpende re-
geeriug zal het tractaat weten te doen
eerbiedig n.
De motie der heeren Destournelles
en Deloncle, waarbij de Kamer haar
goedkeuring hecht aan de verklarin
gen der regeering, werd door opste
ken der handen aangenomen.
De heer Ganthier de Clagny (raüié)
vroeg verlof de regeering te interpel-
jleeren over de moeil§kheden, welke
zij ondervindt bij het uitvoeren harer
(hervormingen. Op voorstel van den
1 minister-president,den heer Bourgeois,
werd de discussie hierover tot over
een maand verdaagd.
De heer Pontbriant, van de rech
terzijde interpoli, de regeering over
het aanbod tot medewerking dat de
tegenwoordige minister van openbaar
onderwijs, de heer Combe, heeft ge
daan aan den directeur der staats
spoorwegen. De heer Combs betoogde
in zijn antwoord, dat hij dit had ge
daan zonder eenig persoonlijk belang
op het oog te hebben.
De heer De Bernis, eveneeris van
de rechterzyde, vroeg den minister
van justitie, of er geen reden bestond
de zaak te vervolgeD, waarop deze
ontkennend antwoordde.
Met 282 tegen 92 stemmen werd
het door de regeering goedgekeurde
voorstel aangenomen, om over te
g*an tot de eenvoudige orde van
den dag.
Een vry onbelangrijke zittingdag
dus.
Aan de bespreking was voorafge
gaan de behandeling van eene inter
pellatie van Pontetbriant over bet aan
bod van samenwerking, door den
tegenwoordigen minister van onder
wijs, Combes, g9daan aan den direo-
teur der staatsspoorwegen. Combes
verklaarde, dat er in deze volstrekt
geen persoonlyk belang van hem op
het spel stond. Nadat door de Bernis
was gevraagd, of geen termen be
stonden eene gerechtelijke vervolging
Ui.' te lokken van wege denj minister
van justitie, welke vraag door deze
ontkennend was beantwoord, werd
met groote meerderheid de eenvou
dige orde van den dag aangenomen
en aanvaard.
In het engelsche Lagerhuis is Don
derdag door Curzon nogmaals be-
kraohtigd de waarheid van de reeds
uitgesproken verzekering, dat de en-
gelsohe regeeriug geen voorstellen
heeft ontvangen, van de Porie noch
van eene europeesohe mogendheid,
betreflende de ontruiming van Egypte
door Engeland.
Na eeue beraadslaging, die 8 xit-
tingdagen in beslag heeft genomen,
heeft het Lagerhuis met 202 tegen
65 stemmen het voorstel van Balluur
tot wijziging van het reglement van
het Huis aangenomen. Ds door de
regeeriug bestreden amendementen
werden alle verworpen.
Het schiereiland Korea, vóór den
jap^nsch-chineesnhen oorlog een
kans geheel onbesproken plek van de
wereld, is sedert dien meer en meer
bekend geworden, en wat daar ge^
eohiedt valt tegenwoordig groote be
langstelling te beurt. Eerst waren het
de krijgsoperatiën ten tijde van
meldea oorlog, daarna de opstanden
in het. rijk, nu zijn het de operatiën
der Rust-en. Over de bewsgin-jen der
Rassen heeft Curzon Donderdag ook
i in het Lagerhuis het woord gevoerd.
Hij zeide dat Rusland noch Sevei
noch eene andero plaats in Korea
heeft bezet en dat daarvoor tot dus
verre nog geen vree3 behoeft te be
staan. Wel wordt het gebouw der
rnssische legatie in de hoofdstad door
150 soldaten bewaakt, waarin ook de
koning eene schuilplaats gezocht heeft.
Bovendien zyn te Seoul 500japansche
soldaten.
Naar de Ternes uit Konstantinopel
verneemt heeft de Sultan bevolen,
twee keizerlijke firmans gereed te
maken, waarbij prin« Ferdinand van
Cobnrg wordt erkend ala vorst van
Bnlgarye en als gouverneur-generaal
van Oost-Roemelië.
De Daily News verneemt van 25
dezer uit Konstantinopel dat, volgens
een verhaal uit partiouliere bron, den
Hen dezer de Turken te Marsowan
alle Armeensohe inwoners sommeer
den om den islam aan te nemeD, en
150 weigeraohtigen doodden.
Een telegram van den staats-secre-
taria te Pretoria aan den oonsnl-
generaal te Lonuen zegt, dat het ge
deelte van het artikel der Volksstem
vm 22 Januari, waarin sprake is vau
een vervalecht telegram, onjuist is.
De regeeriug deed zulk een mededet-
ling (aan J meson) niel.
De üeraldo te Madrid openbaart
een telegram van Wo- nsdag uit Cuba
betreffende den opstand. Hierin wordt
melding gemaakt van zesoiitoaoetingeu
met de Cubaansche opstandelingen
by Sorelianos. De Spanjaarden ver
sloegen de troepen van Maoeo, ten
getale van 4000 manzij doodden er
42 en maakten 6 gevangenen, terwij
zij zelf 16 ewonoen hadden.
De Amerikaansche journalisten, die
le Havana gearresteerd zyn, werden
in vrijheid gesteld op voorwaarde dat
zij omniddeihik Cuba zouden verlaten.
De te New-York gevangen genomen
flibuBtiers zijn insgelijks in vrijheid
gesteld, evenwel onder borgstelling.
Het uit Illinois afkomstige rebel
lenhoofd Inglesito werd niet met de
wapens in de hand gevangen geno
men.
STADSNIEUWS
eerste, ticeede en derde
pagina.
Haarlem, 28 Februari.
Woensdagavond trad in de kleine
Nutszaal alhier op voor de nfd. Haar
lem van de Ned. Onderw. Prop.-club
(voor drankbestrijding) mevr. J. H.
L. Flotnuis van Dommelen van Rot
terdam.
Spreekster schetste in eene boeiende
rede, hce 't vooral de vronw is, die
lydt <>nder de gevolgen van het drank
misbruik. Zal zy dan niet meedoen
aan den strijd tegen den alcohol?
Als oorzaken van het feit, dat de
vrouw daarin tot nog toe zou weinig
belangstelling toonde, noemde zij lo.
de afhankelijke p sitie van de vrouw
en 2o. de weinige bekendheid by de
vrouw omtrent het wezen van den
alcohol en de tegenwoordige wijze
van dra kbeHrijding. Als de vrouw
zal ingezien hebben, dat ze verplicht
is kennis te nemen van verschillende
maatschappelijke vraagstukken en zij
zich voldoende van 't alcohol-vraag-
stuk op da ho gte gesteld heelt, dau
zal zij ook onthoudster worden. Ze zal
arbeiden aan de vrijmaking van de
viouw en ook rechtstreeks deelnemen
aan den draukstrijd. Dat zij vé-4
vermag, dat bewijzen Engeland en
Amerika.
Had vroeger de drankstryd een
philantropisch karakter, nu is het
een wetenschappelijk hervormings
werk, gesteund ook vooral door het
intellect. Spreekster gaf een overzicht
van de ontwikkeling van de Ned.
Ooderw. prop.club, hoe die zich in
korten tijd tot eene bloeiende veree-
niging had ontwikkeld en toonde
in het kort aan, wat de onderwijzer
in de school als drankbestrijder kan
dom. Zyn taak zal zijn juiste begrip
pen omtrent den alcohol aan te brengen
en de drinkgewoonte haar eanctie te
ontnemen. Daarvoor echter is het
noodig, dat de onderwijzer onthou
der is.
Burgerplicht.
De neutrale kies vereeniging Bur
gerplicht tal Maandag a. s. vergaderen.
De goedkeuring van de nieuwe statu
ten is nl. afgekomen en wanneer dit
aan de leden officieel is medegedeeld,
zal het oude Bestuur aftreden en het
nienwe zijne functie aanvaarden.
Van dat nieuwe Bestuur heeft de
heer Tu.G. Schnrmann weder bedankt,
terwijl ook de heer P. N. Sabel zioh
uit het Bestuur wenscht terug te
trekken. In hunne plaats zullen der
halve nieuwe bestuursleden moeten
worden benoemd.
De bijeenkomst zal worden besloten
door een voordracht van den voor
zitter Dr. L. Mulder, waarvan het
onderwerp niet genoemd wordt.
Den 9en Maart a.s. hoopt de heer
C. ter Kuile, ontvanger der registratie
en domeinen alhier, zijn veertigjarig
jubilé als ambtenaar te vieren. Den
9en Maart van het jaar 1856 werd hy
aangesteld als surnumerair en was
achtereenvolgens ontvangen te Horst,
Oosterhout Zaandam. By Kon. besluit
van 18 Nov. 1887 werd hy als zoo
danig benoemd te Haarlem.
Op de gehouden tentoonstelling
van Pluimgedierte te 's Gravenhage,
verwierf de heer J. van Booren alhier,
in afd. Postduiven met bonten doffer
een eereten prys.
Het slachten van kalveren.
In de laatst gehouden bestuursver
gadering tegen het mishandelen van
dieren alhier is besloten, aan het
Hoofdbestuur van de Nederlandsohe
Vereeniging tot besoherming vao
dieren te s Gravenhage inliohtingen
te vragen omtrent het wreedaardig
slachten van kalveren in onze stad.
Gelyk men weet, is dat punt door
de Haagsobe vereeniging sedert eenige
maanden op hare agenda gebraoht en
is onze gemeente daardoor eeniger-
mate gebrandmerkt als eene, waar
het slagersbedrijf met bizondere wreed
heid wordt uitgeoefend.
Aangezien bij het Bestuur vau de
Vereenigiug tegen het mishandelen
van dieren nimmer dienaangaande
klaohten zijn ingekomen, wordt de
mededeeling van de feiten, welke
bovengenoemd Hoofdbestuur aanlei
ding gegeven hebben, aan de wijze
v n t-laohten te Haarlem zyn aa daoht
te schenken, met belangstelling te
Naar het engelsch
van
M1AJX £P:E M B E R T O N.
HOOFDSTUK IX.
Ik ontmoet het naamlooze schip.
58)
Dat alles waa zoo snel in zijn werk gegaan, dat onze man-
neD nauwelyks tijd hadden gehad om huune verbazing
te kennen te geven, toen de sloep alweer op het dek
hing. De groote bedrijvigheid op het dek van het oor
logsschip eindigde even geheimzinnig, als het begonnen
was. Weder zag men geen enkel teeken van leven op
'tdek; maar het schip bewoog zich voort en stoof ons
voorbij met een vaart, zooals ik nog nooit gezien had.
Zulk een merkwaardige omkeer scheen onze beman
ning te verstommen. Zij zagen elkander verbluft aan en
schenen nasr eene verklaring te zoeken. Maar den sleutel
tot het raadsel werd gegeven, niet door een hunner,
maar door Paolo, die naast my stondzijn anders kalm
gelaat was rood van opwinding.
„Ha I" risp hy uit, „dat is een Amerikaanl"
Hij maakte een handbeweging in de richting van ons
roer, en toen zag ik wat hem bezighield. E9n groote
witte stoomboot kwam snel aan varen, ik herkende den
vorm en tok dien van twee booten die volgden. Het
was een boot van de Amerikaansche marine, en zij
keerde van Eu;opa naar haar eigen land terug. Het
geheim van de vlucht was niet langer onverklaarbaar:
het gele schip was gevlucht voor de val, waarin bet
bij Da geloopen was.
„Gij hebt scherpe oogen, Paolo," zeide ik.
Boos haalde hij zijne schouders op.
Ik had geen tijd om mij verder met hem bezig te
hoaden, want evenals hij bepaalde ik al mijn aandacht
tot het tooneel, dat volgde. Het naamlooze schip staakte
opeens zyn vlucht en lag bijna geheel stil. Een oogen-
blik wisten wij niet wat het van plan was, maar ook
maar ésn oogenblik.
Toen het den steven wendde om de golven weder te
klieven, zag ik een anderen kruiser, lang en wit en
schijnbaar wel gewapend aan zijne zijde, welke aan het
naamlooze schip den doortocht versperde. Ten laatste
zou het du« te kampen hebben met een Bchip zijner
waardig en bij het vooruitucht van dien veldslag kwam
een groote ontzaglijke stilte over ons.
Eenige minuten lagen de twee booten naast elkander
de Amerikanen gaven allerlei signaleD, maar deze ble
ven onbeantwoord; op het dek van bet naamlooze schip
waren nu wel een honderd man, welke allen ijverig bezig
waren. Het werd duidelijk, dat de kapitein besloten
was tot een ander plan, want langzaam wendde het
schip en met matige snelheid voer het voorby het
andere. Toen het by na voorby was gevaren, begonnen
de twee groote kanonnen bijna tegelijkertyd lo» te
branden, en terwyl de granaten over het de* van de
kruiser scheerden, voerden 1$ met zich masten, dekhnt-
ten en menschen en brachten alles in een vreeselijken
toestand van echipbreuk en dood. De kruiser was vol
komen onvooroereid op dit verraid en lag te wanke
len op zee; verschrikkelijk gegil en gejammer werden
gehoord van het desdat nu lag te sidderen onder den
Btroom van vuur, welke de kanonnen van het vijandige
schip uitwierpen-
De strijd zou slechts op een manier geëindigd kun
nen hebben, waren de andere Amerikaansche schepen
op dat oogenblik niet zoo nabij geweest, dat zij hunne
kanonnen konden gebruiken. De vreeselijke granaten
sisten en floten ons om de ooren en kwamen met zoo
veel kracht in zee terecht, dat op twintig plaatsen fon
teinen van groen water opspoten en de oppervlakte
van den Oceaan bedekt werd met schnim.
Geen enkel schip zon zulk een aanslag hebben kun
nen doorstaan en de kapitein van het naamlooze sohip,
ziende dat hij waarschijnlijk omsingeld zon worden,
vnurde nog tweemaal, en ondernam den aftocht met die
wonderbaarlijke snelheid, welke het schip reeds aan den
dag had gelegd. In vijf minuten wa3 het buiten bereik
van het vuurin tien minuten brachten de Amerika
nen de bemanning van het geteisterde schip over op
hunne eigen bootde tegenstanders waren by na aan
den horizon verdwenen in dieD tijd.
Op ons dek waren het leven en lawaai by na oorverdoo-
vend. Yan een toestand van zenuwachtige spanning en
twijfel waren onze mannen in een toestand van groote
vreugde geraakt. Sommigen hunner weren er veor, dat
wij maar aadeiya aan oouru zouden gaan van de ge-
teietirdeechepeDj anderen wilden liever terstond het anker
lichten en zulk een gevaarlijk vaarwater verlaten. Een
onderhoud op het achterdek deed ons tot het eerste
besluiten; wij lieten een sloep in zee en na twintig
minuten geroeid te hebben waren wij bij de passagiers
boot. Het was een deerniswaardig tooneel; want toen
wy nader kwamen zag ik vrouwen, die zenuwachtig
zaten te snikken, terwijl de mannen beurtelings hen
toespraken en in de richting keken vanwaar de drie
Amerikaansche pantserschepen kwamen aanstooraen.
Het was inderdaad een tooneel van groote verwarring
en wanhoop en driemaal riepen wij de mannen, dio op
de brag stonden, alvorens antwoord te krygen. Toen
wij eindelijk up het dek stonden, begroette de bevel
hebber, kapitein Ross, ons met vele dankbetuigingen;
j maar het was treurig den man aan te zien: hij was wit
van toorn en xya siem trilde als die van een man door
j groote aandoeningen overweldigd. Hij nam ons mede
'naar de kaartenkainer, want hij wilde alle byzonder-
heden omtrent ons weten onze namen en onze adressen
en die van de officieren, opdat wy als getuigen zouden
kunnen optreden als hij zich by het Britsche Gjuyer-
nemeut beklaagd had.
„Twintig jaren lang", zeide hij, terwijl tranen van
toorn in syne oogen opwelden, „twintig jaren lang heb
ik den Atlantischen Oceaan bevaren, maar dit is de
eerste keer, dat ik van zoo iets gehoord heb. Groote
God, heeren I het is nieta minder dan zeeroovery en
;dat in het gewone vaarwater; maar ze znllen er voor
hangenZjj signaleeren, dat ik zal bijleggen, notabene
ik die de mail aan boord heb en honderd duizend gulden