bodem op zoo vele plaatsen veen prof. Korteweg, namens den Amsfer-
bevat, moet het moerasgas wel zeer dameohen geneeskundigen kring
veelvuldig voorkomen, ofschoon de den heer Terspill, namens hetAmst.
omstandigheden niet overal gunstig Studentencorps dr. Mendes da Costa,
genoeg zullen zijn om het op meer namens de assistonten van den over-
of min regelmatige en gestadige wyze ledeneden heer Bakels, namens den
ontwikkeld te doen worden, zoodat Amst Studentenbonddr. Dentz, na-
de gelegenheid bestaat om het op te mens vele vrienden uit Utreoht en
aamelen en te gebruiken. ook namens de kliniek voor huid-en
Met de vorming van dit gas hangt andere ziekten, waarin prof. Noman
een algemeen bekènd versohqnsel te geruimen tyd heeft gewerktdr. Bloo-
zamen, dat men by putten, pompenker, namens zyn vrienden,
en andere verzamelingsmiddelen van Allen schetsten den overledene als
water uit deu bodem bq ons te lande een man van eenvoud, van degelqk-
veelvuldig aantreft. Vele soorten van beid, als een man die de waarheid
bodemwater hebben, wanneer zij litfnad en wiens leven gewijd was
versch opgepompt worden, vooral aan den dienst van de wetenschap
wanneer de pomp in langen tyd niet. Verder werd er door verschillenden
is gebruikt, een onaangenamen stank, gewezen op de nauwe vriendsohap,
die echter zeer spoedig verdwijnt en die er bestond tussohen den nu ont-
waarvan na weinige oogenblikken slapene en den nog zoo kort geleden
verwql, aan de lucht, ook door sohei- eveneens door den dood aan de
kandige middelen, geen spoor meer j hoogeschool ontrukten prof. van der
te vinden is, zoodat het water vol- Meq.
komen bruikbaar blqkt. Deze wateren i „Zooals toen zei prof. Conrat, „ii
zyn regelmatig gekenmerkt door een ook nu van ons heengegaan een lid
grooter of kleiner gehalte aan qzervan de geneeskundige faculteit, een
(in den vorm van koolzuurijzer) en 1 zeer verdienstelijk geleerde en ambt
waar men deze beide omstandigheden genooteen der jongsten onder ons
te zamen vindt, kan men er op re- j is weer in den bloei des levens, in
kenen eene bron van zoodanig gas het midden van een gezegenden
in de nabybeid te hebben. De stank werkkring, aan onze universiteit ont-
is namelijk te danken aan kleine trokken."
hoeveelheden bqkomstige rottings- En prof. Pel voegde er aan toe
produoten, die het op zioh zelf reuk- „Wie had gedaoht, dat reeds na zoo
looze moerasgas dikwijls, hoewel nietkorte scheiding twee boezemvrienden
altijd, vergezellen. J van onze Universiteit op deze plaats
Op versoheidene bizonderheden, in weer zouden wordeu vereenigd I"
ons vaderland voorgekomen, die met Namens de familie dankte een broer
de vorming van dit gas in verband van den overledene allen, die waren
stonden, is reeds hier en daar in de opgekomen om een laatste hulde te
dagliteratuur gewezen. i brengen aan den ontslapene.
Ook het volgende behoort daartoe, j Onder de ruim dertig kransen, die
In de jaren 1881 en 1835 ondervond op de groeve werden neergelegd, was
men te Arnhem van de aldaar nieuw er een van den Senaat der universi-
aangelegdo waterleiding den zeer on- teit, een van het corps en een van
aangenamen last, dat op versoheidene de semi-artsen.
plaatsen in de leiding zioh stinkend
gas ophoopte, dat by het openen der
kranen ontsnapte en 6oms voor eeni-
gen tijd de geheele woning verpestte.
Het water komt uit den moersssigen
bodem in den zoogen. Velperbroek
en werd door eene zuig- en persin-
riohting reohtstreeks gedrukt in de
leiding, terwij! het overtollige water
zich verzamelde in een daartoe op
een hoog punt buiten de stadaange
legden vijver'.
Met het water werden nu gassen in
de leiding gedrukt, die zich in de
hooger liggende krommingen der
buizen ophoopten en vandaar te ge-
legeuertijd met het water door de
afvoerkranen ontlast werden.
De geraadpleegde scheikundigen
waren het over den oorsprong van
dezen stank niet eens. De een sohreef
diea toe aan het gebruik van sleoht ge
teerde yzeren buizen.maar de^erkelij-
ke oorzaak was het moerasgas. Dit
bleek, toen men den raad opvolgende,
van een aDder scheikundige, om het
water niet onmiddellijk in de leiding
te persen, maar het eerst door eene
afzonderlijke buis te voeren naar het
hoog-reservoir waar het gelegenheid
vond om de mede gevoerde stank-
stof aan de lucht at te staan, en het
van daar in de stadsleiding te laten.
De maatregel werkte radikaal, en op
ajag was overal de stank verdwenen
en heeft zich nooit meer vertoond.
Het zou wellicht de moeiteloonen
na te gaan, of aan de Arnhemsche
waterleiding ook een gasopzameling
kon morden verbonden al ware hot
ook maar op kleine sohaal.
Begrafenis prof. D. van Haren
Neman.
Op de begraafplaats Zorgvlied werd
Woensdag ter aarde besteld het stof
felijk oversohot van den Zondag zoo
plotseling overleden hoogleeraar dr.
D. van Haren Nomen te Amsterdam.
Onder de zeer \ele belangstellen
den die zioh op het kerkhof hadden
vereenigd, waren namens het gemeen
tebestuur de Wethouder v. Hall en
verder de professoren Max CoDrat,
Pel, Rotgans, Tilanus, Korteweg,Ju- buuubu
Hub, Straub, van Hamel, Jitta, Place,ajg ejgenaare van die gronden kunnen j
tt8 6n ls' doen iegitimeeren.
Verder waren aanwezig een groot; djeven m0eten goede bekenden
aantal studenten, eenige ass.stenten van deD he6r Dubiefez Zyn geweegt
en verpleegsters uit de gasthuizen enz. aQder8 zouden moeiiqk hebben
"e groeve werd door ver- g0weten daj iemand, die als eenvou-
sotullende personen het woerd ge- d; b een b0Tenbu;a in de
voerd achtereenvolgens door: Prof. j,soob TsaQ L^nnepstrsa, w00nt, in
Max Gonrat, reotor magnificus, na- het bezi, ko„ we£en „aa z00 y6e|
mens den senaat der hoogeschoolwaarde
prof. Pel, namens de medische facul- De p0|ilie Btel, een 8lr onder.
teit; prof Place, namens het bestuur zoe^
van de gasthuizen prof. Julius, na
mens bet genootschap tot bevordering
Een geheimzinnige inbraak.
Omtrent den inbraak in Amster
dam meldt het Rbld. nog het vol
gende
Tusschen 6 en 9 Maart is, tijdens
afwezigheid der bewoners, ÏDbraak
gepleegd op een derde bovenhuis van
een perceel aan de Verlengde Jaoob
van Lennepstraat te Nieuwer-Amstel.
Dit huis wordt bewoond door den
heer J. Dubiez, een Amerikaan van
afkomst.
De inbrekers, die do straatdeur en
daarna do deur van het bovenhuis
openbraken, hebben daarna van een
houten kist, die zy in het vertrek
vonden, den bodem weten te foroee-
ren en daarin hun slag ge<
die niet onbelangrijk was. Er werd
daaruit ontvreemd een blikken trom
mel, waarin zioh o a. bevonden een
bedrag van 1200 Amerikaansohe dol
lars, Amerikaansch bankpapier tot
een bedrag van 19500 en Hollandsch
bankpapier tot een bedrag van f3900,
waaronder 150 gouden tientjesbo
vendien zijn ontvreemd eenige eigen
domsbewijzen van landerijen in Ame
rika gelegen, o. a. een eigendomsbe
wijs van eenige duizenden acres land
aan de Rio Grande.
Verder werden ontvreemd een dooBje
met oude munten, waaronder zeer
zeldzameeen merkwaardig gouden
horloge zilveren lepels en vorken
kostbare damessieraden en zilveren
theelepeltjes. De dieven waren zelfs
met al die waarde niet tevreden,
dooh namen bovendien mede een
pelsjas, een pelsmuts, een geheel
wandelcostuum met hoed.
Ook de Bigaren die zy vonden ble
ven niet onaangeroerd.
Aan de deuren waren sporen van
inbraak te bekennen, terwyl een
breekijzer in het perceel werd ach
tergelaten.
Het eigenaardige van dit geval is
dat de dieven dus in het bezit zyn
niet alleen van kostbaarheden, doch
ook van gangbare Nederlandsche en
vreemde munt en van eigendoms-
dapieren van landen, die niet ge
kadastreerd staan, waarmee zij zioh
dus. kunnen zij Amerika bereiken,
van natuur-, genees- en heelkunde
Muntgasmetere.
Men schrijft uit Utreoht aan deiV.
Rott. Ct.
Het bericht in bet II Blad A der
N. Rott. Ct. van 6 dezer over den
muntgasmeter, waarvan hier in be
trekkelijk korten tyd het gebruik zioh
zoo heeft uitgebreid, heeft zeer de
aandaoht getrokken. De directeur
•onzer gasfabriek heeft althans va i
verschillende personen, onder welke
de wethouder van publieke werken
te Amsterdam en de afgevaardigde
mr. Kerdyk, verzoeken gekregen om
hen in te lichten over de werking van
het systeem, waaraan bereidwillig is
voldaan. Ofsohoon omtrent den nit-
slag van de hier thans genomen
proef met besliste zekerheid nog niets
kan worden gezegd, omdat de koBten
van slytage der door de gemeente
kosteloos in bruikleen gegeven lam
pen en komforen eerst na langdurige
ervaring kunnen blijken, twyfeltmen
er tooh niet aan dat deze kosten niet
door de twintig percent, waarmede
de prys van het door d» muntgas
meters loopende gas verhoogd is,
zullen worden gedekt. Maar of nog
in eenige andere stad van ons land
die muntgasmeters zulk een ingang
by de bevolking zullen vinden, als
hier, gelooft men niet. Degoedkoope
prys van het gas tooh (6 ot. bq de
nieuwe gasmeters) is oorzaak dat het
gebruik ervan veel voordeeliger is
dan dat van petroleum, een zeer
voorname reden waarom de heer Van
der Horst zulk een groot succes
heeft op zyn lofwaardig streven om
het gasverbruik ook onder de lagere
standen te doeD toenemen.
Een Pool, musicus, gelogeerd in'
het hotel St- Lucas te Rotterdam en
op reis naar Amerika, óntmoette
Dinsdagavond op de Delftsohevaart I
een Duitsoher, slager van beroep,
dooh zioh in zyn vrqen tyd met]
kwartjesvinden onledig houdende.
Deze Duitsoher, uit Aken herkomstig,
deelde den Pool mede, dat ook hy op
reis naar Amerika was en met het
stoomschip Maasdam zou vertrekken,
Al pratende, ontmoette men een eind
iverder op de Delftsohevaart nog een]
Duitsoher, die het erg gezellig vond
in deze vreemde stad een land
genoot te ontmoeten. Met bun drieën
gingen zij daarop aan de Delftsohe
vaart no. 81 binnen, waar heel toe
vallig in een achterkamertje een vierde
Duitsoher zat, die terstond met een
der blnnentredenden begon te kaarten.
Na eenige oogenblikken werd den
Pool gevraagd of hij geld bij zioh had.
De argelooze man haalde zyn gebeele
bezitting ongeveer f110 aan Hol-
landsoh geld voor den dag en legde
dit geld voor zioh op tafel. Snel sohoot
nu een der Duitschers op het geld
toe, streek het op en vluchtte er mee
de straat op. Hy werd niet meer
gezien. De onthutste Pool, wien enkel
zijn eerste metgezel, de slager over
bleef, (de vierde Duitsoher had ook
de plaat gepoetst) liep met dezen de
Delftsohevaart op tot aan het Hofplein.
Onderweg vermoeden krijgende tegen
den slager, wees hij dezen aan de
politie aan. De slager werd aange
houden en een onderzoek door de
politie ingesteld, dooh zonder resul
taat. De Pool is Woensdag met de
Maasdam vertrokken, zonder zyn
geld.
Een aanbeveling!
Voor do betrekking van „kodde
beier," d. i. opzichter en onbezoldigd
rijksveldwachter, op de buitenplaats
„Spanderswoud" te 's-Gravenland,
hebben zich niet minder dan 120 sol-
lioitanten aangemeld, waarvan er één
ter aanbeveling aanvoerde, dat hij
acht jaar „strooper" was geweest.
Uit Heldendorp wordt als „histo
risch" aan de Nieuwe Koerier gemeld
Een jeugdige, sterke landlooper komt
blootshoofds aan de deur en vraagt
heel beleefd eene aalmoes plus een
pet. Beide worden gegeven, de laatste
met twee kleppen, voor en achter
wordt eenigszins wrevelig aange
nomen met de woorden„Joa, mer
vrouw, die is oet de mode." Eenige
minuten later kon de vroegere eige
naar zijn oud-modisohe pet in een
sloot terugvinden. Dienzelfden middag
zyn nog twee petten op verschillende
plaatsen achter een heg gevonden.
't Is te hopen dat het heerschap
'tons ni-t kwalijk zal nemen, dat we
de mode '96 nog niet zoo goed kenden, i
we zyn altijd een beetje ten achter bij
„de stad".
Hoog water.
Men meldt uit Renkum
Het water op den Ryn is in de
laatste dagen ontzettend gewassen.
De uiteiwasrden zijn overstroomd,
waardoor de werkzaamheden op de
steenfabrieken grootendeels moeten
rusten. Daar de beriohten van de
bovenrivieren nog steeds ongunstig
luiden, durven de sohepen niet meer
te laden en is de verzending van
steenen zoo goed als onmogelijk. De
oommunioatie met de Betuwe over
het pontveer is sinds DinBdag ge
stremd.
Uit Grave 11 Maart 1S96:
Nu het water een stand heeft be
reikt van 1032 boven N. A. P. is
tengevolge van de overstrooming der
Veerstraat het gierpontveer opgebro
ken, en heeft de overtocht naar de
brouwerij aan den Neerasseltsohen
dijk plaats met eene roeiboot. Dat de
correspondentie hoogst gebrekkig is,
nu gten halve pont wordt in dienst
gesteld, bleek weer dezen morgen.
Een rytuig, dat met bestemming
naar Grave aan den Neerasseiischen-
dqk arriveerde, moest terugkeeren
om via Ravenstein ons stedeke te
bereiken.
Als de Maas een Btand teekent van
10.35 M. wordt het bekende seinschot
gelost, tot welk einde reeds een de
taohement kanonniers uit Gorinchem
is aangekomen onder bevel van den
onderofficier Lentz.
Te 6 u. 35 Woensmiddag is het
seinsohot gelost, meldende de werking
der Beersche overlaat. Rivierstand
10.35. Het water is langzaam wassend
Uit Tiel
Door den hoogen waterstand is de
[gierpont van de reep genomen.
De uiterwaarden zyn ingeloopen.
Te Wilp heeft Dinsdag een eigenaar
van huizen een zijner huurders, wien
hy voor 14 dagen de huur mondeling
had opgezegd en die niet was ver
trokken, bewerende bij het jaar te
hebben gehuurd, eenvoudig het huis
boven zyn hoofd door den timmerman
v. B. doen afbreken, de ramen en
deuren doen wegnemen enz., zoodat
het gezin Dinsdagnacht zoo goed
onder den blooten hemel heeft moe
ten overnachten.
Tegen den timmerman wordt proces
verbaal opgemaakt wegens huisvrede
breuk. (Z. C.)
Vrijdag denken van Groningen naar
Transvaal te vertrekken eene hoofd
verpleegster en twee verpleegsters
voor het ziekenhuis aldaar. De eerste
zal als directrioe optreden. Voor een
paar vaoatures wenschte men daar
het Hoüandsoh element te versterken,
waartoe het bestuur van bedoeld
ziekenhuis zioh tot den consul te
Amsterdam wendde met bovenge
noemd gevolg. Zoodra echter de
Engelsohe verpleegsters in het zieken
huis van deze zaak kennis kregen,
legden allen hare functies neer, tot
zelfs de keukenmeid toe. Opnieuw
werd de zaak ter kennis van den
consul gebracht, om nu maar zoo
mogelijk voor een geheel Hol
landsch personeel te zorgen, 't Gevolg
van een en ander is geworden, dat
behalve de drie bovenbedoelden, met
vier weken nog een viertal verpleeg
sters en een keukenmeid van Gro
ningen naar de Zuid-Afrikaansohe
Republiek zullen vertrekken.
(P. G. C.)
Rechtszaken.
De rechtsgeleerde tappar.
Voor de 5e Kamer der Amster
dameohe rechtbank werd Woensdag
in hooger beroep behandeld de zaak
van een tapper aldaar, die, zonder
vergunning van de bevoegde auto
riteit, muziek (door een orgel) in
zijn inriohting had laten maken en
aldaar laten danssn. Het orgel was
geplaatst aohter een schutting gren
zende aan de voor 't publiek bestem
de kamer. Het geluid was goed hoor
baar in het lokaal en er werd lustig
gedanst op de tonen van het
orgel.
De tapper wees er op dat bij arrest
van 6 Mei 1895 de Hooge Raad be
slist had dat muziek in 6en kamer,
grenzende aan de gelagkamer, viel
onder de verbodsbepaling der ver
ordening en dat hij bekl. zijn laatste
overtreding had begaan op 2 Mei
1895, zoodat 't arrest op hem niet
van toepassing wa3. En vervolgens
voerde hy aan, dat do muziek niot
gfaohikt was om er op te dansen,
zoodat de bewegingen die het pu
bliek met de beenen maakte, niet
onder darden vielen, 't Kostte den
voorzitter heel wat moeite den bo
klaagde aan 't verstand te brengen
dat de H. R. alleen de verordening
had uitgelegd en dat de verordening
zelve zoowel voor sIb na 6 Mei 1895
verbindend was. Maar ook nadat
het O. M. nog herinnerd had, dat
reeds in 1888 een dergelijke beslis
sing door den H. R. was gegeven,
bleef de man by zyn overtuiging,
dat bq alleen voor feiten na 6 Mei
1895 begaan, kon gestraft worden.
Aan de agenten die als getuigen
optraden, vroeg de tapper welke
dansen (polka, mazurka, wals enz.)
zq hadden waargenomen. Op hun
verklaring dat eq de dansfiguren
niet kenden, waa de tapper van oor
deel dat zy een valschen eed af-
't O. M. requireerde bevestiging
van de beslissing dea kantonrechters
die de man veroordeeld had. Bekl
gaf verder af op „valsohe rapporten,"
waardoor zyn „muziekvergucning"
was ingetrokken* 't Rapport wilde hy
gaarne aan de reohtbank overleggen 1
Pruttelend en morrend ging de man
heen.
Het glaitingsuur.
In een zaak het sluitingsuur be
treffende deelde het O.M. bq de reoht
bank te Amsterdam mede dat z. i.
het bekende arrest van den Hooien
Raad over de ZwoLche verordening
niet toepasselyk is op de Amster-
damsohe, omdat deze niet dezelfde
strekking als de eerste heeft. De
Amsterdamsche verordening stelt
een bepaald uur van sluiting vast en
kent alleen een recht van dispensatie
toe aan den burgemeester, terwyl de
Zwolsohe verordering hem het recht
geeft het sluitingsuur heel in het
algemeen te wijzigen. Blijkbaar ver-
eenigt dus het parket zioh met de
meening van het Weekblad van het
Recht (no. 6769).
Over de vraag of aan art. 164 der
Amst. Verordening ook iets hapert,
omdat het de bevoegdheid tot dispen
satie aan den burgemeester alleen en
niet aan B. en W. opdraagt (zie het
aangehaalde Weekblad) liet 't O. M.
zich niet uit.
De politie van den Haag heeft pro
cesverbaal opgemaakt tegen een col
porteur van een valsche tijding, de
ijzingwekkende geschiedenis bevat
tende van een geheel verdichten moord
op den Loosduinschen weg.
Proces Elba-Crathie.
In het proces over het bedrag der
schadevergoeding werd Woensdag ter
rolle der Rotterdamsche rechtbank
voor de gedaagden een conclusie ge
nomen, komende tot deze slotsom
„Dat de rechtbank de waarde der
„Elbe" vaststellende op zoodanig be
drag als zij zal juist oordeelen, zal
verklaren, dat de gedaagden sub 2o,
de eigenaars der „Crathie," de tegen
den eersten gedaagde uit te spreken
veroordeeling zullen kunnen praes-
steeren door betaling aan de eisohe-
res en de belanghebbenden bq de
lading der „Elbe" te zamen, van een
aandeel in een som van aoht en der
tig honderd pond, elk naarmate van
zijn aandeel in het schip, kosten
rechtens."
Ook in dit proces is de eischeres
vertegenwoordigd door mr. E. E. van
Raalte en verschynen de gedaagden
by procureur mr. W. M. Reep maker.
8SMEN6D NIEUWS
De Eogelsonen schijnen geluk te
zullen hebben. Den gouverneur van
de Goudkust is medegedeeld, dat de
schatten van den koning Prerapeh
van de Ashantynen dioht by Comas-
sie zijn begraven in een grot van
vijftig voet diepte. En nu moeten de
Eagelschen onmiddellijk aan het
graven zyn gegaan 1
In de nabijheid van Athus Longway
heeft in een ijzergieterij een ontplof-;
fing plaats gehad, doordat een water-
reservoir instortte boven de machines.
Twaalf werklieden moeten gedood en
vele gekwetst zijn.
ter dan die van Tovotsky en met zijn mes bracht hy
den Rus een menigte meesteken toe, zoodat zijn
borst bedekt was met wonden en hij weldra flauw
scheen te zullen vallen van uitputting.
Misschien zou hij gestorven zijn waar hij stond, maar
door een vreeselijke inepinniDg wist hij zich los te rukken;
en met den schreeuw van een wild beest stiet hij zijn
mee tot het helt in de zjj ie van den Amerikaan. Het brsk
bij bet handvat af; maar het lange lemmet zat in het
vleesch en de kracht van dien slag was zoo overweldi
gend, dat Ssinner zich oprichtte, terwijl de dood ge
schreven stond in zijne uitpuilende oogen en op zijn
verwrongen trekkeD. Toch had hij nog de kracht zich
te wieken, want zijn tegenstander had na geen wapen
en de Amerikaan dit ziende holde met een woedend
gebrul achter hem aan; Tovotsky viuchtte, verbrak den
kring en rende als een bezetene door het vertrek. Skinner
volgde beir, bij elke beweging gilde hij van pijn, zijn
mond bedekt met schuim. Ten laatste kwam Tovotsky
bij de dQur, zijn tegenpartij was Blechts een paar voet
achter hem, maar de Rus verdween door het gordijn,
waarop Skinner een doodsangst over zich voelde komen.
Als vastgenageld bleef hij staan, wierp zijn mes naar
den Rus en viel dood neer. De mannen uitten een lui
den kreet en holden van hun plaats om den anderen
te zoeken; dood brachten zy hem binnen, maar verre
evenwel van geroerd te zijn door dit akeUg gezicht,
schreeuwden zij en brulden zij en zy kwamen slechts
tot kalmte toen de kapitein zijn stem liet uooren.
„Breng hem in de grot, en leg hem daar neer, dan
kan hij wat atkoelen," zeide hij en oogenblikkelijk wer
den zijn bevelen gehoorzaamd. Anderen haalden onge
vraagd emmers en dweilen en maakten het vertr-k
schoon, waarna Black zijn mannen aansprak, alsof dit
vreeselijk tconeel een zeer gewone gebeurtenis was.
„Voordat ik u goeden nacht wensch," zeide hij, „wensch
ik u mede te deelen, dat wij een vreemdeling bij ons
hebben maar hij moet hier blijven en hij staat onder
mijn zorg."
„Wat heeft hij gedaan?" vroeg Four-Eyee, die mij
met veel nieuwsgierigheid aanzag; maar "de kapitein
antwoordde„dat is mijn zaak, en jij houdt je mond.
als je niet wilt, dat ik hem uit zal snijdenweldra zal
hij zich bij ons voegen."
„Dzt is tegen de regels in," zeide de Brullende Jan,
die dat zeer scheen af te keuren.
„Tegen wat?" vroeg Black met een donderende stem,
een woedenden blik op den man werpend, „tegen wat
zegt gij
„Tegen de regels," antwoordde de Brullende Jan, „één
van zijne mannen brak mij mijn kaak en ge begrijpt
ik wensch hem dat betaald te zettengij moogt niet
handelen in tegenspraak met wat geschreven staat, even
min als wij."
Black zijn toorn was duidelijk zichtbaar, maar hij he-
heerschte zich.
„Mogelijk hebt gy gelijk," zeide hij achteloos„onze
regel is, dat geen vreemdeling bij ons vertoeft, tenzij
hij zich bij ons voegt, uitgezonderd zij, die in de mijnen
werken maar in dit geval heb ik mijne eigen inzich
ten en wanneer de tijd daar is, zal ik mij verantwoor
den. Die tijd is nog niet daar, en indien er soms ie
mand mocht wezen, die mij de les wenscht te lezeD,
la-.t hij vooruittreden gy misschien, Jan?"
Dr. Jameson o s. In Bow-Street.
Het eigenlijke prooes tegen dr.
Jameson en consorten is Maandag
aangevangen. Het heeft weinig be-
langryk8 opgeleverd en het talrqke
publiek onthield zioh van elke de
monstratie. De zitting was zoo saai
mogelqk, zegt de Westmimter Gazette
ea het is nu duidelijk dat de buiten
gewone uitbarsting van geestdrift brj
Jamesons eerste versohgning in Bow-
street meer het gevolg was van de
spanning, veroorzaakt door de ge
heimzinnigheid waarmede zijn aan
komst was omringd, dan aan het
bestaan van groote sympathie by het
publiek.
De zaal van de politie-rechtbank
had Maandag meer van eensohouw-
burg- dan van een gerechtszaal. In
plaats van in de gebruikelijke yzeren
kooi, zaten de besohuldigden op een
ry stoelen naast elkander. Ter weers
zijden van den zetel des rechters
waren een aantal stoelen ingenomen
door dames en heeren der aristooratie,
onder wie de hertog van Aberoom,
de graaf en gravin van Coventry,
admiraal sir John Commerell en ver
wanten en vriendinnen van de be
sohuldigdenverdsr waa elk hoekje
der zaal bezet.
Voor de Kroon trad op de advooaat-
generaal Bir Riohard Webster, wiens
pleit er op gerioht was het bewys te
leveren, dat de expeditie welke op 29
December 1895 de Transvaal binnen
▼iel, een lang te voren beraamd plan
was om dien bevrienden staat te
overrompelen. Om dit te bewyzen was
het voldoende den loop der gebeur
tenissen na te gaan.
In November II. werd de politie van
Britsoh Beohuanaland ontbonden en
de manschappen die wildeD, konden
dienst nemen by de Chartered Com
pany. Tegen 25 December waren 200
üunner te Mafeking aangekomen en
ongeveer 160 waren in dienst van de
Company getreden. Zy werden met
Lee-Metford repeteergeweren gewa
pend en vooraf werden zij te Mafe
king gedrildhet heette dat zy zouden
uitrukken tegen een Kafferboofd in
Noord-Beohuanaland. Terzelfder tyd
werd een krijgsmacht van 371 man
te Pitsani geoefend en op 29 Deoember
rukten beide troepen, blykbaar vol
gens afspraak, te gelyk op. Langs
den weg naar Johannesburg waren
depots van proviand, ammunitio en
reservepaarden opgerioht en van deze
depots word ook gebruik gemaakt.
Op den avond van 29 December was
er parade gehouden te Mafeking en
by die gelegenheid deelde majoor
Coventry den troepen mede, dat de
tooht naar Johannesburg ging; hy
vroeg daarvoor vrijwilligers en 120
man boden zich aan. Kolonel Grey
antwoordde op een vraag van een der
mannen: „Ik mag niet zeggen dat wij
gaan op bevel der Koningin, maar
wy gaan om te strijden voor de over
macht van de Britsohe vlag in Zuid-
Afrika." Ieder man kreeg een rantsoen
voor éen dag on 110 patronen.
Terzelfder tijd was er parade te
Pitsani, waar dr. Jameson een toe
spraak tot de mannen hield. Hij zeide,
dat hij een brief had ontvangen van
vyf heeren uit Johannesburg, en dat
hy daarheen ging om Engelsohe vrou
wen en kinderen te besohermen; de
toebereidselen tot het plan waren zoo
in het geheim genomen, dat men
waarschijnlijk zonder vechten te Jo
hannesburg zou komen. Kolonel White
zeide dat zy geholpen zouden wor
den door 2000 man uit Johannesburg
en bovendien door troepen uit de
Kaap, Natal en Pondolaland. Des
avonds om 6 uur ging de troep uit
Pitsani op weg en sloot zich bij Mal-
mani, op Tranevaalsoh grondgebied,
by den troep uit Mafeking aan. Vooraf
waren do telegraafdraden doorgesne
den.
Komerde op den slag byKrugers-
dorp, zeide de advooaat-generaal dat
er geen twyfel bestond of de beschul
digden waren de aanvallers geweest.
Hij gaf toe dat zy zich uiterst dap
per gedragen hadden, maar zij had
den zioh schuldig gemaakt aan een
zeer ernstige misdaad, die was uitge-
loopen op het dooden en verwonden
van Britsohe onderdanen en Boeren.
Deze loftuiting van den advocaat-
generaal was al zeer misplaat tde
Britsohe moed sobijnt wel een zeer
zeldzaam artikel geworden te zijn, als
een ambtenaar van het openbaar mi
nisterie de dapperheid der besohul
digden aldus gaat uitbazuinen, merkt
de Daily Chronicle op.
Hiermede was de rede van den
advocaat-generaal geëindigd en werd
Bij die bedreiging ging hij angstig achteruit, maar
toen wij heengingen werd er in de kamer gemompeld
en ik twijfel er niet aan of mijn tegenwoordigheid werd
besproken. Maar dit trok ik mij r.iet aan, want Black
was heer en messter, daaraan twijfelde ik niet en hij
beschermde mij.
Wij gingen met hem terug naar den langen gang
waar ik de slaapkamer gezien had en hij wenschte mij
goeden nacht. De dokter wees mij mijn kamer in den
gang, een vertrek tegelijk voor zit- en slaapkamer in
gericht; de kamer wa3 uitgehouwen in de rotsen maar
de ramen zagen uit op de zeeen toen hij zich overtuigd
had, dat niets mij ontbrak, ging ook hij zijns weegs.
Maar eerst zei hij
„Gij moet wel onder een gelukkig gesternte geboren
zij igij zijt de eerste aan wien Black ook maar een
uur genade schenkt."
HOOFDSTUK XVIII.
Het hol des Doods.
Het bed waarin ik lag was verwonderlijk zacht en
donzigen de koude deed mij vast slapeD, zoodat ik
laat wa&ker werd en zag dat de zon in myB kamer
scheen, toen de neger mij kwam vertellen, dat myn
bad gereed was. De badkamer was eenige passen ver
wijderd van mijn slaapvertrek; mvar het water datnit
de zilveren kranen stroomde, was yskoud, en ik hui
verde na mijn odderdouipe.ini., ofschoon de schoon
heid en weelde van de kamer mijne bewondering op
wekten.
Het was geen gewone badkamer; de kuip was groot
genoeg om er in te zwemmen en was geheel van mar
mer; terwijl zachte, helder getinte tapijten op den
grond lagen en de sola's bedekten, terwyl de zoldering
versierd was met Oostersch fchilderwerk.
Toen ik weer naar mijn slaapkamer terugging, vond
ik, dat men mijn bed van het overige gedeelte van de
kamer had afgescheiden door een gordyn. Opdeze wijze
had men een aangenaam vertrek verkregen met boeken
armstoelen, een schrijftafel en een haard, waarin eeu
helder vnur brandde. Maar nog meer verrast w*s ik
toen ik uit het raam keek; ik had het gezicht over een
door de zon verlicht fjord, over bergtoppen bedekt met
glanzende sneeuwen daar tusschen zag ik een einde
loos verschiet van een sneeuwvlakte, wit, oogverblin
dend, wel eenigszins eentonig, maar toch afgebroken
door groene velden, welke zich naar de zee schenen
uit te strekken.
Wordt vervolgd