Jende belangrijke industrieels inrich tingen, welxe de eigenaars of bestuur ders er van, hoewel daartoe uitge- noodigd, in gebreke zijn gebleven der Kamer te verschaften. Ten slotte werd nog door den voor zitter medegedeeld, dat hij met den secretaris op 1 April jl. namens de Kamer den Directeur van het Post kantoor, den heer F. H. H. Doffen nies, met diens 40-jarige ambtsver vulling bij den dienst der posterijen zijne gelukwenschen is gaan aan bieden. Maatschappij tot bevordering der BDUwkunst. Afd. Haarlem en Omstreken Vergadering van 8 April 1896. De vergadering van dezen avond was voornamelijk belegd voor de be handeling van de rapporten der ver schillende oommissies voor de be antwoording van de door het hoofd bestuur der Maatschappij gestelde vragen. Van de 13 vragen waren er 11 in handen van versohiilende oommissies ter beantwoording gesteld, en wel de navolgende 1. Wat kan door de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst ge daan worden, ter bevordering der Kunstnijverheid in Nederland. {Afd. 'a Oravenhage.) 2. Indien een examen voor den arohiteot wensohelijk en verpliohtend wordt geaobt, welke wijze is dan de beste om dat examen in te voeren en verplichtend te stellen (Afd. Haarlem 3. Welke praotische waarde heeft de studie der hoogeremathematische wetensohappen voor den arohiteot (afd. 's Gravenhage.) 4. Wat leert de afbraaK van oude gebjuwen ten opziohte van vroeger gebruikelijke fundeeringswyzen Wat leert de ervaring omtrent het gebruik maken van oude fundeerin gen in nieuwe gebouwen? (afd. 'a Gravenhage.) o. In oude gebouwen op slappen bodem, op houten fundeering gebouwd komen menigmaal verzakkingen voor van binn< jmuren en gevels. Welke middelen moet men toepas sen om deze gebreken te herstellen, wanneer do "f bovenliggende binten en vloeren of door aangrenzende per- cee'en, het inheien van eene nieuwe paalfundeering onmogelijk is Op welke wijze kunnen onder der gelijke omstandigheden soliede fundee ringen voor machineblokken, brand heldere enz. worden aangelegd (afd. Amsterdam.) 6. Wat is, bij de vele knoeierijen bestaande in het dooréénmengen van steen- en schelpkalk, de beste wjjze om kalk te keuren Heeft Friesche kalk voordeelen boven die van den Rijn zoo ja, welke (Afd. Haarlem). 7. Welke zijn de voor- en nadeelen van het gebruik van Belgisohen met selsteen tegenover ons inlandsoh fabrikaat, en welke zijn de oorzaken van het steeds toenemend gebruik van eerstgenoemde steensoort? (Afd. Haarlem). 8. Het is meermalen voorgekomen dat Groninger gevelsteen, hoofdzake lijk de roode, niet bestand is tegen de inwerking der buitenlucht. De door speciale bewerking verkregen gladde opperhuid laat zich na eenigen tgd los, waarna eene zaohte substantie i overblijft en aanleiding geeft tot ont siering en voohtige muren. "Wat is hiertegen te doen om de opperhuid te beschermen en zoodoen de de aangename roode kleur te be houden. Is de fabrikage dezer steenen ook ■voor verbetering vatbaar. (Afd. Utrecht). 9. Welke zyn de voor- en nadee len van het. dekken met leien met haakjes Welke is de beste leibedekking (Afd Amsterdam). 12. In welke gevallen is, aan het) uitwendige van gebouwen of andere getimmerten, Amerikaanse! grenen- hout aan te bevelen Wat is over het algemeen van de toepassing van dit materiaal bekend 13. Hoedanig is uw oordeel over! het toepassen van zinken versierin- gen, soms als steen gekleurd, vooral ij openbare en andere belangrijke gebouwen daar waar vroeger lood of koper werd gebruikt? De rapporten op de vragen 1,4, 6, 6, 9, 12 en 13, werden in bun ge heel. sommige na eenige toeliohting, door de vergadering goedgekeurd en zullen aan het Hoofdbestuur opgezon den worden. Over de vragen 2, 3, 7 en 8 bleken de gevoelens dermate uiteen te loopen, dat noch de rapporten der betrekke lijke oommissies geheel instemming vonden, nooh een bepaalde oplossing tijdens de vergadering werd aange geven, waarom besloten werd deze in eene volgende bijeenkomst weder ter tafel te brengen. Nadat nog door een der leden monsters werden getoond van een nieuw soort dakbedekking (Ruberird Roofing) een bedekking, die het asphaltpapier zoowel in duurzaam heid als in kosten met voordeel moet kunnen vervangen, werd de avond besloten met een kunstbe schouwing. waarvoor de heer Jao- ques Leijk de '„Aachener Skizzen" ter beschikking had gesteld. Aanbesteding. Zaterdagnamiddag te 4 uur werd door den arohiteot J. W.Bleyenburg van Rotterdam, in oafé „Van ouds het Raadhuis" te Overveen, aanbe steed Het bouwen van twee villa's op een terrein in het park te Bloe- mendaal. Ingesohreven werd door: N. H. Braakenburg, Overveen f 34500 A. Rinkema, Haarlem, 35360 J. A. Wennekes, 34700 P. Rynierse, Bloemendaal 34375 T. Hilarius Wzn., Haarlem, «40000 M. van Ommeren 34415 De ophooging en het gereedmaken van een terre n aan den Haarlemmer weg tot begraafplaats, is door de naamlooze vennootsohap „Begraaf plaats Vredenhof" gegund aan den heer M. J. van Hattum te Beverwijk. BINNENLAND Haagsche Brieven, Moet ik vandaag wel van den Haag spreken? Heel den Haag, tenminste alles wat „fietst", zal te vinden zijn in het bolienparadijs, in de omstreken van de stad uwer inwoning. Hoe gaarnazouik ook van de partij zijn geweest helaa6 het leven van den journalist stelt hem zware feisohen; hg moet dikwerf waar hij niet wil en hij zou gaarne willen waar hg niet kan. Ik heb me dus sobadeloos gesteld met een morgenwandeling .in onze heerlijke Bosohjes, ook een paradijs, al missen we er de. fraaie kleuren van tulpen, hyacinthen en crocussen. Nu zijn de velden bezaaid met made liefjes en tusschen de opschietende varens beginnen zich de anemonen te vertoonen. Heel de luoht is van dennengeuren vervult een verblij denis des harten. In het geheel geen tijd om te denken aan de dorre politiek. Dan de Eerste Kamer komt morgen Maandag avond bijeen om de wet op het per soneel te gaan behandelen en aan te nemen, wat wel niet te betwijfelen valt. Er zal stellig nog wel een woordje worden gezegd over bet antwoord der Regeering, wat haar werkplannen betreft, een antwoord, dat, zeer handig het verband tussohen de belastingwet en de kieswet totaal ignoreerde. Ook behoeft men geen voorzienenden geest te bezitten om het als vry waarschijn lijk te beschouwen, dat de Regeering zal worden gevraagd naar haar in zichten omtrent Atjeb. Zoowel onze jonge Koningin als de Regentes laten zioh voortdurend in lichten omtrent degebeurtenissen in de Oost en bet moet bepaald opmerkelijk- zijn, hoe goe i beiden zich op de hoogte toonen van den toestand. Ik boorde dezer dagen trouwens verzekeren, dat Koningin Wilhelmina een „knappe" jonge dame is. Van de talen gaat het Engelsch haar het best afzij spreekt het vloeiend, iets dat te wijten zal zijn aan den voortdurenden omgang met mies Saxion Winter. De Regentes houdt er anders van dat, in gewone omstandigheden, de taal van de Hof houding het Nederlandsoh iB en be ijvert zich persoonlijk nog steeds om germanismen te vermijden. Natuurlijk zijn ervele ledenvan de Hofhouding,zoo dames als heeren, die veelFranscheuit drukkingen gebruiken. Men vertelde mij, dat de Regentes een eigenaar dige manier heeft om te doen big- ken dat zij dit afkeurt. Wordt in hot ge?prek met haar zulk een uit drukking gebruikt, dan brengt zij die ook te pas, maarvertaald. Moer op den man af, is wel niet mogeljjkl De Regentes en geen enkele Vorst of Vorstin ter wereld kan steeds „op den man af" gaan, waar het geldt een woord van lof te spre ken. Dikwerf komt de goedkeuring, het blijk van Vorstelijke tevreden heid, aan het verkeerde adres. Gy zult gezien hebben, dat Vrijdagavond, in de manége der Koninklijke stal len, een assaut heeft plaats gehad door het stalpersoneel, ten aanschou- we der Koninginnen en een klein ge volg. Er waren, als in een circus, pantomime-vertoonende clowns en zelfs gedresseerde honden. Maar het is duidelijk, dat de hoofdzaak was de vertoonde proeven van uitateken- de rijkunst, bet voltigeeren en het sohermen. De bedoeling was niet een grapje of een uitspanning, maar om der Vorstinnen te toonen, hoe het jongere personeel uitstekend ge oefend wordt, rijdende als volleerde piquenrs voltigeerende en schermende als dragonders. De Regentes betoonde daarvoor haar tevredenheid aan den ohef van het staldepartement, baron Bentinok, wiens naam dan ook on deraan het programma prijkte. Tooh had deze en daarop doelde ik straks part nooh deel aan de orga nisatie en aan de leiding. Degene-i die het personeel oefenen en alles instudeerden, met name de onder stalmeester Bielefeld, bleven besohei- den op den aohtergrond. Bescheidenheid is een deugd, on getwijfeld. Zoo goed als onbeschei denheid een ondeugd. Aan te groote bescheidenheid leed stellig niet de schutter, die deze week bij de oefe ningen in het Malieveld verscheen, gezeten op 6en ongezadelden rossi nant en getooid met withouten klompen. Voor zyn pleizier heeft hij een paar uren straf exeroitie gehad en eerstdaags zal de schuttersraad uitmaken in hoeverre hij de uniform heeft beleedigd, door haar belaohe- lyk te maken. Een exemplaire straf zal stellig goed doen. Want men moet weten, dat dit geval niet op zichzelf staat. Men heeft hier te do6n met een uitvloeisel van een sedert korten tgd in de residentie, in navolging van de hoofd stad, op touw gezet, verzet tegen den sohutterljjken dienst. Van welke zijde die beweging uitgaat, zal wel geen nadere verklaring behoeven. Ik vind dat uitermate dom en de manifestatie even belachelijk als de potsierlijk uitgedoste schutter. Ze ker, er is in ons land geen instelling die zoo goed tot ridiculiseeren leent als juist de schutterij en ik heb hoo- ren beweren, dat de bewuste sohut- ter goed deed door klompen aan te trekken, omdat dezo voetbedekking de geheele instelling het best zou ka rakteriseeren. Dooh le ridicule tue is iu dit geval een phrase, zonder q;eer. Indien men bezwaren heeft tegen de schutterij, hetzg uit een persoonlijk hetzij uit een algemeen defensie-oog punt wat volkomen verklaarbaar is dan zgn er andere middelen om dit kenbaar te maken, dan een m a nifestatie die, het belaohelijke bedoe lend, belachelijk is op zichzelf en in zichzelf. Bescheidenheid is een deugd, zeide ik. Het wil mij voorkomen, dat die deugd door uitgevers en redactie van ons jongste Haagsche zusje, het „Fa milieblad", sleohts betracht is wat het formaat betreft. "Want in de aan kondiging van wat het blad geven zou, was zooveel pretentie gelegen, dat de zes of zeven nummers die thans verschenen zijn, bitter hebben teleur gesteld en teleurstellen moesten. Een concurrent van de kleine Haagsche bladen zal dit nieuwe dagblad niet worden. Na hetgeen ik over de Haag sche pers in een vorigen schreef, behoef ik dit niet nader aan te toonen. In de uitoefening van zgn beroep kan de dagbladsohrgver, speoiaal de reporter, een kleine dosis gepaste on bescheidenheid moeilijk ontberen. Maar de ervaring leert dat een krant, die meer belooft dan hg geeft of ge ven kan, doet als het vogeltje dat te vroeg het nest verlaat en in de klauwen van poes verdwaalt. H. A. GANUS Jr. Hofberichten. Bij gelegenheid van het verblijf der Koninginnen in de hoofdstad zal op Donderdag 23 April een raout ten hove gegeven worden, terwijl Vrijdag 24 April gala-voorstelling in den Stadssohuuwburg zal plaats hebboc. Het koninklijk staldepartement gaf Vrijdagavond in de manege een assaut, hetwelk werd vereerd met de hooge tegenwoordigheid van de Ko ningin en de Koningin-Regentes en uitgevoerd werd door het personeel der stallen. De manege was versierd met de busten der vorstelijke bezoeksters, vlaggen en groen. Op den grond prijkten in gekleurd zaod de naam cijfers der Koningin en der Regentes met kroon. Te 73,\ uur zjjn HH. MM. in de rgzaal gekomen, ontvangen door den len stalmeester, baron Bentinok, waarna de uitvoering voor HH. MM. een aanvang nam in tegenwoordigheid van de drie hofdames, de Engelsohe gouvernante, den ohef van het Mili taire Huis en verder van de heeren die nu en dan de Koningin te paard vergezellen, te we.en adjudanten en ordonnance-offioieren van het leger,en den particulieron secretaris van H. M. De voorstelling was te 9** uur ge endigd. Het programma, opgelu'sterd door de muziek van het 3e regiment huza ren, was saamgosteld als volgt No. 1 marsoh ouverture 2. voltige (plank); 3. party sohermen (degen); 4. Hongaarsche post,gereden door den len rijknecht5. intermezzo 6. Fancy Queen, gereden door den pikeur; 7. voltige (galop)8. partij sohermen, (sabel)9- intermezzo 10. oaroussel, goreden door postiljons en stal kneohts. Vooral het caroussel werd fraai gereden. Een paar lakeien fungeerden a's clowns en voerden eene pantomime op, zoodat ook de vermakelijke inter mezzo's van het cirous niet achter wege hieven. Zaterdagavond had dezelfde uit voering plaats voor het personeel van Hare Majesteiten. De Koningin-Regentes bracht Za terdagmiddag het reeds vroeger voor genomen, dooh uitgestelde bezoek aan deziekeninriohting De Voorzienigheid te Scheveningen. H. M. kwam om kwart vóór 2 uur in het gestioht, eene onderafdeeliog van de Amsteidamsohe stichting, ver gezeld van de hofdame freule Van de Poll, en werd ontvangen door de moeder-overste en eenige zusters. In de speelzaal van het gesticht binnen geleid werd der Koningin door een 120tal verpleegden meisjes van 3 tot 20 jaar het volkslied toegezongen. Daarna werd aan een der meisjes vergund H. M. toe te spreken en te bedanken voor de eer van dit bezoek. Vervolgens beziohtigde de Regen tes de versohiilende lokalen der in richting en sprak een kind toe dal juist van diphteritis was hersteld en waarvoor een paar weken geleden het bezoek aan de inrichting was uitgesteld. By haar vertrek stelde H. M. aan de moeder-overste een gift ter hand om de kinderen te o.ithalen, en be tuigde hare ingenomenheid met het geen zij had gezien. Arbeidswet. Bg koninklijk besluit van 2 dezer (Stbl. 63), opgenomen in de Staatscou rant van 12/13 dezer, zijn bepalingen vastgesteld tot regeling van den werk kring en de bevoegdneid van de in specteurs en verdere ambtenaren, be doeld bij art. 12 der arbeidswet. De voornaamste bepalingen zijn Voor het toezicht op de uitvoering van de arbeidswet wordt het Rijk verdeeld in zes arbeidsinspectiën, waarvan de 1ste omvat de provinciën Limburg en Noord-Brabantde 2e de provincie Zeeland en dat gedeelte der provincie Zuid-Holland dat ge- is bezuiden den rechteroever van de Lek, de Nieuwe Maas, het Scheur en den Nieuwen Waterweg; benevens de gemeente Rotterdam de 3e de provincie Utrecht en dat ge deelte der provincie Zuid-Holland, dat gelegen is benoorden den rech teroever van de Lek, de Nieuwe Maas, het Scheur en den Nieuwen Waterweg, met uitzondering van de I gemeente Rotterdamde 4de de pro- j vincie Noord-Holland, benevens het! niet tot eenige provincie behoorende watergebied des Rijksde 5de de provinciën Gelderland en O vergeel:; l de 6de de provinciën Drente, Fries [land en Groningen. Het toezicht wordt in iedere arbeids inspectie uitgéoefend door een in speoteur, onder wiens bevelen een of meer adjunot-inspeoteurs werkzaam kunnen worden gesteld. Zij bekleeden geen ander ambt of andere bediening zonder koninklijke toestemming en nemen middellyk of onmiddellijk deel aan bedrgven of ondernemingen van fabrieks- of ambtsnijverheid. Bg de uitoefening van hun ambt zgn de inepeoteurs en de adjunct in- epeoteur steeds voorzien van eene hun door den minister van w. h. en n. af te geven legitimatiekaart. De inspeoteurs trachten zooveel mogelijk overeenstemming te bevor deren tussohen de eisohen der wet geving en de belangen van den bg den arbeid betrokken personen. In geval van twijfel omtrent de juiste be- teekenis van eenige bepaling, voor komende in eene wet, iu een konink lijk besluit of in een ministerieel voor- sohrift, vragen zij het oordeel van den minister van w. h. en n. Zij onthouden zioh van het geven van algemeens voorschriften bg wjjze van reglementen, instruoliën of oir- culaires. Zij houden aanteekening van de door hen bezoohte plaatsen, die aan hun toezioht zija onderworpen, en van hunne bevinding aldaar en zen den aan den genoemden Minister, op door dezen aan te geven tijdstippen, afschriften van de kennisgevingen en van de rapporten van burgemeesters, die bij hen inkomen en een verslag omtrent het nader onderzoek, hetwelk door hen mocht zijn ingesteld. Zij dienen den Minister desgevraagd van berioht en advies 6n kunnen hem voor stellen doen. Zij dienen desgevraagd ook den Commissaris der Koningin en den burgemeester van advies in zake door deze ambtenaren ingevolge de arbeids wet te verleenen vergunningen. Ter bevordering van eene gelyk- vormige toepassing der arbeidswet treden de inspecteurs met elkander in overleg. Zij kunnen tot dat doel vergaderingen houden, waarin als voorzitter en secretaris optreden door den Minister aan te wijzen inspec teurs. Tot hetzelfde doel komen de inspeoteurs eens in de drie maanden, of zooveel meer als de Minister noo- dig oordeelt, daartoe door den Mi nister opgeroepen, aan diens depar tement bijeen tot het houden eener bespreking met den minister of met een of meer door hem aangewezen ambtenaren. Wordt den inspecteur of adjunct- inspeoteur do toegang geweigerd tot de plaatsen, die aan huu toezioht zgn onderworpen, dan roepen zij de hulp in van den burgemeester der ge meente of van een anderen ter plaatse bevoegden hulp-officier van jus titie. Het koninklijk besluit van 21 Fe bruari 1890 (Stbl. 27) tot regeling van den werkkring en de bevoegdheden van de bij artikel 12 der wet van 5 Met 18S9 (Stbl. 48) bedoelde inspec teurs wordt ingetrokken. Prof. Forster is uit Straatsburg, waar hem het hoogleeraarsohap werd aangeboden, te Amsterdam terugge keerd. De hoogleeraar heeft nog niet beslist ot hij Amsterdam al dan niet zal verlaten. Die beslissing hangt af van verschillende omstandigheden en kan daardoor nog wel eenigen tijd uitblijven. Het Czaar Pöterhuisje te Zaandam. Het huisje op last van Keizer Ni- colaas II met een brandvrij huis om geven, is thans gereed. De heer A. de Loviaguine, vice- consul van Rusland te Amsterdam, heeft aan de heeren Roeloffzen Hübner de uitvoering opgedragen van een album, dat, behalve een kort historisoh overzicht in deNederland- sche, Russische, Engelsohe en Fran sche talen - een twintigtal afbeel dingen van het in- en uitwendige van het huisje zal bevatten, naar oude gravures en photographieën, zoowel als naar nieuwe. Men zal er ook een aantal facsimiles van handteekeniogen van hooge bezoekers vinden, overge nomen uit de daartoe in het huisje aanwezige registers. Te Vlieland is een grijsaard van 87 jaar voor de 4e maal bruidegom, thans met een weduwe van 60 jaar, die tevens een meisje van 35 mee ten huwelijk brengt. Men sohrqft ons van Tersohelling: Vrijdag hebben de stoomschelpenzui- gers „Friesland44 en „Tijd" hun werk zaamheden op het wrak der Lutine hervat. Binnen drie uur bad men het wrak weder op één punt bloot gezo gen en werden versohiilende voor werpen, als kogels, huidkoper, één Spaansohe mat enz., bovengebracht. In den tijd van drie uur had men het tot eene diepte van 30 voet ge- braoht, een bewijs van de kraoht, waarmede genoemde booten kunnen werken. (Hbld Ee moord te Rotterdam. De voorloopige heohtenis van Wil lem van Berkel is weder door de reohtbank te Rotterdam verlengd. De „Koningin Wilhelmina." Zaterdagnamiddag werd van de werf der Koninklijke Maatschappij «De Sohelde" te Vlissingen te water gelaten het stoomschip „Koningin Wilhelmina," in aanbouw voor de Stoomvaart-Maatschappij Nederland, ten behoeve van haren maildienst op Java. Dit is het eerste sohip van die Maatschappij, waarvan de bouw aan de Nederlandsche nijverheid werd toevertrouwd en het is het grootste van hare bestaande stoomsohepen en zelfs het grootste sohip, immer in Nederland gebouwd. Het heeft de volgende afmetingen Grootste lengte 396 Eng. voet. Grootste breedte 45 Eng. voet. Hol tot opperdek 29 Eng. voet. Hoogte bovenkant, kaartenfcamer 41l/s Eng. voet. Het schip is gebouwd van staal volgens de hoogste klasse van Lloyd en onder toezicht van de Nederland sche vereeniging van assuradeuren. Het heeft 4 vaste dekken alle dek ken die aan de luoht zgn blootge steld zijn van Moulmain-Teak. De inrichting van de eerste klasse passagiers is in de Kampagne met hut ten voor 69 passagiers, mot ruime kinderkamer, badkamers, deksalons, tz. De tweede klasse bevindt zioh op het opperdek-midsoheeps met inrich ting voor 30 passagiers. Het borentusschendek in hetvóor- groot en aohterlaadruim is ingericht voor troepenvervoer, met hospitalen, mailkamora en bagageruimen. Het schip zal een draagvermogen hebben van 3700 gewiohtstonnen, ter wijl de inhoud 1700 Javalast bedraagt. De kolenruimen kunnen 1000 ton kolen bevatten, er bevindt zich een zoetwaterberging in het aohterschip voor 80 ton, terwijl voor keieivoeding een gedeelte dubbele bodem is ge maakt tot berging van 100 ton zoet water. Het schip zal worden voor zien van 2 stalen paalmasten met lar gsscheepsche zeilen. De laadinrichtiDgeD, alsmede het ankerspil in de stuuimaohine worden hydraulisch bewogeD, terwijl het schip eleotri6ch wordt verlicht. Verder zgn aanwezig vries- en koelkamers met Hali's patent, koudeluohtmachine, dis- tilleur enz. De stoomwerktuigen en ketels, die mede door de Maatschappij „De Sohelde" zgn vervaardigd, staan in de werkplaatsen gereed, om aan boord te worden opgesteld. Zij zgn van het Quadruple Com pound Tandom systeem met 2 kruk ken en zullen 4000 I. P. K. kunnen ontwikkelen. De stoomketels, double, en die, zgn vier in getal, benevens een hulpketelzg zuUen werken op een stoomdruk van 210 Eng. ponden. Tevens zgn een groot aantal bij- machines aan boord geplaatst, alle volgens de nieuwste vindingen. Het sobip liep op een craddle te water en de laatste beletselen wer den weggenomen door mejuffr. M, Boissevain, dochter van den heer J. Boissevain, directeur der maatschappij Nederland. Sterftecijfers. De sterftecijfers der groote steden in Nederland waren, met uitzondering van die voor Maastricht en 's Herto genbosch, over het afgeloopen jaar weder gunstig. Zij bedroegen per 1000 inwoners in Leeuwarden 18,7 in Amsterdam en Groningen 18,9, in Haarlem 19,5, in Leiden 19,6 in 's Gravenhage 20,2, in Utrecht 20.6 in Dordrecht 20,9, in Rotterdam 22,1 (met inbegrip der bevolkiDg, geborenen en sterfte der gemeenten Charlois en Kralingen) en in Arnhem 23,3. kleuren, dat onmiddellgk een ravenzwarten tint aannam. Ook de wenkbrauwen en zelfs de oogharen werden door haar op dezelfde wijze behandeld. Eq toen dit tweede proces was geëindigd, was Astrea volkomen onherkenbaar geworden. Hare huid, vroeger' zoo blank, was nu van een heldere olijfaleur. Haar schitterend gouden haar en teeder geteekende wenk- brauwen en oogharen waren thans inktzwart geworden. In een woord, de schitterende blondine was als door een tooverslag veranderd in een b runette. Was zij den vorigen dag schoon geweest als een zonnigen dag, thans geleek hare schoonheid die van een nacht met sterren beschenen. De vrouw staarde met welgevallen op haar werk en zeide halfluid tot zich zelve „Het zal mij verwonderen wat zij denkt, als zij zich voor de eerste maal in den spiegel ziet. Wanneer haar verstand er maar niet door wordt gekrenkt. En wat verder, wanneer zij bemerkt dat zij op zee is, omgeven door niets dan vreemde gezichten? Ik vrees werkelijk dat zij van ontsteltenis wel eens krankzinnig zou kun nen worden „Zijt gg klaar. Wij zullen nauwelijks den tijd hebben, u naar land te brengen en vóór het getij de boot terug te hebben," fluisterde de kapitein door een bier van de deur. «Ja, het werk is geëindigd. Kom en zie den toover- arbeid. En zeg mij, of zij lieftalliger was als blondine, dan zij nu geworden is als brunette. De kapitein kwam zachtjes binnen en keek op de nog altijd bewustelooze Astrea neer. „Zij is buitengewoon schoon, maar in mijn opinie niet zoo mooi als voorde verandering. Intusschen was het, zooals gij zeer juist hebt opgemerkt, voor twee redenen noodig om haar te verven, ten eerste om haar onherkenbaar en daarbij om haar verkoopbaar te maken. Gij hebt uw werk lofwaardig gedaa, Victorine!" „Dank u, monsieur." „En nu naar de boot!" De vrouw Etond op en volgde hem naar het dek. Aan de trap lag een boot, door zes roeiers bemand. De kapitein hielp Victorine er in, nam naast haar plaats en beval op te roeien. De boot werd afgestoken en snel naar het eiland geroeid. Toen zij het strand bereikte sprong Victorine er luchtig uit en werd de boot opnieuw met de kop naar het schip gekeerd. De kapitein wuifde haar nog een afscheidsgroet toe en zeide „Denk om den eersten Juni te Balize." „Ik zal het niet vergeten," antwoordde de vrouw, waarna zij zich omkeerde en naar het huis van kapi tein Fuljoy terugkeerde. Juist brak de dag aan, toen zij door de openslaande vensters de kamer van Astrea weer binnen trad. Daar zat de kamenier Fifine te wachten. „Is er iemand wakker geworden?" vroeg Victorine zacht. „Niemand, alleen de dikke huishoudster ligt onrus tig te draaien en te wentelen in haar bed." „Laat ons dan spoedig naar onze kamers gaan-Iedere minuut, die we hier langer langer blijven, brengt onze veiligheid en ons leven in gevaar." Daarop slopen Victorine en Fifine zachtjes de ka mer nit en de trap op naar hare kamertjes, om eenige uren rust te nemen, voordat de huisgenooten ontwaken en de misdaad ontdekken zouden. Mair Victorine, die een ijzeren gestel scheen te hebben, ging evenwel niet naar bed, maar Wierp het venster open om de frissche morgenbries in te ademen en kleedde zich daarna in de vermomming, wa-irin de familie haar kende als de fransche kok. Zij verborg heur haar onder een groo- ten, zwarten pruik, bevestigde aan lip en kin een zwar ten knevel en imperiale en was, nadat zij een wit linnen jaquet, pantalon en voorschoot had aangetrokken weer gereed haar aandeel te spelen als fransche kok in de comedie, welke zoowel zij, als Fifine, binnen weinige uren zouden hebben te spelen, om geen gevaar te loopen, dat men zou begrijpen, welk een aandeel zij in Astrea's verdwijning hadden HOOFDSTUK II. Astreafs ontwaken. De boot werd snel naar het sohip geroeid. Toen hij daar aankwam was het helder dag geworden. De snel opkomende zon overgoot de zee in het oosten met een stroom van goud en het getjj kenterde. De kapitein sprong op het dek en gaf zgne bevelen op ongeduldi- gen en bevelenden toon. Het anker werd gehesohen, de zeilen bijgezet en de brigantijn kooB zee. Er woei een flinke bries, zoodat zij binnen c en kwartier uit de baai en in een paar uur van het strand af zoogoed als onziohtbaar geworden was. Intussohen kreeg Astrea beneden in de hut allengs haar bewustzijn terug. Inderdaad zou niemand, die zoc lang aan den invloed van ohlorolorm onderworpen was geweest, spoedig hebben kunnen ontwaken Eindelijk toch opende zij hare donkere oogen en keek rond ir een soort van half bewustzijn, zonder herinnering aan wat er gesohied was of vrees voor de toekomst. Zij keek op naar de zoldering, naar de wonderlijke wanden van het vertrekje, naar de kleine deur, totdat ten slotte haar oog viel op een dikke negerin, die naast haar zat Daarop wreef zij hare oogen uit, alsof zij uit een on- aangenamen droom wilde ontwaken en keek weer rond, waarna haar gelaat een uitdrukking kreeg van nieuws gierigheid, daarna van een vage onrust. „Wat is dit hier Hoe ben ik hier gekomen En wio zyt gg vroeg zij in een adem. „Dit schip is de Kittylief kind. De kapitein is je gaan halen. En ik ben de hofmeesteres," zei de negerin. „De Kitty kapitein? hofmeesteres Wat praat gij tooh riep Astrea, hare oogen zoo wijd mogelijk open sperrend. „Je bent op de Kittyliefje, dat heb ik al gezegd. De kapitein is je gaan halen en ik ben de hofmeesteres e ik moet je bedienen." Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2