Jende belangrijke industrieels inrich
tingen, welxe de eigenaars of bestuur
ders er van, hoewel daartoe uitge-
noodigd, in gebreke zijn gebleven der
Kamer te verschaften.
Ten slotte werd nog door den voor
zitter medegedeeld, dat hij met den
secretaris op 1 April jl. namens de
Kamer den Directeur van het Post
kantoor, den heer F. H. H. Doffen
nies, met diens 40-jarige ambtsver
vulling bij den dienst der posterijen
zijne gelukwenschen is gaan aan
bieden.
Maatschappij tot bevordering
der BDUwkunst.
Afd. Haarlem en Omstreken
Vergadering van 8 April 1896.
De vergadering van dezen avond
was voornamelijk belegd voor de be
handeling van de rapporten der ver
schillende oommissies voor de be
antwoording van de door het hoofd
bestuur der Maatschappij gestelde
vragen.
Van de 13 vragen waren er 11 in
handen van versohiilende oommissies
ter beantwoording gesteld, en wel de
navolgende
1. Wat kan door de Maatschappij
tot bevordering der bouwkunst ge
daan worden, ter bevordering der
Kunstnijverheid in Nederland.
{Afd. 'a Oravenhage.)
2. Indien een examen voor den
arohiteot wensohelijk en verpliohtend
wordt geaobt, welke wijze is dan de
beste om dat examen in te voeren
en verplichtend te stellen
(Afd. Haarlem
3. Welke praotische waarde heeft
de studie der hoogeremathematische
wetensohappen voor den arohiteot
(afd. 's Gravenhage.)
4. Wat leert de afbraaK van oude
gebjuwen ten opziohte van vroeger
gebruikelijke fundeeringswyzen
Wat leert de ervaring omtrent het
gebruik maken van oude fundeerin
gen in nieuwe gebouwen?
(afd. 'a Gravenhage.)
o. In oude gebouwen op slappen
bodem, op houten fundeering gebouwd
komen menigmaal verzakkingen voor
van binn< jmuren en gevels.
Welke middelen moet men toepas
sen om deze gebreken te herstellen,
wanneer do "f bovenliggende binten
en vloeren of door aangrenzende per-
cee'en, het inheien van eene nieuwe
paalfundeering onmogelijk is
Op welke wijze kunnen onder der
gelijke omstandigheden soliede fundee
ringen voor machineblokken, brand
heldere enz. worden aangelegd
(afd. Amsterdam.)
6. Wat is, bij de vele knoeierijen
bestaande in het dooréénmengen van
steen- en schelpkalk, de beste wjjze
om kalk te keuren
Heeft Friesche kalk voordeelen
boven die van den Rijn zoo ja,
welke (Afd. Haarlem).
7. Welke zijn de voor- en nadeelen
van het gebruik van Belgisohen met
selsteen tegenover ons inlandsoh
fabrikaat, en welke zijn de oorzaken
van het steeds toenemend gebruik
van eerstgenoemde steensoort?
(Afd. Haarlem).
8. Het is meermalen voorgekomen
dat Groninger gevelsteen, hoofdzake
lijk de roode, niet bestand is tegen
de inwerking der buitenlucht. De
door speciale bewerking verkregen
gladde opperhuid laat zich na eenigen
tgd los, waarna eene zaohte substantie i
overblijft en aanleiding geeft tot ont
siering en voohtige muren.
"Wat is hiertegen te doen om de
opperhuid te beschermen en zoodoen
de de aangename roode kleur te be
houden.
Is de fabrikage dezer steenen ook
■voor verbetering vatbaar.
(Afd. Utrecht).
9. Welke zyn de voor- en nadee
len van het. dekken met leien met
haakjes
Welke is de beste leibedekking
(Afd Amsterdam).
12. In welke gevallen is, aan het)
uitwendige van gebouwen of andere
getimmerten, Amerikaanse! grenen-
hout aan te bevelen
Wat is over het algemeen van de
toepassing van dit materiaal bekend
13. Hoedanig is uw oordeel over!
het toepassen van zinken versierin-
gen, soms als steen gekleurd, vooral
ij openbare en andere belangrijke
gebouwen daar waar vroeger lood of
koper werd gebruikt?
De rapporten op de vragen 1,4,
6, 6, 9, 12 en 13, werden in bun ge
heel. sommige na eenige toeliohting,
door de vergadering goedgekeurd en
zullen aan het Hoofdbestuur opgezon
den worden.
Over de vragen 2, 3, 7 en 8 bleken
de gevoelens dermate uiteen te loopen,
dat noch de rapporten der betrekke
lijke oommissies geheel instemming
vonden, nooh een bepaalde oplossing
tijdens de vergadering werd aange
geven, waarom besloten werd deze
in eene volgende bijeenkomst weder
ter tafel te brengen.
Nadat nog door een der leden
monsters werden getoond van een
nieuw soort dakbedekking (Ruberird
Roofing) een bedekking, die het
asphaltpapier zoowel in duurzaam
heid als in kosten met voordeel
moet kunnen vervangen, werd de
avond besloten met een kunstbe
schouwing. waarvoor de heer Jao-
ques Leijk de '„Aachener Skizzen"
ter beschikking had gesteld.
Aanbesteding.
Zaterdagnamiddag te 4 uur werd
door den arohiteot J. W.Bleyenburg
van Rotterdam, in oafé „Van ouds
het Raadhuis" te Overveen, aanbe
steed Het bouwen van twee villa's
op een terrein in het park te Bloe-
mendaal.
Ingesohreven werd door:
N. H. Braakenburg, Overveen f 34500
A. Rinkema, Haarlem, 35360
J. A. Wennekes, 34700
P. Rynierse, Bloemendaal 34375
T. Hilarius Wzn., Haarlem, «40000
M. van Ommeren 34415
De ophooging en het gereedmaken
van een terre n aan den Haarlemmer
weg tot begraafplaats, is door de
naamlooze vennootsohap „Begraaf
plaats Vredenhof" gegund aan den
heer M. J. van Hattum te Beverwijk.
BINNENLAND
Haagsche Brieven,
Moet ik vandaag wel van den Haag
spreken?
Heel den Haag, tenminste alles wat
„fietst", zal te vinden zijn in het
bolienparadijs, in de omstreken van
de stad uwer inwoning.
Hoe gaarnazouik ook van de partij
zijn geweest helaa6 het leven van
den journalist stelt hem zware feisohen;
hg moet dikwerf waar hij niet wil en
hij zou gaarne willen waar hg niet
kan. Ik heb me dus sobadeloos gesteld
met een morgenwandeling .in onze
heerlijke Bosohjes, ook een paradijs,
al missen we er de. fraaie kleuren
van tulpen, hyacinthen en crocussen.
Nu zijn de velden bezaaid met made
liefjes en tusschen de opschietende
varens beginnen zich de anemonen
te vertoonen. Heel de luoht is van
dennengeuren vervult een verblij
denis des harten.
In het geheel geen tijd om te denken
aan de dorre politiek. Dan de Eerste
Kamer komt morgen Maandag
avond bijeen om de wet op het per
soneel te gaan behandelen en aan te
nemen, wat wel niet te betwijfelen
valt. Er zal stellig nog wel een woordje
worden gezegd over bet antwoord der
Regeering, wat haar werkplannen
betreft, een antwoord, dat, zeer handig
het verband tussohen de belastingwet
en de kieswet totaal ignoreerde. Ook
behoeft men geen voorzienenden geest
te bezitten om het als vry waarschijn
lijk te beschouwen, dat de Regeering
zal worden gevraagd naar haar in
zichten omtrent Atjeb.
Zoowel onze jonge Koningin als de
Regentes laten zioh voortdurend in
lichten omtrent degebeurtenissen in de
Oost en bet moet bepaald opmerkelijk-
zijn, hoe goe i beiden zich op de hoogte
toonen van den toestand. Ik boorde
dezer dagen trouwens verzekeren, dat
Koningin Wilhelmina een „knappe"
jonge dame is. Van de talen gaat het
Engelsch haar het best afzij spreekt
het vloeiend, iets dat te wijten zal zijn
aan den voortdurenden omgang met
mies Saxion Winter. De Regentes
houdt er anders van dat, in gewone
omstandigheden, de taal van de Hof
houding het Nederlandsoh iB en be
ijvert zich persoonlijk nog steeds om
germanismen te vermijden. Natuurlijk
zijn ervele ledenvan de Hofhouding,zoo
dames als heeren, die veelFranscheuit
drukkingen gebruiken. Men vertelde
mij, dat de Regentes een eigenaar
dige manier heeft om te doen big-
ken dat zij dit afkeurt. Wordt in
hot ge?prek met haar zulk een uit
drukking gebruikt, dan brengt zij die
ook te pas, maarvertaald. Moer
op den man af, is wel niet mogeljjkl
De Regentes en geen enkele
Vorst of Vorstin ter wereld kan
steeds „op den man af" gaan, waar
het geldt een woord van lof te spre
ken. Dikwerf komt de goedkeuring,
het blijk van Vorstelijke tevreden
heid, aan het verkeerde adres. Gy
zult gezien hebben, dat Vrijdagavond,
in de manége der Koninklijke stal
len, een assaut heeft plaats gehad
door het stalpersoneel, ten aanschou-
we der Koninginnen en een klein ge
volg. Er waren, als in een circus,
pantomime-vertoonende clowns en
zelfs gedresseerde honden. Maar het
is duidelijk, dat de hoofdzaak was
de vertoonde proeven van uitateken-
de rijkunst, bet voltigeeren en het
sohermen. De bedoeling was niet
een grapje of een uitspanning, maar
om der Vorstinnen te toonen, hoe
het jongere personeel uitstekend ge
oefend wordt, rijdende als volleerde
piquenrs voltigeerende en schermende
als dragonders. De Regentes betoonde
daarvoor haar tevredenheid aan den
ohef van het staldepartement, baron
Bentinok, wiens naam dan ook on
deraan het programma prijkte. Tooh
had deze en daarop doelde ik
straks part nooh deel aan de orga
nisatie en aan de leiding. Degene-i
die het personeel oefenen en alles
instudeerden, met name de onder
stalmeester Bielefeld, bleven besohei-
den op den aohtergrond.
Bescheidenheid is een deugd, on
getwijfeld. Zoo goed als onbeschei
denheid een ondeugd. Aan te groote
bescheidenheid leed stellig niet de
schutter, die deze week bij de oefe
ningen in het Malieveld verscheen,
gezeten op 6en ongezadelden rossi
nant en getooid met withouten
klompen. Voor zyn pleizier heeft hij
een paar uren straf exeroitie gehad
en eerstdaags zal de schuttersraad
uitmaken in hoeverre hij de uniform
heeft beleedigd, door haar belaohe-
lyk te maken. Een exemplaire straf
zal stellig goed doen. Want men
moet weten, dat dit geval niet
op zichzelf staat. Men heeft hier
te do6n met een uitvloeisel van
een sedert korten tgd in de
residentie, in navolging van de hoofd
stad, op touw gezet, verzet tegen den
sohutterljjken dienst. Van welke zijde
die beweging uitgaat, zal wel geen
nadere verklaring behoeven.
Ik vind dat uitermate dom en de
manifestatie even belachelijk als de
potsierlijk uitgedoste schutter. Ze
ker, er is in ons land geen instelling
die zoo goed tot ridiculiseeren leent
als juist de schutterij en ik heb hoo-
ren beweren, dat de bewuste sohut-
ter goed deed door klompen aan te
trekken, omdat dezo voetbedekking
de geheele instelling het best zou ka
rakteriseeren. Dooh le ridicule tue is
iu dit geval een phrase, zonder q;eer.
Indien men bezwaren heeft tegen de
schutterij, hetzg uit een persoonlijk
hetzij uit een algemeen defensie-oog
punt wat volkomen verklaarbaar
is dan zgn er andere middelen om
dit kenbaar te maken, dan een m a
nifestatie die, het belaohelijke bedoe
lend, belachelijk is op zichzelf en in
zichzelf.
Bescheidenheid is een deugd, zeide
ik. Het wil mij voorkomen, dat die
deugd door uitgevers en redactie van
ons jongste Haagsche zusje, het „Fa
milieblad", sleohts betracht is wat
het formaat betreft. "Want in de aan
kondiging van wat het blad geven
zou, was zooveel pretentie gelegen,
dat de zes of zeven nummers die thans
verschenen zijn, bitter hebben teleur
gesteld en teleurstellen moesten. Een
concurrent van de kleine Haagsche
bladen zal dit nieuwe dagblad niet
worden. Na hetgeen ik over de Haag
sche pers in een vorigen schreef,
behoef ik dit niet nader aan te toonen.
In de uitoefening van zgn beroep
kan de dagbladsohrgver, speoiaal de
reporter, een kleine dosis gepaste on
bescheidenheid moeilijk ontberen.
Maar de ervaring leert dat een krant,
die meer belooft dan hg geeft of ge
ven kan, doet als het vogeltje dat te
vroeg het nest verlaat en in de
klauwen van poes verdwaalt.
H. A. GANUS Jr.
Hofberichten.
Bij gelegenheid van het verblijf der
Koninginnen in de hoofdstad zal op
Donderdag 23 April een raout ten
hove gegeven worden, terwijl Vrijdag
24 April gala-voorstelling in den
Stadssohuuwburg zal plaats hebboc.
Het koninklijk staldepartement gaf
Vrijdagavond in de manege een
assaut, hetwelk werd vereerd met de
hooge tegenwoordigheid van de Ko
ningin en de Koningin-Regentes en
uitgevoerd werd door het personeel
der stallen.
De manege was versierd met de
busten der vorstelijke bezoeksters,
vlaggen en groen. Op den grond
prijkten in gekleurd zaod de naam
cijfers der Koningin en der Regentes
met kroon.
Te 73,\ uur zjjn HH. MM. in de
rgzaal gekomen, ontvangen door den
len stalmeester, baron Bentinok,
waarna de uitvoering voor HH. MM.
een aanvang nam in tegenwoordigheid
van de drie hofdames, de Engelsohe
gouvernante, den ohef van het Mili
taire Huis en verder van de heeren
die nu en dan de Koningin te paard
vergezellen, te we.en adjudanten en
ordonnance-offioieren van het leger,en
den particulieron secretaris van H. M.
De voorstelling was te 9** uur ge
endigd.
Het programma, opgelu'sterd door
de muziek van het 3e regiment huza
ren, was saamgosteld als volgt
No. 1 marsoh ouverture 2. voltige
(plank); 3. party sohermen (degen);
4. Hongaarsche post,gereden door den
len rijknecht5. intermezzo 6. Fancy
Queen, gereden door den pikeur; 7.
voltige (galop)8. partij sohermen,
(sabel)9- intermezzo 10. oaroussel,
goreden door postiljons en stal
kneohts.
Vooral het caroussel werd fraai
gereden.
Een paar lakeien fungeerden a's
clowns en voerden eene pantomime
op, zoodat ook de vermakelijke inter
mezzo's van het cirous niet achter
wege hieven.
Zaterdagavond had dezelfde uit
voering plaats voor het personeel van
Hare Majesteiten.
De Koningin-Regentes bracht Za
terdagmiddag het reeds vroeger voor
genomen, dooh uitgestelde bezoek aan
deziekeninriohting De Voorzienigheid
te Scheveningen.
H. M. kwam om kwart vóór 2 uur
in het gestioht, eene onderafdeeliog
van de Amsteidamsohe stichting, ver
gezeld van de hofdame freule Van de
Poll, en werd ontvangen door de
moeder-overste en eenige zusters. In
de speelzaal van het gesticht binnen
geleid werd der Koningin door een
120tal verpleegden meisjes van 3 tot
20 jaar het volkslied toegezongen.
Daarna werd aan een der meisjes
vergund H. M. toe te spreken en te
bedanken voor de eer van dit bezoek.
Vervolgens beziohtigde de Regen
tes de versohiilende lokalen der in
richting en sprak een kind toe dal
juist van diphteritis was hersteld en
waarvoor een paar weken geleden
het bezoek aan de inrichting was
uitgesteld.
By haar vertrek stelde H. M. aan
de moeder-overste een gift ter hand
om de kinderen te o.ithalen, en be
tuigde hare ingenomenheid met het
geen zij had gezien.
Arbeidswet.
Bg koninklijk besluit van 2 dezer
(Stbl. 63), opgenomen in de Staatscou
rant van 12/13 dezer, zijn bepalingen
vastgesteld tot regeling van den werk
kring en de bevoegdneid van de in
specteurs en verdere ambtenaren, be
doeld bij art. 12 der arbeidswet. De
voornaamste bepalingen zijn
Voor het toezicht op de uitvoering
van de arbeidswet wordt het Rijk
verdeeld in zes arbeidsinspectiën,
waarvan de 1ste omvat de provinciën
Limburg en Noord-Brabantde 2e
de provincie Zeeland en dat gedeelte
der provincie Zuid-Holland dat ge-
is bezuiden den rechteroever
van de Lek, de Nieuwe Maas, het
Scheur en den Nieuwen Waterweg;
benevens de gemeente Rotterdam
de 3e de provincie Utrecht en dat ge
deelte der provincie Zuid-Holland,
dat gelegen is benoorden den rech
teroever van de Lek, de Nieuwe
Maas, het Scheur en den Nieuwen
Waterweg, met uitzondering van de I
gemeente Rotterdamde 4de de pro- j
vincie Noord-Holland, benevens het!
niet tot eenige provincie behoorende
watergebied des Rijksde 5de de
provinciën Gelderland en O vergeel:;
l de 6de de provinciën Drente, Fries
[land en Groningen.
Het toezicht wordt in iedere arbeids
inspectie uitgéoefend door een in
speoteur, onder wiens bevelen een of
meer adjunot-inspeoteurs werkzaam
kunnen worden gesteld. Zij bekleeden
geen ander ambt of andere bediening
zonder koninklijke toestemming en
nemen middellyk of onmiddellijk deel
aan bedrgven of ondernemingen van
fabrieks- of ambtsnijverheid.
Bg de uitoefening van hun ambt
zgn de inepeoteurs en de adjunct in-
epeoteur steeds voorzien van eene
hun door den minister van w. h. en
n. af te geven legitimatiekaart.
De inspeoteurs trachten zooveel
mogelijk overeenstemming te bevor
deren tussohen de eisohen der wet
geving en de belangen van den bg
den arbeid betrokken personen. In
geval van twijfel omtrent de juiste be-
teekenis van eenige bepaling, voor
komende in eene wet, iu een konink
lijk besluit of in een ministerieel voor-
sohrift, vragen zij het oordeel van
den minister van w. h. en n.
Zij onthouden zioh van het geven
van algemeens voorschriften bg wjjze
van reglementen, instruoliën of oir-
culaires.
Zij houden aanteekening van de
door hen bezoohte plaatsen, die aan
hun toezioht zija onderworpen, en
van hunne bevinding aldaar en zen
den aan den genoemden Minister, op
door dezen aan te geven tijdstippen,
afschriften van de kennisgevingen en
van de rapporten van burgemeesters,
die bij hen inkomen en een verslag
omtrent het nader onderzoek, hetwelk
door hen mocht zijn ingesteld. Zij
dienen den Minister desgevraagd van
berioht en advies 6n kunnen hem voor
stellen doen.
Zij dienen desgevraagd ook den
Commissaris der Koningin en den
burgemeester van advies in zake door
deze ambtenaren ingevolge de arbeids
wet te verleenen vergunningen.
Ter bevordering van eene gelyk-
vormige toepassing der arbeidswet
treden de inspecteurs met elkander
in overleg. Zij kunnen tot dat doel
vergaderingen houden, waarin als
voorzitter en secretaris optreden door
den Minister aan te wijzen inspec
teurs. Tot hetzelfde doel komen de
inspeoteurs eens in de drie maanden,
of zooveel meer als de Minister noo-
dig oordeelt, daartoe door den Mi
nister opgeroepen, aan diens depar
tement bijeen tot het houden eener
bespreking met den minister of met
een of meer door hem aangewezen
ambtenaren.
Wordt den inspecteur of adjunct-
inspeoteur do toegang geweigerd tot
de plaatsen, die aan huu toezioht zgn
onderworpen, dan roepen zij de hulp
in van den burgemeester der ge
meente of van een anderen ter plaatse
bevoegden hulp-officier van jus
titie.
Het koninklijk besluit van 21 Fe
bruari 1890 (Stbl. 27) tot regeling van
den werkkring en de bevoegdheden
van de bij artikel 12 der wet van 5
Met 18S9 (Stbl. 48) bedoelde inspec
teurs wordt ingetrokken.
Prof. Forster is uit Straatsburg,
waar hem het hoogleeraarsohap werd
aangeboden, te Amsterdam terugge
keerd. De hoogleeraar heeft nog niet
beslist ot hij Amsterdam al dan niet
zal verlaten. Die beslissing hangt af
van verschillende omstandigheden en
kan daardoor nog wel eenigen tijd
uitblijven.
Het Czaar Pöterhuisje te
Zaandam.
Het huisje op last van Keizer Ni-
colaas II met een brandvrij huis om
geven, is thans gereed.
De heer A. de Loviaguine, vice-
consul van Rusland te Amsterdam,
heeft aan de heeren Roeloffzen
Hübner de uitvoering opgedragen van
een album, dat, behalve een kort
historisoh overzicht in deNederland-
sche, Russische, Engelsohe en Fran
sche talen - een twintigtal afbeel
dingen van het in- en uitwendige van
het huisje zal bevatten, naar oude
gravures en photographieën, zoowel
als naar nieuwe. Men zal er ook een
aantal facsimiles van handteekeniogen
van hooge bezoekers vinden, overge
nomen uit de daartoe in het huisje
aanwezige registers.
Te Vlieland is een grijsaard van
87 jaar voor de 4e maal bruidegom,
thans met een weduwe van 60 jaar,
die tevens een meisje van 35 mee
ten huwelijk brengt.
Men sohrqft ons van Tersohelling:
Vrijdag hebben de stoomschelpenzui-
gers „Friesland44 en „Tijd" hun werk
zaamheden op het wrak der Lutine
hervat. Binnen drie uur bad men het
wrak weder op één punt bloot gezo
gen en werden versohiilende voor
werpen, als kogels, huidkoper, één
Spaansohe mat enz., bovengebracht.
In den tijd van drie uur had men
het tot eene diepte van 30 voet ge-
braoht, een bewijs van de kraoht,
waarmede genoemde booten kunnen
werken. (Hbld
Ee moord te Rotterdam.
De voorloopige heohtenis van Wil
lem van Berkel is weder door de
reohtbank te Rotterdam verlengd.
De „Koningin Wilhelmina."
Zaterdagnamiddag werd van de
werf der Koninklijke Maatschappij
«De Sohelde" te Vlissingen te water
gelaten het stoomschip „Koningin
Wilhelmina," in aanbouw voor de
Stoomvaart-Maatschappij Nederland,
ten behoeve van haren maildienst op
Java.
Dit is het eerste sohip van die
Maatschappij, waarvan de bouw aan
de Nederlandsche nijverheid werd
toevertrouwd en het is het grootste
van hare bestaande stoomsohepen en
zelfs het grootste sohip, immer in
Nederland gebouwd. Het heeft de
volgende afmetingen
Grootste lengte 396 Eng. voet.
Grootste breedte 45 Eng. voet. Hol
tot opperdek 29 Eng. voet. Hoogte
bovenkant, kaartenfcamer 41l/s Eng.
voet.
Het schip is gebouwd van staal
volgens de hoogste klasse van Lloyd
en onder toezicht van de Nederland
sche vereeniging van assuradeuren.
Het heeft 4 vaste dekken alle dek
ken die aan de luoht zgn blootge
steld zijn van Moulmain-Teak.
De inrichting van de eerste klasse
passagiers is in de Kampagne met hut
ten voor 69 passagiers, mot ruime
kinderkamer, badkamers, deksalons,
tz.
De tweede klasse bevindt zioh op
het opperdek-midsoheeps met inrich
ting voor 30 passagiers.
Het borentusschendek in hetvóor-
groot en aohterlaadruim is ingericht
voor troepenvervoer, met hospitalen,
mailkamora en bagageruimen.
Het schip zal een draagvermogen
hebben van 3700 gewiohtstonnen, ter
wijl de inhoud 1700 Javalast bedraagt.
De kolenruimen kunnen 1000 ton
kolen bevatten, er bevindt zich een
zoetwaterberging in het aohterschip
voor 80 ton, terwijl voor keieivoeding
een gedeelte dubbele bodem is ge
maakt tot berging van 100 ton zoet
water. Het schip zal worden voor
zien van 2 stalen paalmasten met
lar gsscheepsche zeilen.
De laadinrichtiDgeD, alsmede het
ankerspil in de stuuimaohine worden
hydraulisch bewogeD, terwijl het schip
eleotri6ch wordt verlicht. Verder zgn
aanwezig vries- en koelkamers met
Hali's patent, koudeluohtmachine, dis-
tilleur enz.
De stoomwerktuigen en ketels, die
mede door de Maatschappij „De
Sohelde" zgn vervaardigd, staan in
de werkplaatsen gereed, om aan boord
te worden opgesteld.
Zij zgn van het Quadruple Com
pound Tandom systeem met 2 kruk
ken en zullen 4000 I. P. K. kunnen
ontwikkelen. De stoomketels, double,
en die, zgn vier in getal, benevens
een hulpketelzg zuUen werken op
een stoomdruk van 210 Eng. ponden.
Tevens zgn een groot aantal bij-
machines aan boord geplaatst, alle
volgens de nieuwste vindingen.
Het sobip liep op een craddle te
water en de laatste beletselen wer
den weggenomen door mejuffr. M,
Boissevain, dochter van den heer J.
Boissevain, directeur der maatschappij
Nederland.
Sterftecijfers.
De sterftecijfers der groote steden
in Nederland waren, met uitzondering
van die voor Maastricht en 's Herto
genbosch, over het afgeloopen jaar
weder gunstig.
Zij bedroegen per 1000 inwoners
in Leeuwarden 18,7 in Amsterdam
en Groningen 18,9, in Haarlem 19,5,
in Leiden 19,6 in 's Gravenhage 20,2,
in Utrecht 20.6 in Dordrecht 20,9, in
Rotterdam 22,1 (met inbegrip der
bevolkiDg, geborenen en sterfte
der gemeenten Charlois en Kralingen)
en in Arnhem 23,3.
kleuren, dat onmiddellgk een ravenzwarten tint aannam.
Ook de wenkbrauwen en zelfs de oogharen werden
door haar op dezelfde wijze behandeld.
Eq toen dit tweede proces was geëindigd, was Astrea
volkomen onherkenbaar geworden. Hare huid, vroeger'
zoo blank, was nu van een heldere olijfaleur. Haar
schitterend gouden haar en teeder geteekende wenk-
brauwen en oogharen waren thans inktzwart geworden.
In een woord, de schitterende blondine was als door
een tooverslag veranderd in een b runette. Was zij den
vorigen dag schoon geweest als een zonnigen dag, thans
geleek hare schoonheid die van een nacht met sterren
beschenen.
De vrouw staarde met welgevallen op haar werk en
zeide halfluid tot zich zelve
„Het zal mij verwonderen wat zij denkt, als zij zich
voor de eerste maal in den spiegel ziet. Wanneer haar
verstand er maar niet door wordt gekrenkt. En wat
verder, wanneer zij bemerkt dat zij op zee is, omgeven
door niets dan vreemde gezichten? Ik vrees werkelijk
dat zij van ontsteltenis wel eens krankzinnig zou kun
nen worden
„Zijt gg klaar. Wij zullen nauwelijks den tijd hebben,
u naar land te brengen en vóór het getij de boot terug
te hebben," fluisterde de kapitein door een bier van
de deur.
«Ja, het werk is geëindigd. Kom en zie den toover-
arbeid. En zeg mij, of zij lieftalliger was als blondine,
dan zij nu geworden is als brunette.
De kapitein kwam zachtjes binnen en keek op de
nog altijd bewustelooze Astrea neer. „Zij is buitengewoon
schoon, maar in mijn opinie niet zoo mooi als voorde
verandering. Intusschen was het, zooals gij zeer juist
hebt opgemerkt, voor twee redenen noodig om haar
te verven, ten eerste om haar onherkenbaar en daarbij
om haar verkoopbaar te maken. Gij hebt uw werk
lofwaardig gedaa, Victorine!"
„Dank u, monsieur."
„En nu naar de boot!"
De vrouw Etond op en volgde hem naar het dek.
Aan de trap lag een boot, door zes roeiers bemand. De
kapitein hielp Victorine er in, nam naast haar plaats
en beval op te roeien. De boot werd afgestoken en snel
naar het eiland geroeid. Toen zij het strand bereikte
sprong Victorine er luchtig uit en werd de boot opnieuw
met de kop naar het schip gekeerd. De kapitein wuifde
haar nog een afscheidsgroet toe en zeide
„Denk om den eersten Juni te Balize."
„Ik zal het niet vergeten," antwoordde de vrouw,
waarna zij zich omkeerde en naar het huis van kapi
tein Fuljoy terugkeerde. Juist brak de dag aan, toen
zij door de openslaande vensters de kamer van Astrea
weer binnen trad.
Daar zat de kamenier Fifine te wachten.
„Is er iemand wakker geworden?" vroeg Victorine
zacht.
„Niemand, alleen de dikke huishoudster ligt onrus
tig te draaien en te wentelen in haar bed."
„Laat ons dan spoedig naar onze kamers gaan-Iedere
minuut, die we hier langer langer blijven, brengt onze
veiligheid en ons leven in gevaar."
Daarop slopen Victorine en Fifine zachtjes de ka
mer nit en de trap op naar hare kamertjes, om eenige
uren rust te nemen, voordat de huisgenooten ontwaken
en de misdaad ontdekken zouden. Mair Victorine, die
een ijzeren gestel scheen te hebben, ging evenwel niet
naar bed, maar Wierp het venster open om de frissche
morgenbries in te ademen en kleedde zich daarna in
de vermomming, wa-irin de familie haar kende als de
fransche kok. Zij verborg heur haar onder een groo-
ten, zwarten pruik, bevestigde aan lip en kin een zwar
ten knevel en imperiale en was, nadat zij een wit linnen
jaquet, pantalon en voorschoot had aangetrokken weer
gereed haar aandeel te spelen als fransche kok in de
comedie, welke zoowel zij, als Fifine, binnen weinige
uren zouden hebben te spelen, om geen gevaar te loopen,
dat men zou begrijpen, welk een aandeel zij in Astrea's
verdwijning hadden
HOOFDSTUK II.
Astreafs ontwaken.
De boot werd snel naar het sohip geroeid. Toen hij
daar aankwam was het helder dag geworden. De snel
opkomende zon overgoot de zee in het oosten met een
stroom van goud en het getjj kenterde. De kapitein
sprong op het dek en gaf zgne bevelen op ongeduldi-
gen en bevelenden toon.
Het anker werd gehesohen, de zeilen bijgezet en de
brigantijn kooB zee. Er woei een flinke bries, zoodat
zij binnen c en kwartier uit de baai en in een paar uur
van het strand af zoogoed als onziohtbaar geworden
was.
Intussohen kreeg Astrea beneden in de hut allengs
haar bewustzijn terug. Inderdaad zou niemand, die zoc
lang aan den invloed van ohlorolorm onderworpen was
geweest, spoedig hebben kunnen ontwaken Eindelijk
toch opende zij hare donkere oogen en keek rond ir
een soort van half bewustzijn, zonder herinnering aan
wat er gesohied was of vrees voor de toekomst. Zij
keek op naar de zoldering, naar de wonderlijke wanden
van het vertrekje, naar de kleine deur, totdat ten slotte
haar oog viel op een dikke negerin, die naast haar zat
Daarop wreef zij hare oogen uit, alsof zij uit een on-
aangenamen droom wilde ontwaken en keek weer rond,
waarna haar gelaat een uitdrukking kreeg van nieuws
gierigheid, daarna van een vage onrust.
„Wat is dit hier Hoe ben ik hier gekomen En wio
zyt gg vroeg zij in een adem.
„Dit schip is de Kittylief kind. De kapitein is je
gaan halen. En ik ben de hofmeesteres," zei de
negerin.
„De Kitty kapitein? hofmeesteres Wat praat gij
tooh riep Astrea, hare oogen zoo wijd mogelijk open
sperrend.
„Je bent op de Kittyliefje, dat heb ik al gezegd. De
kapitein is je gaan halen en ik ben de hofmeesteres e
ik moet je bedienen."
Wordt vervolgd).