Tweede Editie. de: slavin. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. i3e Jaargang Woensdag 15 April 18S6 No. 3922 HAARLEM S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. 1.65 Afzonderlijke nummers 0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.37i/a ^ZD-VNETRTIEItsr'X'IIEIN": i 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale cle Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES. Sacc., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP Za.ndvoort, J. ZWEMMER; VelsenL. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE', Koning-straal. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan. Officieels Berichten. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, brengen ter openbare ken nis, dat is ingekomen een verzoek schrift van M. van Nierop om ver gunning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in het voorhuis van het perceel aan de Kin-ierhuis- straat 17. Haarlem9 April 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd BOREEL, de Secretaris, C. M. PvASCH Politiek Overzicht. Twee bezoeken blijven in de poli tieke wereld nog steeds de aandacht trekken, nml. het bezoek van keizer Wilhelm aan Italië en van den duit- schen rijkskanselier, vorst Hoheniohe aan Parijs. Er wordt natuurlijk druk gediscussieerd over de beteekenis en waarde dezer bezoeken. Aan dat van prins Hoheniohe sohqnt al weinig waarde te moeten worden gehecht. Ia tegenspraak met berichten van fransohe bladen wordt uit de beste bron verzekerd, dat hij noch met den franschen premier Bourgeois, noch met andere fransohe politieke perso nen een onderhoud of ontmoeting heeft gehad. Van andere zijde wordt echter ge meld, dat de samenkomst van keizer Wilhelm en koning Humbert te Vene tië, zoowel als het daarop volgende bezoek van den Keizer aan Weenen nauw in verband staat met de ophan den hernieuwing, of wil men verlen ging van het Drievoudig Verbond Zoo zal mettertijd ook nog wel wor den erkend dat de reis van den rijks kanselier von Hoheniohe naar Parijs vlak voor de samenkomst van den Duitschen en den Italiaanschen monarch te Venetië tooh een beetje meer staatkundige beteekenis heeft dan men zou afleiden uit de bewe ring, dat de rijkskanselier naar Parijs is gegaan om door een Franschen tandarts zqn gebit in orde te laten brengen, zooals men tot dusver hard nekkig heeft volgehouden. Alleen al de omstandigheid dat voor het eerst een Duitsch rijkskanselier, dus na den Keizer de voornaamste actieve staat kundige persoon van Duitschland, zich niet meer ontziet, leukweg Parijs bezoeken, wordt in diplomatieke kringen beschouwd als een gebeur tenis van groote staatkundige betee kenis. Maandagavond zijn de Keizer en Keizerin met hunne kinderen na een hartelijk afscheid van het italiaansche koningspaar naar "Weenen vertrokken. Bij het engelsche Lagerhuis heeft Serald Balfour een wetsontwerp in gediend, strekkende tot verbetering ran de Iersohe landbouwwet. Het i'ntwerp werd in eerste lezing aan genomen. Chamberlain heeft Maandag in het Lagerhuis nog eenige mededeelintjen gedaan over den opstand der Matabe len. Hij zeide, dat sir Hercules Ro binson aanbiedt onmiddellijk 300 man cavalerie en 200 man bereden infan- terie uit Natal naar de streek van de onlusten in Matabelenland te zen- i den. Ook zal hij 2-50 Bisoeto's aan- j werven, om hulp te verleenen bij het j dempen van den opstand. De regeering, zeide Chamberlain verder, zal overwegen welke stappen noodig zijn ter vervanging van de troepen die naar het binnenland wor den gezonden. Lord Grey, administrateur van Ma tabelenland, heeft bet aanbod van Robinson, om nit Natal driehonderd man van het zevende regiment huza ren en 150 man bereden infanterie te zenden, aangenomen. Honderd inan bereden infanterie vertrekken ook onmiddellijk uit Kaapstad. De Pall Mall Gazette ontvangt uit Konstantinopei van haar correspon dent een uitvoerig verhaal omtrent de intriges aan het hof van den Sul tan. Deze intriges zouden ten doel hebben, dat de Por te van Engelacd te vervreemden is en nader tot Rus land te brengen. De verlenging van het bezoek van vorst Ferdinand geeft gereedelijk aanleiding tot vermoedens j in deze richting, en deze worden bq- na tot zekerheid nu ook professor Arminius Vambérv (Raschid Eflendi) j ten tooneele is vereen en en. Het eenige levensdoel vanRaschidj iEffendi, z^gt de corresp'ndent van het engeleehe blad, is om Engeland en Turkije samen te koppelen tegen Rusland. Hij heeft grooten invloed op den Sultan, en daar Izzet B>-y, iie uitverkoren man op het. oogenblik bij den Sultan, beslist anti-Engekch gesird is, zocht deze de gunst van Vamhéry te winnen. De professor is echter voldoende op de hoogte van de plannen van den sluwen Arabier, die als eerlijk patriot poseert, d ch wiens drijven gericht is op Ruseifi- oeering van het Turksche rijk. Men zegt, dat Iizet er naar etre-ft groot vizier te worden, d> ch hierbij hoogst voorzichtig moet zijn om den Sultan geen verdenking te geven, daar deze zeer goed weet, welke vijandschap bestaat tnsschen den Arabier en den zoon van den tegenwoordigen groot vizier. Izzet zou zich dus eerst van de portefeuille van buitenlandsche zaken willen meester maken, om vandaar tot het ambt van grootvizier te komen. Dit zou, meent de correspondent van de Pali Malleen gevaar zijn voor Europa. De grootvizier Tewfik Pacha is een bekwaam man. Hij is bekend aan de hoven van Parijs, Petersburg en Berlijn en spreekt Fransch, Rus sisch en Duitsch. Hij heeft veel ge- zien en meegemaakt en is een dipio- j maat in zijn optreden. Izzet uaaren- tegen is nooit buiten Turkije ge- Jweest; hij spreekt wel Fransch, d< ch hij bezit overigens geep eigenschap- 1 pen, die hem geschikt m-.ken tot een hoogenj staatepost. Ongelukki.' genoeg heeft hij thans zoo groote macht bij don Sultan, dat niets het paleis kan in ol uitgaan, zonder zijn medeweten. Indien professor Vambéry er in slaagt, toegang tot den Sultan te krijgen, zal hij hem ongetwijfeld wel op de hoogte brengen, doch er is niet veel kans op, dat Izzet dit zal toelaten. Hij weet voor den monarch de ware toedracht der zaken zorg vuldig geheim te houden en alles buiten te sluiteD, wat niet met zijne belangen strookt. STADSNIEUWS eerste en derde pagina. Haarlem11 April. Maandagavond zou, naar wij ver nemen, de heer Mr. P. J. Troeletra, advocaat te Utrecht voor de socialis ten alhier in het Volksgebouw in eene openbare vergadering optreden met het onderwerp: Het kind in de kapitalistische maatschappij. De spreker liet zich echter wachten en toen hij te ha-f tien nog niet was gekomen, stelde de voorzitter voor maar heen te gaan, waartoe men besloot. Z die dit verlangden, konden bun vijf Cïnts entrée terug krijgen. Vliegend Wiel. In de Zaterdagavond in de groote zaal van de sociëteit „De Kroon" ge houden gezellige bijeenkomst van de vereenigicg van bovengenoemden naam, trad als spreker op de bekende en populaire acteur C. P. T. Bigot van Amsterdam, die evenals Za'er- dag 30 November, toen hij ook voor genoemde vereeniging optrad met zijne voordrachten weder een schit terend succes behaalde, wat dan ook bij zijne benqdenswaardige wijze van voordragen niet kan uitblijven. Zelfs de meest pessimistisch gezinde mensch moet, zoo groot is de invloed van dezen auteur op de lachspieren van zijn auditorium, in een sohaterlach uitbarsten, wanneer hij hem hoort voordragen. Hij begon met een door hem zelf vervaardigd stukje „Een oud strij der van 30" en eindigde ook meteen stukje van hem, getiteld: „O, die x stralen 1" Het eerste stukje liet ons zien, dat de heer Bigot niet alleen goed j kan voordragen, maar ook goed kan schrijven d. w. z. zoo schrqven dat bet in den geest van hetpubliek val!, i Jammerend trad de oud-strqder op het tooneel, ons vertellende hoe zijne dochter en zijn kleinzoon tot gevan genisstraf veroordeeld waren wegens het uitgeven en maken van valsche kwartjes, waartoe zij tengevolge van armoede gekomen waren. Zijn klein zoon, die jaren lang op een ijzergie terij had gewerkt, was zonder werk gekomen en had op zekeren dag, toen zij slechts éen kwartje in huis hadden, dat é9ne kwartje nagemaakt en later meerdere valsche kwartjes vervaardigd, waarvoor zij levensmiddelen konden koopen en de huishuur betalen. Ein delijk was de zaak uitgekomen en beiden, dochter en kleinzoon tot ge vangenisstraf veroordeeld. Hartroerend was het, den oudeD man te hooren kla gen, dat hij de oude strijder, zijn bind en kleinkind niet meer zou wederzien en een geestige zet aan het adres van de regeering, die zoo weinig heeft ge daan voor die mannen, die eenmaal hun leven voor het dierbaar vader land veil hadden, hem te h oren zeg gen, dat de oud-strijders bij hunne terugkomst wel met gejuich werden ontvangen, maar dat men bij al dat gejuich niet om hun ouden dag had gedacht. Ten laatste had men nu plannen voor een pensioenfonds gemaaktmaar als die ten uit voer zouden worden gebracht, waren de oud-strijders, die nu al zoo sehaarsch waren,-misschien allen reeds heengegaan. Deze zoo schoon door den heer Bigot ons -afgemaalde geschiedenis, die nu wel geen werkelij kheid is, maar dat toch zou kunnen zijn, kan wellicht het publiek aansporen zich wat meer het lot van de weinige nog in leven zijn de oud-strijdera van 1830 aan te trekken en te zorgen, dat zij een on- bekommerden ouden dag kunnen ge nieten. Was deze voordracht meer van ern- etigen aard, humoristisch was die, getiteld: „Mijn eigen Kamer" van Henri Heaking, waarin iemand, die er veel van hield met zijne geliefde auteurs op en eigen kamer tedwee- pen, vertelt, hoe hij deze kreeg en wat er daarna met die kamer gebeur de. Eerst kwam er een kist, om bet waschgoed in te doen staanmet mooie druperiën versierd, daarna een ledekant, toen neef zou komen logee- ren, dat ook met mooie draperiën werd versierd, vervolgens een kist met aardappelen, daar de kelder on der water stond en zoo ging het voort, totda-, eindelijk bijna de geheele ka mer bezet was en er weinig ruimte meer overbleef oaa te studeeren. Nu kan men dat zijn vrouw wel weigeren, maar zegt de auteur dan geestig „De eerste, dis zijn vrouw iets kan weigeren, werpe op mij een rijksdaalder." Dat men om dit stukje, dat de heer Bigot zoo goed wist voor te drageD, hartelijk moest lachen, behoeven wq voorzeker niet op te merken. Zoo wist de heer Bigot zqn audi torium met een achttal nummer?, waarvan de plaatsruimte van ons blad niet toelaat ze alle te bespreken, een .ngenamen avond te verschaften. Aanvankelijk was bepaald, dat een tooneelstukje „Janus Tulp" zou wor den opgevoerd, doch door de plotse linge en zeer ernstige ziekte van des regisseurs echtgenoote kon dit niet doorgaan. „Weldadigheid naar Vermagen". Afdeeling: „Werkverschaffing." Van 1 Nov. tot 14- April hebben zich de volgende personen aangemeld 22 voor werkvrouw, 14 voor grond werker, 15 voor loopknecht, 50 voor los werkman, 5 voor schilder, 2 voor timmerman, 3 voor huiskneoht, 1 voor kruideniersbediende, 1 voor ban Kwer- ker, 1 voor koffiehuisbediende, 1 voor kantoorbed., 5 voor oppasser, 1 voor smid, 6 voor breiwerk, 1 voor man- gelwerk, 1 voor baker, 1 voor strijk ster, 4 voor naaister,. 1 voor waBch- vrouw, 1 voor witter, 2 voor metse laar, 1 voor opperman, 1 voor let terzetter, 1 voor voorslager, 1 voor costuumnaaister, 1 voor kleedermaker. Bij de aanmelding moet een ge tuigschrift van goed gedrag overge legd worden. Van 1 Nov. tot 14 April zqn de volgende personen geplaatst: 8 voor loopknecht, 19 voor werk vrouw, 2 voor snelpersdraaier, 40 voor los werkman, 1 voor witter, 1 voor breiwerk, 1 voor smid, 1 voor kruideniersbediende, 1 voor kleeder maker. Particulieren en werkgevers die van bovenstaande aanbiedingen gebru k wenschen te maken, wordt beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te richten, bus Doelen of Stadhuis. Inlichtingen kunnen dagelijks van 9-1 en van 3-5 uur verkregen worden bij den Administrateur, bureau Doelen, kamer No. 2. Voor de vacante betrekking van on derwijzeres aan de openbare lagere school te Houtrijk en vilanen heeft zich slechts éene sollied-ante aange meld; het salaris bedraagt f500. Naar aanleiding van een ingediend verzoek is door H.M. de Koningin- RegenteB aan de weduwe P. Spanjaard in den Houtrakpolder een gift van f25 geschonken, als bijdrage voor het beginnen van een handel. BINNENLAND, Parlementaire Praatjes. Ter hervatting harer werkzaamhe den keerde de Eerste Kamer gis teren (ïlaandag)avond op het Binnen hof terug. Veel vond zij in den avond niet te doen. De heer van Hall, het nieuw ge kozen en doi-r de Regentes beëedigd lid der Kamer, nam op de gebrui kelijke wijze zitting. Hij kon dadelijk meedoen nan de nieuwe samenstelling der afdeelingen. Dat was dan ook het eenige werk wat de Kamer te doen had. Heden te 11 uur zitting. G. Jr. De koninginnen te Amsterdam, Het ligt in het voornemen van de Koninginnen om tijdens haar verblijf te Amsterdam een bezoek te brengen aan het rijksmu eumhet burger weeshuis; het stedelijk museum; het kinderziekenhuis het museum Wilet; h6t gesticht van liefdadigheid, opge- rioht door baron Van Brienenhet museum van voorwerpen ter voorko ming van ongelukken in fabrieken en i werkplaatsen. Op Zondag zullen HH. j MM. de godsdienstoefening in de N:euwe Kerk bijwonen en een bezoek I brengen aan Artie. De Koningin zal te Amsterdam niet aan alle diners tea hove deelnemeD. Atjeh. j Aan het N. v. d. D. werd Maan- j dag uit Batavia geseind I Bil. el en Lam Koenjit geslecht. Twaalf minderen gewond. Aan de Tel. werd geseind 1 Biloal en Lam Koenjit zijn ver nield. De bentings zijn verbrand. De ammunitie en de kanonnen zijn naar Kota-Radja gebracht. Acht der onzen werden bq deze operatie gewond. De Rijksmiddelen van het eerste kwartaal. De opbrengst der rijkemiddelen is in April weder vrij hoog geweeet, ongeveer 9 ton boven hetgeen in April 1895 werd ontvangen. Niet al leen de invoerrechten hebben daar toe bijgedragen (bijna 2 ton), maar nog meer de indirecte belastingen (ruim 3 ton meer uit het successie recht) en de posterijen (bijna 2 ton meer). Het oijfer van het eerste kwartaal, vergeleken met het vorige jaar, toont reeds een vooruitgang van 3^ mil- lioen, verdeeld over alle hoofdbron nen van rijksinkomsten. Bovenaan staat het successierecht, dat al 12'/« ton meer opbracht en in het begin van 1895 dan ook zeer ten achteren was bq de ïaming. Thans is reeds bijna l'/s ton boven de ra ming ingekomen. Ook de registratie rechten zijn met 1 ton vooruitge gaan. De tweede plaals nemen de invoer rechten in, waaruit in drie maanden reeds 6'A ton meer inkwam of 4't ton boven de raming, een gevolg van bet scherper toezicht op de hef fing. Als dit het geheele jaar zoo doorgaat zullen de invoerrechten 9 millioen opbrengen, in plaats van de geraamde 7.4 miilioen, of 8 millioen Doven 1894, net laatste volle jaar der oude heffingswijze. De derde vermeerdering, van ruim 4 ton, vindt men bij de accijnzen verdeeld over de verschillende soor ten, maar hoofdzakelijk uit het ge distilleerd, dat mede in het begin van 1895 een laag cij fer toonde en nu bijna 2l/j ton meer gaf, ofschoon nog 4 ton onder de raming. Ook de directe belastingen hebben ruimer gevloeid en wel ton, waar van IA ton uit de grondbelasting en 1 ton uit de vermogensbelasting. Ook op de bedrijfsbelasting is wat meer atbetaald, maar het personeel is ten achter. De posterijen leverden 3', ton meer op, de loodsgelden f80,000 meer, de domeinen f46,000, de rijkstelegrafen f 17,000 meer. De minister van financiën heeft derhalve alleszins reden tot tevreden heid. Oranjebond van Orde. Vanwege den Oranjebond van Orde is als bijvoegsel van „Sta Pal 1" van Zaterdag 11 April de navolgende circulaire verspreid, waarvan men I ons opname verzocht: i „Het algemeen bestuur van den Oranjebond van Orde, gevestigd te Utreent, als rechtspersoon erkend bij Kon. besluit van 11 November 1893 jno. 29 (Btatuten laatstelijk gewijzigd J bij kon. besluit van 29 Januari 1896 no. 27). veroorlooft zich een dringend [beroep te doen op al degenen, die i van meening mochten zijn, dat deze Jbond, ter wüle van zijn anti socialis- tiach streven aanspraak kan maken, i op krachtigen moreelen en financieelen eteun van alle goedgezinden. FEUILLETO N. Bewerkt naar den roman van M«- EMMA SOUTH WORTH. HOOFDSTUK II. Astrea's ontwaken. D «Maar wat beduidt dat alles? Waar gaat de Kitty ien Wie is de kapitein Waarom ben ik hier ge jacht? Waar is mijn echtgenoot en waarom heeft hij lij hier alleen gelaten?" vroeg Astrea dezen stroom in vragen uitende in een zenuwachtige spanning die et haar bijkans onmogelijk maakte de woorden uitte ten gen. „Maar kindlief, wat een vragen. Hoe kan ik al die ragen onthouden en er antwoord op geven Je weet toch veel meer van dan ik. Alles wat ik weet is, at de boot omstreeks middernacht aan land gegaan a een uur later teruggekeerd is met u aan boord, ge- eel bewusteloos; ze hebben je naar beneden gedragen a daarna heb ik je niet meer gezien, totdat de kapitein lij is komen vragen om naar beneden te gaan en je te passen!" „De kapitein? O," riep het verbaasde meisje uif, mtenende, de waarhei 1 te ontdekken, „gij meent, bapi- teiu Foljoy, mijn goeden voogd maar dan begrijp ik het nog niet. Wairom maar hier werd Astrea in de rede gevalien door de negerin, die reide „Kapitein Fuljoy? Neen, liefje, ik bedoel den kapitein van dit schip. Van kapitein Fuljoy heb ik nooit ge hoord „Wat beteekent dat alles dan? En waar is kolonel Greville? Waarom heeft hij mij hier alleen gelaten?" riep Astrea. „Kolonel wie?" vroeg de negerin. „Kolonel Greville. O, waarom laat hij mij zoolang alleen in deze vreemde plaats. Zeker heb ik een koorts gehad en mijn geheugen verloren, want ik weet nitt meer hoe ik hier gekomen ben. Was ik bewusteloos toen ik hier gebracht werd Ja, dat moet wel zoo ge weest zijn. Ik ben lang ziek geweest en heb ijlende koortsen gehad mijn hoofd is ook nog zoo vreemd en zij hebben mij hier gebracht, terwijl ik bewuste loos was, om tot herstel van gezondheid een zeereis te doen. Daar heb ik wel meer van gehoord. Is het niet zoo, goede vrouw vroeg Astrea glimlachend. „Misschien wel, kind, ik begrijp niet veel van wat je zegt." „Neen, maar natuurlijk is het zoo. Maar hoe vreemd, dat ik mij van dat alles niets herinner.Het laatste wat ik mij herinner, is dat ik in mijn kamer opzat, heel laat, wachtende op mijn echtgenoot en dat ik bang was en niet durfde rondkijken en dat er een zwart spook achter mq sloop en dat ik to?n een gil gaf en in zwijat viel. Dat moet het begin van mijn ziekt* zqn geweest. Ik moet een heete koorts gehad hebben. God dank, d t ik nu weer beter ben. Maar waarom blijft kolonel Greville zoo lang weg Och toe, ga hem zeg gen dat ik weer beter ben en dat ik hem dadelijk zieD wou 1" „Kind. ik weet niet waarover je praat en ik denk dat je het zelf ook niet weet. Ik weet niets van kolonel Greville. Zoo iemand is hier niet en is hier ook nooit geweest." „Wat? kolonel Greville niet hier? En kapitein Ful joy ook niet riep Astrea, weer terugkeerende tot haar onbeschrijflijken angst van daareven. „Neen hoor, de een evenmin als de ander. Ik heb de namen nog nooit van mijn leven gehoord." „Wat? Maar ze zenden mij toch zeker niet alleen en ziek ais ik ben op reis? Wie is met mij hier geko men Aan wiens huede was ik toevertrouwd vroeg Astrea haaBtig en op sngetigen toon. „Ja mijn kind, ik heb je alles reeds verteld, wat ik er van weet. De kapitein heeft je hier rebracht en je aan mijne zorg toevertrouwd. Maar wat ik er van denk is, als je het wilt weten, dit: je me ster kolonel Gre ville, ais die tenminste je meeBter was, heeft je ver kocht aan meester den ks.pitein. Dat is het wat ik er van denk! Zie je, die blanke heeren halen dikwijls zulke leelijke streken uit er malen er niets om." „Verkocht? Meester? Maar vrouw, waar spreek je over? Kolonel Greville is mijn echtgenootriep Aatrea uit, op het punt om van ergernis in tranen uit te bar sten en toch hoe verre was zij er nog van om haar werkelijken toestand eenigszrns te beseffen. „Hè, hèKolonel Greville je echtger "4En nu heeft hij je verkochtDat is wel jammer, want je bent een aardig meisj'e voor e ne mulattin." ,Kom, ben je waanzinnig of dronkenHoe durf je op die wijze over mij en mijn eobtgenoot spreken!" riep Astrea en verhief zich in hare verontwaardiging. Door het plotselinge van hare beweging viel heur haar naar voren en golfde als een langen, zwarten Elaier over baar boezem. Zij greep het met hare vingers vast en staarde er naar ten hoogste verbaasd. Zq trok er aan, meenende, dat het van haar hoofd zou vallen alsof het een pruik was, maar toen zij bemerkte, dat deze ravenzwarte tressen op baar hoold groeiden haar hoofd, eens zoo schoon door den rijkdom aan goudblond haar opende zich haar mond en waren hare oogen wijd opengesperd van ver bazing Terwijl zij nu vol verbijstering haar blik op haar veranderd haar gevestigd hield, bemerkte zij de licht- brnine kleur van haar lelie-blanke handen en armen. En zij sloeg haar blik op en terwijl zij dien vestigde op het eeiaat der vrouw, riep zij uit „Vrouwmet welke duivelsche kunsten heeft men mq misleid? Waar is mija goede verpleegster? Waar ia mijn echtgenoot? O Fulke, Fnlke, waar ben je?O,doe mq ontwaken, doe mij ontwaken uit dien afschuwelij ken droom! Fnlke! Fnlke, het is eene nachtmerrie!" Zij strekte hare armen woest naar voren en snelde haar kooi uit, maar de negerin hield haar onmiddellijk tegen en zeide „Ga zitten mijn lief, ik zal den kapitein roepen. Die kan u alles beter vertellen dan ik." Meer Joer duizeligheid en uitputting dan door gela tenheid, liet Aatrea zich neervallen op den eenigen stoel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1