Tweede Editie.
de: slavin.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
i3e Jaargang
Woensdag 15 April 18S6
No. 3922
HAARLEM S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlijke nummers 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.37i/a
^ZD-VNETRTIEItsr'X'IIEIN":
i 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale cle Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES. Sacc., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP
Za.ndvoort, J. ZWEMMER; VelsenL. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE', Koning-straal. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
Officieels Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem, brengen ter openbare ken
nis, dat is ingekomen een verzoek
schrift van M. van Nierop om ver
gunning tot het verkoopen van sterken
drank in het klein in het voorhuis
van het perceel aan de Kin-ierhuis-
straat 17.
Haarlem9 April 1896.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL,
de Secretaris,
C. M. PvASCH
Politiek Overzicht.
Twee bezoeken blijven in de poli
tieke wereld nog steeds de aandacht
trekken, nml. het bezoek van keizer
Wilhelm aan Italië en van den duit-
schen rijkskanselier, vorst Hoheniohe
aan Parijs. Er wordt natuurlijk druk
gediscussieerd over de beteekenis en
waarde dezer bezoeken. Aan dat van
prins Hoheniohe sohqnt al weinig
waarde te moeten worden gehecht.
Ia tegenspraak met berichten van
fransohe bladen wordt uit de beste
bron verzekerd, dat hij noch met den
franschen premier Bourgeois, noch
met andere fransohe politieke perso
nen een onderhoud of ontmoeting
heeft gehad.
Van andere zijde wordt echter ge
meld, dat de samenkomst van keizer
Wilhelm en koning Humbert te Vene
tië, zoowel als het daarop volgende
bezoek van den Keizer aan Weenen
nauw in verband staat met de ophan
den hernieuwing, of wil men verlen
ging van het Drievoudig Verbond
Zoo zal mettertijd ook nog wel wor
den erkend dat de reis van den rijks
kanselier von Hoheniohe naar Parijs
vlak voor de samenkomst van den
Duitschen en den Italiaanschen
monarch te Venetië tooh een beetje
meer staatkundige beteekenis heeft
dan men zou afleiden uit de bewe
ring, dat de rijkskanselier naar Parijs
is gegaan om door een Franschen
tandarts zqn gebit in orde te laten
brengen, zooals men tot dusver hard
nekkig heeft volgehouden. Alleen al
de omstandigheid dat voor het eerst
een Duitsch rijkskanselier, dus na den
Keizer de voornaamste actieve staat
kundige persoon van Duitschland,
zich niet meer ontziet, leukweg Parijs
bezoeken, wordt in diplomatieke
kringen beschouwd als een gebeur
tenis van groote staatkundige betee
kenis.
Maandagavond zijn de Keizer en
Keizerin met hunne kinderen na een
hartelijk afscheid van het italiaansche
koningspaar naar "Weenen vertrokken.
Bij het engelsche Lagerhuis heeft
Serald Balfour een wetsontwerp in
gediend, strekkende tot verbetering
ran de Iersohe landbouwwet. Het
i'ntwerp werd in eerste lezing aan
genomen.
Chamberlain heeft Maandag in het
Lagerhuis nog eenige mededeelintjen
gedaan over den opstand der Matabe
len. Hij zeide, dat sir Hercules Ro
binson aanbiedt onmiddellijk 300 man
cavalerie en 200 man bereden infan-
terie uit Natal naar de streek van
de onlusten in Matabelenland te zen-
i den. Ook zal hij 2-50 Bisoeto's aan-
j werven, om hulp te verleenen bij het
j dempen van den opstand.
De regeering, zeide Chamberlain
verder, zal overwegen welke stappen
noodig zijn ter vervanging van de
troepen die naar het binnenland wor
den gezonden.
Lord Grey, administrateur van Ma
tabelenland, heeft bet aanbod van
Robinson, om nit Natal driehonderd
man van het zevende regiment huza
ren en 150 man bereden infanterie te
zenden, aangenomen. Honderd inan
bereden infanterie vertrekken ook
onmiddellijk uit Kaapstad.
De Pall Mall Gazette ontvangt uit
Konstantinopei van haar correspon
dent een uitvoerig verhaal omtrent
de intriges aan het hof van den Sul
tan. Deze intriges zouden ten doel
hebben, dat de Por te van Engelacd
te vervreemden is en nader tot Rus
land te brengen. De verlenging van
het bezoek van vorst Ferdinand geeft
gereedelijk aanleiding tot vermoedens j
in deze richting, en deze worden bq-
na tot zekerheid nu ook professor
Arminius Vambérv (Raschid Eflendi) j
ten tooneele is vereen en en.
Het eenige levensdoel vanRaschidj
iEffendi, z^gt de corresp'ndent van
het engeleehe blad, is om Engeland
en Turkije samen te koppelen tegen
Rusland. Hij heeft grooten invloed
op den Sultan, en daar Izzet B>-y,
iie uitverkoren man op het. oogenblik
bij den Sultan, beslist anti-Engekch
gesird is, zocht deze de gunst van
Vamhéry te winnen. De professor is
echter voldoende op de hoogte van
de plannen van den sluwen Arabier,
die als eerlijk patriot poseert, d ch
wiens drijven gericht is op Ruseifi-
oeering van het Turksche rijk. Men
zegt, dat Iizet er naar etre-ft groot
vizier te worden, d> ch hierbij hoogst
voorzichtig moet zijn om den Sultan
geen verdenking te geven, daar deze
zeer goed weet, welke vijandschap
bestaat tnsschen den Arabier en den
zoon van den tegenwoordigen groot
vizier. Izzet zou zich dus eerst van
de portefeuille van buitenlandsche
zaken willen meester maken, om
vandaar tot het ambt van grootvizier
te komen.
Dit zou, meent de correspondent
van de Pali Malleen gevaar zijn voor
Europa. De grootvizier Tewfik Pacha
is een bekwaam man. Hij is bekend
aan de hoven van Parijs, Petersburg
en Berlijn en spreekt Fransch, Rus
sisch en Duitsch. Hij heeft veel ge-
zien en meegemaakt en is een dipio-
j maat in zijn optreden. Izzet uaaren-
tegen is nooit buiten Turkije ge-
Jweest; hij spreekt wel Fransch, d< ch
hij bezit overigens geep eigenschap-
1 pen, die hem geschikt m-.ken tot een
hoogenj staatepost. Ongelukki.' genoeg
heeft hij thans zoo groote macht bij
don Sultan, dat niets het paleis kan
in ol uitgaan, zonder zijn medeweten.
Indien professor Vambéry er in
slaagt, toegang tot den Sultan te
krijgen, zal hij hem ongetwijfeld wel
op de hoogte brengen, doch er is
niet veel kans op, dat Izzet dit zal
toelaten. Hij weet voor den monarch
de ware toedracht der zaken zorg
vuldig geheim te houden en alles
buiten te sluiteD, wat niet met zijne
belangen strookt.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem11 April.
Maandagavond zou, naar wij ver
nemen, de heer Mr. P. J. Troeletra,
advocaat te Utrecht voor de socialis
ten alhier in het Volksgebouw in
eene openbare vergadering optreden
met het onderwerp: Het kind in de
kapitalistische maatschappij.
De spreker liet zich echter wachten
en toen hij te ha-f tien nog niet was
gekomen, stelde de voorzitter voor
maar heen te gaan, waartoe men
besloot. Z die dit verlangden, konden
bun vijf Cïnts entrée terug krijgen.
Vliegend Wiel.
In de Zaterdagavond in de groote
zaal van de sociëteit „De Kroon" ge
houden gezellige bijeenkomst van de
vereenigicg van bovengenoemden
naam, trad als spreker op de bekende
en populaire acteur C. P. T. Bigot
van Amsterdam, die evenals Za'er-
dag 30 November, toen hij ook voor
genoemde vereeniging optrad met
zijne voordrachten weder een schit
terend succes behaalde, wat dan ook
bij zijne benqdenswaardige wijze van
voordragen niet kan uitblijven. Zelfs
de meest pessimistisch gezinde mensch
moet, zoo groot is de invloed van
dezen auteur op de lachspieren van
zijn auditorium, in een sohaterlach
uitbarsten, wanneer hij hem hoort
voordragen.
Hij begon met een door hem zelf
vervaardigd stukje „Een oud strij
der van 30" en eindigde ook meteen
stukje van hem, getiteld: „O, die x
stralen 1"
Het eerste stukje liet ons zien,
dat de heer Bigot niet alleen goed j
kan voordragen, maar ook goed kan
schrijven d. w. z. zoo schrqven dat
bet in den geest van hetpubliek val!, i
Jammerend trad de oud-strqder op
het tooneel, ons vertellende hoe zijne
dochter en zijn kleinzoon tot gevan
genisstraf veroordeeld waren wegens
het uitgeven en maken van valsche
kwartjes, waartoe zij tengevolge van
armoede gekomen waren. Zijn klein
zoon, die jaren lang op een ijzergie
terij had gewerkt, was zonder werk
gekomen en had op zekeren dag, toen
zij slechts éen kwartje in huis hadden,
dat é9ne kwartje nagemaakt en later
meerdere valsche kwartjes vervaardigd,
waarvoor zij levensmiddelen konden
koopen en de huishuur betalen. Ein
delijk was de zaak uitgekomen en
beiden, dochter en kleinzoon tot ge
vangenisstraf veroordeeld. Hartroerend
was het, den oudeD man te hooren kla
gen, dat hij de oude strijder, zijn bind
en kleinkind niet meer zou wederzien
en een geestige zet aan het adres van
de regeering, die zoo weinig heeft ge
daan voor die mannen, die eenmaal
hun leven voor het dierbaar vader
land veil hadden, hem te h oren zeg
gen, dat de oud-strijders bij hunne
terugkomst wel met gejuich werden
ontvangen, maar dat men bij al dat
gejuich niet om hun ouden dag had
gedacht. Ten laatste had men nu
plannen voor een pensioenfonds
gemaaktmaar als die ten uit
voer zouden worden gebracht, waren
de oud-strijders, die nu al zoo
sehaarsch waren,-misschien allen reeds
heengegaan.
Deze zoo schoon door den heer Bigot
ons -afgemaalde geschiedenis, die nu
wel geen werkelij kheid is, maar dat toch
zou kunnen zijn, kan wellicht het
publiek aansporen zich wat meer het
lot van de weinige nog in leven zijn
de oud-strijdera van 1830 aan te
trekken en te zorgen, dat zij een on-
bekommerden ouden dag kunnen ge
nieten.
Was deze voordracht meer van ern-
etigen aard, humoristisch was die,
getiteld: „Mijn eigen Kamer" van
Henri Heaking, waarin iemand, die
er veel van hield met zijne geliefde
auteurs op en eigen kamer tedwee-
pen, vertelt, hoe hij deze kreeg en
wat er daarna met die kamer gebeur
de. Eerst kwam er een kist, om bet
waschgoed in te doen staanmet
mooie druperiën versierd, daarna een
ledekant, toen neef zou komen logee-
ren, dat ook met mooie draperiën
werd versierd, vervolgens een kist
met aardappelen, daar de kelder on
der water stond en zoo ging het voort,
totda-, eindelijk bijna de geheele ka
mer bezet was en er weinig ruimte
meer overbleef oaa te studeeren.
Nu kan men dat zijn vrouw wel
weigeren, maar zegt de auteur dan
geestig „De eerste, dis zijn vrouw iets
kan weigeren, werpe op mij een
rijksdaalder."
Dat men om dit stukje, dat de heer
Bigot zoo goed wist voor te drageD,
hartelijk moest lachen, behoeven wq
voorzeker niet op te merken.
Zoo wist de heer Bigot zqn audi
torium met een achttal nummer?,
waarvan de plaatsruimte van ons blad
niet toelaat ze alle te bespreken, een
.ngenamen avond te verschaften.
Aanvankelijk was bepaald, dat een
tooneelstukje „Janus Tulp" zou wor
den opgevoerd, doch door de plotse
linge en zeer ernstige ziekte van des
regisseurs echtgenoote kon dit niet
doorgaan.
„Weldadigheid naar Vermagen".
Afdeeling: „Werkverschaffing."
Van 1 Nov. tot 14- April hebben
zich de volgende personen aangemeld
22 voor werkvrouw, 14 voor grond
werker, 15 voor loopknecht, 50 voor
los werkman, 5 voor schilder, 2 voor
timmerman, 3 voor huiskneoht, 1 voor
kruideniersbediende, 1 voor ban Kwer-
ker, 1 voor koffiehuisbediende, 1 voor
kantoorbed., 5 voor oppasser, 1 voor
smid, 6 voor breiwerk, 1 voor man-
gelwerk, 1 voor baker, 1 voor strijk
ster, 4 voor naaister,. 1 voor waBch-
vrouw, 1 voor witter, 2 voor metse
laar, 1 voor opperman, 1 voor let
terzetter, 1 voor voorslager, 1 voor
costuumnaaister, 1 voor kleedermaker.
Bij de aanmelding moet een ge
tuigschrift van goed gedrag overge
legd worden.
Van 1 Nov. tot 14 April zqn de
volgende personen geplaatst:
8 voor loopknecht, 19 voor werk
vrouw, 2 voor snelpersdraaier, 40
voor los werkman, 1 voor witter, 1
voor breiwerk, 1 voor smid, 1 voor
kruideniersbediende, 1 voor kleeder
maker.
Particulieren en werkgevers die van
bovenstaande aanbiedingen gebru k
wenschen te maken, wordt beleefd
verzocht hunne aanvragen schriftelijk
tot het Bestuur te richten, bus Doelen
of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
9-1 en van 3-5 uur verkregen worden
bij den Administrateur, bureau
Doelen, kamer No. 2.
Voor de vacante betrekking van on
derwijzeres aan de openbare lagere
school te Houtrijk en vilanen heeft
zich slechts éene sollied-ante aange
meld; het salaris bedraagt f500.
Naar aanleiding van een ingediend
verzoek is door H.M. de Koningin-
RegenteB aan de weduwe P. Spanjaard
in den Houtrakpolder een gift van
f25 geschonken, als bijdrage voor het
beginnen van een handel.
BINNENLAND,
Parlementaire Praatjes.
Ter hervatting harer werkzaamhe
den keerde de Eerste Kamer gis
teren (ïlaandag)avond op het Binnen
hof terug.
Veel vond zij in den avond niet te
doen.
De heer van Hall, het nieuw ge
kozen en doi-r de Regentes beëedigd
lid der Kamer, nam op de gebrui
kelijke wijze zitting. Hij kon dadelijk
meedoen nan de nieuwe samenstelling
der afdeelingen.
Dat was dan ook het eenige werk
wat de Kamer te doen had.
Heden te 11 uur zitting.
G. Jr.
De koninginnen te Amsterdam,
Het ligt in het voornemen van de
Koninginnen om tijdens haar verblijf
te Amsterdam een bezoek te brengen
aan het rijksmu eumhet burger
weeshuis; het stedelijk museum; het
kinderziekenhuis het museum Wilet;
h6t gesticht van liefdadigheid, opge-
rioht door baron Van Brienenhet
museum van voorwerpen ter voorko
ming van ongelukken in fabrieken en
i werkplaatsen. Op Zondag zullen HH.
j MM. de godsdienstoefening in de
N:euwe Kerk bijwonen en een bezoek
I brengen aan Artie.
De Koningin zal te Amsterdam niet
aan alle diners tea hove deelnemeD.
Atjeh.
j Aan het N. v. d. D. werd Maan-
j dag uit Batavia geseind
I Bil. el en Lam Koenjit geslecht.
Twaalf minderen gewond.
Aan de Tel. werd geseind
1 Biloal en Lam Koenjit zijn ver
nield. De bentings zijn verbrand. De
ammunitie en de kanonnen zijn naar
Kota-Radja gebracht.
Acht der onzen werden bq deze
operatie gewond.
De Rijksmiddelen van het
eerste kwartaal.
De opbrengst der rijkemiddelen is
in April weder vrij hoog geweeet,
ongeveer 9 ton boven hetgeen in
April 1895 werd ontvangen. Niet al
leen de invoerrechten hebben daar
toe bijgedragen (bijna 2 ton), maar
nog meer de indirecte belastingen
(ruim 3 ton meer uit het successie
recht) en de posterijen (bijna 2 ton
meer).
Het oijfer van het eerste kwartaal,
vergeleken met het vorige jaar, toont
reeds een vooruitgang van 3^ mil-
lioen, verdeeld over alle hoofdbron
nen van rijksinkomsten.
Bovenaan staat het successierecht,
dat al 12'/« ton meer opbracht en in
het begin van 1895 dan ook zeer ten
achteren was bq de ïaming. Thans
is reeds bijna l'/s ton boven de ra
ming ingekomen. Ook de registratie
rechten zijn met 1 ton vooruitge
gaan.
De tweede plaals nemen de invoer
rechten in, waaruit in drie maanden
reeds 6'A ton meer inkwam of 4't
ton boven de raming, een gevolg
van bet scherper toezicht op de hef
fing. Als dit het geheele jaar zoo
doorgaat zullen de invoerrechten 9
millioen opbrengen, in plaats van de
geraamde 7.4 miilioen, of 8 millioen
Doven 1894, net laatste volle jaar der
oude heffingswijze.
De derde vermeerdering, van ruim
4 ton, vindt men bij de accijnzen
verdeeld over de verschillende soor
ten, maar hoofdzakelijk uit het ge
distilleerd, dat mede in het begin
van 1895 een laag cij fer toonde en nu
bijna 2l/j ton meer gaf, ofschoon nog
4 ton onder de raming.
Ook de directe belastingen hebben
ruimer gevloeid en wel ton, waar
van IA ton uit de grondbelasting en
1 ton uit de vermogensbelasting. Ook
op de bedrijfsbelasting is wat meer
atbetaald, maar het personeel is ten
achter.
De posterijen leverden 3', ton meer
op, de loodsgelden f80,000 meer, de
domeinen f46,000, de rijkstelegrafen
f 17,000 meer.
De minister van financiën heeft
derhalve alleszins reden tot tevreden
heid.
Oranjebond van Orde.
Vanwege den Oranjebond van
Orde is als bijvoegsel van „Sta Pal 1"
van Zaterdag 11 April de navolgende
circulaire verspreid, waarvan men
I ons opname verzocht:
i „Het algemeen bestuur van den
Oranjebond van Orde, gevestigd te
Utreent, als rechtspersoon erkend bij
Kon. besluit van 11 November 1893
jno. 29 (Btatuten laatstelijk gewijzigd
J bij kon. besluit van 29 Januari 1896
no. 27). veroorlooft zich een dringend
[beroep te doen op al degenen, die
i van meening mochten zijn, dat deze
Jbond, ter wüle van zijn anti socialis-
tiach streven aanspraak kan maken,
i op krachtigen moreelen en financieelen
eteun van alle goedgezinden.
FEUILLETO N.
Bewerkt naar den roman van
M«- EMMA SOUTH WORTH.
HOOFDSTUK II.
Astrea's ontwaken.
D
«Maar wat beduidt dat alles? Waar gaat de Kitty
ien Wie is de kapitein Waarom ben ik hier ge
jacht? Waar is mijn echtgenoot en waarom heeft hij
lij hier alleen gelaten?" vroeg Astrea dezen stroom
in vragen uitende in een zenuwachtige spanning die
et haar bijkans onmogelijk maakte de woorden uitte
ten gen.
„Maar kindlief, wat een vragen. Hoe kan ik al die
ragen onthouden en er antwoord op geven Je weet
toch veel meer van dan ik. Alles wat ik weet is,
at de boot omstreeks middernacht aan land gegaan
a een uur later teruggekeerd is met u aan boord, ge-
eel bewusteloos; ze hebben je naar beneden gedragen
a daarna heb ik je niet meer gezien, totdat de kapitein
lij is komen vragen om naar beneden te gaan en je
te passen!"
„De kapitein? O," riep het verbaasde meisje uif,
mtenende, de waarhei 1 te ontdekken, „gij meent, bapi-
teiu Foljoy, mijn goeden voogd maar dan begrijp
ik het nog niet. Wairom maar hier werd Astrea
in de rede gevalien door de negerin, die reide
„Kapitein Fuljoy? Neen, liefje, ik bedoel den kapitein
van dit schip. Van kapitein Fuljoy heb ik nooit ge
hoord
„Wat beteekent dat alles dan? En waar is kolonel
Greville? Waarom heeft hij mij hier alleen gelaten?"
riep Astrea.
„Kolonel wie?" vroeg de negerin.
„Kolonel Greville. O, waarom laat hij mij zoolang
alleen in deze vreemde plaats. Zeker heb ik een koorts
gehad en mijn geheugen verloren, want ik weet nitt
meer hoe ik hier gekomen ben. Was ik bewusteloos
toen ik hier gebracht werd Ja, dat moet wel zoo ge
weest zijn. Ik ben lang ziek geweest en heb ijlende
koortsen gehad mijn hoofd is ook nog zoo vreemd
en zij hebben mij hier gebracht, terwijl ik bewuste
loos was, om tot herstel van gezondheid een zeereis te
doen. Daar heb ik wel meer van gehoord. Is het niet
zoo, goede vrouw vroeg Astrea glimlachend.
„Misschien wel, kind, ik begrijp niet veel van wat
je zegt."
„Neen, maar natuurlijk is het zoo. Maar hoe vreemd,
dat ik mij van dat alles niets herinner.Het laatste
wat ik mij herinner, is dat ik in mijn kamer opzat,
heel laat, wachtende op mijn echtgenoot en dat ik bang
was en niet durfde rondkijken en dat er een zwart
spook achter mq sloop en dat ik to?n een gil gaf en
in zwijat viel. Dat moet het begin van mijn ziekt* zqn
geweest. Ik moet een heete koorts gehad hebben. God
dank, d t ik nu weer beter ben. Maar waarom blijft
kolonel Greville zoo lang weg Och toe, ga hem zeg
gen dat ik weer beter ben en dat ik hem dadelijk zieD
wou 1"
„Kind. ik weet niet waarover je praat en ik denk dat
je het zelf ook niet weet. Ik weet niets van kolonel
Greville. Zoo iemand is hier niet en is hier ook nooit
geweest."
„Wat? kolonel Greville niet hier? En kapitein Ful
joy ook niet riep Astrea, weer terugkeerende tot haar
onbeschrijflijken angst van daareven.
„Neen hoor, de een evenmin als de ander. Ik heb de
namen nog nooit van mijn leven gehoord."
„Wat? Maar ze zenden mij toch zeker niet alleen
en ziek ais ik ben op reis? Wie is met mij hier geko
men Aan wiens huede was ik toevertrouwd vroeg
Astrea haaBtig en op sngetigen toon.
„Ja mijn kind, ik heb je alles reeds verteld, wat ik
er van weet. De kapitein heeft je hier rebracht en je
aan mijne zorg toevertrouwd. Maar wat ik er van denk
is, als je het wilt weten, dit: je me ster kolonel Gre
ville, ais die tenminste je meeBter was, heeft je ver
kocht aan meester den ks.pitein. Dat is het wat ik er
van denk! Zie je, die blanke heeren halen dikwijls
zulke leelijke streken uit er malen er niets om."
„Verkocht? Meester? Maar vrouw, waar spreek je
over? Kolonel Greville is mijn echtgenootriep Aatrea
uit, op het punt om van ergernis in tranen uit te bar
sten en toch hoe verre was zij er nog van om haar
werkelijken toestand eenigszrns te beseffen.
„Hè, hèKolonel Greville je echtger "4En nu
heeft hij je verkochtDat is wel jammer, want je bent
een aardig meisj'e voor e ne mulattin."
,Kom, ben je waanzinnig of dronkenHoe durf je
op die wijze over mij en mijn eobtgenoot spreken!"
riep Astrea en verhief zich in hare verontwaardiging.
Door het plotselinge van hare beweging viel heur
haar naar voren en golfde als een langen, zwarten Elaier
over baar boezem.
Zij greep het met hare vingers vast en staarde er naar
ten hoogste verbaasd. Zq trok er aan, meenende, dat het
van haar hoofd zou vallen alsof het een pruik was,
maar toen zij bemerkte, dat deze ravenzwarte tressen op
baar hoold groeiden haar hoofd, eens zoo schoon door
den rijkdom aan goudblond haar opende zich haar
mond en waren hare oogen wijd opengesperd van ver
bazing Terwijl zij nu vol verbijstering haar blik op haar
veranderd haar gevestigd hield, bemerkte zij de licht-
brnine kleur van haar lelie-blanke handen en armen.
En zij sloeg haar blik op en terwijl zij dien vestigde op
het eeiaat der vrouw, riep zij uit
„Vrouwmet welke duivelsche kunsten heeft men
mq misleid? Waar is mija goede verpleegster? Waar ia
mijn echtgenoot? O Fulke, Fnlke, waar ben je?O,doe
mq ontwaken, doe mij ontwaken uit dien afschuwelij
ken droom! Fnlke! Fnlke, het is eene nachtmerrie!"
Zij strekte hare armen woest naar voren en snelde
haar kooi uit, maar de negerin hield haar onmiddellijk
tegen en zeide
„Ga zitten mijn lief, ik zal den kapitein roepen. Die
kan u alles beter vertellen dan ik."
Meer Joer duizeligheid en uitputting dan door gela
tenheid, liet Aatrea zich neervallen op den eenigen stoel